#bouw en sloop bedrijf
Explore tagged Tumblr posts
Text
De Maaskade ter hoogte van het gebouw van de firma Hulstkamp, 1931-1936.
Het Hulstkamp-gebouw is een rijksmonument aan de Maaskade in Rotterdam. Het is een gezichtsbepalend pand aan de noordzijde van het Noordereiland. De Rotterdamse architect Jacobus Pieter Stok ontwierp het in 1888 in Neorenaissancestijl. Kenmerkend is het gebruik van rode baksteen, versierd met witte banden en ornamenten.
Opdrachtgever tot de bouw was de firma Laming & Sons, die het gebouw in 1892 betrok. Het diende als margarine- en kaasfabriek met kantoor, woonhuis en opslagplaats. Na het faillissement van dit bedrijf werd het van 1919 - 1972 eigendom van de firma Hulstkamp & Zoon & Molijn die er een distilleerderij vestigde voor jenever. Bij de aanval op Rotterdam in mei 1940 werd dit gebouw als een van de eerste door Duitse militairen bezet. In 1979 kwam het gebouw leeg te staan. Van 1980 tot 1995 was er het Mariniersmuseum gevestigd.
Na een grondige renovatie van het kantoorgebouw en sloop van de distilleerderij werd het monumentale pand een bedrijfsverzamelgebouw annex feest- en congrescentrum dat wordt geëxploiteerd door Maison van den Boer. In de centrale expeditieruimte werden galerijen aangebracht en de voormalige opslagruimtes werden omgebouwd tot kantoorruimtes. Beneden zijn vijf zalen en in het centrale deel is een wintertuin met glazen dak. In de zalen De Branderij en De Stokerij zijn oorspronkelijke staalconstructies zichtbaar. In 2012 heeft er een metamorfose van de zalen plaatsgevonden.
De fotograaf is Frans van Dijk en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
2021
1 note
·
View note
Text
=> Aanbesteding!
Katholiek Primair Onderwijs (KPO Roosendaal) heeft het voornemen een contract aan te gaan voor de bouw van het Kindcentrum Cortendijck-Saffier, met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.050 m². Op dit moment is de school gehuisvest in een verouderd en slecht functionerend gebouw.
Het bestaande gebouw zal worden gesloopt en op dezelfde locatie wordt een nieuw gebouw te realiseren. In de eerste fase van de sloop- en bouwrijpwerkzaamheden zal een klein deel van het huidige gebouw worden gesloopt, waardoor er ruimte vrijkomt voor de nieuwbouw ten zuiden van het huidige gebouw. Bij de inschrijving moeten de aannemers rekening houden met veilig werken, aangezien de basisschool in bedrijf zal blijven in de nabijheid van de werkzaamheden.
Meer informatie via Tenderned: https://www.tenderned.nl/aankondigingen/overzicht/298255/documenten.
Meer onderwijsprojecten: https://www.hevo.nl/projecten?menu%5Bmarket%5D=Onderwijs
0 notes
Link
Op zoek naar een vakman voor een verbouwing of renovatie in de regio van Amsterdam? Dan is aannemer020 zeker een aanrader!
#aannemer#bouwbedrijf#Amsterdam#Aannemersbedrijf#Schider#stukadoor#metselwerk#muur plaatsen#bouw en sloop bedrijf#Aannemer 020 Amsterdam#Kozijnen#nieuwbouw#boederij verbouwing#horeca verbouwingen#restaurant renovatie#instapklaar aannemerswerk#onderaannemer Amsterdam
1 note
·
View note
Text
Bezwaar omgevingsvergunning
Bezwaar omgevingsvergunning: Elke week komt er in de plaatselijke krant te staan wie een omgevingsvergunning heeft gekregen en waarvoor. Maar dat een omgevingsvergunning is verleend betekent nog niet dat het definitief kan doorgaan. Net zoals het niet betekent dat een afgewezen vergunning definitief niet door kan gaan. Als iemand denkt last te hebben van een verleende vergunning, of de afgewezen persoon het niet eens is met de afwijzing, dan kan hier een bezwaar tegen ingediend worden.
Wat is een omgevingsvergunning
Wanneer iemand iets wilt bouwen of slopen dan moet er eerst een omgevingsvergunning aangevraagd worden. Deze vergunning geeft jou wettelijk gezien toestemming om te bouwen of slopen op het aangewezen stuk grond. Dit kan gedaan worden via de gemeente of bij het Omgevingsloket online. Op de website van het Omgevingsloket kun je ook de vergunningcheck invullen om te kijken of je inderdaad een vergunning nodig hebt. Ook kun je volgen wat de stand van zaken is omtrent jouw vergunning op de website. Een omgevingsvergunning is trouwens niet altijd nodig. Wanneer je van plan bent om kozijnen te vervangen dan mag je vergunningvrij bouwen.
Wanneer heb je een omgevingsvergunning nodig?
Een omgevingsvergunning is bij de meeste bouwwerkzaamheden, verbouwingen en renovaties nodig. Ook voor de meeste sloopwerkzaamheden heb je een vergunning nodig. Wanneer het om werkzaamheden in een gebied met landschappelijke of cultuurhistorische waarde gaat, of werkzaamheden in beschermde natuurgebieden, heb je altijd een vergunning nodig. Verder heb je voor de volgende dingen ook een omgevingsvergunning nodig: Bevestiging alarm aan bedrijfspandOntheffing flora- en faunawetMaatregelen brandveiligheid in gebouwenAanleg inrit of uitritBomenkapMilieubelasting van jouw bedrijfVerbouwing of sloop van beschermde monumentenPlaatsing tijdelijke voorwerpen op openbare wegBevestiging reclamebord of lichtbak bij bedrijfspand Het maakt voor een omgevingsvergunning niet uit of je een bedrijf hebt of particulier bent. Iedereen heeft een vergunning nodig, ook aannemers die voor de gemeente werken.
Afwijzing omgevingsvergunning
Het gebeurt best vaak dat een vergunning afgewezen wordt. Niet alleen omgevingsvergunningen, maar ook evenementenvergunningen en parkeervergunningen worden vaak afgewezen. Er is een redelijk grote kans dat een vergunning afgewezen is zonder een goede juridische reden. Wanneer je juridische hulp inschakelt kun je alsnog goedkeuring voor de vergunning krijgen met de juiste argumenten. Natuurlijk moet alles wel volgens de regels gedaan worden. Je kunt niet alsnog de bouw of sloop doorzetten en tijdens de werkzaamheden nog even de vergunning aanvragen. Soms kan het ook zijn dat het niet past binnen de bestemmingsplan.
Bezwaar tegen goedkeuring omgevingsvergunning
Natuurlijk kan het ook zo zijn dat een omgevingsvergunning juist is goedgekeurd terwijl jij hier helemaal niet op zit te wachten. Als je een juridisch geldige reden hebt om bezwaar in te dienen, dan kun je dit bij de gemeente aangeven. Natuurlijk moet er wel een goed onderbouwd belang bij de argumenten zitten, en moet het niet zijn dat je het niet wilt omdat het gewoon niks vindt. Wanneer de buurman in de straat bijvoorbeeld een oprit wilt maken, en jij hier bezwaar tegen maakt omdat je het niet eerlijk vindt dat hij het wel heeft en jij niet, dan zal dit geen geldige reden zijn. Je kunt uiteraard wel altijd een juridisch expert naar de zaak laten kijken om uit te zoeken wat jouw rechten zijn https://vimeo.com/426343937
Geen bezwaar mogelijk omgevingsvergunning
Het is niet altijd mogelijk om een bezwaar in te dienen. Het maakt niet uit hoe erg je er tegenop ziet, bezwaar is gewoon niet mogelijk. Gelukkig kun je nog wel vragen of ze een beetje rekening met je willen houden. Je kunt de gemeente dan vragen of er rekening gehouden kan worden met jouw zorgen middels een zienswijze. In een zienswijze kun je aangeven hoe jij last zou ervaren van de vergunning. Wanneer hier goede argumenten genoemd worden moet de aannemer hier rekening mee houden en jou zo min mogelijk tot last zijn. Er gelden wel speciale regels om een zienswijze in te dienen. Wanneer je niet precies weet of dit mogelijk is voor jou, kun je vrijblijvend contact met ons opnemen voor meer informatie
Vergunningsvrij bouwen
Bepaalde uitbreidingen mogen gebouwd worden zonder vergunning. Denk hierbij aan bijgebouwen, garages, een serre en aanpassingen aan de gevel. Ook zonnepanelen en schotelantennes mogen geplaatst worden zonder vergunning. De schutting of het tuinhek mag ook aangepast worden zo lang dit op jouw eigen erfgrond blijft. Ook een dakkapel of dakraam mag gebouwd worden zonder vergunning, maar hier gelden wel bepaalde voorwaarden voor. Hoewel er geen vergunning nodig is voor een bijgebouw, is er wel toestemming nodig als het om een extra woning gaat. Als het om een mantelzorgwoning gaat is er weer geen toestemming nodig. Ook voor de andere vergunningsvrije mogelijkheden zijn wel bepaalde regels van toepassing. Het zit dus allemaal heel ingewikkeld in elkaar. Daarom is het ook begrijpelijk als je er even niet meer uitkomt met al die regels. Schroom niet om hulp te vragen!
Hulp bij bezwaar indienen omgevingsvergunning
Het is natuurlijk niet niks om een bezwaar in te dienen tegen het werk van een ander. Misschien is het wel die lieve buurman en zou je het liever gewoon door willen laten gaan, maar gaat dat echt niet omdat je er te veel last van hebt. Wees dan ook niet bang om hulp te vragen. Je kunt ons vrijblijvend bellen of mailen om te kijken wat jouw mogelijkheden zijn. Ook onze chatmedewerkers staan voor jou klaar. Wij brengen jou in contact met de juiste juridisch hulp die de rechten & plichten op het gebied van omgevingsvergunningen door en door kennen. Het gesprek is altijd vrijblijvend, je bent dus niet verplicht om gelijk op actie over te gaan en krijgt rustig de tijd om even alles na te lopen. Read the full article
#advocaat#Bezwaarschrift#buren#juridisch#juridischadvies#jurist#Omgevingsvergunning#Verbouwen#Verbouwing#vergunning
1 note
·
View note
Text
Het Hulstkamp-gebouw. (Noordereiland)
Het Hulstkamp-gebouw is een rijksmonument aan de Maaskade in Rotterdam. Het is een gezichtsbepalend pand aan de noordzijde van het Noordereiland. De Rotterdamse architect Jacobus Pieter Stok ontwierp het in 1888 in neorenaissancestijl. Kenmerkend is het gebruik van rode baksteen, versierd met witte banden en ornamenten.
Opdrachtgever tot de bouw was de firma Laming & Sons, die het gebouw in 1892 betrok. Het diende als margarine- en kaasfabriek met kantoor, woonhuis en opslagplaats. Na het faillissement van dit bedrijf werd het van 1919 - 1972 eigendom van de firma Hulstkamp & Zoon & Molijn die er een distilleerderij vestigde voor jenever. Bij de aanval op Rotterdam in mei 1940 werd dit gebouw als een van de eerste door Duitse militairen bezet. In 1979 kwam het gebouw leeg te staan. Van 1980 tot 1995 was er het Mariniersmuseum gevestigd.
Na een grondige renovatie van het kantoorgebouw en sloop van de distilleerderij werd het monumentale pand een bedrijfsverzamelgebouw annex feest- en congrescentrum dat wordt geëxploiteerd door MPS | food & design (Martinair Party Service). In de centrale expeditieruimte werden galerijen aangebracht en de voormalige opslagruimtes werden omgebouwd tot kantoorruimtes. Beneden zijn vijf zalen en in het centrale deel is een wintertuin met glazen dak. In de zalen De Branderij en De Stokerij zijn oorspronkelijke staalconstructies zichtbaar. In 2012 heeft er een metamorfose van de zalen plaatsgevonden.
Foto en Informatie komen uit wikipedia.
1 note
·
View note
Text
De Nederlanden van 1845 (Dudok)
Het voormalig kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 is een gebouw gevestigd aan de Meent en Westewagenstraat in Rotterdam. Nadat het originele kantoorgebouw aan de zuidzijde van de Blaak (toen nog een binnenhaven) bij het bombardement op 14 mei 1940 was verwoest, werden in 1942 de eerste plannen gemaakt voor een geheel nieuw pand aan de Meent, nabij de Meentbrug en Delftsevaart. Pas in 1951 werd begonnen met de bouw die in 1952 werd voltooid. Het gebouw is een gemeentelijk monument.
Het eerste kantoor van De Nederlanden van 1945 stond aan de Zuidblaak. Dit pand had het huisnummer 24 en was vermoedelijk in gebruik tot 1912.[1] De verzekeringsmaatschappij gaf hun vaste architect H.P. Berlage opdracht om een nieuw kantoorgebouw te ontwerpen omdat het huidige gebouw niet meer aan de eisen voldeed. Dit gebouw moest eveneens aan de Zuidblaak komen, nabij de Molsteeg. In 1909 werd begonnen met de bouw, die in 1913 was afgerond. Het nieuwe kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 was nu gevestigd op nummer 26, en huisvestte de verzekeringsmaatschappij tot 1940. Dit gebouw was vooral kenmerkend vanwege de grote letters Fatum Labor op de gevel, wat in het Latijn min of meer vertaalt naar het lot van de arbeid of lot arbeid. Van 1914 tot 1921 was in het gebouw tevens de Continental Petroleum Company gevestigd.
Tijdens het bombardement op de binnenstad in 1940 werd het pand zwaar beschadigd. De kluis was echter niet beschadigd geraakt, waardoor waardevolle gegevens behouden waren gebleven.[7] Hoewel het karkas nog overeind stond en de voorgevel relatief ongeschonden het bombardement was doorgekomen, werd vermoedelijk in datzelfde jaar toch gekozen voor de sloop. Na een korte onderbreking kon het bedrijf zijn zaken gedurende de oorlog voortzetten in een ruim huis aan de Schiekade 166.
Plannen voor een nieuw kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 zijn al tijdens de oorlog gemaakt. In 1942 is een eerste ontwerp gemaakt voor een nieuw kantoor in traditionalistische stijl door de nieuwe, vaste architect van het bedrijf Willem Dudok.[12] Dit heeft te maken met het originele wederopbouwplan waar Willem Gerrit Witteveen de stad in traditionele trant wou herbouwen. Echter, naarmate de oorlog voortduurde en er steeds meer kritiek kwam op het originele wederopbouwplan, nam Witteveen ontslag en werd hij vervangen door zijn assistent Cornelis van Traa in 1944. Hierdoor is het originele plan voor het nieuwe kantoor nooit gerealiseerd en komt er ook een radicale verandering in de toekomstige wederopbouwplannen van de stad. De focus ligt in het Basisplan van Van Traa niet langer op traditionalistische herbouw, maar functionalistische nieuwbouw. Hierop herschrijft Dudok zijn bouwplannen en wordt het uiteindelijke ontwerp van 1949 een mengelmoes van traditionele en functionele trant.] In mei 1951 wordt begonnen met de werkzaamheden bij de Meent en Westewagenstraat, die in 1952 zijn afgerond. Op 12 december van dat jaar wordt het nieuwe kantoor feestelijk geopend en verhuist de verzekeringsmaatschappij van de Schiekade naar de Meent.[2] Een aantal prominente personen die bij de opening aanwezig zijn, zijn onder meer de toenmalige burgemeester van Rotterdam Gerard van Walsum, de wethourders A. Hogeweg en Jan Meertens, de voorzitter en secretaris van de Kamer van Koophandel Karel Paul van der Mandele en de conrector van de Economische Hogeschool Johan Witteveen. De hoofddirecteur van de verzekeringsmaatschappij was zelf echter afwezig vanwege ziekte. Van Walsum is tevreden met de bouw en zei het volgende over: "Met de stichting van dit gebouw heeft u een eervolle bijdrage geleverd tot de wederopbouw van Rotterdam. Wij hebben dringend behoefte aan een nieuwe binnenstad. Dit gebouw draagt bij tot de completering van het hart van de stad."
De directie zelf was zeer tevreden met het opgeleverde pand. Plaatsvervangend lid van de hoofddirectie H. van Manen verklaarde dat het een "fraai en doelmatig gebouw" was. Architectuurcriticus Rein Blijstra van het sociaaldemocratische dagblad Het Vrije Volk was echter niet zo optimistisch. Hij vond dat Dudok de functie teveel had opgeofferd voor de esthetiek. Later kwam hij terug op zijn uitspraken en is hij toch enthousiast geworden over het gebouw. Plannen voor een nieuw kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 zijn al tijdens de oorlog gemaakt. In 1942 is een eerste ontwerp gemaakt voor een nieuw kantoor in traditionalistische stijl door de nieuwe, vaste architect van het bedrijf Willem Dudok. Dit heeft te maken met het originele wederopbouwplan waar Willem Gerrit Witteveen de stad in traditionele trant wou herbouwen. Echter, naarmate de oorlog voortduurde en er steeds meer kritiek kwam op het originele wederopbouwplan, nam Witteveen ontslag en werd hij vervangen door zijn assistent Cornelis van Traa in 1944. Hierdoor is het originele plan voor het nieuwe kantoor nooit gerealiseerd en komt er ook een radicale verandering in de toekomstige wederopbouwplannen van de stad. De focus ligt in het Basisplan van Van Traa niet langer op traditionalistische herbouw, maar functionalistische nieuwbouw. Hierop herschrijft Dudok zijn bouwplannen en wordt het uiteindelijke ontwerp van 1949 een mengelmoes van traditionele en functionele trant. In mei 1951 wordt begonnen met de werkzaamheden bij de Meent en Westewagenstraat, die in 1952 zijn afgerond. Op 12 december van dat jaar wordt het nieuwe kantoor feestelijk geopend en verhuist de verzekeringsmaatschappij van de Schiekade naar de Meent. Een aantal prominente personen die bij de opening aanwezig zijn, zijn onder meer de toenmalige burgemeester van Rotterdam Gerard van Walsum, de wethourders A. Hogeweg en Jan Meertens, de voorzitter en secretaris van de Kamer van Koophandel Karel Paul van der Mandele en de conrector van de Economische Hogeschool Johan Witteveen. De hoofddirecteur van de verzekeringsmaatschappij was zelf echter afwezig vanwege ziekte. Van Walsum is tevreden met de bouw en zei het volgende over: "Met de stichting van dit gebouw heeft u een eervolle bijdrage geleverd tot de wederopbouw van Rotterdam. Wij hebben dringend behoefte aan een nieuwe binnenstad. Dit gebouw draagt bij tot de completering van het hart van de stad."
De directie zelf was zeer tevreden met het opgeleverde pand. Plaatsvervangend lid van de hoofddirectie H. van Manen verklaarde dat het een "fraai en doelmatig gebouw" was. Architectuurcriticus Rein Blijstra van het sociaaldemocratische dagblad Het Vrije Volk was echter niet zo optimistisch. Hij vond dat Dudok de functie teveel had opgeofferd voor de esthetiek. Later kwam hij terug op zijn uitspraken en is hij toch enthousiast geworden over het gebouw.
De Nederlanden van 1845 was te vinden met het huisnummer 88 en gebruikte het gebouw tot 1963, waarna het bedrijf fuseerde met de Nationale Levensverzekering-Bank en hierdoor de naam Nationale-Nederlanden kreeg. Dit bedrijf gebruikte het gebouw als verzekeringskantoor tot omstreeks 1980, waarna het enige tijd de afdeling Schuldhulpsanering van de gemeente huisvestte. Het deed daarna nog enige tijd dienst als tapijtwinkel, voor een renovatie in 1990 het pand grootschalig veranderde. Alle verlaagde plafonds en systeemwanden zijn er toen verwijderd, waarna het pand vanaf 1991 dienst doet als grand café - de allereerste in Rotterdam - met de naam Café Dudok De verbouwing was uitgevoerd door H. Kossmann en J. Dijkman.
Er is op het gebouw een zogeheten 'kleuren- en scheurenonderzoek' uitgevoerd in opdracht van Chrimako BV. De reden van de onderzoeken was de toen nog geplande onderhoudswerkzaamheden die moesten worden uitgevoerd. Het doel van de bouwtechnische inspectie was om te achterhalen of er historische kleurlagen aanwezig waren in het gebouw. Ook is er gekeken in hoeverre er sprake is van bouwtechnische schades zoals scheuren, en wat de oorzaken hiervan zijn. De opdracht is uitgevoerd door Lotte Zaaijer en Marieke van den Dungen.
Fot en Informatie komt van wikipedia.
0 notes
Text
Het Hulstkamp-gebouw.
Het Hulstkamp-gebouw is een rijksmonument aan de Maaskade in Rotterdam. Het is een gezichtsbepalend pand aan de noordzijde van het Noordereiland. De Rotterdamse architect Jacobus Pieter Stok ontwierp het in 1888 in neorenaissancestijl. Kenmerkend is het gebruik van rode baksteen, versierd met witte banden en ornamenten.
Opdrachtgever tot de bouw was de firma Laming & Sons, die het gebouw in 1892 betrok. Het diende als margarine- en kaasfabriek met kantoor, woonhuis en opslagplaats. Na het faillissement van dit bedrijf werd het van 1919 - 1972 eigendom van de firma Hulstkamp & Zoon & Molijn die er een distilleerderij vestigde voor jenever. Bij de aanval op Rotterdam in mei 1940 werd dit gebouw als een van de eerste door Duitse militairen bezet. In 1979 kwam het gebouw leeg te staan. Van 1980 tot 1995 was er het Mariniersmuseum gevestigd.
Na een grondige renovatie van het kantoorgebouw en sloop van de distilleerderij werd het monumentale pand een bedrijfsverzamelgebouw annex feest- en congrescentrum dat wordt geëxploiteerd door MPS | food & design (Martinair Party Service). In de centrale expeditieruimte werden galerijen aangebracht en de voormalige opslagruimtes werden omgebouwd tot kantoorruimtes. Beneden zijn vijf zalen en in het centrale deel is een wintertuin met glazen dak. In de zalen De Branderij en De Stokerij zijn oorspronkelijke staalconstructies zichtbaar. In 2012 heeft er een metamorfose van de zalen plaatsgevonden.
Foto en Informatie komen uit wikipedia.
1 note
·
View note
Text
Rotterdam Van Alles Overzicht 708
Portret van Jaap Valkhoff, liedjeszanger. 1910-1992
Overzicht van de tunnel onder het Weena en omgeving, vanaf het Groothandelsgebouw. Op de achtergrond de Kruiskade en de Coolsingel. 1952
Overzicht vanaf het Groothandelsgebouw van het Weena en de tunnel bij nacht, met in het midden het Luxor theater en hotel 'Central' aan de Kruiskade. Op de achtergrond het stadhuis aan de Coolsingel. 1952
Een combinatie van zeer zware storm en springvloed veroorzaakt een watersnoodramp in Zeeland en delen van Zuid-Holland en Noord-Brabant. Ook in Rotterdam zijn er overstromingen, zowel op de linker- als op de rechter Maasoever. Op de foto: De Steven Hogendijkstraat gezien naar de Nassauhaven. 1953
Overzicht van de sloop van het noodwinkelcentrum Dijkzigt aan de Mathenesserlaan, tussen de Rochussenstraat en de Jongkindstraat. Links een pand van Ruteck's en op de achtergrond de Arminiuskerk en rechts het Museum Boijmans. 1954
Huishoudbeurs Femina in de Ahoy'-hal, met stands van onder andere Philips, Nescafé en Libelle. 1955
Brandspuit voor de brand van de stoomhoutzagerij en kuiperij van de firma W. van de Lugt & Zoon aan de Oeverstraat - Prins Hendrikkade. 1902
Een vrachtauto van het bedrijf Torck, groothandel in kinderwagens en speelgoed, rijdt het als eerste het Groothandelsgebouw binnen. 1950
In de Stieltjesstraat wacht verkeer achter een geopende Spoorweghavenbrug over de Spoorweghaven. Op de achtergrond het Poortgebouw en de Hefbrug. 1955
Bouw van de directiekeet voor de Bijenkorf aan de Coolsingel. Op de achtergrond van links naar rechts het stadhuis, het hoofdpostkantoor en de Beurs. 1955
0 notes
Text
De Nederlanden van 1845 (Rotterdam)
Het voormalig kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 is een gebouw gevestigd aan de Meent en Westewagenstraat in Rotterdam. Nadat het originele kantoorgebouw aan de zuidzijde van de Blaak (toen nog een binnenhaven) bij het bombardement op 14 mei 1940 was verwoest, werden in 1942 de eerste plannen gemaakt voor een geheel nieuw pand aan de Meent, nabij de Meentbrug en Delftsevaart. Pas in 1951 werd begonnen met de bouw die in 1952 werd voltooid. Het gebouw is een gemeentelijk monument.
Het eerste kantoor van De Nederlanden van 1945 stond aan de Zuidblaak. Dit pand had het huisnummer 24 en was vermoedelijk in gebruik tot 1912.[1] De verzekeringsmaatschappij gaf hun vaste architect H.P. Berlage opdracht om een nieuw kantoorgebouw te ontwerpen omdat het huidige gebouw niet meer aan de eisen voldeed. Dit gebouw moest eveneens aan de Zuidblaak komen, nabij de Molsteeg. In 1909 werd begonnen met de bouw, die in 1913 was afgerond. Het nieuwe kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 was nu gevestigd op nummer 26, en huisvestte de verzekeringsmaatschappij tot 1940. Dit gebouw was vooral kenmerkend vanwege de grote letters Fatum Labor op de gevel, wat in het Latijn min of meer vertaalt naar het lot van de arbeid of lot arbeid. Van 1914 tot 1921 was in het gebouw tevens de Continental Petroleum Company gevestigd.
Tijdens het bombardement op de binnenstad in 1940 werd het pand zwaar beschadigd. De kluis was echter niet beschadigd geraakt, waardoor waardevolle gegevens behouden waren gebleven. Hoewel het karkas nog overeind stond en de voorgevel relatief ongeschonden het bombardement was doorgekomen, werd vermoedelijk in datzelfde jaar toch gekozen voor de sloop. Na een korte onderbreking kon het bedrijf zijn zaken gedurende de oorlog voortzetten in een ruim huis aan de Schiekade 166.
Plannen voor een nieuw kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 zijn al tijdens de oorlog gemaakt. In 1942 is een eerste ontwerp gemaakt voor een nieuw kantoor in traditionalistische stijl door de nieuwe, vaste architect van het bedrijf Willem Dudok.[12] Dit heeft te maken met het originele wederopbouwplan waar Willem Gerrit Witteveen de stad in traditionele trant wou herbouwen. Echter, naarmate de oorlog voortduurde en er steeds meer kritiek kwam op het originele wederopbouwplan, nam Witteveen ontslag en werd hij vervangen door zijn assistent Cornelis van Traa in 1944. Hierdoor is het originele plan voor het nieuwe kantoor nooit gerealiseerd en komt er ook een radicale verandering in de toekomstige wederopbouwplannen van de stad. De focus ligt in het Basisplan van Van Traa niet langer op traditionalistische herbouw, maar functionalistische nieuwbouw. Hierop herschrijft Dudok zijn bouwplannen en wordt het uiteindelijke ontwerp van 1949 een mengelmoes van traditionele en functionele trant.] In mei 1951 wordt begonnen met de werkzaamheden bij de Meent en Westewagenstraat, die in 1952 zijn afgerond. Op 12 december van dat jaar wordt het nieuwe kantoor feestelijk geopend en verhuist de verzekeringsmaatschappij van de Schiekade naar de Meent.[2] Een aantal prominente personen die bij de opening aanwezig zijn, zijn onder meer de toenmalige burgemeester van Rotterdam Gerard van Walsum, de wethourders A. Hogeweg en Jan Meertens, de voorzitter en secretaris van de Kamer van Koophandel Karel Paul van der Mandele en de conrector van de Economische Hogeschool Johan Witteveen. De hoofddirecteur van de verzekeringsmaatschappij was zelf echter afwezig vanwege ziekte. Van Walsum is tevreden met de bouw en zei het volgende over: "Met de stichting van dit gebouw heeft u een eervolle bijdrage geleverd tot de wederopbouw van Rotterdam. Wij hebben dringend behoefte aan een nieuwe binnenstad. Dit gebouw draagt bij tot de completering van het hart van de stad."
De directie zelf was zeer tevreden met het opgeleverde pand. Plaatsvervangend lid van de hoofddirectie H. van Manen verklaarde dat het een "fraai en doelmatig gebouw" was. Architectuurcriticus Rein Blijstra van het sociaaldemocratische dagblad Het Vrije Volk was echter niet zo optimistisch. Hij vond dat Dudok de functie teveel had opgeofferd voor de esthetiek. Later kwam hij terug op zijn uitspraken en is hij toch enthousiast geworden over het gebouw. Plannen voor een nieuw kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 zijn al tijdens de oorlog gemaakt. In 1942 is een eerste ontwerp gemaakt voor een nieuw kantoor in traditionalistische stijl door de nieuwe, vaste architect van het bedrijf Willem Dudok. Dit heeft te maken met het originele wederopbouwplan waar Willem Gerrit Witteveen de stad in traditionele trant wou herbouwen. Echter, naarmate de oorlog voortduurde en er steeds meer kritiek kwam op het originele wederopbouwplan, nam Witteveen ontslag en werd hij vervangen door zijn assistent Cornelis van Traa in 1944. Hierdoor is het originele plan voor het nieuwe kantoor nooit gerealiseerd en komt er ook een radicale verandering in de toekomstige wederopbouwplannen van de stad. De focus ligt in het Basisplan van Van Traa niet langer op traditionalistische herbouw, maar functionalistische nieuwbouw. Hierop herschrijft Dudok zijn bouwplannen en wordt het uiteindelijke ontwerp van 1949 een mengelmoes van traditionele en functionele trant. In mei 1951 wordt begonnen met de werkzaamheden bij de Meent en Westewagenstraat, die in 1952 zijn afgerond. Op 12 december van dat jaar wordt het nieuwe kantoor feestelijk geopend en verhuist de verzekeringsmaatschappij van de Schiekade naar de Meent. Een aantal prominente personen die bij de opening aanwezig zijn, zijn onder meer de toenmalige burgemeester van Rotterdam Gerard van Walsum, de wethourders A. Hogeweg en Jan Meertens, de voorzitter en secretaris van de Kamer van Koophandel Karel Paul van der Mandele en de conrector van de Economische Hogeschool Johan Witteveen. De hoofddirecteur van de verzekeringsmaatschappij was zelf echter afwezig vanwege ziekte. Van Walsum is tevreden met de bouw en zei het volgende over: "Met de stichting van dit gebouw heeft u een eervolle bijdrage geleverd tot de wederopbouw van Rotterdam. Wij hebben dringend behoefte aan een nieuwe binnenstad. Dit gebouw draagt bij tot de completering van het hart van de stad."
De directie zelf was zeer tevreden met het opgeleverde pand. Plaatsvervangend lid van de hoofddirectie H. van Manen verklaarde dat het een "fraai en doelmatig gebouw" was. Architectuurcriticus Rein Blijstra van het sociaaldemocratische dagblad Het Vrije Volk was echter niet zo optimistisch. Hij vond dat Dudok de functie teveel had opgeofferd voor de esthetiek. Later kwam hij terug op zijn uitspraken en is hij toch enthousiast geworden over het gebouw.
De Nederlanden van 1845 was te vinden met het huisnummer 88 en gebruikte het gebouw tot 1963, waarna het bedrijf fuseerde met de Nationale Levensverzekering-Bank en hierdoor de naam Nationale-Nederlanden kreeg. Dit bedrijf gebruikte het gebouw als verzekeringskantoor tot omstreeks 1980, waarna het enige tijd de afdeling Schuldhulpsanering van de gemeente huisvestte. Het deed daarna nog enige tijd dienst als tapijtwinkel, voor een renovatie in 1990 het pand grootschalig veranderde. Alle verlaagde plafonds en systeemwanden zijn er toen verwijderd, waarna het pand vanaf 1991 dienst doet als grand café - de allereerste in Rotterdam - met de naam Café Dudok De verbouwing was uitgevoerd door H. Kossmann en J. Dijkman.
Er is op het gebouw een zogeheten 'kleuren- en scheurenonderzoek' uitgevoerd in opdracht van Chrimako BV. De reden van de onderzoeken was de toen nog geplande onderhoudswerkzaamheden die moesten worden uitgevoerd. Het doel van de bouwtechnische inspectie was om te achterhalen of er historische kleurlagen aanwezig waren in het gebouw. Ook is er gekeken in hoeverre er sprake is van bouwtechnische schades zoals scheuren, en wat de oorzaken hiervan zijn. De opdracht is uitgevoerd door Lotte Zaaijer en Marieke van den Dungen.
Foto en Informatie komt van wikipedia.
0 notes
Text
Het Hulstkamp-gebouw.
Het Hulstkamp-gebouw is een rijksmonument aan de Maaskade in Rotterdam. Het is een gezichtsbepalend pand aan de noordzijde van het Noordereiland. De Rotterdamse architect Jacobus Pieter Stok ontwierp het in 1888 in neorenaissancestijl. Kenmerkend is het gebruik van rode baksteen, versierd met witte banden en ornamenten.
Opdrachtgever tot de bouw was de firma Laming & Sons, die het gebouw in 1892 betrok. Het diende als margarine- en kaasfabriek met kantoor, woonhuis en opslagplaats. Na het faillissement van dit bedrijf werd het van 1919 - 1972 eigendom van de firma Hulstkamp & Zoon & Molijn die er een distilleerderij vestigde voor jenever. Bij de aanval op Rotterdam in mei 1940 werd dit gebouw als een van de eerste door Duitse militairen bezet. In 1979 kwam het gebouw leeg te staan. Van 1980 tot 1995 was er het Mariniersmuseum gevestigd.
Na een grondige renovatie van het kantoorgebouw en sloop van de distilleerderij werd het monumentale pand een bedrijfsverzamelgebouw annex feest- en congrescentrum dat wordt geëxploiteerd door MPS | food & design (Martinair Party Service). In de centrale expeditieruimte werden galerijen aangebracht en de voormalige opslagruimtes werden omgebouwd tot kantoorruimtes. Beneden zijn vijf zalen en in het centrale deel is een wintertuin met glazen dak. In de zalen De Branderij en De Stokerij zijn oorspronkelijke staalconstructies zichtbaar. In 2012 heeft er een metamorfose van de zalen plaatsgevonden.
Foto en Informatie komen uit wikipedia.
1 note
·
View note
Text
De Maaskade ter hoogte van het gebouw van de firma Hulstkamp, 1931-1936.
Het Hulstkamp-gebouw is een rijksmonument aan de Maaskade in Rotterdam. Het is een gezichtsbepalend pand aan de noordzijde van het Noordereiland. De Rotterdamse architect Jacobus Pieter Stok ontwierp het in 1888 in Neorenaissancestijl. Kenmerkend is het gebruik van rode baksteen, versierd met witte banden en ornamenten.
Opdrachtgever tot de bouw was de firma Laming & Sons, die het gebouw in 1892 betrok. Het diende als margarine- en kaasfabriek met kantoor, woonhuis en opslagplaats. Na het faillissement van dit bedrijf werd het van 1919 - 1972 eigendom van de firma Hulstkamp & Zoon & Molijn die er een distilleerderij vestigde voor jenever. Bij de aanval op Rotterdam in mei 1940 werd dit gebouw als een van de eerste door Duitse militairen bezet. In 1979 kwam het gebouw leeg te staan. Van 1980 tot 1995 was er het Mariniersmuseum gevestigd.
Na een grondige renovatie van het kantoorgebouw en sloop van de distilleerderij werd het monumentale pand een bedrijfsverzamelgebouw annex feest- en congrescentrum dat wordt geëxploiteerd door Maison van den Boer. In de centrale expeditieruimte werden galerijen aangebracht en de voormalige opslagruimtes werden omgebouwd tot kantoorruimtes. Beneden zijn vijf zalen en in het centrale deel is een wintertuin met glazen dak. In de zalen De Branderij en De Stokerij zijn oorspronkelijke staalconstructies zichtbaar. In 2012 heeft er een metamorfose van de zalen plaatsgevonden.
De fotograaf is Frans van Dijk en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
1 note
·
View note
Text
Het Hulstkamp-gebouw
Het Hulstkamp-gebouw is een rijksmonument aan de Maaskade in Rotterdam. Het is een gezichtsbepalend pand aan de noordzijde van het Noordereiland. De Rotterdamse architect Jacobus Pieter Stok ontwierp het in 1888 in neorenaissancestijl. Kenmerkend is het gebruik van rode baksteen, versierd met witte banden en ornamenten.
Opdrachtgever tot de bouw was de firma Laming & Sons, die het gebouw in 1892 betrok. Het diende als margarine- en kaasfabriek met kantoor, woonhuis en opslagplaats. Na het faillissement van dit bedrijf werd het van 1919 - 1972 eigendom van de firma Hulstkamp & Zoon & Molijn die er een distilleerderij vestigde voor jenever. Bij de aanval op Rotterdam in mei 1940 werd dit gebouw als een van de eerste door Duitse militairen bezet. In 1979 kwam het gebouw leeg te staan. Van 1980 tot 1995 was er het Mariniersmuseum gevestigd.
Na een grondige renovatie van het kantoorgebouw en sloop van de distilleerderij werd het monumentale pand een bedrijfsverzamelgebouw annex feest- en congrescentrum dat wordt geëxploiteerd door MPS | food & design (Martinair Party Service). In de centrale expeditieruimte werden galerijen aangebracht en de voormalige opslagruimtes werden omgebouwd tot kantoorruimtes. Beneden zijn vijf zalen en in het centrale deel is een wintertuin met glazen dak. In de zalen De Branderij en De Stokerij zijn oorspronkelijke staalconstructies zichtbaar. In 2012 heeft er een metamorfose van de zalen plaatsgevonden.
Foto en Informatie komen uit wikipedia.
1 note
·
View note
Text
De Nederlanden van 1845 (Rotterdam)
Het voormalig kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 is een gebouw gevestigd aan de Meent en Westewagenstraat in Rotterdam. Nadat het originele kantoorgebouw aan de zuidzijde van de Blaak (toen nog een binnenhaven) bij het bombardement op 14 mei 1940 was verwoest, werden in 1942 de eerste plannen gemaakt voor een geheel nieuw pand aan de Meent, nabij de Meentbrug en Delftsevaart. Pas in 1951 werd begonnen met de bouw die in 1952 werd voltooid. Het gebouw is een gemeentelijk monument.
Het eerste kantoor van De Nederlanden van 1945 stond aan de Zuidblaak. Dit pand had het huisnummer 24 en was vermoedelijk in gebruik tot 1912.[1] De verzekeringsmaatschappij gaf hun vaste architect H.P. Berlage opdracht om een nieuw kantoorgebouw te ontwerpen omdat het huidige gebouw niet meer aan de eisen voldeed. Dit gebouw moest eveneens aan de Zuidblaak komen, nabij de Molsteeg. In 1909 werd begonnen met de bouw, die in 1913 was afgerond. Het nieuwe kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 was nu gevestigd op nummer 26, en huisvestte de verzekeringsmaatschappij tot 1940. Dit gebouw was vooral kenmerkend vanwege de grote letters Fatum Labor op de gevel, wat in het Latijn min of meer vertaalt naar het lot van de arbeid of lot arbeid. Van 1914 tot 1921 was in het gebouw tevens de Continental Petroleum Company gevestigd.
Tijdens het bombardement op de binnenstad in 1940 werd het pand zwaar beschadigd. De kluis was echter niet beschadigd geraakt, waardoor waardevolle gegevens behouden waren gebleven. Hoewel het karkas nog overeind stond en de voorgevel relatief ongeschonden het bombardement was doorgekomen, werd vermoedelijk in datzelfde jaar toch gekozen voor de sloop. Na een korte onderbreking kon het bedrijf zijn zaken gedurende de oorlog voortzetten in een ruim huis aan de Schiekade 166.
Plannen voor een nieuw kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 zijn al tijdens de oorlog gemaakt. In 1942 is een eerste ontwerp gemaakt voor een nieuw kantoor in traditionalistische stijl door de nieuwe, vaste architect van het bedrijf Willem Dudok.[12] Dit heeft te maken met het originele wederopbouwplan waar Willem Gerrit Witteveen de stad in traditionele trant wou herbouwen. Echter, naarmate de oorlog voortduurde en er steeds meer kritiek kwam op het originele wederopbouwplan, nam Witteveen ontslag en werd hij vervangen door zijn assistent Cornelis van Traa in 1944. Hierdoor is het originele plan voor het nieuwe kantoor nooit gerealiseerd en komt er ook een radicale verandering in de toekomstige wederopbouwplannen van de stad. De focus ligt in het Basisplan van Van Traa niet langer op traditionalistische herbouw, maar functionalistische nieuwbouw. Hierop herschrijft Dudok zijn bouwplannen en wordt het uiteindelijke ontwerp van 1949 een mengelmoes van traditionele en functionele trant.] In mei 1951 wordt begonnen met de werkzaamheden bij de Meent en Westewagenstraat, die in 1952 zijn afgerond. Op 12 december van dat jaar wordt het nieuwe kantoor feestelijk geopend en verhuist de verzekeringsmaatschappij van de Schiekade naar de Meent.[2] Een aantal prominente personen die bij de opening aanwezig zijn, zijn onder meer de toenmalige burgemeester van Rotterdam Gerard van Walsum, de wethourders A. Hogeweg en Jan Meertens, de voorzitter en secretaris van de Kamer van Koophandel Karel Paul van der Mandele en de conrector van de Economische Hogeschool Johan Witteveen. De hoofddirecteur van de verzekeringsmaatschappij was zelf echter afwezig vanwege ziekte. Van Walsum is tevreden met de bouw en zei het volgende over: "Met de stichting van dit gebouw heeft u een eervolle bijdrage geleverd tot de wederopbouw van Rotterdam. Wij hebben dringend behoefte aan een nieuwe binnenstad. Dit gebouw draagt bij tot de completering van het hart van de stad."
De directie zelf was zeer tevreden met het opgeleverde pand. Plaatsvervangend lid van de hoofddirectie H. van Manen verklaarde dat het een "fraai en doelmatig gebouw" was. Architectuurcriticus Rein Blijstra van het sociaaldemocratische dagblad Het Vrije Volk was echter niet zo optimistisch. Hij vond dat Dudok de functie teveel had opgeofferd voor de esthetiek. Later kwam hij terug op zijn uitspraken en is hij toch enthousiast geworden over het gebouw. Plannen voor een nieuw kantoorgebouw van De Nederlanden van 1845 zijn al tijdens de oorlog gemaakt. In 1942 is een eerste ontwerp gemaakt voor een nieuw kantoor in traditionalistische stijl door de nieuwe, vaste architect van het bedrijf Willem Dudok. Dit heeft te maken met het originele wederopbouwplan waar Willem Gerrit Witteveen de stad in traditionele trant wou herbouwen. Echter, naarmate de oorlog voortduurde en er steeds meer kritiek kwam op het originele wederopbouwplan, nam Witteveen ontslag en werd hij vervangen door zijn assistent Cornelis van Traa in 1944. Hierdoor is het originele plan voor het nieuwe kantoor nooit gerealiseerd en komt er ook een radicale verandering in de toekomstige wederopbouwplannen van de stad. De focus ligt in het Basisplan van Van Traa niet langer op traditionalistische herbouw, maar functionalistische nieuwbouw. Hierop herschrijft Dudok zijn bouwplannen en wordt het uiteindelijke ontwerp van 1949 een mengelmoes van traditionele en functionele trant. In mei 1951 wordt begonnen met de werkzaamheden bij de Meent en Westewagenstraat, die in 1952 zijn afgerond. Op 12 december van dat jaar wordt het nieuwe kantoor feestelijk geopend en verhuist de verzekeringsmaatschappij van de Schiekade naar de Meent. Een aantal prominente personen die bij de opening aanwezig zijn, zijn onder meer de toenmalige burgemeester van Rotterdam Gerard van Walsum, de wethourders A. Hogeweg en Jan Meertens, de voorzitter en secretaris van de Kamer van Koophandel Karel Paul van der Mandele en de conrector van de Economische Hogeschool Johan Witteveen. De hoofddirecteur van de verzekeringsmaatschappij was zelf echter afwezig vanwege ziekte. Van Walsum is tevreden met de bouw en zei het volgende over: "Met de stichting van dit gebouw heeft u een eervolle bijdrage geleverd tot de wederopbouw van Rotterdam. Wij hebben dringend behoefte aan een nieuwe binnenstad. Dit gebouw draagt bij tot de completering van het hart van de stad."
De directie zelf was zeer tevreden met het opgeleverde pand. Plaatsvervangend lid van de hoofddirectie H. van Manen verklaarde dat het een "fraai en doelmatig gebouw" was. Architectuurcriticus Rein Blijstra van het sociaaldemocratische dagblad Het Vrije Volk was echter niet zo optimistisch. Hij vond dat Dudok de functie teveel had opgeofferd voor de esthetiek. Later kwam hij terug op zijn uitspraken en is hij toch enthousiast geworden over het gebouw.
De Nederlanden van 1845 was te vinden met het huisnummer 88 en gebruikte het gebouw tot 1963, waarna het bedrijf fuseerde met de Nationale Levensverzekering-Bank en hierdoor de naam Nationale-Nederlanden kreeg. Dit bedrijf gebruikte het gebouw als verzekeringskantoor tot omstreeks 1980, waarna het enige tijd de afdeling Schuldhulpsanering van de gemeente huisvestte. Het deed daarna nog enige tijd dienst als tapijtwinkel, voor een renovatie in 1990 het pand grootschalig veranderde. Alle verlaagde plafonds en systeemwanden zijn er toen verwijderd, waarna het pand vanaf 1991 dienst doet als grand café - de allereerste in Rotterdam - met de naam Café Dudok De verbouwing was uitgevoerd door H. Kossmann en J. Dijkman.
Er is op het gebouw een zogeheten 'kleuren- en scheurenonderzoek' uitgevoerd in opdracht van Chrimako BV. De reden van de onderzoeken was de toen nog geplande onderhoudswerkzaamheden die moesten worden uitgevoerd. Het doel van de bouwtechnische inspectie was om te achterhalen of er historische kleurlagen aanwezig waren in het gebouw. Ook is er gekeken in hoeverre er sprake is van bouwtechnische schades zoals scheuren, en wat de oorzaken hiervan zijn. De opdracht is uitgevoerd door Lotte Zaaijer en Marieke van den Dungen.
Informatie komt van wikipedia.
0 notes
Text
De 10 Foto's Met Een Lang Verhaal Staan in een blog, op Tumblr. 98
De Goede Herderkerk aan het Kastanjeplein te Schiebroek, juli 1957.
Schiebroek was oorspronkelijk een ambachtsheerlijkheid die reeds in het begin van de 14de eeuw bestond. Ze kwam in die tijd voor onder de naam Broek (moerasland). Later sprak men over Schiebroek vanwege haar ligging in Schieland. De heerlijkheid bestond uit een tussen 1772 en 1779 drooggemaakte polder en een woonbuurtje bij de Kleiweg. In 1941 werd Schiebroek door Rotterdam geannexeerd. Met uitzondering van de Schiebroekselaan en -straat liggen de bovengenoemde straten enz. in en bij de voormalige buurt. Het Schiebroeksepark is het recreatiegebied, dat ten noordoosten van de 'tuinstad' ligt. De Schiebroekse Ringvaart is het water dat ten tijde van de inpoldering van het moerasgebied in de 18de eeuw is gegraven. Van deze vaart bestaat alleen het gedeelte langs Ringdijk en Erasmussingel nog. Voor 1983 heette deze alleen Ringvaart.
De Goede Herderkerk is een mooi gesitueerde, architectonisch interessante wederopbouwkerk met toren in de wijk Schiebroek, in Rotterdam Noord. Gebouwd als Ned. Hervormde Kerk. Na sluiting van enkele andere kerkgebouwen in Schiebroek is de Goede Herderkerk de centrale kerk van de Protestantse Gemeente Schiebroek.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van reliwiki.nl
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Een zijstraat van de Dirk Smeetslaan in de wijk Smeetsland, 1973. Weet iemand welke straat we zien?
Dirk Smeets, aan wie de oorspronkelijke inpoldering van de polder Dirk Smeetsland wordt toegeschreven.
Smeetsland is een buurt in de wijk Lombardijen, gebouwd als 'nooddorp' tijdens de Tweede Wereldoorlog. De buurt dankt zijn naam aan Meester Dirk Smeets, drooglegger van de naar hem genoemde polder. De Smeetslandsedijk loopt ten noorden van de voormalige polder Dirk Smeetsland, die reeds in de tweede helft van de 15de eeuw onder deze naam bekend was. In 1562 wordt hij genoemd toen er een overeenkomst werd gesloten tussen de ingelanden van bovengenoemde polder en die van Mr. Arentsland over een gemeenschappelijk dijk. Vroeger liep deze door naar de Kerkedijk. Van de oorspronkelijke Smeetslandsedijk is nog maar een klein gedeelte over. Het nog bestaande gedeelte stond bekend als Smeetslandse Hogedijk, het verdwenen lagere gedeelte als Smeetslandse Lagedijk.
Smeetsland was opgezet als nooddorp in de Tweede Wereldoorlog. In januari 2006 gaf Com.wonen (de verhuurder) aan de woningen uiterlijk 2010 gesloopt te willen hebben omdat de woningen niet meer aan de eisen van de tijd voldeden. Een aantal bewoners, verenigd in de actiegroep Smeetsland was het hiermee niet eens en dacht dat Com.wonen bewust op sloop aanstuurde door leegkomende woningen bewust onbewoonbaar te maken. Com.wonen zou de woningen willen vervangen door dure woningen.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Interieur van Le Bateau, een disco van het Hilton Hotel, met dansende jongeren en diskjockey William Dee die vanuit een sloep muziek laat horen, februari 1969 (geschat).
Discotheek in de kelder van Hilton
IN DE KELDERS van Hilton is men deze week begonnen met de bouw van Rotterdams jongste vermaaksgelegenheid: de discotheek Le Bateau die begin mei zal worden geopend.
Hilton zocht al langer naar een goede bestemming van de fietsenkelder, sinds zijn personeel de dagelijkse tocht van huis naar werk per auto pleegt te maken. In de Amsterdamse vestiging werd het een „fietsotheek"; in de Rotterdamse wordt het Le Bateau. Men zal er tegen niet al te hoge prijzen een drankje kunnen gebruiken en kunnen luisteren naar een diskjockey en zijn grammofoonplaten. De ingang van Hiltons discotheek komt aan de zijde van de Kruiskade. Het ontwerp van de ' Rotterdamse, . zich „stylist" noemende, H. J. Slingerland voorziet in een sfeervol scheepsruim zonder nu precies alles aan een dergelijk interieur te laten herinneren. „Het moet niet al te nadrukkelijk worden." zegt de ontwerper er zelf van. De discotheek Le Bateau krijgt ongeveer 125 zitplaatsen. Zij zal door de. week tot 's nachts twee en in de weekeinden tot vier uur geopend zijn.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vrije Volk van 14 maart 1968.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Grote belangstelling van de Schiebroekse wijkbewoners op het Kastanjeplein voor de nieuwe tramlijn 5, 24 januari 1969.
Schiebroek, óók mistig, maar vrolijk vlaggend, heeft vanochtend van de officiële opening van de verlengde en vernieuwde tramlijn 5 een feest gemaakt, waarvan RET-directeur drs. C.G. van Leeuwen in alle oprechtheid kon zeggen, dat hij „zoiets nog nooit had meegemaakt."
Hij had gelijk! Op het Kastanjeplein had zich om tien voor twaalf een zo grote en enthousiaste menigte, verzameld, dat de enkele honderden genodigden in de drie, met bloemen versierde feesttrams er compleet van stonden te kijken.
„We zijn tevreden,'" liet voorzitter U. Tukker van de wijkraad voor Hillegersberg-Schiebroek vanachter de microfoon weten. Dit is de lijn waarop we hebben gewacht. Het zal voor de automobilist een probleem worden wat hij straks moet doen: met zijn eigen wagen of met het openbaar vervoer naar de stad."
De leerlingen van de vijfde klassen van de Schiebroekse scholen, aangevoerd door mevrouw Takkenbos (een dominerende sopraan), zongen een feestlied. Ook daarin kwam de vreugde over de gelijktijdige verdwijning van de verguisde buslijn 45 tot uiting;
En dan klonk het boos en zuur,
Mens, ik sta hier al een uur.
Je kan nooit die bus vertrouwen.
Dat allemaal op de wijs van „Naar de speeltuin".
De officiële opening was begonnen in de Burgerzaal van het stadhuis, waar wethouder H. W. Jettinghoff van Openbare Nutsbedrijven en drs. Van Leeuwen het woord voerden.
Schiebroek in feeststemming; tram 5 is gearriveerd! Morgen begint hij de normale dienst.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vrije Volk van 24 januari 1969.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Gezicht op de Koningshaven en de Nieuwe Maas met het Antwerpse Hoofd, 1938.
De Nieuwe Maas is de rivier waaraan de steden Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen zijn gelegen. De rivier ontstaat ter hoogte van Slikkerveer uit de samenvloeiing van de Lek en de Noord en eindigt 24 kilometer westelijker bij Vlaardingen, vanwaar zij samengaat met de Oude Maas en via het Scheur en ten slotte vanaf de Maeslantkering via de Nieuwe Waterweg verder naar de Noordzee stroomt. De voornaamste zijrivier is de Hollandse IJssel die zich 4 kilometer van het begin, ter hoogte van Kralingseveer, bij de Nieuwe Maas voegt. Westelijker zijn er de Rotte en de Schie.
Bij gelegenheid van het bezoek van koning Willem III op 21 mei 1874 aan Rotterdam ontving de Noorderhaven de naam Koningshaven. De Noorderhaven werd in 1871 gegraven als onderdeel van de havenontwikkeling op Feijenoord. De meest noordelijke strook van Feijenoord kwam daardoor middenin het water te liggen en werd Noordereiland genoemd. De Noorderhaven was een ontwerp van de Rotterdamsche Handelsvereeniging.
Rederij H. Braakman & Co onderhield vanaf deze kade met de zogeheten telegraafboten een dagelijkse dienst voor passagiers en goederen op Antwerpen. Het Antwerpse Hoofd stond in de volksmond ook wel bekend als de Punt van Braakman.
De fotograaf is Adrianus Langejan en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
De Blaak met links modemagazijn Gerzon aan de Korte Hoogstraat tijdens uitverkoop wegens verhuizing naar de Lijnbaan, 5 augustus 1970. Op de achtergrond het kantoorgebouw de Hoofdpoort (Van Marle concern/Stad Rotterdam Verzekeringen).
Uit het Vrije Volk van 8 augustus 1970:
Vakbonden bezorgd over voortbestaan van Gerzon
(Van onze sociaal-economische redactie)
AMSTERDAM — De vakbonden In de detailhandel maken zich ernstig zorgen over het voortbestaan van Gerzons Modemagazijnen. Een woordvoerder van de NW-bond Mercurius zei ons bang te zijn dat het concern In handen is gevallen van een onderneming die Gerzon alleen maar als onroerend goed-projekt zal beschouwen.
De vakbonden zijn er zeer kort geleden achter gekomen dat achter het overnemende bedrijf, Schröder N.V, de Centrumbank staat, een onderneming waarin de heer C. de Ruiter een belangrijke rol zou spelen.
Directeur De Poorter, die met de Centrumbank onderhandelt over de overname van zijn 60 filialen tellende onderneming „Het Lingeriehuis" typeert De Ruiter in Het Parool als „een duidelijk soort onroerend-goed-man, een soort Caransa". Toen De Ruiter, nog geen jaar geleden, Schröder opkocht werden twee van de drie filialen, namelijk die in Rotterdam 'en Amsterdam, doorverkocht. Schröder heeft aan de bonden beloofd dat bij de komende reorganisatie de identiteit van Gerzon zal worden gehandhaafd „één en ander voor zover zulks redelijkerwijs van de koper kan worden verlangd". Een bestuurder van Mercurius zei ons dat De Ruiter met deze mededeling alle kanten uit kan. De bonden beramen zich, nu op maatregelen die „een stokje voor de plannen van Schröder kunnen steken en de belangen van het 1400 man sterke personeel veilig kunnen stellen."
De foto komt uit de collectie topografie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vrije Volk van 8 augustus 1970.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Gezicht op de Coolhaven met de Lage Erfbrug, gezien vanuit een flat aan de Rochussenstraat, 1926-1935. Op de achtergrond rechts de Schiedamseweg, links de Voorstraat en de Havenstraat.
De Coolhaven is een haven in Rotterdam. De Coolhaven werd in 1922 gegraven als nieuwe verbinding tussen de Delfshavense Schie en de Nieuwe Maas. Het is behalve een waterweg tevens een boezem van het Hoogheemraadschap Delfland.
De verbinding tussen de Coolhaven en de Nieuwe Maas loopt via de in 1933 geopende Parksluizen en de Parkhaven. Door de Coolhaven varen veel zand- en grindschepen uit en naar Delft en Den Haag. Vanaf de Parkhaven kunnen boten doorvaren naar de Nieuwe Maas.
De brug dankt haar naam aan het vroegere Lage Erf, het laatste gedeelte van de Nieuwe Binnenweg bij de Delfshavense Schie. De naam Lage Erf is al oud en herinnert aan een enigszins in een put liggend erf, dat vroeger gebruikt werd voor opslag- en losplaats van materiaal. Ook heeft het als kermisterrein dienst gedaan. De Lage Erfbrug werd op 27 maart 1926 voor het verkeer geopend.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Gezicht op de Gedempte Glashaven en de Jodensteeg. Op de achtergrond zien we de Zuiderkerk. De foto is gemaakt in 1930.
De Gedempte Glashaven kent de volgende geschiedenis: De Staten Generaal verleenden op 5 februari 1614 aan Claes Jansz. Wijtmans en Compagnie octrooi om allerhande soorten huis- en vensterglas te mogen maken. Enige weken later besloot de Rotterdamse vroedschap om aan de Compagnie een zestal erven aan de meest westelijke Dwarshaven, tussen Wijn- en Scheepmakershaven, af te staan voor de stichting van een glasblazerij of glashuis. De Compagnie verbond zich om gedurende twintig jaar nergens anders dit bedrijf uit te oefenen. De overige erven aan de Dwarshaven werden pas in mei 1614 verkocht. Aan de glasblazerij ontleende de haven sindsdien haar naam. In de eerste tijd komt ze ook voor als Gelderse Juffrouwenhaven of haventje van het glashuis. In 1882 werd ze gedempt. Sindsdien sprak men van Gedempte Glashaven. Bij bovengenoemd besluit verviel het toevoegsel en werd de straat weer gewoon Glashaven genoemd.
De Jodensteeg liep van de Jufferstraat naar de Glashaven ten noorden van de Zuiderkerk. Ze was oorspronkelijk genaamd Glasdwarsstraat of Dwarsglasstraat. Sinds 1674 komt ze voor als Jodensteeg. Dat de Hoogduitse Joden toen hun godsdienstoefeningen hielden in een huis, gelegen aan de westzijde van de Glashaven, met een vrije uitgang uitkomende in de Glasdwarsstraat, zal de naam wel moeten verklaren. In 1678 werd de Joodse Gemeente eigenares van het huis met een pakhuis daaronder en een loods en erven daarachter. Bij de uitgifte van de erven voor het Glashuis in 1614 werd de straat reeds vermeld. In 1725 is deze synagoge vervangen door het gebouw dat tot aan het bombardement in mei 1940 aan de Boompjes stond. Bij besluit B. 3 april 1944 werd de straatnaam ingetrokken.
De fotograaf is de heer Berssenbrugge en de foto bevindt zich in het Stadsarchief. De informatie komt eveneens van het Stadsarchief.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
De Boezemweg vanuit het zuiden, 1970. Op de voorgrond het Oostplein, op de achtergrond de Koninginnekerk.
Ontleent haar naam aan de Hoge Boezem. Op 14 januari 1769 werd door de Staten van Holland en West-Friesland octrooi verleend om, tot ontlasting van de gemeene boezem de Rotte, een tweede boezem te maken in de polder Rubroek. Het overtollige water kon door een sluis bij de Oostpoort ontlast worden in de Nieuwe Maas. De aanbesteding van de hoge en de lage boezem en de watermolens vond plaats op 25 april 1772. In 1854 werd nog een Reserveboezem gegraven. In 1897 werden de Hoge en Lage Boezem gedeeltelijk en de Reserveboezem geheel gedempt. De 2de Reserveboezemstraat heette van 1914 tot 1918 Kampioenstraat, een naam die herinnerde aan het door de voetbalvereniging 'Sparta' behaalde kampioenschap. Deze vereniging oefende op het nabijgelegen Exercitieveld. De Boezemweg vormde voor 1973 een onderdeel van de Boezemsingel. Hoewel de naam Hoge Boezem als straatnaam reeds jarenlang in gebruik is, werd hij pas bij bovengenoemd besluit officieel vastgesteld. Op een plattegrond van 1881 komt de Boezemstraat vóór onder de naam Abattoirstraat naar het slachthuis of abattoir, dat daar geprojecteerd was. Dit abattoir werd op 1 mei 1883 geopend.
Het Oostplein ligt nabij de plaats waar de vroegere Oostpoort stond. Er zijn verschillende poorten van deze naam geweest. De oudste poort moet kort na 1358 zijn gebouwd. De laatste Oostpoort werd in 1836 voor afbraak verkocht. Een klein gedeelte bleef nog tot 1912 staan. De naam Oostplein werd in 1871 gebruikt voor het gedempte gedeelte van de Oostvest, ook wel Oostvestplein geheten. In 1902 werd de naam gegeven aan het plein dat ontstaan is door demping van de uit 1576 daterende kolk aan de Oostpoort.
De foto is gemaakt door de afdeling fotografie van het Gemeentearchief Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
De Boompjes met het Oost-Indisch huis (huisnummer 90) op 22 september 1911. Het Oost-Indische huis is in mei 1940 verloren gegaan.
De VOC was lange tijd een succesvolle multinational, een handelsorganisatie met vestigingen aan de Kaap de Goede Hoop en in Batavia (Jakarta), India, China, Japan en overal in de Indonesische Archipel.
De Rotterdamse kamer, geleid door zeven bewindhebbers (directeuren), fungeerde als handelaar in koloniale waren, scheepsbouwer en reder. De kamer van de Maasstad nam een zestiende deel van de activiteiten van de Compagnie voor zijn rekening, net als de andere drie kleinere kamers Delft, Hoorn en Enkhuizen. Amsterdam en Middelburg waren grotere en belangrijkere kamers, maar gedurende de achttiende eeuw werd de kamer Rotterdam, opererend vanuit het op de Boompjes staande Oost-Indisch Huis, binnen de VOC relatief steeds belangrijker.
Vele door de kamer Rotterdam uitgeruste Oost-Indiëvaarders hebben op de Maas gevaren: schepen met bekende namen als Feijenoord, Charlois, Huis ten Donk, Zoelen, Blijdorp, Krooswijk, Ridderkerk en Rotterdam. Gedurende de achttiende eeuw hebben de Rotterdamse bewindhebbers gemiddeld twee schepen per jaar naar Azië gezonden. Per decennium werden er in de eerste helft van de achttiende eeuw gemiddeld zeven nieuwe Rotterdamse VOC-schepen op de werf op de Oostzeedijk gebouwd. Op deze schepen zaten natuurlijk vele stadsgenoten. Het Nationaal Archief heeft in samenwerking met het Stadsarchief Rotterdam de soldijboeken van de bemanning over de periode 1700-1794 in een database opgenomen.
De foto is gemaakt door Wouter Cool en komt uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
0 notes