#platte vlak
Explore tagged Tumblr posts
Text
Dag 9 rustday: heerlijk niks doen want alle plannen in het water wegens aanhoudende regenval en onweer aan de bodensee. Echte platte rust. Morgen naar Chur, nog vrij vlak. By the way, zwitserland reis je zo binnen
4 notes
·
View notes
Text
Nummulietenkalk
Wanneer je vanaf San Pere Pescador de N13 volgt richting St. Martin d’ Empuries, het eerstvolgende gehucht zuidwaarts, dan zie je vlak voordat je het bereikt aan je linkerhand iets dat lijkt op een steengroeve. Althans als je er oog voor hebt; mij viel het gelijk op.
Ik weet niet of we het mogen scharen onder het Pavlov-effect, maar zodra ik iets zie dat op een steengroeve lijkt, begint het bij mij te kriebelen. Dan moet ik er heen. Gewoon een beetje kijken. Vaak levert zo’n bezoek interessante informatie op over de geologie van de omgeving en met een beetje mazzel een paar leuke vondsten.
De Groeve tussen Viladalmat en Albons
Het bleek inderdaad een groeve. Of beter gezegd. Het waren er twee. Een waar nog actief wordt gegraven en een verlaten. De actieve groeve was gesloten voor onbevoegden, de verlaten niet. Daar kon je tot op zekere hoogte en diepte een bezoek aan brengen. Direct boven en onder de kliffen was het, waarschijnlijk vanuit veiligheidsoverwegingen, afgesloten verder kon je gaan en staan waar je wilde. En omdat het kon deed ik dat. Hetgeen behalve een fantastische uitzicht ook de nodige informatie opleverde over de ouderdom van het gesteente aldaar. Ik trof namelijk gesteente met nummulieten erin.
Stuk nummulietenkalk gevonden in de groeve.
Nummulieten
De eerste nummulieten (ik schreef er al eens over) dateren uit het Laat-Paleoceen zo’n 58 miljoen jaar geleden, maar vooral tijdens het Eoceen zijn de nummulieten een groot succes. Tegen het eind van het Vroeg-Oligoceen, sterven ze uit. Wat nu nog rest zijn de ontelbare skeletjes. Skeletjes die uitstekend gebruikt kunnen worden als gidsfossiel voor het Paleogeen. Door ze te bestuderen kun je dus behoorlijk precies bepalen hoe oud gesteente is. Althans als je ze tot op soort weet te determineren. Hetgeen een specialistenwerk is. Omdat ik geen specialist ben, kan ik het alleen globaal. Het betreffende gesteente is tussen de 60 en 28 miljoen jaar oud.
In de branding
Omdat het gesteente in de groeve eerder interessante dan mooie was en omdat alles op de rug gedragen diende te worden, nam ik slechts een exemplaar mee voor de verzameling. En dat was maar goed ook. Een dag later bleek namelijk dat je bij het strand van St. Marti met gemak veel mooiere exemplaren kon vinden. In de branding lagen ze voor het oprapen. Netjes gerold en wel. Al snorkelend pikte ik de mooiste eruit.
Kiezels van nummulietenkalk gevonden in zee.
Uiteenlopende kleuren en vormen
Op de zeebodem tussen de pier van St. Martin d’ Empuries en de restanten van de oude Griekse haven vond ik op de bodem stenen die qua kleur en samenstelling overeen kwamen met de steen die ik in de groeve vond. Precies de zelfde oker en bruin tinten en precies dezelfde nummulieten, maar met dien verschillen dat de stenen uit de branding prachtig gerold waren. Onderwater leek het wel edelgesteente. Maar dat was niet alles. Ik vond namelijk ook anderskleurige stenen met nummulieten erin. Grijze, bruine, rode en in die stenen trof ik nummulieten van verschillende grote en dikte. Terwijl ik ze verzamelde ontsproot mij het idee er cabochons van te maken. Met dat idee in het achterhoofd zocht ik nog wat geschikte modellen.
Verschillende soorten nummulieten. De platte soorten zijn uit ondiep water de bolle meer uit de diepte.
Droog
Eenmaal droog verloren de stenen door de ontelbare minuscule krasjes en oneffenheden op het oppervlak hun glans en veranderde de stenen in een doffe hoop kiezels. En dat is op zich niet erg, ik zou ze in een pot met water kunnen bewaren, probleem opgelost, maar voor een cabochon is dat wel onhandig. Ik moet ze, of in ieder geval een aantal, dus zien te polijsten. Hoe, dat moet ik alleen nog even uitzoeken.
Bronnen en verder lezen
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/nummulieten-geen-versteend-geld-maar-reusachtige-eencelligen/
8 notes
·
View notes
Photo
Wat? Stilleven met fruitschaal (1779-80), Stilleven met appels (1893-94), Steengoed kruik (1893-94), De François Zola Dam (1877-88) door Paul Cezanne
Waar? Tentoonstelling Cezanne in Tate Modern, Londen
Wanneer? 7 januari 2023
De verkoop van zijn werken was in het begin van Cezanne’s carrière niet geweldig, maar onder medekunstenaars was hij zeer populair. Collega’s verzamelden zijn werk en bewonderden hem als een groot vernieuwer. Wat maakt Cezanne zo bijzonder? Het is zeker niet de keus van zijn onderwerpen want die kan haast niet klassieker zijn: stillevens met fruit, landschappen, baders. De wijze waarop hij deze traditionele thema’s vormgaf in verf was echter revolutionair. Hij probeerde niet de realiteit zo dicht mogelijk te benaderen, maar een nieuwe realiteit te scheppen in verf.
Stilleven met fruitschaal toont Cezannes ‘constructieve penseelstreek’. Door smalle diagonale penseelstreken construeert hij met kleur voorwerpen in het platte vlak. Toen Rilke Cezannes Stilleven met appels zag, merkte hij op dat de kunstenaar veeleer kleur dan licht gebruikt om vormen in het platte vlak tot leven te brengen. Dat het er Cezanne daarbij niet om ging de realiteit zo goed mogelijk weer te geven, blijkt uit de manier waarop perspectief in zijn werk vorm kreeg. Kijken we naar Steengoed kruik, dan lijkt het of de appels bovenin het werk op een mysterieuze wijze op een schuin vlak blijven hangen. We vragen ons af waarom ze niet naar beneden vallen. Maar, zoals gezegd, daar ging het de schilder niet om.Hij beoogde niet appels zo nauwkeurig mogelijk weer te geven in het platte vlak, maar hij wilde met verf appels creëren.
Cezannes landschappen zijn al even tegendraads als zijn stillevens. The François Zola Dam is een landschap opgebouwd uit kleurvlakken. Bij het zien van dit werk kun je je goed indenken dat Cezannes werk wordt beschouwd als voorbereiding op kubisme.
3 notes
·
View notes
Text
KWARTETTEKETETTEN MET HET OEUVRE VAN ROLAND SOHIER
Hij brengt ons terug rond de huis-, tuin- en keukentafel. Wij doen voor de verandering eens samen een spel en leggen de mobiele telefoons aan de kant. We hebben het erover met elkaar rond de pot kaarten, want de kunst van Roland Sohier maakt de tongen los. De kunstenaar scherpt onze verzamelwoede op. Fanatiek willen wij zoveel mogelijk kaarten bij elkaar leggen, van medespelers afhandig maken, om strijdlustig bij een viertal te roepen: kwartet! Het kwartetspel is met de bordspellen Mens-erger-je-niet en Ganzenbord hèt gezelschapsspel bij uitstek om offline samen en tegen te werken. Het is ouder dan de weg naar Rome en bestaat al zeker sinds de boekdrukkunst is uitgevonden. Ieder onderwerp kan thema zijn. Zo is er een tal aan diversiteit in het kwartetten. Ieder denkbaar vakgebied, aangelegenheid of affaire kan wel uitgelegd in 48 kaarten, 12 kwartetten. En er komen steeds bij nu de mens weer wil praten met de ander, contact maken zonder scherm. De mobiel gaat uit, de kaarten komen op tafel.
Voorheen drukte kunstenaar Ronald Sohier zijn recente werk af in een in eigen beheer uitgebracht boekwerkje. Een schrift met een kort overzicht van zijn bezigheden in dat bijna voorbije jaar. Zo geeft hij inmiddels een minder omvangrijke kijk op zijn oeuvre, want zijn kunst moet natuurlijk lijfelijk gezien worden, in het wild en openbaar. De uitgave, met december als maand van verschijning, is slechts een uithangbord voor wat Sohier nog meer aan bijzonders weet te brengen. Vorig jaar vormde een uitzondering op de regel omdat uitgifte in het wereldbeeld zo urgent was dat het net na de zomer verscheen: send in the clowns. En nu heeft hij een andere vorm van afbeelden in serie gekozen, gewoon omdat het kan. Het geeft een inkijk in zijn oeuvre en reikt dit keer verder dan het ene afgelopen jaar. Met het kwartetspel van Sohier krijgt de eigenaar, de kijker en speler, een laagdrempelig totaal inzicht in het werken en de stijl van de kunstenaar. Het is krachtiger dan een oeuvreboek, omdat het spel interactief is: je dient de composities te benoemen om er genoeg van te krijgen.
Sohier heeft zijn spel gekscherend Kwartetteketet genoemd, maar het is zeker een serieuze uitgave hoewel het spel een vrolijk tijdverdrijf vormt. Rond de tafel staat de kunst van Roland Sohier voor de duur van het spel in het middelpunt van de belangstelling. Onder het genot van een borrel en de bijbehorende versnapering is er gezelligheid, vertier en vrolijkheid. Het is echter een kwartetspel voor volwassenen. De beelden kunnen compromitterend zijn, want Sohier windt er geen doekjes om. Kunst verbergt het zeer niet, verbloemt geen waarheid, de schoonheid van het zijn is zichtbaar gemaakt. Dat zijn van Sohier kent een eigen wereld, een persoonlijke beleving. In een beeldtaal die doet denken aan een cartoon, een karikatuur van de werkelijkheid. De figuratie beweegt zich veelal in serie over de bladspiegel. Er is dynamiek in het platte vlak, alsof de figuren zich willen losmaken om de ruimte in te gaan.
Het naakt bijvoorbeeld is een model dat van meerdere kanten is bekeken en in diverse houdingen wordt gelegd. De lijven bewegen zich elastisch over het papier. Maar telkens idit s het lijf van een enkel met name genoemd vrouwspersoon. Om een kwartet te hebben dienen Clara, Eleni, Noemi en Carolina naast elkaar gelegd te worden. En zo werkt het tevens met de schetsen van Humpty Dumpty. De kop van het mannetje wordt van alle kanten belicht als speelse variatie op het strenge kubistische karakter. Zijn de Schilderijen met Meisjes bevolkt door een wervelende orgie aan blote dameslijven, die wederom van alle kante en in diverse poses worden stil gezet. Ze rollen over elkaar, de lichamen gaan in elkaar op en vormen samen een dynamische kluwen van torso’s en ledematen.
Roland Sohier belicht iedere kant van zijn kunnen, elke ingang van zijn oeuvre krijgt een kans zich te openen in Kwartetteketet. Zo heeft hij ook ruimtelijk werk gemaakt, beelden, raam- en muurschilderingen, installaties. Een tweetal museale presentaties komen voorbij en samengestelde tekeningen op staande reclameborden. En alle in de bekende eigen persoonlijke stijl van deze eigenwijs dwarse kunstenaar. Wat te denken van de vette schilderijen en de vette tekeningen, deze zijn inderdaad cool. Een feest van bloterikken en kopvoeters. Ratatata is een voor het spel in vier delen uiteen vallende wanddecoratie, een gevisualiseerde danse macabre. Niet alleen het zijn, leven, heeft de aandacht van Sohier; ook het was, de dood, krijgt een plek in zijn oeuvre. Maar wel op een relativerende manier en een vrolijk opgeruimde kijk op de dingen. In zijn werk heeft alles een zonnige kant, zelfs de schaduwen worden kleurig ingevuld.
En dan zijn er om het beeldgenot compleet te maken de zelfportretten in de categorie Selfies. Sohier toont het grimas van Roland. Niet zijn kop is onderwerp, maar de acties die de handen eraan uitvoeren. Het zijn eerder gebaren van een doventolk in een erg uitgesproken taal. Het sluit het kwartet op een wonderlijke manier af en laat zien dat de kunstenaar nergens voor terugdeinst. Alles moet verbeeldt kunnen worden, iedere schaamte is hem vreemd. En dat is nu net de charme van deze kunstenaar die zich beweegt op het snijvlak van het serieuze beelden en het verbeelden met een dikke korrel zout. Op de grens van werkelijke realiteit en irreële abstracte kunst. In een zelf gecreëerd niemandsland is Sohier de koning, keizer en admiraal van zijn sprookjesachtige werelden met grimmige randjes en ongemakkelijke situaties. Degelijk opgeleid aan de Gerrit Rietveld Academie heeft hij de traditionele tekenvaardigheid volkomen losgelaten en is losgegaan op de esthetiek van de schone kunsten. Wie zijn losgebroken figuren wil zien en door de handen laten gaan, koopt zijn kwartetspel. Kwartetteketet is de last post van de kunstwereld. Het herdenkt de schoonheid en gedenkt de inspiratie. Het neemt een vette loop met nep, namaak en vervalsing, dat kunst letterlijk is natuurlijk.
Roland Sohier’s Kwartetteketet. Kwartetspel met kunstwerken van Roland Sohier. 48 kaarten in 12 categorieën als een soort oeuvre catalogus. Uitgave in eigen beheer in samenwerking met Uitgeverij De Zwaluw, 2024.
0 notes
Text
Vrijdag 22 september 2023
Compositie: onderwerp niet centraal, vanuit een bepaalde hoek (onder buik of poten door bijvoorbeeld), van het vlak aflopend of bijvoorbeeld aan de zijkant.
Op groot wit papier:
Watoessirund schetsen met houtskool of oranje conté
uitwerken met vetkrijt (oliepastel): onderlaag met platte kant van pastel (arceren), daarna eroverheen, mengen, dekkend werken
afstand nemen, kijk naar de huid, het verloop in kleur
achtergrond maken met bister; Laat donker en licht zien.
0 notes
Text
Nu het leven zich langzaam weer naar buiten verplaatst, draag ik altijd twee platte objecten bij me in de binnenzakken van mijn jas. Links mijn telefoon, rechts een notitieboekje.
Ik zou vaker naar rechts willen grijpen, en minder vaak naar links. Maar de geest is zwak. Die laat zich maar wat graag afleiden. Terwijl ik weet dat ik als ik met de hand schrijf altijd helderder denk en formuleer. Daar bestaan allerlei theorieën over, waarover straks. Eerst moeten we stilstaan bij een aantal paradoxen van onze tijd.
Vlak bij de NRC-redactie, op de hoek van de Nes en de Langebrugsteeg, pronkt achter een etalageraam een molen met dure notitieboeken in alle kleuren van de regenboog. Tweehonderd stappen verderop: een Moleskine Store. Tweehonderd stappen in de andere richting: een cadeauwinkel vol houten, hervulbare notitieboeken. Zo wemelt het in elke grote stad van de Moleskines, Leuchtturms, Rhodia’s, Legami’s en Blackwings. Maar zie je er ooit iemand in schrijven?
Oké, laatst, één keer. Al was dat helemaal in het Franse Mulhouse. Na een journalistieke klus was ik er een volle dag gestrand wegens stakingen. In het Elzasstadje was de lente alvast begonnen. Het was een perfect decor voor een volle schrijfdag. Het was er namelijk adembenemend saai.
De dag ervoor had ik al een geschikt koffietentje gespot en berekend dat hier ochtendzon zou zijn. Ik verheugde me er buitensporig op. Het was half tien toen ik er plaatsnam. De zon scheen precies zoals gecalculeerd. Meteen nadat ik mijn notitieboekje en vulpen op het formicatafeltje had uitgestald, zag ik hem. Een jongeman, in de twintig, slordige bos krullen, driftig rokend en al even driftig met zijn pen in de weer in een A5-formaat notitieboek, zwart, precies hetzelfde als het mijne.
Altijd als me dit overkomt, prevel ik in mezelf een zin van Cees Nooteboom, die in een drukke Spaanse herberg ook zo’n medeschrijver opmerkt: „Onze blikken vermijden elkaar, zoals van honden die weten dat ze dezelfde ziekte hebben.” (De omweg naar Santiago, 1992).
Dat is de tweede paradox. Niemand schaamt zich om naast een andere telefoongebruiker zijn apparaat tevoorschijn te trekken, maar met pen en papier schrijven is naast iemand die datzelfde doet ineens hopeloos aanstellerig.
Voorgebakken chocoladeletters
Schrijfschaamte. Is dat waarom je notitieboekjes alleen in etalages aantreft? Gebruiken we ze alleen discreet binnenshuis?
Eén ding weet ik wel. Als iemand hier een zieke hond is, dan is het juist die smartphoneverslaafde. Mij hoef je niet meer te vertellen waarom schrijven met de hand juist de mentale gezondheid stimuleert.
De onderzoeken zijn bekend. Nota bene De Telegraaf, krant van de voorgebakken chocoladeletters, pleitte onlangs in het hoofdredactionele commentaar voor het verplichten van schrijven met de hand in het basisonderwijs.
Elders in die krant pleitte hersenprofessor Erik Scherder (VU) voor het vervangen van laptops door schrijfblokken, waarmee je je hersenen „echt aan het werk zet”. Handmatig vormen van de letters activeert motorische en ruimtelijke breincircuits. Daarom onthouden studenten handgeschreven aantekeningen beter, blijkt uit meerdere onderzoeken.
Ook lezen van papier stimuleert het geheugen meer dan lezen van het scherm. Elke boekenlezer herkent dit. Je bladert terug om iets te zoeken en weet: het stond linksonder, of rechtsboven. De wetenschap hierachter is dat je na elke gelezen passage een korte verificatie doet (‘heb ik dit begrepen?’) en de plek in je hoofd opslaat, waardoor er een mentale routekaart ontstaat.
Op een bepaalde manier lijkt dit debat al achterhaald. Gaat het grote schrijfdilemma van de toekomst immers niet langer tussen typen en schrijven, maar tussen schrijven en voor je láten schrijven, door ChatGPT?
Zoals elke fundamentele vernieuwing roept dit schrijfalgoritme nu vooral twee reacties op. De een wil het met alle macht uitbannen, blokkeren, verbieden op scholen. De ander omarmt het met de gretigheid van elke moderniteitszeloot. Ik ken allebei die stemmen. De ene grijpt naar mijn linker-, de ander naar de rechterbinnenzak.
Stijve clichétaal, harkerig denken
Die verdeeldheid is misschien te danken aan wat wij onder taalvaardigheid zijn gaan verstaan. In de meeste kantoorberoepen is taal een middel om rapporten mee op te stellen en presentaties te houden. Het is de grondstof voor nota’s en andere ‘stukken’. Een werknemer bij een overheidsinstelling of commercieel bedrijf moet met een computer informatie kunnen verzamelen, knippen, rangschikken en presenteren in een heldere structuur.
In het schoolvak Nederlands maakt ‘begrijpend lezen’ 50 procent uit van het eindexamenvak. In feite programmeert dit leerlingen tot algoritmes die structuren leren ontleden middels ‘signaalwoorden’, en die matrix vervolgens leren toepassen op bijeengezamelde informatie die ze ‘in hun eigen woorden’ navertellen in een Word-document. Dat is nagenoeg exact wat ChatGPT heeft leren doen. De vrees dat robots ons schrijfwerk overnemen komt doordat mensen zijn gaan schrijven als robots.
Microsoft Outlook trakteerde e-mailgebruikers jaren geleden al op slimme ‘voorgestelde antwoorden’. In plaats van zelf iets te formuleren, volstond je met één muisklik op ‘natuurlijk’, ‘ik ga het regelen’ of ‘ik kom erop terug’. Is dat erg? Moeten we in plaats hiervan deze woorden met vulpen op handgeschept papier schrijven en versturen per post? Dat niet, maar dit automatiseren zorgt wel voor een wildgroei aan stijve cliché-taal, die ook ons denken harkerig maakt.
George Orwell beschreef dat genadeloos in zijn essay Politics and the English language (1946). Gemakzuchtig schrijven leidde volgens hem tot gemakzuchtig denken. „Proza bestaat steeds minder uit woorden die omwille van hun betekenis zijn gekozen, en steeds meer uit zinnen die aan elkaar zijn geplakt als de delen van een geprefabriceerd kippenhok.”
Vooral politici bezondigen zich eraan, volgens Orwell: vage formuleringen, pasklaar, ogenschijnlijk deskundig jargon, versleten metaforen (‘in troebel water vissen’, ‘in de hand werken’). Inmiddels kan 90 procent van wat politici zeggen en schrijven als illustratie van Orwells bewering dienen. ‘Er zijn verbeteringen nodig op een aantal grote processen’, ‘in gesprek gaan met de samenleving’, ‘in de kaart spelen’. Het is een doodvermoeiende verbositeit, een wildgroei aan gebabbel in een en hetzelfde register.
Tekstrobots excelleren daarin. Ze vergaren razendsnel bestaande, voorgevormde frasen en rangschikken die naar de regels van de grammatica. Ze zijn de onvermoeibare timmermannen van talige kippenhokken. Als dit ons beeld is van taalvaardigheid, dan is kunstmatige intelligentie niets minder dan een verwoestende komeet die ons nadert.
De notitieboekjes van Joan Didion
Gelukkig gaat schrijven om veel meer. In een van haar iconische essays uit de jaren zestig onderzocht de legendarische Amerikaanse essayiste Joan Didion (1934-2021) waarom ze van jongs af aan al in notitieboekjes schrijft. Hoewel ze verwachtte hier later iets uit te kunnen gebruiken, bleek het in de praktijk vooral nuttig om zichzelf aan specifieke situaties te herinneren, zoals foto’s dat doen. „Zo voelde ik dat toen: hiermee komen we in de buurt van waar het bij een notitieboekje om draait.” In On Keeping a Notebook (1968) stelt ze dat die boekjes een gevoel van heelheid en coherentie geven, door een „goede verstandhouding’ te onderhouden met ons ‘vroegere zelf’.”
Bijna had ik een bod gedaan op een stapeltje van haar notitieboekjes. Afgelopen najaar werden er spullen geveild, waaronder dertien onbeschreven boekjes, in allerlei formaten, met een koordje samengebonden.
Uiteindelijk gingen ze weg voor 9.000 dollar. Wat zou de eigenaar ermee doen? Zijn het koffietafelboeken geworden, om te pochen tegenover de visite? Maar als ik ze bemachtigd had, had ik dan de onterende overmoed gehad om er ook maar één zin in te schrijven?
Het mooie van notitieboekjes is juist het achteloze, het schetsmatige dat je behoedt voor kramp, zodat je zonder pretentie invallen en observaties kunt vastleggen. Didion stelt: „Neem zo veel mogelijk in ogenschouw en schrijf het op, hou ik mezelf voor, en als er dan ooit een dag aanbreekt waarop de wereld zijn magie lijkt te hebben verloren, een dag waarop ik alleen nog maar werktuiglijk zit te doen wat er van me verwacht wordt, namelijk schrijven, op die waardeloze dag kan ik dan gewoon mijn boekje openslaan, en dan is het er allemaal weer, als een vergeten bankrekening mét rente.” (vertaling: Koos Mebius).
Het handmatig vormen van letters brengt je tot het soort concentratie dat elk fysiek handwerk geeft. En het dwingt je tot coherentie. Het notitieboekje is een convergerende lens die alle denkchaos bundelt in één brandpunt, één lijn van taal, één tekst waarin je, als in een steigerconstructie, opklimt naar een ruimer uitzicht. In Why I write zegt Didion: „Ik schrijf alleen maar om uit te vinden wat ik denk, waar ik naar kijk, wat ik zie en wat dat betekent.”
ChatGPT denkt niet, heeft geen innerlijk dat ervaart en kan daarom ook geen oorspronkelijke, eigen gedachtengang ontwikkelen, en heeft evenmin een brandend verlangen om de wereld te doorgronden. Het doorzoekt en combineert, en produceert iets wat alleen de oppervlakkige schijn van menselijkheid heeft.
Al het gereedschap om zelf te schrijven vormt een medicijnkastje tegen al die geestdodendheid en handmatig schrijven is hierin het krachtigste panacee.
Mijn zoon (13) leerde nog schrijven in verbonden schuinschrift. Mijn dochter (11) moest dat een paar jaar later inruilen voor ‘blokschrift’, vanuit de filosofie dat handschriften in de toekomst toch steeds minder belangrijk zijn. Zelfs deze Montessori-basisschool, met ‘schrijfdansen’ voor de kleuters en ‘zintuiglijk materiaal’ als heilige rekwisieten, zwichtte voor het ‘blokschrift’ van losse letters. Makkelijker aan te leren, naar het schijnt, en je staat meteen voorgesorteerd voor de digitale snelweg.
Een site met Montessoriwerkjes stelt zelfs: „Als Maria Montessori in deze tijd zou leven, zou zij misschien ook wel gekozen hebben voor blokschrift.” Maar het AD liet in februari dit jaar universitaire experts aan het woord die dit „een kleine ramp” noemen. Als je kinderen vóór hun tiende losse letters leert, kunnen ze die niet goed „plaatsen”, en vliegen ze „als pepernoten over het papier”.
Paard en wagen
Het gevaar is dat ik, pen- en papierdweper, overkom als iemand die actievoert voor de terugkeer van paard en wagen. Weg met het internet! Maar ik denk dat het meer een kwestie van noodzakelijke balans is. Het is zinloos en onnodig om AI-schrijfsoftware uit te bannen, maar als we ons bewust worden van dit eenzijdige beeld van ‘taalvaardigheid’, begrijpen we ook de noodzaak om die andere, verwaarloosde kant te versterken.
Maar hoe verslingerd ik ook ben aan notitieboekjes, ik zou niet graag willen zonder wonder Google Keep, de digitale memoblaadjes-app, doorzoekbaar. Opgevangen zinnetjes op straat, bij Didion nog willekeurig verstrooid over verschillende boekjes en pagina’s, zet ik hier keurig onder één label. Sommige zijn op zichzelf al haast een compleet verhaal. („Zo snel al? Met iemand die z’n dochter had kunnen zijn!”).
Mij gaat het om de wisselwerking tussen papier en digitaal, tussen mijn linker- en rechterjaszak, tussen al die verschillende media en hulpmiddelen, met voldoende suddertijd tussen de afzonderlijke fasen in, zodat het onbewuste de ruimte krijgt om zijn onverwachte zegje te doen.
In het schrijfonderwijs en de alledaagse praktijk zou de worsteling niet moeten gaan tussen het een of het ander, maar op zoek moeten zijn naar de juiste balans. In plaats van de hulpeloze oproepen om een rem op kunstmatige intelligentie kun je het ook toejuichen om meer energie te steken in de organische, menselijke kant, zodat die er gelijke tred mee houdt. Dat is een doorgaand gevecht, wat je niet wint door te doen alsof er maar één kamp is of hoort te zijn.
Er is niets mis met het aanklikken van ‘ik kom erop terug’, als je tegelijkertijd ook leert een persoonlijke felicitatie of condoleance te formuleren. Klik gerust op ‘yep, doe ik!’ maar benut de daardoor vrijgekomen tijd meteen aan een secuur verwoorde observatie, met pen en papier, buiten op straat. Zie je iemand hetzelfde doen, vermijd elkaars blikken dan niet, maar knik naar elkaar. Dat deed ik ook naar die jonge schrijfgenoot in Mulhouse. We waren niet ziek, we versterken juist onze mentale gezondheid.
1 note
·
View note
Photo
Posted @withregram • @kunstuitleen Maak kennis met onze kunstenaar van de maand! Woven wallhanging now available @kunstuitleen, seen alongside mixed media work on canvas inspired by Vlietland (Herenstraat 92, Voorburg, throughout May Tues-Sat 10.00-17.00; https://www.sbkvoorburg.nl). . In een grijs verleden studeerde ze scheikunde in Engeland, maar nu is ze al jaren fulltime kunstenaar. Veronica Pock maakt weefsels voor aan de wand, sjaals en kussens. Toch zijn tekenen en schilderen steeds de basis van haar werk. Ze gaat eerst met gemengde technieken op het platte vlak experimenten. Dat werk afwisselend abstract en figuratief. De textuur van het oppervlak en de kleur worden de basis voor de sfeer die ze met haar weefsels wil creëren. Voor haar meest recente werk was Vlietland een grote inspiratiebron. Alle schilderijen zijn te koop, maar ook te leen! #kunstenaaraanhetwoord #vlietlanden #vlietlandalsinspiratie #veronicapock #kunstenaarvandemaand #kunstuitleen #kunstuitleenvoorburg #gemeentelv #kunstinhuis #werkaandemuur #mixedmediaart #abstractart #landscapepainting #localgallery #kunstuitleenvoorburg #shoplocal #handwoveninteriortextiles #contemporarycraft #artist #fibreart #weaversofinstagram #luxuryhandwoventextiles #handwovencushion #contemporaryart #contemporarywovenart #interiordesign #luxurycushion #objectsofdesire #artforinteriors https://www.instagram.com/p/CO5aYs-JjM4/?igshid=4gqanrchjpph
#kunstenaaraanhetwoord#vlietlanden#vlietlandalsinspiratie#veronicapock#kunstenaarvandemaand#kunstuitleen#kunstuitleenvoorburg#gemeentelv#kunstinhuis#werkaandemuur#mixedmediaart#abstractart#landscapepainting#localgallery#shoplocal#handwoveninteriortextiles#contemporarycraft#artist#fibreart#weaversofinstagram#luxuryhandwoventextiles#handwovencushion#contemporaryart#contemporarywovenart#interiordesign#luxurycushion#objectsofdesire#artforinteriors
3 notes
·
View notes
Text
Moestuin ...
Woensdag 8 april 2020
Dit wordt een echte moestuin-blog! Want dat is wat wij nu volop doen natuurlijk … zaaien en planten, voorzaaien en onkruid weghalen!
Potverdorie, er staat nog niet eens iets eetbaars voor hen … maar daar is de eerste coloradokever al. Nu deze kan het alvast vergeten … dood moet hij, voor hij de kans krijgt eitjes te leggen. Oeps, dan moe ik zeker ‘zij’ zeggen … Vertel op … waar zijn je familieleden!!!!! Gelukkig bleef het vandaag bij één enkel ‘moedig’ exemplaar.
Elke dag werken we iets verder af. De patatjes zitten allemaal de grond in en ook de uien kregen een plekje. De eerste reeks erwtjes en spinazie is intussen lekker aan het groeien. De tweede reeks zit klaar om te kiemen. En ook de wortelgewassen zijn nu gezaaid. Radijzen, bietjes, raapjes en wortelen. We dekken het rijtje telkens af met wat potgrond. Dat geeft ze een mooie start, maar vooral is het makkelijk bij het wieden voor de plantjes bovengronds staan.
Soms besluiten we onze moestuin dag met een klim naar het bankje boven in de boomgaard. Van daar hebben we een mooi overzicht over de moestuin zoals die nu is. We zijn best fier op ons werk. Nu de tuinhulpen niet mogen komen door dat hele coronagedoe, is het voor ons wel eventjes flink aanpoten. Maar we doen het samen en het lukt wel! We vinden het fijn om te zien hoes trak alles er bij ligt!
Boven op dat bankje is het echt genieten. De honden zetten het ‘project Australië’ verder … de kuilen worden steeds dieper. Ze wisselen elkaar af. Wanneer er eentje met een ‘platte batterij’ zit en het graven opgeeft, is er altijd wel een ander die het even overneemt. Het zand stuift soms letterlijk in het rond!
Maar dan … zijn ze plots erg alert. Alle neuzen in dezelfde richting. Wat is er te zien? Ja nu zie ik het ook … een jong hertje dartelt over de weide naar beneden … en verstopt zich, vlak bij de huizen, in het struikgewas. Daar blijft het een tijdje roerloos staan. Zo stil dat ik begin te twijfelen of het geen boomstronk is dat ik voor een hertje hou. Kan jij het vinden in dit zoekplaatje?
Plots huppelt het weer vrolijk weg richting bosrand. De interesse bij de hondjes deemstert weg. Enkel Zohra blijft stilletjes hopen dat het nog terug zal komen … De aanhouder wint … niet altijd !
Het zicht op de velden en bos van op ons bankje is elk seizoen weer anders. Nu zijn er alvast 50 tinten groen te bespeuren … Wij krijgen er maar niet genoeg van. Tot de ondergaande zon ons genoodzaakt naar beneden terug te keren.
Maar ook beneden is het nog nagenieten. De kerselaar staat nu volop in bloei. Er is voorlopig geen nachtvorst in zicht, dus dat komt helemaal goed met de kersenoogst. Wanneer je er onderdoor loopt, hoor je het zoemen van de bijtjes. Doe maar goed jullie best … geniet van de nectar en bestuif intussen al de bloemetjes!
En de kriekenbomen die net voor het huis staan, tooien zich ook met een hagelwitte bloesem die zo mooi aftekent tegen de staalblauwe lucht!
O ja, de ooievaars zijn toegekomen en drukdoende hun nesten in orde te brengen …. Het geklapper van de snavels is overal te horen!
Nog even op de tanden bijten in deze coronatijden … we komen er wel doorheen … hou het gezoen allemaal!
4 notes
·
View notes
Text
OEFENINGEN OM DE SPIERMASSA TE VERHOGEN (III)
De beste oefeningen om de spiermassa te vergroten (Deel 3: Bench Press)
We gaan verder met het derde deel van deze serie artikelen dat ik wilde wijden aan de beste oefeningen om de spiermassa te vergroten. Bij deze gelegenheid hebben we die voor het onderlichaam achtergelaten, om plaats te maken voor het beste voor het bovenlichaam.
Als u de eerste twee artikelen niet hebt gelezen, raad ik u aan dit wel te doen, omdat u zeker enkele gegevens zult ontdekken die u niet wist over de belangrijkste basis- of meervoudige gewrichtsoefeningen gericht op training van het onderlichaam:
? De beste oefeningen om de spiermassa te vergroten (1e deel: squats of squats) .
? De beste oefeningen om de spiermassa te vergroten (2e deel: deadlifts).
In dit artikel zal ik me concentreren op de bankdrukken (mogelijk de meest geliefde oefening door sportschoolgebruikers) en enkele van zijn verschillende varianten.
ANATOMISCHE EN FYSIOLOGISCHE BETROKKENHEID.
Dit is de 'koning'-oefening voor de extensor-spieren van het bovenlichaam, aangezien het spieren zoals de borstspier (de hoofd- of agonist), de claviculaire deltaspier, de triceps brachii en zelfs de anterieure serratus omvat.
We weten dat de pectoralis major bestaat uit drie porties of bundels, die hun naam krijgen, afhankelijk van het bot, botgedeelte of lichaamsgebied waarop ze zich bevinden, ingebracht of ontstaan ??(namelijk: superieur gedeelte of sleutelbeenbundel, midden of borstbeen) gedeelte, en onderste of rib of buikgedeelte). In de volgende afbeelding zien we de indeling van deze delen:
Bij de bankdrukken zijn de belangrijkste gewrichten van het bovenlichaam betrokken, dat wil zeggen: de humerus-radius-ulnar (elleboog) en de scapulo-humerus (schouder).
Gericht op het specifieke werk van de pectoralis major, moet worden opgemerkt dat de hoofdlocatie tijdens deze oefening zich bevindt op de sternale en abdominale delen, wat veel auteurs sterno-costale bundel noemen, ongeveer 66% tegen de resterende 34% die zou terugvallen op de claviculaire straal, 100% van de borstbetrokkenheid. Deze cijfers zijn echter berekend op basis van door Hern gepubliceerde elektromyografische onderzoekenández, Gª Onder meer Manso en Tous zouden in 2001 aanzienlijk toenemen met een strakkere grip dan normaal.
Mogelijk bent u geinteresseerd: Online Personal Training Course.
TECHNIEK.
Voor deze oefening gebruiken we een bar en schijven (bij voorkeur Olympische), met hun respectievelijke stops, klemmen of "kragen", en een speciale bank voor deze oefening ( fig. 02 ). Degenen onder jullie die beginnen, kunnen het op een Smith-machine doen (onthoud dat dit de beroemde multipower is , fig. 03 ), het plaatsen van een hulpbank (Afb.04 ) in het midden of op een andere soortgelijke machine.
Om een ??correcte bankdrukken uit te voeren, raad ik u aan deze richtlijnen te volgen:
Startpositie:
? Liggend (met de voorkant naar boven) op de bank liggen.
? De voeten op de bank of op een daarvoor ontworpen oppervlak (knieen gebogen, logisch). Ze kunnen op de grond worden ondersteund, omdat dit meer stabiliteit biedt en daarom de mogelijkheid om meer gewicht op te heffen, maar met het nadeel dat we bij het neerlaten van de voeten, als de bank erg hoog is, hyperlordose (overmatige concaafheid) zullen veroorzaken lumbale en grotere druk op dit gebied bij het tillen van dat gewicht. Daarom is de eerste optie de veiligste voor de lumbale wervelkolom.
? Het hoofd moet goed worden ondersteund op de bank en de ogen moeten in een rechte lijn onder de stang liggen.
? De schouderbladen moeten teruggetrokken zijn, dat wil zeggen proberen ze tegen de wervelkolom bij elkaar te brengen, waardoor de borst naar boven steekt. Dit geeft ons meer bewegingsvrijheid, het vermogen om meer gewicht te verplaatsen en vermindert het risico op letsel, vooral in het scapulo-humerusgewricht. In de volgende afbeelding kunnen we zien wat ik bedoel:
? We grijpen de stang met een scheiding van de handen van ongeveer een spanwijdte (min of meer, afhankelijk van de breedte van elk) van het buitenste punt van het laterale deel van de deltaspier, naar buiten. Zoals altijd een "grijper" grip wordt aanbevolen.
Beweging:
? Excentrieke fase: we zullen de stang van de steunen verwijderen en verticaal neerlaten zodat de handen altijd boven de schouders zijn en de ellebogen naar de grond wijzen. De afdaling zal plaatsvinden totdat de balk slechts enkele centimeters verwijderd is van de middellijn van de borstspier (iets boven de lijn van de tepels) of ze lichtjes aanraakt, zonder ze te stuiteren. Tijdens deze fase zullen we inspireren.
? Concentrische fase: van onderen zullen we de lat hoger leggen tot bijna de maximale extensie van de armen (ellebogen licht gebogen) en we zullen de neerwaartse beweging herstarten. Gedurende deze fase zullen we uitademen.
Halter variant.
Als we om wat voor reden dan ook geen Olympische bar hebben (of in ieder geval een niet-Olympische straight), of als we het type weerstand willen varieren, hebben we de mogelijkheid om de bankdrukken met dumbbells te doen ( fig. 07 ). Deze variant stelt ons in staat om een ??convergente of "driehoek" beweging (van buiten naar binnen), met respect voor de biomechanica van de beweging.
Natuurlijk, omdat het een van de oefeningen is waarbij we de stabiliteit van de balk verliezen, zullen we de set van de bovenste ledematen in grotere mate moeten activeren om een ??maximale stabilisatie te bereiken. Dit betekent dat we niet dezelfde belasting kunnen verplaatsen als bij de originele barbell bench press.
De techniek varieert ook, zoals ik eerder heb aangegeven, waarbij een convergerende beweging plaatsvindt waarbij de halters beginnen vanaf de hoogte van de schouders en, terwijl ze stijgen in de concentrische fase, naderen in een driehoek, totdat ze elkaar bijna raken (je hebt om schokken te voorkomen, hoe klein ze ook zijn).
Mogelijk bent u geinteresseerd: Online Personal Training Course.
Varianten voor beginners.
Er is een grote verscheidenheid aan geleide machines die u, degenen die beginnen in de wereld van fitness of bodybuilding, kunnen helpen om op een zeer vergelijkbare manier te werken als de bankdrukken, maar met meer veiligheid, gemak en de mogelijkheid om lagere belastingen (zelfs minder dan het minimum om te bewegen in een Smith-machine, bijvoorbeeld die van de geleide balk zelf). Het kunnen varianten zijn in zitten (zitten) of in een liggende houding (liggend naar boven), convergent of vast pad, met schijven, platen, enz. In de volgende afbeeldingen zien we enkele varianten:
DE PERSEN VAN BANCA HELLING EN AFWIJKING.
Uitgaande van de originele bankdrukken (plat of horizontaal), zijn er andere varianten, afhankelijk van of we een grotere impact willen hebben op een of ander deel van de pectoralis major of dat is tenminste wat we geloven ...
De hellingpers (Afb.12) wordt precies hetzelfde uitgevoerd als de originele platte pers, hoewel op een bank met een helling die meestal rond de 30 isº-40º (er zijn meningen voor alle smaken) en het verlagen van de lat op het pectorale claviculaire gedeelte.
Aan de andere kant wordt de bank waarop de geweigerde pers wordt uitgevoerd, uitgevoerd (Afb.13) , heeft een helling rond -10º (of een declinatie van 10º, zoals u liever uitdrukt) en de balk daalt tot het praktisch het buikgedeelte van de borstspier raakt.
Sinds mensenheugenis is de helling (of "bovenste") bankdrukken is geassocieerd met een grotere betrokkenheid van de sleutelbeenbundel en daalde met de speciale rekrutering van buik- of ribvezels.
Het duurde echter tot 1995 voordat Barnett, Kippers en Turner, in een studie gepubliceerd in het Journal of Strength and Conditioning Research, zeiden dat bankdrukken oefeningen meer voordelen opleveren voor het buikgedeelte van de borstspier dan de pers zelf afnam. Bovendien concludeerden ze dat de hellingspers slechts een beetje meer activering veroorzaakt dan de platte pers, of zelfs de afgewezen pers.
Als we in gedachten houden dat wanneer we de bank hellen bij het uitvoeren van een pers, de synergetische spieren van de borstspier belangrijk worden bij de extensiebeweging (met name claviculaire deltaspier en brachiale triceps), kunnen we bevestigen dat de pectorale betrokkenheid afneemt. Als we hieraan de bevestiging van de vorige paragraaf toevoegen, zullen we begrijpen dat het de vlakke bankdrukken is die de overhand zou moeten hebben bij onze borsttrainingen.
Terug naar de studies van Hernández, Gª Manso, Tous, enz., In 2001 is het de moeite waard om iets merkwaardigs op te merken: het is de dalende pers (specifiek tot 9º) die, hoewel in geringe mate, betere resultaten oplevert voor de pectoralis major, zowel in zijn geheel als gescheiden door delen (claviculair en sternokostaal specifiek) dan de platte bankpers zelf, vooral als deze wordt uitgevoerd met een gesloten grip ( schouder breedte).
Maar hier is een 'maar': we weten dat hoe strakker de grip, hoe meer de triceps brachii erbij betrokken zijn, daarom is het mogelijk dat deze synergetische spier van de borstspier major sneller uitgeput zal raken en de training zal beperken.
Aan de andere kant gebeurt er in de geweigerde pers iets waar niet veel mensen rekening mee houden: omdat de positie van het hoofd in een vlak lager dan de romp ligt, neemt de druk van de schedelvaten toe (Willmore en Costill, 2007; Isidro, Heredia, Pinsach en Costa, 2014), wordt een van de oefeningen met enig gevaar, vooral voor mensen met hoge bloeddruk. Op zichzelf verhoogt de inspanning zelf de intracraniale druk, vooral als de fout wordt gemaakt bij het maken van een Valsalva-manoeuvre (min of meer is het om je adem in te houden); Als we daaraan toevoegen de afgenomen positie van het lichaam, wordt de afgenomen bankdrukken naar mijn mening een van de gevaarlijke oefeningen die ik gewoonlijk niet aanbeveel.
Uiteraard kunnen beide oefeningen met alternatief materiaal worden uitgevoerd, zoals we bij de originele bankdrukken hebben gezien. In de volgende afbeeldingen zien we de haltervarianten:
Voor alle in dit artikel beschreven, concludeer ik dat, zonder twijfel voor mij (en voor nog veel meer trainers), de flat bench press de meest geschikte optie is om onze borst te werken.
Juan Francisco Marco Satorre
Professor in hoge prestaties
1 note
·
View note
Text
Vrijdag 30 augustus - 209 km op de fiets van Enschede naar Enkhuizen, via Schokland en Urk.
Kort na het helder worden doorbrak de opkomende zon de laaghangende mist. De in de verte voorbij komende treinen leken schimmige flitsen, en er passeerden bij het vorderden van de kilometers steeds meer. De dag begon tempo te krijgen. Of wellicht niet. Misschien was je wel getroffen door een ingrijpende gebeurtenis. Dusdanig nieuws dat het elke vezel in je lichaam verlamt. Je gaat voort, maar in feite sta je stil. Stil bij de gedachte aan de passanten in de voortracende treinen en/of voorbijgangers die je op straat tegenkomt. En één ieder met zijn eigen doel en bagage.
Tal van dichters schreven “het leven is een vreemde reis”. Een overtuiging die ik deel. Vaak mooi en soms heel wreed.
Nog maar kort voordat ik aan deze fietstocht begon ervoer ik van een onheil dat iemand die ik graag mag, overkomen is, vandaar dit bijzondere begin van dit verslag.
Ik zou naar zee gaan. Naar de oude Zuiderzee. Een tocht door Overijssel, voorbij Kampen, waar het op oude kaarten lijkt of je aan het einde van de wereld gekomen bent. Met de daar in die voormalige gevaarlijke zee gelegen eilanden Schokland en Urk. Halverwege de ochtend verder westwaarts merkte ik dat de wind aanwakkerde. De IJssel naderde. Na het dorpje Windesheim gepasseerd te hebben, waar idylissche huisjes met gave rode dakpannen, luiken en bloemen staan, klom ik de dijk op. De rivier was rustig, het weer zomers, maar aangenaam. Via de spoorburg ten zuiden van Zwolle kwam ik aan de andere kant, om vervolgens hellend een autosnelweg over te moeten. Een nieuwe dijk bood uitzicht op grote oude kerken in het lage land. Via Zalk, het altijd bezoekenswaardige Kampen en het Kampereiland, bereikte ik na het middaguur de polder. Op naar Schokland. Een voormalig eiland dat in 1859 ontruimd is. In maart van dat jaar werd via aanplakbiljetten bij het gemeentehuis bekend gemaakt dat één ieder van de 650 bewoners hun huizen binnen vier maanden verlaten moest. Het was de armste gemeente van Nederland, een watersnoodramp kwam vaak voor en natuurlijk was er veel inteelt.
Een correspondent van het Algemeen Handelsblad schreef in augustus 1859 het volgende: “dezer dagen het eiland Schokland bezoekende zag ik met weemoed de ledige plekken der voormalige visschers-woningen. Wat echter het meest trof, was het gezigt der ledig staande godsgebouwen en scholen met de leeraren en onderwijzers, welke laatsten, even als de geneesheer, doelloos op dit eiland rondwaarden, reikhalzend uitziende naar hunne verdere bestemming.”
Nog maar een paar kilometers in het nieuwe land betreden te hebben, fiets je ‘alweer’ op oud land, met een toch ook wel opmerkelijke geschiedenis. Rond Schokland was destijds druk scheepverkeer, het eiland werd veel bezocht en dat met de nodige reuring. Na Nagele doorkruist te hebben, een dorp dat in de jaren ‘50 gebouwd is, en waar de gebouwen alleen platte daken hebben, beland ik opnieuw op een voormalig eiland. Urk. Ik geraak eer ik uitzicht heb op de zee, eerst de tel kwijt, hoeveel kerkgebouwen telt deze plaats wel niet? Om de drie straten passeer je er wel één. Het mooiste staat echter vlak bij het water. Een klein oud kerkje, nog uit de tijd dat Urk in bezat was van de stad Amsterdam, vanwege de strategische ligging in de Zuiderzee. Prachtig zijn de godshuizen toch, waar houten modellen schepen boven de kerkgangers hangen. Vaak tref je dit niet aan, maar wel op voormalige eilanden. Op Marken heb ik het ook gezien. Het kerkje uitkomende heb je meteen zicht op het standbeeld van de Urkervrouw, een vissersvrouw, wachtende op haar man en zonen, die wellicht nooit meer terugkomen. Genomen door de zee. Velen zijn dit noodlot overkomen, getuige de naamsborden met overledenen. Wat een dag wel niet aan geschiedenis kan bevatten. Voordat ik uit Urk vertrek is heb ik nog even uitzicht op het water, waar de zon op femoniale wijze de zee laat verzilveren. Nog even een straatje door, geplaveid met visnetten omringd door huizen bij een scheepswerf.
Voordat mijn première gaat beginnen, om te fietsen over de dijk tussen Lelystad en Enkhuizen, heb ik nog ruim 30 kilometer voor de boeg.
Fietsen door de polder...ik heb er nooit veel aangevonden. Maar éénmaal over de ketelbrug, hetgeen wel weer fantastisch is om daarover te fietsen, en ik in Flevoland ben geraakt doet mij beseffen, dat de ene polder de andere niet is.
Eigenlijk viel de Noordoostpolder mij best mee. Vooral van de schuren bij de boerderijen was ik gebiologeerd. De bouwsels deden denken of ik in de oude DDR was. Plattenbau in de polder. Allemaal argrarische gebouwen bestaande uit beton. De verklaring blijkt dat de Noordoostpolder die tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeleverd is, niet bebouwd kon worden met boerenbedrijven van stenen, omdat zo kort na de oorlog daar een zwaar gebrek aan was.
Flevoland daarentegen, en jonger van datum, heeft dat niet. Er rest je niet anders om dan maar over de kaarsrechte wegen de strijd aan te gaan tegen de wind en saai landschap. Toch ook daar komt een eind aan. De verschillen zijn, blijken aan het begin van de avond als ik na Lelystad gepasseerd te hebben, de dijk op naar Enkhuizen, groot. Het is hier puur genieten. Ik ben helemaal alleen op de weg, de wind door mijn haren, de zon op mijn lijf, met aan weerskanten de zee. De schoonheid van een land in optima forma blijkt, want nergens op de wereld kun je op zee fietsen. De vogels voor mij doen aan ballet. Hun choreografie bestaat uit hoogtewerk en sprongen.
Aan de horizon ligt Enkhuizen, de ooit zeer machtige handelsstad met de oude stadspoorten, ligt uitnodigend te wachten. Tegenover de haven ligt het Snouck van Loosen Park, de entrees van de huizen met schuine daken is bezaaid met kiezelstenen en waar rozen de muren bedekken. Ach hier zou je ook wel willen vertoeven, om je terug te trekken met al je gedachten, hetzij op verdrietige en goede dagen.
#fiets#fietsen#urk#enkhuizen#noordoostpolder#schokland#kampen#1859#algemeen handelsblad#fietstocht#overijssel#windesheim#eiland
1 note
·
View note
Photo
Girl in a White Kimono | George Hendrik Breitner | 1894 | Rijksmuseum, Amsterdam
“Inspired by Japanese prints, between 1893 and 1896 Breitner made thirteen paintings of a girl in a kimono. She assumes different poses and the kimono often has a different colour. What catches the eye here is the embroidered, white silk kimono with red-trimmed sleeves and an orange sash. The dreamy girl is sixteenyear-old Geesje Kwak, a seamstress and one of Breitner’s regular models.”
The description from George Hendrick Breitner’s exhibition in Singer Laren Museum - Spring 2024:
“Girl in a white kimono is part of a series in which Breitner experimented with the most basic elements of painting: colour and contrast arranged on the flat plane of the canvas. To avoid drawing attention away from the kimono, Breitner even went so far as to exchange his usual visible brushwork for a more refined style. In 1894, this approach prompted a journalist do declare: “This is no longer impressionism; Breitner could, from this point, be called something like a “colourist” or even “pigmentist“.”
The same in Dutch:
“Meisje in witte kimono behoort tot een serie waarin Breitner experimenteert met de basis van de schilderkunst: kleur en contrast op het platte vlak van het doek. Om de aandacht niet af te leiden van de kimono. verruilt Breitner zelfs zijn zichtbare schilderstijl in voor een gedetailleerdere werkwijze. Deze benadering ontlokt een journalist in 1894 de woorden: “dit is geen impressionisme meer; Breitner zou in het vervolg b.v. colorist of zelfs pigmentist kunnen heten.“
#george hendrik breitner#rijksmuseum#colourist#Girl in a White Kimono#netherlands#The Netherlands#holland#Amsterdam#singer#laren#singer laren#impressionism#art nouveau#tentoonstelling#exhibition
9 notes
·
View notes
Text
Een zandsteen met plantenresten
Zandsteen met een platte slijkgaper.
Onlangs vond ik op de zandmotor een plaatseigen (althans daar ga ik van uit) zandsteen met daarin de fossiele resten van een platte slijkgaper (Scrobicularia plana). Omdat het een doublet in natuurlijke positie betreft ga ik er van uit dat het fossiel daar is gevormd waar het huisde vlak voordat het weekdier het leven liet: zo’n dertig centimeter diep in het slijk van een voormalige wadachtige kuststrook. Wanneer, dat is een op basis van de schelp niet te zeggen, de platte slijkgaper komt hier al vanaf het Vroeg Pleistoceen voor, maar op basis van de steen en vindplaats wel te schatten. Tenminste dat meen ik.
Limoniet aan een kant van de steen.
Een kant van de steen bestaat uit limoniet ofwel ijzeroer. Het ijzeroer dat we op de Zandmotor vinden is ontstaan vlak nadat het Pleistoceen overging in het Holoceen, zo’n tienduizend jaar geleden.
Van het iets grovere doorgaand blauwgrijs gekleurde plaatseigen zandsteen dat we regelmatig op de zandmotor vinden, wordt gesteld dat het tijdens het Atlanticum is gevormd. Ik schat zo dat deze steen dus ergens tussen de tienduizend en achtduizend jaar oud is.
Diverse plantaardige insluitsels.
Wat de steen extra interessant maakt, is dat er stukjes plantaardig materiaal in zitten die nog niet zijn gemineraliseerd. Iets dat we ook vaak zien bij het verijzerde hout dat op de zandmotor te vinden is.
Aan de hand van deze stukjes moet het mogelijk zijn middels c14-datering de exacte ouderdom van het gesteente te bepalen. Maar omdat dat te kostbaar is, moet u het toch doen met mijn schatting.
#zandmotor#limoniet#ijzeroer#Scrobicularia plana#platte slijkgaper#zandsteen#fossil#fossiel#natuur#stone
3 notes
·
View notes
Photo
Wat? Madame Cezanne in rode fauteuil (ca. 1877), Madame Cezanne in gele stoel (1888-90), Portret van de zoon van de kunstenaar (1880) en Portret van de zoon van de kunstenaar (1881-82) door Paul Cezanne
Waar? Tentoonstelling Cezanne in Tate Modern, Londen
Wanneer? 7 januari 2023
Cezanne ontmoette Marie-Hortense Fiquet in 1869. Tegen alle conventies in trok Fiquet bij de schilder in. Hoewel ze pas in 1886 daadwerkelijk n het huwelijk traden, stond zij bekend als ‘Madame Cezanne’. Ze was zijn populairste model en er zijn 29 portretten van haar bekend. Bij deze portretten probeert Cezanne niet een zo goed mogelijke gelijkenis na te streven. Ook wil hij niet het karakter van de geportretteerde uitdrukken. Hij probeert de geportretteerde door gebruik van kleur vorm te geven in het platte vlak.
Op deze tentoonstelling hangen twee portretten van Paul, zoon van Marie-Hortense Fiquet en Paul Cezanne. Het ene ken ik uit de Orangerie in Parijs, het andere is voor mij volkomen onbekend. Dat tweede portret is ‘onaf’. Gisteren, bij twee portretten van Lucian Freud, besteedde ik al aandacht aan de traditie van het ‘Non finito’ in de kunst. Als ik mag kiezen uit het portret uit de Orangerie of het ‘onaffe’ schilderij uit een particuliere collectie, weet ik het wel! Doordat het niet tot in detail is afgewerkt, ontstond er een fascinerend en spannend werk vol tederheid waarbij het ‘affe’ werk een beetje saai afsteekt.
0 notes
Text
TEKENWERK IN TOTAALBEELD BIJ GALERIE GETEKEND
De kunstenaars nu in Galerie Getekend zijn jagers en verzamelaars. Met het schetsboek in de aanslag en het potlood op scherp ogen zij en sparen beelden rondom. Dat doen kunstenaars, dat zit in hun genen. Aldoor beelden verzamelen om er uitdrukkingen mee te maken wanneer de tijd daar rijp voor is. Wanneer de gedachte bezieling heeft en wordt gevoed door geschetste noteringen. Bij de galerie zie ik de resultaten van het ontdekken en registreren. Marisa Rappard, Clément Fourment en Rob Miles, hun werk is in combinatie te zien tot 3 november, maken echter van velerlei indrukken een totaalbeeld. Een groter geheel met een verscheidenheid aan losse onderdelen en details. De expositie heeft dan ook een verzamelnaam om de lading te dekken: La vue de l'ensemble. Het geeft een overzicht van de verzameling in delen van dit trio kunstenaars. Zij maken geen enkelvoudig beeld, zoals een landschap, een stilleven of een portret dat zijn. Wat zij doen is meerdere inspiraties in een veelvoudige tekening zetten. Er ontstaat als gevolg daarvan een complexe beeltenis om zoveel mogelijk onderdelen op eenzelfde moment te kunnen laten zien.
Atelier, Quai de la Gironde 1, 2024, crayon/ink/paper mosaic, 80 x 80 cm
Rob Miles toont kamers van meerdere kanten, vanuit verschillend perspectief. Een soort van uitgevouwen kubussen die dubbel driedimensionaal in ogenschouw kunnen worden genomen. De ruimte is erin plat geslagen om een totaalbeeld te kunnen weergeven van de inhoud van de kamer. In een cartoonachtige stijl bewegen figuren en materialen zich in het platte vlak door de ruimte. Het zijn veelkleurige impressies om een beweeglijk leven expressief uit te drukken. Verbeelde herinneringen aan wat er zoal is voorgevallen in die ruimte. Een samenraapsel van momenten en handelingen om de lopende tijd in het vertrek vast te leggen, te bewaren als souvenir van wat geweest is. Dat doet de kunstenaar, dat zit in zijn bloed.
Chaekgeori 1, 2022, pastel/black stone/graphite/ink/collage on paper, 143 x 175 cm
De verzameling aan indrukken heeft Clément Fourment in een denkbeeldige boekenkast geborgen of op een mededelingenbord geprikt. In het raamwerk is welhaast ieder vak gevuld met snuisterijen en hebbedingen, memorabilia in de tijd. Symbolen en metaforen voor een overvloed aan bezit. Of een gebrek daaraan wanneer het schap leeg is gebleven. Op het prikbord zijn foto's en afbeeldingen geplakt die zijn interesse in de sterrenkunde verbeelden, zijn aandacht voor geschiedenis. Zonder kleuren in zwart en wit tekent hij heel gedetailleerd een wereld aan beelden, een heelal aan indrukken. Hij plakt ook wel delen in, zodat als het ware een dimensie meer in het platte vlak gebracht is. Dus niet enkel geeft hij zelf beeld, maar gebruikt ook bestaande afbeeldingen om de verbeelding te versterken. Dat doen kunstenaars, jagen en verzamelen om het heilig moeten te bevredigen.
White Light, Broad horizon, 2022, (kleur)potlood/acryl op papier, 240 x 270 cm.
Op haar beurt verwerkt Marisa Rappard structuren in haar composities. Ordeningen die de samenstelling opbouwen. Schijnbaar aan elkaar tegengestelde vormen willekeurig gerangschikt. Echter is het een vertaling van wat de moderne mens dagelijks aan informatie via beeldschermen tot zich krijgt. Om de veelheid te kunnen verwerken wordt deze gefragmenteerd, in delen opgeslagen. De collage aan beeldelementen lijkt in het werk van Rappard als zijn deze op de computer gemaakt. Of althans het voorgeschreven beeld als resultaat na AI de ins en outs te hebben voorgelegd en ondervraagd. Uit dat verhoor komen antwoorden waarmee de kunstenaar verder kan. Dat doet de kunstenaar, zijn of haar omgeving bevragen om de inspiratie te voeden.
Rappard heeft Miles en Fourment bij elkaar gebracht en aan zich verbonden in deze kunstzinnige samenstelling. Hoewel ieders werk aan elkaar verschillend is zag men overeenkomsten in ontroering en verwerking. Het totaalbeeld van de expositie geeft een overzicht van wat kunstenaars zoal mentaal najagen en verzamelen en fysiek speuren en bewaren. Met die collectie aan geestelijke en lichamelijke beelden, die als herinneringen kunnen worden opgeroepen, doet de kunstenaar zijn ding. En dat ding is in dit geval een tekening, die is samen gesteld en opgebouwd in een beeldbank. Een raamwerk of het frame waarbinnen ieder element om aandacht vraagt, waardoor de blik zich niet kan hechten. Wat de voorkeur heeft daar trekken de ogen naartoe, dat is voor iedere toeschouwer persoonlijk anders. Zo blijft de kunst een individuele ervaring, een subjectieve sensatie.
Opvallend levensgroot en manshoog komen de werken in de ruimte op mij toe. Daar tegenover hangen en liggen ter compensatie tekeningen intiem op klein formaat. Zijn de van Frankrijk gekomen Miles en Fourmént vooral in realistische zin aanwezig met herkenbare vormen, evenwel meerdere malen in een immateriële vormgeving gevat. De Nederlandse Rappard uit zich in abstracte composities. De relatie en overeenkomst in de diversiteit kan gelegd worden in de verzameling aan meervoudige indrukken die zijn vastgelegd in een enkelvoudige uitdrukking. Zo maakt de galerie een totaalbeeld van mogelijkheden binnen de kunstvorm tekenen. Dat het lang geleden is dat het tekenen alleen maar werd gezien als schets voor een resultaat. Dat dit tekenen het resultaat is. Dat werken met potlood het beeld kan verfijnen en detailleren. De kunstenaar zit dicht op het werk, de hand vertaald in een vloeiende beweging wat het hoofd bedacht. Dat is wat de kunstenaar doet, denken met de handen.
La vue de l’ensemble. Expositie werk op papier van Marisa Rappard, Clément Fourment en Rob Miles. Bij Galerie Getekend, Stationsstraat 6 in Heerenveen. Tot en met 3 november 2024. [foto's expositie Petra van der Tuin]
0 notes
Photo
Vrijdag 24 februari 2023:
Met oliepastel (vetkrijt) op klein, blauw papier vogels tekenen (min. twee).
1. Vogels schetsen met wit vetkrijt (niet midden op vlak, maar vlak uit, a-symmetrisch of zo). Denk om de compositie.
2. Iets van de achtergrond schetsen.
3. Zo schilderachtig mogelijk uitwerken (met veel lagen, grof/platte kant, eroverheen met punt/tekenen,..). Contrast vasthouden.
0 notes
Note
2, 24, 56, 87
Joepie, vraagjes, dank je!
2. A picture of me:
24. Do you smoke, drink, or take any drugs? Nee, geen enkel van die dingen! Misschien dat ik een keer per jaar ofzoiets eens iets van alcohol drink, maar meestal voel ik me daar eerder niet goed door, dus ik blijf daar meestal wel van weg. Ik ben ook gewoon altijd superbang geweest van verslaafd worden aan substanties, dus ik ben daar (bijna) altijd nogal ver weg van gebleven.
56. Have you ever made a snow angel? Yes! Maar de laatste keer is waarschijnlijk wel zo bijna 10 jaar geleden ondertussen haha
87. Have you ever sat on a roof top? Ik denk niet dat ik ooit echt op een dakdak gezeten heb, maar wel zo, ja, hoe moet ik dat uitleggen, huizen hier hebben wel vaak nog zo ruimtes die uit het algemene huis steken ofzoiets waardoor je wel vaak iets lagere stukken platte daken hebt ofzo? Vroeger zat ik keivaak op het stuk dak vlak bij mijn kamer, dus dat wel.
1 note
·
View note