#klacht-rvdj
Explore tagged Tumblr posts
janpeeters19fd · 2 months ago
Text
Raad voor de Journalistiek klacht RVDJ
Klacht RVDJ. Heb je ooit de moed verzameld om een klacht in te dienen bij de Raad voor de Journalistiek? Dan ben je vast een optimist. Want laten we eerlijk zijn: als je daar een klacht indient, stap je eigenlijk in een soort journalistieke escape room, maar zonder de sleutels om eruit te komen. Het is alsof je in een zaal vol collega-journalisten belandt die elkaar beter kennen dan hun eigen familieleden. Je weet wel, "wij", journalisten onder elkaar. Het is een soort besloten club, waar iedereen elkaars slechte grappen begrijpt en gezamenlijke belangen deelt, alsof ze op dezelfde groepsapp zitten waar alleen insiders toegang toe hebben. De raad besluit volgens mij niet 'in het algemeen belang', nee, maar wél 'in het belang van de journalistieke sector'! En het mooiste is, je ziet het verschil niet eens meer.
RVDJ zou moeten staan voor “Onafhankelijke instantie voor zelfregulering van de journalistiek”? Laat mij niet lachen! Dat klinkt ongeveer net zo geloofwaardig als een vos die belooft de kippen te bewaken. Zelfregulering in de journalistiek is als een feestje waar de gasten zelf de regels maken en niemand de moeite neemt om de muziek zachter te zetten. Onafhankelijk? Misschien op papier. In werkelijkheid is het gewoon een groepje insiders dat elkaar beter kent dan hun eigen familie en beslissingen neemt die blijkbaar vooral goed zijn voor henzelf.
Het proces is natuurlijk supersimpel. Je dient een klacht in en voilà, je klacht komt op het bord van een raad die – verrassing, verrassing – bestaat hoofdzakelijk uit journalisten en sectorgenoten. 'Ja, dat klopt!' De journalisten over wie je klaagt, zijn toevallig ook de journalisten die beslissen over jouw klacht. Een beetje alsof je ruzie maakt met je broertje en dan je ouders vraagt om te bemiddelen, maar ze staan al op je broertjes’ verjaardagsfeestje met een taart in de hand.
Vooringenomenheid bij een RVDJ klacht? Nee joh, hoe kom je erbij? Zij noemen dat "onderling begrip". De objectiviteit waar iedereen zo graag over praat, hebben zij gewoon lekker in de kast gezet, naast dat potje idealisme waar ze ooit zo vol van waren. Dat gebruiken ze toch niet meer. Mijns inziens worden RVDJ klachten bij hen behandeld zoals een strijkplank in de hoek van de kamer: met veel enthousiasme opzijgeschoven zodat niemand zich eraan hoeft te storen.
De Raad voor de Journalistiek is namelijk opgericht door journalisten, voor journalisten. Je weet wel, zoals een clubje vriendinnen dat hun eigen beautywedstrijd organiseert en dan verbaasd zijn als ze elkaar de hoofdprijs toekennen. "Oh, wat een verrassing! Weer een journalist die door journalisten is vrijgesproken!"
En mocht je denken dat je na de uitspraak gewoon rustig verder kunt leven, nee hoor. Die beslissing van de Raad RVDJ blijft, net als je vroegere Facebook-posts, voor ALTIJD op het internet hangen. Verwijderen? Geen schijn van kans, daar doen ze niet aan mee. Weerwoord? Ha, droom verder! Je klacht verdwijnt, maar hun beslissing niet. Het internet is als een stugge kleefstrip: wat eraan blijft hangen, laat nooit maar dan ook nooit meer los.
Dus daar sta je dan, met lege handen en een klacht die sneller is afgeschoten dan je ze kon formuleren. Het voelt een beetje alsof je een sneeuwbal naar een muur gooit, en de muur blijft gewoon lekker staan zonder zelfs maar een deukje. Totaal eenzijdig, alsof je een discussie voert met je eigen spiegelbeeld dat steevast hetzelfde blijft herhalen: "Wij hebben gelijk, en jij… nou ja, ik had misschien iets beters kunnen doen met mijn tijd."
Dus, heb je ooit overwogen om een RVDJ klacht in te dienen? Doe gerust, het is een fantastische ervaring. Je hebt niets te verliezen – volgens mij - behalve misschien je geloof in een eerlijke behandeling. Maar hé, geen zorgen: je klacht verdwijnt wel, en de Raad voor de Journalistiek blijft altijd lachen.
Na die ontmoedigende ervaring met de Raad voor de Journalistiek, is het tijd om even op adem te komen. Misschien denk je nu: “Ach, laat ik het maar achter me laten en doorgaan met mijn leven.” Maar wacht! Dit verhaal is nog lang niet afgelopen. Nee, er is meer – veel meer! Laten we even stilstaan bij de nasleep, want geloof me, het blijft niet bij die ene afwijzing. Nee hoor, het hele circus begint pas echt als je besluit dat je verhaal nog niet verteld is. Want als journalist weten ze dat ze de bal nooit zomaar kunnen laten liggen, zelfs niet als die open doel hebt gemist waar alle journalisten op de tribune je luid toejuichen.
Je zou denken dat de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek, net als een ouderwetse typemachine, snel in de vergetelheid zou raken. Maar helaas, het is meer als een permanent neontatoeage op je reputatie, fel en zichtbaar voor iedereen die ooit even ‘googelt’. Iedere keer dat je denkt: “Nou, ik ben er klaar mee,” zorgt het internet ervoor dat die uitspraak als een boemerang terugkomt. Je kunt rennen, maar verstoppen? Vergeet het maar. De beslissing blijft hangen als een vervelend kerstlied dat je niet uit je hoofd krijgt, zelfs in juli.
Nu denk je misschien: "Ach, wat maakt het uit? Mensen vergeten snel, toch?" Maar helaas, de uitspraak van de Raad blijft niet alleen op het internet. Nee, ze heeft de neiging om net als een misplaatste roddel rond te gaan op feestjes en netwerkborrels. Voordat je het weet, hoor je iemand in de hoek fluisteren: “Oh, heb je gehoord dat hij/zij een klacht had ingediend? Ja, bij de Raad voor de Journalistiek… en natuurlijk werd die klacht afgewezen. Tja, wat had je verwacht?" En daar ga je, beroemd binnen de besloten kringen van mensen die elkaar al kenden voordat jij überhaupt je eerste artikel had gepubliceerd.
Maar goed, je zou nog altijd een poging kunnen wagen om je naam te zuiveren. Misschien een verklaring op je eigen blog? Of een tweet? Want zoals we allemaal weten, als er iets is wat het internet fantastisch doet, dan is het wel luisteren naar genuanceerde argumenten, toch? Totaal. Niet. Je tegenaanval zal hoogstwaarschijnlijk net zo succesvol zijn als proberen een lekke luchtbed op te blazen met een rietje.
Wat je ook doet, onthoud: de Raad voor de Journalistiek heeft hun oordeel al geveld. En zoals ik al zei, dat oordeel blijft plakken als kauwgom onder je schoen, een last die je meedraagt of je het nu wilt of niet. Je kunt het proberen af te schrapen, maar het laat altijd een spoor na. Een eenzijdig spoor, dat je constant herinnert aan hoe de spelregels in de journalistiek altijd een beetje… laten we zeggen, flexibel zijn, afhankelijk van wie de regels schrijft. En geloof me, dat zijn meestal niet de mensen die de klachten indienen.
Maar hé, laten we het van de zonnige kant bekijken! Nu ben je in ieder geval een ervaring rijker. Een ervaring die je kunt delen met vrienden op verjaardagen, waar ze je geschokte blik zullen bewonderen terwijl je vertelt over je avonturen bij de RVDJ. Misschien krijg je zelfs een glimlach als je de punchline van je verhaal brengt: “En weet je wat het ergste is? Ze kennen elkaar allemaal!”
Dus daar ben je dan, een leek in een wereld vol journalisten die elkaar al jaren kennen. Welkom bij het spel! De spelregels? Die zijn fluïde. Het doel? Blijf overeind in een arena waar objectiviteit net zo zeldzaam is als een kop koffie die precies op de juiste temperatuur blijft. Oh, en die klacht van jou? Die zal nooit vergeten worden, althans, niet door het internet. Of door die ene collega die je bij elke netwerkborrel subtiel eraan herinnert: “Hé, heb je nog iets gehoord van die klacht bij de Raad?”
Kortom: de Raad voor de Journalistiek is niet zomaar een instituut. Het is een ervaring. Een reis. Een avontuurlijke tocht vol vooringenomenheid, belangenverstrengeling en internetveroordelingen die blijven hangen als… nou ja, je snapt het punt. Of je er nu klaar voor bent of niet, je naam blijft kleven, je verhaal blijft onverteld en je klacht? Ach, die was eigenlijk al vergeten voordat je hem had ingediend.
En zo rollen zij verder, journalisten onder elkaar… met hun beschermheer die "objectieve" Raad voor de Journalistiek …
1 note · View note
denktanks · 5 years ago
Text
Liberales dient klacht in tegen P-Magzine bij Raad voor de Journalistiek - Knack.be
Liberales dient klacht in tegen P-Magzine bij Raad voor de Journalistiek  Knack.be
De liberale denktank Liberales heeft een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek (RVDJ) tegen P-Magazine.
from "denktank" - Google Nieuws https://ift.tt/2YXainH
0 notes
janpeeters19fd · 2 months ago
Text
RVDJ Klacht indienen Raad voor de Journalistiek
Laten we dieper duiken in het avontuurlijke proces van een klacht indienen bij de Raad voor de Journalistiek (RVDJ). Een reis die ik aanging met de naïeve hoop dat mijn stem gehoord zou worden, gewapend met niets meer dan een klacht en een gezonde dosis zelfspot.
Het begon allemaal toen ik op de website van de RVDJ belandde. De website straalt een soort statigheid uit die je ook zou verwachten bij een gerechtshof, met het enige verschil dat hier geen rechters in toga's rondlopen, maar journalisten met een koffieverslaving en een pen als zwaard. De informatie was zo formeel dat ik half verwachtte dat mijn computerscherm me een hand zou geven.
Na enig speurwerk vond ik het online klachtenformulier. Dit was geen gewoon formulier. Nee, het leek eerder op een sollicitatie voor een geheime dienst. Elke vraag was een potentiële valstrik: "Beschrijf de inhoud van uw klacht." Simpel genoeg, toch? Maar elke zin moest zorgvuldig gewogen worden, alsof je probeert niet te struikelen over je eigen woorden bij een diner met je schoonouders.
Na het invullen en verzenden van het formulier begon het wachten. Dagen verstreken zonder een woord. Het was als wachten op een reactie na een eerste date – elke keer dat mijn e-mail pingde, sprong mijn hart op, alleen om weer te zakken toen het slechts spam bleek te zijn. De RVDJ is net zo snel met reageren als een tiener die zijn huiswerk moet inleveren.
Toen uiteindelijk de dag kwam dat ik een reactie kreeg, voelde het als een anti-climax. De brief was zo vol vakjargon en omfloerste taal dat het leek alsof ze probeerden Shakespeare na te doen, maar dan minder begrijpelijk. Ze hadden mijn klacht "in overweging genomen" en zouden "in lijn met de principes van zelfregulering" handelen. Dat klonk bemoedigend, tot je je realiseert dat zelfregulering in de journalistiek vaak voelt als een slager die zijn eigen vlees keurt.
De zitting aan de Wetstraat 155 te 1040 Brussel zelf was een ander verhaal. Ik werd verwelkomd in een kamer die de sfeer had van een uit de hand gelopen boekenclub. Daar zaten ze dan: de raadsleden, allemaal met een ernstige blik, alsof ze de wereldproblemen gingen oplossen, maar in werkelijkheid enkel besloten over een klacht tegen een van hun eigen. Het was duidelijk dat dit een clubje was waar iedereen elkaar kende, en ik was de nieuweling die het waagde hun harmonie te verstoren.
De discussie die volgde was zowel komisch als ontnuchterend. Argumenten werden heen en weer geslingerd met de gratie van een olifant in een porseleinkast. Mijn klacht werd behandeld, maar met de zachtheid van een houthakker die een bonsaiboom snoeit. Het was duidelijk: ik was een outsider die het feestje had gecrasht.
Toch, ondanks de voorspelbare uitkomst, was de hele ervaring leerzaam. Het leerde me dat zelfs in de wereld van journalistieke zelfregulering, waar alles zo serieus lijkt, er ruimte is voor een beetje humor - al is het maar omdat je anders wel moet huilen. Dus, als je ooit een klacht wilt indienen bij de RVDJ, onthoud dan: neem het met een korreltje zout, een goede dosis zelfspot en veel verdraagzaamheid.
Na de surrealistische belevenis van de zitting, waarbij iedereen elkaar net iets te goed kende, kwam het verdict: mijn klacht werd ongegrond verklaard. En hoe! De afwijzing was verpakt in een zoveelste formele brief, het soort waarbij je drie keer moet lezen om te begrijpen dat ze eigenlijk gewoon "nee" zeggen.
De brief was een meesterwerk van non-informatie. Ze gebruikten zoveel woorden om te zeggen dat er eigenlijk niets aan de hand was, dat ik bijna respect kreeg voor hun vermogen om helemaal niets te zeggen met heel veel woorden. Het was alsof ze een cursus 'Hoe omzeil ik een punt?' met glans hadden doorlopen. De kern van de afwijzing was dat de journalistieke vrijheden breed moesten worden geïnterpreteerd en mijn klacht viel niet binnen hun nauw gedefinieerde grenzen van misstappen.
Ik kon het bijna horen, het collectieve zuchten van opluchting van de raad, toen ze zonder blikken of blozen mijn klacht naar het rijk der fabelen verwezen. De redenering was zo dicht geweven met jargon dat het leek alsof ze een nieuwe taal hadden uitgevonden, speciaal voor deze gelegenheid. De woorden 'journalistieke integriteit' en 'redactionele vrijheid' dansten door de brief als ballerina's die pirouettes uitvoeren, elegant maar ongrijpbaar.
Het moment dat ik de brief las, voelde ik een mix van teleurstelling en amusement. Teleurstelling omdat de journalistieke gerechtigheid, zo leek het, was verworden tot een klucht. Amusement omdat de situatie zo absurd was dat het bijna lachwekkend werd. Ze hadden net zo goed kunnen schrijven: "Beste indiener, bedankt voor uw deelname aan onze jaarlijkse 'Laat ons pretenderen dat we objectief zijn'-show."
Dus daar stond ik dan, met een ongegronde klacht, een verhaal rijker en een illusie armer. Het voelde alsof ik een hoofdrol had gespeeld in een slecht geschreven sitcom over de journalistiek. Maar zoals bij elk goed verhaal, was er een moraal: neem de dingen niet te serieus, vooral niet de instanties die zichzelf veel te serieus nemen.
Met hernieuwde energie en een vleugje cynisme besloot ik mijn ervaringen te delen. Misschien niet via een klachtenraad die overduidelijk zijn eigen leden beschermt, maar via het krachtigste wapen dat ik bezit: het Internet. Want als de Internet machtiger is dan het zwaard, dan is satire de atoombom. En ik was klaar om een flinke lading humoristische waarheid af te vuren op iedereen die dacht dat ze boven de wet stonden. Want aan het einde van de dag, als je niet kunt lachen om de absurditeit van het leven, wat blijft er dan nog over?
Na mijn ervaring met de afwijzing van mijn klacht, werd het me steeds duidelijker dat de Raad voor de Journalistiek (RVDJ) eigenlijk niet meer was dan een zelfbeschermend clubje, waar beslissingen worden gemaakt door journalisten, voor journalisten. Het voelde als een geheim genootschap waar de leden elkaars ruggen krabben onder het mom van journalistieke integriteit.
Wat is eigenlijk de zin van een 'onafhankelijke' raad als die voornamelijk bestaat uit mensen die uit dezelfde vijver vissen? Het leek wel een studentenvereniging waar de leden elkaar moeten beoordelen—natuurlijk zullen ze zeggen dat de feestjes fantastisch zijn, zelfs als de buren klagen over het lawaai.
0 notes
denktanks · 5 years ago
Text
Klacht maar nog geen onderzoek in zaak-Van Dijck - Het Belang van Limburg
Klacht maar nog geen onderzoek in zaak-Van Dijck  Het Belang van Limburg
BrusselDe liberale denktank Liberales heeft een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek (RVDJ) tegen P-Magazine omdat dat “ethisch zijn boekje te ...
from "denktank" - Google Nieuws https://ift.tt/2k5oZGg
0 notes
denktanks · 5 years ago
Text
@ PolBegov: Liberales dient klacht in tegen P-Magzine bij Raad voor de Journalistiek De liberale denktank Liberales heeft een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek (RVDJ) tegen P-Magazine. https://t.co/GgOtcZsJ9j https://t.co/OJbwiQtNKU
Liberales dient klacht in tegen P-Magzine bij Raad voor de Journalistiek De liberale denktank Liberales heeft een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek (RVDJ) tegen P-Magazine. https://t.co/GgOtcZsJ9j pic.twitter.com/OJbwiQtNKU
— Veille infopol (@PolBegov) July 15, 2019
0 notes