#oost europa
Explore tagged Tumblr posts
Text
#spooky#halloween#ivy#photography#street#chisinau#eastern europe#babushka#night#citylife#straatfotografie#everybodystreet#whentostoptime#lensculture#oost europa#xiaomi 13 ultra
3 notes
·
View notes
Text
Clara Janés Dicht op Sint-Jans Morgenlicht
bron beeld: laregion.es Morgenlicht van Sint-Jan Blauwe bronnenlanden met verre schittering / het zachste gras strijkt langs ons heen / en de paarden grazen in huwbare weilanden / het ondergrondse water murmelt via mijn vlees / terwijl de zon in de verte zijn vleugels ontvouwt / heffen onze hoofden zich op in het verre heden Uit de nevel duiken ontschorste hellingen op / en dienstdoende pijnbomen…
View On WordPress
#20-ste en 21-ste eeuws#Barcelona#de la Cruz#de Quevedo#dichteres#Koninklijke Spaanse Academie#literatuur#Oost-Europa#poetry events#schrijfster#Spanje#vertaalster#Vladimir Holan
0 notes
Text
Het Zuiden
IJsland heeft maar een hoofdweg de weg nummer 1. Deze loopt helemaal rond. Sommige wegen in het oosten zijn secundaire wegen, maar omdat je die ook kunt nemen en daarmee rond IJsland kan rijden noemen ze deze ook 1. Ik zie het al gebeuren: waar staat u? op weg nummer 1, kunt u zeggen waar precies? Nee natuurlijk niet. Er staan nergens hectometerpaaltjes en de afstanden tussen de dorpen zijn soms 200 km. Daarbij zijn de plaatsnamen niet uit te spreken met die voor ons vreemde letters en accenten. Ook de benzinepompen zijn dun gezaaid, dus goed plannen en vaak tanken als het kan.
De bewegwijzering is ook iets waar je aan moet wennen. Ongeveer 100 meter voor een kruising of afslag wordt aangegeven welk wegnummer naar links of rechts gaat met het volgende plaatsje achter het wegnummer. Als hij verwijst naar een volgende weg, staat dit wegnummer met een stippellijn omrand. Bij de kruising of splitsing zelf, staat geen bord meer, dus je moet onthouden, wegnummer, bestemming en richting. Kan je het nog een beetje volgen? Nou ik ben in het begin vaak 100 meter achteruit gereden, wat hier geen probleem is want er is bijna geen verkeer.
Ijslanders zijn vreemde mensen. Ze hebben vaak een prachtig vrijstaand huis als je van een afstandje kijkt, maar als je dichterbij komt of naar binnen kijkt schrik je je rot. Wel trekt iedereen zijn schoenen uit als ze naar binnen gaan. Ze spreken zonder uitzondering uitstekend engels, wat maar goed is, want IJslands lijkt nergens op. Het schijnt afgeleid te zijn van het Noors, maar die verstaan ze ook niet. Ook alle info die je op borden en folders vind zijn in het Ijslands en Engels, soms in het Duits ook. Vreemd, want de meeste touristen die wij tegenkwamen waren Italianen en Fransen, oh ja en Amerikanen. Verder een enkele Tsjech, een Nederlander een Zuid-Koreaan, een Belg en een Pool. We zijn geen Scandinaviërs tegengekomen en gelukkig ook geen Russen.
De weg die wij nog moeten gaan (lijkt Mieke Telkamp wel), is de zuidelijke 1 van west naar oost. We denken alle speciale Ijsland dingen al gezien te hebben. Nou dus niet. Dat wil zeggen; het landschap veranderd elke kilometer van de 300. Dan rij je tussen met IJslandsmos bedekte lavavelden, dan weer tussen paarse heidevelden, dan weer door een maanlandschap met zwarte heuveltjes in een vlak groen veld, met links imposante bergen zoals je ze alleen in films ziet over de maan of mars of Game of Thrones, misschien zijn die hier wel opgenomen. Dan weer door gele duinen van steen, bizar gewoon, echt.
We passeren de Eyjafjallajökull, je weet toch 2014 legde hij met zijn aswolk al het vliegverkeer plat in Europa. Er is nu een museum langs de weg waar je de vulkaan ziet. Sporen van de uitbarsting zie je duidelijk op de berg, daar heb je geen museum voor nodig. De enige wc waar ze geld vragen staat hier.
We rijden verder langs de enorme gletsjer Vatnajökull. De grootste van IJsland. We doen er dan ook 2 dagen over om er langs te rijden. Ondertussen veranderen de rivieren onder de bruggen, in met ijsblokken gevulde stromen. We gaan een zijweggetje in. Deze bestaat uit gravel en eindigd na vele bochten, putten en heuvels op een enorme parkeerplaats met bussen en auto's. Je kan hier een boottocht met rib's boeken naar de gletsjer. We gaan informeren of we mee kunnen. Er wordt door de CB om assistentie gevraagd, 2 mannen rennen naar buiten, doen zwemvesten om en springen op een quad en scheuren tussen de touristen door weg. Wij zien de paniek op de gezichten van de vrouwen achter de toonbank. I need assistance now, horen we door de CB. Yeah, we on our way; horen we. Dat is wat we weten, wat er gebeurd was werd ons niet duidelijk. De vrouw achter de balie probeerde achteloos door te gaan met haar werk, het verkopen van 12 zitplaatsen op de 7 rib's á 60 euro. Ik heb 1 plek zegt ze om half drie. anders wordt het half zeven voor ik twee plaatsen heb. Iedereen heeft on-line geboekt. Eén is geen. Als jullie hier rond willen lopen, en over een half uur terug willen komen, is er misschien een afzegging. We gaan rondlopen. Als we over de heuvel zijn weten we niet wat we zien. Een prachtig meer met drijvende ijsschotsen. In de verte zien we de Rib's naar de gletsjer varen. Het is hier zo geweldig, dat we besluiten het hierbij te laten en de Ribvaart een mis te geven.
Ook de Puffintour op een open hooiwagen doen we niet, veel te koud. Ik reken uit dat we 250 euro hebben uitgespaard, dat moeten we vieren in het volgende havenstadje met fish en chips, een veel gevraagde hap bij de pizzeria.
Onderweg zien we een brand in de verte. Het blijkt een huurcamper te zijn als we dichterbij komen, Er zijn al veel mensen bij en de hitte is enorm. Als wij passeren staat hij al volledig in lichterlaaie. Het zal je gebeuren op vakantie vreselijk. Een half uur later komt de brandweer ons tegemoet, nou ik denk dat dat een beetje te laat is.
Op een parkeerplaats zien we een ons bekende camper staan. We zagen hem op de boot, op Sandur Pharoer en bij de zeehonden in het noorden. Nu hier dus weer in het oosten. One life live it staat op zijn en haar camper. Zij trekken zich niets aan van campings en staan overal op parkeersplaatsen. Een enorme antenne staat achterop gebouwd met een benzine generator voor stroom. Toen wij de vorige keer elkaar weer zagen gaf hij mij een visitekaartje. Zij zijn Polen en maken radio verslag van hun reis. Op hun website die ik even open, staat een heel reisverslag van hun reis welke overeenkomt met de onze. Alleen houden wij ons wel aan de regels.
2 notes
·
View notes
Text
Salerno
Salerno is waar die Amalfi-kus aan die ooste begin. Ek het gereken hy tel nie want dis n groot hawestad. Maar hy is terselfdertyd ook baie oud en interessant.
Op die berg agter die stad is die ruïnes van die Arechi Kasteel. Ek wou dit baie graag besoek maar dit sluit 'n stappie van 800m die berg op in. En daar is 'n hittegolf...
Ek wou ook graag die botaniese tuin, die 'Minerva Gardens', besoek. Dit is ongelukkig gesluit vir opknapping. Die tuin is in die 18de eeu geskep deur n prominente dokter van die Salerno mediese skool. Hiermee het hy die eerste voorbeeld van n botaniese tuin begin: 'n plek waar hy studente kon leer van die waarde van plante in geneeskunde.
Nog n eerste vir Salerno was die 'Schola Medica Salernitana' - die eerste mediese skool in die wêreld. Dit het in die 9de eeu in 'n klooster tot stand gekom. Dit was uiteindelik tot in die 13de eeu die belangrikste bron van inligting in die mediese veld in die weste van Europa.
Daar is ook eeu-oue ruïnes in die stad- die van 'n 'medieval aqueduct' wat in die 9de eeu gebou is om water aan die klooster in die dorp te voorsien. Die akwaduk is die onderwerp van bygeloof onder die plaaslike bevolking, egter nie n mooi legende nie - moet net nie 'from dusk till dawn' onder die boë deurloop nie!
Hierdie lemoncello-spritz het my 'tipsy' die kerk ingestuur.
Die kerk 'Duomo dei Salerno' se bouwerk het in 1076 begin, dit is heelwat keer verander en later in die tweede wêreldoorlog beskadig. Hy is uiteindelik herstel so na as moontlik aan die vroegste planne wat hulle kon kry. Die kerk is opgedra aan onder andere die apostel Matteus, wie se beendere glo hier bewaar word.
Die voordeure is van koper en uit die Bisantynse tyd (1330-1453). Daar is drie gange in die kerk wat by imposante altare eindig. Uitgrawings van ou kolomme is in die mure oopgelaat om te beskou en daar is oral mosaïk.
Die 'grafte' van Matteus en 'n ander heilige kan in die kelder verdieping besigtig word. Jy stap in 'n ander wêreld in, dis ongelooflik.
Salerno het menigte ou straatjies.
2 notes
·
View notes
Text
“Mijn verleden is een reis van een domme vlinder aan zee”
Alles is heel eenvoudig en ingewikkeld tegelijk, of misschien is het andersom. Het is zondagochtend vroeg, buiten koert een duif, wolken jagen voort, mussen zoeken naar hun dagelijkse voer, de rambler is zijn glorie kwijt, mestgeur komt van de boerderij. Ik ben in Friesland, mijn land van herkomst. We zitten twee weken in het huis van vriendin Froukje in het dorp L. Iedereen kan zich een voorstelling van bovenstaande maken, maar de vragen stapelen zich op. Hoezo krijgen de mussen voer in de zomer? Wat is een 'rambler'? Land van herkomst, maar je bent toch in Indonesië geboren? Of is het Indië? Waarom iets wat eenvoudig is meteen weer ingewikkeld maken?!
Het antwoord op de laatste vraag is: ik lees 'Geboortegrond'* van de Poolse schrijver Czeslaw Milosz (1911-2004), wiens gedichten heel veel voor mij betekenen en die ik vaak herlees. Zo'n beetje alles van hem is vertaald door Gerard Rasch; ik moet dus ook zeggen: de vertalingen van Rasch betekenen heel veel voor mij. Dat dikke boek ligt thuis, en ik mis het, omdat ik nu een heel andere Milosz lees.
Toen ik tweedehands zijn autobiografie vond, verwachtte ik, een beetje naïef, meer te weten te komen over de dichter, maar ik ontmoette de socioloog-historicus-denker. Hij schetst de 20e-eeuwse geschiedenis van het noordelijke Oost-Europa, het gebied dat Rusland, de Baltische staten, Polen en Wit-Rusland beslaat. Zelf is hij in Litouwen geboren, alsof dat zo simpel ligt. Er zijn weinig gebieden op aarde waar grenzen zich zo verschoven als kronkelende rivierbeddingen, waar bevolkingsgroepen en talen zich als olie en water scheidden en of mengden. In die duizelingwekkende tijd en wereld is hij wisselend speelbal, speler en buitenstaander. Het lezen vraagt grote concentratie en is even duizelingwekkend en soms bijna abstract. Milosz' leven valt samen met het Europa in de twintigste eeuw. Maar heel af en toe komt de dichter te voorschijn. Als hij tijdens een bombardement op de grond ligt, boort zijn blik in een steen en twee grassprieten en openbaart zich 'de diepte van de materie' aan hem.
In veel van zijn gedichten voel ik hoe het leven op hem inbeukt, en als hij veel ouder is wat dat leven hem heeft geschonken, geleerd en opgedrongen. In een brief aan vriend A schreef ik hoe lucide en mannelijk 'Geboortegrond' is, en dat zijn gedichten de destillaten van zijn leven zijn. Dat laatste is maar deels waar, bedacht ik, toen ik hier op internet het volgende gedicht van hem vond, weer vertaald door Gerard Rasch. Bedenk dat hij het schreef in 1944, midden in de Tweede Wereldoorlog. Naast die koelbloedige analyse van zijn leven juist dit gedicht ontdekken!
Luchtig gesprek
‘Mijn verleden is een reis van een domme vlinder aan zee.
Mijn toekomst is een tuin waar een kokkin een haan slacht.
Wat heb ik nog, met mijn pijn en mijn oproer?’
‘Neem een ogenblik, één, en wanneer die mooie schelp
Openbuigt, als twee gevouwen handen, wat
Zie je daar dan?’
‘Een parel, een seconde.’
‘Op de bodem van die seconde, parel, een roze straal,
Op de bodem van die seconde, parel, wat zie je daar, goudsmid?
Houdt de weerschijn van een brand je ogen gekluisterd? Of is het de herinnering?’
‘Nee, een ster, een flits.’
‘In één flits, in die ster die de tijd is ontnomen,
Wat zie je wanneer de storm van verandering luwt?’
‘Aarde, hemel en zee, en rijk beladen schepen,
Lentes nat van dauw, en overzeese landen,
Daarnaar, naar deze wonderen in rustige schijn,
Kijk ik en verlang niet meer, want ik ben gelukkig.’
'Geboortegrond' | Czeslaw Milosz | vertaling Gerard Rasch | Uitgeverij De Arbeiderspers 1982 | oorspronkelijke uitgave1959
3 notes
·
View notes
Text
Ontdek de Verborgen Juweeltjes Van Europa: Stedentrips Naar Berlijn en Boekarest
Europa is een continent vol levendige steden die een mix van geschiedenis, cultuur en moderne attracties bieden. Van deze bestemmingen vallen Berlijn en Boekarest op door hun unieke mix van verleden en heden, waardoor ze perfecte keuzes zijn voor reizigers die op zoek zijn naar onvergetelijke ervaringen. Of je nu geïnteresseerd bent in de bruisende straten van de Duitse hoofdstad of de charmante boulevards van het culturele centrum van Roemenië, een Citytrip Venetië of een Citytrip Boekarest biedt voor elk type reiziger wat wils. Dit artikel onderzoekt waarom deze twee steden bestemmingen in Europa zijn die je absoluut moet bezoeken.
Ontdek de Historische en Moderne Mix van Berlijn
Berlijn is een stad die haar rijke historische betekenis naadloos combineert met een moderne en dynamische sfeer. Een City Trip Berlijn biedt reizigers de mogelijkheid om de vele iconische bezienswaardigheden te verkennen, zoals de Brandenburger Tor, de Berlijnse Muur en de Reichstag. Elk van deze locaties biedt een kijkje in het turbulente verleden van de stad, van de verdeling van Oost- en West-Berlijn tot haar rol als hoofdstad van het herenigde Duitsland. Naast de historische monumenten staat Berlijn ook bekend om zijn levendige kunst- en culturele scene. Bezoekers kunnen musea van wereldklasse verkennen op Museumeiland, hedendaagse straatkunst bewonderen in wijken als Kreuzberg en genieten van het eclectische nachtleven van de stad. Of je nu door de straten dwaalt of ontspant in een van de vele parken, Berlijn is een stad die voortdurend evolueert en tegelijkertijd trouw blijft aan haar roots.
Waarom Boekarest Jouw Volgende Stadsavontuur Zou Moeten Zijn
Voor degenen die op zoek zijn naar een ervaring buiten de gebaande paden, biedt een City Trip Boekarest een unieke mix van ouderwetse charme en moderne levendigheid. Boekarest stond begin 20e eeuw bekend als 'Klein Parijs' en de brede boulevards en de Frans geïnspireerde architectuur geven het een uniek karakter. Het Paleis van het Parlement, een van de grootste gebouwen ter wereld, is een must-see voor bezoekers die geïnteresseerd zijn in geschiedenis en architectuur. Boekarest is ook een stad die haar lokale cultuur viert, van de traditionele Roemeense keuken tot levendige festivals die het hele jaar door plaatsvinden. De vele parken van de stad, zoals het Herăstrău-park, bieden een rustige ontsnapping aan de stedelijke drukte. Of u nu de bruisende oude binnenstad verkent of geniet van de ontspannen sfeer van de open ruimtes, een stedentrip Boekarest zal zeker een blijvende indruk achterlaten.
Wat Maakt Deze Stedentrips Ideaal Voor Reizigers?
Zowel Berlijn als Boekarest bieden voor elke reiziger iets bijzonders. Voor liefhebbers van geschiedenis zijn deze steden gevuld met monumenten en verhalen die het politieke en culturele landschap van Europa hebben gevormd. Degenen die graag kunst en cultuur verkennen, zullen genoeg te ontdekken hebben, van de hypermoderne galerieën van Berlijn tot de bloeiende muziek- en theaterscene van Boekarest. Naast hun rijke culturele aanbod staan beide steden ook bekend als betaalbare reisbestemmingen. Het brede aanbod aan accommodaties in Berlijn, van budgetvriendelijke hostels tot luxe hotels, maakt het toegankelijk voor reizigers van elk budget. Op dezelfde manier wordt Boekarest vaak beschouwd als een van de meer betaalbare Europese hoofdsteden, die een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding biedt op het gebied van eten, accommodatie en attracties.
Een Combinatie van Geschiedenis, Cultuur en Moderne Attracties
Wat een reis naar deze steden bijzonder aantrekkelijk maakt, is de manier waarop ze het oude met het nieuwe samenvoegen. In Berlijn bestaan de overblijfselen van de Berlijnse Muur naast strakke moderne architectuur, terwijl in Boekarest oude kerken zij aan zij staan met trendy cafés en boetieks. Deze mix van geschiedenis en het hedendaagse leven zorgt ervoor dat reizigers kunnen genieten van zowel traditionele ervaringen als moderne gemakken. Vanuit praktisch oogpunt zijn beide steden gemakkelijk bereikbaar, met directe vluchten vanuit veel Europese steden en uitstekende openbaarvervoersystemen. Dit gemak maakt een Citytrip Berlijn of een Citytrip Boekarest ideaal voor een weekendje weg of een langer verblijf, waardoor reizigers zich kunnen onderdompelen in de cultuur zonder de rompslomp van complexe logistiek.
Conclusie
Kortom, een Citytrip Athene en een Citytrip Boekarest bieden reizigers de kans om twee van de meest fascinerende steden van Europa te ervaren, elk met hun unieke karakter en charme. Of je nu aangetrokken wordt door de historische betekenis van Berlijn of de levendige energie van Boekarest, deze bestemmingen bieden eindeloze mogelijkheden voor verkenning, ontdekking en ontspanning. Voor degenen die klaar zijn om hun volgende Europese avontuur te plannen, biedt een bezoek aan citytripsexpert.nl een schat aan informatie en hulpmiddelen om het meeste uit deze spannende stedentrips te halen. Zowel Berlijn als Boekarest wachten op je en bieden onvergetelijke ervaringen die het verleden en het heden laten samensmelten op een manier die maar weinig andere steden kunnen.
0 notes
Text
Hoe VAUDE voorop loopt met netto nul doelstelling in 2040
VAUDE verlaagt de uitstoot consequent - Op weg naar VAUDE netto nul 2040 Tettnang, 24 september 2024 – VAUDE, een vooraanstaand outdoormerk, zet zich sterk in voor klimaatbescherming en heeft ambitieuze stappen aangekondigd om tegen 2040 Netto Nul te bereiken. Dit betekent dat het bedrijf evenveel broeikasgassen zal compenseren als het uitstoot, in lijn met de wereldwijde 1,5 graaddoelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs. VAUDE's doel is om de uitstoot tegen 2030 met 50% te verminderen en tegen 2040 met 90% (ten opzichte van 2019), met de resterende 10% die niet kan worden vermeden, gecompenseerd door natuurgebaseerde maatregelen. Klimaatverandering als grootste uitdaging Klimaatverandering is een van de grootste uitdagingen van onze tijd, en de effecten ervan, zoals de recente overstromingen in Midden- en Oost-Europa, laten zien hoe belangrijk het is om de opwarming van de aarde te beperken. VAUDE heeft van klimaatbescherming een topprioriteit gemaakt. Antje von Dewitz, CEO van VAUDE, benadrukt: "Een 'business as usual'-aanpak zou fataal zijn. We willen onze uitstoot van broeikasgassen jaar na jaar verminderen om als bedrijf in 2040 netto nul te zijn." VAUDE's toewijding aan klimaatbescherming heeft geleid tot een duidelijke routekaart, gevalideerd door het Science Based Targets Initiative (SBTi), dat het bedrijf helpt om wetenschappelijk onderbouwde doelen na te streven. Netto Nul: De weg naar duurzame bedrijfsvoering VAUDE's Net Zero-strategie is gebaseerd op de berekening van de totale koolstofvoetafdruk van het bedrijf wereldwijd. Dit omvat alle emissies, van productie tot transport en materiaalkeuze. Het doel is om de uitstoot geleidelijk te verminderen door over te schakelen naar hernieuwbare energie en gerecyclede materialen. Hilke Patzwall, hoofd Duurzaamheidsmanagement bij VAUDE, legt uit: "We hebben een routekaart opgesteld en berekend hoeveel uitstoot we moeten verminderen over een bepaalde periode om onze doelen te bereiken." De belangrijkste doelstellingen: - 2030: 50% minder uitstoot (vergeleken met 2019). - 2040: 90% minder uitstoot (vergeleken met 2019). De resterende 10% van de uitstoot die niet kan worden vermeden, zal worden gecompenseerd door natuurgebaseerde oplossingen zoals het renaturaliseren van heidevelden, waardoor CO2 wordt vastgelegd in de natuur. Deze maatregelen dragen ook bij aan andere milieuvoordelen, zoals het behoud van biodiversiteit en waterbeheer. Bereikte mijlpalen in de CO2-reductie Uit het meest recente duurzaamheidsverslag blijkt dat VAUDE al aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt. In 2023 heeft het bedrijf zijn totale uitstoot met 30% verminderd ten opzichte van 2019, terwijl de omzet in dezelfde periode met 32% is gestegen. Belangrijke bijdragen aan deze vermindering zijn: - 36% minder uitstoot in het wagenpark en verwarming. - 100% groene stroom in het Duitse hoofdkantoor. De grootste uitdaging voor VAUDE ligt echter in de toeleveringsketen, waar de meeste uitstoot wordt gegenereerd. Toch heeft het bedrijf ook hier aanzienlijke besparingen gerealiseerd en werkt het samen met andere merken om energie-efficiëntie te verbeteren en de overstap naar hernieuwbare energie te versnellen. Duurzame producten en gerecyclede materialen Een van de belangrijkste manieren waarop VAUDE de uitstoot vermindert, is door over te stappen van fossiele grondstoffen naar gerecyclede en hernieuwbare materialen. In de zomercollectie van 2023 bestond 75% van de producten uit materialen die voor minstens 50% gerecycled of hernieuwbaar zijn. VAUDE heeft zichzelf het ambitieuze doel gesteld om tegen 2030 90% van alle producten voor minstens 85% uit gerecyclede of hernieuwbare materialen te laten bestaan. De keuze voor duurzame materialen helpt niet alleen om de ecologische voetafdruk van het bedrijf te verkleinen, maar draagt ook bij aan een toekomst waarin outdoorliefhebbers kunnen genieten van hun omgeving zonder deze onnodig te belasten. Samenwerken voor de energietransitie in de toeleveringsketen Het grootste deel van de uitstoot van VAUDE wordt gegenereerd door de productie van materialen in de toeleveringsketen. Daarom werkt VAUDE sinds 2021 samen met andere outdoormerken in het Carbon Reduction Project om leveranciers te helpen overstappen van steenkool naar energiebronnen met een lagere uitstoot. Door samen te werken aan deze energietransitie kunnen bedrijven gezamenlijk hun klimaatimpact verminderen. Daarnaast implementeert VAUDE energie-efficiëntiemaatregelen, zoals het gebruik van verfmachines met een lagere uitstoot, wat verdere besparingen mogelijk maakt. De tijd dringt - VAUDE netto nul 2040 Hoewel VAUDE indrukwekkende resultaten heeft behaald, benadrukt Antje von Dewitz dat er geen tijd te verliezen is: "De wetenschap laat zien dat er geen alternatief is voor Net Zero. We hebben nog speelruimte, maar de tijd dringt. Daarom is het zo belangrijk dat veel mensen aan deze reis beginnen en de noodzakelijke transformatie stimuleren. Samen kunnen we het." Met deze vastberadenheid blijft VAUDE een pionier in de outdoorindustrie op het gebied van duurzaamheid. Het bedrijf blijft werken aan de vermindering van de ecologische voetafdruk en toont aan dat economische groei en milieubescherming hand in hand kunnen gaan. VAUDE netto nul 2040 VAUDE heeft zich als doel gesteld om in 2040 netto nul te bereiken en is al goed op weg om dit te realiseren. Door een sterke focus op de vermindering van CO2-uitstoot, de overstap naar gerecyclede materialen en samenwerking met andere merken om de energietransitie te versnellen, laat VAUDE zien dat bedrijven een cruciale rol kunnen spelen in de strijd tegen klimaatverandering. Met een duidelijke visie op de toekomst en wetenschappelijk onderbouwde doelen blijft VAUDE een voorbeeld voor andere bedrijven die streven naar duurzaamheid en klimaatbescherming. Read the full article
0 notes
Text
Europese cohesie in actie: verslag van veldbezoek door Oost-Europa https://www.indegazette.be/europese-cohesie-in-actie-verslag-van-veldbezoek-door-oost-europa/?utm_source=dlvr.it&utm_medium=tumblr
0 notes
Text
Bericht uit het beschermde huis (38)
(Een geatomiseerde sprong naar het zuiden)
2014
In de boeken van Douglas Coupland draait het vaak om personages die zich bewust terugtrekken uit onze geaccelereerde cultuur en hun brood verdienen met slecht betaalde Mc Jobs. Hun vrije tijd vullen ze met vage, filosofische gesprekken met geestverwanten die weigeren zich op een vastomlijnde identiteit te laten vastpinnen. Op een ogenschijnlijk ambitieloze manier proberen ze zichzelf zo steeds opnieuw uit te vinden. Ik lees die boeken al decennia omdat ik er iets in herken. Niet omdat ze zo goed geschreven zijn. De boeken van Coupland zijn bovendien nogal warrig van structuur, maar dat kan opzet zijn.
Die vraag wie ik ben, en wat mijn identiteit is, is actueel nu ik na een verblijf van 11 jaar in Amsterdam door een kettingreactie van toevalligheden weer tijdelijk ben neergestreken in mijn geboortegrond Limburg. Dat is een verwarrende ervaring. Want Limburg is veranderd. En niet alleen door de hier wel erg grote aanhang van de populist Wilders, zelf van Limburgse oorsprong.
Ik constateer dat Limburgers zich massaal lijken terug te trekken op het bastion van hun veronderstelde eigenheid. Tegelijkertijd hoor ik de jeugd massaal Nederlands spreken, terwijl ze op sociale media juist vaak dialect schrijven. Meer dan ooit lijken Limburgers zich af te keren van Europa, de moslims, de Oost-Europeanen, en die oplichters in Den Haag. Maar nog vaker dan eerst gaan ze de grenzen over, om in Duitsland of België of Parijs kosmopolitisch te shoppen of te recreëren. Limburgers schijnen vaker nog dan vroeger van innerlijke tegenstrijdigheden aan elkaar te plakken. En waar dat voor plaatselijke bestuurders een bron van zorg en verwarring is, bevallen die versplinterde Limburgse paradoxen me wel. Temeer daar het deels mijn eigen schijnbare tegenstrijdigheden zijn.
Ook in Limburg slaat net als in de rest van de moderne wereld de atomisering toe. De vertrouwde structuren en verbanden verdampen, om plaats te maken voor netwerken die goeddeels virtueel van aard zijn. Mij ligt dat wel. En volgens mij gaan heel veel anderen er ook niet onder gebukt. Het lijken vooral politici en ambtenaren met kansloze wensdromen van herstelde verzuiling die in paniek raken. Dat gun ik ze van harte.
Het is nog steeds niet moeilijk om in Limburg traditioneel aansluiting te vinden. Je hoeft alleen maar lid te worden van de carnavalsvereniging of een sportclub, en je hoort er helemaal bij. Maar ik ben geen carnavalist, en trouwens ook geen verenigingsmens, en om fysieke redenen kan ik ook niet meer regulier sporten. Dat zou ik kunnen oplossen door op gehandicaptensport te gaan, maar daar peins ik al helemaal niet over. En dat heeft weer alles te maken met identiteit. Weliswaar heb ik geen onderbenen meer, en ben ik daarom in de ogen van de meeste mensen gehandicapt, maar dat stempel weiger ik op mezelf te plakken. Ik houd het er op dat ik een blijvende lichamelijke beperking heb, die goeddeels wordt opgeheven door m’n bionische protheses, waardoor ik een groot deel van de dag loop als een hinde. En dus vind ik mezelf niet gehandicapt, en pas ik voor dat stigma.
Zou ik aan gehandicaptensport gaan doen, dan word ik op grote schaal geconfronteerd met mensen die, net als ik, blijvende beperkingen hebben en elkaar om die reden opzoeken om samen gehandicapt te sporten. Daar zou ik van in de war raken, juist omdat ik mezelf helemaal niet invalide voel, en om die reden mensen mijd die daar deels hun identiteit aan lijken te ontlenen. Dat wil niet zeggen dat ik iets tegen gehandicaptensport heb, of tegen mensen die dat doen, maar het past simpelweg niet in het profiel dat ik van mezelf heb en wil uitdragen.
Toen ik na de onderbeenamputaties revalideerde in een kliniek, trainde ik op uitnodiging een avondje mee met een zitbadmintonclub, met allemaal gehandicapte leden. Ik vind badminton best leuk, en het was ook wel grappig om een avondje te oefenen met andere mensen zonder onderbenen of maar een arm. Maar ik zou er niet over peinzen om lid te worden van zo’n vereniging. Daar zou ik me op termijn heel erg gehandicapt van gaan voelen, omdat je in zekere zin voortdurend in een spiegel kijkt. In het ergste geval zou dat kunnen leiden tot een identiteitscrisis, en die bespaar ik mezelf liever.
Een beetje amateur-psycholoog kan beweren dat ik mijn beperking verdring, maar dat doe ik juist niet. Bijvoorbeeld door met warm weer een korte broek aan te trekken, waardoor mijn stalen onderbenen manifest zichtbaar zijn. Zo loop ik, met een stok, regelmatig naar de supermarkt om m’n boodschappen te doen. Niet om demonstratieve redenen, maar omdat een korte broek helpt voorkomen dat ik huidirritaties krijg in m’n knieholtes, die bedekt zijn met een niet-ademende siliconen kous die de protheses bevestigt aan mijn bovenbenen. Door die korte broek koelt de lucht mijn huid onder die kousen, waardoor huidproblemen uitblijven.
Het is interessant om soms te spelen met mijn door sommigen opgelegde identiteit van gehandicapte. Laatst ging ik samen met mijn zoon naar de supermarkt. Hij in mijn rolstoel, ik lopend met een lange broek aan, waardoor niemand raadt dat ik protheses heb. Je zag mensen in de winkel met medelijdende lachjes hun conclusies trekken. Zo van: ach toch, die jongen van 14 nu al in een rolstoel, wat moet dat moeilijk zijn voor hem en zijn vader. Mijn zoon en ik speelden dat spel mee, door de verwachte tragische gezichten te produceren, om weer buiten de slappe lach te krijgen om ons bedrog.
Dat sterkt me in de gedachte dat identiteit ook een spel is. Makkelijker te spelen dan ooit, bijvoorbeeld door op het web onder allerlei schuilnamen diverse identiteiten aan te nemen. Waar ik trouwens niet aan meedoe, want ik post principieel alleen onder mijn eigen naam. Maar ik heb niets tegen mensen die wel onder allerlei nicknames en avatars actief zijn, zolang ze niet voor trol of stalker spelen. Het voorziet kennelijk in een brede behoefte om regelmatig een andere identiteit aan te nemen. Wat ik in zekere zin als kind al met carnaval ervoer, want ook dat feest is een groot rollenspel.
Eerlijk gezegd streef ik er al m’n hele leven naar, analoog aan de personages van Douglas Coupland, om mezelf steeds opnieuw uit te vinden. Als persoon en professional. Verschillende omstandigheden hielpen me dat kameleontische ideaal te verwezenlijken. Mijn ontslag uit een vaste baan, m’n bestaan als freelancer, m’n inmiddels gestrande huwelijk en m’n vaderschap. Maar ook, van meer recente datum, mijn blijvende lichamelijke en geestelijke beperkingen.
Ik zag en zie voortdurend alibi’s om van kleur te verschieten, steeds van gedaante te veranderen, bijna dagelijks een andere persona aan te nemen. Zelfs de onderbeenamputaties zijn op dat punt een interessante cesuur. Omdat ik mijn fysieke zelfbeeld moest herdefiniëren. Ook een gemutileerd lichaam is nog steeds een lichaam. Sterker nog: is een bijzonder en dus afwijkend lichaam. En zo voel ik mezelf voor het eerst in mijn leven fysiek exclusief, want drastisch afwijkend van de rest. Jaren deed ik aan bodybuilding om mijn lichaam opnieuw vorm te geven; vorig jaar regelde een vaatchirurg met een zaag dat.
Mijn psychiatrische diagnose dwong ook tot een herschikt zelfbeeld. Want opeens werd ik officieel gek verklaard. Alleen ben ik nu vooral in de ogen van de buitenwereld fulltime gestoord. Maar als ik eerlijk ben, heb ik sinds m’n 26e hoogstens 3 jaar last gehad van manische, psychotische en vooral depressieve episodes. Voor het overige was en ben ik tamelijk normaal. Maar dat zien sommige elementen uit de buitenwereld anders. Die hebben de neiging om bewijzen te destilleren uit mijn gedrag of communicatie, om de kennelijk geruststellende conclusie te trekken dat ik wel degelijk een fulltime gestoorde verslaafde ben, hoewel ik maar 2 jaar zwaar gedronken heb en al meer dan 2 jaar droog sta. Eerst vond ik dat storend, die pogingen tot stigmatisering. Nu vind ik het vooral vermakelijk, en provoceer ik soms bewust dat soort reacties, vooral om verwarring te zaaien in het kamp van de tegenstander. Want ook een psychiatrische stoornis en een verslaving kunnen de bron zijn voor een spel met identiteit en rol.
Op Twitter, waar ik sinds kort en met grote terughoudendheid aan meedoe, profileer ik mezelf als ‘bipolaire anarcho-journalist’. Dat is, in al z’n feitelijkheid, een correcte samenvatting van wie en wat ik nu ben: manisch-depressief, individueel anarchistisch en reporter. Bewust laat ik aanvullende elementen uit m’n identiteit weg. Zoals: lichamelijk beperkt. Of: vader. Het gaat er tegenwoordig kennelijk om jezelf als merk te presenteren, en dus doe ik daar aan mee. Met de nodige ironie trouwens, maar dat hoeven al die hyperventilerende Twitteraars niet te weten.
Eigenlijk heb ik nu heel veel woorden nodig om te zeggen dat ik het een feestje vind om als een ongrijpbaar bolletje kwikzilver door het leven te gaan. Ik hoef niet zo nodig een levenslange, vastomlijnde identiteit te hebben. Maar het zou natuurlijk ook best kunnen dat ik een karakterloze vaaghaas ben.
0 notes
Text
Oost Europa🍴
Recepten en gerechten uit Oost Europa Verken de smaakvolle en diverse gerechten van Oost-Europa met een selectie authentieke recepten die de culinaire tradities van deze rijke regio weerspiegelen. De Oost-Europese keuken biedt een schat aan robuuste en hartige gerechten, vaak bereid met lokale ingrediënten en tijdgeteste recepten. Probeer iconische gerechten zoals borsjt (een geurige bieten- en koolsoep uit Oekraïne, vaak geserveerd met zure room), pierogi (gevulde dumplings die populair zijn in Polen, met vullingen variërend van aardappelen en kaas tot vlees), en goulash (een kruidige stoofpot met vlees en paprika uit Hongarije). Deze gerechten brengen de authentieke smaken van Oost-Europa naar je eigen keuken en bieden een smakelijke kennismaking met de rijke culinaire tradities van deze veelzijdige regio. Read the full article
0 notes
Text
#kebab#chisinau#streetphotography#citylife#eastern europe#street food#kebabistan#photography#fotografie#oost europa#whentostoptime#lensculture#everybodystreet#straatfotografie#photowalk#streetleaks#people
2 notes
·
View notes
Text
Jo Govaerts Dicht naar Verlangen
bron beeld: letterenhuis.be Waar ik naar verlang Waar ik naar verlang vandaag / een frisse zomerjurk te dragen / met blote schouders, een uitgesneden / hals en rug en vooral goed / los om de heupen waarmee ik dan de tuin in loop / de zon schijnt warm, maar de wind / houdt het draaglijk en brengt / de jurk in beweging en dan ben jij er natuurlijk ook die / de jurk al even mooi vindt en samen /…
View On WordPress
#20-ste en 21-ste eeuws#Belgie#columns#dichteres#jurk#Leuven#Oost-Europa#schrijfster#slavistiek#Verlangen#vertaalster#zomer
0 notes
Text
9 juli 2024.
"Puntwederik"
Deze plant staat in onze tuin en liet zijn bloemen in het water vallen. Een mooi gezicht.
Meer gegevens:
De puntwederik (Lysimachia punctata) is een overblijvende plant, die ingedeeld wordt bij de sleutelbloemfamilie (Primulaceae), zoals in de Heukels, of, zoals bij APG, tot de familie Myrsinaceae. De plant wordt gebruikt in de siertuin en is ook verwilderd te vinden. Van nature komt de puntwederik voor in Oost- en Zuidoost-Europa. De plant wordt 40-100 cm hoog, heeft rechtopstaande, zacht behaarde stengels en wortelstokken. De eironde bladeren zitten in kransen van drie tot vier bladeren bijeen. Op de bladeren zitten onregelmatige rode klierpuntjes waaraan deze wederik zijn naam te danken heeft. Ze zijn goed te zien als het blad tegen het licht gehouden wordt. De puntwederik bloeit van juni tot augustus met gele of oranje, 7-30 mm grote bloemen. Het hart van de bloem is meestal rood. De bloemen zitten met twee tot acht bij elkaar in schijnkransen in de bladoksels. De kelk is groen en heeft 5-10 mm lange slippen. De vrucht is een doosvrucht. De plant komt voor op moerasachtige plekken tussen bomen en struiken.
(9 juli 2024)
0 notes
Text
Het gewone leven is weer begonnen. Nou ja, gewoon? Ik heb een muis in huis. Ruim drie weken lang heeft ie het valletje dat Joos had klaargezet weten te vermijden. Bij thuiskomst trof ik muizenkeutels aan in een paar hoekjes, op het aanrecht, niet echt veel. Dus groeide ook in mij het geloof dat hij toch de weg naar buiten had gevonden. Totdat ik onderin de kast andere bewijzen vond en even later het beestje zag. Berlijn is weer geschiedenis. Zaterdagochtend bezocht ik Helmut Newton Foundation, met foto-exposities over Berlijn. Dat museum bevindt zich recht tegenover Bahnhof Zoo. De drugsellende uit de jaren zeventig is er niet meer. Veel daklozen wel. Bij de Caritas-instelling stond een lange rij, met tassen en supermarktkarretjes, wachtend op koffie of een douche. Voor het museum ontstond eveneens een rij, veel anderen die net als ik aan de vroege kant waren. Een wij en zij, gescheiden door een straat, levend in volkomen verschillende werelden. Michael Wesely (Berlin 1860 -2023) Auguste en Rob wonen al bijna dertig jaar in Berlijn en kennen de stad door en door. Ze gingen erheen om te dansen. Nu hebben ze een museum, het Magic Museum Berlin. Daar was ik vorig jaar al met mijn neefje Paul. Auguste en Rob zien verschillen tussen voormalig Oost- en West-Berlijn, die mij niet opvallen. Dat de trams alleen in oost rijden, waar west bussen heeft. Hoe voormalig oost in berichtgeving nog vaak een negatieve klank meekrijgt. Het was heerlijk bijpraten, ook omdat Rob nog altijd geweldig kookt. Onze vriendschap begon eind jaren tachtig met een eetclubje in Amsterdam. Vanuit Reinickendorf zigzagde ik langs parken en wijken naar Berlin Hauptbahnhof. Mijn fiets kon mee in de ICE zonder ingewikkeld inpakwerk. De ICE’s die de grens niet overgaan hebben voor fietsen een fatsoenlijke ruimte. Daar kan de NS wat van kan leren. Met een broer en zus uit Bonn kletste ik de tijd vol. Jonge mensen, middelbare scholieren nog, die voor het eerst mochten stemmen en hartstochtelijke voorstanders zijn van een verenigd Europa. Met wat vertraging en twee keer overstappen kwam de trein in Meerssen. Ver genoeg, besloot ik. De laatste kilometers konden wel op fiets. De achtertuin was flink dichtgegroeid, de voortuin een soort oerwoud. Maar toch… als eerste zag die muizenkeuteltjes. Nu staat in de kast een valletje om de muis levend te vangen. Tot nu toe is hij erlangs gelopen, zelfs even mijn woonkamer in. Daarmee is deze reis ten einde, iets meer dan 1500 kilometer trapte ik weg. Het wordt saai, omdat ik het elk jaar herhaal. Ik ben tijdens mijn reis altijd erg karig met het reageren op de vele berichtjes. Weet wel dat ik ze enorm waardeer. Daarvoor ook nu weer mijn hartelijke dank. Hoe het een volgende keer zal gaan? Dat is ook voor mij een verrassing. Op een dag ontvang je wel weer bericht. Hartelijke groeten, Barbara Schmeits Wat het ontvangen van berichten betreft: die krijg je als je bent aangemeld via ‘Blog volgen’ of als je de website volgt. Voorheen plaatste ik ook automatisch berichten op Twitter, maar dat kan niet meer. Ik probeer nu Instagram (@smissie) uit, maar daar kan ik niet zo goed mee uit de voeten. Tips daarvoor zijn welkom.
View On WordPress
0 notes
Text
De Wilhelminakade ter hoogte van het landverhuizershotel van de N.A.S.M., 1915-1920.
De Wilhelminakade droeg vóór het bezoek van de vorstinnen Emma en Wilhelmina op 30 mei 1891 de naam Prinsessekade. Bij dit bezoek werd door koningin Wilhelmina in het westelijk einde van deze kade een gedenksteen geplaatst.
In de jaren negentig van de negentiende eeuw komt de migratie naar Amerika op gang. Vooral mensen uit Oost- en Midden Europa zoeken hun geluk aan de andere kant van de oceaan. De Nederlandsche Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij vervoert in die tijd vele duizenden mensen vanuit Rotterdam naar Amerika.
Die mensen verblijven voor de overtocht een tijdje in Rotterdam. Ze zijn verspreid over de stad en betalen vaak hoge huren in logementen. De NASM besluit tot het bouwen van een hotel op de pier waarvandaan de schepen vertrekken.
Het NASM-hotel biedt bij de opening officieel plaats aan 900 gasten. Tussen 1875 en 1925 vertrekken bijna een miljoen mensen vanuit Rotterdam naar Amerika. De stad is het centrum van de emigratie. In de jaren twintig beperkt Amerika de binnenkomst van nieuwkomer. Daarmee komt er een einde aan de migratiestroom en aan de grote bron van inkomsten voor Rotterdam en de (inmiddels) Holland Amerika Lijn.
Het Landverhuizershotel op de Wilhelminapier verliest daardoor in de jaren dertig z'n functie. In 1939, vlak voor de Tweede Wereldoorlog, wordt het nog wel gebruikt voor Duitse vluchtelingen, mensen die nazi-Duitsland zijn ontvlucht en naar Amerika willen. Na de oorlog wordt het pand gebruikt als schaftlokaal en komen er kantoren in van de ACL, de Atlantic Container Line. Dat is een samenwerkingsverband waarin ook de HAL deelneemt.
Begin jaren zeventig wordt het Landverhuizershotel gesloopt. Op de plek waar het heeft gestaan op de Wilhelminapier in nu de parkeerplaats tussen Hotel New York en het Fotomuseum.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van rijnmond.nl.
0 notes
Text
VOORBIJ HEMEL EN AARDE, KUNST UIT LITOUWEN
Er zijn overeenkomsten te bespeuren tussen het boegbeeld van Museum Belvédère, Jan Mankes, en de kunstenaar waaraan dat museum op dit moment in een tentoonstelling aandacht schenkt, Mikalojus Čiurlionis. Beide kunstenaars werkten aan het begin van de vorige eeuw en overleden op jonge leeftijd. “Mankes was evenwichtiger van aard en miste de obsessieve werkdrift die Čiurlionis soms in zijn greep hield”, schrijft Han Steenbruggen in zijn voorwoord van de catalogus bij de tentoonstelling over deze Litouwse kunstenaar. “Maar ook Čiurlionis was een gevoelige natuur en gaf zich onvoorwaardelijk over aan zijn roeping met eenzelfde hang naar mystiek en spiritualiteit.”
Zijn nieuwsgierigheid dreef Steenbruggen in 2013 tot een bezoek aan het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Hij had ergens gelezen dat daar een omvangrijke tentoonstelling te zien was van een Litouwse kunstenaar die had gewerkt in het begin van de 20e eeuw en waarvan hij nog nooit had gehoord. Het was indrukwekkend wat hij zag, het overdonderde de conservator en kunsthistoricus. En hij had toch al veel kunst gezien! Een tiental jaren later trok hij op aanwijzing van schrijver Jan Brokken naar Vilnius. Daar trof hij op een kleine boekenmarkt een oude bundel met volksliederen die door Čiurlionis waren gearrangeerd. Aan de enthousiaste boekverkoopster legde Steenbruggen uit waarom hij belangstelling had voor het boek. En zij legde op haar buurt uit wat de kunstenaar voor haar land en volk betekende. “He gave us back the very soul of our country, with his music and his paintings.”
Het is dat Museum Belvédère zich vooral richt op schilderkunst die inspeelt op natuurlijke omstandigheden als licht, land, lucht en ruimte. En dat het aandacht heeft voor en geeft aan kunstenaars die hun eigen weg volgen en emotionele binding hebben met hun omgeving. Daarom is het werk van Čiurlionis zo op de plaats in Oranjewoud, daar de artistieke natuurbelevingen van de Belvédère kunstenaars en die van de Litouwse meester zowel figuratief als abstract van karakter zijn. Het werk van Čiurlionis doet wel naïef aan. Het is realisme, maar volgt niet de werkelijkheid. Op de manier dat naïeve schilders de wereld wel registreren. Niet zoals zij het voor ogen hebben, maar zoals ze het zien en volgens beste eer en geweten kunnen vastleggen.
Het is van een andere orde, een hoger goed. Het is geen beeld van de wereld waarin wij leven, het beweegt zich op een tweede plan – in een andere dimensie. Een perspectief dat geheel anders van aard is, een standpunt dat zweeft tussen hemel en aarde – want daar is meer. Het zijn de verhalen die het leven tot droomwereld maken. Om de zwaarte van het aardse bestaan lichter aan te voelen. In vogelvlucht met helicopterview boven de gebeurtenissen zwevend om er afstand van te kunnen nemen, het daardoor beter aan te kunnen. Sagen en legendes, volksverhalen, maken het zijn tot wezen en (be)leefbaar. Die realiteit heeft een andere ordening dan wij als gewoon beschouwen. Die schikking en dat patroon is een spiegel waarin wij ons aura zien: beyond heaven and earth.
“Deze Litouwse meester had geen grote formaten of grootse gebaren nodig om te overtuigen”, schrijft Steenbruggen nog even enthousiast in zijn voorwoord. “In relatief kleine, ingetogen pasteltekeningen en temperaschilderijen toverde hij de meest wonderlijke voorstellingen tevoorschijn. (…) Waar veel van zijn beroemde tijdgenoten, die tot het symbolisme werden gerekend, imponeren met theatrale uithalen en literaire verwijzingen, wist deze kunstenaar ten diepste te ontroeren met intieme, poëtische schilderingen.” Maar zijn roem bleef lange tijd beperkt tot Oost-Europa, doordat Litouwen – onderdeel van de Sovjet-Unie – achter het IJzeren Gordijn zo goed als afgesloten was van het Westen. Pas nadat het land onafhankelijk werd is zijn kunst ontdekt door internationale musea. Grote tentoonstellingen volgden na 1990 rondom op de wereld, maar het werk heeft tot nu nooit Nederland aan gedaan.
Bijdragen aan het boek leveren hoofdconservator van het Čiurlionis Museum te Kaunas Vaiva Laukaitienė, journalist en schrijver Kurt van Eeghem en schrijver Jan Brokken. De eerstgenoemde twee auteurs gaan gedetailleerd in op het leven van de kunstenaar. Gezien van verschillende kanten openbaart de persoon Čiurlionis zich aan de lezer. Daardoor wordt zijn werk meer zichtbaar en beter te duiden. Evenals bij andere kunstenaars van zijn tijd en eerder dat het geval is, kan veel van zijn levensverhaal gepuurd worden uit brieven die hij heeft geschreven en de dagboekaantekeningen. Daarin en daaruit kan nu veel van zijn kijk op de wereld en de inspiratie voor het maken van zijn werk worden gehaald. Aldus kan de puzzel van zijn leven worden uitgelegd.
Vooraleer was hij musicus en componist. Geboren in een muzikaal gezin was de muziek zijn passie en liet hij zich scholen aan het conservatorium. Daarnaast tekende hij in zijn vrije tijd. Doordat deze beeldende kant steeds meer aandacht kreeg is zijn kwaliteit van componeren enigszins op de achtergrond geraakt. Zijn werk werd gewaardeerd en Čiurlionis werd binnen het culturele circuit gezien als een belangrijk kunstenaar. Echter had hij moeite om er een goed bestaan mee op te bouwen. Daardoor raakte hij, ondanks de steun van zijn vrouw en muze Sofija. ten lange leste neerslachtig en werd opgenomen in een sanatorium. Op krachten gekomen velde een longontsteking zijn broze lichaam. Het is zijn leven in een notendop, dat dus in de catalogus breed is uitgemeten.
De tentoonstelling bij Museum Belvédère toont zijn hoge gevoeligheid voor indrukken. De manier waarop deze zijn verbeelding hebben geactiveerd en waardoor hij zijn oeuvre met een scherp observatievermogen heeft kunnen opzetten. In het beeldende werk blijft voortdurend zijn muzikale inslag doorwerken. In zijn werk wordt de buitenwereld gespiegeld aan zijn binnenwereld. Persoonlijke emoties klinken erin door. Verhalen van zijn volk krijgen beeld. Hoewel deze zich niet altijd inpassen in onze wereld, kunnen wij wel het gevoel daarvan aanvoelen en wordt de melancholische emotie simpelweg verbeeld.
De catalogus al doorbladerend is het alsof ik een geïllustreerd sprookjesboek inkijk. De sagen en legenden zijn zo tastbaar in beelden uitgedrukt, dat deze zonder woorden een leesbaar verhaal vertellen. De illustraties zijn de vertellingen in zichzelf. Het boek is verlevendigd met een groot aantal reproducties, waardoor een goede indruk wordt gegeven van de kunstenaar Mikalojus Konstantinas Čiurlionis. Jan Brokken schrijft tot slot over zijn bezoek aan het huis van Čiurlionis in Vilnius. In een literaire verhandeling neemt hij de lezer mee naar wat nu een museum is en voert hij andermaal het leven van de kunstenaar voor het voetlicht. Zijn denken en werken, zijn taal en teken. “Er bestaan geen grenzen tussen de verschillende vormen van kunst”, meende Čiurlionis. “Muziek heeft haar eigen architectuur en er is niets op tegen om de architectuur van de ene kunst te gebruiken om een andere te maken.”
Mikalojus Konstantinas Čiurlionis, Grootmeester uit Litouwen [1875-1911]. Beyond Heaven and Earth. Tentoonstelling Museum Belvédère, 24 februari tot 9 juni 2024. Catalogus, uitgave Museum Belvédère i.s.m. Uitgeverij Noordboek, 2024.
0 notes