#Friedrich-Wilhelm-Straße

[sigalrm]

Eiszeit by Pascal Volk Via Flickr: Möglicherweise gibt es da gutes Eis.

[pedaalridder]

8 juni Via die Lange

Het was een wirwar aan wegen toen ik Wernigerode uitfietste bij de eerste rit van een lang weekend. In het lagere deel van het stadje ging het langs flats bestaande uit zogenaamde 'Plattenbau' nog uit de DDR-tijd, maar wel mooi opgeknapt en al stijgende langs de villa's uit 'Kaiserzeiten'. Hoe hoger ik kwam hoe rustiger het werd. Asfalt ging over in gruis. Zachtjes regende het voor even bij een berg met de mooie naam: Armeleuteberg. Na een lange tijd hoorde ik opeens weer het geluid van gemotoriseerd verkeer, het was een vreemde ervaring. Al snel was het weer gravelen geblazen, af en toe kwam ik nog een fietser tegen en wandelaars, maar naar een tijd niemand meer. Het gravelweggetje blijkt 'Die Lange‘ te heten, en was al in de 10de eeuw de doorgangsroute van koningen en keizers door de Harz. Als ik in het plaatsje Benneckenstein kom is er net een rally van Nederlandse Opel Kadett bestuurders gaande. Ééntje heeft de leeftijd van ver na de laatste productiedatum van de Kadett. Van Friedrichsbrunn naar Thale heb ik bij een behoorlijke afdaling een prachtig uitzicht op de omgeving. Zo'n decor waarbij je je afvraagt of je er echt fietst. Zo mooi!

In het dal kom ik door Heimburg door de Wilhelm-Pieck-Straße…tegenwoordig een zeldzaamheid, ten tijde van de arbeiders- en boerenstaat was dit wel anders. Wilhelm Pieck was de eerste en enige president die de DDR gehad heeft. Een Stalinist van het eerste uur. En net zoals de rechtsextremitisten waar de Nazi's uit voortkwamen, was hij als lid van de communisten in de jaren '20 tegen de Weimarrepublik, want hoe dan ook ze waren tegen de democratie. Op één dag word ik weer getuige van de onderhoudende Duitse geschiedenis, want eerder op de dag kwam ik langs de Walther-Rathenau-Straße, de beroemde joodse minister van Buitenlandse zaken van de Weimarrepublik die vermoord werd. Wiens vader oprichter was van AEG. Een man die zich ingezet heeft voor de democratie. De laatste km‘s gaan gepaard met zwarte wolken, enig onweer en regen, hetgeen de pret niet mocht drukken bij deze prachtige rit.

9 juni Rondom Halberstadt

Verleden jaar vertrok ik vandaag naar Parijs, dat was geweldig, maar bij thuiskomst moest ik echt afkicken. Toen maakte ik meteen aanstalten om naar Rome te fietsen, alleen al om zoiets te plannen is een genoegen. Je bent zwerver of je bent het niet. Vandaag zworf ik door stadjes en dorpjes die lijken het wel lang in een doornroosjeslaap waren en nu eindelijk wakker zijn geschud. De dom van Halberstadt is van verre uit de heuvels tussen de klaprozen al te zien, dan daarna kom ik in Harsleben zowaar door een Strasse des DSF, straat van de Duits Sowjetische Freund/Vriendschap! In Ballenstedt bevindt zich een mooi slot met een park. Het is gesticht door vorst Friedrich von Anstalt. Wonen in een voormalig residentiestadje bleek begin vorige eeuw een aantrekkingskracht te hebben op pensionado‘s en goede burgerij, waardoor er heden ten dage nog veel villa‘s aan te treffen zijn. Het is bovendien de wieg van deze deelstaat Sachsen-ANHALT.

10 juni Graveltour in de Harz

Na eerst een DHL pakket met (vuile) was weggebracht te hebben kon ik starten met een nieuwe onderneming. Bij de begraafplaats verliet ik Wernigerode en de straat die daarbij langzaam omhoog ging heet opmerkelijk genoeg Himmelpforte, maar dat bleek toch op het klooster te slaan dat daar ooit stond. Een paar km verder is een monnikenhut, ooit een trefpunt van passerende geestelijken in de Harz. Hoe verder ik klim, uiteindelijk tot 721 meter hoe minder fraai de omgeving er uitziet, als figurant in een griezelfilm waan ik me, alleen maar kale bomen, het is een verschrikking om te zien. Bij een koel boshuis rust ik lekker uit, het is zaterdag dus ook drukker met vele waaghalzen op de fiets, ik met één tibiaplateaufractuur (in 2010) teveel kijk wel uit en ga lopen als de weg naar beneden alleen maar keien kent. Aan de andere kant is de verscheidenheid aan soorten gravel hier dan ook wel weer mooi. Dicht bij de Eckertalsperre zag ik ze opeens de Streifen…(dikke betonplaten) daar waar ooit het ijzeren gordijn stond en Europa verdeelde. Je kon tot 1990 hier absoluut niet komen, daar het zwaar bewaakt militair gebied was. Het stuwmeer is trouwens aangelegd door krijgsgevangenen in de Tweede Wereldoorlog. Het was vooral van belang voor de drinkwatervoorziening omdat door de komst van de Volkswagenfabrieken in Wolfsburg de bevolking direct ten noorden van de Harz enorm was toegenomen. Voorbij het meer is het heerlijk dalen naar Ilsenburg. Daar tracteer ik mezelf bij een Italiaan op de pasta della cassa, en na zo‘n rit ging het er wel in. Tot aan Wernigerode is het nog een klein stukje. Goed mogelijk dat ik er opweg van Enschede naar Berlijn in juni 2012 ook gefietst heb.

11 juni Van Seesen naar Stadtoldendorf in Niedersachsen

In het voorland van de Harz fiets ik graag, dus dat stond vandaag als slot van dit fietsweekend uiteraard op het programma. Het werd een warme finish met volop zon en een graad of 30. Toch anders dan in mijn planning. Regelmatig had ik gevoel als een slak te rijden. In Wenzen ging ik eens uitblazen en dat deden anderen hier ook tenminste op de Egerländer Musik af te gaan dat een eindje verderop klonk.

Nog een paar flinke klimmen en ik arriveerde in Stadtoldendorf. Het stadje lag op apegapen alleen bij de 'Italiaan' heerste iets bedrijvigheid, ik bestelde er een ijs. De andere gasten, allen aan het accent te horen van Italiaanse orgine waren aan het roddelen over een dorpsgek die iedereen die hem passeerde altijd drie Zwiebeln (uien) aanbood, schijnbaar neemt niemand ze aan als het altijd drie zijn.

[tvueberregional]

Schwetzinger Nordstadt: Neue E-Ladesäule verfügbar

Seit einigen Wochen ist auf dem Parkplatz Eisenacher Straße/Friedrich-Ebert-Straße eine neue E-Ladesäule in Betrieb und schließt so eine wichtige Versorgungslücke in Schwetzingen. Die Ladesäule bietet 2 Ladepunkte mit einer Leistung von je 22 kW. „Damit die Energiewende zum Erfolg wird, brauchen wir eine möglichst lückenlose Ladeinfrastruktur für E-Autos“, so Dagny Pfeifer Energiemanagerin der Stadt Schwetzingen. „In der Nordstadt hatten wir bisher kein öffentliches Angebot, jedoch immer wieder die Nachfrage durch Anwohner/innen.“ Die nun installierte Ladesäule kann zwei Autos parallel laden, verfügt über eine kompakte Bauform und ein integriertes Display, welches jederzeit eine sehr gute Benutzerführung sicherstellt. Insgesamt ist die Ladeinfrastruktur in Schwetzingen sehr gut ausgebaut. Im Stadtgebiet finden E-Fahrer mittlerweile über 30 Ladepunkte – öffentliche Säulen unter anderem am Bellamar, am Bahnhof und in den Parkhäusern. Auf dem Neuen Messplatz steht zudem eine öffentliche Schnellladestation zur Verfügung. Einladung zum Ladesäulenspaziergang am 11. August Wer sich für die Standorte und die Bedienung der Ladesäulen interessiert, dem sei der Ladesäulenspaziergang von KLiBA und Stadt Schwetzingen am 11. August ans Herz gelegt. Bei einem zweistündigen Rundgang werden neben öffentlichen Ladesäulen auch private Wallboxen besichtigt, um einen umfassenden Überblick über Ladelösungen und Funktionsweisen zu geben. Infos und Anmeldung dazu unter https://kliba-heidelberg.de/termine/   Geschichte der Stadt Schwetzingen Von Urkunden und archäologischen Zeugnissen Im Urkundenbuch des Klosters Lorsch wird Schwetzingen erstmals in einer Schenkung vom 21. Dezember 766 urkundlich erwähnt. Der damals gebräuchliche Ortsname Suezzingen leitet sich vom Personennamen Suezzo ab und bedeutet soviel wie „zu der Stätte des Suezzo gehörig“. Archäologische Funde belegen jedoch, dass die Besiedlung des heutigen Stadtgebietes noch früher zurückreicht. Lorscher Codex Im Schwetzinger Neubaugebiet Schälzig entdeckte man 1988 die Spuren eines der größten Bandkeramiker Friedhöfe in Südwestdeutschland. Mit dieser jungsteinzeitlichen Kultur siedelten sich hier vor mehr als 7000 Jahren die ersten sesshaften, Ackerbau betreibenden Menschen an. Von nun an finden sich Zeugnisse vieler vor- und frühgeschichtlicher Kulturen, der keltischen Epoche, genauso wie der Zeit römischer Besatzung und des hier beheimateten germanischen Stammes der Neckarsueben. Grabfunde aus der Merowingerzeit, unterstützt durch die Einträge im Lorscher Codex, belegen, dass Schwetzingen aus einem Oberdorf und einem Unterdorf bestand. Zwischen beiden Siedlungen ist das Schloss Schwetzingen wohl erst im 13. Jahrhundert entstanden. Das Schloss Schwetzingen, damals noch eine wehrhafte Wasserburg des Rittergeschlechtes der Erligheimer, wurde erstmals 1350 in einer Urkunde erwähnt. Elsbeth von Schonenberg räumte darin dem Pfalzgrafen Ruprecht ein ständiges Wohnrecht in der "Veste" Schwetzingen ein. So gelangten das Schloss und die dazu gehörigen Besitztümer allmählich ganz in den Besitz der Kurpfalz. Die in Heidelberg residierenden Pfalzgrafen und späteren Kurfürsten der Pfalz kamen gerne und oft in das nah gelegene Schwetzingen, um in den wildreichen Forsten des Hardtwaldes zu jagen. Zerstörung, Wiederaufbau und erste Blütezeit Wie fast die gesamte Kurpfalz wurde Schwetzingen sowohl im Dreißigjährigen Krieg als auch 1689 im Orléanischen Erbfolgekrieg fast völlig zerstört. Kurfürst Johann Wilhelm ließ das Schloss wieder aufbauen, das sein Nachfolger Carl Philipp 1720 zur Sommerresidenz erhob. Die Straße nach Heidelberg, die ihren Anfang am Ehrenhof des Schlosses nahm, ließ er als geradlinige Allee ausbauen und mit Maulbeerbäumen besetzen. Noch heute ist ihr Verlauf vom Fuß des Königstuhls bei Heidelberg bis Schwetzingen und ihre westliche Fortsetzung als Sichtachse bis zur Kalmit, dem höchsten Berg des Pfälzer Waldes, gut erkennbar. Schlossplatz Schwetzingen Unter Kurfürst Carl Theodor, der 1742 die Regierung antrat, wurde die Maulbeerbaumallee, die heutige Carl-Theodor-Strasse, das städtebaulich bestimmende Element für die barocke Umgestaltung der Sommerresidenz. Entlang dieser Allee, die auch grundlegend für den weiteren Ausbau des Schlossgartens wurde, entstand ab 1748 die „Neue Stadt“ mit dem Marktplatz, dem heutigen Schlossplatz, und den vier nach Osten anschließenden Bauquadraten. Die Absicht war, durch die Vereinigung der bislang voneinander getrennten Ortsteile ein neues und vor allem städtisches Zentrum zu schaffen, das ganz auf das Schloss bezogen war. Die Erhebung Schwetzingens zum Marktflecken im Jahr 1759 brachte durch die Genehmigung eines Wochenmarktes und zweier Jahrmärkte einen wirtschaftlichen Aufschwung mit sich. Das größte Bauvorhaben des 18. Jahrhunderts war die Anlage einer der schönsten Gärten Europas, des Schwetzinger Schlossgartens. In einer einzigartigen Symbiose schließt sich hier an den von Nicolas de Pigage geschaffenen streng geometrischen Barockgarten der von Ludwig von Sckell angelegte englische Landschaftsgarten an. Zahlreiche Bauwerke, wie der Apollotempel oder die Moschee, zeugen vom aufgeklärten Gedankengut seines Herrschers. Schwetzingen wird Spargelstadt Mit dem Beginn des 19. Jahrhunderts fiel Schwetzingen dem Großherzogtum Baden zu und wurde zum Sitz und Mittelpunkt des neuen Amtsbezirks Schwetzingen gewählt. Diese Funktion als Verwaltungsmittelpunkt mit städtischem Charakter, die hohe Steuerkraft sowie die mit dem Schloss und dem damals schon berühmten Garten verbundene Hofverwaltung waren für Großherzog Leopold ausschlaggebend, Schwetzingen im Jahr 1833 zur Stadt zu erheben. Briefkopf der Firma Hassler Um 1850 begann die Industrialisierung auf der Basis der landwirtschaftlichen Intensivkulturen Hopfen, Tabak und Spargel. Vor allem der Spargel, der erstmals im Jahr 1668 im Schlossgarten angebaut und Ende des 19. Jahrhunderts durch Züchtungen verbessert wurde, avancierte zum Qualitätsprodukt mit Weltruhm. Namhafte Firmen, wie etwa die Konservenfabrik Bassermann oder die Zigarrenfabrik Neuhaus, siedelten sich hier seit der Anbindung Schwetzingens an die Rheintalbahn im Jahr 1870 an und vermarkteten die Handelsgewächse weltweit. Nach dem Zweiten Weltkrieg, den Schwetzingen relativ unbeschadet überstanden hat, änderte sich die gewerbliche Struktur der Stadt. Statt der großen personalintensiven Betriebe des Sektors Nahrung und Genuss entwickelten sich leistungsfähige mittelständische Betriebe und ein starker Dienstleistungssektor, nicht zuletzt durch die touristische Attraktivität Schwetzingens.Weitergehende Informationen / Broschüren über die Stadt und deren Geschichte sind über die Stadtverwaltung zu beziehen. Detaillierte historische Aspekte beleuchtet die Schriftenreihe des Stadtarchivs Schwetzingen. Der Buchhandel bietet außerdem zahlreiche Veröffentlichungen über Stadt und Schloss Schwetzingen an.     Besuchen Sie unsere Seiten von TVueberregional Onlinezeitung und Onlinefernsehen Bekanntmachungen für Gewerbe und Veranstaltung https://blaulicht.tvueberregional.de/ https://tvueberregional.de/ veranstaltung.tvueberregional.de kraichgau.tvueberregional.de youtube.tvueberregional.de videokassetten-retten.tvueberregional.de   Mit den besten Empfehlungen Ihr TVüberregional Team. Für Sie unterwegs! Auf Augenhöhe der Bürger - für die Bürger. Unzensiert berichten.              Hier ist auch Ihr Werbeplatz.  Werbeplatz für Wohnmobil Händler: ihre.wohnmobil-werbung.de tvueberregional.de/wohnmobil-werbung https://wohnmobil-werbung.de/             PRESSE Hockenheim bei TVüberregional: https://hockenheim.tvueberregional.de/             Besuchen Sie unsere Seiten von TVueberregional Onlinezeitung und Onlinefernsehen Bekanntmachungen für Gewerbe und Veranstaltung   https://blaulicht.tvueberregional.de/   https://tvueberregional.de/   veranstaltung.tvueberregional.de kraichgau.tvueberregional.de youtube.tvueberregional.de   videokassetten-retten.tvueberregional.de     Mit den besten Empfehlungen Ihr TVüberregional Team. Für Sie unterwegs! Auf Augenhöhe der Bürger - für die Bürger. Unzensiert berichten.    Beispiele: https://youtu.be/ZSkb7tqjHhA?si=N4fhYPuUnYRnPyJW     https://youtu.be/OVLA2owpxWc?si=LZKtV4EisyvpJM7j   https://youtu.be/JfqX_Tf0x5Y?si=PJ_MmGu77Pi9rURU   https://youtu.be/lKIvtjS0Fek?si=j-AVQIUs3EZFn_5R                       Lesen Sie den ganzen Artikel

[gasthausnostalgie]

Old Vienna

Cafe Sperl…

Das Café Sperl ...

ist ein traditionsreiches, denkmalgeschütztes Wiener Kaffeehaus Ecke Gumpendorfer Straße und Lehargasse im 6. Wiener Gemeindebezirk Mariahilf.

1880 eröffnete Jacob Ronacher, Bruder von Anton Ronacher (dem Gründer des bekannten Etablissement Ronacher), ein Kaffeehaus unter dem Namen Café Ronacher im Eckgebäude Gumpendorfer Straße / Lehargasse. Die Ausgestaltung des Lokals im Stile eines Ringstraßen-Cafés mit Parkettboden, Stühlen von Thonet, Marmortischen, Kristallluster und Caramboltischen wurde von den Architekten Wilhelm Jelinek und Anton Groß ausgeführt. Noch im selben Jahr gab Ronacher jedoch das Geschäft auf und verkaufte es an die Familie Sperl, die es unter dem Namen Café Sperl weiterführte. 1884 wurde Adolf Kratochwilla Inhaber des Lokals, behielt aber den inzwischen etablierten Namen bei.

Zu den Stammgästen des Sperl zählten in der Zeit vor dem Ersten Weltkrieg eine kuriose Mischung aus Künstlern – Schriftstellern, Malern, Architekten, Komponisten, Musikern, Schauspielern – und Militärs der nahen k.u.k. Kriegsschule, zu letzteren zählten beispielsweise der spätere Chef des Generalstabs der österreichisch-ungarischen Armee Franz Conrad von Hötzendorf und Erzherzog Josef Ferdinand.

Von 1895 bis 1942 unterhielt der Künstlerbund Hagengesellschaft (aus dem 1900 der Hagenbund hervorgeht) hier seinen Stammtisch. Ebenfalls 1895 fand sich im Sperl der Siebenerclub, dem Josef Hoffmann, Leo Kleinradl, Adolf Karpellus, Maximilian Kurzweil, Koloman Moser, Joseph Maria Olbrich und Friedrich Pilz angehören, die später zusammen mit weiteren Künstlern die Wiener Secession ins Leben riefen. Darüber hinaus zählten in jener Zeit Joseph Lewinsky, Alexander Girardi, Edmund Eysler, Richard Heuberger, Karl Millöcker und Franz Lehár zu den Stammgästen des Sperl.

Nach dem Zweiten Weltkrieg nahm das Café seinen Betrieb wieder auf. 1968 übernahm Manfred Staub das Lokal von der Familie Kratochwilla und ließ es 1983 unter Erhaltung des denkmalgeschützten Ensembles renovieren. In den Folgejahren erlangte das Sperl verschiedene Auszeichnungen, so wurde es 1998 zum Österreichischen Kaffeehaus des Jahres ernannt und erhielt 2004 die Goldene Kaffeebohne. Zu den Stammgästen der jüngeren Vergangenheit zählten die Schriftsteller Jörg Mauthe, Robert Menasse und Michael Köhlmeier.

[ezigarettenshop0]

Website : https://www.myvapesite.de/

Address : Friedrich-Wilhelm-Straße 17, Braunschweig, Lower Saxony, 55317

Phone : +49 7680395386

E-Zigaretten, Aromen im Myvapesite Shop online kaufen MYVAPESITE.DE ist DER Premium Shop für Dampfer, unser Online-Shop Sortiment enthält alles, was Sie zum Dampfen brauchen.

Suchen Sie eine elektronische Zigarette, sehen Sie sich zwischen unseren E-Zigaretten-Marken um oder treffen Sie eine Auswahl aus der Art der E-Zigarette.

Einweg-E-Zigarette: Kompakte kleine E-Zigaretten, die Sie nach Gebrauch wegwerfen und bequem als Taschenmodell tragen können. Normalerweise bestehen diese E-Zigaretten aus 300 bis 800 Zügen.

Pod-E-Zigarette : Handgehaltene E-Zigarette, bestehend aus einer Batterie und einem lose gefüllten oder nachfüllbaren Pod. Ein Pod ist wie Tonabnehmer, Mundstück, Coil in einem, es gibt auch Pods, bei denen man den Coil austauschen kann.

Einfache E-Zigarette: Sind Sie ein Vape-Neuling oder möchten Sie mit dem Dampfen beginnen, dann sind diese Modelle die beste Wahl für Sie. Die meisten dieser Modelle funktionieren einfach mit einem Feuerknopf und sind mit Spulen ausgestattet, die den Effekt einer echten Zigarette MTL „Mout to Long“ simulieren und Spulen, die einen Wasserpfeifeneffekt DL „Direct Long“ simulieren.

Erfahrene E-Zigarette: Diese E-Zigaretten verfügen über eine Spannungs- und Wattregulierung und sind mit stärkeren Akkus ausgestattet als die von erfahrenen E-Zigaretten, wodurch sie länger halten.

Fortgeschrittene E-Zigarette: Wenn Sie nach E-Zigaretten suchen, die große Wolken abgeben, damit das Dampf- und Geschmackserlebnis noch intensiver wird, dann sind Sie hier genau richtig. Die fortschrittlichen E-Zigaretten sind mit vielen Einstellfunktionen ausgestattet, sodass Sie mit jeder Art von Spule dampfen können und so das richtige E-Liquid mit der richtigen Spannung verdampft werden kann, damit der Geschmack optimal zur Geltung kommt."

[nachrichtensendungausbinnenalste]

News und Nachrichten die Hamburg bewegen

Inhaltsverzeichnis

Nachrichten von 24Hamburg

Crocodiles siegen und sichern Spiel 3

Abgerundet wird das kulturelle Angebot von der Reeperbahn, die erheblich für den hohen Bekanntheitsgrad von Hamburg verantwortlich ist. Die zentral gelegene Straße bildet das Vergnügungsviertel der Stadt und beherbergt neben Bars, Clubs und Restaurants auch das Rotlichtviertel. Sie befindet sich im Stadtteil St. Pauli und reicht vom Millerntor, der Heimat des FC St. Pauli, bis zum Nobistor. Aktuelle Infos, Bilder und Videos sowie regionale Nachrichten aus der Hansestadt Hamburg bei RTL News. Dezember 2018 fand im Café CampusBlick die erste Weihnachtsfeier der Hamburg StipendiatInnen statt.

Wie lang ist der Strand in Wilhelmshaven?

Etwa sieben Kilometer Deichlinie bietet genügend Platz, um einfach mal die Seele baumeln zu lassen. Der Wilhelmshavener Südstrand mit der einzigen Südstrandpromenade an der deutschen Nordseeküste lädt zum Baden und Flanieren ein.

Hamburg - - Verteuerte sich Wohneigentum in den untersuchten Orten in den letzten zehn Jahren stetig um bis zu 172 Prozent, werden erstmals leichte Preisrückgänge verzeichnet. - In sechs von elf untersuchten schleswig-holsteinischen Orten im Hamburger "Speckgürtel" wurden Bestandshäuser im ersten Halbjahr ... Hamburg ist eine Stadt in Norddeutschland und gleichzeitig Bundesland.

Nachrichten von 24Hamburg

Gast an diesem Abend war der Hamburger Unternehmer und Wirtschaftssenator a.D. Ian Karan. Juni folgten die Hamburg StipendiatInnen der Einladung der Wandsbeker Bundestagsabgeordneten Aydan Özoğuz nach Berlin. Im Rahmen einer zweitätigen, politischen Informationsfahrt, erhielten die Studierenden spannende Einblicke in den Politikbetrieb der Bundesrepublik. Der Hochschulsport kann derzeit nur ein Onlineprogramm organisieren. Mittlerweile ist das Angebot sehr umfangreich geworden. Auf dieser Seite finden Sie alle News-Meldungen aus dem Wunderland brandaktuell und in chronologischer Reihenfolge.

Was gibt es Besonderes in Wilhelmshaven?

Adalbertstraße / Friedrich-Wilhelm-Platz mit Prinz-Adalbert-von-Preußen-Denkmal.

Aquarium Wilhelmshaven.

Botanischer Garten im Stadtpark.

Burg Kniphausen.

Christus- und Garnisonkirche.

Deutsches Marinemuseum.

Fliegerdeich.

November wird in der Landeshauptstadt das "Kieler Lichtermeer" erstrahlen. Seit Jahren wird in schöner Regelmäßigkeit diskutiert, ob Jugendliche das Jugendwort des Jahres überhaupt kennen oder nutzen. Denn gewonnen hat ein seit Jahren populärer, ab und an auch anzüglich genutzter Begriff. Für rund zwei Stunden verdunkelt sich die Sonne mitten am Tag auch im Norden. Bei einer partiellen Sonnenfinsternis schiebt sich der Mond am Dienstagmittag (25.10.) zwischen den Stern und unseren Heimatplaneten. Am Dienstagvormittag ging fast zwei Stunden lang nichts bei Whatsapp.

Crocodiles siegen und sichern Spiel 3

Eine Chance, das Geld wieder zurückzubekommen, haben sie nicht. Wegen der Pandemie, der damit verbundenen harten Lockdowns und des politischen Klimas wollen viele Mitarbeiter das Land verlassen – oder gar nicht erst dorthin. Ein Problem besonders für die Hamburger Wirtschaft.

Sie befindet sich im Stadtteil St. Pauli und reicht vom Millerntor, der Heimat des FC St. Pauli, bis zum Nobistor.

Die Behörde für Justiz und Verbraucherschutz hat ein Disziplinarverfahren gegen General­staats­anwalt Dr. Jörg Fröhlich eingeleitet.

Du kannst deine Einwilligung jederzeit über den Schalter und über Privatsphäre am Seitenende widerrufen.

Howie, AJ, Nick, Brian und Kevin wissen immer noch, wie sie ihre Fans um den Finger wickeln – und zeigen sich als Stars zum Anfassen.

Jederzeit top informiert Radio Hamburg Nachrichten Egal an welchem Ort, egal zu welcher Zeit.

Zudem sind in Hamburg Chemie- und Maschinenbauunternehmen von weltweiter Bekanntheit angesiedelt. Dezember 2020 fand das virtuelle Weihnachtstreffen der Hamburg StipendiatInnen statt. Gast war die diesjährige Trägerin des Integrationspreises, Bjeen Alhassan. Hamburg - Am Donnerstagvormittag wollte ein 50-jähriger deutscher Staatsangehöriger von Hamburg nach Istanbul fliegen. Gegen 11 Uhr stellte er sich bei der grenzpolizeilichen Ausreisekontrolle an und wurde durch Beamte der Bundespolizei kontrolliert. Die Fahndungsabfrage ergab, dass der Mann seit Mai 2022 durch die Staatsanwaltschaft Hamburg zur Festnahme ...

[renest]

Der Sand. / 26.02.2018

[21vaq45]

Gert Gagelmann Timeline

Timeline:

24 Apr 1902, Gert Gagelmann born, Halle, Sachsen-Anhalt, Deutschland (Note 1)

1921, (age 19) completed studies with distinction at the Reimann School in Berlin

1921, (age 19) his illustrations appear in “Der Brummer” (Note 2)

25 Sep 1924, Gert Gagelmann and Ilse Ziegler married in Berlin (Note 3)

1924, (age 22) his illustrations appear in “STYL” (Note 4)

1925, (age 23) in May he took over the artistic direction of the magazine die Deutsche Elite. The 1925 issues of the magazine list Gus W. Nedowitz, ‘Herausgeber’ (editor), and G. Gagelmann, ‘Leitung’ (management). Address: Bülowstraße, Nr. 2, Berlin W 57. (Note 5)

1926-1930, (age 24-28) his illustrations appear in Illustierte Textil-Zeitung (ITZ), [Illustrated textile newspaper] (Note 6)

1926-1927, and 1929, Ilse Gagelmann is employed by “ITZ” and her art works appear in the magazine

1928, (age 26) resided Birkbuschgarten Straße, Berlin, DE, occupation Maler und Graphiker (artist/graphic artist) (Note 7)

1928-1929, (age 26-27) his illustrations appear in “Die Dame” (The Lady) (Note 8)

1929-1931, (age 27-29) numerous art deco style covers by Gagelmann appear on the German illustrated fashion magazine “Modenschau” (Fashion Show) (Untertitel: Illustrierte Monats-Zeitschrift für Heim und Gesellschaft) (Note 9)

1928-1932, (age 26-30) resided Birkbuschgarten Straße 7, Berlin, DE, occupation Maler und Graphiker (Note 7)

19 Jul 1933, Gert Gagelmann and Ilse (Ziegler) Gagelmann divorce, Wilmersdorf, Berlin, DE

1934-1935, (age 32-33) resided Halsee, Albrecht-Achilles Str. 10, Berlin, DE, occupation Mal. u. Graphiker (Note 7)

1936-1937, (age 34-35) resided Fredericia Str. Berlin, DE, occupation Mal. u. Graphiker (Note 7)

1938-1941, (age 36-39) resided W. 50 Schaperstraße 2. 3, DE, occupation Mal. u. Graphiker (Note 7)

1938, (age 36) publishes drawing of “The Italian Girl”(Note 10)

1943, (age 41) the "Frauen Schaffen für Euch,” postcards are published (Note 11)

14 Apr 1950, (age 48) member, Berufsverband der bildenden Künstler [BBK], professional association of visual artists in West Berlin, DE

1950-1958, (age 48-56) resided Wilmd Geisenheimer Str. 42, Berlin, DE, occupation Redakteur und Pressezeichner (editor/press illustrator) (Note 7)

1958, (age 56) November, a letter from BBK to Herr Gagelmann’s address in Berlin / Wilmersdorf, came back with the note "unknown, moved.”

1964, (age 62) died, Köln-Lindenthal, DE

Note 1: Family of Gert Gagelmann, Father: Georg Friedrich August Gagelmann, B: 15 Nov 1860; D: 15 Apr 1956; Mother: Emma Hermine Gagelmann, B: 6 Apr 1866; D: 14 Aug 1942; Sister: Gertrud Emma Gagelmann, B: 10 Mai 1890; D: unk; Sister: Karoline Hildegart Gagelmann, B: 2 Juli 1891; D: unk; Sister: Emma Luise Margarete Gagelmann, B: 12 Nov 1892; D: unk; Sister: Emma Luise Margarete Gagelmann, B: 12 Nov 1892; D: unk; Sister: Emma Luise Margarete Gagelmann, B: 12 Nov 1892; D: unk; Sister: Leoni Lisbeth Irma Gagelmann, B: 3 Apr 1894; D: unk; Sister: Luba Editha Elfriede Gagelmann, B: 4 Okt 1900; D: unk. 

Note 2: “Der Brummer,” a “witty, funny, comic paper” published weekly 1919-1930. Lustige Gesellschaft, publisher, Berlin SW 11; Druck: Lindendruckerei un Verlagsgesellschaft m.b.H., Berlin NW 6

Note 3: Ilse Ziegler, born 26 Feb 1902, Neumarkt, Province of Silesia, Prussia (now Poland). After her divorce, Ilse immigrated to England in about 1939. She married Karl H. Schmidt in 1941. She was naturalized a British citizen in 1949. She died in London in 1978.

Note 4:  “STYL” subtitled “for fashion and pleasant things in life,” had 17 issues 1922-1924. STYL editors:  Ludwig Sternaux and R.L. Leonard. Publisher: Erich Reiss, Berlin, ab 1923 Verlag Otto von Holten, Berlin C19.

Note 5: “Die deutsche Elite,” the ‘newspaper’ of society, 1924-1930. Address, 1930 Verlag Paul Endler, Berlin SW 68, Ritterstrasse 69; ab Mӓrz/April 1930 Verlag Otto Dreyer, Abteilund Die deutsche Elite, Berlin SW 61, Eylauer Straße 3, published monthly, circulation about 12,000.

Note 6: “Illustierte Textil-Zeitung” (ITZ), a weekly supplement to a textile newspaper, published: 1926-30, 1931 (Nr. 29/30, 33/34, 39/40), 1932, 1933 (Jan.-Mӓrz). Address: Textil-Verlag G.m.b.H., Berlin SW 68, Wilhelmstraße 9.

Note 7: Amtliches Fernsprechbuch fur Berlin un Umgegend (Official telephone book for Berlin and the surrounding area).

Note 8: “Die Dame,” Ullstein publishing house, 1918 – April 1933, Berlin, and Wien, Published every 14 days; elegant fashion, society, and culture magazine.

Note 9: “Modenschau,“ (Fashion Show, Subtitle: Illustrated Monthly Magazine for Home and Society), Verlag Gustav Lyon, Berlin SO16, Ausliefarung für Buchbandel in Deutschland, Wilhelm Opetz, Leipzig.

Note 10: “The Italian Girl,” this pencil or crayon drawing is one of the few known and attributed Gagelmann works, which are rendered in this style and medium. Others like it may exist, but are not yet discovered.  

Note 11: "Frauen Schaffen für Euch,” Erich Gutjahr, Bildverlag, Berlin, NW 40, Lehrter  Straße 40.

[unnuetzesstuttgartwissen]

UNNÜTZES HALTESTELLENWISSEN

In Stuttgart haben es die unterschiedlichsten Damen und Herren geschafft, per Platz- oder Straßennamen verewigt zu werden. Einige dieser Namen sind vor allem durch Stadtbahnhaltestellen bekannt. Aber wer sind diese namensgebenden Personen eigentlich?

HALTESTELLEN IN BAD CANNSTATT & FEUERBACH

- Wilhelmsplatz: Wilhelm I. von Württemberg (1781-1864), von 1816 bis zu seinem Tod zweiter König Württembergs. Nach ihm sind zudem der Wilhelmsplatz und die Wilhelmstraße in Stuttgart-Mitte benannt. Hoch zu Ross kann man ihn auf den Denkmälern vor dem Kursaal und der Staatsgalerie sehen. Ehefrauen Wilhelms waren Charlotte Auguste, (Königin) Katharina und (Königin) Pauline. Ihm verdanken wir den Bau der Grabkapelle auf dem Württemberg, des Königsbaus, des Schlosses Rosenstein und der Wilhelma.

- Riethmüllerhaus: Otto Riethmüller (1889-1938). Der geborene Cannstatter war Pfarrer und geistlicher Dichter. Er stellte sich gegen die Politik der Nationalsozialisten und versteckte unter anderem Jüdinnen in seiner Bibelschule. Benannt ist die Haltestelle nach dem evangelischen Ferienwaldheim Otto-Riethmüller-Haus.

- Sieglestraße: Gustav von Siegle (1840-1905) betrieb in den 1860er-Jahren in Stuttgart-West (Knospstraße) eine Farbenfabrik. Später schloss er sich zunächst mit seinem Mitbewerber und Nachbarn Rudolf Knosp zusammen. Beide Unternehmer vereinigten sich dann mit der Badischen Anilin- und Sodafabrik (BASF) und der Firmensitz wurde nach Ludwigshafen verlegt. Im Stuttgarter Westen gibt es auch eine Gustav-Siegle-Straße.

- Borsigstraße: Johann Carl Friedrich August Borsig (1804-1854) war Maschinenbauer und gründete 1837 in Berlin eine Maschinenfabrik, die sich zum größten Lokomotivenhersteller in Europa entwickelte.

- Wilhelm-Geiger-Platz: Wilhelm Friedrich Geiger (1869-1940) war Stadtschultheiß und später Oberbürgermeister des bis 1933 selbstständigen Orts Feuerbach. Vor der Umbenennung 1940 hieß der Platz vor dem Rathaus Karlsplatz.

„Stuttgart to go - Ein Spazierbuch“ von UNNÜTZES STUTTGARTWISSEN! Jetzt im Buchhandel und unter www.USW-Onlineshop.de

VVS SSB - Stuttgarter Straßenbahnen AG Stuttgart - meine Stadt

[rainerbayer]

St. Gotthard - Alte Passstraße |  Passo del San Gottardo (CH - I)

Die alte Passstraße ist von der Passhöhe über Tremola bis Airolo durchgehend gepflastert und wird originalgetreu - inklusive der eher phsychologisch wirksamen Randbegrenzung - restauriert.

Meist geöffnet bis Ende August.

Tipp: die alte Passstraße beginnt, wenn man von Norden kommt, bereits deutlich vor der Passhöhe, nämlich einige Kilometer nach dem Kreisel bei Hospental. Man biegt rechts ab (Schild “St. Gotthardpass” mit schwarzer Schrift auf weißem Grund), wenn die Leitplanken beginnen. Hier ist die alte Straße - fast durchgängig gepflastert - noch breit genug, um einen Mittelstrich aus roten Pflastersteinen zu tragen. In malerischer Landschaft mit kleinen Seen und genügend Möglichkeiten zum Entspannen, Picknicken und Sonnenbaden geht es auf die Passhöhe.

Das obere Bild von der Südflanke zeigt Richtung Nordwest auf die Galerien der neuen Passstraße; das untere einen Ausschnitt auf der Südflanke Richtung Airolo.

Johann Wolfgang von Goethe besuchte den Pass drei Mal von Norden, ohne ihn allerdings zu überqueren: https://www.nzz.ch/feuilleton/literatur-und-landschaft-goethe-am-gotthard-ld.137399.

Friedrich Schiller dichtete in seinem Wilhelm Tell 1804: „So immer steigend, kommt Ihr auf die Höhen Des Gotthards, wo die Ewg'en Seen sind Die von des Himmels Strömen selbst sich füllen Dort nehmt Ihr Abschied von der deutschen Erde, Und muntern Laufs führt Euch ein andrer Strom Ins Land Italien hinab, Euch das gelobte“

Mittlerweile ist die Passhöhe von vier Windrädern verschandelt.

(2022-08)

[5reisende]

Welterbe (auf)gespürt und (er)fahren – LT, LV, EE und FI – Struve-Bogen

Auf den Spuren der Vermessung der Welt

Bereits auf meiner Tour nach Norwegen habe ich verschiedene Punkte des Struve-Meridianbogens besucht und in Hammerfest am nördlichsten und symbolischen Punkt der Messreihe gestanden (Link). Auch auf meiner jetzigen Tour liegen einige Meridiansteine nahe meiner Strecke und ich werde auch Struves jahrelange Wirkungsstätte, an der das Projekt entstand, das Observatorium Dorpat/ heute Tartu, besuchen. Auf 1500 km nach Norden besuche ich acht Messpunkte im Abstand von 13 Grad. Der Struve Bogen steht als wissenschaftliches Welterbe seit 2005 auf der UNESCO-Liste. Der geodätische Bogen des Astronomen Friedrich Georg Wilhelm Struve ist eine Kette von Vermessungspunkten, die sich von Hammerfest in Norwegen bis zum Schwarzen Meer durch 10 Länder und über 2.820 km erstreckt. Zwischen 1816 und 1855 wurde unter Struves Leitung diese Vermessung durchgeführt, um die genaue Größe und Form der Erde zu bestimmen. Der ursprüngliche Bogen bestand aus 258 Haupt-Dreiecken mit 265 Messpunkten. Zum Welterbe gehören heute 34 Punkte. Sie sind durch ganz unterschiedliche Markierungen, wie Bohrlöcher im Fels, eiserne Kreuze, Steinhaufen oder auch Obelisken, gekennzeichnet. Struves Projekt war ein wichtiger Meilenstein in der Entwicklung der Geowissenschaften und der topografischen Kartierung. Darüber hinaus ist es ein außergewöhnliches Beispiel für die Zusammenarbeit nicht nur von Wissenschaftlern aus verschiedenen Ländern, sondern auch den jeweiligen Landesherren und Monarchen im Sinne einer gemeinsamen transnationalen wissenschaftlichen Sache.

Am besten beschreibt die Hintergründe und Bedeutung untenstehende Tafel, die ich in Hammerfest stellvertretend abfotografiert habe (an jedem Messpunkt finden sich analoge Beschreibungen). Die Karte enthält die Linie der Vermessungspunkte (Quelle und Dokument mit der genaueren Beschreibung zum Download) und hier sind weitere Fotos auch von den Messpunkten, die ich nicht besucht habe. Eine Tabelle aller Messpunkte findet man in diesem Artikel, dem auch nebenstehende Karte entstammt.

Meridianstein Paliepiukai (Litauen)

Meinen ersten Punkt finde ich südöstlich von Vilnius am Rande eines kleinen Dorfes. Er ist von der Hauptstraße aus gut ausgeschildert und ich kann auf einer Schotterpiste bis fast ran fahren. Ich bin jetzt bei 54° Nord angekommen, 3 Grad nörlicher als meine Heimat. Mich verwundert, dass er sich kaum über die Umgebung erhebt.

Messpunkt Meškonys (Litauen)

Auf meiner Weiterfahrt nach Norden bei fast 55° liegt der Messpunkt Meškonys gleich unmittelbar neben der Straße. Er ist genauso gestaltet wie der in Paliepiukai, liegt in der Abendsonne auf seinem Hügel malerisch in einem Blütenmeer.

In seiner Nachbarschaft befindet sich ein geografisches Highlight - der geografische Mittelpunkt Europas. Damit hatte ich gar nicht gerechnet, es war eine willkommene Überraschung am Wege und zugleich ein wunderbarer Ort zum Übernachten. Hier ist ein kleines Video.

Meridianstein Gireišiai (Litauen)

Ich fahre am Morgen bei Sturm und spektakulärem Himmel durch kleine Dörfer. Auf den Masten neben der Straße, auf den Strohdächern und den Feldern sitzen und stehen Störche. Sie folgen den Erntemaschinen der Bauern.

Der Messpunkt Gireišiai ist besonders liebevoll gestaltet und eine Hommage an Europa. Ich gehe auf die Plattform, schaue ins Land und denke an Struves bahnbrechendes Projekt. Ich bin inzwischen bei fast 56° Nord angekommen. Die Gegend ist hier hügelig mit vielen Wäldern und Seen und winzig kleinen Dörfern mit bunten Holzhäusern, man könnte denken, man ist in Schweden oder Finnland.

Messpunkt Sestu-Kalns (Lettland)

Ich habe mir am Vortag Riga angeschaut und bin sehr zeitig gestartet. Der Weg durch ländliche und zunehmend fast unbewohnte Gegend will kaum enden und wird immer schmaler. Am Zugang zum Messpunkt muss ich fast im Straßengraben parken und schlage mich durch hohe Stauden und Gebüsch. Man könnte fast meinen, seit Struve sei hier keiner mehr gewesen. Mitten im Wald auf einem Hügel und fast zugewachsen finde ich dann die gesuchte Säule. Aber immerhin bin ich nun bei fast 57° Nord angekommen.

Observatorium Dorpat/ heute Tartu (Estland)

Wenn in Lettland schon viel Wald winzige Dörfer, ein paar Felder und viele Störche waren, dann gibt es in Estland noch mehr Wald. Die Grenze ist an einer Straßenkreuzung mitten in einem kleinen Ort. Ich biege auf die Hauptstraße, und schon bin ich in Estland, Licht an 50 und 90 fahren, das wars. Aber sogar vor mobilen Blitzern werden extra Warnschilder aufgestellt. Der Ort würdigt es mit einem Plakat. Die Konsonanten häufen sich, ich nähere mich Finnland. Ein Ort heißt Killinge und der Radiosender Kuku.

In Tartu fahre ich eine Ehrenrunde um das Observatorium, bevor ich durch einen Bürokomplex in historischen Gebäuden die Zufahrt finde. Die Sternwarte ist selbst eine ausgezeichnete historische astronomische Forschungseinrichtung. Sie wurde 1811 an der deutschen Universität Dorpat errichtet und war die Wirkungsstätte bedeutender Astronomen. Ihre Ausstattung war von Anfang an hervorragend, beginnend mit einem Spiegelteleskop aus der Fertigung von Wilhelm Herschel wurde Dorpat international bekannt durch den von Josef Fraunhofer konzipierten großen Refraktor – das erste farbenreine Fernrohr mit einem Objektiv von fast 25 cm Öffnung, das hier 1824 in Betrieb genommen wurde. Bis 1900 wurde es von deutschen Direktoren geleitet, darunter von Friedrich Wilhelm Struve und seinem Sohn Otto Wilhelm Struve sowie von dem durch seine Mondatlanten bekannten Johann Heinrich Mädler. Ich besuche das wirklich sehenswerte Museum in den Räumen des Observatoriums und kann die großen Fernrohre bestaunen.

Struve hat hier seine Meridianvermessung geplant. Oben auf dem Dach der Sternwarte sind verschiedene Richtungen des Meridians aufgezeigt, seine Zeichnungen und Berechnungen zu sehen. Im Garten gibt es weitere Erläuterungstafeln zur Geschichte und den Direktoren.

Read the full article

[lokaleblickecom]

Das Kaufhaus-Imperium von Helmut Horten und seine Anfänge in Duisburg

Dr. Maximilian Kutzner hält am Donnerstag, 26. Januar, um 18.15 Uhr in der DenkStätte des Stadtarchivs, Karmelplatz 5, am Duisburger Innenhafen einen Vortrag unter dem Titel „Das Kaufhaus-Imperium von Helmut Horten und seine Anfänge in Duisburg“. Die Veranstaltung in der Reihe „Stadt-geschichte donnerstags“ findet in Kooperation mit der Mercator-Gesellschaft statt. Der Name Helmut Horten ist vielen Duisburgerinnen und Duisburgern noch immer ein Begriff, mehr als 30 Jahre nach dem Tod des Kaufhausmilliardärs und nachdem das letzte Warenhaus mit seinem Namen aus deutschen Innenstädten verschwand. In Duisburg begann seine Karriere, Hortens Biographie ist eng mit der jüngeren Stadtgeschichte verbunden. Doch wer war der Unternehmer? Bis heute ranken sich zahlreiche Gerüchte und Anekdoten um Helmut Horten. Seine Biographie wurde von den beiden Historikern Prof. Dr. Peter Hoeres und Dr. Maximilian Kutzner (Lehrstuhl für Neueste Geschichte, Julius-Maximilians-Universität Würzburg) erstmals wissenschaftlich untersucht. Dabei wurden Quellen aus mehr als 30 Archiven gesichtet. Der Unternehmer übernahm während der NS-Zeit im Alter von 27 Jahren sein erstes Kaufhaus in Duisburg. Hatte er dabei die jüdischen Vorbesitzer erpresst oder unter Druck gesetzt? Während des Zweiten Weltkriegs wuchs sein Geschäft. Kaufhäuser im gesamten Deutschen Reich kamen hinzu. War Horten eng mit dem NS-Regime verbunden und profitierte davon? Nach 1945 schaffte er den Wiederaufstieg mit der Neugründung eines Kaufhauses in Duisburg. Der berühmt gewordene „Bau der 100 Tage“ wurde zu einem der bekanntesten Kaufhäuser der Region. Weitere sollten folgen. Und wie schaffte Horten den Aufstieg zum viertgrößten Kaufhauskonzern der Bundesrepublik? Der Vortrag wirft Schlaglichter auf das Leben Hortens und präsentiert Ergebnisse der 2023 erscheinenden Biographie des Kaufhausmilliardärs. Auch die neue Ausstellung des Stadtarchivs Duisburg, ebenfalls ab 26. Januar, zeigt spannende Quellen zu Helmut Horten und seinen Duisburger Kaufhäusern. Sie kann während der Öffnungszeiten des Archivs besichtigt werden. Achtung! Hinweis für die Medien Um 17 Uhr lädt das Stadtarchiv ferner Medienvertreterinnen und -vertreter zu einem Gespräch mit Herrn Dr. Kutzner ein. Es wird um eine verbindliche Anmeldung bis Mittwoch, 25. Januar, per E-Mail an stadtarchiv@stadt-duisburg.de gebeten. Bildzeile: Bilddatei – Horten-Kaufhaus an der Friedrich-Wilhelm-Straße um 1965 (Quelle: Stadtarchiv Duisburg). Read the full article

[josvanaken]

Heute nicht auf den ersten Blick en passant zu: Der Turm des Alten Telegrafenamts zwischen Wilhelm-Friedrich-Straße (hinter der ehemaligen Oberpostdirektion und der Straße „Kattreppeln“. Wie viele Braunschweiger habe auch ich den Abriss des (potthässlichen“) Fernmeldeamtes 2014 hin und wieder beäugt. Nachdem ich einige Fotos, die ich damals gemacht hatte, wiederentdeckt habe, hat es mich gereizt, diese Bilder als Referenzen für meine Grafiken zu nehmen. | #telegrafenamt #turm #kattreppeln #computergraphics (hier: Kattreppeln) https://www.instagram.com/p/CVWAARysN89/?utm_medium=tumblr

[eleganzbrautmoden]

#hochzeitsvorbereitung #hochzeit #hochzeitstag #hochzeitsplaner #hochzeit2022 #brautkleid #brautkleidsuche #brautkleiderverkauf #hochzeitskleid #hochzeit2021 #hochzeitsmesse #brautkleider #brautkleider2021 #brautkleid2021 (at Friedrich Wilhelm Straße) https://www.instagram.com/p/CTAETB7KT6K/?utm_medium=tumblr

[eilendorf-info-blog]

Kommunalwahl am 13. September 2020

Am 13. September ist wieder Kommunalwahl. Auch die drei „großen“  und anderer kleinere Parteien sind wieder am Start und wollen wenn möglich den zukünftigen Bezirksbürgermeister stellen. Gestimmt werden kann in den Eilendorfer Wahlbezirken 23 (Eilendorf Nord) und 24 (Eilendorf Süd) für die Eilendorfer Bezirksvertretung, den Oberbürgermeister, den Aachener Stadtrat und den Städteregionstag. Daher gibt es vier unterschiedliche Stimmzettel. Die Parteien und ihre Kandidaten/innen für die Bezirksvertretung  im nachfolgenden Überblick. Die Kandidaten der SPD für den Stadtrat sind Fabian Kehren und Rolf Schäfer sowie für die Bezirksvertretung Rolf Schäfer, Fabia Kehren, Wilfried Anhold, Frank Meuser, Werner Schunck, Linda Clesius, Anil Cakir und Johann-Wilhelm Harzon. Letzterer dann auch für den Städteregionstag. Die SPD tritt dabei ein für den Neubau einer Kindertagesstätte im Neubaugebiet Breitbenden und einer besseren, dortigen Randzeitenbetreuung sowie einer baldigen Sanierung der Montessori-Schule Kaiserstraße. Auch möchte sie eine zusätzlichen Discounter im Oberdorf etablieren und auch im Allgemeinen den Fortbestand kleinerer Geschäfte gesichert sehen. Sicherheit von Fußgängern und Radlern in Form der geplanten Querung von-Coels-Straße und eine regelmäßige, ganztägige Busverbindung nach Brand stehen auf der Prioritätenliste wie auch die lang geplante Umgehungsstraße und überdachte Fahrradstellplätze am Eilendorfer Bahnhof. Auch bedauert die Eilendorfer SPD die Vereinsamung bestimmter Personengruppen im Dorf und fordert als Gegenmaßnahme einen entsprechenden hauptamtlichen Ansprechpartner. Die Eilendorfer GRÜNEN können aufgrund zahlreicher Beitritte in den letzten Jahren sogar insgesamt zehn Kandidaten zur Kommunalwahl 2020 aufbieten, wobei bei diesen die ganze Bandbreite der Eilendorfer Bevölkerung abgebildet ist, so Silke Bergs. Hauptsächlich möchten jene für die nächste Legislaturperiode einen lebendiger Ort mit einer guten Infrastruktur, hoher Aufenthaltsqualität und viel Raum für Begegnung schaffen. Genug Kinderbetreuungsplätze, ein ausreichendes Angebot an Pflegeplätzen für sowie adäquate Mobilität sollen dazu beitragen. Vor allem ist zukünftig die bereits bestehende Radvorrangroute auszubauen. Zusätzliche Velocity-Stationen als Anbindung zwischen Bahnhof und Oberdorf, eine Ringbuslinie, welche die Ortschaften Eilendorf, Brand, Forst, Verlautenheide, Haaren und Würselen miteinander verbindet, attraktive Grünflächen stehen ganz oben auf den Vorhaben Ehrenamtliches Engagement, ein Bürgerraum im Montessori-Zentrum, die Abschaffung von Sondernutzungsgebühren für Vereine sollen zudem das Miteinander fördern. Der Direktkandidat für Rothe Erde, Carsten Schaadt, wünscht sich darüberhinaus angepasste Öffnungszeiten für dem Eilendorf Wochenmarkt als Ort der Begegnung Die Pflanzung neuer Bäume als Beitrag zum Klimaschutz, Aufwertung von Obstwiesen und Heckenpflanzungen und eine stärkere Einbeziehung der hiesigen Jugendlichen werden von der Kandidatin Inge Fischer gefordert. Die Fraktion der Eilendorf FDP mit der Spitzenkandidatin für Eilendorf Süd Elke Bohrer möchte möchte dass sich Eilendorf auch in Zukunft lebens- und liebenswert entwickelt. Dieses soll unter anderen durch den Ausbau des Internets, einen Abbau der Auflagen für die Gastronomie. Die Einrichtung von mehr 24-Stunden Kitas in der Region, sowie mehr Begegnungsstätten für Bürger in allgemein und speziellen Jugendangeboten stehen auf der Agenda . Andreas Kunze , der für die UWG ins Rennen für einen Sitz in die Bezirksvertretung geht leg seinen Schwerpunkt auf das Thema Mobilität im Bezirk. Besonders Radverkehr und ÖPNV Bei der momentan größten Eiendorfer Fraktion, der CDU, steht der Ausbau der Bürgerbeteiligung an erster Stelle. So verweist Oliver Bode auf zwei bestehende Workshops und ein Studierendeprojekt der Universität Düsseldorf. Die Bezirksbürgermeisterin Elke Eschweiler möchte die Jugend auch mehr im politischen Entscheidungsfindungsprozess einbinden. Zukünftig ist beabsichtigt, dass Dreieck Steinstraße, Friedrich-Wilhelm-Straße, Hansmannstraße aufzuwerten sowie eine bessere Anbindung an den ÖPNV und die Optimierung der Eilendorfer Hauptverkehrsachse, der von-Coels-Straße. Last but not least soll der Eilendorfer Markt durch modifizierte Öffnungszeiten auch Berufstätigen zugänglich gemacht werden. Read the full article