#Karakter uitgevers
Explore tagged Tumblr posts
levisgeekstuff · 10 months ago
Text
De Donald Duck verhalen van Carl Barks
Tumblr media
Deze week was het de verjaardag van Carl Barks, de legendarische tekenaar van Donald Duck. Barks werd op 27 maart 1901 geboren in Merrill, Oregon.
Als schoolverlater zonder diploma deed Barks tal van jobs en klusjes, zoals cowboy, houthakker, metaalbewerker, kippenboer, timmerman enz. Wat doet denken aan hoe hij zijn latere avonturen van Donald Duck zou invullen.
In 1935 zou hij aan de slag gaan als assistent in de tekenfilmstudio van Walt Disney. Dat beviel hem echter niet. Hij verliet de studio in 1942 en begon een freelance bestaan als Disney-tekenaar. 👉
Tumblr media
(foto uit Donald Duck Collectie 1, Lekturama, 2000)
Het is in die rol als freelance tekenaar dat Barks zijn stempel begint te drukken op de ontwikkeling van Donald Duck. Want in tegenstelling tot zijn collega-Duck-tekenaar Al Taliaferro die de dagstrips in de kranten verzorgde, kreeg Barks in volledige comics wel de ruimte om een hele wereld rond het personage op te bouwen. 
The Duck Man
Zo creëerde hij naast Donald en de neefjes Kwik, Kwek en Kwak nog tal van andere karakters. In het verhaal ‘Christmas on Bear Mountain’ uit 1947 zien we het debuut van de oude, gierige, rijke oom Dagobert. Later zouden ook figuren als Gladstone Gander (Guus Geluk) en Gyro Gearloose (Willie Wortel) volgen. Ook de setting van ‘Duckstad’ is een idee van Barks. Het leverde hem de bijnamen ‘The Duck Man’ en 'Die goede Duck tekenaar' op. 😎
Tumblr media
Zijn impact op popcultuur is dan ook niet te onderschatten. Denk bijvoorbeeld maar aan Springfield uit The Simpsons, mét vervelende maar steenrijke inwoner. Een typisch voorbeeld van Barks' verteltechnieken.
In het Nederlands
In oktober 1952 maakte Nederland voor het eerst kennis met het werk van Carl Barks. In nummer 1 van ‘Donald Duck, een vrolijk weekblad’ stond het inmiddels beroemd geworden brandweer verhaal. 
Tumblr media Tumblr media
Daarna zouden nog vele verhalen van Barks volgen. Niet enkel in het weekblad, ook in tal van gebundelde uitgaven:
Donald Duck en andere verhalen’
In 1958 begon uitgeverij De Geïllustreerde Pers om de beste verhalen uit het weekblad te bundelen in de reeks ‘Donald Duck en andere verhalen’. Een aantal van deze verhalen zijn uiteraard van de hand van Carl Barks.
Tumblr media
De beste verhalen van Donald Duck’
De bekendste reeks bundelingen is waarschijnlijk de albumserie ‘De beste verhalen van Donald Duck’. Hierin werden alle Donald Duck verhalen door Carl Barks opgenomen. De reeks verscheen bij uitgeverij Oberon en ging van start in 1975. Er zouden tot 2010 liefst 135 albums verschijnen. 
Tumblr media
Later, vanaf 2000 is deze reeks bij Lekturama ook nog in een hardcover editie verschenen onder de naam 'Donald Duck Collectie' met daarin telkens 4 of 5 van de ‘originele’ albums én leuke dossierpagina's. Deze reeks telt 34 volumes.  
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Oom Dagobert
‘De beste verhalen van Donald Duck’ kreeg in 1977 ook een zusterserie ‘Oom Dagobert’. Ook hierin werden aanvankelijk alle Carl Barks verhalen opgenomen. Vanaf nummer 31 zijn in deze reeks echter verhalen van andere tekenaars opgenomen. 
De covers van alle bovenstaande Oberon uitgaven zijn trouwens niet door Carl Barks getekend. Wel door de Nederlander Daan Jippes, die de stijl van Barks bijna perfect wist te imiteren.
Tumblr media
Donald Duck: Alle klassieke verhalen
In 1986 lanceerden uitgevers Oberon en Loeb de nieuwe hardcover reeks ‘Donald Duck: Alle klassieke verhalen’. Daarin zou al het Duck werk van Barks chronologisch worden opgenomen. De verhalen verschenen hier wel in zwart-wit. Na 6 edities kreeg deze serie een herstart bij De Geïllustreerde Pers. Die zou dan weer 17 volumes duren. 
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Barney Bear en Benny Burro 
Geen Donald Duck maar wél Carl Barks: in 2020 verscheen bij Dark Dragon Books de hardcover ‘Het complete verzamelwerk Barney Bear & Benny Burro’. Een heel leuk album, want de originele (Amerikaanse) verhalen van Barney Bear en Benny Burro zijn zeer moeilijk te vinden. Als extraatje zitten er ook nog enkele dossierpagina's over Carl Barks in. Aanrader!
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
12 notes · View notes
peterpijls1965 · 10 months ago
Text
Tumblr media
The enigma of arrival
23 november 2013
Met Het raadsel van de aankomst schreef V.S. Naipaul een briljante autobiografische roman over aankomen en vertrekken, en hoe ogenschijnlijk constante omgevingen en hun bewoners voortdurend aan verandering onderhevig zijn.
Vidia Naipaul werd geboren op Trinidad. Zijn voorouders, Brahmanen (een kaste van priesters) uit India, kwamen per schip als contractarbeiders naar het koloniale eiland in het Caraïbische gebied. Zijn vader was journalist bij de plaatselijke krant. De hoofdredacteur was een Engelsman.
Ook zoon Vidia - hij mocht met een beurs studeren in Oxford - had de ambitie om schrijver te worden. Daarover correspondeerde hij met zijn vader. De brieven zijn uitgegeven in Letters between father and son.
Na publicatie van de brieven ontkende Naipaul tijdens een interview met de BBC dat hij het boek gelezen had.
Voordat mijn leven op een bloederige achtbaan begon te lijken, las ik Het raadsel van de aankomst drie keer. Altijd had ik het gevoel dat het over mij ging. Dat bleek. Tot een paar jaar geleden was ik iemand die graag en rusteloos onderweg was, die de aardbol afreisde op zoek naar nieuwe plekken om aan te komen, om vervolgens het raadsel van die omgeving en de mensen daar op te lossen, wat meestal niet lukte.
Hoe meer ik reisde, hoe meer ik me realiseerde dat mensen overal op de wereld veel op elkaar lijken. Dezelfde uitdagingen, dezelfde ambities, dezelfde karakters.
Sinds 2007 begon m’n leven te imploderen. Het ging snel: hypomane episodes, (rand)psychoses, depressies, alcoholmisbruik, werkloosheid, echtscheiding, beenamputaties. Dat alles in een handvol jaren.
Eerst reisde ik nog. Ik herinner me – ik was in Japan - een randpsychotische hallucinatie die in een boek van Murakami niet misstaan zou hebben. Dan was er een manische uitspatting in Mombasa, gevolgd door een verlammende depressie in Indonesië.
Nu ben ik uitgereisd. Ben ik aangekomen? Voorlopig ben ik geland in een revalidatiekliniek, waar ik uitgebreid de gelegenheid krijg om weer thuis te komen in mezelf, hoewel ik virtueel dakloos ben omdat ik niet terug kan naar de beschermde woonvorm in Roermond wegens onvoldoende rolstoeltoegankelijk. De kliniek is daarom mijn voorlopige biotoop.
Het is een gestolde omgeving, die de buitenwereld niet van node heeft om te bestaan. In dit verstilde sanatorium zal ik mezelf opnieuw moeten uitvinden, als man die geen onderbenen heeft maar toch opnieuw leert lopen op protheses.
Reizen doe ik in m’n hoofd; ik herkauw met gusto de plekken waar ik geweest ben. M’n meest recente verplaatsingen betroffen ziekenhuizen en klinieken, waar ik steeds een passant was. En misschien zal ik dat wel blijven: een ingekorte man die hier en daar een kijkje komt nemen, liefst zonder een oordeel te vellen.
Het is een interessante ervaring om links en rechts te worden ingehaald door generatiegenoten met complete lichamen, die bezig zijn carrière te maken met behoud van relatie en gezin. Ik heb qua status en standing niets meer in de aanbieding.
Het boeit me hoe mensen daar op reageren. Dat varieert. Zonder dat ik het m’n vrienden vertel, fungeren ze voor mij als firewall tegen de boze buitenwereld. Als je zoals ik een paar dingen verliest – vrouw, werk, benen, geestelijk evenwicht, het vermogen om matig te drinken – worden vrienden hun gewicht in goud waard.
Sommigen dringen erop aan dat ik mijn blogs verwerk tot een boek, maar daar peins ik niet over. Facebook is m’n podium en m’n uitgever. Daar blijft het bij. Heel bewust heb ik een bescheiden inzet. Want de reis die het leven is heeft me tijdelijk gereduceerd tot hulpbehoevende man, een rol die ik mezelf vroeger nooit zou hebben toebedacht. Ik vind dat ik me even niet in de positie bevind om me luidruchtig te profileren.
Schopenhauer schreef: Alle beperking maakt vrij, en ik denk dat hij gelijk had. Ik voel me namelijk in veel opzichten beter dan ooit. Er is veel ballast van m’n rug verdwenen, nu ik me niet meer hoef te handhaven in enige ratrace. Ik heb verloren, maar ook gewonnen, bijvoorbeeld het inzicht dat het compleet onbelangrijk is wat anderen van je vinden. Net als Naipaul vertegenwoordig ik alleen mezelf.
Het is een spectaculaire ervaring dat lichamelijke en geestelijke kwetsbaarheid ook kracht genereert, al is die ijl en breekbaar. Dat vergemakkelijkt incasseren. Gisteren kwam het van pas. Mij gewerd een droge, korte mail van een jurist. De echtscheiding is ingeschreven bij de burgerlijke stand, deelde hij mee.
De breuk, niet mijn keuze, is nu definitief. Het voelt als een vacuüm: single tegen wil en dank. Ik ben ontworteld, maar ook bevrijd. Maar waarvan? Het raadsel van de aankomst is alleen maar groter geworden.
V.S. Naipaul bleef na zijn studie in Engeland wonen, het land van The enigma of arrival. Hij wilde pas terugkeren naar Trinidad toen hij zichzelf succesvol genoeg vond als schrijver. Hij zou, schreef hij, belachelijk zijn gemaakt als hij eerder naar huis was gegaan.
Schrijfster Lieve Joris, die Trinidad met Naipaul bezocht, beschreef dat indringend in een reportage in de Haagse Post.
Zijn vader was al dood toen Naipaul Trinidad voor het eerst terugzag. Vidia's jongere broer werd ook schrijver. Hij stierf aan overmatig drankgebruik. V.S. Naipaul zag zijn zussen Savi en Kamla als maatschappelijk geslaagd.
#naipaul #trinidad #lieve joris
0 notes
alessandroiiidimacedonia · 4 years ago
Text
Komt binnenkort: "Alexanders erfenis II: De drie paradijzen" van Robert Fabbri
Komt binnenkort: “Alexanders erfenis II: De drie paradijzen” van Robert Fabbri
Goedendag allemaal, bedankt om hier te zijn op Alessandro III di Macedonia – uw bron over Alexander de Grote! Vandaag wil ik jullie melden dat er binnenkort een interessante nieuwe nederlandse release komt. Ik heb het over:
Alexanders erfenis II: De drie paradijzen van Robert Fabbri Uitgever: Karakter Uitgevers BV 31 januari 2021
Tumblr media
De plotselinge en onverwachte dood van Alexander de…
View On WordPress
1 note · View note
bookaliciousjourney · 7 years ago
Text
Recensie|Aan het hof van Eden - Joelle Charbonneau
Recensie|Aan het hof van Eden - Joelle Charbonneau @UitKarakter
Vorige maand schreef ik in de Te verschijnen boeken van augustus dat Aan het hof van Eden geschreven door Joelle Charbonneau één van de weinige boeken was waar ik deze maand naar uitkeek. Toen ik de achterflaptekst las, sprak het boek mij meteen aan en ook de cover zag er veelbelovend uit. Ik hoefde dan ook niet lang na te denken toen ik van Karakter Uitgevers een mail kreeg met de vraag of ik de…
View On WordPress
0 notes
ellenrdp · 5 years ago
Text
Hallo,
Mijn naam is Ellen, ik ben 15 en ik studeer op de Europese school in Brussel. Ik zit in het vijfde secundair en voor het vak Nederlands moet ik een blog aanmaken omdat ik over de 6 boeken die ik dit jaar ga lezen elke keer iets ga schrijven.Ik gebruik Tumblr dus als een soort van leesdagboek.
De boeken die ik graag heb gelezen zijn:
-      Latino King van Bibi Dumon Tak met uigeverij “Querido” van het jaar 2010:
Een heel spannend boek en heel goed geschreven.
Het gaat over een jongen die Castel heet en hij ontdekt al jong dat er met drugs veel geld te verdienen valt. Hij laat zich overhalen om drugs te gaan smokkelen vanuit de Dominicaanse Republiek, maar op een dag wordt hij gearresteerd met anderhalve kilo cocaïne onder zijn kleren. Hij belandt in de beruchtste gevangenis van het Caraïbisch gebied waar enkel het recht van de sterkste geldt. Er wordt gedeald, gevochten, gegokt, gedronken en gemoord. Al snel weet Castel dat er maar één manier is om deze hel te overleven: ontsnappen.
-       Nodig van Joelle Charbonneau met uitgeverij “Karakter Uitgevers F-VERT” van het jaar 2016
Dit boek is heel goed omdat de lezer aangezet wordt om stil te staan bij de macht van sociale media.
Via de Ottowa High School raken alle jongeren in de ban van een nieuwe site: NODIG. De bedoeling van deze site: je mag vragen wat je denkt NODIG te hebben en vervolgens krijg je een opdracht. Wanneer je deze opdracht tot een goed einde brengt, krijg je wat er op je verlanglijstje staat. Velen gaan de uitdaging aan, maar het hele verhaal zond NODIG begint uit de hand te lopen. Er vallen zelfs doden. Wat schuilt er echt achter deze site? Wie zijn de verantwoordelijken? Het verhaal gaat van de ene bizarre scène over in de andere. Tot de waarheid boven water komt.
-       Virus van Mirjam Mous met uitgeverij “Van Goor” van het jaar 2017
Het is een heel spannend boek met veel geheimen die je aan het einde te weten komt.
Kris en Hopper raken in Spanje betrokken bij een dodelijk ongeval en ze slaan op de vlucht. Ze komen in het bergdorpje Odrín terecht waar een dodelijk virus de kop opsteekt. Plotseling wordt het hele dorp in quarantaine geplaatst. Al gauw komen de jongens erachter dat sommige dorpsbewoners schimmige geheimen hebben.
Mijn favoriete genres zijn: detective verhalen, thriller, avontuur/actie en horror.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
1 note · View note
laralinnenkika-blog · 6 years ago
Photo
Tumblr media
Het boek heet De Test en telt 384 bladzijden. Het werd uitgegeven door Karakter Uitgevers BV. De eerste druk vond plaats in 2013.
Na de 7 fasen oorlog, een oorlog die de hele wereld heeft verwoest, heeft de regering van het Verenigde Gemenebest een Test ingevoerd. Deze Test bepaalt de leiders van het land.                                                                Jarenlang is er niemand verkozen uit de kolonie Vijf Meren om mee te doen aan de Test. Totdat er 4 jongeren te horen krijgen dat ze geselecteerd zijn. Waaronder Cia, de jongste van de groep. Iedereen begint vol goede moed aan de Test, maar niets is wat het lijkt. Wanneer Cia haar kamergenoot dood aantreft weet ze dat haar vader gelijk had, de Test is niet zomaar een simpele, onschuldige test...
1 note · View note
rcvandenboogaard · 6 years ago
Text
1913 als schuldig genoegen
Tumblr media
Groot doorzettingsvermogen kon de Hongaarse aristocraten-dochter Romola de Pulsky (1891-1978) zeker niet ontzegd worden. Maandenlang reisde zij de Ballets Russes achterna, om in contact te komen met de sterdanser van dit gezelschap,  Vaslav Nijinsky (1889-1950). Nijinsky was, naar het oordeel van tijdgenoten, de grootste danser die ooit geleefd heeft. En net als bij de actrice Sarah Bernardt, eind XIXde eeuw in de ogen van tijdgenoten grootste actrice ooit, moeten we het met die getuigenissen doen - podiumkunst is de vergankelijkste aller kunsten, zelfs foto- of filmregistraties kunnen de indruk niet terughalen, die de kunstenaar op de planken wist te maken.
Romola de Pulsky wist vermoedelijk wel dat Nijinsky een homoseksuele verhouding had met Sergej Diaghilev, de fameuze grondlegger van de in heel Europa gevierde Ballets Russes. Maar als goed katholiek vertrouwde zij er wellicht op dat het met de seksuele oriëntatie van Nijinsky wel weer goed zou komen, zodra zij zich over hem ontfermen kom. Ze reisde de Ballets Russes overal achterna op hun tournees en slaagde er zelfs in als leerling-ballerina in de troep te worden opgenomen. Maar hoeveel aangrenzende hotelkamers en treincoupé's zij ook wist te reserveren, om zo dichtbij haar idool te zijn als mogelijk was - Nijinsky betoonde zich vriendelijk- afstandelijk. Diaghilev had bovendien iemand in dienst, die dag en nacht een oogje in het zeil hield bij zijn voornaamste ster en minnaar.
De Pulsky's kans kwam in 1913, toen de Ballets Russes een tournee door Zuid-Amerika ondernamen en Diaghilev geen zin had in deze tijdrovende, vermoeiende onderneming. De Hongaarse had een eersteklas hut genomen aan boord van de oceaanstomer, en wel een van waaruit ze de deur van Nijinsky's hut terdege in de gaten kon houden. Kort na aankomst in Buenos Aires trouwden ze, op 10 september 1913, tot grote woede van Diaghilev, die Nijinsky prompt ontsloeg. Daarmee was het ook meteen gedaan met de kunst van Nijinsky: beroofd van zijn context bij de Ballets Russes, als getrouwd man en vader, wilde het met de dans na 1917 niet meer lukken. De laatste dertig jaar van zijn leven bracht de arme man in of op de drempel van psychiatrische inrichtingen door. De diagnose was schizofrenie.
Het verhaal van De Pulsky en Nijinsky is een van de vele fraaie anekdotes in het nieuwe boek van de Duitse historicus/galeriehouder/uitgever Florian Illies, 1913 - Was zich unbedingt noch erzählen wollte.  Het is zijn tweede boek al in deze trant: 1913 - Der Sommer des Jahrhunderts was wereldwijd een enorme hit in de boekhandel. Dat verscheen in 2013, als een herinnering aan het laatste jaar voor de Eerste Wereldoorlog. Ik heb het destijds ook gelezen, en wel met veel plezier, al kan ik mijn exemplaar nu nergens meer terugvinden - enigszins freudiaans wellicht.
Want op een bepaalde manier bevalt me niet hoe Illies te werk gaat, terwijl ik zijn boeken wel met smaak lees. Dat maakt de lectuur in zekere zin tot een 'guilty pleasure', een schuldig genoegen. Het is een beetje als bij het lezen van de Privé in de wachtkamer van de tandarts - leuk blad met goede verhalen, denk je dan, ook als ze niet waar zijn. Maar buiten die wachtkamer wil je er niet mee gezien worden. Nou goed, deze vergelijking is misschien een beetje overspannen: ook de laatste van Illies is voorzien van een uitvoerige bibliografie, vol serieuze studies en bronnen waar zijn  anekdotes vandaan komen.
Maar het blijven inmiddels wel anekdotes natuurlijk, want de schrijver ziet er verder geheel vanaf om een kader te geven voor zijn prachtige verhalen, of het jaar waarin ze spelen expliciet nader te duiden of te omschrijven. Die duiding is echter impliciet wel degelijk aanwezig. De lezer wordt uitgenodigd zich in te leven in mensen en omstandigheden die soms verrassend modern aandoen, en in een verdwenen wereld die zeker niet minder dynamisch of mondiaal-voelend was dan de onze, en - maar dat is natuurlijk vooral of onder andere het gevolg van het soort materiaal dat Illies in zijn boek heeft opgenomen - aanzienlijk sexyer, seksueler misschien zelfs wel. En over dat alles hangt natuurlijk de doem van de komende oorlog, die aan deze interessante, bruisende wereld een eind zal maken. Dat geeft alle verhalen een weemoedige, welhaast decadente bijklank.
Dat mag natuurlijk, zo omgaan met de geschiedenis. Ik denk ook niet dat Illies' beeld per se verkeerd is. Maar aan de andere kant is het wel een beetje jammer om al dat materiaal gereduceerd te zien tot een soort rariteitenkabinet, een nostalgische potpourri. Het is natuurlijk enig om te lezen dat Gabrielle D'Annunzio - die in zijn leven meer dan 3000 vrouwen heeft bezeten - in Parijs een verhouding had met Markiezin Luisa Casati, de rijkste vrouw van Italië - hij kon haar geld goed gebruiken. Wie trouwens eerder dit jaar in het Rijksmuseum in Amsterdam, op de expositie High Society, het portret heeft gezien dat Giovanni Boldoni in 1908 van de markiezin gemaakt heeft, is bereid om voetstoots te geloven hoe zij in 1913 elke avond een wandelingetje rond haar hotel, de Ritz, maakte: niet in gezelschap van een greyhound (zoals op het schilderij), maar van een gedresseerde krokodil.
Enfin honderden verhalen, de een nog leuker dan de ander, al lijken die over onze landgenote Mata Hari een beetje bleekjes uitgevallen. Maar daar staat dan weer de schildering van de 50ste verjaardag van de beroemdste Duitse dichter van 1913, de thans vrijwel vergeten Richard Dhemel, tegenover. Stefan Zweig, Thomas Mann, Arthur Schnitzler, Hugo von Hoffmannstal, Henry van de Velde, Walter Rathenau - de lijst van prominenten die niet aan de feestdis wilden ontbreken neemt geen einde.
Maar eigenlijk zijn historici die proberen patronen en context te genereren mij toch liever. Om enigszins te bekomen van Illies' song and dance heb ik daarom nog Das Zeitalter der Nervosität van Joachim Radkau nog eens ingekeken, een al uit 1998 daterende studie over de uitvinding in 1880 van de Neurasthenie als ziektebeeld (door de Amerikaanse neuroloog George M. Beard) en over de manier waarop het 'zenuwlijden' en zenuwachtigheid in de jaren voor 1914 een belangrijke rol gaan spelen in de openbare gedachtenwisseling over het karakter van die tijd, zijn krachten en zwakten.
Het door Radkau geschetste beeld is geenszins eenduidig. De alom om zich heen grijpende nervositeit gold natuurlijk veelal als een zwakte, een teken van decadentie - als iets wat niet alleen genezen kan of moet worden, maar zelfs overwonnen met daadkracht of door de macht te geven aan die lieden die er geen last van hadden. In die zin kun je denken dat de nervositeit, als tijdsverschijnsel, wellicht een van de verklaringen is voor de in onze ogen onbegrijpelijke lichtvaardigheid waarmee Europeanen in 1914 tegen elkaar ten strijde trokken - als een overwinning op de onzekerheid of vermeende decadentie van het eigen tijdsgewricht, als een louterend en kracht schenkend ritueel.
Maar niet in alle gevallen gold de nervositeit, als tijdsverschijnsel en collectieve ervaring, als iets negatiefs. Er waren er ook die dachten dat het een uiting was een nieuwe, interessantere wereld van industrie, handel en communicatie. De tijd ging steeds sneller, de opgaven aan het individu en de invloeden waaraan hij bloot stond namen steeds verder toe - logisch dat deze ontwikkelingen ook hoger eisen stelden aan de zenuwen van de mens. En dat een enkeling daarin wellicht niet kon meekomen, of zelfs een gevoel van walging of verzet voelde opkomen, tja, dat krijg je. Maar in veel gevallen wilde men, ook bij het bedwingen of juist uitleven van de zenuwen, juist een kind van zijn tijd zijn.
Ofschoon je je natuurlijk altijd moet hoeden voor al te uitgesproken historische analogieën, valt het niet zwaar om in Radkau's geschiedenissen toch parallellen met de huidige tijd te ontdekken - niet als ijzeren sleutels op onze hedendaagse werkelijkheid, maar als stof tot overpeinzing. Per slot van rekening is mij zo'n benadering toch liever dan de Schwärmereivan Illies.
Florian Illies: 1913 - Was ich unbedingt noch erzählen wollte. S. Fischer Verlag, 2018.
Illies' eerdere boek is vertaald als: Florian Illies, 1913, het laatste gouden jaar van de Twintigste Eeuw. (Vert. Jan Bert Kanon), Uitgeverij Atlas Contact 2013.
Joachim Radau: Das Zeitalter der Nervosität. Carl Hanser Verlag, 1998.
Afbeelding boven: het fatale huwelijk tussen Romola de Pulsky en Vaslav Nijinsky, Argentijns krantenknipsel uit 1913. Afbeeldingen onder: Giovanni Boldoni (1842-1931), La Marchesa Luisa Casati with a greyhound (1908); Duitse soldaten op weg naar het slagveld in 1914 (foto DPA)
DIT BLOG IS VERHUISD NAAR EEN NIEUW SITE:
https://wellalwayshaveparissite.com
ALS U MIJ VERDER WILT BLIJVEN VOLGEN, DAN LIEVER DAAR
Tumblr media Tumblr media
1 note · View note
zuurzielerburenavonturen · 3 years ago
Text
Familie Stoppel
Het schrijverskoppel Eef en Bauke Stoppel heeft hun kroost meegenomen naar Zuurzielerburen om het leven even op een lager pitje te zetten en ruimte te maken voor nieuw artistieke experimenten. Maar de jongens staan op het punt te gaan puberen; zullen ze genoeg uitdaging vinden in de boerenmeisjes die op loopafstand wonen, of hopeloos verdwalen in tienerverveling? En hoe houdt dit gezin de mentale en financiële stress buiten de deur, nu ze afhankelijk zijn van het magere voorschot dat Eef heeft ontvangen voor een roman die nog moet worden geschreven?
Bauke Stoppel
Bauke Stoppel is dichter in spé, en hoopt zijn muze te vinden in de heuvels van Zuurzielerburen. Maar Bauke is een dromer. Zal hij ooit kunnen aarden in de wereld van literaire gala's en omhooggevallen uitgevers, of heeft hij stiekem een voorkeur voor thuisblijven en het voorlezen van filosofieboeken aan zijn jongens? En zal zijn poëtica, die zo verschilt van die van Eef, catastrofaal zijn voor hun huwelijk of kunnen ze elkaar juist versterken?
Tumblr media Tumblr media
Eef Stoppel
Eef Stoppel is groot liefhebber van hoge kunst, maar nog meer van de exclusieve feestjes die haar uitgever organiseert. Ze moet zichzelf nog bewijzen in de literaire wereld, maar haar gestructureerde en vastberaden karakter zullen haar daar vast en zeker bij helpen. Als moeder van drie worstelt ze met tijdgebrek. Zal ze ooit haar grote droom om een eigen boekhandel te beginnen waarmaken? En kan ze haar luie dromer van een man met beide benen op de grond houden?
Tumblr media Tumblr media
Collin Stoppel
Collin is de oudste van de drie gebroeders Stoppel, maar hij heeft de rol van beschermende grote broer nooit echt kunnen vervullen. In al zijn onzekerheid realiseert hij zich niet dat zijn broertjes hem waarderen om andere kwaliteiten, zoals zijn artistieke talent. Hoewel Collin klunzig is, is hij een ware romanticus. Welk dorpsmeisje mag zich gelukkig prijzen? En zal zijn verlegenheid hem ervan weerhouden een carrière in de muziek te beginnen, of eindigt hij als rockgod?
Tumblr media Tumblr media
Benedictus Stoppel
Benedictus 'Bernie' Stoppel is nog maar net van zijn speen af, maar nu al de gangmaker op elk familiefeestje. Luidruchtig, ad rem, slim en romantisch: deze jongen weet dat hij bestemd is voor grote dingen. Hij houdt ervan zijn broertjes op de kop te zitten, hoewel hij zielsveel van hen houdt. Eén vraag houdt hem bezig: waarom interesseren de dorpsmeisjes hem niet? Zijn ze gewoon te saai, of is er iets anders aan de hand?
Tumblr media Tumblr media
Basil Stoppel
Basil erfde als enige Eef's rode haar en blauwe ogen, en misschien is dat de reden dat hij zo'n moederskindje is, hoewel topklasse musea hem allerminst kunnen bekoren. Maar niet iedereen heeft hem in die mate lief: zijn stoïcijnse en betweterige houding leverden hem de bijnaam 'Basil the asshole' op onder zijn twee broers. Zal Basil uiteindelijk leren zijn intelligentie voor de juiste doelen in te zetten, en uitgroeien tot een welvarende tiener met een kleine groep loyale vrienden? Of wordt hij de vervelende nerd die elke gymles aan het kortste eind trekt?
Tumblr media Tumblr media
0 notes
the-new-royalty-world-me · 4 years ago
Text
Recensie : Bak!
Tumblr media Tumblr media
Bak! Van eenvoudige appelcake tot het allerbeste zuurdesembrood Auteur: Jayne Jubb Uitgever: Karakter Uitgevers Bv 9789045220819
Geniet jij ook zo van die fantastische zuurdesembroden die je in een restaurant wel eens geserveerd krijgt? Of die je bij een dure bakker soms kunt kopen? Zuurdesembrood – maar ook heel veel andere broden – maak je vanaf nu zelf, thuis in je eigen keuken. Is dat ingewikkeld?…
View On WordPress
0 notes
kontesako · 4 years ago
Text
Kenau Simonsdochter Hasselaer
De tijdelijke redder van Haarlem
1526 - 1588/1589
Middeleeuwen -- ontdekkers en hervormers -- 1500 – 1600
 De vrouw die Nederland beschermde. Door haar zijn de Spanjaarden minder snel Nederland ingekomen dan dat de bedoeling was.
Tumblr media
Beschermen van Haarlem
Tijdens het beleg van Haarlem hielpen alle inwoners van de stad mee aan de reparaties aan de stadswallen die door de Spanjaarden waren beschadigd, Kenau hielp extra veel om de stadswallen te repareren en sprong daar erg mee uit. Na afloop van het verloren beleg (door de Haarlemmers) mocht een groot deel van de Haarlemse bevolking onder betaling aan de Spanjaarden de stad verlaten. Kenau verliet Haarlem om haar handel voort te zetten. In 1577 was zij volgens documenten inwoner van Leiden. Later ging zij weer terug naar Haarlem, waar zij in 1579 weer in documenten opduikt, zonder vermelding van enige heroïsche status. Het einde van Kenau is een mysterie. Tijdens een zeereis naar Noorwegen waar zij hout zou inkopen, werd zij volgens haar dochters vermoord door zeerovers. Haar dochters spanden daarop een proces aan tegen de eigenaar van het schip waarop zij meevoer. Anderen beweerden dat Kenau zou zijn gevlucht vanwege financiële problemen.
De naam Kenau
Haar hele leven had Kenau al een slechte bijnaam onder de Haarlemmers. Dit kwam vooral door haar moeilijke karakter. Uit verschillende rechterlijke bronnen is op te maken dat ze voortdurend procedeerde. Bijna twintig jaar na haar dood werd ze zelfs nog uitgemaakt voor een tovenares. Ze procedeerde in 1585 ook tegen de stad Haarlem, die nooit had betaald voor het hout dat zij had geleverd. Pas na haar dood werd het geld aan haar erfgenamen uitbetaald. Haar naam werd uiteindelijk gebruikt als scheldwoord voor manwijven. Soms wordt met 'Kenau' ook een moedige, doortastende en zelfstandige vrouw bedoeld.
De legende
Ongeveer aan het einde van de 16de eeuw ontstonden verhalen over Kenau als een uitzonderlijk moedige vrouw tijdens het beleg van Haarlem. Haar rol tijdens de reparaties van de verdedigingswerken is in de loop der tijd steeds verder opgeblazen, totdat zij eind negentiende eeuw zelfs geacht werd een leger van 300 vrouwen te hebben aangevoerd in de strijd tegen de Spanjaarden. Volgens sommige Duitse huursoldaten vocht Kenau actief mee tegen de Spanjaarden. Zo zou ze aan het hoofd hebben gestaan van 300 vrouwen die met kokend water, brandend stro en gesmolten pek vanaf de stadsmuren de vijand van zich afhielden. Volgens Pieter Corneliszoon Hooft was ze niet bang om met spiesen, geweer etc. tegen de Spanjaarden te vechten. De vrouwen vochten volgens hem actief mee omdat ze wisten hoe de Spanjaarden waren omgegaan met de vrouwen in andere veroverde steden. 
Tumblr media
De waarheid
Volgens de meeste historici is echter niet vast te stellen dat ze daadwerkelijk meevocht. Cornelius Ekama wees erop dat de Spanjaarden na het beleg een lijst van oorlogscriminelen hadden opgesteld, waarop geen enkele vrouw en vrijwel geen mannen stonden. Op de lijst stond wel de naam van Pieter Dirksz Hasselaer, de neef van Kenau. Ekama wees ook op het feit dat er van de 300 vrouwen die tegen de Spanjaarden vochten in de Kenau-legende, dat we alleen het verhaal van Kenau kennen en niks weten over de overige 300 vrouwen. Kenau’s verhaal wordt door historici meestal als mythe gezien. Het einde van Kenau is een mysterie. Tijdens een zeereis naar Noorwegen waar zij hout zou inkopen, werd zij volgens haar dochters vermoord door zeerovers. Haar dochters spanden daarop een proces aan tegen de eigenaar van het schip waarop zij meevoer. Anderen beweerden dat Kenau zou zijn gevlucht vanwege financiële problemen.
Bronnen:
foto 1″ Naam onbekend (17e eeuw) Portrait of: Kenau Simonsdochter Hasselaer. [schilderij] In: https://www.britishmuseum.org/collection/object/P_1871-0812-4144 (Geraadpleegd op vergeten datum).
 foto 2″ Kloek, E. (Datum publicatie onbekend) Kenau. De heldhaftige zakenvrouw uit Haarlem. [afbeelding] In: https://isgeschiedenis.nl/nieuws/kenau-simonsdochter-hasselaer-strijdbaar-en-vastberaden (Geraadpleegd op vergeten datum)
Bekijk/lees de volgende bronnen om meer te weten te komen over Kenau.
- https://youtu.be/gAJTL4bhxeE
- https://www.bol.com/nl/f/kenau/9200000015713703/
video” Zijm, M. (2014) Kenau. [YouTube video] YouTube: Maaike Zijm. 
tekst bol.com boek” Loo, T. de (2015) Kenau. Bol.com: Arbeiderspers, B.V. Uitgever De.
Bronnen, tekst:
Zomerklokje (2020, 16 oktober) “Kenau Simonsdochter Hasselaer”. https://nl.wikipedia.org/wiki/Kenau_Simonsdochter_Hasselaer (Geraadpleegd op vergeten datum).
0 notes
vriendenboekjes · 3 years ago
Text
Het softwarebedrijf vervangt de vertrouwde Calibri van letterontwerper Lucas de Groot door een nieuwe standaardletter.
Leanne de Munnik 21 juli 2021, 17:04
Waar hij ook is, letterontwerper Lucas de Groot (57) komt overal het door hem gemaakte lettertype Calibri tegen. Van een berg in Zwitserland – op een bordje dat vraagt het hek te sluiten voor de koeien – tot in Hongkong, waar zijn Calibri-cijfers op een aanplakbiljet eruit springen tussen de Chinese tekens.
Wereldwijd bestaan er onnoemlijk veel lettertypes. Hoeveel precies is niet bekend, maar alleen al Monotype, een van de grootste uitgevers van lettertypes ter wereld, heeft er meer dan tienduizend.
Niet al die lettertypes worden gebruikt. Vaak kiezen gebruikers voor exemplaren die standaard in software beschikbaar zijn, zoals Helvetica of Arial. En Calibri, sinds 2007 het standaard lettertype van Microsoft, als opvolger van Times New Roman.
Maar niet voor lang meer. Eind april liet Microsoft weten dat het vanaf 2022 een nieuw standaardlettertype in gebruik gaat nemen voor de officiële correspondentie van het bedrijf, en als standaardinstelling in programma’s als Word en Excel. Microsoft heeft vijf nieuwe lettertypes laten ontwerpen – Grandview, Skeena, Bierstadt, Tenorite en Seaford – die inmiddels beschikbaar zijn voor gebruikers. Op basis van hun feedback maakt het bedrijf daaruit later dit jaar een keuze.
En dus moet de Calibri na vijftien jaar trouwe dienst plaatsmaken. ‘Toch wel jammer’, vindt De Groot, ‘maar een lettertype dat over de hele wereld wordt gebruikt, krijgt op een gegeven moment een beetje een negatieve connotatie. Zo van: mensen die er niet over nadenken, gebruiken Calibri.’
Hij heeft de vijf nieuwe ontwerpen van Microsoft geprint en goed bekeken, en ziet naast overeenkomsten – grote, brede letters en geometrische vormen – duidelijk verschillende stijlen.
Tumblr media
Vijf opties van lettertypes die Calibri kunnen vervangen als standaardletter in Microsoft Word
Grandview doet hem denken aan ingenieurs aan de tekentafel, met rechte lijnen en cirkels. ‘Dat heeft een bepaalde charme, want het klopt allemaal, maar het heeft niet het soort vriendelijkheid dat een brief zou moeten hebben.’ Skeena baseert zich volgens hem op schrijven met de hand, met dikkere en dunnere delen in de letterlijnen. In grotere letters oogt dat volgens De Groot minder elegant. Bierstadt – ‘rare naam’ – vindt hij wat industrieel. ‘Het is een functioneel lettertype, het werkt, maar heeft geen eigen karakter.’ Tenorite noemt hij hip, modern, strak en goed afgewerkt. ‘De letters hebben kleine details die net even anders zijn dan lettertypes waar ze op lijken, zoals Futura of Avenir.’
Zijn grote favoriet is Seaford, die hij het origineelst vindt. ‘Er gebeuren grappige dingen. De C is net niet rond, de S heeft een plat stukje, de onderkanten zijn anders dan de bovenkanten en de cursieven anders dan de rechte letters. Het is duidelijk niet door een machine gemaakt en toch zijn de bewegingen van de lijnen perfect verdeeld.’ Dat geeft het lettertype volgens hem een eigen stem.
Een oog voor letters
Hoe vind je zo’n eigen stem? Hoe maak je een lettertype? Hoe maak je een goed lettertype? En welke rol spelen mode en smaak daarin?
Een nogal specialistisch beroep is het. Wereldwijd zijn er zo’n duizend letterontwerpers. In Nederland kunnen jaarlijks twaalf studenten deelnemen aan de master TypeMedia aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag, waar studenten zich verdiepen in letterontwerp en typografie.
Niet iedereen wordt daarna letterontwerper. Velen richten zich op algemeen ontwerp, van bijvoorbeeld logo’s en huisstijlen of op de technische kant van letterontwerp, zoals het maken van tools en programma’s.
De Groot woont al bijna dertig jaar met zijn vrouw Sonja in Berlijn, maar is opgegroeid tussen de bollenvelden van Noordwijkerhout. Na zijn studie grafisch ontwerp aan de KABK – hij had een lettertype ontworpen voor zijn afstudeeropdracht – heeft hij bij verschillende bedrijven gewerkt als designer, terwijl hij zich ondertussen specialiseerde in letterontwerpen. Na acht jaar besloot hij zelfstandig verder te gaan. Hij richtte FontFabrik op en later de uitgeverij LucasFonts, waarmee hij zijn eigen lettertypes uitgeeft.
De kans is groot dat u zijn lettertypes dagelijks voorbij ziet komen. Naast Calibri is vooral zijn letterfamilie Thesis erg bekend, die te zien is in de huisstijl van Jumbo, de ANWB en de Belgische politie.
Beginnen met de hand
Een lettertype begint met papier en een potlood. Of met een kwast. Of een pen. Dat maakt in principe niet zoveel uit. ‘Zolang je maar een vorm kunt maken met je hand’, zegt letterontwerper Erik van Blokland (53). ‘Dan is de feedback het snelst. Je kunt het makkelijk weer uitgummen en opnieuw maken.’ Van Blokland is docent aan de KABK, hoofd van de master TypeMedia en heeft zijn eigen letterontwerpstudio LettError. ‘Je hoeft niet het hele alfabet tot in de puntjes te tekenen. Als je eenmaal je stijl hebt bepaald, kun je de letters gaan digitaliseren.’
Dat digitaliseren is een precies werkje. Met punten en curven maak je in een tekenprogramma de lettervormen. De posities van de punten geven aan hoe de lettercurve moet gaan lopen. Van Blokland: ‘Rekenen heeft daarbij geen zin, je doet het in eerste instantie met je ogen. Je schuift wat heen en weer met de puntjes, print wat uit en probeert het opnieuw. Goed kijken speelt dan een grote rol.’
In zo’n ontwerpproces zitten verschillende fasen ‘Het alfabet is een rare groep vormen’, vindt Van Blokland. ‘De vorm van de b, p, d en q kan op elkaar worden gebaseerd, terwijl de vorm van de s juist uniek is.’ Zo kun je met een beperkt aantal letters tamelijk snel onderzoeken wat werkt. Daarna kun je aan de slag met alle kleine letters, hoofdletters en cijfers. ‘Maak je die vervolgens in verschillende gewichten, zoals light en bold, en ook nog in cursief, dan heb je een ruw pakket.’ Het maken daarvan duurt zo’n zes tot acht maanden.
Vervolgens kun je na het testen en proefdrukken aan de slag met de interpunctie, accenten en kleinkapitalen, oftewel hoofdletters met de hoogte van kleine letters.
Toen Microsoft in 2003 een aantal nieuwe lettertypes wilde, speciaal voor op beeldschermen, werd De Groot gevraagd voor een geheime, grote klant een ontwerp te pitchen voor een monospace lettertype, een lettertype waarbij alle letters even breed zijn, en een m dus evenveel ruimte inneemt als een i of een spatie, zoals bij het lettertype Courier. Drie weken voor die pitch werd hij gevraagd ook een voorstel te doen voor een schreefloos ontwerp, zonder dwarsstreepjes. Tot zijn verbazing werden beide voorstellen gekozen, Consolas en Calibri. ‘Toen moest ik binnen vijftien maanden twee letterfamilies leveren, een flinke klus.’
Uiteindelijk lever je dus een lettertype af, in een soort database-achtig bestand. Wat daar allemaal in zit aan tekens verschilt per lettertype en ontwerper, legt Van Blokland uit, maar ons westerse schrift, gebaseerd op het Latijnse alfabet, heeft exclusief de cursieven zo’n vijfhonderd tot zevenhonderd tekens. Een eitje in vergelijking met het Japanse schrift, dat zo’n 65 duizend tekens bevat. De eerste versie van Calibri bevatte er 1.120, met naast het westerse schrift ook tekens uit het Grieks en Cyrillisch, en kleinkapitalen.
Keuzen
Ons brein stelt twee eisen aan een goed lettertype, zegt Peter Hagoort, hoogleraar cognitieve neurowetenschap. Letters moeten niet verwarrend zijn, en goed leesbaar. Dat komt neer op letters die groot genoeg zijn, genoeg contrast hebben – dus geen lichtgele letters op een witte achtergrond – en niet te dicht op elkaar staan. ‘Je brein moet de letters makkelijk kunnen verwerken.’
Maar er komen meer keuzen bij kijken. Hoe lang maak je de stokken van de b, d, f, h, k, l en t, en de staarten van de g, j, p, q, en y? Maak je een lettertype met of zonder schreef? En maak je ligaturen, zodat bijvoorbeeld de f en t aan elkaar vastzitten?
Al die keuzen hangen volledig af van de opdracht, legt Van Blokland uit. Voor een krant gebruik je geen handschriftachtige letters, maar letters die geschikt zijn voor grotere stukken tekst. Een monospace lettertype zal voor veel mensen waarschijnlijk vooral de nostalgische touch van een typemachine hebben, maar wordt nog veel gebruikt in bijvoorbeeld tabellen.
Er zijn eindeloos veel blogs te lezen over welk lettertype je voor welk doeleinde zou moeten gebruiken, en welk juist niet. Zo zijn sierlijke letters niet geschikt voor zakelijke teksten en schreefletters niet voor websites en e-mails.
‘En toch’, zegt Hagoort, ‘zijn de meeste keuzen gebaseerd op wat we gewend zijn en wat we mooi vinden.’ Van Blokland sluit zich daarbij aan. Veel vormen zijn volgens hem in de loop der jaren zo vertrouwd geworden, dat we niet anders meer verwachten. Neem de hoofdletter V. In veel lettertypes is de linkerdiagonaal dikker dan de rechter. Bij de V in het logo (officieel: masthead) van de Volkskrant is dat duidelijk te zien, maar vergroot de letter maar eens uit in de lettertypes Cambria, Courier of Arial. Ook in die lettertypes is het verschil dan zichtbaar.
‘We vinden dat er beter uitzien, maar dat komt door gewenning’, zegt Van Blokland. ‘Door de schrijfrichting van een kwast is het zo in onze hersenen geprogrammeerd. Omgekeerd zou het er gek uitzien.’
Het allermooiste lettertype
Het allermooiste lettertype ooit? ‘Dat is echt onmogelijk te zeggen’, zegt De Groot. ‘Je kunt een lettertype nooit zonder context zien. Kunstwerken gebruiken bijvoorbeeld weleens lettertypes die speciaal voor dat kunstwerk ontworpen zijn. Dat is dan een fantastische eenheid, maar dat kun je niet los van die context beoordelen.’
Of Calibri beter is dan de vijf nieuwe opties voor Microsoft? ‘Veel beter!’, zegt hij lachend. ‘Nee, het is lastig te beoordelen. Calibri blijft absoluut goed en bruikbaar, maar de nieuwe lettertypes zijn ook alle vijf goed gemaakt.’ En toch mist hij iets heel nieuws. ‘Dat is ook lastig, want de markt raakt verzadigd, vooral met schreefloze lettertypes.’
Of Microsoft dan niet gewoon een bestaand lettertype had kunnen uitkiezen? ‘Had gekund, maar ik vind het fantastisch dat ze geld en moeite stoppen in dit soort nieuwe dingen. Zo kunnen letterontwerpers weer wat nieuws maken.’
oh wat heerlijk een artikel over typografie
hoooop dat deze te lezen is anders ga ik m vanaf de computer kopiëren
6 notes · View notes
philomon · 5 years ago
Text
Het foute beeldje
Toen ik zo’n 30 jaar geleden die kleine, kleurige en natuurlijk ontzettend foute spaarpot kreeg, moest ik glimlachen.
Tumblr media
Ik woonde al een aantal jaren in New York en met verbijstering zag ik alle dagen die krankzinnige ongelijkheid. Het bestuur van New York had nog geen grote schoonmaak gehouden en alleen al in de subway was er alom die schrijnende armoede die ik daarvoor nog nooit zo intens gezien had. Je struikelde over de bedelaars, moeders met kinderen, allemaal in vodden. Jonge mannen die ledematen misten, honger hadden en volgens hun kartonnen bordjes spoedig aan aids zouden overlijden, wat ongetwijfeld ook zou gebeuren. Ongelofelijk veel ouderen, volstrekt de weg kwijt, onvoorstelbaar treurig en eenzaam. Zeker, onder hen best veel witte Amerikanen, maar het overgrote deel was zwart. En terwijl ik me met duizenden andere New Yorkers door dat ondergrondse getto in kantooroutfit naar kantoor of in jogging kleren naar Central Park begaf, realiseerde ik me continu hoe oneerlijk macht, inkomen, gezondheid en geluk verdeeld zijn. Er waren vast ook professionele bedelaars bij, hoewel je je ernstig moet afvragen waarom iemand dat zou doen, en er waren er natuurlijk ook die onwijs vette pech in hun leven hadden gehad, maar ik wist toen en ik weet nu, dat veruit de grootste groep stom toevallig op de foute plek en in een kansarme omgeving was geboren. En om de doorsnee ‘gewone’ werkende New Yorker die dagelijkse confrontatie te besparen, heeft de stad enkele jaren later het leeuwendeel van die mensen ‘verplaatst’ naar de periferie waardoor ze minder zichtbaar zijn geworden. Dat is een tragedie en schande van ongekende omvang, maar daar wil ik het nu niet over hebben.
Het gaat me nu om die spaarpot, die ik in ‘91 kreeg van een lieve, witte vriendin. Hij heeft de vorm van een kleine zwarte man met dikke rode lippen in een rood jasje. Hij zit daar in kleermakerszit, met zijn handen voor zich. Als je in die hand een muntje legt en aan zijn oren draait, gaat zijn arm omhoog en schuift zijn hand dat muntje door zijn mond naar binnen, de gietijzeren spaarpot in. Mijn vriendin had twee beeldjes gekocht in zo’n rommelwinkel: voor mij dat dienstbare mannetje, een soort piccolo, en voor haarzelf een zwart vrouwtje met een wit schortje. Alleen al die woorden, ‘dienstbaar mannetje’ en ‘zwart vrouwtje’, hoe durf ik ze op te schrijven, maar ze geven helaas precies aan wat je ziet en wat de maker bedoeld heeft. Die vriendin was net als ik toen een expat in NY en inmiddels zijn we beiden terug in Nederland. Mijn mannetje staat sindsdien bij mij op de piano, haar vrouwtje bij haar op de keukenvensterbank. Waar het me nu om gaat is mijn glimlach van toen. En daarna.
Tumblr media
Die spaarpot heeft een waarde van nul. Gewoon kitsch. Een van die prullaria die je op markten of bij de kringloop koopt. Ik kreeg ‘m kado en ik vond ‘m wel grappig. Zo’n spaarpotje, in vrolijke kleuren, dat ze vroeger aan kleine kinderen gaven. Ik vroeg me nog af hoe oud ie zou zijn. Vermoedelijk eind jaren ’40 of begin jaren ’50, dacht ik, want het zou ondenkbaar zijn dat zulk speelgoed nu nog gemaakt zou kunnen worden. Daarvoor was die afbeelding van een vrolijke, maar onderdanige zwarte man veel te beladen. Dat zou vandaag de dag echt niet meer kunnen. Je zou het ook niet aan je kinderen willen geven. Het was een speeltje dat in mijn fantasie helemaal paste in die samenleving van koffieplantages met witte families en zwarte slaven. Zoiets flitste toen in ’91 door mijn hoofd. Ik zag dagelijks met eigen ogen dat racisme nog springlevend was. NY was een stad van uitersten en dat maakte die stad ook interessant. Je werd echt geconfronteerd met krankzinnige luxe en schier eindeloze mogelijkheden enerzijds en anderzijds met talloze vooral veel zwarte mensen, die alle hoop op een beter en leuker leven leken te hebben opgegeven. Nu kreeg ik dat foute, duidelijk gedateerde beeldje, maar hoe dan ook een reliek, een overblijfsel uit een tijd waarvan je hoopt dat die nooit meer terugkomt. Een spaarpotje voor kleine kinderen, die vast ook met witte en zwarte poppen speelden, ongetwijfeld ook met rollenspellen die ze toen heel gewoon vonden. Tja, dat beeldje zegt het eigenlijk allemaal. En ik keek ernaar met een glimlach. Nou ja, beter gezegd, een beetje droeve glimlach, die uiting van het enigszins machteloze beseffen. En verder dacht ik niet zo veel. Een hebbedingetje uit het verleden. Na NY is ie gewoon meeverhuisd naar Amsterdam.
Zo’n twee jaar geleden sprak een dierbare vriend mij echter op het bezit van dat spaarpotje aan. We hadden met een groepje een hele discussie gehad over zwarte piet, een onderwerp dat de laatste jaren sowieso steeds vaker aan de orde komt. Hij zag dat ding op mijn piano staan en zei dat dat echt niet kon. Ik wuifde die opmerking echter weg. Dat beeldje was niks anders dan een grappig souvenirtje uit NY en had verder niets te maken met mijn eigen opvattingen en gevoelens over racisme, zei ik. Daar bleef het bij. Deze week hadden we weer een lang gesprek over onze multiculturele samenleving en een ingrijpende ervaring waar hij zelf mee bezig was. Daarbij kwam ook zwarte piet ter sprake en, bijna terloops, opnieuw ook dat beeldje. En nu heb ik het gevoel dat ik er iets mee moet. Weggooien, teruggeven, op een minder prominente plek zetten, gewoon laten staan? Wat ik hier schrijf is niets anders dan een poging mijn eigen gedachten hierover te ordenen. Ik wil het niet zwaarder maken dan het is, maar toch vraag ik me steeds meer af waarom er bij het zien van die spaarpot in ‘91en ook soms daarna zoiets als een glimlach op mijn gezicht kwam in plaats van trekken van woede en boosheid. Want er zit natuurlijk wel een verschil tussen een glimlach, al dan niet een beetje droevig uit machteloosheid, en strijdbare afkeur. Het is misschien een kwestie van karakter, van enige ongeïnteresseerdheid of lafheid zelfs, maar als ik nu vind dat racisme en discriminatie echt niet kunnen, en dat vind ik, hoe kun je dan toch met een zekere humor en afstand, die glimlach dus, tegen sommige dingen aankijken?
Zwarte piet blijft hier een goed voorbeeld. Tot voor enkele jaren terug was ik mij niet of nauwelijks van enige discussie daarover bewust. Als iemand erover begon wuifde ik het weg. Hoe kon je je over zoiets onbelangrijks opwinden? Kom op, we hebben het over een oude traditie en een kinderfeestje. Tot ik langzaam maar zeker merkte, dat gewone integere mensen er heftig door geraakt werden, dat die pieten-rol, die ik voor onschuldig en ook best wel grappig had gehouden, door hen als kwetsend en stigmatiserend in hun persoonlijke leven werd ervaren. Vooral daarom moet ook wat mij betreft zwarte piet nu worden afgeschaft. Ik moet ook denken aan een bijna 170 jaar oud boek dat ik las op de middelbare school: “De negerhut van oom Tom”. Ik heb het met rode oortjes gelezen en leefde intens mee met de lotgevallen van de slaven onder de wrede behandeling van die witte plantage-eigenaren. De plaatjes in de Nederlandse uitgave lieten niets aan de verbeelding over. Ik heb het boek niet meer en soms kijk ik nog wel eens op een boekenmarkt of ik een exemplaar zie liggen. Natuurlijk kan ik ook in de reguliere boekhandel een nieuwe druk kopen, maar sedert circa 1980 komt het boek alleen nog uit onder de titel “De hut van oom Tom”, maar dat is niet de titel van het boek uit mijn jeugd. Een ander voorbeeld: in sommige oude Kuifje boeken staan Arabieren met wel erg grote neuzen en zwarte Afrikanen wel met erg volle lippen afgebeeld. Ik kon altijd wel glimlachen om die absurde karikaturen. In latere edities zijn die neuzen en lippen aanzienlijk minder geprononceerd. Kennelijk en gelukkig zijn auteurs en uitgevers met hun tijd meegegaan. Moet ik nu die oude drukken wegdoen? Is het allemaal een kwestie van goede smaak? Wat te denken van 1001 spotprenten die veel moslims als ernstig beledigend en stigmatiserend ervaren? Die spotprent in een dag- of weekblad is weer iets heel anders dan diezelfde spotprent ingelijst aan je muur hangen, zou ik zo denken, of niet soms? Meer in het algemeen, hoe vaak worden er geen ‘foute’ grappen of opmerkingen gemaakt, al dan niet in het café, waar we een beetje beschaamd om moeten lachen terwijl we ons realiseren dat die grappen of opmerkingen buiten de context van dat café en dat moment echt niet kunnen. We zijn immers geen racisten en we discrimineren toch niet, nietwaar?
Ik graaf in mijn geheugen en kijk om me heen. Dat beeldje is volkomen onbelangrijk, behalve dan dat ik het van een zeer aardige vriendin kreeg en dat ik het wel een grappig voorwerp vond, heel typerend voor een bepaalde tijd in de Amerikaanse geschiedenis. Maar mag ik het van mezelf ook vandaag in 2020 nog steeds grappig vinden, mag ik bij het zien even glimlachen, mag ik het op mijn piano laten staan? Door er zo over te schrijven, maak ik het wel tot een heel ding en krijgt het een lading die het eerder voor mij niet had. Kijk, over zwarte piet kan ik duidelijk zijn. Van mij mogen sinterklaas en die hele folklore eromheen blijven, maar zwarte piet en allerlei foute sinterklaasliedjes moeten veranderen of verdwijnen. De Negerhut van oom Tom koop ik uit een soort nostalgie misschien toch als ie niet te duur is. Ik zal er dan wel een kopie van dit stukje instoppen voor de lezer na mij. De oude Kuifjes laat ik rustig op de plank in mijn boekenkast staan. Maar met die grappen en grollen die ik maar al te vaak hoor en waar ik meestal wat onhandig bij blijf staan, daar zou ik misschien af en toe wel wat meer weerbaarheid en strijdlust mogen tonen. Anders blijft het bij wegwuiven en wegkijken. Anders verandert er nooit wat. En dat beeldje? Het blijft een heel apart kadootje, in elk geval een spaarpot met een verhaal. Maar om het nou grappig of leuk te noemen, nee dus. Die glimlach is geen uiting van blijdschap. Tja, wat moet ik er verder mee? We zijn inmiddels 30 jaar verder. Voorlopig of misschien wel definitief opbergen, denk ik nu. Dat wordt een volgend lang gesprek met die vriend.
Amsterdam, 19 juni 2020
0 notes
bookaliciousjourney · 6 years ago
Text
Recensie | De duik - Catherine Steadman
Waarom De duik van Catherine Steadman zo'n spannende thriller is
De laatste tijd ben ik echt in een thrillermood. Ik las alweer een thriller namelijk. Een waar ik eigenlijk nog maar weinig mensen over heb gehoord, maar die wel hele goede recensies krijgt op Goodreads. Ik kwam het boek De duik per toeval tegen in Kobo Plus en besloot het meteen maar te gaan lezen.
(more…)
View On WordPress
0 notes
adriaanmeij · 5 years ago
Text
Mens vóór materie
Tumblr media
Covid19/23
De wereldwijde aanpak van het Coronavirus is een eclatante overwinning van de mensheid op het materialisme. Toen eenmaal het bewustzijn over de bedreiging door het virus van de volksgezondheid tot de bestuurders doordrong grepen zij massaal in om de levensbedreigende ziekte een halt toe te roepen. De ethiek overwon: een mensenleven is meer waard dan een economisch belang. Zie https://www.ictonderzoek.nl/ProduktDetail.asp?id=2310 voor een gratis te bestellen analyse.
Deze houding, zij het traag, kenmerkte niet alleen de westerse wereld van democratisch kapitalisme, maar ook de Aziatische wereld van communistisch staatskapitalisme. Uiteindelijk zou ook Rusland met zijn meritocratie kiezen voor het bedwingen van het virus. Ik geloof dat alleen quasi democratische dictaturen zoals die veel voorkomen in Afrika en in Latijns-Amerika wegens gebrek aan geld, ontwikkkeling en visie, geen kans hadden zich tegen het virus te verweren.
Nederland gaat tientallen miljarden besteden om de economische crisis te bestrijden die als gevolg van het Coronavirus is ontstaan. De Europese Unie zet 500 miljard euro apart. De economie week voor de ethiek. Een mensenleven was even belangrijker dan macht en geld. Zelfs in het land van crimineel Assad zwegen even de wapens. De specialisten in Nederland, Europa, China, Canada ende VS streden om de uitbraak in te dammen en medicijnen of vaccins te vinden om de ziekte te bestrijden.
Dit beeld van een wereld in samenwerking tegen een gevaarlijke en onzichtbare vijand staat in schril contrast met het wereldbeeld toen in in 1939 werd geboren. Toen greep het virus van het nationalistische fascisme om zich geen aangevuurd en verspreid door de gedrogeerde volksmenner Adolf Hitler die de wereldorde zou veranderen.
En eenieder zou wegvagen die niet in zijn fascistische wereldbeeld paste. Dit virus greep om zich heen en er was in Europa geen staat die zich ertegen kon verweren. De wereldoorlog duurde vijf jaar en stortte de wereld in wanhoop. Het duurde vijftien jaar totdat nieuwe generaties zich konden verheffen. De arme landen en de communistische landen bleven in wanhoop nog eens 20 jaar acht er, totdat in 1980 het neoliberalisme begon. Dat nu zijn grootste test doormaakt. Maar anders dan in 1940-1945 toen het fascistische nationaalsocialisme om zich heen greep staan er nu sterke democratieën die de mens vóór de economie plaatsen.  Dat geeft hoop.
Complot or not
Inde social media stikt het van de complotdenkers die het gemunt hebben op het beleid van de meeste regeringen in de wereld. Dat beleid is: Controleer het virus, ontlast de zorg-industrie, bescherm ouderen en wacht tot het vaccin er is. Dat is, met wat varianten het beleid dat wereldwijd wordt gevoerd. Dat beleid sluit aan op adviezen van de Bill Gates Foundation, de Wereld Gezondheidsorganisatie WHO en gespecialiseerde organisaties zoals het RIVM.
De aanvallen op het beleid komen uit zeer verschillende hoeken en hebben dankzij de social media vaak een internationaal karakter. Er zijn politieke georiënteerde samenzweringen uit rechts-radicale of extreem linkse hoek, er zijn financiële complottheorieën, soms uit puur winstbejag, soms om het kapitalisme te ondermijnen. Religieuzen en wereldverbeteraars komen vaak met complottheorieën over de vaccinatie industrie. Vaak zijn complotdenkers fanatiek, zij weten het beter.
Complotdenkers hebben ook positieve kanten. Zij hebben kritiek op aanpak en beleid, brengen mensen op ideeën, bepleiten veranderingen, uiten hun mening. Het is altijd goed om gevestigde structuren te onderzoeken en te bevragen naar hun motieven. Het is goed 5G netwerken te kritiseren en onderzoek te eisen of naar de oorsprong van SARS-Cov 19 te vragen. Vaak echter zitten zij verbeten in hun gelijk en soms verschuilen zij zich achter  valse namen en adressen waardoor de herkomst van meningen niet te achterhalen is.
Het is inderdaad zo dat Google, Facebook, YouTube , Twitter en andere social media artikelen met samenzweringen of complot denken soms verwijderen zoals een 26 minuten durende video van activiste Judy Mikovits die miljoenen  keren is bekeken. Velen vinden daarom dat deze social media zelf ook deel uitmaken van het complot en dat de gewone burger een rad voor ogen wordt gedraaid. Uitgevers hebben echter een eigen verantwoordelijkheid voor wat zij wel en niet via hun media distribueren. Zijn zijn daardoor geen slaaf van de samenzwering van wat dan ook maar nemen hun verantwoordelijkheid.
Tumblr media
De Italiaanse parlementarier Sarah Cunial hield vrijdag 15 mei  een speech in het Italiaanse Parlement over de bestrijding van de crisis en de afhankelijkheid van een vaccin. Zij begon met de opvatting van de Britse filosoof Thomas Hobbes dat alle legitieme politieke macht "representatief" moet zijn, gebaseerd op instemming door het volk. Om uit te werken dat nu het tegendeel waar is.
Ik heb met 55 jaar ervaring in onderzoekende journalistiek gekeken naar de bronnen waar complotdenkers uit putten. Meestal zijn ze niet te achterhalen, of worden ze bestreden, soms worden ze nog onderzocht. Het gaat over zaken als de kongsi’s tussen de Bill Gates Foundation, WHO en de vaccin-industrie om uit winstbejag iedereen te vaccineren en tegelijkertijd een chip in te spuiten zodat iedereen gecontroleerd kan worden. Gruwelijke gedachten. Of dat 5G netwerken SARS-Cov 19 veroorzaakten. Of dat het virus door mensen gemaakt is met als doel de wereld te ontwrichten. Verhalen die we tot nu toe uit James Bond films of Netflix series kennen.
Er zijn ook in de mainstream media rapportages over zoals een artikel over de zogenaamde ontvolkingsstrategie van Gates in medium.com, een strategie die niet bestaat. Of een bijdrage in de Volkskrant over hoe verwijderen van omstreden bijdragen ertoe leidt dat die juist meer aandacht krijgen. De New York Times, een mainstream medium, wijdt een uitgebreid artikel aan dr. Mikovits.
Het is vast zo dat de schok van een om zich heen grijpend virus dat de wereldeconomie in de diepste depressie duwt sinds de jaren dertig veel mensen uitermate angstig en onzeker maakt en een voedingsbodem is voor complot denken. En dat opportunisten en aandachttrekkers hun kans schoon zien om onrust en onzekerheid te stoken.  
Het is ook tergend moeizaam om aspecten van wat waar is uit te vinden. Ik schrijf aspecten omdat mensen de hele waarheid niet kunnen weten, maar slechts aspecten ervan. Ook in bewegende, sociale wetenschappen is waarheid een tijdelijk begrip. Uiteindelijk moet ik afgaan op wat ik vind, op basis van zoveel mogelijk informatie zoals die mij ter beschikking staat.
In de meer dan 40 jaar dat ik handel en wandel van oprichter Bill Gates van Microsoft heb gevolgd zag ik een scherpe, harde zakenman, geen visionair, geen creator, maar een slimmerik die benutte wat anderen zoals IBM lieten liggen. En de laatste decennia zie ik een betrokken, bewogen man die zijn vermogen deelt met de wereld om die een betere plaats te maken om te leven. Er is via zijn BMG Foundation geen persoonlijk winstbejag meer. BMGF is een Charity. En ja, vaccineren is soms nodig om grotere rampen te voorkomen. Daar vallen ook spaanders zijn. En ja, dan moet je wel samenwerken met overheden en de Verenigde Naties om grotere rampen zoals de aankomende hongersnoden in te dammen. Het is een eindeloos lange weg om de wereld een betere plaats te maken.
0 notes
esthermennega · 5 years ago
Photo
Tumblr media
Door: RockyMountainNavy Gamer (c). Ravensburger is de uitgever van dit nieuwe spel. Dit vind ik een inspirerend spel door zijn design van de karakters ( Dr. Facilier (princess and the frog), The Evil queen (Snowwhite and the zeven dwarfs) en Hades (Hercules). De doos van het spel is ook echt prachtig. Het is elke keer weer leuk om te spelen. 
0 notes
sieldamen · 5 years ago
Photo
Tumblr media
Fotograaf: Barry Lewis Uitgever: Hoxton mini press Book design: Friederike Huber
‘Black and white photographs that capture the colorful characters of Miami Beach in the early ‘90s’. Elke kerstmis, tussen 1988 en 1998, reisde fotograaf Barry Lewis naar de South Beach in Miami, om hier de winter door te brengen in een zonnig paradijs. Hier fotografeerde hij de diverse personen die samen de massa creëerden. Hij zocht de uitgesproken karakters op en legde hen vast. Lewis wilde met zijn beelden de levendigheid laten zien van een plek die jarenlang in het teken stond van drugs, geweld en criminaliteit, maar weer tot leven kwam en veranderde.
Lewis zocht dus de excentrieke figuren op, zoals fashionistas, drag queens en bodybuilders. Hij legt de kleurvolle karakters van de Miami Beach vast in zwart wit. Ik vroeg de uitgever van dit fotoboek of ze wist waarom de fotograaf ervoor had gekozen de foto’s in zwart wit af te drukken. Zij vertelde me dat hij dit waarschijnlijk had gedaan om de personen/karakters zelf meer aandacht te geven in plaats van de kleuren en afleidende factoren eromheen, die je sneller zou zien wanneer de foto’s in kleur waren afgedrukt. Lewis was een fotojournalist die grotendeels zijn opdrachten in 35 mm kleur schoot, maar besloot Miami voor zijn eigen tevredenheid te fotograferen in zwart wit, met een oude Rolleiflex en een Bronica. Hij wilde op een andere manier te werk gaan: ‘a slower, more considered way.’
Lewis heeft in een aantal jaar ontzettend veel afbeeldingen van Miami Beach verzameld, maar deze zijn bijna allemaal jarenlang ongezien gebleven. Hij wist wel dat hij een interessante verzameling had, en toen hij in contact kwam met Martin Osborne van Hoxton Mini Press (de uitgever), keerde hij terug naar zijn archief uit Miami. Hij haalde alle negatieven die hij op contact sheets had weer bij elkaar. Lewis ging zitten met Osborne en de HMP-ontwerper Friederike Huber. Hij was verrast alle foto’s terug te zien, maar ontdekte dat er ook gaten waren. Gelukkig heeft hij ook foto’s in kleur geschoten in Miami voor andere opdrachten, en hieruit kon hij er een aantal naar zwart-wit converteren om de fotoset completer te maken.
De zwart-wit foto’s zijn gepresenteerd op witte pagina’s, en er wordt weinig gebruik gemaakt van tekst, alleen af en toe een onderschrift. Het lettertype wat je op de voorkant ziet van het boek is niet zo zeer uitgekozen bij deze fotograaf, want Hoxton Mini Press heeft bij bijna alle uitgaves en boeken op de kaft gebruik gemaakt van dit lettertype.
0 notes