#sterfdag bram
Explore tagged Tumblr posts
Text
September 26, 2023
#amsterdam#thuis#kunst#tekening#jeanette hoekstra#canto general#pablo neruda#serie#2 april 2023#sterfdag bram#2april 2013#10 jaar#open atelier#van heetenstraat#deventer#deventer kunstenaars#gebracht#lunch#jos en jan#jeanette en eddy#blij mee
1 note
·
View note
Text
"IK BEGIN MET IK. DAT LIJKT ME HET BESTE VOOR EEN AUTOBIOGRAFIE"
Voordat ik het derde deel van de memoires van Freek de Jonge opensla, lees ik het boek over de schilder Jopie Huisman. Ze waren vrienden, Freek en Jopie. Het boek "Schilder van het mededogen" gaat over Huisman, maar is het verhaal van Jopie. De voddenboer en schilder heeft tegen het eind van zijn leven het idee daadwerkelijk langzaam te verdwijnen. Hij maakt ook een vaag zelfportret op de rug gezien zittend achter zijn ezel, een laatste schilderij. Die gedachte van ontsnappen van het leven komt ook bij mij op wanneer ik "De Zeeuwse jaren" lees. Dat Freek tegen de tijd van zijn 80e levensjaar denkt langzaam uit het beeld van Nederland te verdwijnen. Misschien dat hij daarom op de achterbank bij André van Duin gaat zitten, terwijl hij daar eigenlijk geen zin in heeft. Maar zijn zoon zegt hem het wel te doen, 'anders raak je helemaal in de vergetelheid'.
Zoals voor verfilming een boek wordt gedramatiseerd, zo heeft Freek de Jonge voor zijn memoires het leven gefantaseerd. Dat speelt door mijn hoofd wanneer ik deel 3, “de Zeeuwse jaren”, lees. Niet dat deze plausibele wetenschap een geamuseerd lezen in de weg staat. Integendeel. Freek zal een fotografisch krachtig geheugen bezitten. Dat moet ook wel wil je vele avonden lang jaren achtereen op het podium staan om een onemanshow af te draaien. Of het zit allemaal nog in zijn hoofd opgeslagen of hij zal een nauwgezet dagboek hebben bijgehouden. Want hij weet nog precies wat er zich in zijn leven door de tijd heeft afgespeeld. Kent nog exact de woorden die gezegd zijn in de dialogen. Kan zelfs de kleding en de haardracht van mensen die met hem optrokken en langs hem zijn gegaan uit zijn geheugen opdiepen. Hij is een goede getuige met een sterk verhaal. Een vertelling uit de eerste hand, een toeschouwer van zijn eigen leven met een ervaringsdeskundig relaas.
Natuurlijk is er niemand die Freek’s memories op feitelijkheid natrekt. Geen lezer die gaat googelen om te kijken of het allemaal wel waar is wat Freek schrijft. Of het fantasie is of een grote dosis realiteit uit de herinnering behelst aangedikt met wat humor en drama. Freek is tenslotte een komiek. We nemen hem met een korrel zout.
Neem nu de brainstormweek in Oudehaske. Het spreekt mij aan, omdat ik er ook ooit eens heb vertoefd en mijn vrouw er op een steenworp afstand haar jeugd heeft doorgebracht. Zwom in en zeilde op het verveende meertje. Toch kan ik weinig achterhalen van wat Freek over de camping bij het Nannewiid schrijft. Collega cabaretier Jacques Klöters schrijft in één van zijn columns, die steevast beginnen met de woorden ‘Ik moest vanmorgen denken’: “Freek vertelde later in interviews over de week in Oude Haske waar hij met medecorpsleden Bram, Just Enschede en Eddy Habbema aan het eerste programma werkte. Ze hadden wat poplp's bij zich, Freek een lp van Toon Hermans. De conference van de Sprekert, daar kon Freek geen genoeg van krijgen. Hij voelde zich aangetrokken tot de woordspelingen en quasi-diepzinnigheden en maakte ze ook.”
Verderop in het boek word ik echter meteen al gelogenstraft op mijn scepsis, wanneer Freek van het verleden naar het recente heden springt. Hij lijkt een writers block te hebben, van de voorgenomen discipline om te schrijven komt weinig terecht. Er zijn te veel actuele zaken die hem in de weg zitten om zijn herinneringen op een rij te zetten. Zijn toestand en die van zijn vrouw, en al die andere zaken daar buiten om, zitten zijn creativiteit in de weg. Het is niet duidelijk of hem dat overkomt wanneer hij middenin 1968 zit wanneer zijn vader is overleden.
Dat dit oprakelen van dat verleden hem zoveel verdriet geeft en hij ook nog de eigen actuele neergang meemaakt, of dat hij nog met het boek moet beginnen. In elk geval is het daar gesitueerd tussen de bladzijden van wat voorviel in dat jaar. Tussen de sterfdag en de begrafenis wordt hij, Freek, en de lezer, ik, met hem bepaald bij het hier en nu. Tot in de haarvaten en de plasbuis wordt een en ander beschreven, zijn ongezonde terugval en die van vrouw Hella. Legt in het heden uit hoe hij over zijn verleden schrijft. Welke moeite en tegenzin het hem kost alles terug te halen van het verleden in het heden om het te noteren. ‘Het leven leiden, het lijden leven’ – lees ik ergens in de qua aantal woorden omvangrijke memoires.
Met enige weemoed in zijn pen schrijft Freek breedvoerig over wat hem in de jaren 60 van de vorige eeuw overkwam. De ontdekking van het studentenleven met vooral feesten en weinig studie, de ontgroening. Freek is meer bezig met zijn voornemen op het podium te staan dan in de collegebank te zitten. Het optrekken met familie en vrienden, “Ik had vrienden, natuurlijk. Niet zoveel. Nooit gehad. Ik had genoeg aan mezelf.” De kalverliefde, “ik was overvallen door iets wat groter was dan mijn gekoesterde toneelverlangen.” De gewaarwording van seksueel genot, deze pagina’s in het boek kunnen in de schaduw staan van de erotische roman ‘Vijftig tinten grijs’.
Ach, het zijn allemaal van die zaken waar een gezonde jongeman in de bloei van zijn leven tot volle wasdom mee te maken heeft en krijgt. Het geloof, God, die een leven lang vat op hem blijft houden, maar niet het handvat is waaraan zijn vader houvast heeft. Zijn vader speelt in het boek een belangrijke rol, zoals vaders dat doen in de levens van zonen. Het komt flagrant tot uiting wanneer hun aardse levens elkaar scheiden, het sterven van zijn vader zet Freek met beide benen op de grond.
Dan, in het hoofdstuk 2023, laat De Jonge het achterste van zijn tong zien, geeft hij inzicht in zijn verdriet. Hij zet als het ware de deur wijd open naar zichzelf, een deur die altijd op een kier bleef staan in zijn doen en laten, zijn leven en werk, zijn shows. Het leven was een show tot de waarheid aan het licht kwam.
Deze interval in de memoires van de jaren 60 geeft aan “de Zeeuwse jaren” een eeuwigheidswaarde. Zonder dat was het een flauw grappig evenwel aantrekkelijk leesbaar boek gebleven, een autobiografie van een jongen die komiek wilde worden. “Je moet vanuit het niets beginnen. Geen verwachting, louter verlangen. De mensen moeten naar jou toe komen. Je moet niet uit zijn op gezelligheid. Probeer vanuit het ongemak te spelen.”
Op een goed moment wordt Bram Vermeulen het verhaal in geschreven. Een punt waarop ik aldoor gewacht heb, want Bram en Freek, Neerlands Hoop (in Bange Dagen) blijft als instituut tot de verbeelding spreken. Het is bijzonder te lezen hoe toegenegen Freek over Bram schrijft. Dat hij inziet niet zover te hebben kunnen komen zonder zijn inbreng. Het was een verstandshuwelijk dat op het hoogtepunt in een scheiding uitliep. Dat te constateren neem ik een voorschot op deel 4. Maar de mannen verdwenen nooit uit elkaars gedachten, hoewel er wel wrok en jaloezie bleef. “In onze samenwerking zag Bram zichzelf graag als de dienstbare, onmisbare aangever die mij de gelegenheid bood te scoren. (…) Hij had inzicht, hij had smaak en bovenal kritiek die niet irriteerde maar uitdaagde en stimuleerde andere keuzes te maken.”
Het derde deel in de serie memoires van Freek de Jonge geeft vooral een tijdsbeeld. Een tijdsbeeld met een open einde. Want slechts staat het slot van het verhaal aan het begin van wat de knuppel in het hoenderhok van het cabaret deed gooien. Neerlands Hoop heette vernieuwend te zijn, achteraf bezien passend in de tumultueuze periode van toen. Ik kan niet wachten die wederwaardigheden door Freek op mijn bordje opgeschept te krijgen. Het zal smaakvol zijn. Maar nu hap ik met genoegen nog van “de Zeeuwse jaren”, waarin tot de verbeelding sprekende voorvallen die deze jaren de revue passeren langskomen en in de memoires meespelen. Het is daarom ook een soort van historisch verantwoord boek, gezien vanuit het perspectief van een enkel persoon die tot het collectief geheugen is gaan behoren. Maar langzaam in het niets verdwijnt als stip op de horizon aan de andere kant van de Oosterscheldekering, zoals afgebeeld op de omslag van het boek. In het roze van de weemoed en het groen van de herinnering. Het repertoire van Neerlands Hoop mag dan gedateerd zijn, in de eigen komische shows en de memorabele boeken heeft Freek voor de eeuwigheid een monument nagelaten. Voor zichzelf een standbeeld opgericht.
De Zeeuwse jaren. Memoires 3. 1962-1969. Freek de Jonge. Uitgeverij Atlas Contact, 2024.
0 notes
Text
April 02, 2024
0 notes
Text
April 02, 2023
#deventer#diepenveen#klooster sion#lunch#sterfdag van Bram#lente#2 april 2013#10 jaar#met Jos#tulpenritueel
0 notes
Photo
April 02, 2018
#museum more#more#gorssel#sterfdag bram#tentoonstelling#oude stadhuis#figuratief#kunst#art#expositieruimte#expositie
5 notes
·
View notes