#proefschrift
Explore tagged Tumblr posts
reneleijen · 2 months ago
Text
Digitale opsporing over staatsgrenzen heen
Hoe lang nog zijn staatsgrenzen de boeven in cyberspace ter wille? Die vraag probeert cybercrimejurist Mark Zoetekouw van de Landelijke Eenheid te beantwoorden in zijn proefschrift over ‘Handhavingsjurisdictie op het internet’, dat hij eind juni verdedigde. Die handhavingjurisdictie is tot heden strikt territoriaal, waar op internet een fysieke locatie vrijwel irrelevant geworden is. Dat heeft…
0 notes
kikotapasando · 6 months ago
Text
Onderzoek: integratie van vrouwen in krijgsmacht verliep stroef
Onderzoek: integratie van vrouwen in krijgsmacht verliep stroef Nieuwsbericht | 06-06-2024 | 17:00 De integratie van vrouwen in de Nederlandse krijgsmacht was een moeizaam proces. Op veel momenten zijn vrouwelijke militairen tegengewerkt in hun strijd voor gelijke kansen ten opzichte van mannen. Dat concludeert historica Kim Bootsma in haar proefschrift “Van ‘redelijke discriminatie’ naar…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
rotterdamvanalles · 7 months ago
Text
De bouw van de dr. Daniel den Hoed-kliniek aan de Groene Hilledijk, gezien vanaf de Valkeniersweide, 21 mei 1963.
Daniël den Hoed (Gouda, 18 oktober 1899 – Rotterdam, 10 maart 1950) was een Nederlandse arts en een belangrijke grondlegger van de radiotherapie in Nederland. Hij was directeur van het Rotterdams Radiotherapeutisch Instituut en werd na zijn overlijden bekend als naamgever van de oncologische kliniek in Rotterdam-Zuid.
Daniël den Hoed groeide op in Gouda waar hij aan de plaatselijke Rijks-HBS zijn HBS-diploma behaalde. Vervolgens studeerde hij geneeskunde aan de Universiteit Utrecht, waarna hij zijn loopbaan begon bij het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam. Hier wijdde hij zich aan de bestraling van kanker ofwel radiotherapie, toentertijd een nauwelijks ontwikkeld vakgebied in de geneeskunde. In 1925 kreeg Den Hoed de leiding over de betreffende afdeling.
Den Hoed promoveerde in 1934 aan de Universiteit van Amsterdam tot doctor in de geneeskunde op het proefschrift Over de werking van harde röntgenstralen en gammastralen van radium en kan daarmee gezien worden als de eerste radiotherapeut van Nederland.
In 1940 werd Den Hoed directeur van het in 1914 opgerichte Rotterdams Radiotherapeutisch Instituut. In een oud pand aan de Bergweg werkte hij verder aan de behandeling van kwaadaardige gezwellen met behulp van röntgenstraling. Zeker in het begin was dit een kleine organisatie met zeer beperkte middelen. De kleine groep medewerkers, waaronder de echtgenote van Den Hoed die eveneens radiologe was, groeide geleidelijk uit tot een multidisciplinair team van radiologen en andere academici.
Den Hoed overleed in 1950 aan een hartinfarct. Na zijn dood werd hij benoemd tot erelid van de Noord-Amerikaanse Vereniging van Radiologen (Radiological Society of North America).
Tegenwoordig is Daniël den Hoed vooral bekend als naamgever van de voormalige Daniel den Hoedkliniek aan de Groene Hilledijk in Rotterdam Vreewijk. Deze in 1960 opgerichte kliniek, gelegen naast het toenmalige Zuiderziekenhuis, groeide uit tot een internationaal gerenommeerd multidisciplinair kankerinstituut. De kliniek was sinds 1995 onderdeel van het Erasmus MC. In 2018 werd de Kliniek definitief gesloten.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Tumblr media
0 notes
bartwatching · 10 months ago
Text
Vandaag uitgelezen: “Het verraad van ‘42” van Thomas Ross. ‘De grootste aller in de doofpot gestopte spionagetragedies,’ zo karakteriseerde A. den Doolaard ooit het zogenaamde Englandspiel, een van de grootste mysteries uit de Tweede Wereldoorlog dat tot de dood van vele Nederlandse agenten heeft geleid. Vanaf mei 1942 tot laat in ‘43 werden zij vanuit Engeland in bezet Nederland gedropt, waarop zij vrijwel direct gevangen werden genomen door de Duitsers, die hen dwongen misleidende informatie aan Engeland door te geven. Dat de Britten daar nooit iets van hebben gemerkt, hoe de gevangen agenten dat ook verhuld of impliciet probeerden duidelijk te maken, werd lange tijd toegeschreven aan verregaande slordigheid, rivaliteit en incompetentie. Onlangs verscheen echter een proefschrift, ‘Dossier Nordpol’, met als schokkende conclusie: de Britten wisten ervan, en hebben bewust hun eigen agenten misbruikt en opgeofferd om op hun beurt de Duitsers te bedriegen.
Tomas Ross kwam al twintig jaar geleden, toen de eerste druk van Het verraad van ‘42 verscheen, tot een nog onthutsender slotsom. In dit boek komt verzetsman en Engelandvaarder Pieter Nolten achter een complot waarbinnen de nieuwe wetenschappelijk verantwoordde visie naadloos past, maar wat nog veel uitgestrekter is dan ook nu wordt aangenomen.
Tumblr media
0 notes
tistje · 1 year ago
Text
Over 'Affirming neurodiversity' in de vroege autismezorg ... autisme en onderzoek
de front van het proefschrift Gert-Jan Vanaken, een promovendus begeleid door teams van de Katholieke Universiteit Leuven en de Universiteit Antwerpen, heeft enige tijd geleden zijn proefschrift verdedigd over vroege autismedetectie en -interventie. Zijn onderzoek richt zich op de ethische en praktische implicaties van vroegtijdige opsporing en interventie in de gezondheidszorg voor autisme, met…
Tumblr media
View On WordPress
1 note · View note
leesmagazijn · 1 year ago
Text
Die Welt-hoofdredacteur Ulf Poschardt: ‘Het is scheisse in Duitsland’,
@Porsche911   Ulf Poschardt (Neurenberg, 1967) promoveerde in de jaren negentig op een proefschrift over dj-cultuur en werkte daarna als journalist bij het magazine van de Süddeutsche Zeitung en de Duitse Vanity Fair. Zijn boek 911 verscheen in het Nederlands bij uitgeverij Leesmagazijn. Een eerder boek, Über Sportwagen, verscheen in 2002 bij de filosofische uitgeverij Merve. Poschardt heeft…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
vrijheidvanmeningsuiting · 7 years ago
Photo
Tumblr media
‘The day after.’  
NB De fauteuil van Eames heeft zijn bekendheid te danken aan zijn rondingen. Hij is gemaakt van gebogen kersenhout. Het idee voor het ontwerp kreeg Eames aan het front, toen hij een been spalkte. ‘Eureka!’
0 notes
maksandcheese123 · 4 years ago
Text
Hfdst 40
We zijn bij het een na laatste deel van. het boek aangekomen, digestief. Hoofdstuk 40 is een hoofdstuk dat praat over een gebeurtenis van een maandje voor het diner.
Michel schreef een werkstuk voor school zijn les geschiedenis op school. Paul vond het heel goed, het werkstuk ging over de doodstraf. Michel vroeg nog of er elementen genoteerd werden die misschien niet zo 'moreel correct' zijn, Paul zij dat het perfect was.
Het probleem is dat zelfs niet een week na het inleveren van het werkstuk, Paul werd gevraagd om te gaan praten met de rector, het ging over Michel en zijn proefschrift. 
De rector begon eerst over delen van het werkstuk, dat Michel dingen had geschreven die niet 'moreel correct zijn' dat sommige mensen die gruwelijke dingen hebben gedaan gewoon niet verdienden om te leven, dat het misschien best was als ze gewoon dood gingen/werden vermoord. Dit was nog ok, gewoon ven praten met de rector over goed en fout, maar toen, begon de rector te vragen over Paul ,dat hij niet meer les nog geven, dat hij problemen had op school. 
De rector zij dat hij deze dingen voorleest van een blad, die hij kreeg van de psycholoog van die ene school, waar Paul les gaf. Toen werd Paul boos en vroeg of hij dat blad mag bekijken. De rector zegt van niet en bedekt het Bald. Het leek alsof de rector gewoon stond te liegen.
Toen liep het allemaal uit de hand, Paul stond op en begon de rector te slaan, pakte zijn hoofd, trekt het naar achter, en duwde het weer naar voor tegen een muur, sloeg hem, brak zijn tanden en neus, ... 
Het hoofdstuk eindigt met Paul die uit het raam van de rector kijkt, terwijl hij de rector is aan het slaan. Uit het raam ziet hij het schoolplein, waar alle kinderen naar hem zijn aan het kijken, Paul zwaait lachend naar Michel.
Ik begin echt te denken dat Paul problemen heeft met anger management. Wie weet komt dat raar gedrag van Michel daar vandaan, van de manier waarop Paul zich gedraagt. Wat denken jullie ? Zeg maar in de comments!
2 notes · View notes
kikotapasando · 1 year ago
Text
GOUVERNEUR KRIJGT PROEFSCHRIFT KANDIDAAT-NOTARIS AANGEBODEN
GERELATEERDE MINISTERIES ALGEMENE ZAKEN EN MINISTER PRESIDENT   GOUVERNEUR KRIJGT PROEFSCHRIFT KANDIDAAT-NOTARIS AANGEBODEN GEPLAATST OP 02 11 2023 WILLEMSTAD – Op woensdag 1 november 2023 heeft mevr. Katherine Filesia, kandidaat-notaris en estate planner, een exemplaar van haar proefschrift getiteld “Speaking the same language: De invoering van de Anglo-Amerikaanse trust in het Nederlandse…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
rotterdamvanalles · 7 months ago
Text
Wethouder Hans Mentink (in het midden, met stropdas) stelt in de Zweedsestraat de eerste van een serie verkeersdrempels in gebruik, 19-20 februari 1975.
De Zweedsestraat is vernoemd naar het land Zweden. Deze straat heette van 1936 tot 1945 Duitschestraat.
De woonwijk Oud-Mathenesse ten westen van de Schiedamseweg ligt in de voormalige polder Oud-Mathenesse. Deze polder heet naar de ambachtsheerlijkheid Mathenesse die al in 1276 voorkomt. Een tweede wijk, eveneens in het westelijk deel van de stad, betreft de havenwijk in de voormalige polder Nieuw-Mathenesse ten zuiden van de Schiedamseweg.
Mr. Hans Mentink (1934) is een Nederlands jurist en politicus. Hij was wethouder namens de Partij van de Arbeid in Rotterdam.
Mentink werd in 1970 lid van de gemeenteraad voor D66. In 1973 stapte hij over naar de PvdA. Van 1974 tot 1982 was hij wethouder Ruimtelijke Ordening, Verkeer en Vervoer en Openbare Werken onder burgemeester André van der Louw. Onder zijn bewind werd de wederopbouwperiode beëindigd en onder meer een kantorenstop voor de binnenstad afgekondigd. Om de sturende rol van de gemeente, in plaats van het bedrijfsleven, in de ruimtelijke ordening te benadrukken deed hij in die tijd de uitspraak: de hoogbouw van Shell is de 'laatste erectie van het grootkapitaal' in Rotterdam.Onder zijn leiding kwamen onder andere de nieuwe Willemsbrug en de Blaakoverbouwing tot stand. Na zijn wethouderschap nam hij zijn oude beroep van advocaat weer op. De Rechtbank benoemde hem tot curator in een aantal spraakmakende failissementen, zoals van KEP, fabrikant van het z.g."fraudebestendige" paspoort en van het, in milieuschandalen verwikkelde bedrijf, Tankcleaning Rotterdam. Hij verdedigde met succes onder meer Mr. Pieter Slavenburg, President -Directeur van de van witwassen verdachte Slavenburg's Bank en Bram Peper in diens z.g. bonnetjes-affaire. In 2006 promoveerde Mentink aan de Rijksuniversiteit Leiden op een proefschrift over de Raad voor de Journalistiek.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bericht van 2024
Tumblr media
0 notes
quasisavage · 5 years ago
Text
Kunnen leraren op de hogeschool eigenlijk wel website teksten redigeren
Ik heb een bekentenis te doen: met een collega lees ik de rapporten van de middelbare school proeflezen. Niet OFSTED-rapporten - de rapporten die scholen naar huis sturen aan leerlingen en hun ouders.
Ik zeg 'bekentenis', want als ik dit aan vrienden en familie vertel, krijg ik een aantal gemengde reacties:
Maar leraren zouden niemand nodig moeten hebben om hun grammatica te controleren! Leraren moeten de tijd nemen om het goed te doen. Dat is goed. Ik zie altijd fouten in de rapporten die we van de school krijgen. Dat is een beetje een luxe. (Dit van een gepensioneerde natuurkundeleraar... die toevallig ook mijn vader is.) Mijn collega's die aan schoolrapporten werken, zeggen dat ze soortgelijke reacties hebben gehad. Het lijkt meer verrassend dat een school zijn rapporten door een professional laat controleren dan dat professor Brian Cox een artikel laat kopiëren of dat JK Rowling een boek laat proeflezen.
Dus waarom verwachten mensen dat leraren perfecte rapporten schrijven zonder enige hulp?
Misschien is het omdat schoolrapporten zo hoog gewaardeerd worden - ze zijn een van de weinige manieren waarop ouders erachter komen hoe het met hun kind gaat op school, en ze worden vaak jarenlang bewaard (ik heb de mijne nog steeds). Voor sommigen is de kwaliteit van het rapport een maatstaf voor de kwaliteit van het onderwijs dat de school biedt: als het rapport met zorg en aandacht voor detail is geschreven, weerspiegelt dit de mate van aandacht die de leraar aan de leerling besteedt.
Een andere reden zou de overtuiging kunnen zijn dat er voor scholen belangrijkere dingen zijn om hun geld aan te besteden dan aan professioneel proeflezen, vooral met de recente bezuinigingen op de financiering.
Anderen zouden kunnen beargumenteren dat, omdat leraren onderwijs geven, hun grammatica, spelling en leestekens een voorbeeld moeten zijn voor de leerlingen. Met andere woorden, leraren zouden geen vangnet nodig moeten hebben als het gaat om het schrijven van rapporten.
Maar ...
Een leraar is niet anders dan elke andere schrijver. Elke schrijver maakt grammaticale, spellings- en interpunctie-fouten - best-selling auteurs, redacteuren en correctoren (vooral in e-mails aan belangrijke klanten) en, ja, leraren.
Het is gemakkelijk om 'vorm' te typen in plaats van 'van' of 'invloed' in plaats van 'effect' als je geest in de schrijfmodus staat, niet in de bewerkingsmodus. Het is net zo makkelijk om een artikel te missen (bijvoorbeeld: 'Amy is een uitstekende leerling'). Of de autocorrectie van je tablet kan besluiten dat je echt 'omstreden' wilt zeggen in plaats van 'gewetensvol'. Het kopiëren van een generieke zin in een haast kan ertoe leiden dat de naam van de verkeerde student wordt gebruikt, of 'hij' in plaats van 'zij'. Spellcheck pikt deze dingen niet op, zodat ze gemakkelijk door kunnen glippen naar de uiteindelijke versie.
Dit weerspiegelt niet het gebrek aan kennis bij de leraren - het is normaal voor elke schrijver om dit soort misstappen te maken. Zelfs als we tijd hebben om te herlezen wat we hebben geschreven, zien we de typfout misschien niet, omdat onze ogen zien wat we denken dat we hebben geschreven, niet wat er werkelijk is.
Leraren hebben niet veel tijd om hun verslagen te schrijven. Iedereen die een leraar in de familie heeft, weet dat ze een enorm aantal rapporten moeten schrijven, in een zeer korte tijdsspanne. De rapporten moeten actueel en relevant zijn, dus het is niet mogelijk om leraren weken en weken te geven om ze te schrijven. Zoals in dit artikel in de Times Educational Supplement wordt vermeld, worden ze 'vaak als spoedwerk geschreven, laat in de nacht, door leraren met andere dingen aan hun hoofd'.
In dit artikel in de Huffington Post zei een leraar over spelfouten: 'dat is gewoon verkeerd en er is geen excuus'. Maar in hetzelfde artikel legt een andere leraar uit dat hij 'geen tijd had om grondiger te zijn'.
Mensen maken fouten als ze zich moeten haasten, dus als ze een tweede paar ogen hebben om de rapporten te controleren, kunnen ze die oppakken. Maar er is vaak ook niet veel tijd om ze opnieuw te lezen, dus het is niet altijd mogelijk voor leerkrachten om elkaars rapporten te controleren.
Niet alle leerkrachten zijn profs op het gebied van de grammatica. Hoewel de meeste mensen zouden verwachten dat een verslag van een leraar niet vol met grammaticale fouten zit, is perfecte kennis van de Engelse grammatica niet wat een briljante kunst-, wiskunde-, gymnastiek-, IT- of wetenschapsdocent maakt.
In het Verenigd Koninkrijk zullen veel leerkrachten die in de jaren zeventig en tachtig op school zaten, helemaal geen grammatica hebben geleerd, vanwege het destijds dominante denken over hoe kinderen de grammaticaregels van hun eigen taal leren en verinnerlijken.
Voor sommige leerkrachten (bijvoorbeeld moedertaalsprekers van vreemde talen die op school worden onderwezen) is Engels misschien niet hun eerste taal.
Dus, net als veel andere professionals, zouden leraren 'oefenen' (het zelfstandig naamwoord) kunnen verwarren met 'oefenen' (het werkwoord) of 'zou kunnen' in plaats van 'zou kunnen hebben'.
Bovendien evolueert de taal, en de grammaticale 'regels' die 30, 40 of 50 jaar geleden werden aangeleerd, kunnen nu gewoon worden beschouwd als een kwestie van stijl.
Is het een vergissing of een tegenstrijdigheid? In rapporten van middelbare scholen is het waarschijnlijk dat verschillende leerkrachten verschillende delen van hetzelfde leerlingenrapport schrijven. Als de ene docent in het Engels schrijft dat een student erg 'georganiseerd' is en de andere schrijft dat dezelfde student altijd 'georganiseerd' is, dan heeft geen van beide docenten het mis - het is een stijlkeuze. Maar dit kan op fouten lijken.
Sommige scholen houden er dus van om consistent te zijn over bepaalde stijlkeuzes - bijvoorbeeld om vaknamen te kapitaliseren, afkortingen te gebruiken, weeën toe te staan of om '-ise' of '-ize' eindes te gebruiken.
Het is niet gemakkelijk om over deze dingen na te denken als je je op de inhoud concentreert - wat je wilt zeggen over de vooruitgang van een leerling en hoe ze het doen.
Proeflezen is een beetje een luxe! Degenen die dit geloven (zoals mijn vader, en mijn zwager ook, komen er aan te denken) hebben een punt - wanneer de budgetten krap zijn, kan niet elke school zich veroorloven of wil betalen voor proeflezen. Er zijn vaak hogere prioriteiten als het gaat om het toewijzen van uitgaven.
Er zijn manieren om dit te omzeilen. Sommige scholen controleren hun verslagen intern - bijvoorbeeld, docenten lezen elkaars verslagen door, docenten lezen alle verslagen voor de leerlingen in hun eigen vorm, of het hoofd van het jaar leest alle verslagen voor hun jaargroep. Of, niet-onderwijzend personeel kan het proeflezen doen terwijl de leerkrachten verder gaan met het schrijven van de verslagen. Naast het besparen van geld zijn er nog andere voordelen aan het laten controleren van de verslagen door het personeel, zoals vermeld in deze post door mijn collega Helen Stevens.
Aan de andere kant kan het sturen van de rapporten naar een proeflezer de leraren en andere medewerkers vrijmaken om het werk te doen waar ze het beste in zijn, het kan een hoger niveau van consistentie bereiken (omdat minder mensen de controle doen) en het kan tijd besparen (door een grotere efficiëntie).
Scholen kunnen ervoor kiezen om te betalen voor professioneel proeflezen of om hun eigen rapporten te controleren - beide benaderingen hebben hun waarde. Maar ik denk niet dat het eerlijk is om aan te nemen dat leraren kunnen voorkomen dat ze dezelfde soort misstappen maken als andere geschoolde schrijvers, simpelweg omdat ze leraren zijn. Als een school professionele correctoren gebruikt, betekent dat niet dat de leraren niet weten waar ze een bezittelijke apostrof moeten zetten of dat ze zich niet bekommeren om het goede voorbeeld te geven - het laat alleen zien dat ze de beperkte tijd die ze hebben willen besteden aan wat het meest belangrijk is: ouders vertellen hoe het met hun kinderen gaat op school.
Als je meer wilt weten over hoe scholen en proeflezers kunnen samenwerken, lees dan dit persoonlijke verslag van redacteur Helen Stevens.
Als je een proefschrift schrijft, kan je referentielijst langer zijn dan een heel tijdschriftartikel.
Het temmen van dat monster kan vervelend zijn, maar het is de moeite waard om de tijd te nemen om het goed te doen.
Een monster in steen gehouwen
Een referentielijst die er verzorgd uitziet, vertelt je lezer dat je aandacht hebt besteed aan details in je onderzoek. Als alles is waar het moet zijn - van de vermeldingen zelf tot de punten en komma's - zal het vertrouwen opbouwen in wat je zegt in de hoofdtekst.
Het is vriendelijk voor uw lezer om ervoor te zorgen dat hij/zij gemakkelijk de volledige informatie kan vinden over de bronnen die u heeft geciteerd.
Als u uw werk laat proeflezen, hoe nauwkeuriger en consistenter uw referentielijst is om mee te beginnen, hoe beter de definitieve versie zal zijn.
Hier zijn zes tips voor het maken en controleren van een referentielijst die jou, je examinator en je proeflezer het gevoel geven ... nou ja ... een beetje beter te zijn. Kies een dag waarop je zin hebt om een mechanische taak uit te voeren, zet de ketel op en breek een doos chocolaatjes open.
Een snelle opmerking:
Dit bericht gaat over het auteur-datum-referentiesysteem, ook wel bekend als Harvard. Ik zal aparte berichten schrijven over andere systemen.
1.      1. Volg de richtlijnen van uw universiteit
Er zijn veel verschillende versies van het author-date referencing systeem - waaronder Harvard, APA (opgericht door de American Psychological Association) en CSE (opgericht door de Raad van Wetenschapsredacteuren). Sommige universiteiten vragen studenten om één (of meerdere) van deze varianten te volgen, terwijl andere hun eigen auteur-datum stijl en eigen begeleiding hebben.
Auteur-datum verwijzingsstijlen volgen dezelfde hoofdprincipes, waarbij de verwijzingen worden gerangschikt naar de achternaam van de auteur en vervolgens naar het jaar van publicatie.
Maar ze verschillen op stijlpunten, zoals kapitalisatie, interpunctie en cursivering (voor meer hierover, zie tip 4).
Verschillende departementen van dezelfde universiteit kunnen verschillende referentiesystemen gebruiken, dus zorg ervoor dat je de juiste volgt. Vraag je begeleider om een kopie.
Als je je scriptie naar een proeflezer stuurt, stuur hem of haar dan ook een kopie zodat hij of zij eventuele inconsistenties kan controleren.
2.      2. Voeg alle details toe.
Ik heb gemerkt dat de volgende details vaak ontbreken in de referenties:
Plaats van uitgave (voor boeken) Editienummer (voor boeken) Nummer van het tijdschriftnummer Paginanummers (voor tijdschriftartikelen en hoofdstukken in een geredigeerd boek) Naam van de redactie (voor hoofdstukken in een geredigeerd boek en voor conferentiebesprekingen) Data en locaties (voor congrespapers en -besprekingen) Andere details dan een URL (voor online bronnen). Kijk naar uw richtlijnen om te weten te komen welke details u moet opnemen voor online bronnen. Bijvoorbeeld, de details die nodig zijn voor een webpagina zijn meestal anders dan die nodig zijn voor een document dat u in PDF-formaat hebt geopend, zoals een tijdschriftartikel, een verslag of een proefschrift. Veel verwijzingsgidsen adviseren u om naar PDF's van deze documenten te verwijzen op dezelfde manier als naar een papieren versie.
Zorg ervoor dat u alles hebt opgenomen wat u nodig hebt voor online tijdschriftartikelen, online krantenartikelen, blogs, enzovoort.
3.      3. Bestel de referenties consistent.
In Harvard referencing worden de vermeldingen in de referentielijst alfabetisch gerangschikt op de achternaam van de auteur (of de achternaam van de eerste auteur, als er meer dan één auteur is).
Om te verwijzen naar meer dan één bron door dezelfde auteur (of auteurs), worden ze chronologisch gerangschikt op basis van het jaar van publicatie.
Dan wordt het iets ingewikkelder.
Als u meer dan één bron van dezelfde auteur (of auteurs) heeft gepubliceerd in hetzelfde jaar, voeg dan een brief toe aan de datum om duidelijk te maken naar welke bron u verwijst in uw citaten (bijvoorbeeld 2017a en 2017b). Gebruik dezelfde letters na de datum in de verwijzingen. De website van de Anglia Ruskin University geeft voorbeelden.
Wanneer er meer dan één verwijzing is door dezelfde hoofdauteur en verschillende co-auteurs, bestel ze dan consistent en in overeenstemming met uw richtlijnen. U kunt bijvoorbeeld de vermeldingen alfabetisch ordenen op de achternaam van de tweede (of derde, of vierde, indien nodig) co-auteur, ongeacht het aantal auteurs. Of de stijl van je universiteit kan zijn om alle vermeldingen met twee auteurs eerst op te sommen, dan die met drie auteurs, enzovoort.
Als er geen richtlijnen zijn, kies dan een systeem en blijf erbij. Het belangrijkste is om consequent te zijn.
4.      Controleer of de stijl consistent is.
Hier zijn enkele van de meest voorkomende stijlpunten om op te letten.
Tip: Je hebt meer kans om inconsistenties te zien als je:
voor elk van de onderstaande punten afzonderlijk doorleest, en controleer verschillende soorten referenties tegelijkertijd (bijvoorbeeld alle conferentieverslagen en alle hoofdstukken in een geredigeerd boek). Volgorde van de informatie
Zorg ervoor dat u voor elk type referentie de informatie in dezelfde volgorde hebt weergegeven.
Heeft u bijvoorbeeld bij verwijzingen naar hoofdstukken in een geredigeerd boek de paginanummers altijd op dezelfde plaats gezet?
Twee verwijzingen naar een hoofdstuk in een geredigeerd boek
Interpunctie
Controleer de interpunctie die de referentiegids van uw universiteit gebruikt om de verschillende informatie in de referentie te scheiden. Wanneer worden komma's, dubbele punten en punten gebruikt?
Zet uw universiteit de datum van publicatie tussen haakjes? Hoe zit het met de haakjes rond de editienummers en de nummers van de tijdschriftnummers?
Wordt er na de initialen van de auteurs een punt toegevoegd? Hoe zit het met na afkortingen, zoals 'Ed.', en na een DOI of URL?
Moet u artikeltitels tussen aanhalingstekens plaatsen? Zo ja, moet u dubbele ('Artikeltitel') of enkele ('Artikeltitel') gebruiken?
Moet u getallen scheiden in paginabereiken met een koppelteken (118-32) of het iets langere eindstreepje (118-32)?
Tip: Controleer bij paginanummers of ze zinvol zijn. Het bereik 119-112 zou bijvoorbeeld alarmbellen doen rinkelen, omdat het tweede paginanummer lager is dan het eerste.
Hoofdletters
Kapitaliseert de referentiestijl van uw universiteit boektitels en tijdschriftartikelen? Hoe zit het met titels van andere bronnen, zoals rapporten?
Wanneer een titel een dubbele punt bevat, zet uw universiteit het eerste woord dat de dubbele punt volgt dan met een hoofdletter?
Moet u afkortingen met een hoofdletter zetten, zoals 'Vol.' en 'Ed.'?
Cursief
Boek, tijdschrift, tijdschrift en krantentitels zijn meestal (maar niet altijd) gecursiveerd. Hoe zit het met andere titels, zoals verslagen, blogs en conferenties?
Cursuriseert de stijl van uw universiteit 'et al.'? Hoe zit het met het volume van tijdschriften en de nummers van de nummers?
Afkortingen
Wordt in de verwijzingsstijl de naam van het tijdschrift afgekort of volledig gespeld?
Wordt de afkorting 'pp.' voor paginabereiken gebruikt of niet?
Maakt het gebruik van '&' of 'en' in de lijst van auteurs- en redactienamen?
Kort het woorden als 'vertaald' (trans.), 'bewerkt' (ed.) en 'volume' (vol.) af?
Weblinks: URL's: https://www.albagora.nl/redigeren/
Een URL is het adres van een webpagina of andere online inhoud. Een DOI (digital object identifier) is een reeks letters en cijfers die een permanente link naar de online content (bijvoorbeeld een tijdschriftartikel) vormt. Veel universitaire verwijzingsgidsen vragen studenten om DOI's te gebruiken wanneer ze kunnen, omdat de link permanent is.
Controleer opmaak - moet je de hyperlink in een URL verwijderen of behouden?
Controleer of het werkt - heb je elke URL en DOI getest? Brengt het je naar de juiste plaats?
Een referentielijst met Track Changes De stijl consistent houden. 5.      5. Zorg ervoor dat alles wat je hebt geciteerd in de referentielijst is opgenomen.
Het is gemakkelijk om te vergeten een citaat in de referentielijst op te nemen als je zo'n groot document aan het schrijven bent.
Het is handig om een proeflezer te hebben die de ontbrekende referenties ophaalt, maar je mist het om die ontbrekende referenties te laten proeflezen. Dat betekent dat het de moeite waard is om dit eerst zelf te controleren.
Als je geen software voor referentiebeheer gebruikt, is er geen snelle manier om dit te doen.
Schuif het document door op zoek naar citaten en controleer ze aan de hand van de referentielijst. Maak een notitie van de gevonden citaten, zodat je niet meer dan één keer hetzelfde citaat hoeft te controleren.
U kunt dit doen op papier (bijvoorbeeld door elk citaat door te bladeren en te markeren) of op het scherm (met behulp van de tool 'Zoek' in Word om te zoeken naar een openingsbeugel kan dit handig zijn).
Tips:
Sla een kopie van de referentielijst op in een apart bestand, zodat u niet naar het einde van uw document hoeft te blijven scrollen. U kunt dan de reeds gevonden documenten markeren.
Alles in de referentielijst moet ook in de hoofdtekst worden geciteerd, dus kijk uit voor eventuele aantekeningen waarvoor u geen aanhaling hebt gevonden.
Een tekstpassage met groen gemarkeerde citaten.
6.      6. Controleer of de verwijzingen en citaten overeenkomen.
Elk citaat moet duidelijk verwijzen naar de vermelding in de referentielijst, zonder enige verwarring.
Controleer op de volgende inconsistenties:
Datums die niet overeenkomen (bijvoorbeeld, de aanhaling zegt 1978 en de vermelding in de referentielijst zegt 1987) Geen datum vermeld in de aanhaling Ontbrekende accenten in auteursnamen (bijvoorbeeld Dörnyei vs Dornyei) Ontbrekende letters in auteursnamen (bijvoorbeeld Philips vs Phillips) Auteursnamen die verkeerd zijn opgegeven (zo staat er in het citaat 'Rodgers en Brown, 2002', maar de vermelding in de referentielijst staat 'Brown, D. J. en Rodgers, T. S., 2002'). De naam van een website, krant of organisatie die in het citaat wordt vermeld, maar de naam van een individuele auteur die in de referentielijst wordt vermeld (in het citaat staat bijvoorbeeld The Times, maar in het referentie-item staat Smith, A.). Hoe kan een proeflezer helpen?
Voor een beoordeeld werkstuk, zoals een proefschrift, moet een proeflezer voorzichtig zijn met hoeveel hulp hij of zij biedt. Je werk moet worden beschouwd als je eigen werk, en dat omvat ook de referentielijst.
In het Verenigd Koninkrijk varieert de begeleiding tussen universiteiten, maar het is algemeen geaccepteerd dat een proofreader niet je referentielijst moet maken, een stijl moet toepassen op de referenties of ontbrekende informatie voor je moet opzoeken.
Ik corrigeer eenmalige inconsistenties in de stijl, maar ik benadruk de inconsistenties die voor u meer wijdverbreid zijn om naar te kijken. Ik wijs op ontbrekende informatie, maar ik voeg die niet voor u toe.
Ik corrigeer bijvoorbeeld de kapitalisatie van een tijdschriftartikel als u al uw andere tijdschriftartikelen hebt gekapitaliseerd. Maar als sommige artikelen een hoofdletter hebben en andere niet, zal ik dit benadrukken, zodat u het kunt corrigeren.
Nuttige middelen
Jouw universiteit
Uw universiteit moet u begeleiden bij de exacte referentiestijl die ze willen dat u gebruikt, of ze nu een eigen stijl hebben of een externe stijl volgen. Sommigen zullen misschien niet specificeren welke u moet gebruiken, zolang u maar consequent bent. Voor hulp kunt u terecht bij de bibliotheek of bij de wetenschappelijke schrijfdienst van uw universiteit. Ze hebben misschien ook een ondersteunende dienst voor studievaardigheden. Websites
De Anglia Ruskin University guide is gebruiksvriendelijk, beschikbaar voor iedereen om toegang te krijgen en biedt voorbeelden van een breed scala aan referentietypen. Voor APA-stijl heeft de Purdue OWL voorbeelden van vele verschillende soorten referenties. Er is ook de APA-stijl blog, die geweldig is voor het vinden van antwoorden op lastige vragen. De belangrijkste APA website heeft een online tutorial. Voor CSE kunt u zich abonneren op de Scientific Style and Format website. Een snelgids is ook beschikbaar voor niet-abonnees. Boeken
Citeer hen juist: The Essential Referencing Guide van Graham Shields en Richard Pears (paperback, Palgrave, 10e editie, 2016). Geeft gedetailleerde voorbeelden van een breed scala aan referentietypen, waarbij gebruik wordt gemaakt van Harvard (en zijn varianten) en andere referentiesystemen (zoals Vancouver, MHRA en OSCOLA). Er zijn ook middelen online beschikbaar. Beknopte regels van de APA-stijl door de American Psychological Association (spiral bound, APA, 6e editie, 2009). Een gemakkelijk te gebruiken pocketgids met gedetailleerde voorbeelden van referentietypes naast de regels voor APA schrijfstijl. Wetenschappelijke stijl en formaat: De CSE Handleiding voor Auteurs, Redacteuren en Uitgevers door de Raad van Wetenschapsredacteuren (Hardcover, University of Chicago Press, 8e editie, 2014). Hoofdstuk 29 geeft specifieke richtlijnen voor referenties. Erkenning Met dank aan Mark Lawrence voor de toestemming die hij mij gaf om snapshots van zijn masterproef te gebruiken. Ik heb tegenstrijdigheden geïntroduceerd om de voorbeelden in deze post te illustreren.
1 note · View note
fighterthe · 5 years ago
Text
Samenvatting - ‘Effects of smartphone cues and online vigilance on well-being and performance’
DOEL 1: IS ER EEN VERBAND TUSSEN ONLINE WAAKZAAMHEID EN WELZIJN? 
Online waakzaamheid en welzijns zijn indirect aan elkaar verbonden: Online waakzaamheid bleek aan de welzijnsresultaten verbonden te zijn door een verminderd niveau van mindfulness, maar niet door dwalende gedachten. 
Online waakzaamheid, indien geuit door gedragingen als het controleren van de telefoon of het reageren op meldingen, niet aan welzijn is verbonden. Wanneer online waakzaamheid werd geuit in de vorm van gedachten over onlinecommunicatie, was online waakzaamheid op negatieve wijze aan welzijn gerelateerd. Hoe vaker de deelnemers in het afgelopen half uur aan online interacties dachten, hoe slechter ze zich op dat moment voelden. Dit verband was echter klein en de vraag of dergelijke gedachten positief of negatief waren, bleek veel belangrijker te zijn. 
Alles bij elkaar genomen, is de bezorgdheid over de negatieve effecten van online waakzaamheid wellicht niet gerechtvaardigd. Online waakzaamheid heeft over het algemeen een negatief effect op het welzijn, maar dit betreft een indirect en klein effect. In het dagelijks leven is online waakzaamheid in de vorm van gedrag niet problematisch gebleken. Online waakzaamheid in de vorm van gedachten is op negatieve wijze aan welzijn gerelateerd, maar dit effect was klein en minder belangrijk dan de kwaliteit van deze gedachten. Positieve gedachten over online-communicatie blijken veel belangrijker dan de frequentie waarin deze voorkomen. 
DOEL 2: HEBBEN SMARTPHONESIGNALEN INVLOED OP PRESTATIES? 
Alles bij elkaar genomen, lijken smartphonesignalen niet problematisch voor onze prestaties. Hoewel deelnemers het gevoel hebben dat de aanwezigheid van hun smartphones of meldingen a eidend zijn en een verhoogde alertheid tot gevolg heeft, hebben dergelijke signalen geen nadelige invloed op de prestaties. 
DOEL 3: ZIJN SMARTPHONESIGNALEN BELONEND? 
Mensen beoordeelden sociale smartphone- apps (zoals Facebook, Instagram) als veel meer belonend dan neutrale smartphone-apps (zoals de rekenmachine, klok), vooral wanneer deze sociale smartphone-apps meldingen toonden. Dit verschil in zelfgerapporteerde beloning werd echter niet omgezet in gedrag. Hoewel sociale smartphone-apps als zeer belonend werden beschouwd, trokken deze apps niet meer aandacht dan neutrale apps of apps die minder belonend werden gevonden. Smartphonesignalen kunnen als belonend worden ervaren, maar zijn niet belonend genoeg om ons af te leiden. 
DOEL 4: KUNNEN WE VOORKEUREN VOOR SMARTPHONESIGNALEN REDUCEREN? 
Samengevat suggereert hoofdstuk 7 dat de go-/no-go-training effectief is in het verminderen van de zelfgerapporteerde aantrekkingskracht van smartphonesignalen. Deze vermindering kan belangrijk zijn; deze kan mogelijk de waargenomen aanleiding van smartphonesignalen verminderen en zelfs beïnvloeden op welke smartphonesignalen mensen besluiten te reageren. 
+ Strategie die hier bij past is het uitzetten van je notificaties bij verschillende apps. 
Conclusie
Elke nieuwe technologie die snel aan populariteit wint, brengt enige bezorgdheid met zich mee. Deze bezorgdheid is er ook voor smartphones. Onze resultaten suggereren dat bezorgdheden rondom smartphonesignalen en online waakzaamheid wellicht niet gerechtvaardigd zijn. Op basis van de bevindingen uit dit proefschrift zou het voorbarig zijn om drastische maatregelen te tre en, zoals het verbieden van telefoons in openbare ruimtes of op scholen. Buiten het laboratorium lijkt online waakzaamheid geen problemen voor het welzijn op te leveren. In het laboratorium lijken mensen potentiële a eidingen van smartphones te kunnen negeren. 
0 notes
tistje · 5 years ago
Photo
Tumblr media
Ontluiken met autisme … autisme en jongvolwassenen Mensen met autisme groeien op, worden volwassen en kunnen zelfs oud worden. Dat is de laatste stilaan tot heel wat meer mensen dan vroeger doorgedrongen.
0 notes
europaluciennetomesen · 6 years ago
Photo
Tumblr media
De laatste stelling bij mijn proefschrift over ‘Inbeslagneming en de vrijheid van meningsuiting’ is gewijd aan Europa. 
https://vrijheidvanmeningsuiting.tumblr.com
0 notes
woutergraphik-blog · 8 years ago
Photo
Tumblr media
T helper 17 cells and Regulatory T cells in Pulmonary Sarcoidosis: It takes two to tangle Caroline Elizabeth Broos Sarcoidosis is an intriguingly complex immunological disorder. It is characterized by the formation of non-necrotizing granulomas that are most commonly found in the mediastinal lymph nodes and lungs of patients. Gaps in knowledge on sarcoidosis disease etiology and determinants of disease course have thus far impeded rational decisions on ‘Who, When and How’ to treat. The mainstay of sarcoidosis therapy remains immunosuppressive, using relatively high doses of systemic prednisone. However, although often effective, corticosteroid treatment can be accompanied by severe side effects. Detailed insight in the immunological response occurring in pulmonary sarcoidosis patients can help find determinants of disease etiology and disease course, which can yield new therapeutic targets. Therefore, the first aim of this thesis is to further unravel the immune-related pathogenesis of pulmonary sarcoidosis. The second aim is to gain insight into current prednisone treatment, in order to optimize treatment strategies to reduce side effects and increase quality of life of pulmonary sarcoidosis patients. Findings described in this thesis provide a new perspective on sarcoidosis pathogenesis, challenging long-held paradigms and exploring novel approaches to further unravel this immunological complex disease. Furthermore, a rationale is provided to evaluate the potential of certain existing therapies that are currently used in other autoimmune diseases for pulmonary sarcoidosis treatment. Finally, results of this thesis lay a strong foundation for future studies that can help individualize sarcoidosis treatment and thereby increase pulmonary sarcoidosis-related quality of care and patient-related quality of life. https://graphik-buro.nl/epub/carolinebroos/ #proefschrift #drukwerk #drukken #epub #ebook #digital #publication #dissertatie #dissertation #phd #university #layout #opmaak #design #promovendi #promovendus #ontwerp #print #offset #oreader #pdf #proefschriften #artikel #vormgeving #typography #typografie #letterkunde #grafisch #graphicdesign #graphic
0 notes
optimaogc-blog · 8 years ago
Photo
Tumblr media
Pathways in Diversity - Aafke Heringa #thesis #layout #printing #epub #proefschrift http://ow.ly/xkRi308p2Fw
0 notes