#een zwart gat
Explore tagged Tumblr posts
Text
Liefde doet pijn. Waarom?
Omdat ik wil liefhebben, altijd en overal. Omdat ik u wil knuffelen totdat ge kapot zijt, uw rug gebroken is. Omdat ik uw hart wil opeten zodat het alleen van mij zal zijn. Ik wil u niet delen. Ik wil dat ge van mij zijt zoals dat ik van u ben.
Waarom lijkt het alsof iedereen er zo licht over kan gaan? Alsof liefde iets ongevaarlijk is. Alsof het u niet kan terroriseren in de nacht; alsof het u niet kan breken totdat ge huilend op uw keukenvloer ligt, in foetushouding. Houden van is verliezen, elke dag opnieuw. Uw geliefde moeten afgeven, elke dag opnieuw.
Ik geef mijzelf in mijn totaliteit aan u. Ik wil u mijn hele wezen geven. Ik ben van u. Ik wil dat dat doordringt. Ik weet dat ik intens ben. Ik ben intens, ik ben vuur en passie en eerlijkheid tot het pijn doet. Ik ben doordringende blik. Ik ben eenzaamheid en verdriet. Ik ben onuitgesproken lelijke gevoelens die woorden niet beschrijven kunnen. Ik ben pijn en verleden en kut. Ik ben te veel van het slechte; hoe goed ge mij ook vind.
Ik ben altijd al te veel geweest. Ik ben schreeuwen, krijsen, machteloosheid. Ik heb geen macht over u. Geen controle. Gij zijt een mens. Gij zijt uw eigen wereld. Ik ben geen wereld. Ik ben van u. Ik hang wanhopig aan een draadje aan u vast. Een draadje dat kan breken, elk moment, onvoorzien, plots. Het is zo snel gebeurd en ik wil er alles aan doen om dat te voorkomen.
Niemand heeft lief zoals ik dat doe. Niemand klauwt en grijpt. Niemand verliest zichzelf in de ander. Mensen lijken zo zelfzeker op zichzelf, en kijken naar hun geliefde met tedere ogen, kunnen afgeven, kunnen laten zijn, kunnen lachen en lichtvoetig en geven zich niet volledig.
Ik wel. Ik wil zoveel. Ik wil u en zelfs dat is niet genoeg. Ik wil meer dan u. Ik wil de hele wereld voelen. Ik wil magie en God. Ik wil liefde overstijgen. En gij zijt maar een mens. Dat is mijn les. Ge zijt maar een mens. Ik mag niet zoveel van u laten afhangen. Ik mag mijzelf niet definiëren door u.
Het doet pijn. Het doet zoveel pijn. De leegte in mijn zonnevlecht. Het zwarte gat dat alles naar binnen zuigt om het te reduceren tot niks. Ik maak alles kapot dat ik aanraak. Ik ben angst en verlies dat zich voortplant tot meer van hetzelfde. Een cyclus waar ik maar niet los van kom. Ik ben geketend aan mijn lot.
Ik wil mij gedragen als een Messias. Heilige gedachten, zonder ego, geen aardsheid. Ik wil mij wanen in de hemel. Het donker en het licht. Ik heb nooit echt van de kleur grijs gehouden.
Ik geef woorden over. Mijn gedachten zijn als brandend zuur. Waar is mijn schoonheid? Mijn vleugels? Mijn acceptatie van de werkelijkheid zoals deze is? Waarom kan ik niet gewoon laten zijn?
Ik wil meer en meer en meer. Meer dan mogelijk is. Liefde is blij zijn met weinig. Liefde is eigenlijk helemaal niet wat ik dacht dat het zou zijn. Liefde is niet passie of hartstocht. Liefde is van de wereld, praktisch en kleine dingen. Liefde is eigenlijk heel erg gewoon. Rustig. Vredig. Content. Aangenaam. Niet veel meer dan dat.
Dit gaat mijn zwarte gat nooit kunnen vullen. Ik weet niet wat dan wel.
9 notes
·
View notes
Text
De tegen de camera praat momenten zijn zoveel gemoedelijker zo op de hotelkamer ipv in widm in een zwart gat dhdhdh
2 notes
·
View notes
Text
verdriet en weerstand
Ik voel me even zo door en door ongelukkig.
Het raast in mn hart. Ik voel woede en verdriet, maar vooral leegte.
Ik ben een holle huls van de enthousiaste, vrolijke en positieve persoon die ik ooit was.
Incapabel.
Incapabel om mee te bewegen zodat ik dst vroeger deed, om het lichtpuntje te zien.
Ik mis de oude ik die ik was.
Ik mis jou…
Een meisje zonder vader. Dat is wie ik nu ben. Ik wil niet niet!
Er zit een groot zwart gat waar m’n hart hoort te zitten.
Je hebt zo’n leegte achtergelaten.
Het is niet alleen het verdriet dat jij er niet meer bent. Het is ook het verdriet van mam wat me pijn doet.
Wat ze nog zo probeert te verbergen, maar wat tijdens het praten tussen de stiltes in haar woorden doorsijpelt.
Je hebt een gat achtergelaten, waarvan we het niet weten te vullen, niet willen vullen.
Je bent niet vervangbaar.
Ik wil geen leven waar jij niet in zit pap.
3 notes
·
View notes
Text
Schuldig artefact
Hoeveel geschiedenis kun je aan? Ik kan me niet herinneren ooit zo ondergedompeld te zijn in mijn eigen geschiedenis, of liever die van mijn ouders, als in de afgelopen jaren. Het ene boek volgde het andere, tv-documentaires volgden elkaar op. Twee weken geleden zag ik in de nieuwste film over de Indonesische onafhankelijkheid en de rol van Nederland: 'Indië verloren'*. Het was een maandagmiddag en de kleine zaal zat behoorlijk vol. Veel grijs en wit, maar nu ook zwart en tinten bruin in het publiek. 105 minuten lang was daar weer dat bad van oude beelden, nieuwe beelden, oude feiten, nieuwe feiten. De ondertitel is politiek geladen: 'Selling a Colonial War'. Ik was na afloop verstild geraakt.
Wat mij zelfs aangeslagen maakte was schaamte, plaatsvervangende schaamte voor het berekenende, de starheid, maar vooral de schaamteloze arrogantie van de Nederlandse overheid. Dat alles was opnieuw zo confronterend dat het bijna onbevattelijk werd. En ergens in een uithoek van mijn denken besef ik ook nog eens dat wij mensen zeventig jaar later heus niet hoogstaander wezens zijn geworden.
En alsof dat alles nog niet genoeg is, zag ik gisteren 'De grote Indonesië tentoonstelling' in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ik weet niet zeker waarom ik daar naar toe wilde. Het werd deels een ander bad. De tentoonstelling toont de rijkdom van het eilandenrijk, de cultuur, de natuur, de geschiedenis in vogelvlucht, de artefacten, foto's. In de eerste paar zalen wordt nog een loflied gezongen op die cultuur, maar al snel kruipen daar de eerste koloniale beelden en informatie me tegemoet, steeds meer, soms met de zachtheid van een bijna onweerstaanbare nostalgie, maar meer en meer met harde feiten. Ergens aan het eind is er een tableau van oude foto's van slachtingen onder heel gewone mensen. Daar liggen ze in greppels, hun waterkruiken verspreid in de modder, vage contouren op een oude foto, naamloos opgelost in de tijd.
Tegenover het bijna onbevattelijke staat het concrete, het kleine, het ding, het artefact. Op tentoonstellingen kunnen voorwerpen verleiden en bijna spreken. Zo hangt er een prachtig rijk bewerkt danshesje. En dan lees je wat voor object het is: buitgemaakt na een zogenaamde 'puputan' in 1908. Om een oneervolle overgave te voorkomen koos een Balinese vorst met zijn hofhouding voor een rituele zelfmoord. Gekleed in wit en rijk behangen met sieraden schreden mannen, vrouwen en kinderen Nederlandse troepen tegemoet. De eerste zelfdodingen begonnen, vrouwen wierpen spottend hun sieraden naar de soldaten. Toen volgde een salvo van schoten. Honderden Balinezen vonden de dood. Dat met goud geborduurde fluwelen hesje is een zwart gat.
*'Indië verloren – Selling a Political War' | regie: In-So Radstake | 2023 | 105 minuten
4 notes
·
View notes
Text

En wie wordt er weer eens in een zwart gat gezogen? / And guess who gets sucked into a black hole once again?
Lucius Pax : 2023 81 : acrylic on paper : 105 x 75 cm
#luciuspax#contemporaryart#art#artificiallife#painting#kunst#peinture#sciencefiction#space#spaceship#black hole
6 notes
·
View notes
Text
De uitdijende spiraal in de cosmos
De eltos karakerisen tot aan de top. Geen weeë weg maar een bijts dat komt vanaf rechts. Duizenden zinnen spatten uitéén, een donderslag diep vanaf zee.Het zwarte gat staat nog op dezelfde plek. Het is niet bekend wat erin zit of wat eruit kan komen. Wel is bekend dat het veel kan betekenen. Een portaal naar een andere wereld die anders is dan die van ons. Een weg die door de melkweg treedt. De…
View On WordPress
2 notes
·
View notes
Text
TEKENEN NAAR DE NATUUR BIJ GALERIE GETEKEND

Het pure tekenen als kunstuiting is te bekijken in Galerie Getekend. Het directe contact met het materiaal, potlood en krijt op papier. De techniek waar de oorsprong van de kunst gelegen is. Lang verguist en afgedaan als middel om het onderwerp in de vingers te krijgen voordat het werkelijke werk kon worden opgezet. De tekening als schets voor het resultaat. En nog altijd is aan de academies het tekenen geen examenvak. De kunststudent kan zich er niet in specialiseren, het blijft een bijvak – een speeltje voor ernaast, een hobby in de vrije tijd van de professionele kunstenaar. Dat klinkt gechargeerd, een dikke tikkel overdreven, en dat is misschien ook wel zo. Feit is dat het tekenen als zelfstandig en volwassen richting in de kunstwereld nog voortdurend wordt ondergewaardeerd. Hoewel er al wel veel kunstenaars hun emotie tonen in potlood en krijt, met houtskool en inkt.
In de tekeningen zoals nu te zien bij Galerie Getekend speelt de natuur als uitgangspunt van het beelden een belangrijke rol. Het werk is fysiek gelaagd, maar ook in abstracte zin kent de tekening diepgang. Hoewel het getoonde werk natuur ofwel vegetatie als inspiratiebron heeft bedienen de kunstenaars zich van een verschillende techniek en hebben een divers resultaat. Waar de een het objectmatige karakter benadrukt met het landschap als referentie, kijkt de ander microbiologisch achter de schermen van het levend organisme.

Voor Esther IJssels is de natuur een belangrijke bron, maar ze geeft deze niet letterlijk weer. Haar werk beweegt zich tussen het figuratieve en de abstractie in. De beschouwer kan in de tekening een bosrijk landschap zien of er een weelderig grasveld in ontdekken. Maar dat is niet wat IJssels er bewust in heeft getekend. De tekening is opgebouwd uit een speelse opbouw van kriebelende handelingen. Intuïtief volgt de hand de geest, bewegingen worden instinctief gemaakt. Ik weet wat ik zie, maar kan het niet thuis brengen, niet plaatsen in de werkelijke wereld.
Of eigenlijk weet ik helemaal niet wat ik zie, waar ik naar kijk. Maar de compositie heeft wel een herkenbaar kader, een verwijzing naar de omgeving. De krabbels, het kriebelende handschrift prikkelt, het jeukt aan het landschap. Maar het zijn niet de hoogtelijnen van de landkaart, het is niet het bos en zijn niet de bomen, het is niet het wuivend riet en zijn niet de golven van water. Het lijkt op de werkelijkheid, het heeft daar iets van, maar het is niet de zichtbare realiteit. Juist dat maakt de compositie zo interessant. Dat er herkenning is, maar dat er geen identificatie is. Zo zodat ik mijn eigen emotie aan de gevoeligheid van Esther IJssels kan leggen.

In haar werk gebruikt IJssels het effect van licht dat schaduwen vormt. In de tekening brengt zij deze in gradaties zwart krijt aan. Maar in andere composities legt zij het papier over een samenstelling van materiaal. Trekt het vacuüm zodat een tastbare verdieping in reliëf ontstaat. Scheuren in golfbewegingen vangen het licht en de schaduw en sluiten deze op. Ook verwerkt zij wel zogenoemde weefplekken in de tekening. Een stramien dat contrasteert met de belijning in de gehele compositie. Het is voor de kunstenaar een spannende ingreep, want ze snijdt in haar werk - maakt het kapot om het vervolgens te herstellen. Als een lap op het gat in mijn broek.
In het werk van Esther IJssels speelt toeval een rol. Helemaal in de speciale techniek van het vacuüm trekken van het papier. Daarin is geen sturing mogelijk, enkel de compositie van het materiaal wordt bepaald. Ook ontstaat de tekening toevallig, er is van tevoren geen idee van wat op papier zal komen. IJssels begint rechtsboven op het vel en werkt zich zo al tekenend naar de onderrand. De belijning ontstaat onder haar handen. Ze is zelf benieuwd naar waar het toe gaat, welke de beeltenis is die verschijnt. Het groeit naar een grens, een punt waarop ze zegt dat het klaar is en af.

En inderdaad is de leidraad voor de kunst van Marjolein Spitteler de natuur. De natuur als leven. Dus geen portret van de natuur dan wel het landschap op zich. Maar het vastleggen van de natuur als het zijn, het bestaan. Haar passie is de studie van het leven. In eerste instantie op wetenschappelijke basis, de reden waarom Spitteler een biologiestudie deed. Aangezien die manier van kijken naar het leven echter toch niet bij haar denken aansloot, vervolgde Spitteler haar studie aan de kunstacademie. Doordat ze met de eerste studie gewend was geraakt leven te beschouwen op microniveau, uit ze zich nu op papier op eenzelfde gedetailleerde manier.
Door vruchtwijzen te determineren raakt zij de gelaagdheid van leven. Aan de basis lijkt een eenvoudige vorm te staan, maar in werkelijkheid is de geportretteerde natuur veelvormig. Vanuit de achtergrond beweegt de tekening zich via lagen naar een dynamisch geheel. In opbouw zoals een schilderij wordt opgezet, laag over laag naar een nauwkeurig uitgewerkte uitdrukking. Die verbeelding geeft een idee van een vrucht, maar relateert niet altijd aan een bestaande groei. Organismen ontstaan onder haar handen. In het werk is zij een schepper, een creator van leven. In den beginne is er een leeg vel papier. Haar vrucht hoeft in beginsel geen werkelijke spruit te zijn. Er kan uit het zaad van de geest een ander schepsel voortkomen dat de idee van echtheid heeft. Het kan fantasie zijn, maar evengoed zo zichtbaar worden onder het vergrootglas. Leven is namelijk niet te definiëren, het zijn kan maar nauwelijks in woorden omschreven worden. Maar leven kan wel in beelden worden gevat. Woorden schieten tekort, maar beelden omschrijven breedvoerig.

De fascinatie voor het ontstaan van leven spreekt uit de composities van Marjolein Spitteler. Belangstelling, of beter begoocheling, voor natuurlijke vormen in het proces van ontstaan en ontwikkeling. Net als Spitteler in haar tekening groeit, ontwikkelt mijn kijk op haar werk. Langzaam maar zeker kan ik doordringen tot de kern. Het heeft iets ongrijpbaars, het neemt wel mythische vormen aan. De tekening is meer dan alleen een ontwerp of een model voor leven. Het is het leven zelf in staat van verbinding met de omgeving. Maakt er deel van uit, want het is in relatie tot een natuurlijk proces. Het groeit zoals leven dat doet. Voor Marjolein Spitteler is de tekening een proces van zoeken, voor mij is het een zaak van vinden.
Duo-tentoonstelling werken op papier van Esther IJssels en Marjolein Spitteler. Bij Galerie Getekend, Stationsstraat 6 in Heerenveen. Tot en met 16 juli 2023.
#Galerie Getekend#Esther IJssels#Marjolein Spitteler#expositie#art on paper#werk op papier#tekeningen#kunst
2 notes
·
View notes
Text
Penisnijd
De bus dendert over de snelweg in een slaapverwekkende cadans: kbonk, kbonk, kbonk, kbonk. Op dit traject bestaat de Duitse autobahn uit niet volledig aansluitende betonplaten. Na verloop van tijd neemt mijn hoofd het monotone gebonk op als normaal achtergrondgeluid en hoor ik het steeds minder. Buiten is het erg warm, we halen vandaag de zesendertig graden. In de bus wordt de warmte getemperd door de airco, maar toch maakt het mij loom. Ook nu zweet ik nog. Diverse malen zakt mijn hoofd voorover en lijk ik in een zwart gat te vallen. De val heeft een adrenalinestoot tot gevolg en meteen zit ik weer rechtop. Ik kijk snel om mij heen of iemand mij zag knikkebollen. Met diverse flesjes water houd ik het vocht in mijn lichaam op peil. Gelukkig, de meesten slapen.
Na enkele uren rijden en drinken begint mijn blaas op te spelen. Onrustig wrijf ik mijn benen tegen elkaar en probeer zo de aanzwellende jeuk in mijn onderbuik onder controle te houden. Dan klinkt uit de intercom de verlossende woorden: ‘we gaan bij het eerstvolgende tankstation een korte pauze houden. Voor koffie en de toiletten kunt u in het wegrestaurant terecht.’ De chauffeur manoeuvreert zijn bus naar rechts en rijdt de afrit op van het tankstation, Voor bussen is een speciale parkeerruimte ingericht, zie ik op de borden. Van de chauffeur krijgen we drie kwartier de tijd om te lozen en bij te tanken in het aangrenzende restaurant. Boedapest is nog ver weg, dus het is ‘nu’ of ‘te laat’.
De actie van de buschauffeur lijkt haast afgesproken werk. Er staan al twaalf andere bussen. Hordes passagiers lopen naar en van het restaurant. De veertig uit onze bus vallen weg in deze massa. Slechts de haastigen in onze groep zijn duidelijk herkenbaar als noodlijdenden, alsof ze voor een vloedgolf op de vlucht zijn. Ja, ik ben daar een van. Anderen hebben minder haast en gaan richting de koffiebar. Als ik bij de toiletten kom zie ik dat zich een lange rij wachtenden heeft gevormd. Gelukkig zie ik ook dat de mannen zonder oponthoud terecht kunnen op het herentoilet. De lange rij bestaat uit louter noodlijdende vrouwen die zenuwachtig wiebelend hun plekje in de rij bewaken en hun voorgangers inwendig vervloeken. ‘Oh, gruwel, uw naam is vrouw,’ denk ik chauvinistisch.
Met een misschien iets te superieure houding loop ik langs de rij wachtende en smachtende vrouwen. Ik voel de penisnijd met mij meelopen. Ik ga het mannentoilet binnen, laat de gesloten WC-deuren rechts liggen en kies voor een snelle lozing in een van de pissoirs aan de linkerwand. Enkele snelle handelingen later ben ik verlost van de jeuk en de druk in mijn onderbuik. Even spoelen onder de kraan, wat tissues om af te drogen en opgelucht stap ik naar buiten. Bij het zien van de wachtende vrouwen, die mij jaloers aanstaren, overvalt mij opnieuw een wat triomfantelijk gevoel. Wel vraag ik mij af waarom geen van deze vrouwen de moed heeft om uit de rij te stappen en gewoon naar een van de mannentoiletten te gaan.
Een van mijn vrouwelijke medepassagiers kijkt mij met een verbeten mond aan en vraagt of er naast pisbakken ook andere toiletten zijn. Ik bevestig dit, maar door de jaloerse blik in haar ogen en haar tot dunne streepjes samengetrokken mond kan ik het niet laten om haar wat te plagen. Ik zeg haar dat het verschil tussen de seksen zich hier in ons voordeel uitbetaald. Ze kijkt mij nadenkend aan en ik zie dat zij op een gepast antwoord broedt. Dan verschijnt er een minzame glimlach op haar gezicht en stelt zij met een superieure toon: ‘maar toch goed dat we er zijn, hè.’ Wat kan ik daar nog tegen inbrengen? ‘Dat kan ik niet ontkennen,’ zeg ik verslagen. Maar ondanks deze korte seksestrijd blijft ze toch staan waar zij staat. Van een afstandje kijk ik toe en wacht tevergeefs op de grote doorbraak. Nee, de vrouwenemancipatiestrijd is nog lang niet gestreden.
Ik zie de stroom waterdragers opschuiven en weer aangroeien. Over massaproductie gesproken, hoeveel zou een mens per keer hier aan vocht uitplassen? En dat maal duizenden keren op één dag. Is er trouwens op dit terrein een verschil in kwantiteit tussen mannen en vrouwen? En bedenk ook dat dit een dagelijks en mondiaal gebeuren is. Wat zouden hiervan de gevolgen zijn voor de CO2-uitstoot in de wereld? Kunnen we er überhaupt iets tegen doen? Nadenkend loop ik terug naar de bus.
‘Ja, driewerf ja,’ zegt een van mijn medepassagiers aan wie ik mijn vragen voorleg. ‘Door minder over alles en nog wat te lopen zeiken,’ zegt hij botweg. ‘dat zou op veel terreinen een massa kwalijke uitstoot schelen.’ Na deze botte, maar toch beschouwelijke reactie, die ik als een terechtwijzing voel, zwijg ik gepast. Wel besluit ik om hem de rest van de reis maar te mijden.
0 notes
Text

Het verhaal
Lor zit al jaren gevangen in Nostraza, de gevangenis van Aurora. Als ze op een dag naar de Put wordt gebracht (een groot gat) als straf voor een vechtpartij, wordt ze een paar dagen later wakker in een zacht bed vol goudkleurige lakens en dito kussens. Het blijkt dat ze middels een wedstrijd mee mag dingen naar de hand van de rivaal van de koning van Aurora: De Zonnekoning. In het luxe paleis komt de uitgehongerde en ernstig verzwakte Lor op krachten, maar ze heeft ook een hoop vragen.
Al lijkt het erop dat niemand haar vragen gaat beantwoorden. Niet waarom zij is uitgekozen, niet waarom haar vrienden niet bevrijd zijn, en niet waarom de oogverblindende Fae-koning zo ontzettend sexy is… Wel krijgt Lor te horen dat als ze de Selectie wint, ze haar vrienden kan bevrijden en wraak kan nemen op de Aurorakoning. En wraak nemen, dat wil Lor graag. Want Lor heeft zelf ook zo haar geheimen…
Mijn mening
k vond dit een lekker leesboek. Niet diepgaand, wel vermakelijk en onderhoudend. Als je van fantasy en dystopische verhalen houdt, heb je met dit boek zeker een paar avonden vermaak. En laten we eerlijk zijn: soms vragen we ook niet meer van een boek dan dat.
Er zit wat ‘inspiratie’ uit andere fantasy en dystopische verhalen. Mocht je nog niet veel van dit soort verhalen hebben gelezen, dan zal dit je misschien niet opvallen. Maar als je al meer boeken in dit genre hebben gelezen, dan is het misschien goed om te weten dat dit niet het origineelste verhaal in de kast is.
Voor de ervaren lezer al eerder duidelijk waar het plot om draait, maar de route daarnaartoe is nog steeds vermakelijk om te lezen. Dat er wat dingen voorspelbaar zijn, is ook wel lekker ergens. Zeker als je dit boek leest als afleiding, op een moment dat je hoofd vol zit of als je (een beetje) zielig bent.
Er zit veel humor in dit verhaal, maar ook veel herhaling. Sommige dialogen kwamen wel erg vaak terug, net als ‘de wereld werd zwart’-truc. De humor maakt dat dit verhaal nog steeds fijn blijft om te lezen. Zonder de humor was dit boek niet bij mij door de keuring gekomen.
Dit is een heerlijk boek als je mentaal niet veel kan hebben, maar wel fantasy wil lezen (want fantasy gaat over magie en niet over mislukte relaties en gedoe). Je wil, ondanks dat dit niet het beste verhaal ooit is, toch doorlezen en weten hoe het afloopt.
Dit is een boek als een doos zeebanket-chocola. Perfect voor als je zielig of ongesteld to the max (of vergelijkbaar) bent. Dit is niet per se kwalitatief het beste boek, maar het is heerlijk op de momenten dat je met een dekentje en een kop thee op de bank wil hangen (en eigenlijk ook die doos goedkope chocola wil opeten). Je hebt een lekker verhaal, maar niet iets wat te veel van je vraagt en na dit boek ga je ook makkelijk verder met je leven.
NB: ik haal hier toch even aan wat de auteur zelf ook over haar werk zegt: dit is een serie voor volwassenen. Het is geen YA, en er zitten scenes in die in een verfilming duidelijk voor boven de 18 zouden zijn.
0 notes
Text
zwarte tranen
toen wij
130 minuten
bergenlang en langer
warm
intens
allesomvattend
schaamteloos
en meer
nu ik jij
13 minuten
kortvermaak en korter
koud
vluchtig
nietszeggend
verdwenen zelfrespect
en meer
het verlangen naar langer
ondraaglijk is
de hunkering naar meer
eindeloos is
mijn lichaam zielloos is
een gapend gat
en zwarte tranen
druppen uit mijn hart
(RG, 10.24)
0 notes
Text
Zwart Gat.
Recensie: Reis naar een zwart gat – een ervaring voor de avontuurlijke geest Als iemand die altijd op zoek is naar het ultieme avontuur, besloot ik de sprong te wagen naar een bestemming die geen enkele reisgids ooit durfde te beschrijven: een zwart gat. De reis begon als een adembenemende tocht door de kosmos, maar al snel veranderde het in iets wat nauwelijks te beschrijven valt. Hier is mijn…
0 notes
Text
BEELDMERK VAN ZIJN, GEHEEL EN AL TON SLITS

Zie ik een werk van Ton Slits, is het alsof ik in de spiegel kijk. Zie ik mezelf, althans mijn reactie in mijn brein op waar ik naar kijk. Vooral veel schilderijen in zijn oeuvre lijken zelfportretten in de zin van dat ik daarop ben afgebeeld. Niet in het bijzonder mijn individuele persoon, eerder de letterlijke kijker die figuurlijk zichzelf ziet. Geen traditioneel portret als het beeld van een gezicht met ogen, neus en mond, een uitdrukking. Maar wel een fysieke wezenlijkheid; de abstractie van lijnen en cirkels geven werkelijk een realiteit aan. De werkelijkheid die achter dat tastbare portret schuilt. Of eigenlijk in dat portret huist, en profil of en face. Het beeldt de emotie uit en af die mijn geest ondergaat wanneer ik een kunstwerk beschouw. Ofwel in klare taal zijn het de signalen die de hersenzenuwen afgeven om mijn ogen te focussen, mijn mond van verbazing te openen, mijn voeten te verzetten om hetgeen ik zie van dichtbij te benaderen. Het zijn hersensignalen die Slits in verf heeft gedigitaliseerd. Ik zie mijn gedachte geschilderd op doek. Oorzaak en gevolg, het kunstwerk en mijn reactie.

Blader ik het boek “Geheel en al – Voll und ganz” door zie ik meer dan alleen cirkels verbonden door lijnen. Mijn neuronen zijn volop in beweging wanneer ik de illustraties bij de teksten bekijk. Gedachtenpatronen krijgen beeld, mijn hersenkronkels hebben figuur. Op meerdere manieren probeert Slits een vinger achter het bestaan te krijgen. Zelfs door het zijn te breken, het te doorboren om het te bevatten. De kaft en meerdere bladen in het boek zijn geperforeerd met gaten in verschillende maten. Het geeft een wondere kijk op de dingen die in het boek aan de orde komen om het werk en de ideeën van Slits te duiden. Anderen doen dat voor hem, hij licht zichzelf toe. In de veertig jaren die de uitgave als oeuvre op rij zet heeft de kunstenaar naar eigen zeggen telkens weer de nietigheid van ons bestaan tegenover de onmetelijke grootsheid van het heelal verbeeld. “Verkennend, beweeg ik in picturale zin nadrukkelijk tussen overzicht en inzicht.”
Grootmoedig en geïnspireerd is hij steeds benieuwd naar de ‘volgende laag’, een nieuwe ontdekking. Dat verklaart de gaten, het geeft letterlijk en figuurlijk lucht aan zijn bestaan. Door ieder gat ontdekt hij het ontstaan van het bestaan, zijn wezen. De leegte, want het gat is niets, vult Slits op met nieuwe inzichten die het zijn toelichten. Het niets wordt iets en heeft aantrekkingskracht. Het gat verleidt en absorbeert mijn aandacht, zoals het zwarte gat in het heelal alles opslokt wat in de buurt komt. Het geeft een veranderende kijk en anders-soortige beleving van perspectief en ruimte. “Alsof ik boven de wereld zweef en naar beneden kijk of op de rug lig en naar boven kijk naar een onmetelijke ruimte.”

Ton Slits weet vijf auteurs uit Nederland, Duitsland en België te strikken om vanuit verschillende invalshoeken een persoonlijke kijk op zijn leven en werk te geven. Het geeft de lezer, naast het kijken naar de foto’s, een dwarsdoorsnede van de kunstenaar en zijn kunst. Om de schepper achter de scheppingen te kennen, de creator te doorgronden, de creaties te begrijpen. De achtergrond van zijn wezen is van belang om het zijn op de voorgrond te krijgen. De beelden die hij door de jaren heen heeft opgedaan beklijven dubbelzinnig in zijn werk. Voor hem duidelijk, voor de beschouwer een zoektocht. Slits neemt mij mee bij zijn zoekend scherpen van de zintuigen, zijn nieuwsgierigheid naar en het oog hebben voor het nog niet zichtbare – het achterliggende en het onderliggende – probeert hij mij te wijzen. Hij maakt openingen en doorkijken om mij de getransformeerde realiteit te duiden. Stilteplekken noemt Arno Kramer de gaten. “Afwezigheid maakt aanwezigheid.”
Het boek laat de groei zien van zijn kunst. Natuurlijk is hij in het begin op zoek naar de betere voorstelling van zijn eigenheid. Voordat hij de vorm in de vingers heeft probeert en onderzoekt Slits landschappen, luchten, bomen, takken en wortelstelsels. Figuratief en abstract. Ook dan al in dat vroege stadium ontdekt hij in de natuur dat alles met elkaar verbonden is, zichtbaar en onzichtbaar. Overal lopen lijnen en vormen zich relaties. Alom zijn lijnen tussen modellen te trekken om nieuwe patronen en constellaties te laten ontstaan. Configuraties als sterrenbeelden van het bestaan. Bezie de hemel en ken de aarde, bekijk Slits werk en weet het leven.

De inspiratie lijkt verwarring te brengen, het leven en de natuur kunnen wanordelijk zijn. In zijn werk bezweert Slits die chaos door regelmatige constructies te bouwen. Regelmatig komen onregelmatige vormen terug. Wat het hoofd van een mens lijkt staat figuurlijk onder druk van prikkels, invloeden van buitenaf. Ook wordt het denkbeeld, de gedachtevorm, wel omgeven door letters en cijfers. Als duiding van een mening, de stelling gespijkerd. “Zoals bekend wordt het interpreteren van een beeld pas mogelijk door de context die het beeld zelf aanlevert”, schrijft Frank-Thorsten Moll. “Een woord in een schilderij wordt om die reden normaal gesproken begrepen als de eenvoudigste sleutel voor het werk.” Wie de taal van het beeld niet meteen begrijpt krijgt woorden aangereikt om de deur tot begrip te openen. Maar ook dan kan het werk nog onbegrijpelijk lijken, onaantastbaar, niet te vatten.
Naast de koppen en het brein uit Ton Slits zich in meerdere beeldende onderwerpen en uitgewerkte thema’s. Constructief zet hij zijn creaties op de drager, of hangt deze als bij installaties aan het plafond of plakt ze tegen de wand. Het nauwgezet tekenen van grote en kleine geometrische patronen én het spontaan opbrengen van lagen verf wisselen elkaar contrastrijk en speels af, lees ik in de bijdrage van Rick Vercauteren. Vercauteren beschrijft de ontwikkeling in het werk van Ton Slits, duidt zijn voortgang van een traditionele schilderstijl via de beeldmerken van het leven naar een spel met het zijn. Daarbij keren de cirkels en gaten, de relaties en lagen, voortdurend terug als een rode draad door het oeuvre. Het samengaan van de klassieke schilderkunst en details genomen uit een nieuw medium als het videospel geeft Slits de eigenheid waarnaar hij zocht.

“Geheel en al – Voll und ganz” toont flagrant de persoonlijkheid van Ton Slits in de kunst. Het ontwerp van de uitgave is even authentiek als zijn tekenen en schilderen dat zijn, het knippen en plakken van beelden uit het leven dat is. De kunstenaar plakt een vignet op het bestaan, geeft het een kenmerk waardoor het zijn herkenbaar is. Meestal duidelijk sprekend en anderszins nodigt het uit dieper in de materie te duiken. Het eenvoudige kijken wordt op de proef gesteld omdat een eerste vluchtige blik geen uitkomst biedt. Past hij in de nieuwe figuratie? Heeft hij gekeken naar de neo-metafysische kunst? Wel is meteen duidelijk dat hij op een eenzame plaats staat, een eigen vakje heeft. Het is geheel en al Ton Slits.
Geheel en al – Voll und ganz. Ton Slits. 1984 – 2024. Teksten: Ton Slits, Peter Pluijmen, Arno Kramer, Vera Hilger, Frank-Thorsten Moll, Rick Vercauteren. Uitgave in eigen beheer, 2024.

René Korten en Ton Slits presenteren "Hide Your Backbone" en "Geheel en al"
0 notes
Text
8-9 Vejers
Je merkt wel dat je in een toeristengebied zit, ik trof een enorme supermarkt in Søndervig met allerhande delicatessen, heerlijk fris uitziende salades, een inpandige slagerij en een enorme wijnafdeling. Dan is het jammer dat je alleen bent en op de fiets, want deze uitstalling is een open uitnodiging om je winkelwagen vol te gooien, wat de meeste bezoekers dan ook ijverig deden.
Ik hield het bij een dry-aged entrecote, een salade met druiven en een zak gevulde pasta voor twee personen. En daarbij een halve liter goed gekoelde IPA van een kleine Deense speciaalbrouwerij om het einde van de dag te vieren.
Als ik wakker word, is het nog goeddeels donker, maar het is toch echt zes uur.
Ik heb stevige koppijn en dikke ogen, ik denk van de zon gisteren. Ik moet maar flink water drinken vandaag, gelukkig is het vanochtend bewolkt.
De route naar Hvide Sande voert weer over grindwegen door eindeloze huisjesparken. Al die houten huisjes hebben bruinzwarte wanden, witte kozijnen en zwarte dakpannen. Als ze er anders uitzien, is het omdat ze uit de vorige eeuw stammen. Om kwart over negen ben ik in Hvide Sande en vraag niet hoe het kan, maar de Spar is open evenals de naastgelegen bakker met konditori. En dat op de zondagochtend, ik kan mijn geluk niet op. Ik koop een vers gebakken brood en neem een kaneelsnoer bij de koffie.
Van die wolken is inmiddels niks meer te zien, de zon brandt er weer vrolijk op los. De hemel is heel licht betrokken, te weinig om de zon af ge dekken, maar genoeg om een broeierig gevoel te geven. Ik realiseer me nu dat ik op de heenweg de zon in de rug had, maar nu in mijn gezicht, dat is een wereld van verschil. De wind is wat gedraaid, die komt nu schuin van voren. Als ik stop voor een bekertje koffie bij een dorpssupermarkt, mis ik de theedoek die ik achterop te drogen had gehangen, blijkbaar is die weggewaaid. Dat is voor het eerst dat ik op deze manier wasgoed verlies.
De route is vandaag niet anders dan de afgelopen dagen, bos, duin, vakantieparken. De Deense westkust bestaat voor honderden kilometers uit een lagunes, die door langgerekte smalle landtongen van de Noordzee gescheiden worden, dus die heb ik gewoon maar af te fietsen.
We krijgen vannacht flink regen, dus ik boek een klein hutje op een van de campings van Vejers. Het is altijd weer een verassing wat je krijgt. Eergisteren was het een soort kippehok annex wijnvat, waarbij je door een gat je bed in moest klimmen, nu is het een riante ruimte met twee bedsteden, een eettafel met vier stoelen, kookhoek met stromend water en televisie.
Gefietste afstand: 66 km
Gefietste tijd: 5 uur
1 note
·
View note
Text
1 note
·
View note