#dat is precies hoe het ging
Explore tagged Tumblr posts
Text
wat een zegen om je spiegel, je zielsverwant te ontmoeten. wat een zegen om je gezien te voelen, je bloot te voelen. wat een zeggen om je te laten vallen en als een veranderd persoon terug te keren.
#persoonlijk#ik las een oude mail terug van mijn ex#hij schreef: toen je over hem sprak toonde ik jaloezie in plaats van de interesse die ik had moeten tonen#dat is precies hoe het ging#en daardoor voelde ik me niet veilig genoeg om erover te praten met hem#en werd het gevoel alleen maar groter#inmiddels weet ik: laat het toe & laat het voor wat het is#dankbaarheid vloeit en dat is genoeg
0 notes
Text
Dinsdag | 14-05-2024 | 24°C | Salerno | Dag 2
Terwijl de Italianen hun schoonheidsslaapje, il riposo, houden, geniet ik van de middagzon vanaf het balkon. Misschien is het een vreemd beeld voor de Italianen, ik die in bikini op een stoeltje zit en een wasrek als bureau gebruik, terwijl zij hier nog gekleed gaan in jeans en blazers (hoe ze het doen, weet ik ook niet).
Vandaag mocht ik gelukkig aanschuiven in een nieuwe klas, een niveau hoger dan mijn klas van gisteren. Hoewel de meerderheid van de klasgenoten toch echt wel in aanmerking kwam voor een veteranenpas, was ik verheugd om een meisje van mijn leeftijd te zien. Het meisje bleek echter een Braziliaanse vrouw van dertig te zijn, die er veel jonger uitziet (dankzij een beetje botox, bekende ze echter).
De les verliep goed. Het tempo lag inderdaad hoger en ik kon makkelijk meekomen. Aangezien we ook een stukje grammatica (mijn favoriete taalonderdeel) hebben behandeld, was het voor mij een zeer geslaagde dag.
Na de pauze van een halfuur, die ik op de lungomare heb doorgebracht (foto’s makend met mijn analoge camera), was er nog een meid van mijn leeftijd verschenen. Een Zwitserse van tweeëntwintig. Het overgrote deel van mijn klas (op mij, de Braziliaanse en een Sloveense oude dame na) bestaat uit vrouwen uit Zwitserland. We gingen met z’n allen naar buiten voor een opdracht waarbij we in twee teams werden verdeeld. De school ligt in het stadshart. We moesten een lijst met vijf specifieke kledingstukken maken (zoals een rode leren riem, een gestreepte broek) en vervolgens uitwisselen. De bedoeling was om alle vijf kledingstukken te vinden en te fotograferen binnen een kwartier. Toen we terug naar het schoolgebouw liepen, raakte ik in gesprek met de Braziliaanse Valeria. Ook zij had meer mensen van onze leeftijd verwacht, in plaats van zo veel senioren. We spraken af om samen met het Zwitserse meisje (ben haar naam reeds vergeten; Eve?) te gaan lunchen na school. Morgen gaan Valeria en ik allebei mee op excursie naar Vietri sul Mare, wat vlakbij Salerno ligt. Vietri is de hoofdstad van de keramiek in Italië.
Het is nu 15:27 en ik voel de zon inmiddels wel branden. Zolang mijn laptop niet oververhit raakt, houd ik het nog wel uit. Mijn huisgenoot uit Tsjechië is nu in Pompeii, dus heb ik het huis voor mezelf. Dat zal wellicht anders zijn zodra het oudere Braziliaanse echtpaar hier volgende week intrekt. Ik denk niet dat ik dan nog in mijn bikini op het balkon zal zitten, alleen als ik zeker weet dat ik alleen thuis ben.
Na de lunch met de meiden, waarbij een bekende (een Zwitserse van negentien) van Eve aanschoof, ging ik op weg naar het kasteel bovenop de berg. Ik wist niet hoe ik er precies moest komen, maar volgens Eve was het lopend goed te doen. Ik volgde Google Maps en probeerde hier en daar mijn eigen draai aan de route te geven door op mijn gevoel af te gaan. Ik liep door smalle gekleurde straatjes en onder bogen door terwijl ik zo nu en dan een foto maakte met mijn camera. Ik kwam langs een bordje met de route naar de botanische tuin, Giardino di Minerva, die jammer genoeg een jaar gesloten is voor onderhoud (ik had Salerno namelijk de voorkeur gegeven deels vanwege deze botanische tuin) en liep het bordje voorbij. Uiteindelijk kwam ik uit bij een prachtige miniwaterval. Een waterval! In de stad! Ik vond het verbazingwekkend. Het uitzicht op zee was trouwens ook bijzonder mooi. Hoewel ik niet wist waar ik precies terecht was gekomen, was ik blij met mijn plotselinge ontdekking. Een paar trappen op en ik stond voor iemands huis met een citroenboom op de kleine patio voor het huis. Een trap verder en ik liep een piepklein bruggetje over naar een huis dat boven de waterval lag. Een adembenemend uitzicht. Ik zou hier ook wel kunnen wonen, dacht ik nog.
Ik besloot mijn bezoek aan het kasteel te verplaatsen naar een andere dag deze week. Ik moest ontzettend plassen en wist de ingang van het kasteel toch niet te vinden. Ook wilde ik vandaag naar il Duomo di Salerno, maar toen ik bij de kathedraal aankwam en aan de man vroeg of ik naar binnen mocht in deze outfit, werd ik vriendelijk afgewezen. God houdt namelijk niet van schaarsgeklede sexy jonge vrouwen wier decolleté te aanstootgevend is voor een plek waar baby’s gedoopt worden en families samenkomen (zo erg was het ook weer niet hoor). Dus zei ik beleefd in het Italiaans dat ik overmorgen wel zou terugkomen. Helaas wordt het overmorgen nog warmer dan vandaag, dus denk ik dat ik het maar naar vrijdag verplaats.
Hoewel het pas officieel mijn derde dag in Italië is, voelt het alsof ik hier al een week zit. Ik voel me erg op mijn gemak in het appartement en op school. Ik ben doodblij dat ik nu in een andere klas zit waarbij het allemaal iets sneller gaat. De oude vrouwen zijn allemaal zo erg nog niet; er zijn er pas twee die ik wat minder graag mag: de Sloveense vrouw, omdat ze traag is; en een van de Zwitserse vrouwen die tijdens de opdracht een beetje kapsones had en zo deed tegen mij (ik hoorde later van de vriendin van Eve dat zij die vrouw ook niet mocht). Verder zijn de vrouwen een stuk beter dan de ongemakkelijke Japanners en heb ik geen last meer van iemands stinkadem om negen uur ‘s ochtends.
2 notes
·
View notes
Text
Yes, met het aantal kilo’s dat vandaag op de weegschaal staat bij NF, zit ik precies 1 ons onder het gewicht waar ik deze fase voor ging 🎉
Met Marcel ook een weddenschap afgesloten. Bij de eerste 11 kreeg ik 50 euro. Bij de volgende stap, als er nog eens 5 af zijn 100 en dat is vandaag.
Marcel stuurde berichtje dat ik iets moest opzoeken voor hem en toen kwam ik de enveloppe tegen 😅
Ik spaar het op en ik heb in mijn hoofd om aan het einde van de rit met dit geld een eind op weg te zijn om een ooglidcorrectie te bekostigen.
Ik moest al vroeg bij de meting zijn, om 8.30 uur. Ik was dwars door de wekker heengeslapen en had ook Marcel zijn telefoontje en app niet gehoord en werd pas om 7.40 wakker. Om 8.05 stapte ik de deur uit en was uiteindelijk om 8.25 in Amstelveen.
Na de meting door naar TICA voor de laatste bestellingen en ik heb voor onszelf wat zijden bloemen gekocht. Na TICA door naar de benzine pomp en naar Jumbo om het pakketje op te halen voor Annette. Dat is Yvon haar kleindochter, en die is net 1 jaar geworden. Yvon is over eruit Amerika en komt vanmiddag met haar dochter en kleindochter langs.
Bij thuiskomst snel wat yoghurt genomen en weer terug naar Amstelveen gereden voor mijn sollicitatiegesprek in het Amstelland ziekenhuis. Van de 70 die gesolliciteerd hebben, ben ik er toch weer tussenuit gepikt. Het was een leuk en goed gesprek. We hebben een uurtje met elkaar gesproken. Hij belt maandag om te horen hoe ik erin sta.
Ik ben op de terugweg nog even gestopt bij AH en daarna door naar huis. De Griekse salade van gisteren opgegeten met 2 crackers. En net toen ik het laatste stukje cracker in mijn mond stopte belde Yvon aan.
Yvon ging mee om Ivy uit school te halen als verrassing. Ivy reageerde enthousiast. Even een halfuurtje gezeten en toen heb ik iedereen achtergelaten en ben ik alleen Ryan op gaan halen in Aalsmeer.
Eenmaal allemaal thuis hebben ze lekker met elkaar gespeeld.
Om 17.30 kwamen Mike en Natas en om 18 uur kwam Marcel thuis. Voor vanavond heb ik al eerder lasagne gemaakt en pasta carbonara. Bak sla erbij en iedereen helemaal happy. Voor mijzelf wokgroente gemaakt, samen met Duitse biefstuk
Na het eten ende cappuccino hebben de kinderen nog even gespeeld samen en toen werd het tijd voor Yvon om naar huis te gaan. Maar voor ze vertrekt maken we nog even een foto van de 2 vriendinnen met hun kroost 🥰
Toen Yvon en Mike en Natasja vertrokken waren hebben we alle rotzooi opgeruimd en daarna zijn we neergeploft voor de TV en hebben we nog 2 afleveringen van de Netflix serie Ripley gekeken en daarna lekker naar bed. Welterusten!
2 notes
·
View notes
Text
Een wervel van een kwabaal
Viswervels
Wie tijdens een strandwandeling het vloedmerk met de nodige toewijding afzoekt, maakt grote kans een of meerdere, min of meer, fossiele viswervels te vinden. Er liggen er namelijk genoeg. Zonder uitzondering zijn ze beschadigd, van het grootste deel is zelfs zoveel afgebroken dat slechts nog het cilindervormige wervellichaam resteert.
Doordat ze, zoals geschreven, veelal verre van compleet zijn, is het niet eenvoudig de viswervels tot op soort te determineren. Maar met de nodige inspanning, literatuur en het juiste vergelijkingsmateriaal is het in sommige gevallen te doen. En lukt het niet tot op soortniveau, dan lukt het misschien wel het geslacht of de familie te bepalen. Dat is namelijk eenvoudiger. En reden genoeg een poging te wagen. Daar wordt je namelijk ook wijzer van.
Kabeljauwachtigen
Van alle fossiele viswervels die op onze stranden gevonden worden, is het overgrote deel afkomstig van kabeljauwachtigen. In mijn verzameling is dat niet anders. Het zijn er ondertussen zoveel, dat ik ze bij thuiskomst achteloos in een grote ‘vergaarbak’ gooi. Ka-bel-jauw-achtige , murmel ik dan.
Een hoeveelheid door mij verzamelde wervels van kabeljauwachtigen.
Nu is het niet zo, dat kabeljauwachtigen niet interessant zijn, in tegendeel, het is een boeiende en in onze contreien goed vertegenwoordigde familie. Het is meer onkunde dat de wervels van kabeljauwachtigen haast argeloos in de verzameling verdwijnen: verder dan de kabeljauw en schelvis herkennen kom ik niet. En dat lukt me niet eens in alle gevallen.
Visdag
Onlangs, 2 december 2023 om precies te zijn, organiseerde de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartiaire Geologie een visdag. Het idee was de fossiel resten van vissen op de kaart te zetten. Onder het motto: meer aandacht genereert meer kennis en vice versa. En omdat dat motto mij wel aanstaat, ging ik er heen. Stiekem had ik ook de hoop wat ongedetermineerd vissenspul te laten determineren. Wim Wouters een archezoöloog gespecialiseerd in vissen zou er namelijk spreken en nadien de tijd nemen om vondsten te determineren.
Een wervel van een kwabaal. Determinatie Wim Wouters.
Wim Wouters wist uit de losse pols een groot aantal van mijn ongedetermineerde fossiele viswervels op naam te brengen. Veel daarvan bleken, ondanks dat ze niet in de vergaarbak waren geëindigd toch van kabeljauwachtigen, wat enigszins teleurstelde. Maar in één geval werd er ik juist uitermate enthousiast. Er bleek namelijk een wervel van een vis die mij al sinds mijn jeugd intrigeert. De enige gadiformes uit het zoet: de kwabaal. Een vis die ik voornamelijk van onderstaande afbeeldingen ken.
De kwabaal (Lota lota) uit ‘Vissen’ Geschreven door Kael Pivnica en Karel Cerny, en geïllustreerd door Kvetoslav Hisek.
Fossiel
Van de op het strand gevonden viswervels, hoe bruin of zwart gekleurd ook, is de ouderdom zonder koolstofdatering lastig te bepalen. Zeker wanneer het marine of diadrome soorten betreft die momenteel nog in de Noordzee voorkomen. Die kunnen namelijk van alle tijden zijn: die sterven daar nog steeds. Bij zoetwatervissen ligt dat anders.
Doordat de kwabaal alleen in zoet water voorkomt én heden ten dagen uiterst zeldzaam is in ons land, is het onwaarschijnlijk dat de door mij gevonden wervel recent is. Zo goed als zeker is het afkomstig uit het gesuppleerde zand van de zandmotor en daarmee van pleistocene of vroeg-holocene ouderdom uit een periode dat onze Noordzeebodem nog land was.
Dit alles bij elkaar maakt deze viswervel wat mij betreft een bijzondere aanwinst voor de collectie. Ik mag wel zeggen een topvondst!
5 notes
·
View notes
Text
Blanche Madeleine Dumenil en Souw Han Nio – Een vrouw, en nog een vrouw
In het boek over haar moeder* schrijft Annie Ernaux: “Mijn project is van literaire aard omdat het erom gaat een waarheid over mijn moeder te achterhalen die slechts met woorden gevonden kan worden. [–] Maar op een bepaalde manier wens ik onder het niveau van de literatuur te blijven.” Eerder schrijft ze dat ze niet alleen de vrouw van haar eigen verbeelding wil vinden, maar ook de vrouw die buiten haar bestaan heeft.
Blanche Madeleine Dumenil werd geboren als kind van een thuisweefster en een voerman op een boerderij. Op haar twaalfde ging ze werken in de margarinefabriek. Acht jaar later zou ze trouwen met een man die in de touwfabriek werkte. “Het was dus zaak een man te herkennen die in staat was 'een vrouw gelukkig te maken'.”
Voor mijn moeder viel er niets te herkennen. Een veel oudere man betaalde het gezin waar mijn moeder opgroeide een flink bedrag en vond zo een nieuwe bruid. Zij was Chinees, eerstgeborene en weggedaan door haar ouders. Hij werd haar eerste echtgenoot. Ernaux schrijft dat voor een vrouw als haar moeder in haar tijd en omstandigheid het huwelijk leven of dood betekende, een beter leven of de definitieve val. En zo worden een fabrieksmeisje in Noordwest Frankrijk en een Chinees, analfabeet meisje op Java verbonden door het eeuwenoude lot van de vrouw.
'Een literair project beginnen en toch onder het niveau van de literatuur blijven', drukt precies het zorgvuldige evenwicht uit waardoor ik zo geraakt raak tijdens het lezen. De precisie waarmee zij schrijft, tussen bijna vertedering en weerzin, tussen een zekere intimiteit en distantie, maken deze kleine 'roman' tot een ontroerend eerbetoon aan haar moeder.
Hoe zou ik, net als Ernaux de enige dochter, hier binnen 500 woorden (een literaire, zelf opgelegde regel) recht kunnen doen aan mijn moeder, aan dat duizelingwekkende leven van haar. Zij droeg het met waardigheid en zelfbewustzijn. Ze gebruikte daar niet de middelen voor die mij toebedeeld zijn: het woord, intellectuele kennis, ontmoetingen met werelden ver buiten die van mijn herkomst. Zij deed dat met innerlijke krachten die ook haar toebedeeld waren, vooral door het leven zelf.
“Mijn moeder, die geboren is in een onderdrukt milieu waaruit zij zich los wilde maken, moest eerst geschiedenis worden opdat ik mij minder alleen en kunstmatig voel in de overheersende wereld van woorden en ideeën waarin ik, naar haar wens, ben overgestapt”, zijn bijna de laatste woorden uit Ernaux's roman. Ik prijs mij gelukkig dat ik altijd mijn moeder naast mij hebt gevoeld, ondanks de wereld van woorden en ideeën die de mijne waren.
Daar staat ze, gebogen over een van de vier hekken van het asstrooiveld dat ik ontwierp. 'Er is geen terug, en er is geen blijven en geen verder', staat er op het hek. Het zijn de woorden van J.C. van Schagen. Acht jaar later zouden we er haar as uitstrooien. Ze besloot op haar negentigse niet naast mijn vader begraven te worden maar uitgestrooid te worden op het veld van haar dochter.
* 'Een vrouw' | Annie Ernaux | vertaling Geerten Meijsing | uitgeverij De Arbeiderspers | oorspronkelijke Franse uitgave 1987 | oorspronkelijke Nederlandse vertaling 1992
3 notes
·
View notes
Text
Op een dag in 2001, welke dag het precies was weet ik niet meer, maar wellicht zo'n maandag waar het in die tijd op straat opvallend vaak naar aangebrande karbonades met bonen rook, fietste ik naar mijn fietsenmaker en daar werd het onheil geveld over 'Mister Comanche', zoals ik mijn fiets noemde. Kort en bondig zei de fietsenmaker "hij is op.“ Ik moest afstand doen van mister Comanche. Mijn fietsenmaker deed of als het om een levend persoon ging.
Nou had ik ook best het één en ander met deze fiets meegemaakt. Na eerst drie jaar met een 'gewone‘ fiets op vakantie geweest te zijn kon ik in 1992 na lang sparen eindelijk een fiets aanschaffen waarmee ik comfortabeler op reis kon… een groene Batavus Comanche.
In augustus ’93 ging ik met hem naar Denemarken. Een voor mij nieuw land waar bleek alleen chocolademelk in blik werd gekocht en de overige dranken in teveel wegende glazen flesjes. Opmerkelijk genoeg begreep ik meestal de Deense opschriften goed. Zo hing in een jeugdherberg een bordje waarop stond: ’din mor arbedjer ikke her‘, oftewel 'je moeder werkt hier niet, ruim je eigen pröttel op.' Helemaal geweldig vond en vind ik het woord: 'tak!‘ In variaties met mange en tusind (uitspraak: toesen) waar bedankt en hartelijk dank mee bedoeld wordt. Ook bleek als je het Deens niet machtig was dit net zoals overal in Scandinavië geen probleem te zijn omdat toen al het Engels daar algemeen in zwang was.
Voor het eerst ging ik ook naar Kopenhagen. Hoewel ik meteen erg onder de indruk was van de stad, was ik echter ook bedrukt. Ik was er vanuit de stad Herning dat in het midden van Jutland ligt met de tog (= trein) naar afgereisd. In die tijd best nog een avontuur. Midden tijdens de reis stapte opeens iedereen uit en ik begreep niet waarom. Wat bleek? We zaten op een ferry zonder dat ik dat door had. Tegenwoordig is Jutland met Sjaelland waarop Kopenhagen ligt verbonden met een brug, maar toen dus nog niet. De reden dat ik bedrukt was, was dat even daarvoor mijn fiets gestolen was, gelukkig bracht de politie hem terug, maar toch had het geen goed uitwerking op mijn gemoed en ben ik eerder dan gepland was naar huis gegaan. Uiteindelijk werd het een grote bron van inspiratie voor het volgende jaar waarop ik besloot meer van Kopenhagen te gaan genieten.
En daar ging ik op zondag 24 juli 1994 op pad vanuit Enschede naar Kopenhagen, om er op 4 augustus aan te komen. Nog altijd kijk ik graag terug naar dit avontuur, waarbij ik uiteindelijk 4 weken op de fiets onderweg was. Rond de Deense hoofdstad ligt het kasteel 'Sorgenfri', en dat was zeker op deze reis van toepassing.
Vele omzwervingen volgden, mooie reizen zoals ook deze vakantie door Noorwegen, Zweden en Denemarken. En zo belandde ik afgelopen zondag, de tiende september die heet begonnen was maar geleidelijk afkoelde bij Amalienborg, het 'optrekje' van de dronning…koningin Margrethe. Een opmerkelijk personage die het niet kan schelen hoe ze is uitgedost is, haar oudejaarstoespraak nog gewoon van papier voorleest en zelf poppen en wandbekleding maakt. Zoals ik tijdens de voorgaande keer dat ik in Kopenhagen, in de herfst van 2013, ervaren heb. Daar hing in het koninklijk paleis een wandkleed met gebeurtenissen uit de geschiedenis van Denemarken. Ook Anders And was er afgebeeld. Niemand minder dan Donald Duck! De maakster van dit kunstwerk…de dronning.
Of de dronning zondag ook thuis was weet ik niet, misschien was ze ergens in Kopenhagen onderweg net als ik. Op de fiets werd het een feestje want er is zo ontzettend veel te zien. Veel mooie muurschilderijen, pracht behuizingen, water, bruggen, havens. Zo rond de binnenstad leek het wel even op Amsterdam met al die toeristen die niet fietsen konden, een uitzondering was een klein meisje met een helmpje op, hoe zij kon trappen naast haar moeder! Eenmaal in andere stadsgedeelten kon je prima terecht. Heel mooi om te aanschouwen was de Grundvingtskerk en de aanpalende huizen rondom een hof. Om op het hof te komen moest je enkele treden op, toen ik een foto wou maken bemerkte ik dat een klein wit hondje achter mij had plaatsgenomen. Het was nogal koddig omdat het beestje moest uitrusten, de bazin begon een gesprek met mij, en ik raadde waar het over ging. In de wijk Nørrenbro was één straat totaal bevolkt met motorrijders, zoveel had ik er nog nooit gezien. Zo fietste ik langs een demonstratie tegen dierenmishandeling en nu dit. Je mening verkondigen is in Scandinavië een groot goed. Alweer snel was het avond geworden, een machtig klokkengeluid dwarrelde over de straten. Het einde van de rit was in zicht. Ik smeerde mij nog maar eens in met zonnemelk. Een regenjas en zonnemelk was ik vergeten mee te nemen vanuit huis. Eerstgenoemde bleek niet nodig, laatstgenoemde had ik gelukkig bijtijds in Zweden gekocht. Zo ging ik als een niet uitziende Comanche de avond in, over straten waar het gelukkig niet naar aangebrande karbonades met bonen rook.
4 notes
·
View notes
Text
iets over schrijven en eenzaamheid
je hoeft niet te schrijven voor een ander, zegt mijn partner. als je niet wil publiceren, of delen, doe het niet dan. je bent het niemand verplicht, ook jezelf niet.
het is geen antwoord op wat ik vroeg, waarom het weg is, waarom ik het niet meer doe: iets delen, iets afmaken dat bedoeld is om gelezen te worden. waarom ik zolang niet gedacht heb: ik wil een dichter zijn, en dat dat betekende: ik wil een publiek.
hoe scherp ik me herinner die keer dat iemand onder een gedicht over mijn moeder, dat ik schreef toen ik zestien was, zei: ik weet niet of ik dit mooi vind, het is zo echt.
je praat meer, zegt mijn partner, over waar je eerder over schreef. wat, de zee? vraag ik. hen lacht. ja, de zee, maar vooral over rouw. ik heb het gevoel dat je meer open bent. is een publiek willen niet gewoon gehoord willen worden?
ik denk erover na, en ik denk dat ik de eenzaamheid nooit zo begrepen heb: als een behoefte om gehoord te worden. dat de eenzaamheid zat in dit besef dat ik altijd iets moet uitleggen, over vroeger, dat de zwarte gaten er telkens zijn, maar je ze niet kan opbrengen in gesprekken. dat de eenzaamheid zat in het aantal vrienden op een hand kunnen tellen waarbij ik niet altijd het gevoel had dat ik iemand had bedacht om te kunnen zijn, dat ze luisterden naar het personage dat ik speelde. dat de eenzaamheid alle verzonnen verhalen waren, hoeveel ik loog tegen iedereen. dat de eenzaamheid was: zo hard willen verdwijnen, en niet begrijpen hoe anderen zo hun best doen om er te zijn, iemand te zijn.
de rouwgroep die ik bezocht, was het kantelpunt. of misschien is het beter worden, de depressie die lichter werd, misschien is het beide en ging het samen. misschien is het ouder zijn, geen zestien of twintig, en weten dat veel mensen van mijn leeftijd inmiddels iemand verloren hebben en de zwarte gaten in hun leven herkennen en ingewikkelde relaties met hun familie hebben, en begrijpen dat niet alle ouders goed zijn, of fout, dat ze ook mensen zijn die maar wat proberen.
in de rouwgroep zei ik hardop: ik mis haar. mijn herinneringen aan haar zijn verstrengeld met de zee. dit was niet mooi, of poëtisch, of een metafoor, het was daar, de rouw, mijn herinneringen, slordig, lelijk, direct. en niemand veegde het weg of probeerde het over te schilderden.
ik lees het gedicht over mijn moeder terug en ik denk dat het geen goed gedicht is. alleen ik herken wel de blik, want dat was ik, toen ik zestien was. dit was mijn onbegrip, de woede die ik niet kon uitdrukken, maar waar ik wel over wilde schreeuwen. ik denk dat: dit is zo echt, ik weet niet of ik het mooi vind, precies de reacties was die ik wilde.
de keuken in het gedicht was niet mooi, mijn moeder was niet mooi, mijn woede niet, en niets ervan begreep ik. ik was zestien en ik probeerde iemand te worden en ik probeerde te rouwen, en ik probeerde mijn moeder bij elkaar te houden, en ik wilde verdwijnen, en ik wist dat ik niets hiervan hardop kon zeggen. ik ben dit allemaal kwijt, nu. ik zal de keuken nooit meer zien, mijn woede is kleiner, en zachter, en nauwelijks meer woede, ik rouw, en ik ben geen zestien meer, ik kan er voor mijn moeder zijn zonder dat dit betekent dat er niemand voor mij is, dat ik er niet voor mezelf ben.
je hoeft niet te schrijven voor een ander, zegt mijn partner, je mag sommige dingen voor jezelf bewaren. alleen is het niet van mij, denk ik. de rouw, en de zee, en de liefde, en huizen waar je niet naar terug kan keren, het is al van iedereen, en misschien is het daarom cliché, saai, en misschien is het verdrietig, en misschien is het mooi, of juist niet, het is in elk geval niet eenzaam. ik denk dat het me niet zoveel meer uitmaakt, of iemand me dit vertelt.
wat ik wil bewaren is het moment dat ik ernaar keek, de houding die het aanneemt als het op mijn vensterbank plaatsneemt en zich gedraagt alsof het thuis is.
of misschien wil ik niets bewaren, wil ik er alleen naar kijken, het bestuderen, als een filosoof, totdat ik het begrijp, totdat ik hardop kan vertellen of het blonk.
#schrijfsel#iets over schrijven#gedachten#overigens denk ik dat dit ook gaat over lezen hoewel op een andere manier#ik lees niet minder#ik lees wel anders#ik zoek andere dingen#een andere herkenning
3 notes
·
View notes
Text
GENF20 PLUS: HERSTEL JE JEUGDIGHEID NU! 🌟
Je kent het gevoel wel.
Die momenten dat je in de spiegel kijkt en je je afvraagt of je er nog zo fris uitziet als vroeger.
Haarverlies kan echt frustrerend zijn en het lijkt soms alsof er geen oplossing is.
Maar wat als ik je vertel dat genf20 plus een game changer kan zijn?
Dit supplement belooft niet alleen je haar te ondersteunen, maar ook je algehele vitaliteit een boost te geven.
Blijf lezen om te ontdekken hoe genf20 plus jouw leven kan veranderen!
👉 KOOP GENF20 PLUS OP DE OFFICIËLE WEBSITE
Genf20 Plus
Laten we het hebben over GenF20 Plus.
Je hebt het misschien al eens gehoord, of je vraagt je af of dit product echt werkt.
Ik begrijp die twijfels.
Er zijn zoveel producten op de markt die beloven van alles en nog wat te doen.
Maar wat maakt GenF20 Plus anders?
Wat is GenF20 Plus?
GenF20 Plus is een supplement dat ontworpen is om de natuurlijke productie van groeihormonen in ons lichaam te stimuleren.
Met de leeftijd neemt deze productie af, wat kan leiden tot verschillende problemen zoals vermoeidheid, een verminderd libido en zelfs gewichtstoename.
Dit product bevat een mix van aminozuren, vitaminen en kruiden die samen werken om je lichaam te helpen deze hormonen weer op peil te krijgen.
Genf20 Plus Ervaringen
Ik heb met verschillende mensen gesproken over hun ervaringen met GenF20 Plus.
Een vriend van mij, Tom (45), vertelde me hoe hij zich na enkele weken gebruik veel energieker voelde.
“Ik dacht niet dat het zou werken, maar ik voel me nu als 30!” - Tom, 45 jaar
Hij merkte ook dat zijn herstel na workouts sneller ging. Dit is iets waar veel mannen naar verlangen als ze ouder worden.
Vrouwen hebben ook positieve dingen te zeggen over hun ervaringen. Sarah (38) merkte verbeteringen in haar huidelasticiteit en algemene gemoedstoestand.
“Het lijkt wel alsof ik weer straal! Ik ben zo blij dat ik dit geprobeerd heb.” - Sarah, 38 jaar
Genf20 Plus Kopen
Als je geïnteresseerd bent in het kopen van GenF20 Plus, dan heb je geluk.
Het product is eenvoudig online verkrijgbaar via hun officiële website.
Hier vind je vaak speciale aanbiedingen en kortingen die niet beschikbaar zijn in fysieke winkels.
Bovendien krijg je de garantie dat je een authentiek product ontvangt zonder zorgen over vervalsingen.
Genf20 Plus Oral Spray
Naast de tabletten biedt GenF20 Plus ook een orale spray aan.
Dit kan handig zijn voor mensen die moeite hebben met slikken of gewoon op zoek zijn naar een snellere manier om hun supplementen binnen te krijgen.
De orale spray bevat dezelfde krachtige ingrediënten als de tabletten en biedt dezelfde voordelen.
Veel gebruikers geven aan dat ze de spray makkelijker vinden om dagelijks toe te voegen aan hun routine.
Genf20 Plus Reviews
Wat zeggen anderen precies over GenF20 Plus?
De recensies zijn overwegend positief. Veel mensen merken al snel veranderingen in hun energieniveau en algehele welzijn.
Een andere gebruiker, Mark (52), zei:
“Na twee maanden gebruik voel ik me sterker en gezonder dan ooit tevoren.” - Mark, 52 jaar
Dit soort feedback geeft vertrouwen in het product en laat zien dat het daadwerkelijk resultaten kan opleveren voor velen.
Waarom Genf20 Plus Kiezen?
Dus waarom zou jij kiezen voor GenF20 Plus boven andere producten?
Eenvoudig: het heeft bewezen resultaten door echte gebruikers zoals jij en mij.
Het combineert krachtige ingrediënten die samenwerken om jouw lichaam weer op gang te helpen met natuurlijke groei-hormoonproductie.
Daarnaast krijg je bij aankoop vaak aantrekkelijke kortingen en garanties op kwaliteit. Dit maakt het risico laag terwijl de potentiele voordelen hoog zijn!
Als je klaar bent om weer vol energie door het leven te gaan, dan is dit jouw kans!
👉 BESTEL NU GENF20 PLUS VIA DE OFFICIËLE SITE
FAQ
Wat is GenF20 Plus?
GenF20 Plus is een natuurlijk supplement dat gericht is op het verhogen van de productie van menselijk groeihormoon (HGH) in je lichaam. Het bevat een mix van aminozuren, kruiden en andere ingrediënten die samen kunnen helpen om vitaliteit en welzijn te bevorderen.
Hoe gebruik je GenF20 Plus?
Je neemt GenF20 Plus meestal twee keer per dag. Volg de instructies op de verpakking voor de juiste dosering. Het is belangrijk om consistent te zijn voor de beste resultaten.
Zijn er bijwerkingen van GenF20 Plus?
De meeste gebruikers ervaren geen ernstige bijwerkingen. Sommige mensen melden lichte maagklachten of hoofdpijn. Als je twijfelt, raadpleeg dan altijd een arts voordat je begint met nieuwe supplementen.
Waar kan ik GenF20 Plus kopen?
GenF20 Plus is verkrijgbaar via hun officiële website en geselecteerde online winkels. Let op dat je koopt bij betrouwbare bronnen om vervalsingen te vermijden.
Wat zeggen mensen over hun ervaringen met GenF20 Plus?
Veel gebruikers delen positieve ervaringen, zoals verhoogde energie en betere slaapkwaliteit. Anderen hebben gemerkt dat ze zich jonger voelen en meer mentale helderheid hebben.
Is er een verschil tussen GenF20 Plus capsules en orale spray?
Ja, de capsules zijn ontworpen voor dagelijkse inname, terwijl de orale spray sneller kan worden opgenomen door het lichaam. Beide versies hebben als doel om de HGH-productie te ondersteunen.
Hoe lang duurt het voordat ik resultaten zie met GenF20 Plus?
Resultaten kunnen variëren per persoon, maar veel gebruikers merken binnen enkele weken al verbeteringen in energie en welzijn. Houd vol en blijf consistent!
Kan ik GenF20 Plus combineren met andere supplementen?
In de meeste gevallen kun je het combineren met andere supplementen, maar check altijd eerst met een zorgverlener om mogelijke interacties te vermijden.
Is GenF20 Plus geschikt voor iedereen?
GenF20 Plus is geschikt voor volwassenen die hun energieniveau willen verbeteren of ouderdomseffecten willen tegengaan. Als je onderliggende gezondheidsproblemen hebt, raadpleeg dan eerst een arts.
Biedt de fabrikant een geld-terug-garantie aan?
Ja, de fabrikant biedt vaak een geld-terug-garantie aan als je niet tevreden bent met het product binnen een bepaalde periode na aankoop. Dit maakt het makkelijker om het uit te proberen zonder risico!
👉 ONTDEK DE VOORDELEN VAN GENF20 PLUS HIER
0 notes
Text
A p p e l k l i e k
Part 83620125782624
Ze gaf de journalisten een hand en zei enthousiast: ' Hai, ik ben van Be-Yont, noem me maar Mars.'
Voor 'n journalist van 'Nieuws van de Dag' was dit feestje 'n krent uit de pap. Rijkdom lag niet aan de horizon tijdens grauwe fantasieloze dagen, speurend door stapels papier in stoffige dossiers met writerblocks, deadlines, teveel koffie, bier en te weinig slaap. Streven naar rijkdom lag ook niet in lijn met de roeping, die benijdenswaardige reden waarom ze überhaupt al journalist wilden worden. Een avondje schuren langs het klatergoud van de reklamewereld met champoepel in elegante flutes en de mooiste PR meisjes bracht de journalist misschien geen zakken vol met geld maar wel een plezierige avond zonder 'n lichaam in paniektoestand en 'n hoofd overbelast met stress. Hem sloeg vastberaden ‘n arm om Mars en drukte zijn hand stevig in de bovenarm. Een beschermend gebaar. De hoeder had zijn positie vastgeklonken met ongekende charme. Ze voelde zich vrij en ongenaaktbaar naast deze soulmate, nu ie Yola voorbij was gesneld en de pas had afgesneden. In zijn ferme greep, liefdevol tegen zijn krachtige postuur aangedrukt, kon Hem heel soepeltjes de regie van het gesprek naar zich toe trekken.
'Be-Yont is met 'n groots en diepgaand marketing project bezig. Een project dat de stad zal veranderen en optillen naar een platform van internationale allure.'
Overal ging het hoge tempo van de digitale ontwikkeling en spektakelzucht hand in hand. Door een groter bereik werd publiek massaler en de beurskoers herrees naar gebergtes van puur goud. Waar die precies vandaan kwam wist eigenlijk niemand precies.
Mars knikte instemmend. Ze waren een goed team. ‘Máár, we zijn het er nog niet helemaal over eens of we de publiciteit moeten zoeken via de traditionele mediastrategie', voegde ze er geheimzinnig aan toe. De lijntjes werden korter, alleen de lijntjes op spiegels werden ongeëvenaard langer. Wat wil je, de new age beweging, ooit bespot als de geitenwollensok mens, kreeg lucht. Geen stinkende zweetvoetenlucht maar houtachtige, aardse aroma's en sex als een van cupido's gouden speerpunten alle ruimte, een aantrekkelijke verkooptruc. Boudoirs, toga bacchanalia en slagroomsex. Sex was voor iedereen niet alleen voor de rijken. De vergaderzaal kreeg vele gedaantes en vele lagen. Slimme jongens die van intuïtieve en gevoelsmatige benaderingen op de top van de apenrots wisten te klimmen. Kranten, opgedreven om nieuwe verdienmodellen te zoeken met een catastrophe op sleeptouw van steeds korter wordende lontjes en spanningsbogen, cupido zou er een burnout van krijgen. Onzichtbaar versmolten door opgevoerde entertainmentbranie. Er volgden fusies, cupido onderzocht nieuwe sferen, adverteerders kregen, voetjevrijend, zetels aan dezelfde tafels als die van Raden van Bestuur. Nieuwe goudmijntjes konden worden aangeboord, krantenpagina's verkaveld, letterkolommen doorbroken met peperdure reusachtige reklame's, om de krant interessant te houden. Daar waar nodig voorzag Cupido in speerpunten voor haat en afkeer. In deze vicieuze cirkel, draaiend om meer vreemd vermogen, meer input, meer euforie, raakte de krant onherroepelijk ook meer betrokken bij portemonnees van steenrijke bedrijven. De journalistiek moest niet zeuren, anders kon je vertrekken. Cupido stond altijd standby voor vergelding, goedschiks of kwaadschiks. Wenselijk denken en schrijven. Een advertentie voor wijn met daarnaast een 'wetenschappelijk' artikel over hoe gezond wijn wel niet is. Het kan gewoon, een kwestie van de neuzen dezelfde kant op, werd voetjevrijend gesuggereerd.
Zo kan het bijna niet anders dat deze twee journalisten, op de drempel van 'n aanstormend postmodernistische teneur, die ochtend al bedacht hadden dat koffiemerk 'O', vernieuwd concept van 'n goedbetalende adverteerder met opzienbarende onthulligen over 'n alternatief wereldbeeld de volgende dag bij een van de kranten voorpaginanieuws zou worden. Want ja, op dit glamoureuze feestje werden de journalisten niet weggekeken maar met alle égard binnengehaald.
'Heren, de public relations gaat een experimentele fase in. Tal van nieuwe mogelijkheden bieden zich aan in de virtuele wereld en die kunnen we uiteraard niet laten liggen.', zei Hem bombastisch. Omdat de journalisten niet meteen reageerden met nieuwsgierige vragen, liet Hem snel een aanstekelijke bulderlach horen en deze flamboyante persoonlijkheid ontdooide daarmee, tegen de achtergrond van de ontwapenende jubelstemming en het roezige geluid van klinkende glazen, dat sceptisch bewustzijn, die ingebakken eigenschap van journalisten. Er was geen valkuil, ze konden rustig geamuseerd meelachen, zonder waakzaamheid...dachten ze.
'De geest is uit de fles, proost !', grapte een van de journalisten en hij hief kameraadschappelijk zijn champagne flute in de lucht. Ai, dat was 'n faux pas van de journalist. Het uitbrengen van 'n toost met 't uitspreken van 'n wens is een formeel ritueel. Hem mocht dan vooruitlopen op de tijdsgeest maar bepaalde traditionele codes waren heilig. Dit was pure muiterij. Hem had tenslotte de regie.
Het volle glas spa rood kieperde ie demonstratief in een paar seconden achterover, liet het ijsklontje naar binnen glijden om het vervolgens aanstootgevend opzichtig tussen zijn ontblote tanden te vermorzelen. 'Influencing is serious business, heren.' Zijn riposterende drinkspreuk werd letterlijk met krakende noot teruggekaatst. Hij bepaalde tenslotte wel wanneer het tijd was voor 'n grap en grol. Er volgde geen kerkelijke aanhef, er was geen nippend genoegen waarmee z'n mond de delicate koffiearoma's eerder die dag had ontvangen, geen wezenloze blik naar de kroonluchter.
'Mijn vader was een èchte carrièretijger, volgens mijn moeder.' Een besmuikt lachje verbrak de donkere stem, de ernst op zijn gezicht, strak en zonder bevlogen apologieke uithalen. De mannen zwegen, Mars ook. Stilte afdwingen in 'n dikke lucht van chaotische akoestiek, galmend onder het hoge plafond, getuigde van geoefende redenaarskunst maar het kon ook angst zijn, wie zal 't zeggen. 'Die carrièretijger had de deur voor ons op 'n kier gezet naar 'n andere wereld, maar àchter die deur vloeide hel en hemel in elkaar over tot een desolaat verlaten steppe.' Hem voelde naast zich de verbaasde blik van Mars op z'n gelaat priemen. De kleurrijke 'bon vivant' liet onverwachts een diepe haat zien, op 'n presenteerblaadje, een kwelling die zijn ziel had gebrandmerkt.
'Vertrokken voor zaken naar het Midden Oosten, had ie mijn moeder gezegd. Nooit meer teruggekomen en hij verrekte het zelfs om de huur van dat krot waarin we woonden te betalen. Dus stonden wij ineens op straat, beroofd van geld, illusie en onze beschaving.'
Misschien verklaarde dat ook wel de dualiteit in zijn denken. De naargeestige obsessie om de wereld te verbeteren met vernietigende kracht. Hij had de destructieve kant van de mens, als striemende littekens van zweepslagen, van dichtbij meegemaakt.
'Mijn broertje...we noemden hem thuis ook wel 'n surrogaat kindje want hij was niet helemaal normaal, werd op school altijd uitgescholden voor autist.'
Onverbiddelijke herinneringen die Hem met zich meedroeg legden grimmigheid over de woorden die hij sprak, 'n onheilspellende wanklank.
'Altijd gauw in de war, je wist nooit wat ie dacht. Onverklaarbare woede uitbarstingen. Hij heeft me wel iéts geleerd, hoor. Hij leerde me dat in feite iedereen een samenraapsel van dezelfde emoties is. Geesteszieken zijn een vat van inspiratie voor consumentengedrag.'
Waarschijnlijk had de journalist de krakende drinkspreuk van Hem niet helemaal begrepen, want hij zei lichtvoetig, 'Tja, als je het zo bekijkt, de reklame business is natuurlijk wel hèt bewijs dat gebakken lucht bestaat.'
Onderschatting van psychologie in de reklamewereld is 'n grote journalistieke misrekening. Culturele identiteit, het doden van liefde, het smeden van geesten, herverdeling van de markt, dat moderne biotoop, waar de hele wereld zijn heil zocht heeft geen behoefte aan geloof in absolute waarheden, wist Hem. Onverstoord vertelde ie verder.
'Mijn surrogaat broertje en zijn zwartwit gekleurde voetbal waren onafscheidelijk. Als we de voetbal stiekem verstopten om 'm te plagen, werd ie krankzinnig, een stuiterende voetbal. Hahaha...het voorspellen van menselijk gedrag is soms zo simpel.' Was het cynisme of was het ernst ?!
Mars verplaatste onrustig d'r gewicht van het ene op het andere been. Gênant, om zo onvervloerst dit soort gemeenheid aan te horen en dan nog wel met vals pseudowetenschappelijke rechtvaardiging, bah ! Was ze zelf ook zo gemeen, nee toch ?!En Hem...praat nog even in die trant door, dan hebt jezelf in no time in de hoek geluld als bullebak van de avond en kan zelfs cupido je met magie niet meer redden.
Maar Hem ging door met z'n toespraak. Hij keek ongemoeid naar de journalisten die iets tegen elkaar mompelden, onverstaanbaar in de buzzin' rumoer.
'We hadden hem aangeleerd om boodschappen te halen met 'n lijstje, daar was ie heel trots op. Je wist dat ie precies kocht wat op het lijstje stond omdat ie dan zijn favoriete chocoladekoekjes kreeg, zó voorspelbaar. Toen 'n ander jongetje exact dezelfde voetbal meenam naar school, begreep mijn surrogaat broertje er niets meer van. 'Dat was zìjn bal !' Hem imiteerde met opengesperde ogen quasie meevoelend de verontwaardiging van zijn surrogaat broertje. Terwijl Mars in haar gedachten vooruit liep op de afloop, zich een beeld probeerde te vormen van 'n soort mini Hem, autistisch, volkomen in de war en boos, tot grote ergernis van anderen achter 'n bal aanhollend die helemaal niet van hemzelf was, doorbrak Hem abrupt d'r meanderende afloop. 'Heeft ie toch dat joch met een baksteen de hersens ingeslagen ! Nooit meer goed gekomen.' De meanderende gedachtengolf bevroor op staande voet, maar ze liet de ontknoping op haar inwerken zonder ook maar een krimp te geven. Alleen wie goed had opgelet zou 'n ingehouden oogknippering zijn opgevallen. De journalisten daarentegen waren zichtbaar 'n momentje beduusd. Misschien dat achter het bebrilde brein de rolodex tolde om 'n historisch krantenberichtje op te vissen. Iets van hooguit drie alinea's over 'n incident op school met 'n zwakbegaafd kind. Maar er kwam niks. Toch was een spottende ironie waar ze Hem argeloos van verdachten door deze gruwelijke ontknoping meteen onderuit gehaald. 'Daarna hebben ze hem opgesloten, voor altijd.' Gortdroog rolden de woorden over zijn tong, verstoken van empathie. De oorzaak van die koelbloedigheid zou zomaar ingesleten routine kunnen zijn. Het verhaal had ie vaker verteld, dit was geen intieme ontboezeming, zoals de nietsvermoedende Mars overtuigend geloofde.
Niemand vroeg Hem verder te vertellen, over hoe het verhaal eindigde, of ie nog leefde, alsof dat niet genoeg einde was, of over de afloop van de wanhoop, die wanhoop was onomkeerbaar, of over de twee onfortuinlijke kinderen die nu allebei een hersenbeschadiging hadden. Het verhaal hield daar op. Alleen sprookjes kennen een afloop en dat is meestal een verademing met 'n gevoel van 'Je hoeft 't niet erg te vinden'. Roodkapje wordt bevrijd, Assepoester ontwaakt, Sneeuwwitje ontmoet haar prins of andersom en Hans en Grietje gaan weer naar huis.
'Over het leuke nieuwe logo van 'O' kan iedereen iets schrijven, vriend. Het gaat om de bezieling die gaande is.'
Hem doelde op de transcendentale manier waarmee de wereld tegenwoordig kon worden vormgegeven en verkocht. Dat ze toevallig een flamboyante connaisseur tegen het lijf waren gelopen die geenszins van plan was om ze slechts met een foldertje van 'O' naar huis te sturen en hier naat de grootste investeerder die de krant 'Het nieuws van de Dag', ooit heeft gekend stonden te luisteren, konden ze niet vermoeden. Tijd om de spanning af te lossen. Het plotseling zwaarmoedig wapengekletter van Hem werd voor Mars bedrukkender dan de galmende akoestiek in de grote ontvangsthal waar de meeste gasten zich vooral lichtzinnig lieten verleiden met grapjes en opgingen in zwierige gesprekken.
'Tijd voor verse drankjes en hapjes ! Wat is er naast gesprekken over een wereld in transitie nou interessanter dan het belang van goeie snacks en drankjes ?!'
Mars deed haar uiterste best om er een welgemeende lach uit te persen na deze treurigheid uit een doffe wereld waar 'n mens alleen maar neerslachig van kan worden. 'Hem's ogen werden milder en met tederheid liet hij zich meenemen op het levendige allegretto ritme waarmee Mars de diepgang en zijn intensiteit wist te temperen.
'Zie hier, heren...in alle glorie laat dit genie hier haar ster schijnen. Ze bedenkt ter plekke een nieuwe commercial.'
Hè, hè, dat was de Hem van vanmiddag weer, met bijna bijbelse lofzang. Mars keek geacteerd verbaasd naar de journalisten en zei fnuikend,
'Wie..ik ?! Ben ik het genie, hier ?!' Lachend maakte ze zich uit de voeten en verdween tussen de kakofonie, het kleurrijke wereldje waar ze zich thuisvoelde ondanks dat serpent van 'n Yola. Met volle overgave wierp ze zich in het tumult, op jacht naar flutes, vanzelfsprekend een spa rood en die zalige hors d'oeuvres, kunstige amuses van vis, kip, avocado versierd met een rijke kleurschakering uit zowel groente-, als fruitpalet. Zou ze er niet verstandige aan doen om even een tijdje te treuzelen ?! Ontgoocheld betrapte ze zich op deze escapistische smoes. De sprankeling van Hem's strategische plannen die alle invloedssferen konden doorrijgen, een rode draad waarmee zij zelf een prominente promotie in de wacht kon slepen, dat idee, die euforie onderkoelde. Ze kon zich nog nauwelijks voorstellen dat Hem's filosofische hoogdraverij en de zwakbegaafdheid van de mens een weg zou plaveien voor macht en succes. Vooruit dan maar, ze treuzelde. Inmiddels had ze een dienblad met drankjes en amuses gevuld. Iemand in het publiek wilde 'n flute wegkapen maar ze was net op tijd om een draai te maken en de man schouderophalend af te wimpelen. Ze liep op de entree deuren af, de Davids aan de andere kant van de deur waren uit het zicht. In gedachten liep ze door de deuren naar buiten, de traptredes waren breed genoeg om zich aangenaam neer te vleien onder een nazomerse sterrenhemel, tussen de groene windlichten, een plek voorbestemd om zich het genot van haute cuisine snoeperij en champagne te laten smaken, de ultieme antidote tegen verhalen over ontaarding van mens en economie. Ze liep door, het dienblad in beide handen, hier en daar werden knikjes uitgewisseld met conculega's in hun zwarte gewaden. Ze waren geen vijanden van elkaar, de vijand vanavond was het witte jurkje dat ze droeg. Zinloos om daar in het hier en nu woorden over te wisselen. Yola zou meedogenloos het tij toch weer weten te keren met een razernij aan nieuw gesmiespel. Toen zag ze Hem. Hij was lang. In zijn opvallend sjiek tenue stak ie enorm af bij de sjofele journalisten. Niet zo dralen, Mars, het leven in de reklame is nou eenmaal bikkelhard, geen plaats voor kneuzen die in ongewisheid achter de feiten aan blijven lopen. Zij ging met de grootsten nieuwe feiten creëren, die kans lag voor haar, op hooguit acht meter afstand. Dit was hèt moment, haar moment, maar helaas, dichterbij 't gezelschapje waaraan ze even was ontsnapt, doemden nog steeds flarden op van de ernstige intonatie die Hem sprak, bovenuit de roezemoezige kakofonie, alsof ze zichzelf voortbewoog naar de randen van een afgrond. Mars deed nogmaals 'n poging om de feestelijke sfeer er weer in te brengen met een proost op het nieuwe concept van 'O'. Braaf en melig hief ze de flute,
'Let's Renaissance !'
Het was dé magische toverspreuk van die avond. Daar had Hem niks op tegen.
'Ahhh..brandloyaliteit !' Man-man gaf Mars 'n knipoogje en liet verleidelijk zijn vingers door de sluike franse bob contouren glijden. Zijn stem, zijn ogen, zijn handen ademden deze wereld, hij had inderdaad geen rij-instruktie nodig om niet te verdwalen tussen het kaf en het koren, de kunst en de kitsch, de verwachting en het resultaat. De wegen die hij had afgelegd, opaque paden waar de top of mind met vooruitziende blik succes en vertrouwen bij onwetende consumenten wist te bereiken grensten voor Mars aan het ondenkbare. Het 'bon ton' karakter van de reklamewereld bleek gegoten in een tragisch veel groter universum waar het voorstellingsvermogen van menigeen niet welkom was. Alleen ingewijden kregen er toegang en die exclusiviteit stond pontificaal en onaflatend op Hem's mindset getatoeëerd. De twee journalisten, opgetuigd met verse flutes en haute cuisine waren hier opkomen draven met de opdracht een van hun belangrijkste adverteerders in het zonnetje te zetten met 'n fijn verhaal en wel op de voorpagina. Niet te kritisch, vanzelfsprekend. Was er überhaupt reden voor kritiek. Deze promotie had het koffiemerk vastgelegd als de redder van het universum, van koffieboon tot en met een pittige tante op hoge hakken in een hoogbouw koffiebar. Gemangeld door de belangen vam hun opdrachtgever was het openen van pandora's box, die afschrikwekkende put waar afgunst en hebzucht het hoogst haalbare ideaal van macht, bekoorlijk in elkaar verstrengelde om 'n nieuwe versie van de wereld te maken en te beheersen, geen direkt gevaar voor Hem. Maar wat zou nou in godsnaam Hem's reden zijn om die journalisten er de stuipen mee op het lijf te jagen ?! Eerzucht. De coulissen waren zijn koninkrijk, daar gebeurde het allemaal, niet in aanschouwing van de hordes zwakbegaafden en trendvolgers die in het gareel moesten worden gehouden met marketing. Reputatie. Hij dulde geen spot met de geraffineerde kunst van public relations. Deze middelmatige journalisten, die zich de sjiekimik lieten welgevallen, moesten zich realiseren dat er codes zijn, 'n andere taal. De ervaren filantroop sprak vanuit zijn hart en die passie taalde niet naar tweederangs en ongeïnspireerde sferen. De dragende motivatie achter 'Renaissance' was meer dan een concept dat aandeelhouders rijk kon maken. Geen egoistisch verlangen om 'n droomprojektje te creëeren. Sporen van vernietiging uit het verleden hergedefiniëerd, weggeredeneerd tot 'n intense stilte voordat dit pril reklame avontuur in de huiskamers kwam. Bloed, zweet en tranen. Een ontluikend bewustzijn moest worden geprikkeld. De natuur, geweven door miljoenen jaren evolutie kreeg 'n nieuw geheugen, een geheugen waarin de mens met hermeneutisch geweld de natuur zou bevrijden, zij aan zij. Kwalijk genoeg, vroeg 'n revolutie van dergelijke grandiositeit om extreme gedragswetenschap.
'De wereld is door de digitalisering te groot geworden voor 'normaal'. Het bestaat niet, tenzij wij, creatieve strategen, gaan bepalen wat de nieuwe norm is, een overgrenzende norm.'
Behoedzaam begon ie een en ander te laten doorschemeren over experimenten, achter gesloten deuren waarmee een gemiddeld aankoopgedrag in kaart kon worden gebracht. Sociale processen, het is juist de dynamiek van verandering die onderzoeksjournalisten proberen te ondervangen maar delen met een groter publiek is vers twee, een antagonistische koorddans.
'Waar gaat dit in vredesnaam heen !', dacht Mars in het geniep. Als ze het èrgens over wilde hebben met de journalisten dan was het wel over het mega citymarketing projekt waar ze mee bezig was, maar Hem vond het blijkbaar belangrijker om een geluid te laten horen uit 't parallel universum, het naargeestig toverlabyrint waar proefkonijnen de wetenschap mochten vertellen hoe hun wensen het beste uitgeplozen en besodemieterd konden worden. De journalisten daarentegen waren gefascineerd en stonden aandachtig te luisteren naar deze meesterlijke zwaargewicht uit het epicentrum van dat tragisch angstaanjagende universum, de soep achter verleidelijke commercials. Ze hoorde Hem iets prevelen over de happyhormonen en dat ze psychofarma gebruiken om die te blokkeren. Onthouding en craving, daar ging het over. Mars behoorde nog tot de trendvolgers. Hoé de trends werden bedacht, dat gespinsel van verborgen agenda's klonk ook helemaal niet gezellig en behoorlijk smakeloos en ongeloofwaardig. Serious Mars ?! Wat heb je die middag dan gedaan daar in dat boerderijtje.
'Eten verbroedert, muziek verbroedert, sport verbroedert, 'n goed doel verbroedert, zelfs roken verbroedert. Dat verbroedert allemaal dankzij 'happyhormonen' !' Nee, Hem raffelde geen litanie af. Gedeelde sensaties veranderen nou eenmaal processen, hoe emotioneler betrokken, hoe extremer. Stel je voor dat er morgen in de krant te lezen is, 'Subjecten gedrogeerd om de verbroedering van koffie wetenschappelijk te bewijzen.' Hatsjiekidee, applaus voor de wetenschap, op naar de Nobelprijs. Geen sprake van. Schandaal van de bovenste plank. Onethisch, abject, misbruik van macht en mensen.
'Koffie verbroedert ook, Rein.', zei een van de journalisten ijverig. Hem viel er een moment van stil. Het was een grimmige stilte en daaruit kon je opmaken dat ie de journalist misprees voor z'n blatant oppervlakkige conclusie. Dacht zeker even met een snuggere opmerking Hem repliek te geven, uit onderliggend verbroederingsgevoel, het vermoeden van 'elkaar te begrijpen'. Maar het gaat natuurlijk niet over koffie, het ding ansich. Het gaat over een beleving, het verhaal dat je met teugjes opslurpt. De feel good sensatie, de koffiesmaak en het verhaal smelten samen. De stap die je dan zet, zoals zovelen, het snakken naar deze betere, eerlijkere, lievere en vooral rechtvaardigere wereld. Een existentialistische belevenis die geïnternaliseerd moest worden.
Er werd een arm om de journalist geslagen, het was de lange arm van Hem. De twee gezichten kwamen dicht bij elkaar. Hij, met de champagne flute in z'n hand wankelde even maar Hem lachtte dat gestuntel met een meesmuilende grijs weg. 'Luister vriend wat denk je, ga jij überhaupt wel 's deze koffie drinken ?! Dit is meer dan een bakkie sloot dat je zittend aan je computer achteloos wegtikt. Deze koffie maakt je deel van een grotere wereld, een hoger doel. De prijs die je daarvoor betaalt heeft waarde. Een morele waarde. Craving morality...dáár gaat 't om !' Zijn drukkende grip op de monnikskapspier onder het donkerblauwe tshirt met lange mouwen viel weg. De journalist wist zich op dat moment met z'n houding geen raad tegenover zijn collega. Hij had namelijk blijkbaar een oerdomme opmerking gemaakt en mompelde nu maar gauw iets vaags dat ie ook meteen weer met z'n handen marchanderend wegjoeg. Mars zag het gebeuren. Respect voor 'Renaissance' moest afgedwongen worden, nù, anders was het te laat, en dat bereik je niet met een glaasje champoepels, geflankeerd door hors d'oeuvres'. Ze besloot, uit een sterk gevoel van loyaliteit, 'n uiterst strenge blik te werpen naar de journalisten, terwijl ze Hem's woorden stilzwijgend benadrukte door met een bescheiden gebaar even het glas te heffen. De toespraak was nog niet ten einde. Een nieuw buitensporig verhaal werd de groep in gegooid. Iets over 'subjecten', mensen dus, die via dubieuze wegen 'wel 's iets terug mochten doen voor de maatschappij' en willoos, als dieren, aan diverse pilots werden verkocht voor commerciële doeleinden. Weerzinwekkend, Hem.
'...Zodoende kregen ze allemaal bijna iedere dag zwarte bonen te eten. De verzorgers liepen in een zwart t-shirt...Dan weer kreeg iedereen ineens wítte bonen in tomatensaus te eten. Verzorgers in wit tshirt waren de minderheid. Het zwarte bonen eten ging de subjecten tegenstaan, teveel van hetzelfde...geen smaak of voedsel met bezieling... ze hadden er geen enkele controle over.... resultaat: agressief en achterdocht, specifiek naar de verzorgers in zwart t-shirt ! Ze associeerden de zwarte bonen met verzorgers in zwart tshirt, opdienaars van een heilige graal die ze meer dan zat waren. We hadden 'n sociaal vacuüm gecreëerd. Geblokkeerde hoop, dus ook geen wanhoop, gingen we vanuit. Het was dierlijk, brave vent ! We komen steeds meer te weten wat de mens denkt, door de digitalisering, zoals we eeuwenlang dieren hebben geobserveerd, gedetermineerd. En zo, heren, zijn wij aanbeland bij de prille basis van onderbouwing voor marketingstrategie.'
Hij vertolkte 't alsof er sprake was van opeenvolging van erkend geschiedkundige tijdvakken. De collega opende z'n lippen, in de aanslag om een vraag aan deze obscure praatjes te wagen. Geen schijn van kans natuurlijk, de geest was uit de fles, geen tijd voor ergerlijke middelmatigheid. Hij moest ze drillen, angst in hun donder jagen, naar een hoger plateau van het universum brengen, hun fantasie prikkelen. Dat was hij niet alleen aan z'n eigen projekt verplicht masr ook aan de adverteerder.
'Let op m'n woorden, de digitale ontwikkeling gaat ons bijna dwingen om te categoriseren. Geloof me, pandora's box ontmenselijkt en egaliseert. WIJ, wij lopen daarop vooruit... het ziel-achtige is namelijk onontbeerlijk voor de commercie. Een reklame strateeg kan zoiets in ieder geval nièt bij het afval zetten.'
Hem rechtte zijn rug, duwde zijn schouders naar achteren en slokte de spa rood op, wèl zonder ijsklontjes dit keer. Mars was terecht geschrokken van die griezelige verwoedheid waarmee ie het ijs had vermaald. Sorry Hem, geen ijsklontjes.
'Je kunt er alleen niets van op papier terugvinden. Bronnen zul je nergens tegenkomen.'
De flamboyante kennismaking, die eerst zo goed te combineren viel met de feestelijke ambiance van de avond had gaandeweg een shady wending gekregen. Verbrijzelende woorden als 'schandaal' en 'verraad' waren niet de bullitpoints waarop gehint werd om de voorpagina mee te openen. Je kan het de journalisten, die op een avondje vermaak hadden gerekend, niet kwalijk nemen dat hun verdwaasde grimas, zwevende tussen een blijk van afschuw en fascinatie, weinig professionaliteit uitstraalde, noch de onwetendheid over Hem's deelname aan het clubje puissant rijke investeerders achter 'Het nieuws van de dag', via een ideële stichting waarvan de geleding bewust werd geanonimiseerd. En het zal niemand verbazen dat naast deze charismatische persoonlijkheid, die plotseling en onverschrokken de huiveringwekkend afglijdende schaal van een ooit zo vanzelfsprekend normatief op de deurmat smeet, iederéén nogal knullig overkomt. De journalist duwde z'n bril terug tegen de neusbrug en zei,
'Volgens mij staat anders de top of mind hier voor me, aanspreekbaar en aanwezig in lijf en leden.'
Na die blunder van zonet klonk ie aarzelend, dat wist ie zelf ook wel. Hem's ogen glinsterden vrolijk en zelfverzekerd.
'Dat is bijzonder opmerkzaam van je..uhhhh..wat was je naam ook al weer ?!'
'Luuk.'
'Jaja..dat is bijzonder opmerkzaam van je, Luuk. Luister, Luuk. Ik ben erg begaan met het projekt 'Renaissance', met de filosofie. Het gaat me aan 't hart zodra een onhandige journalist niet de juiste boodschap, niet de juiste toon weet over te brengen naar het publiek. We leven in revolutionaire tijden en daar kunnen we iedereen maar dan ook ècht iedereen voor gebruiken, ook jullie.'
Die laatste zin had een bedreigend ondertoontje en het zou zomaar kunnen dat Luuk en z'n collega in een flits zichzelf al achter 'n bord met zwarte bonen zagen zitten. In ieder geval bleef 'n onthulling van het onuitgesproken geheim over betrokkenheid van 'O' zèlf bij deze ongerijmdheden hermetisch gesloten in Pandora's box, net zoals de bijlessen van die middag. Zo ja, als dat al zo zou zijn, daar iets van terugvinden op papier geen sinecure, maar het sceptisch bewustzijn bij de journalisten stond weer op scherp. Minder blij met Hem's ontboezemingen was Mars. Ze had zich loyaal opgesteld, met droge ogen meegeluisterd en beheerst aan de flute genipt, maar één keer in 'n spontane opwelling van afgrijzen een hand voor de mond geslagen. De journalisten zouden dat kunnen interpreteren als mede-eigenaarschap van een groot, duister en afschuwelijk geheim. Zij was veel makkelijker benaderbaar dan Hem, maar één telefoontje met Be-Yont stond daar tussen.
En zo liep de avond op zijn einde. Buiten, onderaan de versierde bordestrappen werden ze verrast door 'n gigantisch uitvergrote koffiekop en -schotel, gemaakt van wit kunststof, 'onderscheidend van ander wit servies door het sierlijke Renaissance logo. In de koffiekop, ja ik zeg 't niet verkeerd, ìn de koffiekop plusminus vijftien meiden, vrolijk joelende zwarte jurkjes. De wit uitgedoste team-manager werd door de uitgelaten PR meisjes in de koffiekop gehesen. Daar klom ie in het midden op 'n klein podiumpje met een bar slecht gekunselde papieren slagroomtoef. 'Some like it hot and some like it creamy !', riep ie baldadig. Er werden mini natuurzeepjes met koffiearoma uitgedeeld, allerschattigst verpakt in halfdoorschijnend vloeipapier waarop het nieuwe logo en de tekst 'Let's Renaissance !' stond afgebeeld.
Mars schaterde van het lachen. De valse streek waarmee Yola 't voor Mars weer wilde verpesten werd wonderwel juist het meest hartveroverende moment van deze hele avond. De opgelaten spanning viel van d'r af. Had ze zich dáár nou door Yola de stuipen voor op het lijf laten jagen ?! 'Die Yola toch, vol met verassingen !', zei Hem smalend. 'Wèl grappig !', antwoordde Mars, kinderlijk blij.
'Kom, we gaan.' Hem nam Mars vriendelijk bij de hand en trok haar achter zich aan naar de Bentley, de cocon van parelgrijs zilver, met vanillecrèmekleurig leer, een bed van sjieke aroma's op de vering van 'n geruisloos wolkendek. De Bentley stond er nog, onaangetast, onder het schijnsel van de lantaarnpaal. Dit was echt, er was niets veranderd in een pompoen.
Tory was die avond vroeg naar bed gegaan. Problemen te over om nachtmerries van te krijgen sinds de verhuizing, zoals de vloerverwarming, de garage, de gordijnen, de tuin of bijvoorbeeld de aanleg van kerstverlichting. Voor gepieker over vertrek- en aankomsttijden van vliegtuigen had ze nagenoeg geen ruimte in de chaos en aan zijn escapade in 'n hotel veertig kilometer verderop geen herinnering, nog niet. Logisch als je daar totaal geen weet of vermoeden van hebt. Toen ze zichzelf doodmoe op de trap naar boven sleepte, ging de telefoon. Of ze morgenavond mee wilde naar een festival, 'n dance festival. Het was een collega van D, met wie ze beiden goed bevriend waren.
'Waarom niet ?', zei de collega. 'Er is een groot parkeerterrein vlakbij. Dus praktisch van 'deur tot deur'.
'Hoe laat begint dat ?' Tory was met de draadloze telefoon op de trap gaan zitten, uitgeput.
'Om elf uur. We kunnen afspreken op de parkeerplaats.'
'Om elf uur...s'avonds !? Dan ga ik bijna naar bed ! En dan ook nog 's over een donker parkeerterrein dolen...'
'Ahh, toe nou..effe uit je dak gaan !'
'Nee, dank je feestelijk. Ik blijf liever thuis. Met wie ga je ?'
'Oh, groepje vrienden. Die ken je niet maar je zou ze zeker leuk hebben gevonden.'
'Nou...klinkt gezellie en wat lief dat je me vraagt, ben wel weer 's toe aan dansen, maar ik je hangen. Nog acht meter en ik lig in m'n nest.' Tory geeuwde luidruchtig.
'Yoehoe..trusten...niet zeggen dat ik 't niet heb geprobeerd, hè !'
'Nee, zal ik niet doen, wat dat 'proberen' in vredesnaam ook betekent. Enjoy !'
In de badkamer kleedde ze zich langzaam uit en liet zich loom opvangen door het warme badwater met overdadig veel badschuim. Ze was dol op badschuim want dan hoefde ze niet naar haar eigen lichaam te kijken. Badschuim was puur escapisme. Weldadige stressvrije en kritiekloze zelfliefde. Terwijl haar armen met het gewicht van het water speelden mijmerde ze in kalmte over de volgende dag. Ze wist nog niet of D vanacht thuis zou komen. Stiekem hoopte ze dat D die nacht niét thuis zou komen, dat ie vertraging had, want ze dacht met tegenzin aan weer een nacht die om 03.00 of later zelfs zou worden verstoord tot in de vroege ochtend. Ze had rust nodig, het huis was 'n bende. Morgen moest ze bergen werk verzetten. Ineens zat ze, vanuit het niets, verschrikt rechtop in bad. Het badwater klotste heen en weer. 'Had ze de deuren eigenlijk wel op nachtslot gedaan ?!' Met beklemmende bezorgdheid stapte ze uit bad, deed gehaast 'n ochtendjas aan en liep dribbelend op blote voeten naar beneden. De lampen in de keuken waren aan, volgens goed gebruik. Dat deed ze altijd als D nog niet thuis was. Thuis komen s'nachts in een duister huis vond ze vreselijk mistroostig en leeg, alsof er niemand is die op je wacht. Ze checkte de deuren. Allemaal dicht.
'Trut', dacht ze bij zichzelf. Vertraagd liep ze de trap weer op en boven op de overloop spiekte ze door een kier in de kinderkamers. Ze lagen allang op een oor, ontspannen te slapen, voldaan. Misschien wel dromend van een nieuwe enerverende dag en spelen in de tuin. Ze liep naar binnen, gaf d'r kroost zachtjes 'n kus en aai over hun bol om daarna, volgezogen met gelukzalige moederkloekliefde, het bed in te duiken en in een diepe slaap te vallen.
Het was niet de wekker waar ze de volgende ochtend van wakker werd. Het was weekend en door binnenvallend zonlicht vanachter de gordijnen hoopte ze dat de klokwijzers een mild ochtendtijdstip aangaven. D lag naast Tory, geparkeerd, z'n arm had ie vertrouwd om haar heen geslagen.
'Hoe was je avond ?', zei ie, terwijl hij haar zachtjes in d'r nek zoende. Het kietelde. Tory draaide zich slaperig om. 'Hoe laat is het ?', fluisterde ze. Waarom fluisterde ze eigenlijk. Het was ochtend en D lag met een gewassen kop nat haar klaarwakker tegen d'r aan te schurken. 'Geen idee', antwoordde D. Aanstonds kroop ze ongeduldig over D's naakte lijf en graaide naar de digitale wekker.
Hij pakte haar naakte billen stevig vast en maakte grommende geluiden maar Tory had geen enkele belangstelling voor gevoos. Hij wel. Hoezo, hij kwam toch net terug van 'n neukavontuurtje met een ander vrouwmens ?
'Half tien ?!', zei ze opgejaagd. De bron van stress op dat moment niet meer dan een rommelig huis, 'n stapel wasgoed en de boodschappen, geen overspelige man of 'n trollop die op het punt staat een staatsgreep te plegen.
Er gaat natuurlijk niets boven wakker worden in het weekend met je kleine hummels erbij in bed, maar de nieuwigheid en aangename spanning die hun eigen kamers en het nieiwe huis opriepen, leverde zoveel zintuigelijke sensatie op dat ze die behoefte even kwijt waren geraakt. Het rommelige geluid van speelgoed en ongetemde kinderstemmetjes in de verte klonk tijdens weekendochtenden daardoor als een pijnlijk gemis, heel anders dan in hun oude huis. Niet een leeg nest syndroom maar een leeg bed syndroom. Ze moest eraan wennen, d'r innerlijke alarmbellen opnieuw instellen.
D kreeg 'n zoen, vol op de mond. Daarna rolde ze plagerig over hem heen uit bed en zei: 'Je zult wel bekaf zijn. Ik ga met de kinderen naar 't zwembad.'
'Had er nog iemand gebeld gister ?', vroeg D aan Tory die naar haar badjas zocht.
'Nee...oh ja, toch wel...Furb !'
'Furb ? Wat moest hij nou weer ?!'
'Hij vroeg of ik mee wilde naar 'n festival in de stad vanavond. Ik heb uiteraard nee gezegd.'
'Waarom ? Je moet niet vergeten ook 'n beetje te leven, Tory.' Het klonk welgemeend.
Tory zette haar handen in de zij. Die houding kende hij maar al te goed. 'Schat, moet je vannacht vliegen of is je rooster gewijzigd ?!'
'Nee, ik ben vanavond thuis.'
Tory glimlachte opgelucht en klapte zachtjes in d'r handen. 'Jippie, gaan we gezellie vanavond 'en famille' bij de open haard eten met bord op schoot. Ga nu maar eerst lekker slapen.'
Energiek plukte ze z'n tshirt, sokken, overhemd en onderbroek van de stoel, smeet die in de wasmand en liep ermee op 'n voorzichtig drafje naar beneden.
0 notes
Text
Muziek, video's en meer: Xender maakt delen super eenvoudig!
Hallo allemaal.
Ben jij op zoek naar een coole manier om jouw favoriete muziek, video's en games te delen met je vrienden, dan heb ik een geweldige tip voor jou. Namelijk de Xender App. Dit is echt precies wat je nodig hebt als je van entertainment houdt. Ik laat je in deze blog kennismaken met allee toffe functies die Xender biedt!
Via Xender kan je alles snel en makkelijk delen met je vrienden.
Je kent vast wel het gevoel dat je een toffe video tegen komt en je deze graag direct wilt delen. Xender is dan de oplossing voor jou want via deze app kun je deze video direct versturen!
De app werkt echt heel simpel. Je opent de app, kiest wat je wilt delen en hoppa, het bestand is verstuurt en je vrienden ontvangen het in een paar seconden. En als jij iets tofs van een ander wilt ontvangen, dan werkt het net zo eenvoudig en kan je hun bestand ook snel en gemakkelijk bekijken of beluisteren. Heel eenvoudig, zonder lange wachttijden. De app is te gebruiken via je telefoon, maar ook via je computer werkt het gemakkelijk.
Direct downloaden op je computer of telefoon
Weet je wat ik het gaafste vind van Xender? Dat je de video’s die je te gek vindt en graag wilt bewaren, direct naar je telefoon op je harde schijf kunt downloaden. Je hoeft hier niets ingewikkelds voor te doen of je hebt geen extra software nodig. Binnen een paar klikken, staat de video die jij leuk vindt op je telefoon of computer.
En weet je wat echt vet is. Als je van de video graag een MP3 wilt maken om de muziek af te kunnen luisteren, dan maakt Xender in een paar seconden een audiobestand, dat je overal en altijd kunt beluisteren. Want in de app zit een ingebouwde converter. En het allermooiste. Je kan alles bekijken en beluisteren zonder internet.
Ook het afspelen gebeurt in de app
Ik heb nog iets tofs te vertellen over Xender want weet je dat de app ook een ingebouwde muziekspeler en videospeler heeft? Ja echt waaf! Het is mogelijk om je favoriete video’s in de app te bekijken en ook je meest gewilde muzieknummers af te spelen, zonder dat je gebruik moet maken van een andere app. Hierdoor is Xender echt super handig en gebruikersvriendelijk. Dit is voor mij persoonlijk de reden dat ik de Xender app graag gebruik omdat ik alles op één plek heb.
Ook anderen vertellen dit
Mocht je mij niet geloven, ook veel van mijn vrienden zijn enthousiast over Xender. Één vertelde mij: “Xender is geweldig, ik moest voor een feestje een playlist samenstellen en delen met de jarige. Dit ging snel en heel gemakkelijk. Heerlijk delen zonder gedoe!”
Een collega vertelde: ""Ik download altijd de leukste video's en luister ze als muziek. Zo chill!"
Deze ervaringen vertellen ook nog maar eens wat voor een toffe app Xender is.
Waarom nog langer wachten; download de Xender app.
Heb ik je overtuigt wat de Xender app allemaal te bieden heeft, dan is het nu tijd om de app te downloaden en het zelf te ervaren! Ga snel naar Google Play of de App Store en begin vandaag nog met het genieten van het delen, beluisteren en bekijken van je favoriete video’s en muziek!
Voor meer informatie, bezoek www.xender.com.
Met deze blog hoop ik je een goed beeld te hebben gegeven van de geweldige functies van de Xender App. Vergeet niet om je eigen ervaringen te delen en te ontdekken hoe deze app jouw digitale leven kan verbeteren!
0 notes
Text
this one is in Dutch, and I could not be bothered to read or translate it, so. Yk. Maybe I'll translate it one day.
De dief, de ridder en het meisje
Anne zat rustig in het park. Of zo leek het toch, in werkelijkheid ging haar hart als een gek tekeer. Suisden haar oren en waren haar handen klam van het zweet. Op haar schoot lag een boek. ‘De dief die stal van een moordenaar’ over een middeleeuwse dief die het moordwapen had gestolen van de moordenaar. Nu zaten de ridders van de koning achter de dief aan, denkende dat híj de moordenaar was. De beelden flitsten voorbij haar ogen, ze kon de machtige ridders bijna aanraken. De kleine dief holde haar voorbij, langs de spelende kinderen in het park en… plets! Verschrikt keek Anne op. Voor haar stond Jul. Een jongen van het school die altijd met haar lachte omdat ze graag boeken las. Meestal trok Anne zich niet veel aan van hem, maar nu keek ze woedend op.
“Jul! Dat was mijn boek! Nu is het geruïneerd! Ik heb er weken voor gespaard!”
Jul grijnsde alleen maar gemeen, het deed hem duidelijk niets. “Waarom houd je dat oude ding nog vast, je bent precies m’n grootmoeder! Ík heb iets véél beter!” riep hij uit, terwijl hij trots met een telefoon zwaaide. Het was duidelijk een oud en al vaak gebruikt ding, maar dan nog, het was een telefoon!
Annes ogen werden groot, “Ooh, hoe kom je daar aan? Kost het niet super veel? Ik wil er ook wel een,” ratelde Anne. Jul lachte alleen maar:
“Jij krijgt er nooit een, je kan het toch niet betalen! Je hebt alleen maar geld voor die stomme boeken van je!” terwijl hij dat zei stampte hij het boek uit haar handen waardoor het in de eendenvijver tuimelde.
“Nee!” gilde Anne, terwijl ze Jul aan de kant duwde om naar de vijver heen te gaan. Achter haar hoorde ze hem gemeen lachen. Wonder boven wonder was het boek nog niet gezonken. Met een lange stok viste ze het boek uit de vijver. Als ze daarnet nog hoop had gehad hem te herstellen was die nu ook wel weg. De tranen kwamen in haar ogen, ze had zo lang gespaard voor dit boek! Op school had ze haar vriend Liam die altijd hielp Jul weg te houden van haar boeken, maar op haar eentje kon ze niet tegen de oudere jongen op. Kwaad keek ze hem na. Hoe ging ze dit uitleggen aan haar mama? Ze mocht niet weten dat Jul zo gemeen was tegen haar, die extra zorgen wilde ze haar mama niet bezorgen. Voorzichtig wrikte ze de kletsnatte pagina’s open. Ze herkende de uitgelopen stukjes tekst meteen. Het was meer in het begin van het boek, op het moment dat de dief besefte wat hij had gestolen.
Plots werd alles rond Anne donker. De kleuren werden een groot blauwig waas en alles rond haar draaide. Haar ogen voelden plots zwaar en dik aan. Voor ze wist wat er gebeurde viel ze neer in het gras. Ze voelde nog zwakjes een stekende pijn aan haar hoofd, maar dan werd alles zwart voor haar ogen.
*
Verward werd Anne weer wakker. Nee, wacht. Ze werd wakker geschud! Naast haar zat een jongen geknield. “Liam? Ben…ben jij dat?” een beetje versuft kroop ze overeind.
“Ik? Neen jonkvrouwe, volgens mij vergist u zich, wij hebben elkaar nooit eerder gezien. Een schoonheid zoals u zou ik wel onthouden hebben!” nu de jongen sprak hoorde ze dat zijn stem inderdaad in niets op die van Liam leek. Ook zag ze nu dat zijn haar veel meer krullen had. “Wat is uw Godgegeven naam? Ik ben Wilhelm!” verbaasd keek Anne de jongen aan, Wilhelm? Wie heette er nu zo? En ‘Godgegeven’ naam? Wie zegt dat nu? Overdonderd door de vreemde jongen wist ze even niet meer wat te antwoorden. “Jonkvrouwe, is alles in orde?” De jongen had opgemerkt hoe ze rond haar aan het kijken was, opzoek naar haar boek.
“Eh…ja, sorry, ik ben trouwens Anne. Heb je toevallig mijn boek gezien?”
Wilhelms ogen werden groot nu, “bent u van de adel? Alleen de priester kan lezen hier! En van wat is Anne een afkorting? Annemarie?”
Nu was het Annes beurt om verbaasd te zijn. “wat bedoel je, alleen de priester kan lezen? En ik heet Anne, gewoon, Anne.” Haar hoofd tolde door al deze merkwaardigheden. Ze had hoe dan ook geen zin om nog langer met deze vreemde jongen te praten. “Waar zijn we trouwens? En weet je of er een bushalte hier in de buurt is? Dan kan ik naar huis.” De jongen trok zijn hoofd een beetje scheef nu,
“Buschhalte? Wat is dat? Is dat de naam van je paard?” Anne kon het niet laten, ze trok haar wenkbrauwen op en keek de jongen vies aan, net zoals ze Jul altijd zag doen. Ze begon echt wel haar geduld te verliezen. “Wilhelm, stop met idioot te doen en toon me de bushalte! De tram is ook goed!” De jongen slaagde erin zijn hoofd zowaar nog schever te trekken. “Thram? Is dat je tweede paard? Busch en Thram? Is halte de naam van een herberg? Want hier hebben we er geen. Er is er eentje in het dorp verderop, maar dan ben je al wel stevig afgedwaald want dat is een zevental kilometer verderop.”
Anne verloor haar geduld. “Kijk, Will! Stop met zo kinderachtig te zijn en toon me gewoon de weg! Is je vader of moeder hier niet?”
Nu was het de beurt aan de jongen om beledigd te zijn. “Mijn naam is Wilhelm, en mijn ouders zijn op het veld! Niet iedereen kan het zich veroorloven om te leren lezen en maar te zitten niksen!” Kwaad liep de jongen weg. Nu pas merkte Anne de mooie riem op. Hij leek helemaal niet te passen bij de smoezelige jongen. “Hey, kom terug! Zeg me dan op zijn minst waar ik ben en de stad vind!” Wilhelm draaide zich weer om, “de stad is nog kilometers ver! Het enige hier in de buurt is het dorp, en daarvoor moet je naar het noorden lopen!” voor de tweede keer draaide Wilhelm zich woest om, met stevige pas weglopend van Anne. Het zuiden? Dacht de jongen serieus dat ze altijd een kompas bij zich droeg ofzo?
“Willhelm, je komt nu terug en toont me de weg naar het dorp! Hoe moet ik kunnen weten waar het zuiden ligt?!” Anne voelde hoe haar hoofd rood werd van woede. Wie dacht deze jongen wel niet wie hij was? Voor de derde – en laatste – keer draaide de jongen zich om. “Ben je soms helemaal dom? Het zuiden weet iedereen toch zijn, kijk gewoon naar de zon!”
Annes hart stopte eventjes. Aan de jongen zijn nek bungelde een prachtige ketting met een enkele groene steen. Ze herkende de ketting als de ketting die de dief in haar boek had gestolen. De ketting die gebruikt was om het meisje te vermoorden. Nu ze erover nadacht bedacht ze zich dat Wilhelm wel erg hard leek op de dief van het boek. “Wilhelm…hoe kom je aan die ketting?” ze hoorde hoe haar stem een beetje trilde, ze wist dat het idioot was, het was een boek verdorie. Maar toch…
“Dat zijn jou zaken niet!” snauwde Wilhelm kwaad. Anne merkte hoe hij zijn vuisten balde. Langzaam stak ze haar handen in de lucht. “Rustig, Wilhelm, ik wil je alleen maar helpen… ik raad je aan de ketting weg te doen, gooi hem ergens in het bos, of steek hem weer terug in de zakken van de oorspronkelijke eigenaar…” Nu werd Wilhelm echt kwaad. “Zeg je nu dat ik een dief ben? Ik zou nooit stelen van iemand!” Langzaam trok Anne haar wenkbrauwen op. Ze wist dat het een gekke gedachte was, maar ze geloofde in haar gevoel. Als deze jongen echt de dief van het boek was betekende dat ook dat het niet goed zou eindigen voor hem. Al zou ze wel moeten uitzoeken hoe ze hem naar zijn eigen wereld zou kunnen brengen zonder dat hij daar dan weer opgehangen werd voor moord. Plotseling hoorde Anne achter zich een vreemd geluid, een soort rammelen. Wanneer ze zich omdraaide zag ze een ruiter voorbij draven. Hij was helemaal bezweet en had een rode neus. Wanneer de man Anne en Wilhelm zag stopte hij echter.
“Jij daar! Wat is uw naam en die van je metgezel? En heb je hier iemand voorbij zien lopen in de afgelopen minuten?”
Wilhelm keek eventjes bang naar de ridder, maar herstelde zich gauw.
“Ik ben Wilhelm, heer. Deze jonkvrouwe draagt de naam Annemarie!” voordat Willhelm zijn zin kon afmaken onderbrak Anne hem, “Mijn naam is Anne, niet Annemarie! En neen, we hebben niemand voorbij zien komen.”
De ridder keek beledigd. “Willhelm, je moet je metgezel eens wat manieren aanleren!” Anne keek boos en verbaasd naar de twee mannen voor haar. Ze had toch niets beledigend gezegd?
“Sorry, edele Heer. Ze is niet van hier en is onze gebruiken nog niet helemaal gewoon.” Nu leunde Willhelm dichter naar de ridder toe en sprak op fluistertoon: “Je zou haar familie bijna barbaren kunnen noemen! Geen respect voor de man!”
Plots werd Anne lijkbleek. Het taalgebruik. De vreemde verstandhouding tussen de twee mannen. Hoe de ridder duidelijk neerkeek op haar. Wilhelm zat niet in de echte wereld, zij zat in het boek! Ze hoorde haar oren suizen en voelde de wereld draaien. Vermoeid viel ze neer in het gras. Hoe was dat mogelijk? Het was toch maar een boek? En…betekende dat dan dat Wilhelm op het einde van deze dag terechtgesteld zou worden?
“Annemarie? Bent u oké? U ziet er behoorlijk bleek uit.”
“Neen, Will, ik ben niet oké.” Even leek Wilhelm uit het lood geslagen door zijn nieuwe bijnaam, maar hij negeerde het gewoon en plofte naast Anne in het gras. Zij kwam echter onmiddellijk weer overeind. “Will, we moeten hier weg en wel nu!” ze sleurde aan zijn hand, maar Wilhelm weigerde te bewegen. “Wilhelm! Ik ben serieus, als je nu niet weggaat loopt het niet goed af!” Anne was nog steeds aan Wills arm aan het trekken, met als resultaat dat ze hem vooruit trok op het lange gras. Een grote glimlach sierde zijn gezicht.
“Annemarie, het is maar een ridder, er gebeurd je niets. ze zijn hier om ons te beschermen!”
Nu werd Anne echt kwaad. Wie dacht hij wel niet wie hij was? “Will, verdorie! Ik weet dat de ridder naar jou opzoek was en dat je die ketting hebt gestolen!” Will probeerde nog om zijn gezicht in de plooi te houden, maar begon dan nog harder te lachen. “Anne, Anne, Anne toch. Lieve Anne. Ik heb dit al duizend keer gedaan, geloof me, het komt wel goed. Die ridder is al zo lang ik me kan herinneren opzoek naar mij. Ik laat me heus niet doen!” Anne kon het niet laten, en ook op haar gezicht verscheen een zwak glimlachje. Hij had haar eindelijk Anne genoemd. Ze keek recht in zijn blauwe ogen, betoverd door de beweging die ze erin zag. Nee! Ze moest bij de zaak blijven. Ieder moment kon de ridder hier weer staan en de ketting aan Wills nek zien! Als het boek klopte dan toch. Zo snel als ze kon gaf ze één stevige ruk aan zijn arm. Eindelijk stond Wilhelm op zijn benen.
Maar het was al te laat. Ze hoorde hoeven ploffen in het zachte gras. Met schrik in haar hart draaide ze zich om, daar stond de ridder. Deze keer was hij afgestegen. Ze kon niet stoppen met te kijken naar zijn heldere, kille ogen. Dit was een man die moordde.
“Is alles in orde hier? Ik hoorde geschreeuw?” Anne duwde Will achter haar rug, in een hopeloze poging hem uit het zicht van de ridder te halen. Zolang hij de ketting niet zou zien was alles in orde.
“Ja hoor, heer. Alles is in orde hier, gewoon wat aan het stoeien.” De ridder keek haar misprijzend aan. “Leer je dan niets, vrouw. U praat niet tegen mij!” in de tussen tijd was Wilhelm druk bezig met vanachter Annes rug te kruipen, haar armen aan de kant duwend.
“Sorry, heer. Zoals ik al zij, ze is niet van hier,” Will keek haar strak aan, “ze moet eens leren dat ze niet zomaar tegen vreemdelingen kan praten.” Zijn blik was dwingend en liet er geen twijfel aan dat als ze nog eens zoiets flikte er gevolgen zouden zijn. Op dat moment ontplofte de boel. Het eerst beschaafde gesprek eindigde met een luid “Jij!” waarop de ridder Wilhelm aanvloog. Trekkend aan de ketting gooide hij de arme jongen op de grond.
“deze ketting! Jij bent de dief! Ik zie je overal, maar dat komt gewoon omdat jij altijd al de verdomde dief was! Jij gaat de brandstapel op!” woest greep hij naar zijn dolk, aangezien zijn zwaard nog aan het paard hing. Maar voor hij de kans had Will neer te steken, klopte Anne met een zware tak op zijn hoofd. In plaats van dat de ridder neerviel, sprong hij op. Zijn gezicht rood van woede kwam hij op Anne af.
“laat me raden, jij bent ook een van zijn vuile dief maatjes? Terwijl jij die armen mensen bestal kon je metgezel mij bezig houden?” Anne schudde bang het hoofd, ze had hier niets mee te maken. Alles wat ze wenste was dat Wilhelm niet dood eindigde, zoals in haar boek. “Heer, alstublieft. Ik heb niets met hem te maken, ik heb hem nog maar net ontmoet!” ze hield haar armen omhoog in een hopeloze poging zichzelf te verdedigen. Voordat de ridder ook maar kans had haar te slaan verscheen Wilhelm achter de ridder. Hij had het zwaard van de man in zijn twee handen. Hij sloeg heel hard met de pommel* op het hoofd van de woeste ridder. Deze keer had het wel effect en viel hij zwaar op Anne. Met moeite kroop ze vanonder de zware man en keek Will boos aan.
“zie je nu wat ik bedoel?! We moeten hier weg!” Nu was het Wills beurt om haar verontwaardigd aan te kijken. “Hoe kon je het dan weten, hé! Ben je soms een heks? Een spion?!” Nu werd Anne wel bang, ze moest denken aan een geschiedenisles. Heksen werden verbrand in de middeleeuwen… “Nee, nee ik ben geen heks! Ik…ik had gewoon een slecht voorgevoel!” Wilhelm keek haar wantrouwend aan, “wat zegt je voorgevoel nu dan?” het was duidelijk dat hij er niet veel van geloofde, maar Anne had wel net zijn leven gered.
“we moeten weg van het dorp. Welke windrichting zij je ook weer dat het dorp was?” Anne draaide rondjes, alsof ze verwachtte dat ze het dorp van hier kon zien liggen. “Het dorp is naar het noorden, dus jij zegt dat we naar het zuiden moeten?” Anne knikte als bevestiging en begon resoluut weg te lopen van de zon. “Eh, Annemarie? Dat is het noordwesten, het zuiden is deze kant op,” sprak Wilhelm twijfelend, terwijl hij met zijn duim over zijn schouder wees. “oh,” en Anne begon nu de kant van de kleine dief op te wandelen. Ze moest en zou Wilhelm levend houden. Het boek mocht niet eindigen zoals het deed.
Snel holde ze achter Will aan, wat liep die jongen snel! Ze keek nog één keer achter haar, en zag hoe in de verte langzaam de zon begon onder te gaan. Plots stond Anne stil. De zon begon onder te gaan… ze was al heel de dag weg… hoe ongerust zou haar mama nu wel niet zijn? Ze voelde de tranen opwellen, maar veegde ze woest weg. Ze mocht geen zwakte tonen, ze moest sterk zijn. als je zwakte toont, gebruikt Jul het toch alleen maar tegen je.
*een pommel is het uiteinde van het handvat van een zwaard
Wacht eens, Jul was hier helemaal niet! Alleen zij en Wilhelm, en tot nu toe had Wilhelm nog niet echt iets gezegd of gedaan dat super erg was. Behalve dan dat hij eerder op de dag zo stom deed, maar dat begreep ze nog wel. Hij was een dief, bang om gepakt te worden. het was nogal logisch dat hij niet bij haar wou zijn. maar nu had ze blijkbaar zijn vertrouwen gewonnen. “Annemarie! Kom je nog? Jij was de persoon hier die persé weg wou van het dorp!” al kon hij wel zagen, die jongen. Met een zwak glimlachje en de tranen in haar ogen versnelde ze haar pas. Algauw liep ze weer naast de jongen. Het was intussen best donker geworden, maar desondanks kon hij de tranen in haar ogen zien. “Anne? Alles in orde?” Een waterig glimlachje verscheen op haar gezicht, verbaasd dat hij had opgemerkt dat ze huilde. “Ik was aan mijn mama aan het denken, ze is nu vast opzoek naar me. Voel jij je niet schuldig omdat je je ouders zo maar achterlaat?” te laat besefte Anne dat Wilhelm een wees was, of toch volgens het boek, en eerder die dag dus tegen haar had zitten liegen.
“Ik…eh…ik heb tegen je gelogen eerder vandaag. Mijn ouders werken helemaal niet op het veld. In feite weet ik niet wie mijn ouders zijn. mijn moeder is gestorven tijdens de geboorte. En mijn vader had niet genoeg geld om me op te voeden dus vroeg hij de baron om dit te doen. Maar van zodra ik tien werd moest ik weer weg van hem. mijn vader heb ik echter nooit meer teruggevonden. Al denk ik graag dat hij een ridder is geworden, groot en sterk. En dat hij nu wel genoeg geld heeft om zijn andere kinderen op te voeden.” Even wist ze niet wat ze moest zeggen. Het was best triest dat Wilhelm zich zijn ouders moest inbeelden om gewoon een idee te hebben van wie ze waren.
“daar, we kunnen in die grot overnachten!” Wilhelm wees enthousiast naar een donkere, smalle ingang. Hoewel Anne wist dat hij gewoon van onderwerp probeerde te veranderen ging ze erin mee. “Hoe weet je dat die spelonk eindigt in een grot?” Wilhelm lachte zachtjes, waardoor Anne niet zeker was of het was vanwege haar dommigheid of omdat hij haar iets kon leren. “hoor je dat? Een zacht gefluit, haast niet meer dan wat gesuis?” Anne spitste haar oren, ze hoorde vooral de wind, maar als ze goed luisterde hoorde ze dat er af en toe wind uit de toon klonk van de rest. Ze knikte, blij dat ze dat had gehoord. “dat wijst erop dat er een grot achter zit. De wind weerkaatst tegen de wanden en werkt zo als een soort klankkast.” Hij trok haar mee aan haar hand door de dunne spelonk.
Eenmaal ze daar door waren zag ze dat het inderdaad een grot was. Het was niet erg veel breder dan de ingang, maar het was er breed genoeg om er met twee te liggen. Al was het wel erg krap. Ze kroop tegen Wilhelm aan, en gebruikte zijn buik als kussen. Hierdoor kroop zijn T-shirt een stukje naar boven en kon ze een vreemd gevormd litteken zien. Het leek een beetje op een ‘J’. Ze lagen samen in een bolletje opgerold, aan haar rug voelde ze de rotswand. Wills kalme ademhaling werkte enorm rustgevend en voor ze het wist, lag ze diep in slaap.
*
Met een diepe zucht werd ze wakker. Langzaam strekte ze zich uit, om alleen maar te ontdekken dat ze tegen werd gehouden door kille rotswanden. Even voelde Anne de angst om zich heen slaan, waar was ze? Maar algauw kwamen de herinneringen van gisteren terug. Hoe Jul haar boek in het water had gegooid en ze daarna op magische wijze ín het boek was beland. Maar waar was Wilhelm? Snel krabbelde ze overeind en schuifelde ze door de spelonk. Vlak voor ze de buitenlucht zag stopte ze echter. Ze hoorde een stem, en het was niet die van Wilhelm. Het was die van de ridder!
“Dacht je soms dat ik geen sporen kan lezen? Ik laat me heus niet tegenhouden door zoiets stom als een nachtje. Het was trouwens volle maan, domme jongen. Dan heb ik nog genoeg licht. Komaan, spreek tegen me! Waar is je vriendin!” Anne voelde hoe haar hart kil werd, zou hij haar verraden?
“Ik heb geen idee! Zoals ik al zij, we zijn gisteren uit elkaar gegaan!” Anne voelde een vlaag van rust over zich heen komen. Hij had haar niet verlinkt. ‘Paf!’ Annes hart kromp samen, voorzichtig schuifelde ze nog wat naar voren. Daar zag ze Wilhelm, hij lag op de grond. Neergeslagen door de ridder. Zijn hele gezicht was al dik en gezwollen. Voordat Anne wist wat ze deed kroop ze de spleet uit en vloog op de ridder af. Hoe durfde hij Will zo toe te takelen? Ze sloeg waar ze maar kon, proberende hem toch iets van pijn te geven. De pijn die Will waarschijnlijk ook voelde. Woest begon ze aan de ridders helm te trekken. Ze wou het gezicht zien van deze slechte man. Ze sleurde hem er in één keer af en klopte de ridder heel hard in het gezicht met zijn eigen helm. Dit voelde de man duidelijk wel. Hij greep naar zijn oog, en viel een beetje naar achteren. Nu zag Wilhelm zijn kans. Hij nam Annes hand vast en sleurde haar mee. “Kom, ren zo hard als je kan! We kunnen nooit van hem winnen!” Anne vond dit een goed plan. Ze had zo hard zitten kloppen op de ridder en hij had amper bewogen. Al kwam die helm wel hard aan. Anne voelde ergens een sprankje euforie. Ze had Wilhelm gered! “Will, waar gaan we eigenlijk naartoe?” Anne had gemerkt dat ze de zelfde kant aan het oplopen waren als ze vandaan kwamen.
“Ik neem je mee naar het dorp, terug naar je ouders. Daar zal je veilig zijn.” Hij keek haar met een zwak glimlachje aan. Al kon ze zien dat zijn ogen droef stonden. Maar Anne trok zich snel los uit zijn greep. “Ik ga niet terug naar het dorp! Ik blijf bij je, en daar heb je niets over te zeggen!” wat was het nut nu eenmaal. Ze kende niemand uit het dorp. De enige twee mensen die ze kenden waren Wilhelm en de ridder. De laatste probeerde haar te vermoorden, dus de keuze was snel gemaakt. Maar Wilhelm kwam nu voor haar staan. Zijn armen gekruist over zijn borst. En zijn benen een beetje open. Hij was duidelijk ook niet van plan toe te geven. “we kunnen ook niet terug, want daar is een erg kwade ridder Julius ons aan het opwachten.” Anne snoof. Was dit het beste argument dat hij kond verzinnen? “Dan gaan we naar… daar!” Anne wees naar links. Ze had geen idee wat daar lag, maar noch de ridder, die blijkbaar Julius heette, noch het dorp was daar. Will keek even bedenkelijk, maar knikte dan. “met wat geluk raken we binnen in de oude boerderij en dan vind hij ons niet. de honden van de boer zullen zijn paard daar wel weghouden.” Anne grijnsde trots, ze kon dan toch nog iets goed doen. “probeer wel zigzaggend te lopen, om je sporen te bedekken,” Will keek haar strak aan, “anders zijn we er geweest.” Anne knikte overtuigend. Al was ze helemaal niet zo zeker of ze dat wel kon, haar sporen bedekken. Will moest dit opgemerkt hebben want hij nam haar hand vast, “volg mijn gewoon, oké? Zorg dat je niet teveel aan takken blijft hangen of afbreekt. Ontwijk modderpoelen.” Ze gaf een kneepje in zijn hand, bewijze van signaal dat ze het begrepen had.
Na een halfuurtje stevig door te wandelen zagen ze in de verte eindelijk de boerderij. “het gebouwtje dat wij zoeken staat iets meer naar rechts, je herkent het aan de grote kraai die op de deur geschilderd is.” Anne tuurde in de verte en zag daar inderdaad een vage vorm. Ze vermoedde dat dat de bouwval was. Ze keek in de verte, waar een hoop donkere wolken opeengestapeld zaten. Ze was misschien opgegroeid met weerberichten, maar ze kon ook wel zien dat deze wolken niets goed voorspelden. Ze wees Will erop, en deze versnelde zijn pas alleen maar. “er komt een storm aan, dan is het niet veilig buiten. Het kan ijskoud worden in deze streken.” Hij stak zijn vinger in zijn mond en stak hem in de lucht, “de wind komt uit het zuiden, dus we krijgen al helemaal koude regen. We moeten zorgen dat we snel in de boerderij zijn, of we vriezen dood.” Ze begonnen te rennen en waren net op tijd binnen voor de hemel openbarstte. Te laat zagen ze dat ze helemaal voor niets naar binnen waren gegaan. De hele zuidkant van het gebouw was weggebrand. De regen vloog in Annes gezicht, en hij was, inderdaad, ijskoud. Snel kropen ze in een beschut hoekje, opeengepakt proberende hun lichaamswarmte bij te houden. Maar aangezien ze beiden zomerkleren aanhadden waren ze al snel aan het rillen dat het niet meer om aan te zien was.
“Will, ik kan niet geloven dat ik dit zeg, maar we moeten terug naar het dorp! Dit houden we niet uit!” Annes stem kwam maar net boven de wind uit, en dat terwijl ze vlak naast de jongen zat. “Annemarie, ik kan niet geloven dat ik dit zeg, maar je hebt gelijk!” ze kwamen moeizaam overeind en liepen naar de deur toe? Wilhelm werd bijna tegen de muur aangeblazen van de sterke wind. Anne opende de deur, waarop deze bijna meteen uit zijn scharnieren vloog, het veld in. Hand in hand renden de kinderen voor hun leven. Ze hadden het geluk dat ze de wind mee hadden, anders zouden ze nooit vooruit zijn geraakt. Na een dik uur gerend te hebben was Anne aan het einde van haar latijn. “Will! Ik kan niet meer!” ze hijgde hevig. Wills enige reactie was een bemoedigend kneepje in haar hand. Hij vertraagde een beetje, haar nog steeds meesleurend. “Als ik goed zit, zijn we er bijna! Je kan het!” en inderdaad, op nog geen vijf meter van de kinderen vandaan zagen ze de eerste huisjes. Het was zo donker dat ze niet eens door hadden gehad dat ze er al bijna waren. Vechtend tegen de kou en de wind gingen ze opzoek naar de kerk. Daar zouden ze onderdak vinden. “daar!” Anne wees naar de lucht. Eerst zag Wilhelm niet waar ze naar wees, maar dan zag hij de kerktoren ook. Met hun laatste krachten renden ze erheen.
Eenmaal binnen was het akelig stil. Een priester keek de kinderen verbaasd aan. “wat doen jullie buiten in dit weer? Kom, ik zal voor dekens zorgen!” Will snoof, we zochten naar onderdak. Tenzij u een beter adresje weet, natuurlijk. Snel schudde de priester het hoofd en schuifelde weg.
“wel, wel. Kijk eens aan. Nooit gedacht een dief in een kerk te zien. Of ga je hier ook al stelen?” verschrikt keken de kinderen op. Daar stond de ridder. Koud en nat, met een versleten deken om zich heen gelsagen. “Op dit moment denk ik dat we allemaal uitgeput zijn, en we zijn in een kerk, maar van zodra deze storm voorbij is, zetten we dit voort.” Will knikte, “Ik ben blij dat u dan toch iets van verstand hebt.” De ridder schudde teleurgesteld het hoofd, “ en probeer maar nergens naartoe te gaan, want ik heb de sleutels.” Met deze woorden zwaaide hij met een grote bos vol sleutels, waarvan er eentje wel op de kerkdeuren zou passen. Vermoeid plofte Anne neer; eventjes gaf ze niet meer om de ridder of het feit dat ze straks gearresteerd zouden worden? ze was doodop. Al tanden klapperend sloeg ze haar armen om zich heen.
“bent u in orde, jonkvrouwe Annemarie?” Anne had enorm veel zin om de ridder te negeren, maar ze wist dat ze dat niet kon doen. Hij was nu eens vriendelijk tegen haar.
“als ik ee-een deken of iets-ie-iets krijg wel j-ja.” Ze kon bijna niet meer praten, omdat ze zo hard rilde. Bijna meteen nadat ze dat had gezegd stond der ridder op om haar zijn deken te geven. Maar net op dat moment was de priester er weer, met een extra stapeltje dekens binnen geschuifeld kwam. Koud en nat vielen ze in slaap.
*
De volgende ochtend scheen de zon gelukkig weer, al was dit ook slecht nieuws. Dit betekende dat de vrede tussen de kinderen en de ridder over was. Ze hadden nog maar net de tijd om hun ogen te openen, of de ridder sleurde hen al overeind, de buitenlucht in. “Jullie gaan boeten voor jullie daden! Diefstal is fout!” hij nam Wilhelm, die hevig aan het tegenstribbelen was, vast bij zijn kraag en hield hem zo omhoog. Hierdoor kwam diens vreemde litteken tevoorschijn. De ridder zag het. Verbaasd keek hij er naar, verstijfd als het ware. Voordat de ridder nog iets kon zeggen of doen werd Wilhelm overgenomen van hem en in de boeien geslagen. Ook Anne moest mee. “Wacht!” riep de ridder luid. Iedereen was verbaasd, zo ook de man die net Annes handen bij elkaar wilde binden. “Wat is er, Julius? Je zit al jaren achter dit kind aan, denk je niet dat het tijd is dat hij eindelijk zijn verdiende loon krijgt?” de man die de geboeide Will vasthield wist niet goed wat hij nu moest doen, en Wilhelm maakte hier gebruikt van. Hij begon enorm tegen te stribbelen en raakte eventjes vrij uit de greep van de man. Maar Julius had hem al gauw weet te pakken. “Inderdaad, sorry, Berend. Neem hem maar mee.”
In de chaos had niemand door dat Anne verdwenen was.
Ergens in de smalste straten van het dorp rende ze voor haar leven, vrij letterlijk. Ze wist dat ze terug moest gaan voor Wilhelm, maar op dit moment kon ze alleen maar aan zichzelf denken. Bovendien, ze zouden hem niet direct vermoorden, toch? Met die gedachte stelde ze zichzelf heel de tijd gerust. ‘er moet eerst een rechtszaak komen, word kalm, Anne’ ze hoorde hoe de menigte door de hoofdstraat liep, waarschijnlijk onderweg naar het huis van de dorpsleider. Ze had eens in een boek gelezen dat mensen daar vast werden gehouden tot hun proces bij gebrek aan een gevangenis. Of kerker.
Verdwaasd werd Anne wakker in het gras. Naast haar lag haar doorweekte boek. Vreemd genoeg was er geen tijd verstreken in deze wereld. Zo snel als ze kon rende ze naar huis. Het boek moest drogen. Ze moest weten hoe het afliep voor Wilhelm en Ridder Julius. Hoewel het maar enkele straten was tot haar huis, leek het eindeloos te duren. Wanneer ze eindelijk thuis was rukte ze de kast open, niet eens de moeite doende om haar schoenen uit te doen. Ze nam de haardroger en zette hem op de hoogste stand. Ze legde het boek op de verwarming en zette deze op het hoogste. Haar moeder kwam verbaasd binnen. “Anne? Wat is dit?” een steek van pijn joeg door haar hart. Nu was ze weer Anne. Niet langer Annemarie. “Mijn boek, het moet drogen!” ze voelde de tranen in haar ogen komen, even wou ze haar tranen nog wegvegen, maar ze liet ze gaan. Als er iets was dat ze geleerd had was dat het oké is om te lezen en te huilen. Het is een teken dat je gevoelens en kennis hebt. Een zeer waardevolle combinatie. De pagina’s waren eindelijk droog. Ze bladerde naar het einde en las:
Wilhelm keek de grote ridder aan. Het was duidelijk dat hij enorm veel respect had voor deze man. De ridder had zijn hele leven overhoop gegooid om hem te redden. Hoewel hij zijn vrije leventje zou missen was dit misschien wel voor het beste. Hoewel hij ergens een steek van droefenis voelde glimlachte hij. Dit was zijn echte thuis. De ridder zat voor het haardvuur een boek te lezen, en wenkte de Wilhelm. “Ik zal je leren lezen en schrijven, dan kan je later als schrijver werken. De jongen glimlachte zwakjes, denkende aan een vriendin die hij eens had gehad. Hij plofte naast de ridder en schoof dichterbij. En ieder oplettend oog zou gezien hebben hoe de twee enorm hard op elkaar leken. Zo leerden vader en zoon elkaar wat ze wisten terwijl ze ontdekten wie de ander was. Anne deed het boek met een glimlach dicht. Dus ze had gelijk gehad, Julius was Wilhelms vader. En eindelijk waren ze weer samen. Ze drukte het boek tegen haar buik en begon hevig te wenen. De tranen stroomden als watervallen. Ze ging Wilhelm en Julius missen. Ze waren als familie geworden. Maar van zodra ze haar mama’s warme armen rond zich voelde wist ze dat ze hier ook een familie had.
0 notes
Text
EL EQUIPO
6 oktober 2024 Kriterion Met Daan 4/5 sterren
Ik moest even inkomen want had eigenlijk niet gelezen waar het precies over ging en dacht dat het een speelfilm zou zijn ipv docu. Nou hoi, dat was het dus niet.
Het ging over het team onder leiding van bekende forensisch wetenschapper Clyde Snow (ik kende 'm niet maar ja wat weet ik van forensische wetenschappers), bestaande uit Argentijnse studenten. Zij werden opgericht in 1985 en begonnen de zoektocht naar de 'desparacidos', de verdwenen mensen tijdens de Argentijnse dictatuur.
Dit team was volgens mij het allereerste team van forensische antropologen die binnen het kader van mensenrechtenonderzoek slachtoffers van staatsterrorisme identificeerden. Zij hadden een unieke manier van onderzoek toepassen waar er grootschalige politieke onderdrukking heerste. Ze werkten dan ook samen met families, mensen die op zoek waren naar hun verloren familielid, en veel mensenrechtenorganisaties. Ze identificeerden niet alleen lichamen, ze verzamelden ook bewijs zodat er juridische vervolgingen konden plaatsvinden.
Die studenten leerden allemaal van die Dr. Snow en gaven hun leven aan deze onderzoeken. Steeds kregen ze een nieuwe job bij een andere graveyard, en op een gegeven moment werd het internationaal werk. Zo werden ze gevraagd om in Chili, El Salvador, en veel verschillende andere landen onderzoeken te komen doen. Op een gegeven moment werden er in andere landen door Dr. Snow ook meer studenten opgeleid en teams aangesteld, net zoals het Argentijnse team. De studenten, inmiddels volwassenen van tussen de 30 en 40 jaar, gingen ieder een eigen kant op binnen het werkveld.
De een tekende de missies, contracten daarvoor en maakte de afspraken. De ander bleef in Argentinië onderzoek doen. En dan nog een andere vrouw ging naar Mexico om daar onderzoek te doen naar de femicide die toen nog plaatsvond. Terwijl zij daar lichamen identificeerde en optrad tegen de femicide werden er verschillende collega's van haar vermoord, tering ziek.
Het was een goede docu, veel geleerd. Steeds verbaasd over wat er met mensen is gebeurd en hoe zo'n groep te werk gaat om de waarheid naar boven te krijgen, tegen de grootste presidenten/officials ingaan. Aanrader voor wie geïnteresseerd is in dit onderwerp of geschiedenis Argentinië, maar niet even je feelgood movie.
Je merkt dat daan nieuw is met naar de film gaan want hij bijt op z’n nagels en trilt met z’n benen tijdens de film, vrij storend. Verder prima gezelschap en leuk omdat hij Argentina man is.
Voor de oplettende kijker: ja die plaat heb ik al eerder gemaakt van de Cineville machine, vink mooi ding, maar eig dus precies dezelfde foto als toen ik naar Dune ging hahaha oke doei
1 note
·
View note
Text
18-9 Drie (Ermelo)
Gisterenavond at ik in Ommen in de zon op het terras, precies zoals vier maanden geleden. Alleen werd het nu de zeebaars in plaats van de lamsrug. Of nou ja, zeebaars, het was een filetje van de baars. Misschien was het wel stekelbaars. Het leuke van dezelfde plek was dat ik me opeens weer herinnerde hoe ik er vier maanden geleden bijzat. Een hoofd vol met een mix van zorgen om Tom en de spanning van het begin van de reis. Ook de tent stond weer op precies hetzelfde plekje trouwens, toen kregen we een flinke regenbui ‘s nachts, maar nu blijft het droog.
Als ik opsta is het fris, maar prima te doen, de hele ochtend blijft het hetzelfde weer, nevelig tegen het mistige aan en een graad of twaalf. Maar met de wind in de rug is dat prima te doen. Op weg naar Dalfsen kom ik langs een elektrisch zelfbedieningspontje over de Vecht, dat moet ik natuurlijk uitproberen. Het is een kwestie van opstappen, in het vak gaan staan, op de knop drukken en alles gaat vanzelf. In Dalfsen kom ik er achter dat ik mijn helm op de camping heb laten liggen, ik ga er niet voor terug, het is een goedkoop negen jaar oud ding van de Decathlon.
In Zwolle moet ik kiezen tussen de IJsselbrug of het voetveer naar Hattem, het wordt natuurlijk het laatste. Daar ontspint zich een interessant gesprek met de schipper, niet over voetveren, maar over knieën. Hij wil weten waar ik heen ga en waar ik geweest ben. Goh zegt hij, dan zul je wel wat kettingen versleten hebben. Nou, eigenlijk niet zeg ik. Zelfs de remblokjes heb ik nog niet hoeven vervangen. Het enige dat versleten is, zijn mijn knieën, maar dat waren ze al voor vertrek en het gekke is juist, dat ze nu een stuk beter aanvoelen, dan toen ik startte. Toen deden ze elke avond zeer, maar nu voel ik ze niet meer, blijkbaar wordt er nieuw kraakbeen aangemaakt. Groenlipmossel, zegt de schipper, dat is het beste. Pardon?, zeg ik. Ja, onze herdershond had last van heupdysplasie en kreeg daarom groenlipmosselpoeder door zijn eten.
Ik kreeg op een gegeven moment zo’n last van mijn knieën dat ik niks meer kon. Ik kwam de auto niet meer uit, kon niet meer tennissen en op mijn knieën op het dek ging ook niet meer. Toen zei mijn vrouw, dat poeder moet jij ook nemen. Dat spul voor de hond smaakt heel vies hoor, maar je hebt het ook in capsules. Je moet online de hoogste dosering kopen, die je kunt krijgen. Als je twee keer per dag twee capsules slikt, dan merk je na een maand echt het verschil. Nu kan ik alles weer, ik tennis zelfs weer. Volgens mijn huisarts is het onzin, maar ik ben het levende bewijs dat het werkt. Ik bedank hem voor de tip als ik van boord stap, het is in elk geval een goed verhaal.
Om de een of andere reden denk ik altijd dat de Veluwe vol zit met uitspanningen, herbergen en pannenkoekehuizen. Ik eet tegen twaalven een broodje hummus in Hattem en denk, over een uurtje eet ik ergens anders nog wat, zeg ik tegen mezelf. Tweeëneenhalf uur later zit ik op een bankje in het bos cruesli uit een zak te eten omdat ik het niet nodig vond om nog ergens brood te kopen. Pas in Vierhouten is er weer wat te eten, sterker nog, daar krijg je keuzestress van alle horeca. Als die lui zich nou eens wat meer zouden verspreiden, daar zou iedereen baat bij hebben. Een tweede misvatting van mijn kant is dat de Veluwe plat is, het gaat hier voortdurend op en neer en dat is jammer, want dat gaat ten koste van de snelheid.
In de supermarkt van Elspeet koop ik yoghurt en bessen voor het ontbijt, meer heb ik niet nodig. Ik sluit deze reis vanavond symbolisch af met een passende laatste maaltijd.
(Ik kon dit verhaal pas de volgende ochtend plaatsen bij gebrek aan bereik. Dat is de eerste keer deze vakantie, zelfs vanuit het afgelegenste fjord boven de poolcirkel en de meest desolate fjell heb ik altijd mijn verhaal kunnen doen. Maar hier op de Veluwe, in het dichtstbevolkte land van Europa, hier niet.)
Gefietste afstand: 87 km
Gefietste tijd: 7 uur
1 note
·
View note
Text
Wandelen in het Savelsbos
De paden op
De paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas
Met stralend oog en blijde zin
En goed gevulde tas
De Zonne lacht ons vrolijk toe
Ons groet der vooglenzang…
Terwijl ik over de Romboutsweg been, bekijk ik nog even op de wandelkaart van Staatsbosbeheer waar de grafheuvel precies te vinden is, daar wil ik namelijk als eerst heen. En aangezien ik niet van plan ben de voorgestelde route te volgen -daar houd ik niet van- en de wandeling ben aangevangen bij een zelf gekozen vetrekpunt is het verstandig de situatie even rustig te overzien. Zoals de kaart doet voorkomen moet ik eenmaal in het bos noordwaarts en kan ik gewoon het pad volgen. Wel opletten dat ik de Henkeput, een mysterieuze artificiële diepte, niet voorbij loop.
Ingang van de Steinberggroeve.
Direct als ik het Savelsbos betreed, stuit ik op de ingang van een in onbruik geraakte mergelgroeve. Helaas is de mijn afgesloten. Meer dan een foto zit er dus niet in. Ik kijk, klik en zet de wandelpas weer in. Het is stijgen en dalen.
Het Savelsbos
Het Savelsbos is een hellingbos dat zich gevormd heeft op een heuvel van kalksteen en grind. Op diverse plekken wordt de heuvel doorkruist door droogdalen ofwel grubben. Doordat de bodem boven op de heuvels armer is dan die in de dalen is de vegetatie in het bos zeer gevarieerd. Vooral de dalen zijn indrukwekkend begroeid. Maar niet alleen de begroeiing maakt een bezoek aan het Savelsbos de moeite waard. De historie van het bos is minstens zo interessant: grafheuvels uit de bronstijd, diverse eeuwenoude kalksteen groeves, een monumentale grindgroeve, de Henkeput, prehistorische vuursteenmijnen en het een Neolithische werkplaats. Een historische hotspot dus. Maar dan een die je ongestoord kunt bekijken, want veel bekijks trek het, vreemd genoeg, niet; ik liep er nagenoeg alleen.
De gereconstrueerde bronstijd grafheuvel
Ondergrondse praktijken
De grafheuvel bleek een reconstructie, daar was ik snel op uitgekeken, maar de overige bezienswaardigheden waren meer dan de moeite waard. Per abuis, ik weet niet of ik een officieel pad heb gevolgd, ontdekte ik in de buurt van de Henkeput een soort grot. Het bleek, ik zocht het op, de Abri van Rijckholt. Net als de Henkeput wijzen krassen in het gesteente erop dat het door mensenhanden is gemaakt. Wanneer is niet helemaal duidelijk. Al vertonen de haksporen in de abri veel overeenkomsten met die in de Neolithische vuursteenmijn, mijn volgende bestemming, verderop.
De Henkeput.
De Abri van Rijckholt
Terwijl ik op het bankje voor de ingang koffie uit mijn thermosfles nip, mijmer ik over hoe het er zo’n 5000 jaar geleden in het Savelsbos aan toe ging. Gezien de enorme berg vuursteen en de rondslingerende afslagen moet het er een drukte van jewelste zijn geweest.
Een enorme hoeveelheid verzameld vuursteen op het ‘Gand Atelier’ voor de vuursteenmijn van Rijckholt.
Als de koffie op is, maak ik me klaar voor het laatste stuk van de wandeling. In de buurt van Moerslag moet nog een groeve zijn.
…Daarom vooruit en inde maat
Zo netjes als ’t maar kan
Nu ’t eensgezind en ordlijk gaat
Heeft elk plezier er van
Tra-ta-ta-ta bom, bom, tra-ta-ta-ta bom, bom
Heeft elk plezier er van.
Zelf wandelen
Zin om zelf te wandelen in het Savelsbos. Bekijk hier de wandelroute door Savelsbos van Staatsbosbeheer.
3 notes
·
View notes
Text
De wereld lag klaar
Ik rustte wat in de ochtend en voelde me zwaar en krachteloos. Er was het voornemen om in de middag naar Rotterdam te gaan voor een opening van een oud-studente en haar vriend. Ik twijfelde, maar besloot toch te gaan. Drie uur later liep ik door nietszeggende straten, en een oud gevoel kwam boven. De wereld lag voor me klaar om ervaren te worden. Dat begon al op de reis erheen.
De trein was overvol en ik kon met moeite een plek vinden op de trap van het balkon. Ik observeerde de mensen om mij heen. Een echtpaar van eind vijftig stond noodgedwongen in een hoek. Hij droeg een T-shirt met zo'n onnozele opdruk dat het zijn kleurloosheid nog pijnlijker maakte. Zijn vrouw haalde een zak met rijstwafels tevoorschijn. Zwijgend en deinend kauwden ze voort. 'De man verdient mededogen', zei Maaike Meyer onlangs in de krant. In de metro zat een vrouw van middelbare leeftijd schuin tegenover me. De tas van de Primark was tot de rand gevuld. Ze had een grote wijnvlek op haar keel, maar toen ik beter keek, zag ik dat het een flinke tatoeage was van de kop van een leeuwin. Ik stelde me voor hoe ze in de tatoeage-shop op de tafel lag, haar hoofd door een neksteun naar achteren gedwongen en hoe haar droom eindelijk uitkwam. Wij mensen verdienen mededogen van elkaar.
Daar verscheen de toren van de oude hervormde kerk in het Rotterdamse Sjaarloos (Charlois). De groene plek met de hoge bomen, het gras en de oude huisjes eromheen is een fata morgana in de stedelijke lelijkheid. Vijfendertig jaar geleden was ik er ook, op de begrafenis van de grootmoeder van R. Niet lang daarvoor was ik bij hem weggegaan. Ik huilde bittere tranen tijdens de dienst, om alles wat voorgoed voorbij was. Zij had meer dan zestig jaar getreurd om haar jong gestorven echtgenoot. Op het predikantenbord vind ik zijn naam: Heinrich Evert Beernink – Eerste Derde Predikant – beroepen van Elkerzee in 1920 – Overleden in 1926. In de kerk wordt de piano gestemd. Boven de ingang hangt een paneel van de Dood te paard. Het zag er wat hulpeloos uit. Van de helse kracht van die Bijbelse allegorie was niets over. Ik ging naar buiten, waar het warm was.
Weer wachtte mij een fata morgana. Een nauwe, begroeide doorgang bracht me naar het verborgen Japans cultureel centrum en een ommuurde tuin. Daar vond de presentatie van de twee jonge kunstenaars plaats. We spraken uitgebreid over het werk. Hun voorkomen, bescheiden en kalm, en hun kunst, precies en ingetogen, ademden een soort onnadrukkelijke ernst. Vanuit de tram zag ik later een oude bijbelse man met een goudkartonnen koker over zijn lange haren – beschermd tegen straling of gekroond in zijn eigen koninkrijk. De wereld ligt altijd klaar.
3 notes
·
View notes
Text
Van 'Coloured Black' Kijken tot Kunst Kastjes Kijken
De opening van mijn expositie 'Coloured Black-Premium' bij Galerie Persoon een succes! Lees en kijk! En verder in dit blog van TOOS&ART? Ontdek de unieke Kunst Kastjes Kijken route in Middelburg vanwege 25 jaar kunstroute. #kunst #expositie #kunstroute
‘Coloured Black’ Kijken Galerie Persoon in Eersel In een vorig blog gaf ik ‘t al aan, ik ging me laten verrassen hoe mijn expositie ‘Coloured Black-Premium’ in Galerie Persoon in Eersel er uit zou zien. Want dat liet ik met een gerust hart over aan de Noor van de Ven, eigenaar van de galerie. Die kent haar prachtige ruimte in het complex Oogenlust uit en te na en weet precies hoe ze daar haar…
0 notes