#en als je dan uit huis gaat en op een groep komt te wonen ben je gewoon prooi
Explore tagged Tumblr posts
Text
Ik snap het dus echt niet meer. Waar is mijn slachtofferhulp. Mishandeld, aangerand, gestalkt en dan moet ik meer dan drie jaar zeuren om therapie, zeuren is het omdat ik anders niks geen hulp krijg.
#welkom in nederland je ouders je mogen je mishandelen zonder consequenties#en als je dan uit huis gaat en op een groep komt te wonen ben je gewoon prooi#en niemand doet wat!!! helemaal niemand#en dan zeg je dat je dood wil en dan gebeurt er niks totdat je jezelf echt bijna wat aandoet#ik wil niet eens echt dood ik kan gewoon niet zo leven#constante angst en spanning#ik ben bang dat ik een keer een psychose ga krijgen het is zo'n teringzooi in mijn hoofd.
0 notes
Text
Facebook ....
Woensdag 3 april 2019
Heerlijk die lente … ik geniet volop van het werken in de tuin bij haast zomerse temperaturen!
Facebook is een raar iets. Ik ben lid van een aantal groepen. Hele leuke zoals de windhondengroep, de tettergroep van lezeressen van Libelle, een heel gezellig verhalenhoekje, uiteraard camperliefhebbers … Telkens groepen waar veel plezier gemaakt wordt, waar je eens terecht kunt met een vraag of een probleem, waar je mening mag afwijken van de mening van anderen … Ik put heel veel energie uit zulke groepen!
Maar er zijn ook andere groepen … Zo was ik lid van een groep ‘Vlamingen in Hongarije’. Was, jawel, toen ik een bericht van Hongaarse studenten Nederlands aan de Univ van Budapest wou delen … merkte ik dat het niet kon. Ik was uit de groep gegooid … zonder boe of bah … Hoe lang al? Geen idee, zo vaak keek ik niet daar die vrij saaie groep.
Wat was de oorzaak? Iemand had een vraag naar de mogelijkheden voor bijzonder onderwijs voor de kinderen. Ze hadden al concrete verhuisplannen voor augustus, maar wisten nog niet waar ze zouden gaan wonen … of ze hier werk konden vinden en dus ook waar er onderwijs voor hun kinderen met speciale behoeften mogelijk was …. Ik heb gewoon mijn mening daarover gegeven … Ik wéét waarover ik praat! En dan gaat het zelfs nog niet eens over speciale behoeften!
Ik maakte zelf een verhuis mee van Oost-Vlaanderen naar Limburg op 11-jarige leeftijd. Dat was in het kader van mijn vaders werk … en ja hoor … materieel was het een prima beslissing! Maar mentaal was het voor mij een waar trauma. En dan was dat amper 150 km verder! Het wordt allemaal heel mooi voorgesteld hoor … nieuwe vriendjes, een nieuwe woning, een nieuwe omgeving … spannend toch? Tot je na enkele weken tot de slotsom komt dat je alles, maar dan ook echt alles achter liet. Je grootouders, je buren en buurkinderen, je klasgenootjes, je speelkameraadjes, de vriendjes in de jeugdbeweging, je vertrouwde omgeving waar je blindelings de weg weet … Al die zekerheden moet je achterlaten. Je komt dan ook nog eens terecht in een omgeving die een taaltje spreekt waar je geen touw aan kunt vastknopen … Ik was compleet in paniek “ich bin krank” ….ik begreep er niets van. Nieuwe vriendjes maken in een taal die je helemaal van nul moet leren … dat is niet zo evident!
En ja … kinderen passen zich heel vlug aan … maar wat een litteken vormt het op hun zieltje! Het enige vertrouwde is mama en papa ... al de rest ben je kwijt en moet je helemaal terug opbouwen. Maar daar staan ouders vaak niet bij stil. Geen verwijt naar mijn ouders hoor … ook zij konden niet inschatten wat zo’n verhuis voor een kind betekent!
Wanneer wij beslisten naar Hongarije te verhuizen, waren onze kinderen allemaal al zelfstandig en hadden hun eigen gezin. En ja, we missen de kleinkinderen heel erg. Maar die kleinkinderen blijven wel in hun vertrouwde omgeving …. Zonder oma en opa … dat wel … maar mama en papa, vriendjes, jeugdbeweging, voetbalvriendjes, balletvriendjes, tekenacademie … alles blijft gewoon doorgaan!
Het was maar 150 km … en had al zulke impact … wat moet het dan zijn voor kinderen die naar hier meegesleept worden door ouders die nog niet eens weten waar en of ze een huis zullen vinden tegen het einde van de zomer … die niet weten of en waar er aangepast onderwijs is voor hun kinderen … die niet weten of er bij het einde van hun spaarcentjes een job op hen wacht die een inkomen oplevert waarmee ze kunnen leven …
Ben je jong als je de stap zet en krijg je hier kinderen … prima die groeien hier op in een mooie omgeving! Zijn je kinderen student … prima die kunnen zelf beslissen of ze mee gaan naar het buitenland en daar gaan studeren zoals zovele anderen hun voorgingen (Erasmus bijvoorbeeld) of in België blijven en op kot hun plan trekken) … Maar kinderen in lagere-school-leeftijd … daar moet je toch even serieus over nadenken!
Ach … laat ik maar alles achter mij laten … en vooruit kijken naar de leuke dingen die er wel toe doen!
Wat wel leuk is: ons witloof dat heel goed groeit. We brachten wortels mee uit België en kuilden die in … ze doen het geweldig. Vlug enkele recepten gaan bedenken!
Ook de fruitbomen komen in bloei. Als alle bloemekes op de kerselaars vruchten gaan leveren …. Hebben we binnenkort weer heel veel werk!
Zondag krijgen we bezoek van fijne vrienden uit Nederland. Daar kijken we echt naar uit. We hopen dat ze hier ook hun droomhuis kunnen vinden!
10 notes
·
View notes
Text
Onderzoeksverslag
Moeten mensen integreren in de cultuur waarin ze leven?
Deelvragen
Wordt er verwacht dat mensen integreren in de cultuur waar ze gaan wonen? Denk aan mensen die uit hun oorspronkelijke land gevlucht zijn of expats. Wat houdt integreren in? Waar begin je bij, het beheersen van de taal, ontmoeten van mensen, ondernemen van activiteiten? Wat houdt het begrip cultuur in? Wanneer spreek je van een cultuurverschil? Kan je bij meerdere culturen horen? Welke elementen zorgen ervoor of je je thuis voelt in de samenleving waarin je leeft? Wanneer voel je je het meest thuis, waar is dat?
Motivatie (persoonlijke en maatschappelijke relevantie)
Ik heb een vader, een moeder, een zus en een logeerbroertje en -zusje. Dit zijn Stewart (10) en Stacy (6), zij wonen met hun oudste broer Steve (21) en ouders Martina en Severin in een appartement in Amsterdam-west. Steve kwam in groep 5 bij mijn zus in de klas, hij kwam veel bij mij thuis aangezien mijn moeder hem vrijwillig geholpen heeft bij het leren van de Nederlandse taal. Zodoende zijn onze gezinnen naar elkaar toe gaan groeien, zo is Steve met ons op vakantie gegaan. Sinds Stewart en Stacy geboren zijn, zijn wij een tweede gezin voor hen. Ze komen regelmatig bij ons logeren, ik wordt dan ook een zus genoemd door Stewart. Toen ik in 2016 naar Burkina Faso gegaan ben, het geboorte land van Steve en zijn ouders, kwam ik erachter dat de mensen dicht bij elkaar staan. Iemand voelt al snel als familie, zo worden ze dan ook genoemd. Dit deed mij inzien dat ik mij te veel vasthoud aan mijn bloedverwanten, die noem ik familie ookal kunnen anderen meer aanvoelen als familie dan zij. Iets anders opvallends was dat Stewart zij ‘Nu ben jij de enige witte.’ toen ik net in Burkina Faso aankwam. Zo voelt hij zich in Nederland dus ‘de enige zwarte’. Erg pijnlijk om dit te beseffen, ik zag Amsterdam als een ontwikkelde stad die voor veel openstaat. Rond de sinterklaas periode merk je weer hoe Nederland verdeeld is, hoeveel mensen zich aan oude culturele gewoontes houden en niet inzien dat ze zich kunnen veranderen zonder dat dit grote invloed heeft op de huidige cultuur.
Vorm
Documentaire met een drieluik/mozaïekvertelling waarbij verschillende personen aan het woord komen en vertellen op welk moment zij voor de keuze stonden om te integreren en hoe ze dat aangepakt hebben. De personen hebben uiteenlopende verhalen maar hetzelfde probleem wordt aangekaart waardoor er toch een gezamenlijk verhaal verteld kan worden op het moment dat de verhalen door elkaar heen gesneden worden.
De film begint met close-ups van de personen voor een zwart doek in de studio of in hun huis. Hierdoor is alle focus en aandacht voor het persoon niet voor de omgeving of andere zaken die niet ter bevordering van het verhaal zijn. Naarmate je meer van het persoon te weten komt en als kijker al een beeld in je hoofd hebt van hoe het persoon leeft, krijg je te zien wat de huidige situatie van het karakter is. Dit wordt gedaan om de kijker bewust te maken van het gegeven dat we snel conclusies trekken/vooroordelen hebben. Het is de bedoeling dat de kijker verrast wordt door wat te zien het.
Personages
Ervaringsdeskundigen (research en social-actor)
Volwasse man/vrouw waarvan de ouders uit een ander land komen en samen naar Nederland gegaan zijn, maar die zelf geboren is in Nederland. Hoe ervaart zij het om opgegroeid te zijn in een land/cultuur waarvan ze weet dat dat niet zijn/haar oorspronkelijke afkomst is. Bij welke cultuur voelt hij/zij zich het meeste thuis en waarom? In hoeverre voelt hij/zij zich verbonden met beide culturen?
Kind van plusminus 10 jaar oud die in Nederland geboren en getogen is maar waarvan de ouders later in hun leven naar Nederland gekomen zijn. Hoe is het om op school te zitten met kinderen waarvan de ouders wel een Nederlandse afkomst hebben? Voelt het alsof er duidelijke verschillen zijn? Hebben de kinderen en ouders van andere afkomsten andere normen en waarden? Zijn er andere gewoontes en gebruiken te merken, hoe is dat? Hoe zou hij/zij behandelt willen worden, gaat dat nu zoals gewenst? Wanneer voel je je het meeste thuis, en wanneer het mist? Waardoor komt dat?
Volwassene die sinds kort in Nederland woont en voor zichzelf en zijn/haar kinderen een leven probeert op te bouwen. In hoeverre moet er aangepast worden aan de nieuwe cultuur en kunnen de oude gewoontes in stand blijven.
Deskundigen (research)
Juf/meester die les geeft aan kinderen van basisschool leeftijd die de Nederlandse taal nog niet beheersen en lastig contact leggen met de andere klasgenootjes. Hoe wordt er begonnen met het integreren op jonge leeftijd?
Iemand die het inburgeringsproces regelt. Wat gaat er allemaal op papier vooral aan het echt worden van een Nederlandse inwoner.
Iemand die werkt bij een vluchtelingenopvang. Hoe is het onderlinge contact in de opvang? Wat wordt er aan de mensen aangeboden?
Onderzoeksmethode
Ik wil zo snel mogelijk met mensen in gesprek gaan over hoe zij het ervaren hebben om voor de keuze te staan om te moeten integreren. Hoe hebben zij het aangepakt? Hoe leven ze nu, anders dan voorheen? In hoeverre is het een nieuwe leven waar ze aan begonnen zijn? Om voor te bereiden op deze interviews doe ik online veel kennis op door teksten te lezen met ervaringsdeskundigen en deskundigen en door beeldteksten over dit onderwerp te bekijken.
0 notes
Text
Energierijk Moerwijk werkt aan energietransitie-plan
‘Moerwijk heeft veel te winnen bij de energietransitie’ Dat Moerwijk veel te winnen heeft bij de energietransitie is voor de leden van het team van Energierijk Moerwijk, een samenwerking van Duurzaam Den Haag en de Moerwijk Coöperatie, wel duidelijk. Hieronder het artikel wat in de Stadskrant van Mei 2020 verscheen
Hoe komt Moerwijk aan warmte als de gaskraan definitief dicht gaat? Wat voor mogelijkheden zijn er om een eigen energietransitie vorm te geven?Eén waar Moerwijk zelf in plaats van alleen de Gemeente Den Haag wat wijzer van wordt? Bewoners hebben er onderzoek naar laten doen. De oplossing ligt verassend dicht bij huis. Eind 2020 presenteert Energierijk Moerwijk een eigen warmteplan.
Een enorme klus, maar ook een enorme kans. Moerwijk kan veel baat hebben bij de energietransitie, maar dan moeten de bewoners er wel actief bij betrokken worden. Johan Apeldoorn van team Energierijk Moerwijk (een samenwerking van Duurzaam Den Haag en de Moerwijk Coöperatie) geeft een voorbeeld. ‘Het gaat om veel werk zoals aanpassen van cv-verwarmingssystemen in de woningen en isoleren. Buiten de woningen gaat het om collectieve voorzieningen als: warmtenetten, warmteopslag en heel veel panelen op de daken. Dat werk moeten we zoveel mogelijk laten doen door lokale ondernemers. Net als het toekomstige beheer en onderhoud van de installaties. Het bewonersbedrijf van de Moerwijk Coöperatie zou dit kunnen oppakken. Bewoners die nu moeilijk aan werk komen, krijgen zo de kans op een baan met toekomst.’
Sinds kort wordt al proefgedraaid met het project Buurttalent. Een groep bewoners volgt een opleiding tot burenhulp, adviseur duurzaam wonen of schimmelcoach. Ze gaan bij mensen thuis kleine klussen uitvoeren en geven tips over energie besparen en het tegengaan van vocht en schimmel. Het plan is geboren bij de Moerwijk Coöperatie, die het nu uitvoert samen met Duurzaam Den Haag. Sinds 2018 werken actieve bewoners en Duurzaam Den Haag aan een aardgasvrije, groene en sociaal sterke wijk. Dit project Nieuwe Energie en Groen in de Buurt heeft een looptijd van 10 jaar en in 2019 heeft de Moerwijk Coöperatie zich erbij aangesloten.
Eigen warmte Bovenaan de agenda staat nu het warmteplan voor een aardgasvrije toekomst dat eind 2020 klaar moet zijn. In opdracht van het team Energierijk Moerwijk heeft het Haagse bureau CMAG onderzoek gedaan naar nieuwe warmtebronnen. Wat is de conclusie? ‘De meest duurzame oplossing is een lokaal warmtenet met water van circa 20 ºC. In de woning brengt een elektrische warmtepomp de temperatuur op 40/45 ºC voor de centrale verwarming.’
Waar komt de warmte vandaan? ‘Onze platte daken zijn heel geschikt voor PVT-zonnepanelen die elektriciteit opwekken én tegelijkertijd water verwarmen. In de zomer wordt de warmte opgeslagen in de bodem om in de winter te gebruiken voor de centrale verwarming. Ook een interessante warmtebron is de grote afvoerpijp van de rioolwaterzuivering uit de Harnaschpolder die langs het Zuiderpark loopt. Daar stroomt permanent relatief warm water door naar zee. Eeuwig zonde dat daar niets mee gebeurd. Het klinkt allemaal heel ingewikkeld, maar dit zijn bestaande en bewezen technieken. We maken een kenniswebsite om alles in begrijpelijke taal uit te leggen. Bewoners moeten snappen waar het om gaat.’
Gelijke lasten Het eerste wat gebeuren moet, is zorgen dat geen energie verloren gaat. ‘Ik woon zelf in een goed geïsoleerde flat, maar andere flats zijn zo lek als een mandje. De warmte vliegt er aan alle kanten uit. Een lage-temperatuur-cv werkt alleen in een goed geïsoleerd huis. Isoleren bespaart energie, zorgt voor meer wooncomfort en levert bovendien veel werk op.’
Het team Energierijk Moerwijk ziet kans de energietransitie te gebruiken als een hefboom voor een algehele verbetering van de wijk: meer werk, meer wooncomfort, meer groen en meer saamhorigheid. ‘Maar wel bij gelijkblijvende lasten!’ voegt Johan eraan toe. ‘Mensen hebben hier lage inkomens waar ze nu vaak al amper van kunnen rondkomen. Als de lasten stijgen, ben je de steun voor de energietransitie meteen kwijt.’
De uitsmijter bewaart Johan voor het laatst: “Voor elke wijk is er een participatie-traject. Dit is heel mooi, maar voor huurders bij woningcorporaties is er pas sprake van echte participatie, als zij mede-eigenaar kunnen worden van het duurzame energiesysteem. Dit kan bijvoorbeeld via een wijk energie coöperatie met voorfinanciering door de overheid. Die strooit al jarenlang met geld. Laat het nu maar eens rechtstreeks naar de burger gaan!”
Zie ook
Artikel Energierijk Moerwijk in Stadskrant 5 van de Gemeente Den Haag
Programmaplan Energietransitie van de Gemeente Den Haag
Over Energierijk Moerwijk
Over Duurzaam Den Haag
Over de Moerwijk Coöperatie
The post Energierijk Moerwijk werkt aan energietransitie-plan appeared first on Moerwijk Coöperatie.
source https://moerwijkcooperatie.nl/2020/05/energierijk-moerwijk-werkt-aan-energietransitie-plan/ source https://daintlyskinny.tumblr.com/post/618982658736799744
0 notes
Text
Energierijk Moerwijk werkt aan energietransitie-plan
‘Moerwijk heeft veel te winnen bij de energietransitie’ Dat Moerwijk veel te winnen heeft bij de energietransitie is voor de leden van het team van Energierijk Moerwijk, een samenwerking van Duurzaam Den Haag en de Moerwijk Coöperatie, wel duidelijk. Hieronder het artikel wat in de Stadskrant van Mei 2020 verscheen
Hoe komt Moerwijk aan warmte als de gaskraan definitief dicht gaat? Wat voor mogelijkheden zijn er om een eigen energietransitie vorm te geven?Eén waar Moerwijk zelf in plaats van alleen de Gemeente Den Haag wat wijzer van wordt? Bewoners hebben er onderzoek naar laten doen. De oplossing ligt verassend dicht bij huis. Eind 2020 presenteert Energierijk Moerwijk een eigen warmteplan.
Een enorme klus, maar ook een enorme kans. Moerwijk kan veel baat hebben bij de energietransitie, maar dan moeten de bewoners er wel actief bij betrokken worden. Johan Apeldoorn van team Energierijk Moerwijk (een samenwerking van Duurzaam Den Haag en de Moerwijk Coöperatie) geeft een voorbeeld. ‘Het gaat om veel werk zoals aanpassen van cv-verwarmingssystemen in de woningen en isoleren. Buiten de woningen gaat het om collectieve voorzieningen als: warmtenetten, warmteopslag en heel veel panelen op de daken. Dat werk moeten we zoveel mogelijk laten doen door lokale ondernemers. Net als het toekomstige beheer en onderhoud van de installaties. Het bewonersbedrijf van de Moerwijk Coöperatie zou dit kunnen oppakken. Bewoners die nu moeilijk aan werk komen, krijgen zo de kans op een baan met toekomst.’
Sinds kort wordt al proefgedraaid met het project Buurttalent. Een groep bewoners volgt een opleiding tot burenhulp, adviseur duurzaam wonen of schimmelcoach. Ze gaan bij mensen thuis kleine klussen uitvoeren en geven tips over energie besparen en het tegengaan van vocht en schimmel. Het plan is geboren bij de Moerwijk Coöperatie, die het nu uitvoert samen met Duurzaam Den Haag. Sinds 2018 werken actieve bewoners en Duurzaam Den Haag aan een aardgasvrije, groene en sociaal sterke wijk. Dit project Nieuwe Energie en Groen in de Buurt heeft een looptijd van 10 jaar en in 2019 heeft de Moerwijk Coöperatie zich erbij aangesloten.
Eigen warmte Bovenaan de agenda staat nu het warmteplan voor een aardgasvrije toekomst dat eind 2020 klaar moet zijn. In opdracht van het team Energierijk Moerwijk heeft het Haagse bureau CMAG onderzoek gedaan naar nieuwe warmtebronnen. Wat is de conclusie? ‘De meest duurzame oplossing is een lokaal warmtenet met water van circa 20 ºC. In de woning brengt een elektrische warmtepomp de temperatuur op 40/45 ºC voor de centrale verwarming.’
Waar komt de warmte vandaan? ‘Onze platte daken zijn heel geschikt voor PVT-zonnepanelen die elektriciteit opwekken én tegelijkertijd water verwarmen. In de zomer wordt de warmte opgeslagen in de bodem om in de winter te gebruiken voor de centrale verwarming. Ook een interessante warmtebron is de grote afvoerpijp van de rioolwaterzuivering uit de Harnaschpolder die langs het Zuiderpark loopt. Daar stroomt permanent relatief warm water door naar zee. Eeuwig zonde dat daar niets mee gebeurd. Het klinkt allemaal heel ingewikkeld, maar dit zijn bestaande en bewezen technieken. We maken een kenniswebsite om alles in begrijpelijke taal uit te leggen. Bewoners moeten snappen waar het om gaat.’
Gelijke lasten Het eerste wat gebeuren moet, is zorgen dat geen energie verloren gaat. ‘Ik woon zelf in een goed geïsoleerde flat, maar andere flats zijn zo lek als een mandje. De warmte vliegt er aan alle kanten uit. Een lage-temperatuur-cv werkt alleen in een goed geïsoleerd huis. Isoleren bespaart energie, zorgt voor meer wooncomfort en levert bovendien veel werk op.’
Het team Energierijk Moerwijk ziet kans de energietransitie te gebruiken als een hefboom voor een algehele verbetering van de wijk: meer werk, meer wooncomfort, meer groen en meer saamhorigheid. ‘Maar wel bij gelijkblijvende lasten!’ voegt Johan eraan toe. ‘Mensen hebben hier lage inkomens waar ze nu vaak al amper van kunnen rondkomen. Als de lasten stijgen, ben je de steun voor de energietransitie meteen kwijt.’
De uitsmijter bewaart Johan voor het laatst: “Voor elke wijk is er een participatie-traject. Dit is heel mooi, maar voor huurders bij woningcorporaties is er pas sprake van echte participatie, als zij mede-eigenaar kunnen worden van het duurzame energiesysteem. Dit kan bijvoorbeeld via een wijk energie coöperatie met voorfinanciering door de overheid. Die strooit al jarenlang met geld. Laat het nu maar eens rechtstreeks naar de burger gaan!”
Zie ook
Artikel Energierijk Moerwijk in Stadskrant 5 van de Gemeente Den Haag
Programmaplan Energietransitie van de Gemeente Den Haag
Over Energierijk Moerwijk
Over Duurzaam Den Haag
Over de Moerwijk Coöperatie
The post Energierijk Moerwijk werkt aan energietransitie-plan appeared first on Moerwijk Coöperatie.
source https://moerwijkcooperatie.nl/2020/05/energierijk-moerwijk-werkt-aan-energietransitie-plan/ source https://daintlyskinny.tumblr.com/post/618982658736799744
0 notes
Text
Energierijk Moerwijk werkt aan energietransitie-plan
‘Moerwijk heeft veel te winnen bij de energietransitie’ Dat Moerwijk veel te winnen heeft bij de energietransitie is voor de leden van het team van Energierijk Moerwijk, een samenwerking van Duurzaam Den Haag en de Moerwijk Coöperatie, wel duidelijk. Hieronder het artikel wat in de Stadskrant van Mei 2020 verscheen
Hoe komt Moerwijk aan warmte als de gaskraan definitief dicht gaat? Wat voor mogelijkheden zijn er om een eigen energietransitie vorm te geven?Eén waar Moerwijk zelf in plaats van alleen de Gemeente Den Haag wat wijzer van wordt? Bewoners hebben er onderzoek naar laten doen. De oplossing ligt verassend dicht bij huis. Eind 2020 presenteert Energierijk Moerwijk een eigen warmteplan.
Een enorme klus, maar ook een enorme kans. Moerwijk kan veel baat hebben bij de energietransitie, maar dan moeten de bewoners er wel actief bij betrokken worden. Johan Apeldoorn van team Energierijk Moerwijk (een samenwerking van Duurzaam Den Haag en de Moerwijk Coöperatie) geeft een voorbeeld. ‘Het gaat om veel werk zoals aanpassen van cv-verwarmingssystemen in de woningen en isoleren. Buiten de woningen gaat het om collectieve voorzieningen als: warmtenetten, warmteopslag en heel veel panelen op de daken. Dat werk moeten we zoveel mogelijk laten doen door lokale ondernemers. Net als het toekomstige beheer en onderhoud van de installaties. Het bewonersbedrijf van de Moerwijk Coöperatie zou dit kunnen oppakken. Bewoners die nu moeilijk aan werk komen, krijgen zo de kans op een baan met toekomst.’
Sinds kort wordt al proefgedraaid met het project Buurttalent. Een groep bewoners volgt een opleiding tot burenhulp, adviseur duurzaam wonen of schimmelcoach. Ze gaan bij mensen thuis kleine klussen uitvoeren en geven tips over energie besparen en het tegengaan van vocht en schimmel. Het plan is geboren bij de Moerwijk Coöperatie, die het nu uitvoert samen met Duurzaam Den Haag. Sinds 2018 werken actieve bewoners en Duurzaam Den Haag aan een aardgasvrije, groene en sociaal sterke wijk. Dit project Nieuwe Energie en Groen in de Buurt heeft een looptijd van 10 jaar en in 2019 heeft de Moerwijk Coöperatie zich erbij aangesloten.
Eigen warmte Bovenaan de agenda staat nu het warmteplan voor een aardgasvrije toekomst dat eind 2020 klaar moet zijn. In opdracht van het team Energierijk Moerwijk heeft het Haagse bureau CMAG onderzoek gedaan naar nieuwe warmtebronnen. Wat is de conclusie? ‘De meest duurzame oplossing is een lokaal warmtenet met water van circa 20 ºC. In de woning brengt een elektrische warmtepomp de temperatuur op 40/45 ºC voor de centrale verwarming.’
Waar komt de warmte vandaan? ‘Onze platte daken zijn heel geschikt voor PVT-zonnepanelen die elektriciteit opwekken én tegelijkertijd water verwarmen. In de zomer wordt de warmte opgeslagen in de bodem om in de winter te gebruiken voor de centrale verwarming. Ook een interessante warmtebron is de grote afvoerpijp van de rioolwaterzuivering uit de Harnaschpolder die langs het Zuiderpark loopt. Daar stroomt permanent relatief warm water door naar zee. Eeuwig zonde dat daar niets mee gebeurd. Het klinkt allemaal heel ingewikkeld, maar dit zijn bestaande en bewezen technieken. We maken een kenniswebsite om alles in begrijpelijke taal uit te leggen. Bewoners moeten snappen waar het om gaat.’
Gelijke lasten Het eerste wat gebeuren moet, is zorgen dat geen energie verloren gaat. ‘Ik woon zelf in een goed geïsoleerde flat, maar andere flats zijn zo lek als een mandje. De warmte vliegt er aan alle kanten uit. Een lage-temperatuur-cv werkt alleen in een goed geïsoleerd huis. Isoleren bespaart energie, zorgt voor meer wooncomfort en levert bovendien veel werk op.’
Het team Energierijk Moerwijk ziet kans de energietransitie te gebruiken als een hefboom voor een algehele verbetering van de wijk: meer werk, meer wooncomfort, meer groen en meer saamhorigheid. ‘Maar wel bij gelijkblijvende lasten!’ voegt Johan eraan toe. ‘Mensen hebben hier lage inkomens waar ze nu vaak al amper van kunnen rondkomen. Als de lasten stijgen, ben je de steun voor de energietransitie meteen kwijt.’
De uitsmijter bewaart Johan voor het laatst: “Voor elke wijk is er een participatie-traject. Dit is heel mooi, maar voor huurders bij woningcorporaties is er pas sprake van echte participatie, als zij mede-eigenaar kunnen worden van het duurzame energiesysteem. Dit kan bijvoorbeeld via een wijk energie coöperatie met voorfinanciering door de overheid. Die strooit al jarenlang met geld. Laat het nu maar eens rechtstreeks naar de burger gaan!”
Zie ook
Artikel Energierijk Moerwijk in Stadskrant 5 van de Gemeente Den Haag
Programmaplan Energietransitie van de Gemeente Den Haag
Over Energierijk Moerwijk
Over Duurzaam Den Haag
Over de Moerwijk Coöperatie
The post Energierijk Moerwijk werkt aan energietransitie-plan appeared first on Moerwijk Coöperatie.
source https://moerwijkcooperatie.nl/2020/05/energierijk-moerwijk-werkt-aan-energietransitie-plan/ source https://moerwijkcooperatie.blogspot.com/2020/05/energierijk-moerwijk-werkt-aan.html
0 notes
Text
Energierijk Moerwijk werkt aan energietransitie-plan
‘Moerwijk heeft veel te winnen bij de energietransitie’ Dat Moerwijk veel te winnen heeft bij de energietransitie is voor de leden van het team van Energierijk Moerwijk, een samenwerking van Duurzaam Den Haag en de Moerwijk Coöperatie, wel duidelijk. Hieronder het artikel wat in de Stadskrant van Mei 2020 verscheen
Hoe komt Moerwijk aan warmte als de gaskraan definitief dicht gaat? Wat voor mogelijkheden zijn er om een eigen energietransitie vorm te geven?Eén waar Moerwijk zelf in plaats van alleen de Gemeente Den Haag wat wijzer van wordt? Bewoners hebben er onderzoek naar laten doen. De oplossing ligt verassend dicht bij huis. Eind 2020 presenteert Energierijk Moerwijk een eigen warmteplan.
Een enorme klus, maar ook een enorme kans. Moerwijk kan veel baat hebben bij de energietransitie, maar dan moeten de bewoners er wel actief bij betrokken worden. Johan Apeldoorn van team Energierijk Moerwijk (een samenwerking van Duurzaam Den Haag en de Moerwijk Coöperatie) geeft een voorbeeld. ‘Het gaat om veel werk zoals aanpassen van cv-verwarmingssystemen in de woningen en isoleren. Buiten de woningen gaat het om collectieve voorzieningen als: warmtenetten, warmteopslag en heel veel panelen op de daken. Dat werk moeten we zoveel mogelijk laten doen door lokale ondernemers. Net als het toekomstige beheer en onderhoud van de installaties. Het bewonersbedrijf van de Moerwijk Coöperatie zou dit kunnen oppakken. Bewoners die nu moeilijk aan werk komen, krijgen zo de kans op een baan met toekomst.’
Sinds kort wordt al proefgedraaid met het project Buurttalent. Een groep bewoners volgt een opleiding tot burenhulp, adviseur duurzaam wonen of schimmelcoach. Ze gaan bij mensen thuis kleine klussen uitvoeren en geven tips over energie besparen en het tegengaan van vocht en schimmel. Het plan is geboren bij de Moerwijk Coöperatie, die het nu uitvoert samen met Duurzaam Den Haag. Sinds 2018 werken actieve bewoners en Duurzaam Den Haag aan een aardgasvrije, groene en sociaal sterke wijk. Dit project Nieuwe Energie en Groen in de Buurt heeft een looptijd van 10 jaar en in 2019 heeft de Moerwijk Coöperatie zich erbij aangesloten.
Eigen warmte Bovenaan de agenda staat nu het warmteplan voor een aardgasvrije toekomst dat eind 2020 klaar moet zijn. In opdracht van het team Energierijk Moerwijk heeft het Haagse bureau CMAG onderzoek gedaan naar nieuwe warmtebronnen. Wat is de conclusie? ‘De meest duurzame oplossing is een lokaal warmtenet met water van circa 20 ºC. In de woning brengt een elektrische warmtepomp de temperatuur op 40/45 ºC voor de centrale verwarming.’
Waar komt de warmte vandaan? ‘Onze platte daken zijn heel geschikt voor PVT-zonnepanelen die elektriciteit opwekken én tegelijkertijd water verwarmen. In de zomer wordt de warmte opgeslagen in de bodem om in de winter te gebruiken voor de centrale verwarming. Ook een interessante warmtebron is de grote afvoerpijp van de rioolwaterzuivering uit de Harnaschpolder die langs het Zuiderpark loopt. Daar stroomt permanent relatief warm water door naar zee. Eeuwig zonde dat daar niets mee gebeurd. Het klinkt allemaal heel ingewikkeld, maar dit zijn bestaande en bewezen technieken. We maken een kenniswebsite om alles in begrijpelijke taal uit te leggen. Bewoners moeten snappen waar het om gaat.’
Gelijke lasten Het eerste wat gebeuren moet, is zorgen dat geen energie verloren gaat. ‘Ik woon zelf in een goed geïsoleerde flat, maar andere flats zijn zo lek als een mandje. De warmte vliegt er aan alle kanten uit. Een lage-temperatuur-cv werkt alleen in een goed geïsoleerd huis. Isoleren bespaart energie, zorgt voor meer wooncomfort en levert bovendien veel werk op.’
Het team Energierijk Moerwijk ziet kans de energietransitie te gebruiken als een hefboom voor een algehele verbetering van de wijk: meer werk, meer wooncomfort, meer groen en meer saamhorigheid. ‘Maar wel bij gelijkblijvende lasten!’ voegt Johan eraan toe. ‘Mensen hebben hier lage inkomens waar ze nu vaak al amper van kunnen rondkomen. Als de lasten stijgen, ben je de steun voor de energietransitie meteen kwijt.’
De uitsmijter bewaart Johan voor het laatst: “Voor elke wijk is er een participatie-traject. Dit is heel mooi, maar voor huurders bij woningcorporaties is er pas sprake van echte participatie, als zij mede-eigenaar kunnen worden van het duurzame energiesysteem. Dit kan bijvoorbeeld via een wijk energie coöperatie met voorfinanciering door de overheid. Die strooit al jarenlang met geld. Laat het nu maar eens rechtstreeks naar de burger gaan!”
Zie ook
Artikel Energierijk Moerwijk in Stadskrant 5 van de Gemeente Den Haag
Programmaplan Energietransitie van de Gemeente Den Haag
Over Energierijk Moerwijk
Over Duurzaam Den Haag
Over de Moerwijk Coöperatie
The post Energierijk Moerwijk werkt aan energietransitie-plan appeared first on Moerwijk Coöperatie.
source https://moerwijkcooperatie.nl/2020/05/energierijk-moerwijk-werkt-aan-energietransitie-plan/
0 notes
Text
Geld en geluk. Gaat dat eigenlijk wel samen?
Vaak hoor ik mensen klagen over hoe slecht ze het hebben Het gaat financieel niet lekker, ze hebben te weinig geld, de zaken gaan minder goed, de crisis had er ingehakt, ze moeten zoveel belasting betalen, enzovoort, enzovoort. Klagen, klagen, klagen…
En als je ze dan vraagt wat ze willen, is het antwoord uiteenlopend. De één wil graag meer geluk, minder tegenslagen en wat meer geld om in ieder geval de rekeningen te kunnen betalen. En de ander wil rijker zijn, zodat dromen uitkomen en waargemaakt kunnen worden.
Tegenstelling
Maar als ik dan vraag ‘wat vind je van geld?’ is het antwoord vaak niet positief. Ik hoor dan vaak: “geld is de wortel van het kwaad”, “geld maakt je gierig” en “ach, geld maakt niet gelukkig”.
En eigenlijk zijn dit stuk voor stuk rare antwoorden.
Geld is namelijk geen van al deze dingen. Het is een wettig betaalmiddel, een ruilmiddel. En dat is alles!
En nee, geld maakt niet gelukkig. Natuurlijk niet. Waarom niet? Omdat het daar ook niet voor bedoeld is. Geld is bedoeld om iets te kunnen betalen. Dus geld is wel erg handig en het is helemaal oké om er genoeg van te hebben.
Geld maakt gierig? Ik ken hele rijke mensen die uitermate gul zijn. Als rijke mensen gierig zijn, dan waren ze dat al voordat ze geld hadden. Meer geld stelt je in staat om meer te doen en meer te zijn wie je al bent. Ben jij een aardig persoon? Dan stelt meer geld je in staat om nóg aardiger tegen meer mensen te zijn.
En geld is de wortel van het kwaad? Dat is een kolossale misvatting, stammend uit bijbelse, vervlogen tijden. Ooit werd gezegd dat de ZUCHT naar geld de wortel van het kwaad is. En dat is toch echt heel iets anders dan dat geld zelf de wortel van het kwaad is. Geld is gewoon een betaalmiddel en ik weet zeker, dat als jij er meer van hebt, je er hele leuke dingen mee kunt en gaat doen.
In mijn beleving is meer geld hebben prettig. Stel je maar eens voor dat je de gave zou hebben om op de een of andere manier gewoon meer geld aan te trekken. Als je werknemer bent en je krijgt gemakkelijk een forse loonsverhoging. Of als je een eigen bedrijf hebt of ZZP’er bent en je kunt meer en/of fors hogere facturen uitschrijven… Of je krijgt andere financiële meevallers. Dat maakt je leven toch prettiger, of niet?
De ‘geheime gave’ om geld aan te trekken
Er zijn mensen die een ‘geheime geldgave’ hebben. Zij trekken het aan, alsof ze er magnetisch voor zijn. Op de een of andere manier hebben zij altijd meer tot hun beschikking dan ze in feite nodig hebben. Zij genieten van heerlijk verre vakanties, gaan luxueus uit eten, shoppen zonder op te hoeven letten hoeveel ze uitgeven, kopen vaak mooie kleren en schoenen, hoeven niet op de kleintjes te letten bij het boodschappen doen, doen leuke dingen, rijden een te gekke auto en meer. Heb je er beeld bij?
Hoe doen ze dat? Wel, het strekt te ver om dat in deze blog uit te leggen, maar wat ik wel kan zeggen is dat het te maken heeft met je mindset, oftewel je geldprogrammering. Het zit ‘m in je eigen brein. En jouw ‘geldprogrammering’ bepaalt uiteindelijk hoe je over succes en geld denkt, hoe je ermee omgaat, hoe je ernaar handelt en uiteindelijk hoe je financiële resultaten zijn.
Het is een stukje van jouw onderbewustzijn dat uiteindelijk je financiële succes bepaalt.
Wat als je deze gave niet hebt?
Bij sommige mensen is deze geldprogrammering ronduit belabberd. Deze mensen worden dakloos of zitten in de bijstand, in een armoedig flatje, 3-hoog achter. En dat alles komt ogenschijnlijk door externe factoren, want niemand kiest er bewust voor om als dakloze te leven of in een armoedig flatje te wonen. Het feit dat deze mensen in die situatie zitten is dan ook bijna altijd een combinatie en aaneenschakeling van foute keuzes geweest.
Wat als je deze gave een heel klein beetje hebt?
De grootste groep mensen heeft een heel klein beetje van deze gave. Zij hebben een middelmatige geldprogrammering in hun onderbewustzijn. Zij doen het redelijk, hebben een gemiddeld inkomen, maar missen toch vaak net dat extra stukje om het leven te kunnen leiden dat ze zo graag willen.
En wat als je deze ‘magische’ gave wél hebt?
Er is er een relatief kleine groep die een goede tot uitstekende geldprogrammering in hun brein heeft. Deze mensen hebben op financieel gebied niks te klagen. Zij trekken meer geld aan dan zij nodig hebben en genieten met volle teugen van het leven. Ze kunnen dit doen, ondanks dat het leven nou eenmaal geld kost. Hoe leuker, luxueuzer en mooier je wilt leven, hoe meer geld je daarvoor moet hebben. Zo zit onze maatschappij nou eenmaal in elkaar.
Hoe staat het met jou?
Het goede nieuws is dat jij jouw eigen onderbewustzijn precies zo kunt programmeren voor deze vorm van geldmagnetisme. Je kunt deze gave dus aanleren, waardoor je leven spectaculair kan veranderen. Het is maar net waarvoor jij kiest. Eén ding is zeker: meer geld stelt je in staat om meer dingen te doen.
Wanneer je luistert naar alle delen van het HypnoMiljonair Programma, dan stel je je brein in op het aantrekken van meer succes en meer geld. Je ontwikkelt snel en veilig een positieve geldprogrammering die je magnetisch maakt voor succes en meer geld.
Dit intensieve programma helpt je jouw ‘geldbrein’ dusdanig te programmeren, dat je gaat behoren tot de kleinere groep mensen voor wie geld nooit een issue is. Dit is de groep mensen die kunnen doen wat ze leuk vinden.
Na dit programma:
Is je manifestatiekracht op het gebied van meer geld aantrekken omhoog geschoten
Heb je de gave om uitermate winstgevende ideeën te bedenken
Kun je jouw gouden ideeën in gedachten testen op winstgevendheid en haalbaarheid
Heb je de kennis in huis om deze gouden ideeën om te zetten in een actieplan
Heb je de juiste mentale eigenschappen om je plannen uit te voeren en tot succes te brengen
Geniet je van een financieel beter leven
Je drive om succesvol te worden in korte tijd wordt vanuit je binnenste in de turbostand gezet, je gaat er helemáál voor. Voortaan zul jij uit het juiste hout gesneden zijn voor het financiële succes dat je zo graag wenst.
Megakorting
Je kunt het HypnoMiljonair Programma de komende dagen downloaden van 347 voor slechts éénmalig 47 euro. En dat is dus 300 euro korting!
Deze superkorting van 300 euro is je eerste winst!
Let op, gebruik de speciale kortingscode KRT50 om van de korting te profiteren. En wees er snel bij, want de kortingscode werkt slechts een paar dagen! Daarna vervalt hij automatisch en betaal je weer het normale bedrag.
Klik hier en download het programma nu! Gebruik de kortingscode KRT50 en start vandaag nog met dit complete programma, zodat je jezelf de komende dagen en weken transformeert in een super succes- en geldmagneet.
Je leven zal er blijvend door veranderen in positieve zin. Stel je eens voor als Vrouwe Fortuna je voortaan toelacht en je je financiële situatie voorgoed fors verbetert…
Hoe ziet jouw leven er dan uit? Ga je binnenkort ook Christmas Shoppen in New York, Parijs of Londen?
Klik nu hier, want deze actie is zeer tijdelijk geldig, en alleen met de kortingscode!
Het bericht Geld en geluk. Gaat dat eigenlijk wel samen? verscheen eerst op Trancewerk.
https://www.trancewerk.nl/blog/geld-en-geluk-gaat-dat-samen/
0 notes
Text
Hikikomori
Als je kamer de enige veilige plek is
SYBILLA CLAUS– 7 maart 2012
Er zijn in Japan veel jongeren die niet meer meedoen aan de ratrace. Sommigen verzetten zich op typisch Japanse wijze: zij trekken zich stilletjes terug en komen hun kamer niet meer uit. Hoe vergaat het deze hikikomori, ruim tien jaar nadat zij 'ontdekt' zijn?
Trots laat Minoru Katsuyama zijn nieuwe boek zien. Op de lichtblauwe omslag ligt een gouden Boeddha heerlijk op zijn zij te rusten. Het is het motto van deze zelfhulpgids voor hikikomori. "Denk niet aan werk, en ga vooral niet solliciteren", zegt de 39-jarige in een tearoom in de stad Yokohama. In het boek veel plaatjes, bijvoorbeeld van de drie apen die 'niet horen, zien en spreken' uitbeelden. "Nummer vier houdt zijn knieën vast. Die werkt niet. Dat is de hikikomori-aap." Na een lange carrière als 'contactvermijder' heeft Katsuyama de nodige zelfspot ontwikkeld. Zijn eerste boek over hoe het met hem misliep toen hij 17 werd, was nog vol wrok. "Kindertijd, schooltijd. Hoe gemeen ouders kunnen zijn. De oorlog tussen mij en mijn ouders." Inmiddels heeft hij zijn weg gevonden, mede dankzij antidepressiva, angstremmers en slaappillen die hij dagelijks slikt. "Alleen maar thuiszitten is pijnlijk. Ik heb een paar plaatsen ontdekt waar ik graag kom, waar ik vrienden heb." Omdat Katsuyama is gediagnosticeerd als geestelijk gehandicapt, krijgt hij een uitkering van 670 euro per maand en mag hij naar een sociale werkplaats. Niet dagelijks, hij gaat een enkele keer, wanneer hij zin heeft. Dan zit hij nog bij een praatgroep 'voor iedereen met interesse in het onderwerp' die maandelijks bijeen komt. "Ik wandel soms en ga nu het boek uit is her en der een praatje geven." Van lotgenoten is bekend dat zij graag 's nachts een buurtsuper binnenlopen. Slechts een kleine minderheid komt nooit van de kamer af. Katsuyama woont nog steeds bij zijn ouders, en dat betekent veel ruzie. "Maar ik kan mijn problemen nu delen met anderen. En er is een neefje geboren op wie mijn moeder zich heeft gestort, dat geeft lucht." Alleen wonen kan hij niet aan. "De rekeningen betalen, met de buren omgaan, dat is stressvoller dan thuis ruziën." Grenzen bewaken is belangrijk voor hikikomori, want wie te ver gaat valt weer terug, dat heeft hij van zijn maten wel geleerd. In Sayama, een voorstad van Tokio, heeft therapeut Yuichi Hattori praktijk aan huis. Hij heeft met tientallen hikikomori als patiënt gewerkt en is keihard in zijn oordeel over de fnuikende aspecten van de Japanse samenleving. "Japanners leren van kinds af aan wantrouwig te zijn. Zij volgen anderen uit angst verlaten te worden. Je vrijelijk uiten verbreekt de harmonie die hier zo belangrijk is. Harmonie klinkt aardig, maar is in de realiteit erg onderdrukkend. Volgzaamheid is in Japan echt een overlevingstactiek." Overal ter wereld hebben mensen een buiten- en een binnenkant. Maar in Japan is die scheiding erg sterk. "Je buitenste zelf leeft een leugen uit zelfbescherming", zegt Hattori. Hij laat zijn cliënten veel tekenen. "Hun binnenste zelf komt op papier als een leegte, ergens in een hoek, ondergronds of zelfs in een doodskist." Als ze het verwoorden, klinkt het als 'ik ben geen mens'. Tweehonderd jaar geleden in het Edo-tijdperk (1603-1868) was het in Japan letterlijk levensgevaarlijk je mening te uiten. De doodstraf staat er tegenwoordig niet meer op, maar het gebrek aan individuele vrijheid is nog steeds kenmerkend voor het land. "Huwelijk, werk, woonplaats, religie. Echte keuze is er niet, en dat kan tot emotionele verdoving leiden", meent de therapeut. Hattori geeft het voorbeeld van een 32-jarige cliënte die in haar kamer blijft. "Haar moeder zei eens dat ze niet zo hard moest hoesten. Omdat de buren niet weten dat ze bestaat. Heel typisch, dat hikikomori zo'n geheim zijn." Velen van deze groep jongeren zeggen vroeger op school gepest te zijn. Op Japanse scholen zijn de regels streng en ligt de nadruk op de groep en het leren van feiten. Waar veel Europese landen een actief antipest-beleid hebben, kan in Japan een gepest kind dat troost zoekt ook nog eens door een leraar of ouders geschoffeerd worden. Want wie gepest wordt, zal wel iets fout gedaan hebben, is voor velen de gedachte. Ook al leidt dat tot zelfmoord. Scholen hebben sinds de jaren negentig verplicht een coördinator tegen pesten, maar in hoeverre dat effectief is, is onbekend. "Pesten, ijime, is deel van het Japanse onderwijssysteem om anders zijn af te straffen", aldus Hattori. "Het creëert leerlingen die zich niet durven uiten, en dat is precies de verborgen agenda van de regering. Het bevoordeelt de machthebbers. Ouders of docenten die pesten afkeuren, zijn voorzichtig met kritiek. Ook zij vrezen neergehamerd te worden als een uitstekende spijker. Ijime bestaat al dertig jaar maar nog nooit is geprobeerd een buitenlands antipesten project te importeren of een landelijk preventieprogramma in te voeren." Tel deze Japanse kenmerken bij elkaar op: permanente angst voor het oordeel van anderen, tweevoudige persoonlijkheid, fobie om te misnoegen, een werkverslaafde vader, pesten op school, pressie om hard te leren; en het resultaat is véél jongeren die zich letterlijk afkeren van zo'n soort wereld. Zij blijven binnen, op de enige veilige plek die ze kennen. Antropologe Sachiko Horiguchi deed onderzoek onder ouder- en steungroepen van hikikomori en schreef over het fenomeen. "Er is een moment dat bepaalde hoofdrolspelers als psychiaters een term lanceren." De term hikikomori deed zijn intrede in 1998 voor jongeren die geestelijk in orde zijn, maar toch al een half jaar thuiszitten. Een paar moorden waarbij deze jongeren betrokken waren, schudden Japan wakker. Een deel van de hikikomori is gewelddadig naar de ouders, en dat liep soms fataal af. De media sprongen er gretig op in, en creëerden samen met zelfbenoemde experts een 'morele paniek'. "Door die link met geweld kwam het niet op de agenda als een probleem van jongerenwelzijn of sociale participatie. Niet makkelijk voor de ouders van de hikikomori die zich toch al zo schamen", zegt Horiguchi. En hoeveel van die jongeren zijn er? Al snel rolden de aantallen over elkaar heen: een miljoen, wellicht meer. De hikikomori-industrie was geboren. "Ik kan de schaal van die industrie zien", zegt Horiguchi, maar hoeveel jongeren er daadwerkelijk achter zitten weet niemand. Een onderzoek van de overheid uit 2010 schat dat er op 128 miljoen inwoners zo'n 700.000 hikikomori zijn, plus anderhalf miljoen potentiële gevallen. Bij oudergroep KHJ zijn meer dan tienduizend ouders aangesloten, via 42 regionale takken - van het eiland Hokkaido in het uiterste noorden tot Okinawa in het zuiden. Er zijn ruim honderd steungroepen. Maar er is volgens Horiguchi ook overlap met bijvoorbeeld het syndroom van Asperger (mild autisme), ADHD en depressie. "Zo'n zesduizend hikikomori zoeken daadwerkelijk hulp. Wie er onder die noemer valt is steeds moeilijker te bepalen, al is het maar omdat de definitie omstreden is." De term is inmiddels een vergaarbak geworden van jongeren met werk maar zonder vrienden of andersom, teruggetrokken jeugd, adolescenten met een geestelijke of psychiatrische handicap. "Zelfs als ouders niet durven zeggen dat hun kind schizofreen is, kunnen ze hem hikikomori noemen", zegt Horiguchi. "Het verraste me dat velen in de steungroepen psychiaters bezoeken. Er waren ook hikikomori die mij onthulden dat ze eigenlijk schizofreen zijn, maar niet willen dat anderen dat weten." Hikikomori draaien het dag-nacht ritme om, verzorgen en voeden zich slecht. Ze zijn uiterst negatief naar hun familie, geven hen de schuld van hun lijden. De onzichtbare vader wordt gespaard, vooral de woede naar de moeder is groot. Sommige moeders gebruiken periodiek negeren van kinderen als opvoedingstactiek."Moeders spelen hun rol goed, maar hebben moeite echt van hun kinderen te houden", zegt therapeut Hattori. "Een robot kan geen kinderen opvoeden", verwoordde een van zijn cliënten het. Omgekeerd zijn moeders soms bang voor geweld of radeloos als ze jarenlang van alles geprobeerd hebben. "Was hij maar dood, ik ben er zó moe van. Hij geeft altijd ons de schuld", verzucht een moeder over haar 23-jarige zoon in een steungroep. "Moeders zijn vaak huisvrouwen die zich schuldig voelen en kwaad zijn omdat hun echtgenoot er niet is en niet meewerkt. Het gezin durft er met de buurt of de familie niet over te spreken", vertelt Horiguchi. "Eigenlijk kunnen Japanse vrouwen alleen in die steungroepen sociale kritiek uiten. Ouders kunnen het best de feiten accepteren en afstand nemen." Net zo gevarieerd als de definitie zijn theorieën over oorzaak en aanpak van het verschijnsel, en in hoeverre dat Japans is. Zelfs binnen de overheid woedt een strijd over de vraag of het een geestesziekte is. Feit is dat de meerderheid man is, en dat de groep vooral uit de middenklasse komt. Hikikomori zouden vaak de oudste zoon zijn, op wie extra veel druk gelegd wordt. Oplossingen worden gezocht in veilige hangplekken, bloggen en trajecten die naar werk begeleiden; van medicatie tot een uiterst strenge gedragsbehandeling. Tot die laatste groep behoort Yuriko Osada. Zij gooit in haar 'disciplinaire rehabilitatiecentrum' Ai Mental School in Nagoya emmers water over hikikomori en schreeuwt ze toe: "Wees niet zo afhankelijk van je ouders". Haar zus Shoko Sugiura werd in 2006 gearresteerd toen een hikikomori in net zo'n instituut onder haar hoede omkwam door geweld. Zij kreeg daarvoor in 2007 3,5 jaar gevangenisstraf. Ondertussen kibbelen partijen voort over mogelijke oplossingen voor het diffuse probleem. In 2008 gaf het ministerie van gezondheid 500 miljoen yen om overal centra voor hikikomori op te zetten. In 2010 volgde een nieuwe wet die de ontwikkeling van kinderen en jeugd ondersteunt, en nieuwe richtlijnen inzake de contact-vermijders. De focus ligt nu op plaatsing in een werktraject en op het verband met psychische problemen. "Maar een hikikomori krijgt geen uitkering. Als het verband vaststaat, zou dat moeten kunnen", zegt Horiguchi. "Een basisinkomen geeft bestaanszekerheid", verklaart ervaringsdeskundige Minoru Katsuyama: "Er zijn al zoveel werkzoekers. Dan krijg je er nog meer! Het is een verouderd model, gebaseerd op succes bij andere groepen". Katsuyama droomt van vrijplaatsen, 'waar ik mijn zorgen kan delen. Op een boerderij bijvoorbeeld. Een duobaan als kassier zou ik ook wel aan kunnen. Als het maar een relaxte atmosfeer is'. Antropologe Horiguchi moet concluderen dat er in dertien jaar niet veel vooruitgang is geboekt. "Het probleem is niet zo makkelijk op te lossen als men aanvankelijk dacht. Er is wel veel ondersteuning gekomen. Soms als dagbesteding. Anderen vinden werk. En er zijn wat ontmoetingsplekken." Therapeut en wetenschapper zijn het erover eens dat het niet efficiënt is hikikomori in een strakke werkvorm te persen. "Deeltijdwerk zoals Nederland kent, zou een idee zijn." In zijn praktijk focust therapeut Hattori op het alsnog vinden van een identiteit. "In een gezin moet de vader betrokken zijn bij de opvoeding. Een kind moet zijn emoties kunnen uiten." Na de publiciteitsgolf over de klassieke hikikomori kreeg hij de laatste jaren meer aanloop van de 'verscholen' variant. "Zij komen sociaal wel mee, maar voelen zich emotioneel met niemand verbonden. Hun ouders komen vaak uit een gearrangeerd huwelijk." Hattori wijst op wat huizen in de omgeving waar iemand verborgen op een kamertje zit, of zelfmoord pleegde. "Er zijn in Japan zoveel mensen die in eenzaamheid sterven, die niet eens om hulp kunnen vragen. Ik denk dat wel tachtig procent van de Japanners verscholen hikikomori is." Antropologe Horiguchi wijst op het probleem van vergrijzend Japan. "Straks zijn de pensioenen minder waard, of overlijden de ouders." Hikikomori zal geleidelijk van een jongerenprobleem in een ouderenprobleem veranderen. De gemiddelde leeftijd van contact-vermijders stijgt, en lag in 2009 al boven de dertig jaar. "Hoe zullen zij er over tien of twintig jaar aan toe zijn?" Over futoko's, freeters, otaku's en niito's Er is een duidelijk patroon waar te nemen in jeugdproblemen die in Japan afwisselend in de schijnwerpers staan. In de jaren tachtig waren dat futoko, schoolvermijders. Begin jaren negentig (tijdens de start van de recessie die tot nu loopt) de nerdachtige otaku, jongeren die de realiteit ontvluchten en zich vermaken met internet, games en strips; de freeters, die het gepropageerde carrièrepad afwijzen en parttime werken; en parasiet singles, die bij hun ouders blijven wonen en werk als hobby zien. Het afgelopen decennium stond in het teken van de hikikomori. Die zijn alweer ingehaald door de niito (letterlijk 'niet in onderwijs, werk of opleiding'), en de 'herbivore' jongemannen die meisjes niet interessant vinden. Daarbij is het steeds de oudere, conservatieve middenklasse-groep die bepaalt wat een jeugdprobleem is. De stem van de jongeren zelf is in debat of politiek amper vertegenwoordigd. De sociale samenhang genegeerd, het zijn steeds de jongeren die tekort schieten, lui of onaangepast zijn, of zelfs gezien worden als bedreiging voor de natie. "Maar je kunt freeters ook zien als gezonde jongeren die vrijheid zoeken, en de strakke Japanse bedrijfscontrole weigeren", werpt therapeut Hattori tegen. Waar de hikikomori deels werden weggezet als 'geestelijk gehandicapte' individuen, ligt de nadruk bij de niito op de economie. "Omdat voor niito-programma's rond 2005 nieuw geld vrijkwam, zag je dat sommige steungroepen voor hikikomori hun definitie verbreedden om zo de subsidiestroom te volgen", constateert antropologe Sachiko Horiguchi.
0 notes
Text
“De deurklink is een prachtig symbool voor burgerschap”
De Griekse kunstenaar Antonis Pittas leende vijftien deurklinken van buurtbewoners van Kunsthal Extra City en gaf een afgietsel van zijn eigen hand in ruil. Het is één van de meest spraakmakende kunstwerken van de tentoonstelling ‘Extra Citizen’.
Door Janine Meijer
Deze zomer liep de Griekse kunstenaar Antonis Pittas door de straten van Berchem en belde bij elk huis aan met de vraag of hij de deurklink een tijdje mocht lenen. De meeste bewoners lieten hem zijn verhaal niet afmaken. Ze waren bang. Een vreemd gezicht. Wat wil deze man? Snel de deur weer sluiten. Een kleine groep was nieuwsgierig en werd enthousiast. Ze leenden hem de klink en kregen in ruil een afgietsel van de hand van kunstenaar.
Wie vandaag door Berchem wandelt, ziet de stevige zwarte vuist van Antonis op verschillende voordeuren prijken. De oorspronkelijke deurklinken zijn onderdeel van de tentoonstelling ‘Extra Citizen’ van Kunsthal Extra City in Berchem. Antonis maakte er een opvallend sober, maar ijzersterk kunstwerk mee. “Deurklinken zijn het gezicht van een huis. Je hebt dure en goedkope deurklinken. Heel oude of juist hypermoderne. Meestal loop je er achteloos aan voorbij. Maar sommige deurklinken zijn ware kunstwerken. Vaak denk je aan een deurklink te kunnen aflezen welke mensen in een huis wonen. Maar dat klopt lang niet altijd. Toch vertelt de deurklink veel over de geschiedenis en samenstelling van een buurt. Tegelijk is het een prachtig symbool voor burgerschap. Wie zijn deur opent, stapt van de private in de publieke sfeer en wordt deelnemer aan het stadse leven”, zegt Antonis Pittas in zijn werkruimte aan de Amsterdamse Veemkade.
Een meer hippe buurt is er nauwelijks te vinden in de hoofdstad van onze noorderburen. Langs het IJ -een oud havengebied- staan grote pakhuizen. Sommigen tiptop verzorgd en bewoond door creatieve ondernemers wie het duidelijk voor de wind gaat. Anderen wat nonchalanter onderhouden en ingenomen door kunstenaars die er elk een ruimte huren. Het weidse uitzicht over het water is betoverend mooi.
Ontworteld zijn
Zestien jaar woont de Griekse Antonis nu in Nederland. Erasmus -het uitwisselingsprogramma voor studenten- bracht hem van Athene naar Amsterdam. De liefde maakte dat hij nooit meer vertrok. Antonis’ eigen ervaringen als migrant en nieuwkomer zijn bepalend voor de kunst die hij maakt. “Toen ik in Amsterdam aankwam, voelde ik me een buitenstaander. De stad was van de Amsterdammers. Zelf was ik te gast. Zestien jaar later kan je niet volhouden dat ik nog steeds een gast ben. Toch voel ik me ook geen Amsterdammer. Ik zit er tussenin. Ik ben een ontwortelde, iemand die nergens echt thuishoort. Een gevoel waar veel migranten mee worstelen.”
Wat is burgerschap eigenlijk?, vraagt Antonis zich in zijn werk af. Wie claimt het burgerschap of de publieke ruimte en op basis waarvan? “Vroeger was duidelijk te zien wie in de stad was geboren en wie van buitenaf kwam. Vandaag kan je aan de huidskleur of andere uiterlijke kenmerken niets meer afleiden over de band van een inwoner met zijn stad. In nauwelijks twee generaties zijn steden als Amsterdam en Antwerpen ingrijpend van samenstelling veranderd. De gekleurde minderheid is een meerderheid geworden. De stad als mozaïek van etniciteiten en afkomsten. Mijn werk gaat over wat burgerschap betekent in deze nieuwe context.”
Antonis kende Antwerpen al langer, maar voor deze opdracht is hij opnieuw en bewuster naar de stad gaan kijken. Het viel hem op dat -zoals in meerdere Noord-Europese steden- vooral jongeren de publieke ruimte innemen. “Zij hangen rond in parken en op pleinen en bepalen voor een groot deel het straatbeeld. In het zuiden van Europa is dat heel anders. Daar zijn het overwegend ouderen die de lommerrijke plekken in de straten en de parken bezetten. Dat heeft veel met het weer te maken. In Zuid-Europa is het in de zomer vaak te warm om lang buiten te zijn. Daarom zoeken de jongeren binnen verkoeling.”
Met handen praten
Al observerend, zag Antonis dat jongeren een eigen taal hebben. “Ze spreken veel met hun handen. Kijk maar naar rappers. Die hebben hun eigen specifieke gebaren en bewegingen. Ook in sociale media zijn handen niet weg te denken. Jongeren beantwoorden berichten op hun smartphones of internet met icoontjes van handen die een duim omhoog of omlaag steken. Handen zijn een veel gebruikt communicatiemiddel.”
De hand als cruciaal element in het stedelijk samenleven. Hoe meer Antonis erover nadenkt hoe mooier hij de symboliek vindt. Ook in zijn atelier in Amsterdam zijn overal handen terug te vinden. Een enorme rode zitzak in de vorm van een hand is het meest opvallende object. Aan de muur hangen schetsen van handen en op tafel liggen allerlei prototypes van handen in verschillende vormen.
“Handen drukken gevoelens uit, bestendigen relaties en zijn de eerste instrumenten bij het aangaan van een nieuwe relatie. Met de hand open je de deur naar de buitenwereld en zwaai je naar de buurtbewoners. Met een handdruk uit je respect en benadruk je de band die je met iemand hebt. Met de hand raak je de eerste keer je geliefde aan of groet je een nieuwe buurman. Vroeger bezegelde je een contract met een handdruk.”
Nog mooier is het om dit te ontdekken in een stad die Antwerpen heet en haar naam ontleent aan een oude legende over de reus Antigoon die alle scheepvaarders dwong om tol te betalen om de Schelde over te varen. Als ze weigerden, hakte de reus hun hand af en gooide die in de rivier. De Romeinse soldaat Brabo slaagde er in om Antigoon te doden en zijn hand in de Schelde te werpen. Door dit ‘hand werpen’ zou Antwerpen aan haar naam zijn gekomen.
“Met de keuze voor de hand als centraal thema in dit project komt alles samen. Bewoners vragen hun hand een tijdje af te staan, kan natuurlijk niet. Ik ben de reus Antigoon niet”, lacht Antonis. “Maar de deurklink is een prachtige metafoor.”
Kunst tot aan de voordeur
Bijzonder aan dit project is dat Antonis twee tentoonstellingen tegelijk heeft gemaakt. Eén expo in de straten rondom Kunsthal Extra City waar zijn zwarte vuisten op de deuren te bewonderen zijn. En één tentoonstelling binnen in de kunsthal waar de geleende deurklinken zijn verzameld. De twee expo’s versterken elkaar. Wie nieuwsgierig is en op zoek gaat naar het verhaal achter de verdwenen deurklinken waar handen voor in de plaats zijn gekomen, komt vanzelf uit bij Kunsthal Extra City. Wie de expo bezoekt en later door de buurt naar huis fietst, merkt wellicht de zwarte vuisten op.
Bovendien is het een creatieve manier om de buurt meer te betrekken bij de kunsthal en zijn werking. Het viel Antonis op dat weinig buurtbewoners Kunsthal Extra City kennen en weten dat er exposities zijn. Dat is jammer. Door de kunst tot aan hun voordeur te brengen, hopen Antonis en Kunsthal Extra City de bewoners over de streep te trekken en warm te maken voor een bezoek aan de tentoonstelling.
De wereld van de hedendaagse kunst en het dagdagelijkse leven in een diverse buurt in Antwerpen laat zich moeilijk verenigen. Kunsthal Extra City wil een brug vormen tussen beiden. Het is geen toeval dat het Oud Berchem -één van de meest diverse buurten van Antwerpen- heeft uitgekozen als standplaats. Kunstenaar Antonis Pittas heeft met zijn project letterlijk een hand uitgestoken naar de buurtbewoners: kom kijken en laat je verrassen door de nieuwe tentoonstelling.
Wat is normaal?
De Griekse kunstenaar heeft een druk najaar. Behalve in ons land stelt hij de komende maanden ook tentoon in Nederland, Estland en Israël. Tevens werkte hij mee aan de tentoonstelling ‘The Artist Knight’ in het kasteel van Gaasbeek over kunstenaars die het ridderschap in zich dragen.
Pittas wil ook in de toekomst werken rond het thema burgerschap en publieke ruimte. “Er is nog zoveel mee te doen. Denk maar aan de nieuwe groepen vluchtelingen die naar onze steden komen. Hoe gaan zij zich in de publieke ruimte gedragen? Wanneer kunnen zij het burgerschap claimen zonder dat anderen zich daar tegen verzetten. Een inburgeringsattest is een mooi initiatief van de overheid. Nieuwkomers krijgen een diploma nadat ze de taal hebben geleerd en een aantal lessen in maatschappelijke oriëntatie hebben gevolgd. Maar wie een mondje Nederlands spreekt en weet hoe het openbaar vervoer werkt of hoe ons rechtssysteem in elkaar zit, hoort er vaak slechts op papier bij.”
“Wanneer worden deze nieuwkomers als één van ons gezien? En wat is één van ons? Hoe moet je je dan gedragen? De Nederlandse premier Mark Rutte zei een tijd geleden in de Tweede Kamer tegen collega politicus Geert Wilders: doe normaal. Ik dacht toen onmiddellijk: ‘Beste premier, kan jij mij uitleggen wat normaal is?’ Een normale Griek schreeuwt en huilt en roept regelmatig in het openbaar. Dat zie ik een Nederlander of Belg niet snel doen.”
Zelf koestert Antonis zijn ontworteld gevoel. “Het maakt van mij een observant en geen participant en ontslaat mij van een bepaalde verantwoordelijkheid. Dat is een positie die mij wel bevalt en waar ik als kunstenaar mijn voordeel mee doe. Tegelijk verraadt het ook dat ik een beetje bang ben en mezelf wil beschermen tegen afwijzing.”
“Sinds het op economisch vlak slecht gaat in mijn vaderland is dat gevoel alleen maar groter geworden. Het is onvoorstelbaar hoe vaak ik op mijn Griek-zijn wordt aangesproken. Grieken worden gezien als spilzieke en onverantwoorde burgers die Europees geld hebben verbrast. Ik zou als kunstenaar komen profiteren van het goede leven in Amsterdam. Een glimlach en een gestrekte hand zijn mijn wapens. Elkaar leren kennen, is de enige manier om je te bevrijden van vooroordelen. Geef elkaar de hand, duw tegen de deurklink en stap elkaars leefwereld binnen.”
0 notes
Text
Naar de Freudmachine
In zijn laatste grauwe dagen, bouwde de mensheid een machine. Een kolossale goddeloze constructie die hun laatste vraag zou beantwoorden. Een dromende computer die als enigste kon berekenen of deze wereld een God kende...
Ed hield zijn zakdoek tegen zijn mond en neus gedrukt toen hij zich een weg wrong door het volk, naar de trein. Hij stapte op en negeerde de blikken van de opeengeplakte mensen terwijl hij door de wagons liep. Hij wrong zich door de drukke derdeklaswagons en kwam aan de deur die naar de tweedeklas leidde. Er stond een treinconducteur in de deuropening. Althans Ed ging er van uit dat de man zoiets was, hij droeg een pak.
"Tweedeklas?" vroeg de man.
"Eerste." Zei Ed,
en terwijl Ed gehaast passeerde, wapperde hij zijn ticket in het gezicht van de man. Hij baande zich door de tweedeklaswagons, daarbij stootte hij tegen iedereen aan die nog niet zat. Uiteindelijk kwam hij aan een deurtje dat de overgang naar eersteklas aanduidde. Het deurtje was op slot. Ed tuurde geïrriteerd door het raampje en zag daar nog zo'n treinconducteur-achtig figuur staan. Ed bonkte tegen de deur. De trein-man keek op. Ed gaf nog een mep tegen het glas. De man stapte naar de deur toe en gebaarde dat Ed rondom moest gaan. Of hij gebaarde dat Ed moest weg gaan, het was moeilijk te begrijpen. Met de vlakke hand sloeg Ed zijn ticket tegen het raam, zodat de man het kon lezen. De man zuchtte en maakte deur voor hem open.
"Eersteklasreizigers stappen best vooraan op." Zei de man. "Voor hun eigen comfort."
"Als je echt om mijn comfort gaf, dan zou je je bek gehouden hebben." Mompelde Ed terwijl hij de man straal voorbij liep.
Ed verspilde al genoeg tijd aan de rit, hij zou niet omlopen om in te stappen. Ed liep nog door een aantal wagons, op zoek naar een lege plaats die niet omsingeld was door andere reizigers. Toen hij in de voorste wagon was, bleek het dat er niets anders op zat: hij moest naast iemand gaan zitten. Hij gooide zichzelf op een zeteltje. Tegenover hem, aan de andere kant van een tafeltje, zat een heer de krant te lezen. Ed bekeek de persoon voor zich. Te geconcentreerd de krant aan het lezen. Goed. Ed stak zijn zakdoek weg en keek door het raam. Hij zag het station een meter naar beneden zakken toen de trein vertrok. Zonder enig geluid begon de trein te bewegen, en klom het al naar snelheden boven de tweehonderd zonder enig geluid te maken. Net toen Ed dacht dat het een rustige rit zou worden, keek de man voor hem op van zijn krant en vroeg hij:
"Ooit al van 'De Kruistocht' gehoord?"
Het zag er naar uit dat Ed een gesprek moest voeren. Hij hoopte wel dat het gesprek niet al te lang zou duren. Misschien als hij zijn antwoorden beperkt hield, was het gesprek sneller afgerond.
"Die religieuze zotten." Antwoorde Ed.
"Ze nemen twee volledige bladzijden in." Zei de man. "Ze verspreiden berichten op het internet, bedreigen de makers van de Freudmachine en willen het hele ding opblazen."
"Het heeft tien jaar geduurd en dat ding staat er nog steeds niet." Zei Ed. "Ik kan mij niet voorstellen dat ze het binnen tien jaar er kunnen weg krijgen, al hadden ze al het dynamiet van de wereld."
De man lachte even en gaf dan toe: "Ze maken wel erg loze dreigementen."
"Wat verwacht je van een sekte? Enkel op het heilige internet maken ze vooruitgang. Men had dat web al jaren geleden moeten stilleggen, vanaf dat de sociale netwerken begonnen."
De man moest enorm lachen met Eds uitspraak. Hij legde zijn krant weg, stak zijn hand uit en zei:
"De naam is De Bakker, Stan De Bakker."
Ed schudde de hand en zei: "Goed zo."
Hopelijk begreep de man nu dat Ed niet wou praten. Ed keek weg van Stan, uit het raam. Het was een nutteloze bezigheid: het landschap vloog zo snel voorbij dat hij niets kon zien buiten één grote waas.
"Een maximale snelheid van achthonderdtwintig kilometer per uur." Zei Stan die Ed zag naar buiten kijken. "En je merkt het niet eens. Is het niet wonderlijk hoe sommige technologie vooruit gaat?"
"Sommige." Herhaalde Ed.
"Sommige." Zei Stan weer.
Het was even stil.
"Er zijn drie soorten mensen op deze trein." Zei Stan. "Zij die aan de machine werken: Bouwvakkers, architecten, technici, soldaten... Zij die tegen de machine protesteren: Gelovigen en... wel ja... terroristen. En zij die niets met de machine te maken willen hebben. Dit voertuig is een kruitvat. Ik heb er nog nooit mee gereisd zonder een ruzie te zien. Gelukkig maar dat het een korte rit is."
Ed had ook nog nooit een rit gehad waarbij iedereen zonder enige verwondingen afstapte. Gelukkig gebeurden de 'ongelukken' enkel in de tweedeklas- en vooral de derdeklaswagons.
"Wie van die drie ben jij?" vroeg Ed.
"Ik woonde in Niekegem." Vertelde Stan "Acht jaar geleden ben ik verhuisd."
"Dat is het beste wat je kan doen." Zei Ed.
"Ja." Zei Stan. "Maar het is niet wat ik wou doen... Iedereen verhuisd er. Iedereen die er woonde, vluchtte weg. Wat kan je anders doen? Het is alsof een volk vervangen wordt door een machine."
"Het is een volk dat vervangen wordt door een ander volk van gekken." Zei Ed. "De protesteerders jagen jullie weg, niet de machine."
"Tja. Ik ben niet voor of tegen die machine, maar ik vraag me wel vaak af waarom. Waarom moet men het zo nodig weten?"
Ed wou antwoorden, maar deed dit niet. Hij wou zijn standpunt niet verraden.
"Ik vindt het de miserie niet waard. Ik zou veel liever in mijn huis blijven wonen, dan een antwoord krijgen van één of ander apparaat. Het antwoord zorgt toch gewoon voor meer conflict."
"Het zal de conflicten stoppen." Zei Ed die zich niet stil had kunnen houden. "De conflicten die er van komen zullen de laatsten zijn."
"Ik hoop dat u gelijk heeft." Zei Stan. "Want anders betekent die machine het einde van de moraal."
Ed meende geschreeuw te horen van achter hem.
"Daar begint het al weer." Zei Stan.
Een groep van treinpersoneelsleden liep door hun wagon. Ze waren zo gehaast dat ze de deur naar de cockpit lieten open staan. Toen ze een paar tellen later de tweedeklaswagons hadden bereikt, werd het geschreeuw nog luider.
"Waarschijnlijk weer de arbeiders." Voorspelde Stan. "De drommels die die machine in elkaar moeten steken. Ze moeten elke avond en morgen op deze trein, tezamen met de protesteerders die hen dood willen. En dit is dan ook nog de enigste trein, u weet wel hoe de andere toestellen aan hun einde zijn gekomen."
"Opgeblazen, verbrand en verkoold." Zei Ed.
"Het moet geen leven zijn voor de arbeiders." Zei Stan.
"Ze worden er goed voor betaald." Wierp Ed tegen.
"Dat wel, maar er was hen een faciliteit beloofd. Een plek waar ze tijdens de week konden overnachten zodat ze niet meer op deze trein moesten. Plots, nu de machine bijna af is, vindt men het niet meer nodig. Waarschijnlijk een beslissing van die mediageile Zomen."
"Zomen?"
"Ja, Ludwig Zomen. Die gek die de machine financiert en zo vaak op tv is. Ik ben niet voor hem. Als ik zoveel geld zou hebben, zou de machine het laatste zijn waaraan ik het zou verbrassen. Hij stond trouwens op de tweede plaats van dat lijstje van De kruistocht."
"Lijstje van De Kruistocht?" vroeg Ed.
"Ja, ze hebben een lijst van namen aan de hele wereld laten zien. Allemaal mensen die ze dood willen, en die ze naar eigen zeggen dood zullen krijgen."
De man tikte op zijn krant die op het tafeltje lag.
"Als Zomen op de tweede plaats staat, wie staat dan op de eerste?" vroeg Ed.
"Eh.." zei de man terwijl hij nadacht.
Hij vouwde zijn krant weer open en zei: "Ik kende hem niet... Een zekere Ed Devard. Kent u hem?"
"Zegt me niets." Zei Ed.
De man vouwde zijn krant weer dicht.
"Wat komt u hier doen?" vroeg Stan. "Welke van 'de drie' ben jij?"
"U hebt nog niet volledig uitgelegd wat u hier komt doen." Zei Ed om het moment uit te stellen.
"Dat is waar." Zei Stan. "Ik bezit mijn voormalige huis nog. Ik probeer het al jaren te verkopen, maar dat gaat niet gemakkelijk. Het was nochtans een prachthuis. Af en toe moet ik naar Niekegem afzakken voor het onderhoud. Deze keer ben ik er achter gekomen dat er twee weken geleden is ingebroken."
"Door de protesteerders?" vroeg Ed.
"Dat weten ze niet maar... ja, natuurlijk door de protesteerders. Er zou veel schade zijn. Ik kan niet wachten om het te zien..."
"U zegt dat er een paar weken geleden is ingebroken. Waarom gaat u nu pas?" vroeg Ed,
wederom om het gesprek te rekken. De treinreis duurde niet lang. Het was altijd een korte trein en een korte rit. Als men meer mensen tegelijk zou vervoeren zouden er nog meer ongelukken gebeuren. Wie weet kon Ed van de trein afstappen zonder de moeite te doen om te liegen over wat hij deed.
"Ik kom het nu pas te weten." Antwoorde Stan. "De politie van Niekegem is ook niet meer wat ze waren."
"Ze hebben het druk."
Een stem kondigde aan dat ze binnen een tweetal minuten in het station aankwamen. Ed hoopte dat die twee minuten snel voorbij zouden gaan. Het geschreeuw achter Ed werd plots nog luider. Het geruzie escaleerde enorm.
Stan probeerde het te negeren en vroeg: "En hoe zit het nu met u?"
Dan klonk het geweerschot. Iedereen in de wagon schrok. Het kabaal uit de tweedeklaswagons werd nog luider en een tweede geweerschot klonk. Dan werd er nog twee keer geschoten. Gegil weerklonk door de trein. Eds wagon begon te panikeren. Stan keek Ed met een bezorgde blik aan. Ed keek kwaad zoals altijd, meer geïrriteerd door de geweerschoten dan bang. Ed dacht dan ook dat de geweerschoten in de tweedeklas zouden blijven, maar helaas werd een dood personeelslid de wagon binnen gegooid. Bloed liep uit een gat in zijn hoofd. Een man met een woeste blik kwam binnen, gevolgd door een bende aanhangers die even sympathiek iedereen aankeken. Ze waren zwart gekleed. Fel rode kruistekens waren onder hun ogen getatoeëerd. Crucifixen hingen met koorden uit hun mouwen. Ze hadden allemaal revolvers in de hand. De eerste man was duidelijk de leider en nam de tijd om elk gezicht in de wagon nauwkeurig te bestuderen. Het was stil terwijl de man iedereen afging. Niemand durfde te bewegen. Dan kwam de leider bij Ed.
Ed had kunnen naar buiten kijken om tegen te werken, maar in plaats daarvan keek hij de man bang aan.
"Wat is uw naam?!" vroeg de man plots.
Hij had Ed herkent, vreemd genoeg.
"Stan De Bakker." Loog Ed.
De verbaasde reactie van de echte Stan verraadde alles. In een vlugge beweging richtte de man zijn wapen naar Ed en schoot hij. Ed bukte. De kogel schoot rakelings langs Eds hoofd, ging door zijn haar en maakte een gat in de ruit naast hem. Het was de enorme snelheid waaraan de trein reed die er voor zorgde dat de volledige ruit aan scherven vloog. Lucht werd met een enorme kracht naar buiten gezogen en Stans krant vloog in flarden door de wagon. Al dat verblinde heel even de sekteleden. Ed vluchtte, naar voren. Er werd geschoten, de kogels sloegen in op de deur die Ed achter zich dichtsloeg. Hij sloot de deur af met het kleine schuifslot aan de binnenkant en rende door de cockpit. Achter hem werden de scharnieren van de deur kapot geschoten.
Meestal bestuurden treinen zichzelf, maar deze trein was een uitzondering. Dit was de exacte reden waarom.
"Rem!" riep Ed tegen de bestuurder. "Rem nu meteen!"
De man twijfelde niet aan Eds woorden en aarzelde voor geen seconde. Hij liet de trein zo hard mogelijk remmen. Ed werd tegen het controlepaneel gedrukt. Twee bendeleden vlogen met deur en al de cockpit in. Een derde bendelid verloor zijn leven toen hij aan een grote snelheid met zijn hoofd tegen de deurstijl werd gegooid. Ed dook opzij voor de eerste twee bendeleden die met geweld tegen het controlepaneel in sloegen. De trein zou nog lang moeten remmen voor hij tot stilstand kwam. Ed begreep dat hij daar vast zat en begon met moeite terug te lopen. Met de trein die maar bleef remmen was dit alsof hij een steile berg moest opklimmen. Hij bukte zich voor het dode of bewusteloze lichaam van het derde sektelid dat door de cockpit botste. Hij graaide een revolver van de vloer die voorbij schoof en sprong over een valies die uit de deur gevlogen kwam. Hij rende uit de deur. Twee bende leden stonden aan weerszijden van de deuropening. Eén man werd net uitgeschakeld door een regen van bagage dat uit de rekken viel en de tweede man had Ed kunnen vermoorden als Stan De Bakker zijn valies niet in zijn gezicht had geramd. Kogels werden gevuurd in de cockpit. De treinbestuurder werd waarschijnlijk vermoord. Dan vlogen kogels uit de deur opening, maar wegens omstandigheden konden de Kruistocht-leden niet meer goed richten. De kogels belanden in de vloer en muren van de trein rondom Ed. Ed rende de tweede wagon in. Eén van de bendeleden greep Stan vast en gooide hem in al zijn woede uit het kapotte raam. Ed zag Stans stuiterende lichaam voorbij schieten langs de ramen. Daardoor zag hij niet hoe een ongelukkige passagier naar hem toe rolde over de vloer. Ed viel onderuit. Op het juiste moment, want hij hoorde de kogels nog net over zijn hoofd schieten. Hij kroop opzij en richtte met zijn geweer naar de deuropening. De passagier waar Ed over gestruikeld was, was wel nog in het zicht van de bendeleden en Ed zag hoe ze genadeloos doorzeefd werd. Een bendelid stormde, al struikelend, de wagon binnen om dan meteen weer uit de wagon te duiken want Ed schoot, en bleef schieten terwijl hij langzaam naar achter kroop naar de volgende wagon. De Kruistocht-leden verdwenen uit de deuropening en zochten dekking. Eds wapen klikte. Ed wist niet veel van wapens af, maar hij wist dat hij met een probleem zat als het vervloekte ding niet meer wou schieten. Ed krabbelde overeind en liep de derde wagon in. Geweerschoten klonken achter hem. Kleine projectielen suisden voorbij. De bendeleden zetten de achtervolging verder. Ed begon dit 'bergop lopen' onder de knie te krijgen. De revolver hield hij stevig vast alsof het straks wel weer zou werken. Ed was te paniekerig op het moment om helder na te denken. Hij keek uit de ramen. De trein ging nog steeds heel snel. Buiten zag hij wel de contouren van een grote constructie.
"De Freudmachine." mompelde hij tegen zichzelf.
Langzaam begon Ed na te denken. Hij was aan het vluchten, maar hij kon maar tot aan de derde klas lopen waar de mensen zo dicht tegen elkaar geplakt waren dat niemand er door kon. Hij moest uit de trein. Als hij nu uit de trein kon springen, zou hij kunnen proberen naar de Freudmachine te lopen. De machine was bewaakt door gewapende soldaten en Ed had een toegangspas in zijn achterzak waardoor hij toegang had. Hij zou er veilig zijn voor zijn achtervolgers. Het probleem was dat magneettreinen nooit snel tot stilstand kwamen. Het ding ging nog steeds minstens honderd kilometer per uur. Ed kon enkel hopen dat de trein genoeg vertraagd was tegen dat hij bij de derdeklaswagons was.
Hij strompelde door de vallende en vliegende valiezen heen langs rijen van gillende mensen. Hij hoorde de geweerschoten achter hem en zag stukken van de muren openspatten voor hem. Dode lichamen rolden naar hem toe. Dat waren onder andere de personeelsleden die de Kruistochters daarnet hadden neergeschoten. Ed liep struikelend over de lichamen heen en probeerde de kleine slierten bloed die door de G-krachten uit de wonden gezogen werden te ontwijken. Hij trok het deurtje naar de tweedeklaswagons open. Gelukkig was het deze keer niet op slot. Hij trok de deur achter zich dicht in de hoop dat het zijn achtervolgers zou vertragen. Hij rende door de tweedeklaswagons, waarbij hij veel passagiers moest ontwijken die zich met moeite aan de palen vast hielden. Sommige mensen waren omgevallen, Ed liep al vallend over ze heen. Hij ontweek een vouwfiets die door de wagon stuiterde en liep bijna tegen een groep passagiers die in de tegengestelde richting liepen. Achter hem bleven de schoten klinken. De trein reed in een rechte lijn, en in de verte kon Ed het deurtje naar de derde klas zien. Nog maar een aantal wagons en dat was het einde.
Hij vroeg zich nog af of hij niet kon proberen om zich door het volk heen te wringen, maar dan bedacht hij dat de bendeleden misschien niet zouden aarzelen om op de opeengeplakte mensen te schieten om de weg vrij te maken. Er was geen andere optie. Als hij bij die deur was, moest hij springen. Hij begon te kijken naar de schuifdeuren die hij voorbij liep. Was er een manier om ze te openen? Er waren kleine rode hendels boven de deuren. Ed hoopte dat hij daarmee de deur naar buiten kon open doen als het zo ver was.
Dan verloor hij zijn evenwicht en rolde hij over de vloer. Het moest eens gebeuren dat hij eens echt viel. Ed probeerde nog overeind te krabbelen maar de bendeleden kwamen de wagon al in gestormd. Een man richtte zijn revolver. Als reflex snokte Ed aan het been van een passagier die dichtbij stond. De passagier viel om en ving de kogel op toen het geweerschot klonk. Tegelijkertijd ging de trein al remmend door een bocht waardoor de bendeleden een houvast moesten zoeken. Het bleek dat de stabilisatoren niet meer optimaal werken bij het remmen, en de hele zwevende trein kantelde dus wat opzij. Ed sprong snel overeind terwijl iedereen achter hem neerviel. Hij strompelde naar de schuifdeur van de wagon en trok de rode hendel omlaag. De deuren schoven snel open. De trein moest inderdaad al een stuk minder snel gaan want de wind trok Ed al niet meer naar buiten. Een andere kans zou hij niet krijgen. Hij sprong. Iemand schoot en terwijl Ed door de lucht vloog voelde hij een scherpe pijn, veroorzaakt door een kogel die los door zijn arm was gevlogen.
Eerst bleef Ed met zijn voeten haken aan de rand van het verhoogde spoor. Hij wentelde door de lucht en smakte dan met zijn zij tegen de grond. Een val van vijf meter. Hij greep naar zijn arm die hevig bloedde. Deze keer hadden ze raak geschoten. Het zag er naar uit dat Eds geluk op was. Ed zag de trein nog wat verder rijden, maar het bleek dat hij op het juiste moment gesprongen had: Onder invloed van de straalmotoren kwam de trein eindelijk tot stilstand. Vlak voordat een muur naast het spoor werd opgetrokken, die daar stond omdat terroristen een paar jaar geleden vanuit de trein raketten op de machine hadden gevuurd, en die Ed's ontsnapping dus onmogelijk had gemaakt. Maar Ed was nog niet ontsnapt... Drie mannen kwamen uit de trein gelopen. Een kogel sloeg in naast Ed en gooide het stof omhoog. Ed moest lopen. Hij begon met moeite overeind te kruipen. Twee van de drie mannen liepen naar een ladder om van de brug te geraken waar de trein op stond. Eén man sprong er gewoon af en kwam stevig op zijn voeten neer. Ed begon te lopen, één hand pijnlijk om zijn arm geklemd en al hinkend omdat ook zijn rechter been de landing goed gevoeld had. Hij zag de grote structuur. Hij zag de hekken en de prikkeldraad. Hij wist waar hij naartoe moest. Hij liep langs de vele onvriendelijke plakkaten die in het veld verspreid stonden.
'Verboden terrein!'
'Stop!'
'Indringers zullen beschoten worden!'
'Privé terrein van de Freudmachine!'
'Stop!'
'Verboden terrein!'
'Stop!'
'Stop!'
'Benader de machine op eigen risico!'
En over die teksten waren vaak andere woorden gekladderd met rode verf:
'Freud is zonde!'
'Dood aan Zomen!'
'Satans machine!’
Ook veel kruistekens en doodskoppen waren er op getekend.
Ed liep tot aan de hekken. Hij kon er niet over klimmen door de prikkeldraad. Hij liep langs de hekken in de hoop verderop een ingang te vinden. De geweerschoten stopten niet.
"Geef op Devard!" riep één van de mannen. "Lijd voor uw zonden!"
Devard riep één of andere obsceniteit terug. Een alarm ging af. Ed zag in de verte een truck op hen afrijden. Een spot op de truck scheen naar het gebeuren en slaagde er in om Ed te verblinden tijdens klaarlichte dag. Ed keek achter zich. Achter de Kruistocht-leden reed een tweede truck. Een stem klonk uit een megafoon:
"U bent op privé terrein! We zijn gemachtigd om indringers neer te schieten! Stop met lopen en kniel met uw handen omhoog. Als u dit niet doet wordt u beschot-"
De man met de megafoon kon zijn zin niet afmaken want net dan werd hij zelf beschoten. De bendeleden namen de truck die achter hen reed onder vuur terwijl ze achter Ed aan renden. Ed wou stoppen, maar hij kon het niet vanwege zijn achtervolgers. Met één arm zocht hij door zijn zakken terwijl hij liep. Hij zocht zijn toegangspas. Een luid geweerschot klonk. Eén van de drie bendeleden rolde over de grond. Er was geschoten vanuit de truck die voor Ed reed. Met een tweede gevaar dat recht op Ed afkwam, vluchtte Ed een andere richting uit. Weg van de hekken, terug door de plakkaten. Hij vond zijn toegangspas op het zelfde moment dat een kogel door zijn been ging. Ed viel, en botste bij zijn val met zijn kin tegen een plakkaat. De splinterige houten rand van het bord kraste over zijn kin en schraapte door zijn tandvlees en bovenlip. Bebloed en verslagen lag Ed daar op zijn zij.
Hij zag de twee overige bendeleden naar hem toe lopen. Terwijl één van hen naar de truck achter hen schoot, richtte de andere zijn revolver naar Ed. Ze hadden al vaak mis geschoten. Maar nu Ed stil lag op de grond, en nu dat ze al zo dicht bij waren, wist Ed dat het voor hem gedaan was. Hij vroeg zich af of het nog een nut had om te bidden of zoiets...
Dan werd net dat bendelid neergeschoten. Toch geen nut dan, dacht Ed en dan zag hij zijn toegangspas voor zich in het gras liggen. Hij kon zijn linker arm niet meer goed bewegen, dus hij probeerde zijn rechter arm vanonder zijn lichaam te trekken om de kaart te pakken. Het derde bendelid gaf op. Hij gooide zijn pistool weg stopte met lopen en deed zijn armen omhoog. De knal klonk opnieuw en hij viel op de grond. Misschien was hij niet meedogenloos neergeschoten als hij iets sneller geknield had. De trucks stopten, ééntje kwam tot stilstand vlak naast Eds lichaam. Ed kreeg zijn rechter arm los en graaide door het gras naar zijn toegangspas. Toen hij die had, stak hij die omhoog. De mannen die uit het voertuig stapten, richten hun wapens op Ed maar al snel zagen ze de kaart. Iemand nam de pas uit Eds hand.
"Ed Devard? Wat doet u hier?"
Eds antwoord was kort en mocht niet door de censuur. Zijn mond deed veel pijn bij het praten.
"U bent gewond."
"Ik zou graag applaudisseren voor u, maar ik zit in een moeilijke situatie."
"We zullen u naar de ziekenboeg brengen. Kan u lopen?"
"Wie van jullie _s heeft me in mijn been geschoten?!" vroeg Ed woest.
Met verenigde krachten legden de mannen Ed in de dichtstbijzijnde truck. De twee auto's reden weg. Ed wist niet wie wanneer wat met de lijken zou doen die er nog lagen, maar het kon Ed ook niet veel schelen.
"Breng me hierna naar die vervloekte Zomen!" Beval Ed.
"Zeker."
#kortverhaal#verhaal#nederlands#freud#machine#god#religie#atheisme#agnostisisme#scifi#sciencefiction#fantasy#fantasie#schrijfsel
0 notes
Text
XIII. De routine
Hoewel ik steeds meer wil vertellen, vind ik steeds minder tijd om te schrijven. Mijn dagen zijn behoorlijk druk. Want, jawel, ik heb weer extra werk opgenomen.
Mijn ochtenden beginnen altijd in de homeless shelter. Rond iets na acht begroet ik de mannen die voor de blauwe deuren staan aan te schuiven. Het zijn elke ochtend dezelfde mannen. ‘Hellauw Misteir!’ roept Salazar. Wanneer ik de keuken binnenkom, geef ik Eva een kus op de wang en zeg ik: ‘wat is het voor vandaag?’ Dan laat zij me weten wat er allemaal moet gebeuren en ik delegeer naar de andere vrijwilligers. De meeste vrijwilligers komen hier twee tot vier keer; ik ben de enige die er op consequente basis komt. Het Spaans lukt ook steeds beter – of toch goed genoeg om in de keuken te staan – en intussen heb ik de routine behoorlijk in de vingers.
Terwijl Eva de koffie maakt, zetten wij alle tafels en stoelen klaar. Daarna schenken we 70 kopjes in en helpen we met koken: groenten, vlees en fruit snijden en sap maken. Soms mag ik ook de salade maken of de hoofdschotel bijkruiden.
Salazar komt altijd even met mij praten. Hij heeft zijn leven lang met handelsschepen de wereld rond getrokken. Acht jaar lang heeft hij als kok op de Italiaanse zee gezeten en mogelijk kent hij Antwerpen beter dan ik. Hij vertelt me altijd verhalen over zijn tijd op zee en hij grapt dat hij in zijn vorig leven een piraat was. En nu reist hij elke ochtend vijfenveertig minuten voor zijn enige warme maaltijd van de dag. Maar dat doet hem er niet toe. Het is een grappenmaker en een levensgenieter.
Af en toe vind ik tijd om een deel van de mis te volgen. De mooiste mis is die van dinsdag, met de Italiaanse priester Marco. Ik hou van de liederen die ze zingen; ‘Mijn ziel roept u heer. Ik weet dat u er bent. Ik weet dat u er bent. Ik weet dat u er bent.’ – als een mantra, op een ontroerend fragiele melodie. Tussen de liederen door vertelt Marco verhalen en delen de daklozen met veel humor hun eigen ervaringen.
Tijdens het opdienen vind ik soms wat tijd om met de mannen te praten. Dan vertellen ze me verhalen over vrienden uit Italië die hier vroeger elke dag kwamen en een paar maanden geleden zijn vermoord, of over hun vaders, die goede mensen waren.
Er was een jonge man die ik sinds een week niet meer zie. Hij viel op omdat hij altijd nerveus wiebelde en omdat hij er de enige jongere was – de meeste twintigers geven ze enkel eten aan de deur omdat die vaak messen mee naar binnen brengen en beginnen te vechten. Toen ik de zuster vroeg waar de jongeman was, zei ze dat hij verdwenen was. Hij stond altijd op straat in deze buurt, op zoek naar iemand om te overvallen. Hij had ook altijd een mes bij zich. De zuster had gehoord dat hij onlangs iemand had beroofd en in de daad had neergestoken. Daarna is hij verdwenen. Ze vreest dat iemand revanche heeft genomen.
Gloria vertelde me dat de straat waar de shelter zich bevindt, de meest gevaarlijke straat is van Santa Fe – de gevaarlijkste buurt van de stad. Dat komt doordat hier veel jongeren zitten, veel drugs en veel georganiseerde misdaad. Gloria vertelde me dat er in Santa Fe een grote bende zit, bestaand uit een aantal families. Enkelen van hen staan op wacht in de straten, op zoek naar doelwitten om te beroven. Toeristen zijn de meest interessante doelwitten, en ze weten dat buitenlandse vrijwilligers in de shelter werken. Wanneer ze iemand zien, waarschuwen ze hun kompanen. Die zetten de straten in de buurt af, om het doelwit te omsingelen. Waar je ook heen gaat, je zal overvallen worden. Meestal volgen ze het doelwit, zodat ze hem in één straat kunnen omsingelen. In dat geval komt er ook geweld aan te passen. Ze schrikken er ook niet voor terug om politie aan te vallen, of zelfs te vermoorden als het moet. Enkel de zusters van de orde van Moeder Teresa zijn veilig, omdat de zusters voor de buurt zorgen en eten geven. Daarom mogen we nooit verder dan de deuropening van de shelter. En daarom blijft een zuster bij ons tot we in de taxi zijn gestapt.
Nu ik de routine in de daklozenprojecten te pakken heb, voel ik meer mentale ruimte. Ik voel ook dat het tijd is voor iets nieuws, om mijn horizont te verbreden. Daarom heb ik besloten om vaker naar San Jorge te gaan, het tehuis waar jongeren wonen die uit hun gezin zijn weggehaald. Al komt dat besluit er vooral vanwege de communie.
Na vorig weekend, hielden dit weekend de kinderen van het huis San Juan hun communie. De kinderen van San Juan zijn jonger, tussen tien en veertien. Ik ben weer samen met Judy naar de kerk getrokken. Monica was blij dat we er waren. De ceremonie werd vervolgd door een groot feest en ook de jongens van San Jorge waren er.
Het was fijn die jongens weer te zien; ik heb met hun gebabbeld, véél foto’s zitten nemen, en gedanst. Ze lachen als ik dans. Omdat ik me niet schaam. En omdat alle Colombianen beter dansen dan ik.
En toen ik samen met Judy en onze ‘peetzoon’ Frederith (ik spelde zijn naam eerder verkeerd als Frederic) op de foto ging, vroeg ik me plots af waarom ik niet vaker naar de jongens ging. Het excuus dat ik geen les wil geven, is te zwak. En intussen heb ik toch al een band met hen. Judy vroeg me na de communie ook of ik niet meer wou komen: ‘Freddie loves you and the boys keep asking about you. Just come over.’ Ik heb besloten er vanaf nu elke dag langs te gaan.
Bijgevolg zijn mijn dagen tot in de nok gevuld. ’s Ochtends ga ik naar de shelter en ’s namiddags zit ik bij de jongens van San Jorge. Op dinsdag en donderdag ga ik ’s avonds naar Dormitorio Hermana Sorledys en op zaterdagnacht zoek ik de daklozen op met Pocalana. Tussendoor bereid ik de bezoekjes aan San Jorge en Dormitorio Sorledys voor en de tijd die me nog rest ga ik op wandeltochten met andere vrijwilligers, zoeken we boekenmarktjes op in La Candelaria, gaan we naar de markt in Usaquen, op café in Chapinero of dansen in Zona Rosa. Het is een rollercoaster.
Maar ik hou ervan, die drukte. En ik hou er van steeds meer een wezenlijke rol binnen deze groep op te nemen. Ik voel hoe de vrijwilligerscoördinatoren steeds meer op mij en Judy steunen, hoe onze stem meer gewicht krijgt en hoe ze erg veel vertrouwen in ons hebben. Ik voel dat vertrouwen wanneer ik Cristina informeer over het wangedrag van Cesar en ik voel datzelfde vertrouwen wanneer ik met Gloria praat over het project in Dormitorio Sor Ledys. Ik voel me geen toerist meer die een kijkje komt nemen. Ik voel de honger niet meer naar veel vrije tijd om de toerist uit te hangen. Ik voel me deel van een ploeg en ik wil werken.
0 notes
Text
Deel 7
Maandag 20 maart
We vertrekken vandaag nog verder het binnenland in. Een rit van 200 km waar we rond de 7 uur over gaan doen volgens de reisleider. Zooo, dat is wel heel lang vinden wij. Maar volgens de leiding heb je die tijd nodig. Het is een grote bergpas over het grote Atlas gebergte en die is smal en maar 2 banen. Alles wat naar het zuiden moet gaat over deze weg en als er een vrachtwagen voor je omhoog kruipt dan is een snelheid van 30 km normaal. Bovendien is de weg rond 1900 door de Franse militairen aangelegd en is slecht. Het valt allemaal wel mee; in het begin is de weg prima. Inderdaad smal maar hoe hoger we komen hoe slechter hij wordt. Maar de omgeving is prachtig. De bergen worden steeds kaler maar hebben steeds weer andere kleuren. De vormen zijn van glooiend glad tot puntig en ruig, de ene keer donkerrood en dan weer groene steen of weer van gele leem en je ziet de verschillende lagen zo mooi in de kant waar de berg is afgehakt voor de weg. De haarspeldbochten worden ook steeds haakser met het stijgen en dan is de weg slechter; niet alleen gaten maar hele stukken lijken wel craquelé door de vorst en ouderdom, denken wij. We passeren een slagboom die aangeeft dat we nu de sneeuwgrens in gaan. We zien langs de weg sneeuwbrokken liggen, gelukkig is de weg schoon. Als we met de lunch stoppen en naar buiten gaan is het flink koud (9° en veel wind). We staan in T-shirt en korte broek met kippenvel, brr snel naar binnen. Dat is so wie so beter, want je wordt gek van die mannetjes die je allerlei spullen willen verkopen en als je nee zegt blijven ze gewoon bij je staan en vragen dan of we een T-shirt hebben of bier. We komen ook langs verschillende lemen dorpjes die amper opvallen omdat ze de zelfde kleur als de aarde hebben. Rond 16.00 rollen we de camping in Ait Ben Haddou(het dorp van de familie Haddou) op. Het stelt niet veel voor maar dat wisten we al. Een ommuurde zandvlakte met keien waar je lekker je enkels op verzwikt en waar ze met witkalk vakverdeling hebben gemaakt. Stoeltjes uit op een plekje uit de wind met een drankje nog even de laatste zonnestralen pakken, rond 17.00 is de zon onder en gaat iedereen naar binnen.
Dinsdag 21 maart
We hebben heerlijk geslapen maar wanneer Rob om 5.00 uur naar de wc gaat is het 2gr. buiten brr. Toch maar even de kachel aan, de temperatuurverschillen zijn groot. Overdag is het 28 graden C. Om 9.30 weer verzamelen en met een gids gaan we door het dorp naar een monument dat hier boven op een berg is gebouwd. Daar ligt een soort heilige begraven maar zo heb je gelijk een mooi overzicht van het hele dorp. Via allerlei steegjes tussen de huizen door mogen we eerst in zijn huis kijken. Hier wonen 3 generaties is + 15 pers. Nou, nou, wat hebben wij het toch goed in Nederland. Via een klein deurtje komen we op een open binnenplein met verschillende ruimten eromheen. Ook weer bukken om in de keuken te komen. Hier is een stenen plaat met een gootsteen, 2 gastanks met een brander erop en een koelkast. Een andere ruimte heeft een met hout gestookte plaats waar een ketel water staat te dampen onder een gat in het dak maar helaas trekt dat gat niet zo best: uche, uche het slaat gelijk op je keel. En dan heb je een woonkamer met lemen verhoging langs de muur met wat kussen. Slaapkamer is verder ook niet zo spannend. Dit alles heeft gewoon een lemen vloer met wat kleden erop. We lopen verder het huis in en komen weer bij een open ruimte met wat ruimtes er om heen, waarschijnlijk van opa en oma en weer verder staan we buiten. Het was verder stik donker want ramen moet je niet hebben anders wordt het te warm of te koud. De muren zijn een halve meter dik dus goed geïsoleerd. Deze muren moeten elk 3 jaar weer worden aangesmeerd of als het erg hard geregend heeft. Dan dalen we af naar de rivier want die moeten we oversteken. Ze hebben zandzakken is het water liggen waar we overheen kunnen lopen maar ik heb makkelijke schoenen aan in wil wel voelen hoe koud het is. Zooo koud! maar het is maar kuit diep. We gaan verder omhoog via trapjes en paadjes. Gelukkig in de schaduw want het begint warm te worden. Onderweg natuurlijk allemaal kraampjes met goed bedoelde kleurige prullaria én van de broer of neef van de gids. We laten ons wel weer verleiden een mooie en heel lange hoofddoek voor mij te kopen en iedereen is in de lokale dracht gestoken voor een fotomomentje. Eenmaal boven is het inderdaad een prachtig uitzicht over de rivier en het dorp. Op de terug weg nog even koffie gedronken in een plaatselijk café waar we ook weer langs de muur op een lemen rand zitten. Terug bij de camper een broodje eten en dan gaat Rob met nog iemand van de groep naar een schooltje om daar wat schoolspullen te brengen. Ze blijken dus inderdaad heel weinig te hebben. Zitten met z’n drieën in een bankje wat voor twee kids is bedoeld. De juf had een computer uit het jaar nul volgens Rob. Een paar plaatjes op muur en dat was het. Ze kregen gelijk wat couscous te eten dit maken ze ook speciaal voor de kinderen die thuis niet te eten krijgen.
Van 16.00 tot 17.00 wordt door de NKC een borrel voor alle jarigen gegeven. Het restaurant van de camping is versierd en we krijgen een kadootje en een aandenken van Marokko nml een leren vliegenmepper, die hier gemaakt is. Tegen 17.30 zegt de leiding dat we uit het restaurant moeten want ze gaan de ruimte klaar maken voor het avondeten en om 19.00 lopen weer naar het restaurant en krijgen natuurlijk tajine met kip en couscous maar deze is echt lekker. Na het eten is er live muziek want de obers en kok spelen allemaal op trommels (djembe’s) en nog meer muziekinstrumenten. Het wordt een dolle boel en weer komen we er achter dat de echte Marokkanen heel erg aardig zijn. We eindigen met de polonaise, dat kennen ze hier dus ook.
Woensdag 22 maart
We gaan weer onderweg, nu naar de plaats Zagora. Het ligt tegen de Sahara aan. Van hieruit gaan we onze 4-wheel-drive en berbertent-overnachting maken. De weg rijdt prima op een paar stukken na die nog gerestaureerd moet worden. Het landschap wordt steeds dorder en we komen door de steenwoestijn, de Jebl. De bomen en stuiken zijn er ook niet meer en toch zie je in de verte herders met geiten lopen, ze zijn dan ook brood mager. Bij een heel slecht stuk weg, waar we stapvoets moesten rijden, steekt er een man met grote groene tulband de weg over met zijn hand in de lucht. Wat krijgen we nu dacht ik maar ik stop en hij begint in keurig Frans een heel verhaal te houden. Gelukkig begrijpt Rob hem en hij vraagt of we hem een lift willen geven naar zijn vrachtwagen die met pech een eind verderop stond. Hij had al een lift daar vandaan gekregen om een monteur te zoeken maar dat was niet gelukt nu moest hij terug naar zijn wagen. Rob kijkt mij aan en vraagt of hierop in moeten gaan. Ja natuurlijk zo’n man moet je toch helpen. Hij zag er keurig uit met zijn witte jurk en grote groene tulband, en nog knap ook.! Dus we zetten de beste man inderdaad bij zijn vrachtwagen af die midden op de weg staat met stenen tegen zijn achterband aan. We krijgen een briefje mee om in het volgende dorp af te geven in een winkel van zijn familie om een monteur, eten en drinken te sturen. Dat doen we dus braaf en dit familielid wil per sé dat we binnen komen om thee te drinken. Ach nou even dan. Komen we in een souvenirwinkel/groothandel terecht met tapijten en zilver en weet niet wat meer. We krijgen saffraan-thee te drinken en nadat alle beleefdheidsvormen zijn vervuld komt hij ja wel met tapijt zus en zo alleen door vrouwen gemaakt. Als we echt nee zeggen komt het zilverwerk enz. op tafel dan denk ik, het blijven handelaren! Bekommer je maar eerst om je broer die daar alleen op de top van de berg (iedereen in de weg) staat. Maar ja zij denken duidelijk anders. Even verder op komen we langs wegwerkzaamheden waar een shovel brokken steen van de weg aan het halen is.
Eerst dachten we dat de rotswand was ingestort maar nee de weg wordt hier breder gemaakt want ver boven ons hoofd staat een grote drilboormachine schuin tegen de helling aan te drillen. Ja een weg omleiding is er hier niet bij want dit is de enige weg! Na 10 min stopt de drilboor en heeft de shovel zoveel steen weggehaald dat een rijbaan vrij is en wenkt een mannetje met rode vlag dat we verder kunnen. Deze wegwerkers hebben het hier heel slecht. Zo zijn we diverse mannen tegen gekomen met een pikhouweel langs de rand van de weg om een geultje te graven terwijl het verkeer langs ze heen raast op 30 cm afstand, hier is nml geen vluchtstrook. Bij een van de laatste bochten voor we de camping bereiken krijgen we een adembenemend uitzicht. Er staat een heel woud van palmbomen voor ons, zover je kunt kijken alleen maar palmbomen, dit is zo mooi na al dat droge en dorre gedoe. We rijden het dal van de Draa in en ja dat is vruchtbaar en regelmatig nat.
In het dorp rijden de camping op en deze is ook zo mooi met veel palmen en bougainville dit had ik niet verwacht na die steen-woestenij. We zetten kamp op en krijgen een briefing over morgen als we de Sahara in gaan. Wat we wel en niet meer kunnen nemen enz.
Donderdag 23 maart
“Jallah, Jallah” wordt er om 8.30 geroepen (verzamelen). Staan er 8 Toyota Landcruisers op een rij met ernaast chauffeurs met tulband. We worden met 2 stellen per auto ingedeeld. Onze chauffeur is een spetter; wauw wat een mooie man is dit. Een van de weinigen die een mooie rij tanden heeft met een zwart baardje en hele donkere ogen, hij heeft een kobalt blauwe jurk aan en een hele grote zwarte tulband. Rob moest weten hoeveel stof erin zat; 9 m dus. Nou dan sta je wel even te wikkelen. Zo hebben we er ook een op de brommer zien zitten en dan zijn helm boven op de tulband. Ik moest zo lachen toen die voorbij kwam, het was echt geen gezicht. Het valt op dat de bevolking er wel mooier en verzorgder uitziet en het bedelen is hier ook veel minder. De mensen hebben ook duidelijk een donkerdere huidskleur. Eerst rijden we naar een ondergrondse kasba. Deze is ik 1600 gebouwd ook uit leem en speciaal om de koelte in de huizen te houden. Het is er aardedonker. We lopen kris kras door de gangen en zien zulke kleine voordeurtjes dat wij bijna niet normaal zo’n huisje in kunnen met onze lengte. We komen bij een aardewerkfabriekje waar de lokale mensen via een corporatie kunnen werken en het geld van de verkochte spullen weer bij hen terecht komt. Nou de Arbo zou hier gelijk een stokje voor steken wat een erbarmelijke manier van werken voor die mensen. Zo zit er een op zijn knieën plakken klei uit te rollen en in vormpjes te drukken om tegels te maken. Als er in een kleur geglazuurd wordt doen de mannen dat maar de vrouwen maken de sierlijke tekening. Dan staan daar 3 ovens op een rij; van die grote bijenkorven zeg maar en dan zit daar een man in die alles opstapelt tot dat de oven vol zit en dan gaat er de fik erin en wordt de opening dicht gezet met een stapel stenen. Een andere man zit met zijn benen in een gat onder de grond waar een draaischijf zit alleen zijn bovenlijf is zichtbaar en die maakt dan de vazen. Natuurlijk ook weer in de winkel kijken en evt. kopen en deze aankoop wordt dan de volgende dag weer opgehaald als we terug komen. De excursie gaat verder langs een bibliotheek met oude boeken over de Islam en betekenissen van de Koran enz. Dan is er koffie en rijden we de woestijn in.
Zo vreemd, de weg stopt hier gewoon en dan is het echt off-road rijden. We schommelen en hobbelen door het landschap. Ook hier verandert het steeds. Van een steenwoestijn in een zandwoestijn wel of geen planten, dan weer een harde ondergrond die ze wasbord noemen en dan weer de duinen op en af. Rob en Mark zouden zo het stuur willen overnemen om dit ook te doen. Zo’n gave ervaring.
Dan denk je dat alle wielen eraf vallen zo gaat de auto tekeer en als we door het zachte zand gaan voel je de auto heen en weer glijden. Volgens mij vond de chauffeur het ook wel leuk om wat extra aan zijn stuur te trekken. We zien dromedarissen lopen of weer wat geiten maar verder is het een grote leegte. Ineens lijkt het of er een fata morgana op doemt maar nee, het is echt een oase met allemaal palmen er omheen en er komt echt water uit de grond. He even uitrusten dan, en kodak-momentje natuurlijk. Op naar de berbertenten. Tegen het eind van de middag komen we aan en krijgen we onze tent toegewezen; 2 stellen per tent die van aan elkaar genaaide dekens zijn gemaakt. Inmiddels is het behoorlijk gaan waaien en we worden haast gezandstraald, gelukkig hebben we onze tulband/hoofddoeken bij ons. Dus snel onze bescherming om en dan op naar de thee. Hierna gaan ze een hoog zandduin op om de ondergaande zon te zien. Maar wij zien de bui al hangen omdat er zoveel zand in de lucht zit krijg je toch geen moeie foto’s. Wij blijven in de grote tent om nog wat thee te drinken. We gaan nog even naar onze slaaptent om warme kleding te pakken en even te kijken hoe we zullen slapen. Nou ik had niet veel verwacht maar dit is nog minder. Een gammel deurtje met recht voor je een kleed in de lengte opgehangen om 2 slaapkamers te maken. Aan het voeteneind kan je een tas kwijt en verder heb je geen ruimte. Nou ja, één nachtje moet kunnen. In de grote tent komt nu het eten en natuurlijk tajine van kip maar toch knap dat die onder zulke primitieve omstandigheden gemaakt is. De wind wordt iets minder en we gaan na het eten om het kampvuur zitten en de chauffeurs, bedienden en kok komen met allerlei instrumenten en Rob met zijn gitaar en Jobea met haar ukelele. Wijn en bier wordt rond gedeeld en het is oergezellig. En dan naar bed, tanden poetsen met een fles water en bij de grote tent. Er is 1 WC (gat in de grond) voor plasjes moet je achter de tent zijn!!
Ons bed heeft betere dagen gekend allemaal hobbels, bobbels en hard. Het is zoeken om een plekje voor je heup te vinden en alles zit onder het zand. Het waait door de tentdoeken heen en mijn kussen is ruw van het zand maar wegvegen heeft weinig zin want even later ligt het er weer. Doppen in en proberen te slapen, het lukt niet echt door alle drukte in je hoofd en het moeilijke bed en een vreemd stel aan de andere kant van het laken waarvan de man al snurkt, door mijn doppen heen. Uiteindelijk in slaap gevallen en rond 4.00 uur wordt ik wakker van de kou. Op de tast voel ik een fleecetrui van Rob en die ik trek aan.
Vrijdag 24 maart
Toch weer weggezakt want ik wordt wakker door “Jallah Jallah-geroep”. Het is 6.00 uur en voor de mensen die de zon over het duin wil zien opkomen moeten we uit bed. Toch een unieke ervaring om zo met je blote voeten door het koude zand te lopen en achter de tent te plassen heeft ook wel weer iets. In de grote tent staan een lopend buffet klaar met sap, brood, jam, yoghurt, cake, koffie en thee. Na het ontbijt weer in de auto’s en nog een stuk door de woestijn. We glibberen en glijden over de zandduinen om uiteindelijk weer in de steenwoestijn te komen en op een van de hoogste punten even een kodak-moment en dan weer verder voor het laatste stuk. De auto’s waaieren weer uit want niemand wil in de stof van de ander zitten. Z’n gaaf gezicht om dan in de verte een stofwolk van de ander te zien of even verder op een auto die gelijk met je op rijdt en verder één grote leegte om je heen. Dan plotseling rijdt je een dorp binnen en zit je op het asfalt. Nog één uurtje en we zijn bij de camping. Eerst nog wat foto’s met de hele groep en het te gekke team dat dit allemaal mogelijk heeft gemaakt bij het beeld van de reis naar Timboektoe.
Dat je hier nu 64 jaar voor geworden moet zijn om zoiets mee te maken.
Zaterdag 25 maart
Het is weer (ver)trektijd. Na het ontbijt gaan we naar Skoura dit is nog wat verder het binnenland in. We rijden een stuk terug over de weg naar Ouazarzate maar dat geeft niet want het ziet er van de andere kant weer heel anders uit. We rijden weer door Agdz (spreek uit: Akdez) waar we even koffie drinken en slaan rechtsaf naar Skoura. Bij een groot stuwmeer rijden bijna tot aan het water en gebruiken we de lunch. Het is een heel fraai gezicht om dat helder blauwe water in zo’n dorre bruine omgeving te zien. Rond 16.00 uur rijden we de camping op en jawel er is een zwembad, maar dit is onverwarmd en gezien de nachttemperaturen zal het niet echt lekker zijn. We krijgen een briefing over onze excursie voor morgen waarbij we met een gids naar de oudste Kashba van Zuid Marokko gaan. Bij de camper gaan we in groep aan de wijn en ‘s avonds eten we verrukkelijk in het restaurant van de camping. Omdat het windstil is kunnen we nu de wensballonen oplaten die ik als kadootje had mee genomen voor de jarigen op deze reis. In het pikdonker met een prachtige sterren hemel laten we de 7 ballonnen op die prachtig de lucht in gaan en geruisloos, met onze wensen, uit het zicht verdwijnen. Nu maar hopen dat ze geen schade aanrichten. Wij weten van niets……
0 notes
Text
De Oost Kust van Australië (Deel 1)
Hier is dan uiteindelijk het eerste deel van mijn ‘laatste’ blog over mijn geweldige reis door Australië. Want ik kan het avonduur natuurlijk niet afsluiten zonder nog een laatste blog te schrijven. Een blog dat veel te lang zou worden als ik het allemaal in 1 keer moest vertellen, daarom heb ik besloten het in drie delen te posten.
Ik ben helaas al bijna weer een maand thuis, maar kan gelukkig nog nagenieten van deze mooie belevenis. De vraag die nog vaak door mijn hoofd spookt, is had ik wel eerder naar huis moeten gaan? Door vele redenen waarvan ik mij nu afvraag had je dat nou wel moeten doen? Bij het instappen in het vliegtuig op 13 december had ik toch wel zoiets hmm wil ik wel terug? Want wat mis ik het leven in een grote stad, het reizen naar bijzondere plekjes. Natuurlijk heb ik van de kerst met mijn familie genoten maar de dagen zijn nu toch wel erg saai. Ik zou zo depressief kunnen worden van het naar buiten kijken. De grauwe lucht en nauwelijks zon, vaak vroeg ik mij ook af ‘Waarom wonen wij eigenlijk hier? Terwijl er zo veel mooie plekken zijn waar je kunt wonen… gelukkig heb ik nog mooie herinneringen van mijn geweldige reis.
Melbourne to Sydney – dag 1
Op 16 november begon mijn trip door Australië. Eindelijk was het zover. Ingrid bracht mij naar het vliegveld. Het was een raar gevoel, maar ook goed, nu ging ik eindelijk al het moois zien.
In Sydney verblijf ik vlak bij Bondi Beach, het bekendste strand van Sydney. En ja ja nu moet ik er toch aan geloven, ook in een hostel zoals een echte backpacker. Hostels, iets waar ik nu een grote afkeer aan heb en ik zal zo vertellen waarom. Je bent nu eenmaal een type ervoor of niet. Gelukkig ontmoet je er wel mensen waar door je toch niet helemaal alleen bent. Onderweg naar het hostel zie ik de mooie blauwe oceaan al en ik word helemaal gelukkig. Prachtige huizen gebouwd langs de kust met schitterende uitzichten. Na het inchecken wilde ik er natuurlijk gelijk naar BONDI toe. Samen met mijn kamer genootje lopen we naar het strand. De hele omgeving is geweldig en ik krijg echt het Australische gevoel. Het strand is mooi lang en veel surfers zijn aan het surfen. Ook schittert de zon prachtig over de zee en het bekende Bondi icebergs zwembad dat langs de zee loopt. De dag heerlijk op het strand doorgebracht en daarna naar bondi Junction gelopen op nog wat spulletjes te kopen.
It’s Bondi
Bondi too Cogee beach walk – dag 2
De eerste nacht slapen in het hostel ging voor geen meter, ik kan gewoon niet in slaap komen. De volgende ochtend zien we ook nog eens een kakkerlak onder de plint vandaan. Ja hoor heb ik weer… wij proberen dat beest te pletten. Gelukkig heb ik het bovenste stapelbed dacht ik, totdat mijn vader leuk verteld dat ze ook via de muur omhoog kunnen kruipen. En ja hoor later zie ik er een via de muur omhoog kruipen… Nog even volhouden hier, ben tenminste wel elke ochtend vroeg wakker. Ik besluit de wandeling te doen van Bondi beach naar Cogee beach. Deze duurt ongeveer 1-2 uur en is totaal niet vlak. Het grappig was dat een vriendin van mij deze wandeling ook wel eens heeft gemaakt en het erg lang vond. Ik dacht het zou vast wel meevallen, maar uiteindelijk had ik ook na elke baai: ben ik er nou al? Gelukkig is het niet erg want er zijn genoeg mooie dingen te zien. Zo loop je langs de verschillende baaien en stranden zoals Tamarama Beach, Bronte Beach (waar heel veel knappe surfers te vinden zijn), Gordon’s Bay en Clovelly Beach. Ook loop je een lang stuk door een enorm groot kerkhof waarvandaan je een prachtig uitzicht hebt, dit klinkt heel raar maar het is prachtig. In elke baai bleef ik even genieten van het uitzicht en uiteindelijk kwam ik aan bij Cogee een mooi strand. Om af te koelen lekker de zee in wat erg leuk was in de grote golven (En nee geen haaien tegen gekomen haha). Na lekker op het strand te hebben gelegen besloot ik om de wandeling gewoon weer terug te maken die in totaal 12,5 km was.
De Coastal Walk
Tijdens de wandeling
Cogee Beach
Bronte Beach
Bondi Icebergs – dag 3
De laatste dag aan Bondi besluit ik te gaan zwemmen in Bondi Icebergs het zwembad langs de zee. Dit zwembad staat in de top 10 van unieke zwembaden. Het zwembad is geopend in 1929 en gebouwd speciaal voor het winter zwemmen wat Australiërs graag doen. Natuurlijk is het daar niet zo koud als in Nederland maar het is het enige zwembad dat een licentie heeft om in de winter open te zijn. De golven van de zee slaan vaak in het zwembad en maakt het daarom echt verbonden met zee, alleen de temperatuur van het water is een stuk warmer. Vandaag de dag is het vooral een plek waar het gaat om zien en gezien worden, want de helft van de mensen in het zwembad gaat het water niet in. Verder zijn er veel zwemmers die baantjes aan het trekken zijn en ik besluit daar maar aan mee te doen. Na een tijde besluit ik nog even naar Tamarama Beach te gaan om te zonnen.
Bondi Icebergs
Sydney Central – dag 4
De volgende dag eindelijk weg uit dat kakkerlakken hostel. Ik neem de trein naar Sydney Central voor nog maar 1 nachtje in een ander hostel. Als ik binnen kom ziet het er tenminste normaal als een hotel uit en de kamer is ook netjes, het kan dus ook anders. Voordat ik in ga checken besluit ik de stad te gaan verkennen. Het eerst waar ik natuurlijk heen ga is Circular Quay waar de Harbour Bridge en het Opera House te zien zijn. Toevallig is er een marktje met leuke spulletjes, sieraden, kleding en souvenirs. Erna eet ik een broodje en ga ik naar de botanische tuinen. Ik kom het gouvernement house tegen waar ik besluit een rondleiding te doen. Binnen mocht je geen foto’s nemen, maar de binnenkant was eigenlijk ook niet zo mooi als ik verwacht had met zelfs rood tapijt in een zaal. Na de rondleiding ging ik door naar de groepsmeeting van Contiki. Dit is de groep waarmee ik de reis langs de oost kust ging maken, een reis van meer dan 3.000 KM. Na de groepsmeeting ben ik samen met twee meiden van de groep wat gaan eten en lopen we naar Darling Harbour om een vuurwerk show te bekijken.
Darling Harbour
Blue Mountains – dag 5
Rise and shine om 6 uur ben ik al klaarwakker, niet alleen omdat de reis vanaf half 8 al begint met een bezoekje aan de Blue Mountains maar ook omdat een kamergenootje heel de nacht hard lag te snurken haha ( ja altijd wat te beleven in die hostels). Na het uitchecken loop ik naar het hotel waar iedereen samenkomt en daarna gaan we met de bus naar de Blue Mountains. De Blue Mountains is een natuurgebied met veel rotspartijen en staat bekend om de blauwe gloed over de bergen, dit komt door de vele eucalyptus bomen in het gebied en vandaar ook de naam Blue Mountains. Ook heb je er een bekende rotsformatie ‘The Three Sisters’ waarbij drie verticale rotsen naast elkaar staan. Verder kun je er allerlei wandelingen maken. Het gebied is zelfs zo groot dat je er dagen lang door zou kunnen wandelen.
In de avond gaan we met zijn allen gezellig uit eten en doen daarna nog een drankje in een bar vlak bij het hotel. Daarna loop ik samen met een brits meisje van de groep terug. Nu komt het grappige en ik was niet eens dronken… De hotelkamer, welke was het ook al weer? Ik was er van overtuigd dat het op de 4e verdieping was deur nummer 16, maar de kaart deed het niet. Bij de receptie vertelde ik dat mijn kaart niet werkte en de man achter de balie begon te lachen hij zei dat ik nog een verdieping hoger moest gaan, dus niet de 4e verdieping maar de 5e.
The Three Sisiters
Manly Beach – dag 6
Na eindelijk een goede nachtrust te hebben gaan we lekker ontbijten. Vandaag staat er op de planning om naar Manly Beach te gaan. Dit is een strand meer aan de noordelijke kant van Sydney. Op de heenweg rijden we met de bus naar het strand waarbij we onderweg prachtige uitzichten zien. Via de Sydney Harbour Bridge rijden we lang mooie baaien waar prachtige huizen staan en veel boten liggen. Zo kun je zien dat Sydney echt een stad omgeven met water is. Bij Manly Beach aangekomen lopen we naar een ander klein strandje Shelly Beach dat aan de linker zijde ligt waarbij je nog steeds het strand van Manly ziet. Iedereen neemt een duik om af te koelen, want wat is het warm. Na een tijdje te relaxen op het strand nemen we de ferry terug richting Circular Quay. Vanaf de ferry kun je de Harbour bridge en het Opera House prachtig zien. Na aankomst in de haven besluit ik het Opera House te bezoeken en een rondleiding te nemen waarbij je van binnen ook alles kunt zien.
Shelly Beach
Het Opera House vanaf de Ferry
Het interessante verhaal van de Deense architect Jorn Utzon werd verteld. Het begon allemaal met een architecten wedstrijd waarbij een gebouw ontworpen moest worden om Sydney op de kaart te zetten. Parijs had de Eiffeltoren en New York het Vrijheidsbeeld, daarom wilde de Australische regering ook een bekend gebouw in Australië. Uiteindelijk won Jorn Utzon met zijn schets van het Opera House, dat geïnspireerd was door zeilen. De bouw begon in 1959 en had veel tegenslagen. Door onenigheid over het interieur met andere architecten moest Jorn utzon samen met zijn familie Australië verlaten. Hij zwoor nooit meer terug te keren en het trieste is dat hij zijn creatie nooit in het echt af heeft gezien. In 1973 werd het opera House door Koningin Elizabeth ll van Engeland geopend. Een bijzondere geschiedenis en wat een prachtig gebouw. De gids laat de vijf zalen zien en vertelt dat er veel shows worden gehouden in het gebouw waaronder theatershows, opera’s, concerten en modeshows. Als je er echt voor staat is het toch ongelofelijk hoe sommige gebouwen worden geconstrueerd.
Inside het Opera House
Sydney to Coffs harbour – dag 7
Na een geweldige week in Sydney is het tijd om te vertrekken naar Surf Camp. Iedereen in de bus en gaan. Tussendoor stoppen we nog in Port Macquarie een klein stadje met prachtige blauwe zee waar we lunch hebben. We rijden weer verder en na een hele rit zijn we aangekomen bij het surf camp. Iedereen gaat nog lekker even naar het strand en ik neem een duik in de zee. Er staan ongelofelijk hoge golven en het is leuk om er in te duiken. ’s Avonds is er een kampvuur en hebben we een gezellige avond. De volgende ochtend al vroeg op want 7 uur begint onze surfles. Midden in de nacht worden we opeens wakker van een harde klap… het is mijn kamergenootje die uit haar bed valt. We komen niet meer bij van het lachen, gelukkig is er niets ergs.
Pelikanen in Port Macquarie
Mojo Surf Camp
Surf Camp X – dag 8
Het is nog niet eens 5 uur ’s ochtends en ik ben al wakker. Ik besluit om naar de zonsopkomst te gaan kijken. In Australië zijn namelijk aan de oost kust geen zonsondergangen in zee. Samen met 5 andere mensen uit de groep zitten we op het strand. Volgens mij voor mij de eerste zonsopkomst die ik zo bekeken heb. Na de zonsopkomst hebben we ontbijt en gaan we ons omkleden voor de surfles. Natuurlijk lopen de surfers rond met hun wilde haren en goede gebruinde lichamen. Dit stereotype is helemaal waar. Als eerst moeten we de surfboards meetillen naar het strand. Wat zijn die krengen zwaar zeg… Op het strand worden alle surfboards in een cirkel gelegd en krijgen we uitleg over hoe we moeten opstaan. Daarna mogen we het water eindelijk in. Je kunt het of je kunt het niet en bij mij ging het allemaal niet zo soepel. Gelukkig was ik niet de enige en hadden we vooral lol met van het surfboard afvallen in plaats van erop staan. Ik denk dat de instructeur mij wel 6x geholpen heeft maar rechtop staan, nou vergeet het maar geen succes. Op een paar meter van ons vandaan zwommen dolfijnen en het was echt een geweldige ervaring, maar surfen is niet voor mij weggelegd. Erna de surfboards weer terug tillen en omkleden voor de volgende bestemming Byron Bay.
Sunrise
Surf Camp
Next Week
In mijn volgende Blog ga ik verder met het schrijven over deze geweldige reis en de dingen die ik allemaal meegemaakt heb. Zo zou ik vertellen over Byron Bay (my favorite), Gold Coast, Brisbane en de Sushine Coast. Dus het leukste en mooiste gedeelte komt er nog aan.
Sydney - Bondi - Blue Mountains - Port Mcquire - Coff’s Harbour - Byron Bay - Gold Coast - Surfer’s Paradise - Brisbane - Sunshine Coast - Noosa Heads - Fraser Island - Raglan - Airlie Beach - Whitsunday’s - Townsville - Cairns - Fitzroy Island - Cape Tribulation - Melbourne
#sydney#bondibeach#cogee#icebergs#australia#blue mountains#manlybeach#Australie#Reisblog#travel#surfcamp
0 notes
Text
Deel 5
Woensdag 8 maart
Daar gaan we dan in de bus en op naar Rabat. Dit is een van de koningssteden en dat houdt in dat er een stad in een stad is. Het deel waar de koning af en toe komt en de regeringsgebouwen zijn is zo groot dat er 1850 gezinnen binnen deze muren hun brood verdienen. Bij de 4 poorten staan altijd aan weerszijden 2 in rood gekleed bewakers op een wit paard in een zandbak. Als je een foto neemt lacht hij vriendelijk maar vraagt deze bewaker ook om geld. Alles is hier schoon met groene grasvelden en opgeruimd, het kan dus wel. Ook de promenade naar het paleis is prachtig verzorgd met vierkant geschoren Ficus Benjamini van wel 3 m hoog en een echt fietspad. Ja, dat is de weg die de koning weleens gebruikt dus die moet mooi zijn. In de stad zie je ook regelmatig grote borden met zijn foto erop. Daarna gaan we naar een oude opgraving, Chella, wat heel indrukwekkend was maar meer omdat er 60 ooievaarsparen er hun nest hebben. Met een prachtige aangelegde tuin.
Sommige nesten zijn zo groot dat er ook een zwerm mussen hun huis er in hebben gevonden. Na de koffie gaan we naar een mausoleum waar Mohammed 5, zijn broer en hun vader zijn begraven. Dit geheel bevindt zich in een onvoltooide moskee die de grootste van de wereld had moeten worden. Het is nu een gigantisch plein met halve pilaren. Het Mausoleum is prachtig het is geheel met mozaïek en prachtig snijwerk bekleed en de vloeren zijn van glimmend marmer. Met de bus gaan we naar de oude kasba, het fort van Rabat, waar de heersers zich verdedigden tegen de piraten uit het aan de overkant gelegen Saleh. Na een rondwandeling snel de bus weer in voor een ritje naar een restaurant waar de tajines worden geserveerd met een flesje wijn! Daarna de medina van Rabat. Drukte alom. Aan de andere zijde staat de bus te wachten die ons terugbrengt naar de camping. Geen voeten meer over dus maar snel aan de wijn…. Weltrusten.
Donderdag 9 maart
Jawel vandaag vertrekken we zelf om 8.30 met de bus naar Casablanca. In de 15 eeuw ontwikkelde deze stad zich tot een beruchte piratenoord. Het is nu een grote haven stad. We bezoeken een moskee dat de enige ter wereld is waar niet-moslims in mogen. Het is gigantisch en zo verschrikkelijk mooi met prachtige gepolijste marmeren vloeren. Er kunnen 30.000 mensen in. Bij de ingang krijgen we een plastictasje en daar moeten we onze schoenen in doen. Het heeft 6 geduurd voordat hij klaar was weer overals houtsnijwerk aan hele balkon randen waar de vrouwen moeten zitten. Onder het gebedsvloer is een giga wasruimte met marmeren lotusbloem vorm achtige tafels waar het water vanuit het midden over de bladeren stroomt dat dan op de vloer in een geul komt waar je met je voeten in kan staan. Het wassen gaat volgens een strak ritueel waarbij alles 3x gewassen moet worden. Handen, gezicht, mond spoelen, water op snuiven door de neus, oren, over het hele hoofd, oksels, de armen, en dan de voeten. Pff was een werk. Even onder de douche is makkelijker. Dan worden we losgelaten en spreken we af om 14.00 bij de bus te zijn. Wat een drukke stad is dit ook en weer dat contrast tussen die rijk gebouwde moskee en de krotten waar de mensen in wonen waar stenen op het dak liggen om de golfplaten op hun plek te houden. Zodra je van de doorgaande weg de wijken inloop zie je al die armoe al. En ze hebben ook geen idee wat ze met hun afval moeten doen. Het ligt werkelijk overal.
Vrijdag 10 maart
Vandaag ben ik jarig en dat heb ik geweten. Hebben ze de camper versierd en staan er 40 man heel vals te zingen. Was wel wat opgelaten maar ook weer leuk. We vertrekken vandaag naar El Jadida. Het is een camping van niks volgens de reisleider maar een mooie uitvalbasis voor een bezoek daar. Onderweg ging het allemaal zoals de andere keren maar het valt alleen op dat je steeds meer ezels op de weg ziet met torenhoge spullen op hun rug. Rond 14.00 komen we aan op de camping wat op zich een mooie plek is maar zo slecht onderhouden. Er loopt ook een trotse pauw rond die helemaal niet bang is. We kunnen alleen koud douchen en de wc’s worden steeds spartaanser , 2 voetstappen en een gat, met een emmer, ja ja emmer met water vullen en in het gat gooien. Maar dat konden we verwachten. Als we ons plekje hebben komt een van de medereizigers met slingers aan. Ja je bent nog jarig de dag is niet om. Die worden aan de luifel gehangen en ‘s avonds trekken we een fles bubbels open die Rob had mee genomen en met een heel stel mensen werd het heel laat. Met op de achtergrond een regelmatig geroep van de pauw die voor de nacht een plek in een boom boven ons had gevonden.
Zaterdag 11 maart.
Oeps wat heb ik een hoofdpijn als ik wakker word en om 10.00 gaat het programma van de groep verder; het oude centrum en haven van El Jadida bezoeken. Dan maar een paracetamol en door gaan. We vertrekken , te voet, voor een wandeling naar de Cité Portugais van deze stad, die als Portugese kolonie belegerd is door de Marokkanen en uiteindelijk is overgegaan van Portugal naar Marokko. De oude naam, Mazagaõ, kom je nog steeds tegen. Binnen de muren van deze oude cité is een citerne, een ondergrondse opslag van zoet water die het waard is te bezoeken. Maar voor we dit doen eerst een bezoekje aan de vismarkt die in vol bedrijf is. Haai, rog, conger, krab in alle soorten en maten, en de gebruikelijke vissen als zeebaars, dorade en natuurlijk sardines, heeel veel sardines. Heel aardige vissers overigens én ze spreken allemaal hun talen nou ja voetbaltaal dan. Feyenoord en Ajax zijn bekend maar Twente ook vanwege Zyech.
Daarna dus de wallen van de Portugese stad in en op. Een kopje koffie op een verloren terras in de zon en daarna de soukh in. Wat een zooitje en hoe nauw zijn de straatjes waar alles en iedereen door elkaar heen loopt, rijdt, en ezelt.
Uiteindelijk hebben we een petit taxi aangehouden. Dat is ook wat hoor, kleine autootjes die zich gaandeweg vullen met verschillende passagiers die dezelfde kant op moeten. Je houdt ze aan, zegt waar je naar toe moet en de chauffeur zegt dan ja of nee. Bij nee sta je gewoon weer te wachten op de volgende taxi maar…..er rijden er ongeveer duizend of zo lijkt het althans. We kruipen bij een Marokkaanse vrouw in de wagen - nou ja renaultje 5 met 444000 km op de teller maar gelukkig doen de remmen het goed!- en voor welgeteld 1€ of 10 dirham worden we netjes voor de camping afgezet.
Het is ’s middags lekker weer dus na de lunch zitten we allemaal buiten. Omdat we onderweg een sushi restaurant gespot hebben besluiten we Enid’s verjaardag, met vertraging, daar maar te vieren. We verbazen ons over de mooie bouw en de prachtige avenues die afgewisseld worden met straten waar de gaten in zitten. Ze graven wel iets uit, gooien het dicht maar asfalteren ho maar. Ze zullen hier wel goed verdienen aan schokbrekers en veren voor al die ouwe Mercedessen en Renaultjes.
Het menu is de sushitent is iets anders dan we gewend zijn; alle inhoud van de rollen is hetzelfde, gefrituurde gamba, avocado en surimi-krab. De buitenkant is echter steeds anders, avocado, garnaal, bieslook en zelfs loempiavellen. Maar toch lekker gegeten en daarna voldaan de wandeling terug gemaakt. Blijkt dat de pauw een boompje dichter naar ons toe is gekomen.. dat wordt wat vannacht.
Zondag 12 maart.
Na een onrustige nacht dankzij de prachtige Pauw vertrekken we via de kust weg naar Oualidia. We gaan op een camperplek staan voor een nacht omdat het programma op het laatst is veranderd doordat de campingbaas waar we naar toe zouden gaan het hele gezelschap verplichte om in zijn restaurant te eten en de groep voor ons had door gegeven dat het zo slecht was en dat hij de prijs zo veel duurder had gemaakt dan vorig jaar, toen heeft NKC gezegd dat ze niet afgezet wilde worden en ze mijden nu deze camping. Het is bewolkt als we op pad gaan maar eerst naar een supermarkt. Nou van armoe was hier niks te zien, deze Marjane leek wel een Auchan in Frankrijk; ook weer van onderbroek tot wasmachine, alleen de prijzen zijn veel lager. Als we verder gaan komen op een hele slechte weg waar we ook maar 60 km mogen rijden. En ook hier weer heel veel ezels langs de weg, kratten bloemkool en manden met peentjes, die langs de weg in grote betonnen bassins werden gewassen voordat ze naar de markt gaan. En kinderen die langs de weg lopen met zware tassen zo zielig om te zien.
De camperplaats ligt vlak bij zee en ziet er prachtig uit. We worden door een man met fluit op ons plek gezet. We gaan een kijkje op het strand nemen, jammer dat het zo hard waait en golven zo woest zijn. Maar op het stand zit de plaatselijke bevolking te picknicken met parasols plat tegen de wind en de een heeft een tafel vol met theepotjes de ander staat vis te grillen en allemaal witte plastic stoelen en tafels op het strand. Tussen de mensen door lopen paarden met en een paar jongens erop. Langs de straat staan er brommers met platte piepschuim dozen waar oesters en zee-egels uit verkocht worden. Het is een hele bonte vertoning ondanks de wind. De parkeerbaas vertelde dat zijn vrouw heerlijke tajines maakt en vraagt aan iedereen of ze die vanavond willen eten. Een groot deel van de mensen besteld zo’n ding en tegen 18.00 komt het in een aftands vrachtwagentje aan. De reisleider begint uit te delen maar ze zijn koud en als hij erin kijkt zegt hij dat we worden belazerd dit is nog niet de helft van wat er normaal in hoort en het is koud; nee sorry dit nemen we niet. Na een hoop heisa vertrekt de vrachtwagen. Jammer, maar we vinden het prima dus het wordt soep met brood vanavond.
0 notes