#heelt
Explore tagged Tumblr posts
Text
De tuinman en de dood
In januari kocht ik meteen het dagboek* van Derek Jarman, de kunstenaar die in 1994 op 52-jarige leeftijd overleed aan aids. Hij besluit Londen achter zich te laten en begint een leven in een oude visserswoning aan de uiterste rand van Engeland. Langzaam en niet vooropgezet ontstond een tuin die hij bevecht op de plek. 'Moderne natuur' begint op 1 januari 1989. Ik verloor me al snel in het boek. Stormen, maanlicht, zeekool, het vuil dat zich ophoopt langs de zeekant, de in de nacht opgloeiende kerncentrale van Dungeness, nachtelijke eenzaamheid, dappere plantjes, alles vloeit samen in een meeslepend dagboek.
24 februari: “Ik leef in geleende tijd, dus zie ik geen reden waarom het me niet zwaar te moede zou worden.” 31 maart 1989: “Zon een volmaakt witte bol in een krijtachtige hemel, nevel waait in melkachtige sluiers over de Ness, stil, teer-pastelgeel wilgenkatjesbos schittert in het zilverige licht.“ Ik stop met lezen. Ik zou niets liever willen dan doorgaan, maar besluit enkele weken te wachten tot we op 1 april voor twee maanden in Saint Julien le Petit verblijven. Het voelt als het juiste ding om te doen, alsof de inhoud te kostbaar is om zomaar te verspillen.
Hier zijn we nu, in een degelijk huis met uitzicht op het dal van La Maulde. Ik sla het boek weer open. 1 april 1989: “April werd ingeluid met een ongenadige kou die 's nachts omsloeg in een bittere oosterstorm. “ Enkele dagen later is April uit. Ik wil niet aan de maand mei beginnen, onze laatste maand hier. Ik stel het einde van zijn boek en zijn leven voorlopig uit. Het is nu eenmaal geen gewoon dagboek.
Jarman heeft van kinds af aan een grote liefde voor planten, die in zijn kostschooljaren vermorzeld wordt, maar die in Dungeness weer tot bloei komt. Met grote aandacht schrijft hij in zijn dagboek over nederige gewassen, over worstelende plantjes, door de zand gegeselde knoppen van de lissen. Hij haalt poëzie aan en oude botanische beschrijvingen Zo lees ik wat Samuel Pepys in de zeventiende eeuw over salie schrijft: “Saly is in't bysoncer goet voor hooft ende hersens, spoort den sinne en het gehuegen aen, sterkct den zenewe, heelt den gesondheyt der lammen ende beevende litmaeten.” [hulde aan de vertalers!]
Dan vind ik hier in de tuin, naast een kronkelend stroompje een onooglijk plantje dat ik niet ken. Het blijkt de 'goudveil' (chrysosplenium oppositifolium) te zijn, behorende tot de steenbreek-familie. Ik vind op een site de beschrijving van Rembert Dodoens, een zestiende eeuwse arts: De Gulde Steenbreeck groeyt in sommighe broeckachtighe oft poelachtighe, waterachtighe, onderloopende plaetsen van Brabandt ende Vlaenderen en op sandachtighen ende onvruchtbaeren magheren grond. Aerd, Kracht ende Werckinghe Gulde Steenbreeck en wordt nerghens in ghebruyckt; ende wat kracht dat het heeft van eenige sonderlinghe sieckte te ghenesen / is ons noch ter tijdt onbekent.”
Op 1 mei zal ik na deze eerste zin uit het hoofdstuk verder lezen: “Het geluid van een koekoek weerklinkt in het drasland.”
* 'Moderne natuur – Aantekeningen uit een tuin aan de rand van het bestaan'| Derek Jarman | vertaling Henny Corver en Nico Groen | Das Mag Uitgevers | 2024
3 notes
·
View notes
Text
verse liefde
je raakt me aan op plekken waar ik nog niet klaar ben om te voelen maar doorvoel me asjeblieft aan jou geef ik mezelf
dat is mijn patroon misschien te geven wat ik nog niet heb ik sta voor eeuwig in het rood maar jij belooft een overvloed aan alles wat me heelt hoop dat ik me niks heb ingebeeld
soms denk ik dat ik je verzonnen heb ik plak mijn lichaam tegen jou om je te voelen als bewijs de zoete geur die sterk op liefde lijkt te vangen ik blijf eindeloos verlangen naar dat je nog lang bij me blijft
12 notes
·
View notes
Text
De fotoshoot van onze vakantie heeft prachtige foto's opgeleverd die we ons leven lang zullen koesteren. Anke van Anke Grootografie heeft het super gedaan en Leons tante Elly zijn we eeuwig dankbaar voor het onwijs mooie kado.
Nu verzin je het volgende weer niet natuurlijk: afgelopen zondag kwamen mijn ouders langs op puppyvisite en om Astor voor het eerst sinds de operatie weer te zien. Ze legden lekkers voor de honden even op de keukentafel om hun handen vrij te hebben om ons allemaal te groeten. Maya, de kleine vreetzak, dacht dat ze hetzelfde kon als de kat : op de keukentafel springen!
Spoileralert : Maya is geen kat. Dus ze viel, hard. Ze schreeuwde moord en brand zoals alleen een pup dat kan, maar dat zegt vaak niks. Toch wilde ze haar achterpootje niet gebruiken. Je raadt het al, met spoed naar de dierenarts ! Wéér een poot, ik kreeg het er best benauwd van. Het is nog niet helemaal duidelijk wat nu het probleem is, de specialist heeft vandaag naar de foto's gekeken maar kon geen definitieve diagnose doen omdat pups een en al uit groeischijven bestaan, botsgewijs. Morgen bellen we weer met onze eigen dierenarts om een afspraak te maken, ze heeft flinke pijnstilling en nog loopt ze als een soort piraat met een houten been. 🙁
Gelukkig zijn pups van elastiek en heelt alles over het algemeen snel, maar mijn zorg ligt vooral bij eventuele blijvende schade bij onze kleine brokkenpiloot.Fingers crossed, allemaal.🤞
1 note
·
View note
Text
Badzout (Bath salts)
Geniet van een kalmerend en rustgevend bad met de natuurlijke producten van Scully. Kies voor ons badzout, doordrenkt met essentiële lavendelolie voor een verfrissende en hydraterende uitstraling. Het reinigt, zuivert en heelt de huid. Voel je ontspannen bij elk bad met onze artikelen. Wacht niet langer en koop de jouwe nu!
0 notes
Text
193, 8, het echte
Het echte leven vertaalt in het woord van liefde
Zo genezend voor ziel en lichaam
Zo vrij die liefdes energie stroomt
Zo heelt het geheel ieder deel
Wat een vertrouwen
-copyrights Ameen 2024-
1 note
·
View note
Text
'App your movie bestie and plan a movie date for All of Us Strangers! And just to be safe, take a pack of tissues with you. Because this film with Paul Mescal and Andrew Scott is so beautiful, special and heart-warming and heartbreaking at the same time: it will definitely stay with you for a long time.
It doesn't happen often that you sit in a cinema hall full of different people who are all just as overwhelmed after the credits and quietly whisper to each other as they leave the cinema: 'wow, this was really special'. -'I know right?'. -'Yes really.' It happened with the much-discussed film and TikTok favorite All Of Us Strangers with Paul Mescal (Normal People and Aftersun) and Andrew Scott (Fleabag). A film so unique in story and vibe and at the same time so universal in themes and feelings that it can touch a nerve with every viewer. Maybe even heals broken hearts. Either way will come in, a little or a lot. Whatever your age, background or lifestyle. Unless you suffer from emotional constipation or have the emotional life of a road sign. Then you can immediately skip the rest of this review ;-)
Sort of a spooky family reunion
The story revolves around lonely forty-something Adam (Scott), who lives as a scriptwriter in London and spends his free time mainly sitting on the couch, watching TV and eating chips. His friends and children are moving to the suburbs and the apartment where he lives is so new that there are hardly any neighbors. Except for that mysterious handsome younger neighbor Harry (Mescal) who drunkenly knocks on his door one day, looking for company (and, if all goes well, sex). At first, Adam says, he doesn't feel like it and has no room for it. He is very busy with his parents who died in a car accident thirty years ago. And when one day he visits his parental home for inspiration for a writing assignment, something special happens: his father and mother (played by Claire Foy and Jamie Bell) are there. They look exactly as they did when they died thirty years ago, just like Adam's old nursery and the eighties furniture in the living room. And mom and dad welcome Adam with open arms, as if they have been waiting for him all this time. Huh?
Don't try to understand
Like Adam, you might want to know right away what is real and what isn't and whether All Of Us Strangers might be some kind of supernatural science fiction film. But as his mother says, "it doesn't matter." Forget logic. What is especially important is that this reunion (fantasy, fever dream, special form of coping mechanism or whatever) gives Adam the opportunity to finally process his grief. To ask his parents the questions he could never ask. To finally tell them he's gay. To get the confirmation he longs for from them. And by dealing with his pain and his sad past, he might finally be able to be happier and lighter in the present. And let that nice neighbor in. In his house and in his heart.
Non-realistic situation, but very realistic feelings
That doesn't result in any vague stuff or Hollywood sweetness. The conversations about Adam's coming out are even difficult. Especially with his mother, who (given the time she has been stuck in) mainly mentions eternal loneliness, insecurity and AIDS. Not the first thing you want to hear when you are so vulnerable. But it also produces very beautiful, warm and healing conversations and scenes that are at the same time super heartbreaking because you - just like them - know that they will end one day. If Adam wants to move on with his life, he will have to let go. And that is a feeling that we all know or will undoubtedly experience at some point... gulp. If you still have your parents (and they're not assholes), after watching this movie you'll want to tell them how much you love them.
Give them all an Oscar
All Of Us Strangers is beautifully filmed: close to the skin, bathed in beautiful light and brilliant colors. You have never seen the London skyline so beautiful. And the foursome Scott, Mescall, Foy and Bell are also a pleasure to watch. They have a special and intense chemistry, all four are strong in expressing layered emotions and hidden tears, and there is so much going on in their eyes that the glances exchanged will stay with you for a long time. Adam may be in his forties; in his eyes you can still see the little boy who was bullied at school, who lost his parents at the age of 11 and who then hid a large part of himself from the outside world. We understand that Golden Globe nomination for Adam Scott's impressive performance. And as far as we are concerned, this special film (despite the slightly unsatisfactory ending) will win a lot of other awards.
All of Us Strangers (2023) Grade: 10 Drama, love Duration: 1h, 45min Director: Andrew Haigh Cast: Andrew Scott, Paul Mescal, Carter John Grout, Jamie Bell, Claire Foy...'
#All of Us Strangers#Andrew Scott#Paul Mescal#Carter John Grout#Jamie Bell#Claire Foy#Andrew Haigh#Normal People#Fleabag#Aftersun
0 notes
Text
Wat moed moet
Een storm raast plots door mijn vertrouwde wereld. Alles en iedereen vervreemdt.
Die lofredes complimenteren niet langer. Die diepe gesprekken inspireren niet langer. Die warme armen om 2 uur ‘s nachts troosten niet langer.
En opeens is ze er, mijn gapende en etterende wonde. En opeens is er niets anders meer. Alleen zwaarmoedigheid, verzuring, melancholie, verbitterde pijn en onverwerkte verdriet.
Men zegt weleens “tijd heelt alle wonden”. Awel, tijd heelt juist niets als ge jarenlang de etter niet verzorgt.
In het oog van de storm kijken vergt veel moed maar ik heb deze keer geen keuze, ik moet.
0
0 notes
Text
Hoop in hopeloze gevallen Brengt hem Mij hier. Mattheüs 17: 17. In werkelijkheid zal onze tekst het gehele verhaal omvatten. Daar het echter noodzakelijk schijnt een zin uit te kiezen, hebben wij die genomen, welke voor ons ligt, als dat deel van de geschiedenis behelzende, waaromheen zich alles afspeelt. Het koninkrijk van onze Heere Jezus Christus was, terwijl Hij Zich op deze aarde bevond, zo uitgebreid, dat het de grenzen zowel van de hemel als van de hel aanraakte. Wij zien Hem op het ene ogenblik Zich met Mozes en Elia in Zijn heerlijkheid onderhouden alsof Hij Zich aan de poorten van de hemel bevond. En ziet, weinige uren daarna aanschouwen wij Hem, staande tegenover een boze geest, als om de macht der hel uit te dagen. Het is een lange reis, van de patriarchen tot de demonen, van de profeten tot de stomme duivelen. Doch Zijn barmhartigheid zet Hem aan tot spoed en Zijn macht ondersteunt Hem, zodat Hij in de ene plaats zowel als in de andere als overwinnaar te voorschijn treedt. Welk een Heere der heerlijkheid was Hij, ook in Zijn staat der vernedering! En met welk een heerlijkheid is Hij nu omkleed! Hoe ver strekt zich niet Zijn goedheid uit! Voorwaar, Hij voert heerschappij van de zee tot de zee. Tot de uitersten, waarin de mens kan komen, breiden zich de grenzen van Zijn rijk uit. Onze Heere en Meester hoort met vreugde het geroep van een gelovige. Die zijn vijand heeft overwonnen en op hetzelfde uur neigt Hij Zijn oor naar de wanhoopskreet van een zondaar. Die alle vertrouwen op zich zelf heeft laten varen en begerig is om door Hem te worden gered. Op het ene ogenblik neemt Hij de kroon aan, welke de krijgsknecht Hem brengt uit de roemvolle strijd. Op het andere ogenblik heelt Hij de gebrokenen van hart en verbindt Hij hun wonden. Er is een merkwaardig verschil tussen het toneel van het sterven van een zegevierende gelovige die de rust ingaat. En de eerste tranen van berouw van Saulus van Tarsen, die genade zoekt bij de Zaligmaker, Die hij heeft vervolgd. En toch zijn het hart en het oog des Heeren over beide. Dat onze Heere voor het oog van Zijn jongeren van gedaante veranderd werd, was geen oorzaak, dat Hij geen duivelen kon of wilde uitwerpen. En ook gevoelde Hij zich daardoor niet te verheven en te geestelijk om Zich met allerlei kwalen onder de mensen op te houden. Zo trekken dan in deze stonde de heerlijkheden van de hemel Hem niet af van de ellenden op aarde en vergeet Hij daardoor niet de verzuchtingen en de tranen der ellendigen, die Hem in dit dal der tranen zoeken. Het geval van de dove en stomme demonische geest, waarvan wij u het negende hoofdstuk van het evangelie van Markus hebben voorgelezen en waarvoor ik deze morgen uw bijzondere aandacht vraag, is wel zeer merkwaardig. Alle zonde levert het bewijs, dat de ziel zich onder de heerschappij van de satan bevindt. Alle onbekeerde mensen zijn in zekere zin in werkelijkheid van de duivel bezeten, die in hun hart zijn troon heeft opgericht, aldaar regeert en vandaar de leden van het lichaam beheerst. "De geest die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid," is de naam welke Paulus aan de vorst der duisternis geeft. Dit bezeten zijn is niet in alle gevallen gelijk. En het uitwerpen van satan, schoon altijd door dezelfde Heere tot stand gebracht, wordt niet altijd op dezelfde wijze verricht. Wij prijzen God, velen van ons althans dat toen wij in de zonde leefden, wij nochtans te dezen opzichte niet aan een verschrikkelijke razernij waren overgegeven - er was een mate in onze waanzinnigheid. Wij schrijven niets daarvan aan ons zelf toe, maar wij danken God er voor, dat wij niet, als rollende voorwerpen voor de storm werden voortgejaagd, maar dat wij ingetoomd en binnen de perken van een uitwendige welgevoeglijkheid gehouden werden. Wij zijn eveneens dankbaar, dat wij niet allen, nadat wij ons, ontwaakt en verontrust onder de ijzeren roede van de satan bevonden, tot die uiterste wanhoop, die verschrikking van grote duisternis, die inwendige foltering en zielsangst gebracht werden.
Welke sommigen hebben moeten verduren. En toen Jezus kwam om ons te redden. Ofschoon Satan ons vele hindernissen in de weg legde. Zo was er toch niets van dat schuimbekken van de menselijke trots dat rondwentelen ter volharding in de boze lusten, dat tieren van een woedende razernij, waarvan wij wel merkwaardige voorbeelden hebben gelezen. De Heere opende ons hart zachtjes met Zijn gouden sleutel, trad in de binnenkamer van onzen geest en maakte Zich daar Zijn woonstede. Voor het merendeel worden de veroveringen welke Jezus in de ziel van Zijn volk maakt, schoon door dezelfde macht bewerkt, op kalmer wijze tot stand gebracht dan in het geval hetwelk ons bezig houdt. Laat hiervoor de God der genade de dank worden toegebracht. Doch zo nu en dan zijn er van die vreemde, buitengewone gevallen. Gevallen van personen, in welke satan vrij spel schijnt te hebben en het uiterste van zijn boosaardige macht schijnt aan te wenden. En in welke de Heere Jezus de uitnemende grootheid van Zijn macht ten toon spreidt, waar Hij in Zijn almacht en liefde de tiran onttroont en hem uitwerpt om nimmer weer te keren. Indien hier deze morgen slechts één zodanige persoon mocht zijn. Zal ik gerechtvaardigd zijn daarin dat ik naar hem omzie. Want wat mens is er onder u, die, zo hij honderd schapen heeft, en een daarvan verdwaald raakt, niet de negen en negentig in de woestijn laat. En heengaat om het afgedwaalde te zoeken? Ik vraag de voorbede van hen, die in vervlogen jaren tot Jezus zijn gebracht en zich nu in Hem verblijden, dat wij deze morgen die mensen mogen treffen, die ver zijn afgeweken. En door de zalving van de Heilige Geest hen mogen vrijmaken, die in ijzeren boeien zijn gekneld, opdat zij op deze dag tot de bevrijden des Heeren kunnen worden gerekend. Want indien de Zoon hen zal hebben vrijgemaakt, zo zullen zij waarlijk vrij zijn. Ik zal, met de hulp van de Heere in de eerste plaats uitweiden over het jammerlijke geval; daarna zullen wij handelen over de enige toevlucht; en tenslotte de zekere uitslag bewonderen. 1. Laat ons, voor zover de tijd het toelaat, de bijzonderheden nagaan van HET JAMMERLIJKE GEVAL hetwelk onze aandacht bezig houdt. Wij beschouwen de wonderen van Christus op natuurlijk gebied als typen van Zijn werk op geestelijk terrein. De wonderen welke Hij wrocht in de natuurlijke wereld, vinden hun weerslag in de geestelijke wereld. Het uitwendige en natuurlijke is het symbool, het zinnebeeld van het inwendige en geestelijke. Nu is de maanzieke, die door zijn vader ter genezing tot Jezus gebracht werd, niet zo onderscheidenlijk een vertegenwoordiger van een geval van grove zonde, ofschoon de geest een onreine genoemd wordt. En satan overal zijn besmetting brengt. Hij is meer een voorbeeld van de grote verschrikking, de rustverstoring en de razende wanhoop die door de boze in sommige gemoederen wordt veroorzaakt om hen te pijnigen en in gevaar te brengen. Gij zult dienaangaande opmerken, dat de kwaal zich nu en dan in geweldige aanvallen van waanzinnigheid openbaarde, waarbij de mens alle macht over zich zelf verloren had. Zulk een aanval wierp het arme slachtoffer in alle richtingen. Wij hebben het ook wel meegemaakt dat zwaarmoedige personen door moedeloosheid, wantrouwen, ongeloof en wanhoop bij tijden zo werden aangegrepen, dat hun woede en razernij niet in te tomen was. Niet zozeer dat zij die boze gasten onderhielden, als wel dat zij er de slachtoffers van waren. Gelijk Markus het uitdrukt: "De geest grijpt hem aan." En alzo worden zulke beklagenswaardige wezens door reus Wanhoop gevangen genomen en weggevoerd. De geesten drijven hen voort in dorre plaatsen, waar zij rust zoeken die niet te vinden is. Zij weigeren vertroost te worden. En gelijk bij kranke lieden heeft hun ziel een afkeer van iedere spijze. Zij openbaren ook geen kracht om met hun zwaarmoedigheid te strijden. Aan weerstand bieden schijnen zij in het geheel niet te denken. Zij worden als het ware opgenomen en buiten zich zelf gevoerd in een poel van jammer en ellende.
Zulke gevallen zijn volstrekt niet ongewoon. Daar satan weet dat zijn tijd kort is en bemerkt dat Jezus Zich haast ter verlossing, striemt hij zijn arme slaaf met een overmaat aan boosaardigheid. Of het hem nog gelukken mag zijn slachtoffer geheel te vernielen voordat de Bevrijder ter plaatse aanwezig is. Het arme slachtoffer in onze tekst werd op zulke tijden door een verschrikkelijke angst aangegrepen. Een angst welke hij aan den dag legde, doordat het schuim hem om de mond stond, door zich op de grond rond te wentelen en door overluid te roepen. Op zulke tijden gebeurde het meermalen, dat hij bij een vreselijke val zich zelf verwondde. En dat zijn razernij hem er toe bracht tegen alles aan te bonzen wat maar vóór hem stond, waardoor hij nieuwe wonden en kneuzingen opdeed. Niemand dan degenen, die zoiets hebben ondervonden, kunnen zeggen wat de pijnen zijn van de overtuiging van zonde, wanneer deze door de inblazingen van de vijand wordt verzwaard. Sommigen van ons hebben iets dergelijks doorgemaakt naar de mate, ons toegemeten. En kunnen verklaren dat het een hel op aarde is. Wij hebben de druk van de hand van een vertoornde God gevoeld. Wij weten wat het is, de Bijbel te lezen en er geen enkele belofte in te vinden die op onze toestand van toepassing is. Echter eerder iedere bladzijde als met bedreigingen te zien gloeien, alsof er vloeken gelijk de bliksem af flikkerden. Zelfs de heerlijkste gedeelten schenen tegen ons op te rijzen alsof zij wilden zeggen: "Hier moet gij niet komen. Deze troostgronden zijn niet voor u; gij hebt met hetgeen hier staat niets te maken." Wij hebben ons zelf wonden toegebracht door leerstukken, voorschriften en beloften. En zelfs door het kruis zelf. Wij hebben gebeden. En zelfs ons gebed heeft onze ellende vermeerderd. Zelfs tegen de genadetroon zijn wij aangevallen waar wij oordeelden dat onze gebeden niet meer waren dan ijdele klanken, hinderlijk voor de Heere. Wij zijn met de vergadering van het volk Gods opgegaan. En de prediker scheen het op ons gemunt te hebben en zout in onze wonden te wrijven, zodat het nog erger met ons werd; zelfs het hoofdstuk en wat er gezongen werd. En de gebeden, dat alles scheen een verbond tegen ons te hebben gemaakt. En wij gingen naar huis en trokken ons moedelozer en wanhopiger dan ooit in de eenzaamheid terug. Ik hoop, dat niemand van u zulk een gemoedsgesteldheid bij ondervinding behoeft te leren kennen. Want zij is, naast de hel zelf, een van de vreselijkste dingen. En in zulk een toestand zijn er mensen geweest, die met Job hebben uitgeroepen: "Zo zal ik ook mijn mond niet weerhouden, ik zal spreken in de benauwdheid van mijn geest; ik zal klagen in de bitterheid van mijn ziel. Ben ik dan een zee, of walvis, dat Gij om mij wachten zet? Wanneer ik zeg: mijn bedstede zal mij vertroosten, mijn leger zal van mijn klacht iets wegnemen. Dan ontzet Gij mij met dromen, en door gezichten verschrikt Gij mij. Zodat mijn ziel de verworging kiest, de dood meer dan mijn beenderen. Ik versmaad ze, ik zal toch in der eeuwigheid niet leven. Houd op van mij, want mijn dagen zijn ijdelheid. Gode zij dank, de uitgangen uit deze slavernij zijn dikwijls zodanig dat de engelen van blijdschap een loflied daarover aanheffen. Maar zolang als de zwarte nacht duurt is hij inderdaad een verschrikking van duisternis. Leg een martelaar op de pijnbank, of bindt hem met een ijzeren keten aan de paal en laat de vlammen rondom hem oplaaien. Dan zal, zo zijn Heere hem vriendelijk toelacht, zijn angst nog niets te betekenen hebben, vergeleken met de pijniging van een geest die door een inwendig gevoel van de gramschap Gods verschroeid en verbrand wordt. Zulk een mens kan instemmen met de klaagtoon van Jeremia en roepen: " Hij heeft mij gezet in duistere plaatsen, als degenen, die over lang dood zijn. Hij heeft mij toegemuurd, dat ik er niet uitgaan kan. Hij heeft mijn koperen boeien verzwaard. Ook wanneer ik roep en schreeuw, sluit Hij de oren voor mijn gebed. Hij heeft Zijn boog gespannen.
En Hij heeft mij de pijl als ten doel gesteld. Hij heeft Zijn pijlen in mijn nieren doen ingaan. Hij heeft mij met bitterheden verzadigd, Hij heeft mij met alsem dronken gemaakt. De geest van een mens zal zijn krankheid ondersteunen, maar een verslagen geest wie zal die opheffen? Over niet vergeven zonde te zuchten, de welverdiende straf daarvoor te vrezen, voor het vuur dat niet uitgeblust wordt, beducht te zijn, dit zijn zaken, welke de mensen in een verschrikkelijke mate doen lijden. En hen het leven als een last doen beschouwen. Wij zien uit het verhaal dat de boze geest, op die tijden dat hij zijn slachtoffer volkomen in bezit nam, zijn ondergang zocht, door hem in verschillende richtingen te slingeren. "En menigmaal heeft hij hem ook in het vuur en in het water geworpen." Zo is het ook met zielen, die zich in diepe ellende bevinden. Op de ene dag schijnen zij een en al vuur te zijn van ijver en van drift, van ongeduld en van angst. De volgende dag echter zinken zij in een verschrikkelijke koudheid en gevoelloosheid van de ziel, uit welke het ten enenmale onmogelijk schijnt hen op te wekken. Gisteren een en al gevoel, vandaag totaal gevoelloos. Er is bij hen geen zekerheid. Gij weet niet waar gij hen kunt vinden. Als gij met hen handelt als met een geest die in gevaar is van het vuur van lichtzinnige overmoed, moet gij er maar op rekenen dat al uw moeite te vergeefs is. Want vijf minuten daarna zijn zij in gevaar van het water van onverschilligheid. Zij gaan van het ene uiterste in het andere. Zij zijn gelijk aan de zielen in het vagevuur, van welke de legende meldt, dat zij zich beurtelings in een oven en in cellen van ijs bevinden. Naar de wijze, waarop zij heden tot u spreken, zou gij veronderstellen dat zij zich als de snoodste van alle zondaren gevoelen. Over korte tijd echter ontkennen zij, dat zij enig berouw gevoelen over hun zonden. Gij zou u verbeelden, wanneer gij hen op de ene tijd hoort, dat zij niet eerder met bidden zullen ophouden tot zij de Zaligmaker gevonden hebben. Echter enige tijd later vertellen zij u, dat zij in het geheel niet kunnen bidden. En dat het bij hen maar spotternij zou zijn om de knie te buigen. Zij doorlopen alle mogelijke veranderingen. Zij zijn onbestendiger dan het weer. Hun kleur komt en gaat gelijk die van het kameleon. Het gaat bij hen al met horten en stoten, met rukken en schokken. Geen mens die een maand op hen kan rekenen, want zij veranderen vaker dan de maan. Hun krankheid spot met al onze moeite. Hun onrust verijdelt al onze pogingen tot vertroosting. Alleen Jezus Christus zelf kan met hen terecht. Het is goed dat wij hierbij kunnen voegen, dat Hij een bijzondere wijze van handelen heeft met zulke hardnekkige kwalen. En dat Hij er behagen in schept diegenen te genezen, welke alle anderen als ongeneeslijk hebben opgegeven. Om de moeilijkheden, aan dit jammerlijke geval verbonden, nog groter te maken, was dit kind doof. Dit deelt ons de Heere bij Markus mee, waar Hij zegt: "Gij, stomme en dove geest! Ik beveel u, ga uit van hem." Er was derhalve in het geheel geen weg op te vinden om met hem te redeneren. Geen klank kon dat verzegelde oor bereiken. Met andere mensen zou gij kunnen spreken. En een zacht woord zou de beroeringen in hun gemoed kunnen doen bedaren. Echter geen woord, hoe teer ook, kon deze arme, gemartelde geest bereiken die voor iedere klank, voor ieder gevoelvol woord ontoegankelijk was. En zijn er nog niet de zodanigen, voor wie woorden verspilling van kracht zijn? Gij kunt beloften aanhalen, gij kunt het een en ander tot aanmoediging doen horen, gij kunt verschillende leerstukken uiteenzetten maar het een helpt zoveel als het ander. Zij eindigen waar zij begonnen. Evenals eekhoorntjes die in een kooi ronddraaien, komen zij altijd weer op hetzelfde punt uit. O dat draaien en wenden, die omkeringen en omwindingen van arme, gemartelde gemoederen! Zeker, het is gemakkelijk genoeg hun te zeggen, dat zij in Jezus moeten geloven. Als zij u echter verstaan,
dan is het op zulk een duistere manier, dat het wel nodig is er nog een nadere verklaring van te geven. En die verklaring zult gij nog wel weer verder moeten verklaren. Zich eenvoudig te werpen op het bloed der besprenging en te rusten op het volbrachte werk van Jezus is van alle zaken het allereenvoudigste. Het a, b, c van een kind kan niet eenvoudiger zijn. En toch is het hun niet duidelijk. Het zal de schijn hebben, dat zij u begrijpen. En daarna zullen zij weer plotseling op zij springen. Het zal er naar lijken, dat zij overtuigd zijn en voor een tijd hun twijfel en vreze hebben laten varen. Kom echter eens een half uur later bij hen. En dan zult gij bevinden, dat gij even goed tot een muur had kunnen spreken. En dat gij aan een dovemans deur geklopt hebt. O, wat een beklagenswaardige toestand! De God der genade moge op dezulken neerblikken, want 's mensen hulp biedt geen hoop. Gode zij de eer, Hij heeft hulp besteld bij een Machtige, Die kan maken, dat de doven horen. En dat Zijn stem met een lieflijke aanmoediging in de doodse stilte van de kerker der wanhoop weerklinkt. Daarenboven blijkt het, dat het geplaagde kind stom was, dat wil zeggen, niet in staat om verstaanbare klanken voort te brengen, als een gevolg van het bezeten zijn door de duivel. Aangezien de bezetene, toen de duivel hem verliet, een geroep liet horen, schijnt het wel, dat hij in het bezit was van alle spraakorganen. Echter niet geleerd had zich duidelijk en verstaanbaar uit te drukken. Hij kon wel geluid geven, maar het was in onsamenhangende klanken. Alles wat er nodig is om geluiden te maken was wel aanwezig. Echter werd er niets dat verstaanbaar was ten gehore gebracht, uitgezonderd de meest hartverscheurende smartenkreten. Zulke stommen zijn er in overvloed. Zij kunnen van hun eigen toestand geen verslag geven. Als zij tot u spreken is het onsamenhangende taal hetwelk zij voortbrengen. Zij kunnen geen vijf zinnen uitbrengen of zij hebben zich zelf al tegengesproken. Gij weet dat zij, wat zij spreken, voor waar houden. Als gij dat niet wist zou gij denken, dat zij u onwaarheden vertellen, welke met elkaar in tegenspraak zijn. Hun ervaring is een reeks van tegenstrijdigheden. En wat zij ten gehore brengen is nog ingewikkelder dan hun ervaring. Het is een zeer moeilijk en zwaar werk lang met hen te spreken. Iemands geduld wordt er door uitgeput. En waar het geduld van de hoorder wordt uitgeput, welk een last moet de ongelukkige spreker dan niet hebben te dragen. Zij bidden, maar dat durven zij geen bidden te noemen. Het is eerder het geluid van een kraanvogel of van een zwaluw. Zij bespreken met God hetgeen er in hun arm, verdwaasd hart omgaat. O, het is zulk een wartaal en zulk een vreemde mengeling, dat zij, wanneer zij geëindigd hebben, zelf niet recht weten of zij gebeden hebben of niet. Het is de kreet, de bitterlijk benauwende kreet van de smart. Niet in woorden weer te geven, wat er van hen tot God opgaat. Het is een verschrikkelijke verzuchting, een onuitsprekelijk smachten en verlangen van de Geest. Echter zelf weten zij nauwelijks wat het betekent. Gij wordt vermoeid door de bijzonderheden van dit smartelijke geval. Ik ben echter met het verhaal van jammer en ellende nog niet aan het eind. Indien iemand van u nooit iets dergelijks ondervonden heeft, dank God er voor. Oefen echter tegelijkertijd medelijden en bid voor hen, die zulk een toestand moeten doorleven. En roep in stilte de hulp van de grote Heelmeester in, aangezien de menselijke kunst voor hen niets vermag. De vader zeide tot Jezus, dat zijn zoon verdorde, dat hij wegkwijnde. Hoe kon het anders bij iemand, die door zulk een massa ongesteldheden werd neergedrukt, die zo aanhoudend werd gemarteld dat de natuurlijke rust van de slaap gedurig werd verbroken? Het was niet waarschijnlijk, dat de levenskracht lang zou blijven bestaan in een lichaam dat zo gefolterd en gepijnigd werd. En gij weet het wel, een wanhopige gemoedstoestand werkt buitengewoon verzwakkend op de ziel.
Mij zijn er voorbeelden van bekend dat ook het lichaam er door verzwakt werd, totdat de uitgeteerde lijder met David zei: "Mijn sap is veranderd in zomerdroogte." De schuld van de zonde te gevoelen, de toekomstige straf te duchten, in zijn oren een vreselijke klank te hebben van de "toekomende toorn," de dood te vrezen en die ieder ogenblik te verwachten boven alles. God niet te geloven en bittere dingen tegen Hem te schrijven, dit is iets, dat de beenderen doet verrotten en het hart doet verdorren. Lees het werk van Bunyan:"De genade verheerlijkt,"enz. En daar ziet gij een schilderij, naar het leven getekend van een ziel die als een eenzame struik in de wildernis was overgelaten, zodat zij niet kon zien wanneer haar het goede zou toevloeien. Gij aanschouwt een gemoed dat op en neer geworpen wordt door duizenderlei golven van ongeloof, dat nooit enige rust heeft maar voorturend wordt bemoeilijkt en afgetrokken door veronderstellingen, vermoedens en allerlei voorgevoel. Indien deze aanvallen altijd voortduurden en niet somtijds voor een wijle ophielden. Indien er als het ware geen kleine pauzes tussen de vlagen van ongeloof waren, dan zou de mens voorzeker voor goed ondergaan en als een prooi van zijn eigen wreed ongeloof heengaan naar zijn eigen plaats. Het ergste in dit geval was, dat dit alles al jaren zo geduurd had. Jezus vroeg, hoe lange tijd het was, dat hem dit was overkomen. En de vader antwoordde: "Van zijn kindsheid af." Somtijds laat God het toe, voor doeleinden, welke wij niet vatten dat de diepe ellende van een aangevochten ziel jaren lang duurt. Ik kan niet zeggen hoeveel jaren. Dit is echter zeker, dat sommigen tot aan het einde van hun leven met het ongeloof hebben te strijden gehad. En dat het alleen op het allerlaatst licht voor hen geworden is. Terwijl zij meenden, dat zij in de duisternis moesten bezwijken, is de Heilige Geest hun verschenen en zijn zij opgebeurd en vertroost. De Puriteinen haalden nog al veel de opmerkelijke ervaring aan van een Mej. Honeywood als een voorbeeld van de singuliere wijze, waarop God Zijn uitverkorenen in de vrijheid stelt. Jaren achtereen was zij aan zwaarmoedigheid en wanhoop ten prooi. Door de genadige voorzienigheid Gods echter werd haar op een bijna wonderbaarlijke wijze verlossing geschonken. Zij nam een dunne Venetiaanse spiegel op. En onder de uitroep: "Ik ben even zeker verdoemd als die spiegel in stukken geworpen wordt," slingerde zij hem op de vloer, toen, tot haar verbazing en tot verbazing van allen, ik weet niet door welk middel, het spiegelglas heel bleef en er zelfs geen barst of scheur in kwam. Die omstandigheid gaf haar eerst een straal van licht. En naderhand wierp zij zich op de Heere Jezus. Soms is er ook wel eens buitengewoon licht op buitengewone duisternis gevolgd, doordat God de gevangene uit de binnenste kerker, waar zijn voeten waren verzekerd geweest in de stok, uitvoerde. En hij zich na jaren van slavernij en dienstbaarheid in een volkomen en heerlijke vrijheid mocht verheugen. Nog één zaak omtrent dit geval. Het was aan de discipelen niet gelukt de duivel uit te werpen. Bij andere gelegenheden waren zij hierin wel geslaagd, zodat zij tot hun Meester konden zeggen: "Zelfs de duivelen zijn ons onderworpen." Ditmaal echter werden zij totaal teleurgesteld. Zij deden hun best. Het schijnt, dat zij enig geloof hebben gehad, anders zouden zij de taak niet ondernomen hebben. Hun geloof was echter volstrekt niet in overeenstemming met een geval van zo hooggaande nood. Schriftgeleerden en Farizeën begonnen zich rondom hen te verzamelen en hen te bespotten. En indien er in het gehele gezelschap van de apostelen de macht geweest was om de begeerde daad te verrichten, zouden zij het gaarne gedaan hebben. Echter nu stonden zij daar, verslagen en teleurgesteld - de arme patiënt daar vóór hen gekweld en gemarteld. En zij niet in staat om hem de geringste verlichting te geven. O, dat wordt zulk een pijnlijk geval, wanneer een ziel vol angst jaren lang naar het huis Gods is opgegaan en nochtans geen troost heeft gevonden.
Wanneer de verontruste geest hulp heeft gezocht bij evangeliedienaren, bij mannen en vrouwen, die christenen zijn. Wanneer er gebeden zijn opgezonden en niet beantwoord, tranen zijn gestort en geen baat hebben gegeven. Wanneer boeken, die voor anderen tot vertroosting hebben gediend, zonder enig gevolg zijn doorgelezen. Wanneer terechtwijzingen, welke duizenden op de rechte weg hebben geleid, niet eens een goede indruk maken. En toch zijn er zulke voorbeelden, waarbij alle menselijke werkzaamheid zonder vrucht en zonder baat is. En waarbij het even onmogelijk schijnt de arme, verontruste ziel te vertroosten, als de golven der zee te doen bedaren of de stem van de donder te doen zwijgen. Men kan nog wel personen aantreffen in wier hart de boze geest en de Heilige Geest gestadig krijg voeren, waarbij de boze geest al zijn boosaardigheid ten toon spreidt en de ziel tot de uiterste ellende brengt. Ik vertrouw nochtans, dat de Heilige Geest Zijn reddende macht in dezulken zal openbaren. En de ziel uit haar gevangenis zal leiden om de naam des Heeren te prijzen. Mij dunkt, ik hoor iemand, die God niet kent, tot zich zelf fluisteren: "Ik dank God, dat ik niets aangaande deze dingen weet." Wacht, voordat gij God hiervoor dankt. Want hoe vol jammer en ellende de toestand is, die wij hebben geschetst, nog beter is het dit alles te ondervinden, dan geheel en al zonder geestelijke gevoeligheid te blijven. Het is beter naar de hemel te gaan geschroeid en geblakerd, gegeseld en gepijnigd bij iedere voetstap van de weg, dan zachtjes vooruit te glijden naar de hel, zoals met velen van u het geval is. Dan een zoete slaap te slapen, terwijl de duivelen u wegvoeren langs de weg die tot het verderf leidt. Het heeft tenslotte weinig te betekenen, voor een tijd door ontroering van binnen gekweld en verontrust te worden, indien zulks, door de tussenkomst van God, eindigt in blijdschap en vrede door het geloof. Het is echter buiten alle perk en mate een vreselijke zaak, wanneer iemand de woorden "vrede, vrede" in de oren geklonken heeft. Waar geen vrede is en men daarna tot de ontdekking komt, dat men een verworpeling is die een plaats wordt aangewezen in de kuil, waaruit geen ontkomen zal zijn. In plaats van dankbaar te zijn, zou ik er wel bij u op willen aandringen om te beven en te sidderen. Wat gij doorleeft, is die vreselijke stilte, voorbode van naderend onheil! Welke de reiziger menigmaal op de kruin van de Alpen opmerkt. Alles is stil. De vogels laten hun vrolijke liederen niet meer horen, vliegen laag en duiken neer als door vrees aangegrepen. Het gegons der bijen te midden van de bloemen is verstomd. Een angstwekkende kalmte heerst alom, alsof de dood alles tot zwijgen had gebracht door zijn vreselijke scepter er over uit te strekken. Bemerkt gij niet wat op handen is? De donder zal spoedig worden gehoord, de bliksem zal weldra zijn machtige stralen uitzenden. De aarde zal schudden, granietrotsen zullen splijten, de gehele natuur zal trillen voor de woede van de storm. Zulk een plechtstatige kalmte is het heden voor u, o zondaar. Verheug er u niet over, want de storm zal opsteken, de wervelwind en de beroering zullen komen, welke u zullen wegvagen en u geheel en al zullen vernielen. Beter nu door de duivel te worden geplaagd dan eeuwig door hem te worden gepijnigd. 2. Ik heb u tot dusver een zeer smartelijk toneel voor ogen gesteld. Nu zal ik u dan in de tweede plaats bepalen bij DE ENIGE TOEVLUCHT. Moge de Heilige Geest ons daarbij Zijn hulp verlenen! De discipelen waren teleurgesteld. De Meester evenwel was niet uit het veld geslagen en riep: "Brengt hem Mij hier." Wij behoren de middelen te gebruiken voor zover de middelen strekken. Verder zijn wij verplicht de middelen krachtiger te maken dan zij gewoonlijk zijn. Het bidden en vasten zijn door onze Heere voorgeschreven als de middelen om ons tot grotere macht te brengen dan wij anders zouden bezitten. Er zijn bekeringen, welke niet tot stand komen door de handelingen en werkzaamheden van gewone christenen.
Het is nodig meer te bidden en door zelfverloochening ons lichaam meer volkomen onder bedwang te houden. En alzo inniger gemeenschap met God te oefenen, vóór wij in staat zullen zijn met goed gevolg te werk te gaan tegenover de meer hardnekkige gevallen. De kerk van God zou veel sterker zijn in haar worsteling met de goddeloze tijdgeest, als zij zich meer aan het bidden en vasten overgaf. Er ligt een geweldige kracht in deze twee ordinantiën van het evangelie. De eerste verbindt ons met de hemel, de tweede scheidt ons van de aarde. Het gebed voert ons in de feestzaal van God. Het vasten werpt de tafels omver, welke ons op aarde tot overdaad verlokken. Het gebed geeft ons tot spijze het brood des hemels. En het vasten verlost de ziel van de belemmeringen die ontstaan door de overvloed van het brood dat vergaat. Wanneer er christenen zijn, die zich zelf opvoeren tot de uiterste grens van geestelijke kracht zullen zij in staat zijn, door de Geest van God, Die in hen werkt om duivelen uit te werpen. Welke thans, zonder het gebed en het vasten, met hen den spot drijven. Maar niettegenstaande dat alles zullen er voor de verst gevorderde christen nog reusachtige moeilijkheden overblijven, welke rechtstreeks aan de Meester moeten worden voorgelegd, opdat Hij persoonlijk hulp biedt. Nog steeds klinkt teder tot ons het bevel:" Brengt hem Mij hier." Om de tekst praktisch aan te wenden zal ik zo vrij zijn u te herinneren dat Jezus Christus nog leeft. Eenvoudig als die waarheid is, is het wel nodig, dat gij daaraan wordt herinnerd. Wij schatten zeer dikwijls de macht van de kerk door onze blik te wenden naar haar dienaren, haar ordinantiën en haar leden. Daarin ligt echter de macht van de kerk niet. Deze ligt in de Heilige Geest en in een eeuwig levende Zaligmaker. Jezus Christus is gestorven, dat is waar, maar toch leeft Hij. En wij kunnen op deze dag even waarachtig tot Hem gaan. Even als in de dagen van des Heeren verblijf op aarde de beangste vader tot Hem kwam. De wonderen hebben opgehouden, wordt er gezegd. Zulks is waar gedachtig zijnde de wonderen op natuurlijk gebied. Dit geldt echter niet ten opzichte van de geestelijke wonderen. Wij hebben evenmin de macht om het ene als om het andere te verrichten. Christus heeft de macht om wonderen te werken, onverschillig van welke aard. En Hij is op deze zelfde stonde nog steeds gewillig en bekwaam om in het midden van Zijn gemeente geestelijke wonderen te verrichten. Het is mij een vreugde en een genot aan mijn Heere als aan een levende Christus te denken, tot Wie ik kan spreken om Hem met alles, wat er in mijn bediening voorvalt, bekend te maken. Aan Hem te denken als aan een levende Helper, tot Wie ik iedere moeilijkheid kan brengen, die zich in mijn eigen ziel en in de ziel van anderen voor doet. O, denkt toch niet, dat Hij dood en begraven is! Zoekt Hem niet onder de doden! Jezus leeft. En daar Hij leeft is Hij even bekwaam om deze gevallen van droefheid en ellende in behandeling te nemen als toen Hij nog op aarde was. Bedenkt daarbij, dat Jezus leeft in de plaats van macht en gezag. Toen Hij hier was, had Hij macht over de duivelen, maar ginds heeft Hij nog groter macht. Want hier op aarde omsluierde Hij de glans van Zijn Godheid, maar ginds straalt Zijn heerlijkheid in volle glorie. En de gehele hel erkent de majesteit van Zijn macht. Er is geen demon, hoe vol macht die niet siddert, als Jezus slechts spreekt of alleen maar naar hem ziet. Heden is Jezus de Meester van het hart en het geweten. Door Zijn verborgen macht kan Hij op het gemoed van een ieder van ons werken. Hij kan ons naar beneden drukken, maar ook opheffen. Hij kan neerwerpen, maar ook oprichten. Er doet zich geen geval voor, hetwelk Hem moeilijkheden baart. Wij hebben het slechts tot Hem te brengen. Hij leeft, Hij leeft in de plaats van de macht. En Hij kan de begeerte van ons hart bewerken. Daarenboven, Jezus leeft in de plaats der waarneming en treedt genadiglijk met Zijn voorspraak tussenbeide. Ik weet,
dat de verzoeking ons bijligt om aan Hem te denken als aan iemand, die ver weg is, zodat Hij de smarten van Zijn kerk niet zou aanschouwen. Echter ik zeg het u, broeders, de eer van Christus is er op dit ogenblik evenveel mee gemoeid of Zijn dienaren de nederlaag lijden of de overwinning behalen. Als zulks het geval was, toen Hij van de top van de berg afdaalde. Van de tinnen van de hemel ziet Jezus heden op het werk van Zijn dienaren neer. En wanneer Hij hen in hun hoop bedrogen ziet, is Hij jaloers op de eer van Zijn evangelie. En dan is Hij even bereidwillig om tussenbeide te treden en nu de overwinning te behalen als Hij toenmaals was. Wij hebben slechts tot onze Heere op te zien. Hij slaapt niet gelijk van ouds Baäl. Hij is niet ongevoelig voor onze ellenden, niet onverschillig voor onze smarten. Gezegende Meester, Gij zijt in staat om hulp te bieden en sterk om te verlossen! Wij hebben de zaak welke ons drukt, slechts vóór U te brengen en Gij zult ze, naar de grootheid van Uw ontferming, in behandeling nemen. Wij moeten ook bedenken, en dit dient ter waarschuwing, dat Jezus Christus van ons verwacht, dat wij Hem behandelen als levend, als machtig, als onze Voorspraak, en dat wij als zodanig op Hem vertrouwen. Wij weten niet, wat wij missen door gebrek aan geloof. Het is ons bekend, dat sommigen zich in een hopeloze toestand bevinden zonder dat wij ons aan hen laten gelegen liggen. En zo onteren wij Christus en zijn voor hen niet tot een zegen. In sommige gevallen geven wij de moed op en laten de mensen aan hun lot over, in plaats van de zaak gedurig aan God op te dragen. Wij beperken de Heilige Israëls. Wij doen Zijn Geest smart aan en kwellen Zijn heilig gemoed. Indien wij, gelijk kinderen hun vader, alzo met een geloof, gelijk dat van Abraham onwankelbaar op Jezus vertrouwden. Gelovende, dat Hij machtig is hetgeen Hij beloofd heeft ook te volbrengen. Dan zouden wij zelfs zulke gevallen als dat, hetwelk ons bezighoudt, spoedig in het licht van de dag gesteld zien. De olie der vreugde zou ons geschonken worden in plaats van treurigheid, en het gewaad van de lof voor een benauwde geest. Ernstig dring ik er bij ouders en bloedverwanten en bij allen die kinderen of vrienden hebben, welke zich in hooggaande nood van de ziel bevinden, op aan dat zij er werk van maken om hun geliefde betrekkingen tot Jezus te brengen. Koestert aangaande Hem geen twijfel - gij ergert Hem, zo gij zulks doet. Aarzelt niet, maar komt, en vertelt Hem deze morgen de omstandigheden van degene, die gij lief hebt. Haast u tot Hem, legt de kranke voor Hem neer. En zelfs zo het geval, onderwijl gij in het gebed zijt, erger mocht worden in plaats van beter, aarzelt nochtans niet. Gij bevindt u tegenover de oneindige Zoon van God. En gij behoeft niet te vrezen, gij mag niet twijfelen. God schenkt ons de genade in alle dingen in onze dagelijkse wederwaardigheden. En voornamelijk met het doel op de belangen van onze ziel, alle zaken tot de Heere Jezus te brengen. 3. Tenslotte zullen wij nog kort handelen over DE ZEKERE UITSLAG. Toen het kind of de man, of wat hij dan ook mag geweest zijn, tot onze Heere gebracht was, zag het geval er volkomen hopeloos uit. Hij was doof en stom. Hoe kon de Meester iets met hem aanvangen'? Daarenboven schuimde hij en wentelde hij zich. Hoe kon de goddelijke macht met hem in aanraking komen? Het verwondert mij geenszins, dat de vader zei: "Zo Gij iets kunt, wees met innerlijke ontferming over ons bewogen." In de meeste andere voorbeelden kalmeerde de stem van Jezus de geest. Die stem echter kon het gemoed niet bereiken, want het oor was verzegeld. Nooit stond de Zaligmaker tegenover een geval, waaraan zulke moeilijkheden waren verbonden, dat naar alle schijn zo buiten hope was. En toch was de genezing goddelijk zeker, want Jezus, zonder een ogenblik te aarzelen, zei tot de onreine geest: "Gij onreine geest, gij dove en stomme Geest! Ik beveel u, ga uit van hem." Christus heeft macht om aan de duivelen met gezag bevelen uit te delen.
Zij durven niet ongehoorzaam te zijn. "En kom niet meer in hem," zei de Zaligmaker. Waar Jezus geneest, geneest Hij voor goed. Zo de ziel eenmaal de gevangenis verlaten heeft, zal zij daarin niet terugkeren. Indien Hij zegt: "Ik vergeef,'' dan is de zonde vergeven; indien Hij van vrede spreekt, zal er vrede zijn gelijk aan een rivier die nimmer ophoudt. En die voort loopt, totdat zij verdwijnt in de oceaan van de eeuwige liefde. De genezing was op zich zelf hopeloos, doch volstrekt zeker, toen Jezus Zij hand ter genezing uitstak. O gij, die deze morgen door moedeloosheid wordt neergebogen, er is niets, dat gij kunt doen. Of dat ik kan doen. Er is ook niets, dat Hij niet kan doen. Gaat deze zelfde morgen nog tot Hem. En met een enkel woord zal Hij u vrede geven, een vrede die niet weer zal worden verstoord maar zal blijven bestaan, totdat gij in de eeuwige rust ingaat. Desniettegenstaande werd het woord van Christus, hoe zeker ook in zijn uitwerking, stout tegengestaan. De duivel had grotere toorn, want hij wist, dat zijn tijd kort was. Hij begon te rijten en te scheuren en al zijn duivels geweld aan het kind doen gevoelen. En het arme schepsel viel onder een verschrikkelijke opgewondenheid, schuimende en rondwentelende, als dood neer. Zo gebeurt het dikwijls, dat de stem van Christus in het eerst de geest meer ontroerd dan tevoren het geval was, niet omdat Jezus ons in beroering brengt, maar omdat Satan zich tegen Hem verzet. Het kan zelfs zijn, dat een arm aangevochten mensenkind in wanhoop als ter dood neder ligt, zodat de omstanders zeggen: "Hij is dood;" Ook dan zal echter de genezende hand van de tederheid en van de liefde te voorschijn komen, bij welker aanraking de geest zal herleven. O gij arme ziel. Indien gij u zelf beschouwt als een die ten dode is opgeschreven. Indien uw laatste hoop verdwijnt. Indien u niets meer voor ogen schijnt te staan dan een verschrikkelijke verwachting van het gericht en van de hitte van het vuur. Dan is het, dat Jezus tussenbeide zal treden. Leer dit, dat gij u niet te ver van Christus kunt hebben verwijderd. Geloof, dat het uiterste waartoe gij gekomen zijt, alleen het uiterste is voor u, en niet voor Hem. De hoogste zonde en de diepste wanhoop kunnen met elkander de macht van Jezus nog niet te niet maken. Al waart gij ook in de kaken van de hel, Christus kon u vandaar grijpen. Al hadden uw zonden u ook aan de poorten van de hel gebracht" zodat de vlammen u in het gezicht sloegen. En gij dan op Jezus zag, kon Hij u behouden. Indien gij tot Hem gebracht wordt, wanneer gij u aan de oever van de dood bevindt, zo zal de eeuwige barmhartigheid u nochtans opnemen. Hoe komt het toch, dat Satan de onbeschaamdheid heeft om de mensen te doen wanhopen? Voorzeker, het is een stuk van zijn helse onbeschoftheid dat hij zoiets durft doen. Wanhopen, waar gij een almachtig God hebt, Die Zich aan u laat gelegen liggen? Wanhopen, waar het kostelijke bloed van de Zoon van God voor zondaars is gegeven? Wanhopen! Waar God een welbehagen heeft in barmhartigheid? Wanhopen! Waar de zilveren klok luidt: "Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven?" Wanhopen! Waar het leven nog niet is afgesneden, waar de poort der genade wijd open staat; waar de gezanten Gods u nodigen om te komen, al waren uw zonden als scharlaken. Opdat zij zouden worden als witte wol. Al waren zij rood als karmozijn, opdat zij wit zouden worden als sneeuw? Wederom zeg ik, het is een helse onbeschoftheid die de euvele moed heeft gehad een zondaar het denkbeeld van wanhoop in te blazen. Christus onbekwaam om zalig te maken? Dat kan niet. Christus door Satan en door de zonde machteloos gemaakt? Onmogelijk. Een zondaar met teveel kwalen om door de grote Heelmeester te worden genezen? Ik zeg u, dat zo al de kwalen onder de mensen in u verenigd waren. En al de zonden onder de mensen op uw hoofd waren opgestapeld. Zo er godslastering en moord, echtbreuk en overspel, en iedere zonde die er mogelijk is of bedacht kan worden, door u was bedreven.
Nochtans het dierbare bloed van Jezus Christus, Gods eigen Zoon, ons van alle zonden reinigt. Indien gij mijn Meester slechts uw vertrouwen wilt schenken. En Hij is zulks waardig en verdient dit ten volle, dan zal Hij u nog heden redden. Ach, waarom zou gij uitstellen, waarom vragen opwerpen, waarom gaan redeneren en beraadslagen, waarom wantrouwen en achterdocht voeden? Werpt u in Zijn armen, - Hij kan u niet verwerpen, want Hij heeft zelf gezegd: "Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen." En toch, arm ellendig wezen, wanhoop ik aan uw bekering, tenzij de Meester Zijn macht toont. Op mij rust de taak tot u te spreken gelijk ik gedaan heb. Ik weet echter, dat gij er niet naar zult luisteren. Of, zo gij er al naar luistert, zult gij mijn woorden verwerpen, tenzij Christus met macht door Zijn Geest tot u komt. O, dat Hij heden komen mocht om tot de boze geest in u te zeggen: "Ga uit van hem, gij onreine geest, en kom niet meer in hem. Laat die man, of die vrouw, of dat kind, vrij, want Ik heb hem, of haar, met Mijn bloed vrijgekocht." O, bidt waarde vrienden, dat hoe zwak mijn woorden deze morgen ook zijn geweest. Hoe weinig samenhang er ook in mijn gedachten was. Desniettegenstaande Gods gezegende Geest ze mogen zegenen tot het losmaken van ijzeren staven. Opdat de koperen deuren opengaan en er gevangenen in vrijheid worden gesteld. De Heere zegene de zodanigen om de wil van Zijn Naam. AMEN.
0 notes
Text
leeuwenmaan/ 10 procent onderdaniger
Kreeften zijn lief maar erg emotioneel soms werden zij, of werd ik mijzelf teveel vaak was ik hen te Leeuw en te weinig politiek correct of ze vonden me mooi en slim maar simpelweg een slet
tja de mannen zagen ons tweeduizend jaren als een lust voor de ogen ze wilden in ons knijpen en wilden dat we voorover bogen
ik zie ze nu daar zo heerlijk lopen en ik zie ze als object het is jammer ik moest een fase skippen en ik mag hen niet in hun billen knijpen als lekkere kippen, aaien over hun haren, zeggen dat ik op staande voet met ze wil wippen
seks zonder gedoe: het zachte woelen zonder de lasten voor wie? man, vrouw, Boogschutter, Ram?
een echte heks sekst zoveel ze kan en de mannen zeggen dan man man man je kan er wat van!
en je kijkt op, je lacht, je gedraagt je tien procent onderdaniger anders maakt het je verdacht je ligt, je rolt, je zingt, je laat je leiden doet wat ervan je wordt verwacht je draait, je schudt, je kust, je zorgt dat je krijgt, je vereert, laat hem knielen, je bent een tempel, je bent vrouw, je bent vrij, je bent dronken maar alwetend dit ben jij, een heks met macht
trekt het nymfomaan zijn aan en laat ze praten, speel je naakt zonder rode schaamte, draag jezelf op handen en voeten, ben een hond, een planetenverslinder
dichter hoe dichter, de adem in je nek, extase is eng maar extase is zacht, dit is wat Freud denkt dat opvreet, maar het is de nacht die heelt, de macht die moet worden ingezet
in de sportschool kreunen de mannen, het is jammer, zo hoor je ze weinig in bed als ze zich net zo zouden bevrijden van schaamtes en op-slot-knoppen zoals ze hier zwetend kreunen oh heilig is deze plek!
als ik ovuleer en heb ik zin in een tompoes en in mijn roze knuffelkonijnen als ik een man was liep ik nu dan rond met een stijve
God, de grote bewakingscamera, je weet nooit of hij uit staat of aan de bijbel in je binnenste, je ouders in je hoofd, de samenleving straft
nee nee nee netjes koffie drinken en beloof jezelf tenminste voor de komende dagen niet zo verdomd opzichtig naar zijn kruis te kijken of zelfs maar naar z’n verjaardag te vragen!
0 notes
Text
Tor's kleine infectie heelt erg netjes ! 😄 Ik heb hem net voor het eerst weer de "zoomies" zien hebben in het parkje om de hoek. Helaas heb ik dit niet gefilmd, maar waar één zoomzoom is, zijn er altijd meer ! Verder heeft hij vanmiddag heerlijk liggen dromen in zijn nieuwe Adidog trui. Ook iets wat ik een tijdje niet heb gezien. ♥️
0 notes
Text
We hadden een feestje gisteren. Ik was chauffeur voor twee collega’s en grote zus. Werk en privé lopen soms door elkaar heen.
Het was gezellig, veel gelachen en wat gedanst. Het blijft uitleggen hoe het nu zit met grote zus. Familieverbanden. Deze week was al wat anders dan anders, dinsdag zou Paul jarig zijn geweest en ik ga standaard een bloemetje brengen naar grote zus. Hij kan zijn verjaardag niet meer vieren maar vergeten, dat nooit. Het blijven van die dagen dat zijn naam meer uitgesproken wordt maar ik denk dat voor ons dat sowieso gewoon is. Paul wordt nog regelmatig genoemd. Nog meer wordt aan hem gedacht. Aan de buitenkant zie je dat niet. Natuurlijk gaat het leven door en grote zus met haar gezin draaien volop mee in dat leven. Dat staat daar los van. Rouw verweeft met het dagelijkse.
Ik persoonlijk blijf het wat lastig vinden om te vertellen over Paul aan anderen buiten onze familie. Het verdriet is niet weg. Zonder enige twijfel vond ik 2013 tot en met 2018 tropenjaren. Ik besef me maar wat vaak dat het zomaar anders kan lopen, dat leven wat zo vanzelfsprekend lijkt. Dat maakt me soms bang. Ik kan ook nog steeds schrikken van de telefoon. Dat is niet veranderd. Dat zou je toch denken maar de tijd heelt niet zo snel als gehoopt.
Het is koud. Ik haat kou. Kou is voor mij gelijk aan dood. De dood voelt koud. Gekoelde lichamen in huiskamers. Dat gevoel zit zo diep dat de minste kou me al de dood laat voelen. Ik leg het niet meer uit waarom ik kou haat. Dan zeg ik gewoon dat ik meer een zomertype ben.
Mijn lijf houdt van warmte. Mijn spieren en gewrichten protesteren als het koud wordt. Het liefste onder een dekentje. Ik ga naar de tuin voor de kippen maar vertoon nu uitstelgedrag. Het is dat het moet. Goed voor de beestjes zorgen.
De beestjes gaan nu op stok. Ik naar huis. De warmte opzoeken.
1 note
·
View note
Text
193, 7, ere wie ere
Ja ja de zon die ons innerlijk verwent en verwarmt
Is als de liefde die alles heelt
In dat diepe vertrouwen is gezondheid op te bouwen
Licht streelt de ziel
Ere wie ere
-copyrights Amaro 2024-
1 note
·
View note
Text
“Wat je doet doe dat alsjeblieft met passie en ga ervoor. Geef niet snel op.” Deel 2.
Op een geven moment zat ik in een diep dal en tijdens het bezoeken van de bibliotheek kwam mijn dochter mij een boek brengen met de titel: je kan je leven beteren van Louise Hayes. Dit boek raakte mij emotioneel diep en tijdens het lezen kwam ik erachter dat ik vast zat en dat ik uit mijn cocon moest treden. Dit boek en meerdere boeken van Louise Hayes heeft mij geholpen en ben ik dankbaar voor deze boeken. In het leven hebben wij allemaal onze persoonlijke innerlijke strijd te moeten voeren. Als masseuse krijg ik heel veel mensen met diverse emoties en hoef ik ze maar aan te raken en komen de emoties los. Zo heb ik ook mijn zoon die toen klein was, dagelijks gemasseerd, omdat hij last had van groeipijnen. Ik haal veel voldoening uit het masseren. Ik ben mijn ouders ook dankbaar dat ik nu sta waar ik sta. Zij hebben op hun manier mij opgevoed en ben ik er niet slechter van geworden. Soms beland ik nog in mijn cocon en ben ik hiervoor in therapie gegaan, mede omdat ik het verlies van mijn wijlen moeder niet goed kon verwerken. Ik vond het heel moeilijk en kwam ik mezelf vaak tegen tijdens de therapie. Wil ik mezelf helen, dan moet ik openstaan voor therapie. De therapie heeft me geholpen en mijn kinderen zagen ook dat ik aan het groeien en veranderen ben gegaan. Ik ben door een diep dal gegaan en vond ik uiteindelijk mijn talenten waaronder het masseren. Ik ben zeker trots om een Molukker te zijn en mijn gevoel van blijheid is bijvoorbeeld als wij met vakantie in het buitenland rijden. We rijden dan vol trots met de Molukse vlag op de auto. Altijd fijn om trots op onszelf te zijn. Wij zijn een volk dat graag van bovenaf gestuurd wordt wat ik jammer vind omdat we hierdoor ons teveel laten leiden. We zouden best ondernemend zouden kunnen zijn omdat er genoeg potentie aanwezig is. Mijn huidige generatie zou ik kracht toewensen en dat ze God meenemen in hun leven. God verbindt, heelt en zorgt voor rust in je leven met al je levensvragen. Ik begin en eindig mijn werk ook altijd met bidden. Als ik het geloof en gebed niet heb, ben ik leeg en voel ik me verloren. Ik ben heel dankbaar dat ik het geloof heb. Ik maak mij geen zorgen meer zoals ik vroeger deed en heeft het geloof mij rust gegeven. De nieuwe generaties zou ik willen zeggen dat ze hun talenten moeten laten zien, bij fouten zich niet hoeven te schamen en je keuzes bij te stellen. Wat je doet doe dat alsjeblieft met passie en ga ervoor. Geef niet snel op.
0 notes
Text
Ik wil rust en balans.
Ik wil het, ik heb het nodig en ik ga er volledig voor, … gewoon omdat ik dat verdien.
Gewoon, omdat ik mezelf dat schuldig ben.
Gewoon, omdat mijn neus in de richting van de toekomst wijst, en ik in het heden wil leven.
Gewoon, omdat ik het maximum wil halen uit het leven en wil blijven groeien.
Maar daar waar ik tot een tijdje terug, er ergens - denk ik - vanuit ging dat anderen rondom me dat zouden moeten brengen of daarvoor verantwoordelijk waren, besef ik nu heel sterk dat ik & alleen ik mezelf dat kan schenken. Dat alleen ik verantwoordelijk ben om mezelf blij te maken.
Ook ben ik ondertussen gaan beseffen dat de hele realisatie van het happiness-concept, absoluut geen tripje naar de supermarkt is.
Het is geen eenmalige “aankoop” ofzo is, dat me vervolgens bijna automatisch garantie biedt dat elke volgende dag van mn leven bepaald zal zijn door die rust en balans. Zo werkt het dus niet.
& eerlijk? Het luie; gemakzuchtige deeltje van mezelf baalt daarvan.
Maar dit is een proces en het gaat elke dag bewust werk (blijven) vergen om op te kunnen staan & mijn ogen in de nacht vervolgens weer te kunnen sluiten met het gevoel van
“ik ben blij met mij”.
Misschien lijkt dat naïef in de ogen van bepaalde mensen, maar ik ben er van overtuigd dat de ideale kickstart hiervoor iets is dat waaaaaaaay out of my comfort-zone ligt.
En ik kan me oprecht momenteel niets heftiger bedenken dan een solo-trip.
Want alleen zijn, en volledig aangewezen op mezelf zijn voelt eerlijk waar doodeng. Maar ook zo positief spannend.
Maar ik voel oprecht in mijn hart dat ik dit kan. Neen, Ik WEET dat ik dit kan.
Ik ben sterk; en mijn kracht is onuitputtelijk.
Alles wat op mijn route kwam, dat me genadeloos en volledig had kunnen breken, heeft dat ook gedaan, maar opgegeven heb ik het diep vanbinnen nooit.
Steeds opnieuw begon ikzelf de brokken te lijmen, liet ik mezelf weer een transformatie ondergaan, & bleef ik simpelweg doorgaan.
Nooit zal ik beweren dat ik dat altijd met de juiste copingmechanismen deed, want ik heb mijn fair share van weglopen en onderdrukken echt wel gehad. En laat dat nu net één van de zwaarwegende redenen zijn dat ik het vanaf nu anders wil.
Ik denk nu de hoofdreden te kennen, waarom ik al geruime tijd heb gemeden om mijn safe-zone diepgaand (en al helemaal definitief) te verlaten.
Ik stelde mezelf de oprechte vraag waarom ik basically bleef stilstaan.
Waarom bleef ik zonder groeipotentieel in een bijna hallucinante toestand plaatselijk trappelen én kon ik een miljoen excuses à la minute bedenken om iets vooral NIET te doen?
Waarom dwarsboomde ik mezelf zodanig en waarom weigerde een stuk van mezelf om zich daarvan heel erg bewust te worden?
Waarom is en was het zo moeilijk om toe te geven aan mezelf dat ik gewoon bang ben voor verandering?
Ik ben doorheen alles wat het leven op mijn pad bracht “iets alleen doen” gaan ervaren als een vloek.
Eenzaamheid kan moordend zijn. Maar zo wil ik het niet meer bekijken.
Ik had het gevoel dat ik anderen nodig had om me compleet te voelen. Ik leefde door en voor anderen. Zorgen voor anderen heelt immers de wonden van dat kleine meisje in mezelf die het zo nodig had dat er voor haar werd gezorgd.
Ik teerde op de energie van anderen of in ieder geval de energie die anderen mij gaven, om het gevoel te krijgen dat ik leef, zonder heel bewust te beseffen dat ik op die manier eigenlijk de deur open zette om geleefd te worden & om me vervolgens veel te vaak uitgeput, uitgeblust en tekortgedaan te voelen.
The endless circle.
Eentje die ik nu bewust ga breken.
Want ja.. Eenzaamheid kan ook enorm bevrijdend zijn. En die ultieme vrijheid wil ik ervaren, voelen, en me eigen maken.
Ik weet nu dat ik nooit helemaal alleen ben, ook al voelt dat zo.
Ik heb mezelf, en een handjevol mensen die me vangen als ik val. Of me toch op zijn minst weer even herinneren aan het feit dat ik ook weer kan opstaan.
Ik wil vanaf nu kijken naar wat ik wél heb, en niet langer naar wat ik mis of gemist heb.
Ik leef, ik adem, ik voel, en ik zou het niet anders willen.
Dat is het fundament. En van daaruit bouw ik wel weer verder.
En dus spring ik over een tweetal weken met volle goesting en twee voeten tegelijkertijd in de poel van onzekerheid, en stap ik ALLEEN op het vliegtuig met bestemming mijn favoriete plek op aarde.. De plek waar ik mezelf verloor en terug vond. En exact dat nu weer van plan ben. De plek die een aantrekkingskracht heeft op me die ik met geen woorden kan beschrijven.
Ibiza laat mij voelen dat ik leef.
Het is een intens eiland, en het lijkt wel alsof je daar zoveel sneller door processen gaat. Het lijkt haast alsof mijn hoofd volledig anders begint te werken daar. Het voelt alsof ik 100% met mezelf verbonden ben daar.
Vanaf het moment dat ik voet zet op Ibiza, is het alsof ik van de ene op de andere mega rollercoaster stap.
En eigenlijk is dat back home niet anders, maar op Ibiza voelt het allemaal iets minder zwaar.
En daar besef ik bewuster dat die rollercoasters me uiteindelijk wel altijd exact dat wat ik nodig heb schenken. Ook al voelt dat niet meteen zo aan.
Het brengt mij simpelweg dingen op allerlei vlakken. Van a tot z en weer terug.
Ibiza is dus zeker niet alleen maar fun, zee, strand en sloten alcohol of dreunende beats. Althans, niet voor mij.
Voor mij is het vooral heel hard werken aan mezelf – & daar word je mee geconfronteerd als je in Ibiza bent.
Willen of niet. Het is een eiland van groei, zelfreflectie, loslaten & nog meer groei. Los daarvan staat Ibiza voor mij ook synoniem aan vrijheid.
Ik voel me vrij in wie ik ben en wat ik doe en draag. Ik voel me vrij om te denken wat ik wil, te doen wat ik wil en het is eigenlijk een harde reset van het dagelijks leven.
Heerlijk mezelf pushen, plekken ontdekken, de schoonheid van alles rondom me omarmen, loslaten & ook - ondanks de haat-liefde verhouding waarmee ik nog steeds een beetje mee kamp als het op mijn lichaam aankomt - schaamteloos, met zo min mogelijk badkleding een duik nemen in de zee. Om me vervolgens helemaal gedragen te voelen. Alsof er een veilig deken om me heen zit.
I can’t wait!
Een glazen bol heb ik niet. Hoe het er exact gaat uitzien kan ik dus onmogelijk nu al weten. Maar ik ben zo intens dankbaar voor de kans die ik krijg, die ik voor mezelf heb gecreëerd. Dat het magisch wordt staat vast.
En dat ik nooit eerder ZO klaar was om te springen, dat is een feit.
Ultieme doel:
Blij met mij,
worden, zijn & blijven.
♥️
#Ibiza#eivissa#childhood trauma#complex ptsd#infj problems#infj thoughts#positivity#finding me#voormijdoormij#healing#esvedra
1 note
·
View note
Text
Leegte
Ik ben klaar met niet weten wat ik voel. Ik weet wel wat ik voel. Pijn, verdriet, onmacht.
Ik kan er niet mee omgaan, mijn hoofd weet niet hoe die ermee moet omgaan. Ik wil niet dat het echt is. Ik wil je knuffelen, terug in de tijd en zeggen dat we alle momenten moeten koesteren die we nog kunnen.
Ik wil niet doorgaan op deze manier, ik wil geen eindeloze pijn meer... Ik wil niet sterker worden door wat me nu overkomt. En eerlijk gezegd word ik zo fucking kwaad van alle clichés.
"Tijd heelt alle wonden" houd toch je fucking bek. Ik wil geen tijd, ik wil mijn vader terug. Ik wil niks anders dan de tijd terugdraaien en ik heb nu al spijt van dingen die ik nog niet eens heb gedaan.
Wanneer houd dit op?
Niet alleen ik, maar iedereen in mijn omgeving verkruimeld door dit. het stopt niet. en het gaat ook niet stoppen.
Ik ben er zo klaar mee, maar heb er zo weinig macht over, kan er zo weinig over zeggen of aan doen.
1 note
·
View note
Text
Overdenkingen Met Spurgeon | Zaligheid Welk een heerlijk woord is het woord „zaligheid"! Het omvat de reiniging van ons geweten van alle schuld uit het verleden, de bevrijding van onze ziel van alle geneigdheid tot het kwaad, die thans zo krachtig in ons heerst. Feitelijk houdt het in het ongedaan maken van alles wat Adam heeft gedaan. Zaligheid is het volkomen herstel van de mens uit zijn gevallen staat; en toch is het nog wat meer dan dat, want de zaligheid van God stelt onze staat steviger vast dan hij was, voordat wij in zonde vielen. Zij vindt ons in stukken gebroken door de zonde, van onze eerste vader; bezoedeld, bevlekt, vloekwaardig; eerst heelt zij onze wonden, verwijdert on ze ziekten, neemt onze vloek weg en stelt onze voeten op de rots Christus Jezus. Als zij dat gedaan heeft, dan verheft zij tenslotte ons hoofd ver boven alle vorsten en machten om voor eeuwig met Jezus Christus de Hemelkoning te worden gekroond. Wanneer sommigen het woord zaligheid gebruiken dan verstaan zij daaronder niet meer dan bevrijding van de hel en de toegang tot de hemel. Dat nu is geen zaligheid; deze twee zaken zijn de gevolgen van de zaligheid. Wij worden van de hel bevrijd omdat wij zalig worden en wij gaan de hemel binnen omdat wij van tevoren gezaligd zijn.
0 notes