Tumgik
#Eric Gelden
actuma · 2 years
Text
Milieuorganisaties roepen op tot herziening plannen voor de luchtvaart
Tumblr media
In 2019 zette het vorige kabinet in de Luchtvaartnota 2020-2050 uiteen wat haar plannen waren voor de luchtvaart. Nu drie jaar later heeft Nederland te kampen met een stevige stikstofcrisis, levert de klimaatcrisis wereldwijd enorme schade op en heeft Schiphol grote problemen. Het kabinet kan niet anders dan haar plannen voor de luchtvaart grondig herzien. Daarom overhandigen milieuorganisaties vandaag aan directeur-generaal Luchtvaart (I&W), Ruth Clabbers, een actieagenda. ‘Zorg voor een balans tussen bescherming van klimaat, natuur, gezondheid en de economie. Schiphol kan simpelweg niet langer de plek zijn waar heel Europa overstapt’, aldus Natuur & Milieu, Greenpeace, Milieudefensie en Natuur- en Milieufederatie Noord-Holland. Het stikstofprobleem werd de afgelopen twee jaar steeds urgenter, terwijl Schiphol nog altijd geen natuurvergunning heeft. Vanwege juridisch onhoudbare problemen rondom geluidsoverlast, werd dit voorjaar aangekondigd dat het aantal vluchten van en naar Schiphol eind 2023 voor vijf jaar gemaximeerd wordt op 440.000. Ook werd duidelijk dat de arbeidsomstandigheden voor een deel van de werknemers op de luchthaven onder de maat zijn. Daarnaast neemt de CO2-uitstoot en de luchtverontreiniging van (ultra)fijnstof van de luchtvaart na de tijdelijke coronadip weer sterk toe. Het is maatschappelijk en ecologisch onhoudbaar om het luchtvaartbeleid op deze manier voort te zetten, stellen de milieuorganisaties. Uitzonderingspositie ‘Met onze agenda dragen wij oplossingen aan waarmee de luchtvaart opereert binnen de grenzen van het klimaat en onze leefomgeving én voorziet in de vliegbehoefte van de inwoners van Nederland én de economie. De luchtvaart moet meer en sneller verduurzamen, voor het klimaat, de natuur en iedereen die in de omgeving van luchthavens woont, werkt en leeft’, licht directeur van Natuur & Milieu Marjolein Demmers toe. ‘De luchtvaart in haar huidige vorm, met zelfs groeiplannen, past totaal niet in de huidige werkelijkheid. Het is schadelijk en oneerlijk dat de sector uitgezonderd is van maatregelen om binnen de anderhalve graden opwarming te blijven, en bovendien ook nog vele belastingvoordelen geniet die voor andere sectoren niet gelden.’   CO2-plafond In de actieagenda stellen de organisaties aan de hand van zeven thema's 22 acties voor. Een belangrijke maatregel is een snelle invoering van het CO2-plafond. Dit plafond is onderdeel van het regeerakkoord, maar het is vooralsnog niet ingevoerd. Het plafond zou voor de zomer van 2023 in de wet moeten worden vastgelegd, waarbij de hoogte in lijn moet zijn met de klimaatdoelen van Parijs. Alleen dan komt de verduurzaming van de luchtvaart op gang. De organisaties vrezen echter voor een te traag proces. Overstapfunctie Het kabinet heeft zich in het verleden steeds als doel gesteld om de huidige overstapfunctie van Schiphol te beschermen. Een grote vergissing, zo stellen de milieuorganisaties. Juist door die ‘hub-functie’ heeft Nederland verreweg de grootste luchthaven van Europa in verhouding tot het aantal inwoners. Met alle gevolgen van dien voor omwonenden, het klimaat en natuur. Het kabinet moet juist heel kritisch kijken naar de omvang van deze hub-functie. Daar zit de oorzaak van het probleem. Tegen dumpprijzen worden reizigers naar Schiphol gelokt om over te stappen op lange afstandsvluchten. Zo’n verre vlucht bevat gemiddeld zeventig procent overstappers. Daarmee is de balans volledig zoek geraakt. Overhandiging en debat  De overhandiging vindt plaats in Den Haag. Daarbij gaan Ruth Clabbers (directeur-generaal luchtvaart bij I&W), Marjolein Demmers (directeur Natuur & Milieu), Eric Pels (econoom luchtvaart & transport VU Amsterdam), Richard Emmerink (directeur strategie en airport planning Schiphol) en Matt Poelmans (Bewoners Omgeving Schiphol) met elkaar in debat. Bron: Natuur & Milieu Read the full article
2 notes · View notes
Text
‘Gare du Nord. Belgische en Nederlandse kunstenaars in Parijs (1850-1950)’ van Eric Min: zwier en vakmanschap
Tumblr media
In Gare du Nord beschrijft auteur, essayist en criticus Eric Min (1959) hoe kunstenaars uit de Lage Landen — schilders, schrijvers, musici en fotografen — onweerstaanbaar werden aangetrokken door Parijs, van 1850 tot 1950 het onbetwiste epicentrum van de toenmalige culturele wereld. De vaste debarkeerplek voor al dat vreemd gebroed was het luisterrijke treinstation Gare du Nord, nog steeds het eindstation voor wie vanuit het noorden Parijs aandoet. Gare du Nord wekt op meeslepende wijze het mythische Parijs van weleer tot leven en vertelt een tijdloos verhaal van talent en opportunisme, succes en mislukking, vriendschappen en intriges, feesten en fiasco’s.
Een boeiende cultuurgeschiedenis schrijven, met een stad als uitgangspunt, kan Min als de beste. Met De eeuw van Brussel. Biografie van een wereldstad, 1850-1914 (2013) en, samen met Gerrit Valckenaers, De klank van de stad. Een cultuurgeschiedenis van Venetië (2019) leverde Min al twee sterke cultuurhistorische stadsbiografieën af. Ook zijn uitstekende biografieën over James Ensor, Rik Wouters en Henri Evenepoel kregen veel lof en gelden inmiddels als standaardwerken over de desbetreffende kunstenaars. Min komt met andere woorden beslagen op het ijs wanneer het gaat over een eeuw laaglandse geschiedenis in Parijs.
Dat vrij veel sleutelfiguren uit zijn voorgaande boeken opnieuw hun opwachting maken in Gare du Nord, is onvermijdelijk. In de periode die Min afbakent zijn er immers een handvol incontournables. Tegelijk slaagt Min  er moeiteloos in herhalingen te vermijden en diept extra, meer persoonlijke informatie op, specifiek gericht op het Parijse leven van de betrokkenen, of richt zijn blik op vandaag compleet vergeten figuren die toch een belangrijke stempel hebben gedrukt op de kunstgeschiedenis.  
Gare du Nord, Mins eerste boek onder de Pelckmans-vlag, is op veel vlakken een meer dan verzorgde uitgave. Het coverbeeld — een bewegingsonscherpe foto van Ata Kandó met gejaagde passagiers op een mistig perron van het Gare du Nord in 1957 — nodigt meteen uit om een duik te nemen in la folie de Paris. Op de gekartonneerde binnenflappen, staan twee stratenplannen met genummerde cirkeltjes: een van Rive Gauche en een van Montmartre. De plannetjes vooraan worden achteraan herhaald (wellicht voor wie over de helft zit).  Een legende duidt de pleister- en/of woonplaatsen van enkele personages in het boek. Gare du Nord  is een gebonden editie, maar helaas zonder leeslinten (wat meer handzaam was geweest, gezien het grote aantal noten achterin het boek). In totaal zijn er 15 hoofdstukken, telkens opgesplitst in kleinere subhoofdstukken. Verder is er een voorwoord, een dankwoord, een zeer uitgebreide bibliografie voor de meerwaardezoeker, bijzonder uitvoerige noten (met 45 pagina’s, bijna 1/10 van het boek), een omvangrijk namenregister en 3 keurige beeldkaternen, in kleur en zwart-wit, met reproducties en foto’s.
Parijs, zo stelt Min,  is gedurende die eeuw van explosieve creativiteit ‘een smeltoven’, ‘een infernale machinerie. Een draaikolk. De navel van de planeet’. Om deze boude woorden te staven, vliegen in het voorwoord de cijfers in het rond. Zo zocht Min onder (veel) meer op dat ruim een derde van alle belangrijke beeldend kunstenaars, waar ook ter wereld geboren, tussen 1850 en 1899 naar Parijs is getrokken. Of om met Joseph Roth te spreken: ‘Parijs is de hoofdstad van de wereld.’ Het bereik van Gare du Nord gaat nog vijftig jaar verder en beperkt zich tot Belgische en Nederlandse kunstenaars die in Parijs voor een substantiële tijd hebben gewoond, geleefd en gewerkt. De verhalen van deze Belgo-Hollandais zijn volgens Min te mooi om ze niet te vertellen.
Na 1950 is de aantrekkingskracht van de Lichtstad aan het tanen, concludeert Min. Nadien ligt het artistieke brandpunt van de wereld in New York of in Berlijn, ‘tot het grote nergens-en-overal van het wereldwijde web uiteindelijk de winkel overneemt.’ Min verzamelt de petites histoires, maar doet er alles aan om het puur anekdotische te overstijgen. Zijn doel is duidelijk: ‘Herinneren. Niet loslaten. Opslaan in ons gemene geheugen.’ En inderdaad, soms waait er een zweem van nostalgie door Gare du Nord heen, maar  Min is vakkundig genoeg om niet in de vroeger-was-alles-beter-val te trappen en is zijn boek lang een nauwgezette en feitelijke chroniqueur.
Gare du Nord wil een prettig leesbaar naslagwerk zijn, maar heeft geen ambities om exhaustief te zijn. De meest voor de hand liggende namen komen uiteraard aan bod: Félicien Rops, Kees van Dongen, Antoine Wiertz, Piet Mondriaan, Hugo Claus, Vincent Van Gogh, Frans Masereel, André Baillon en Georges Simenon, om er maar een aantal te noemen. Noodgedwongen heeft Min moeten selecteren. Karel Appel en Corneille, bijvoorbeeld, moeten zich tevreden stellen met een terloopse vermelding, wat deels terecht is want beide kunstenaars vestigden zich in Parijs in 1950, op de valreep van het tijdsbestek van Gare du Nord. Wat in het oog springt, is hoe weinig vrouwen ter sprake komen, een jammerlijk gemis waar ik hieronder nog op terugkom.
Aan de andere kant passeren ook minder bekende namen de revue, wat van Gare du Nord een leerrijk en instructief werk maakt. Min verdient alle lof om deze vergeten kunstenaars uit de diepste plooien van de kunstgeschiedenis op te duiken. Johan Barthold Jongkind bijvoorbeeld, die zich in Montmartre Jean Baptiste noemde en zich niet alleen op het canvas liet gelden, maar ook en vooral in zijn stamkroegen, broeihaarden van creativiteit en de ontmoetingsplaats bij uitstek voor bevriende kunstenaars. Of een vergeten meester als Alfred Stevens, de Brusselaar die rond 1900 kon terugblikken op een schitterende carrière en een uiterst mondain leven. De door Min vaak aangehaalde Charles Baudelaire (‘onze geliefde kwelduivel’) drijft de spot met Stevens omdat die volgens de dichter-criticus steeds hetzelfde schildert (i.e. zijn eigen vrouw). Ook de bijzondere relatie tussen de uit Den Haag afkomstige Frederik Kaemmerer en de kunsthandelaar Adolphe Goupil is bijzonder boeiend.
Over Kaemmerer schrijft Min: ‘Geen cliché gaat hij uit de weg, maar altijd doet hij dat met zwier en vakmanschap.’ Een uitspraak die naar mijn gevoel evenzeer geldt voor Gare du Nord. Min heeft overduidelijk een enorme hoeveelheid research gedaan: hij dook in talloze archieven, doorploegde ontelbaar veel correspondenties en verslond een massa egodocumenten en historische werken. Hij geeft net voldoende historische context, waarbij bredere historische stromingen gekaderd worden (zo is er bijvoorbeeld een interessant stuk over prostitutie in het negentiende-eeuwse Parijs). Dat Min erin slaagt al die kurkdroge data en informatie naadloos te verwerken in een levendige, vloeiende tekst, tilt Gare du Nord naar een hoger niveau van geschiedschrijving. Het Parijs van toen komt waarlijk tot leven: de energie, panache en flair spatten bij momenten van de bladzijden.
De grote levendigheid van Gare du Nord is ook te danken aan Mins vinnige, bruisend-intuïtieve schrijfstijl. De ondertoon is essayistisch en licht ironisch, de zinswendingen zijn soms bloemrijk en hoogdravend. Dat zijn taal bij momenten opzwelt van het pathos, zal niet bij iedereen in de smaak vallen. Over Wiertz bijvoorbeeld klinkt het: ‘Er woont een horzel in zijn hoofd, een beestje dat Ambitie heet en geen maat kent. Wild om zich heen schoppen, hard werken en veel boterhammen eten is de boodschap.’ Het veelvuldig gebruik van het majesteitelijk meervoud, het geregeld direct aanspreken van de lezer en het letterlijk aankondigen van of herinneren aan bepaalde personages, later of vroeger in ‘dit boek’, zal evenmin iedereen bekoren. Deze drie hebbelijkheden staan samen in één zin over Rops: ‘Onthoud die naam, lezer; verderop in dit boek lopen wij deze man nog tegen het lijf.’ Dergelijke zinnen zullen voor sommigen het ouderwets leesplezier verhogen, anderen zullen er zich aan ergeren.
Zoals gezegd, Gare du Nord is noodzakelijkerwijs een selectie, maar het lukt Min nauwelijks zijn persoonlijke voorkeuren onder stoelen of banken te steken. Het mooie openingshoofdstuk over Wiertz bijvoorbeeld, is een verderzetting van het korte stuk over de Elsense excentriekeling in De eeuw van Brussel, waarin Min schetst hoe Baudelaire Wiertz afdeed als ‘een megalomane bluffer, een charlatan die alleen in de smaak valt bij de Engelse toeristen.’ Met een liefdevol portret poogt Min deze denigrerende woorden tegen te spreken. Een ander grandioos hoofdstuk handelt over Félicien ‘Fély’ Rops. Min baande zich een weg in diens circa vijfduizend zwierig geschreven en geïllustreerde brieven, waarin de Naamse kunstenaar uitvoerig bericht over zijn galante avonturen en zijn verbijsterende potentie. Rops verlaat Namen voor de Parijse zusjes Aurélie en Leontine Duluc en voelt zich als een vis in het water in Parijs, ‘het laboratorium van de moderniteit’. Dit hoofdstuk is met zoveel zwier geschreven dat Min het vermoeden doet rijzen dat er in de toekomst nog meer van zijn hand over Rops zal verschijnen.
Ook Émile Verhaeren krijgt een mooi hoofdstuk, met onder meer een beklijvende schets van zijn vriendschap met Stefan Zweig, zijn rol bij Les Vingt en de ontstaansgeschiedenis van het bekende groepsportret ‘La lecture’ van Théo Van Rysselberghe. Het deel over de schilderwerken van Henry van de Velde is minstens even sterk. Vader Guillaume is de roeping van zijn zoon genegen en spoort samen met hem in oktober 1884 richting Parijs: ‘Henry wil er met eigen ogen zien wat de impressionisten er hebben aangericht.’ Het gebruik van de voornaam bij de verwijzing naar enkele favorieten duidt onderhuids eveneens op een zekere voorkeur. Naar Van Dongen bijvoorbeeld wordt dan weer een enkele keer met ‘mijnheer Van Dongen’ verwezen.
De passages over André Baillon, Frans Masereel en Georges Simenon verraden evenzeer een uitgesproken voorliefde voor het werk van deze grootheden. Het siert Min dat hij zijn passie en eruditie niet enkel voor de grote namen inzet. Zo werpt hij zijn licht op inmiddels nobele onbekenden zoals illustrator Privat Livemont, componist Guillaume Lekeu (‘Even stopt de planeet van de kunst met draaien.’, schrijft Min over de dood van de musicus) en de flamboyante schilder Henry de Groux, die weigerde te exposeren in de buurt van de ‘miserabele’ Zonnebloemen van Van Gogh en van de weeromstuit Les Vingt verliet.
Mins zwak voor het experimentele blijkt uit de passussen over de Antwerpenaar Jozef Peeters (‘de aanvoerder van de lokale avant-garde in de havenstad’), de proto- en postdadaïst Clément Pansaers, de totaal vergeten Antwerpse schilder Jules Schmalzigaug, die in Parijs in de ban raakt van het werk van de Italiaanse futuristen en E.L.T. Mesens, organisator van de eerste surrealistische tentoonstelling in België. Wat de letteren betreft breekt Min een lans voor marginale schrijvers zoals de Nederlandse dichter Israël Querido alias Théo Reeder en de in 1906 samen met kompaan Jean Ray naar Parijs vluchtende Paul Kenis, die zijn bohémienjaren in de Lichtstad beschreef in De roman van een jeugd (1914).
Kiezen is verliezen, ten bewijze het onevenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars in Mins keuze. Het is bedroevend om te zien hoe weinig vrouwen een hoofdstuk toebedeeld krijgen in Gare du Nord. Nergens wordt dit pijnlijke manco geduid of verantwoord. Toegegeven, op het einde van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw stonden vrouwelijke kunstenaars in de schaduw van hun mannelijke collega’s, als minnares, leerlinge, model of beschermelinge. Tot op het einde van de negentiende eeuw hadden vrouwen vaak geen toegang tot kunstonderwijs. Nochtans waren er behoorlijk wat laaglandse vrouwelijke kunstenaars actief in de Gare du Nord-periode, waarvan er een handvol bovendien in of vanuit Parijs opereerden. Of zoals historica Eliane Gubin, meer dan twintig jaar geleden al liet optekenen: ‘Dès qu’on cherche, on trouve.’ Hoe komt het dat deze kunstenaressen nog steeds niet op hun mérites worden beoordeeld? Hoe lang laten onderzoekers en kunsthistorici hen nog links liggen?   
Via Piet Mondriaan treedt — godzijdank — een belangrijke kunstenares als Marthe Donas op de voorgrond, die zich gelukkig mag prijzen met een bezield hoofdstuk. De andere vrouwen in Gare du Nord doen echter eveneens hun intrede ‘via’ een man: Camille Platteel via haar ‘intellectuele alter ego’ en minnaar Félix Fénéon, Georgette Leblanc via Maurice Maeterlinck en Elly Overzier via Hugo Claus. Een boeiende fotografe als Ata Kandó komt in het laatste hoofdstuk summier aan bod, maar opnieuw in het kielzog van mannen, meer bepaald Ed van der Elsken en Simon Vinkenoog (ze stond model voor een bekende Parijse metrofoto van Van der Elsken, haar eerste echtgenoot, in Vinkenoogs romandebuut Zolang te water uit 1954). Ik, om maar iemand te noemen, had graag veel meer geweten over deze intrigerende kunstenares en, bij uitbreiding, een groter aantal vrouwelijke kunstenaars uit de vergetelheid willen gelift zien. Dat vrouwen onvoldoende gerepresenteerd zijn in klassieke kunsthistorische overzichten mag niet verbazen. Maar net om die reden, om een alternatieve en verfrissende blik te krijgen, die verder kijkt dan de mannelijke canon, grijp je naar een boek als Gare du Nord. Hoewel dit bevlogen overzichtswerk op verdienstelijke wijze vergeten kunstenaars in het voetlicht plaatst, is de onevenwichtige selectie wat vrouwelijke kunstenaars betreft niettemin een zwaktebod.
Eric Min: Gare du Nord, Pelckmans, Antwerpen 2021, 468 p. ISBN 9789463104838
0 notes
Text
Defenders as Article Headlines I Found On Pintrest
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
61 notes · View notes
givemeabite · 5 years
Text
So... Erik Gelden
Tumblr media
I can't be the only one watching season 3 of Jessica Jones and wondering in the later episodes how this character is even alive after all the dumb shit he's pulled. Yeah, he's cute, kind, a good brother, cares for Jess, but also strangely ballsy for someone whose simultaneously stupid and smart? He's blackmailed people even though in certain cases he has no idea wtf they've done, counting on them to feel scared and/or guilty, uses the money to gamble, then accumulates debt or pisses off criminals which gets him into more trouble... That he brings to Jessica's doorstep. How has he lived this long? Also - If Blackmailing is his full time job, I expected him to be abit more good at it? And not show his cute face to people too?
Geez. I still like this dork though.
Tumblr media
6 notes · View notes
Text
So like umm is this the mind-wave from the comics we missed out on in Jessica Jones season 3?
1 note · View note
saulsplace · 4 years
Photo
Tumblr media
De Jonge maakt zich niet geliefd: ‘Geen vaccinatie, dan uitsluiting’
Mensen die een coronavaccin nemen, hebben straks mogelijk voordelen ten opzichte van niet-gevaccineerden, zo zegt minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid tegen het AD. Hij licht toe: “U moet het zo zien dat bepaalde maatregelen wellicht langer zullen gelden voor mensen zonder vaccinatie. Of dat bepaalde risicogroepen inderdaad weer méér mogen omdat ze al een vaccinatie hebben gehad.”
Volgens het AD is het voor het eerst dat minister De Jonge zich uitspreekt over dit onderwerp. Nederland heeft inmiddels deals gesloten met zes verschillende vaccinontwikkelaars, waaronder Pfizer, dat een ‘veelbelovend vaccin’ in handen zou hebben.
De Jonge is zelf erg enthousiast over het voortrekken van mensen die zich laten vaccineren: “Als er een vaccin komt dat ouderen en kwetsbaren heel goed beschermt, dan biedt dat natuurlijk weer fantastische kansen om maatregelen voor jongeren te versoepelen.”
Veel mensen vinden dit helemaal niet zo fantastisch. “Geen vaccinatie, dan uitsluiting. Bah. En zo voorspelbaar,” schrijft Criticaster1960. Opiniemaker Samira Tarrass voegt toe: “Daar gaan we. Gevaccineerden krijgen meer privileges dan niet-gevaccineerden. Ik heb mijn buik vol van de ‘complotwappie’-roepers. Want de complotwappies hebben weer gelijk.”
Nadelen voor niet-gevaccineerden is de facto een vaccinatieplicht
Journalist Eric van de Beek reageert: “Precies waar de ‘complotdenkers’ al sinds maart bang voor waren en voor waarschuwden. Maar het waren ‘complotdenkers’. Niemand in de mainstream media die ze serieus nam.”
Hij linkt naar een artikel waarin valt te lezen dat 23 miljoen Chinezen niet meer mogen reizen omdat ze te weinig ‘punten’ hebben. “Is China ons voorland? Is dit waar het regime Rutte op aanstuurt? Mensen die gestraft worden als ze zich niet laten vaccineren?” vraagt Van de Beek zich af.
Ook politici roeren zich. “Onacceptabel,” zegt Geert Wilders (PVV). “Nadelen voor niet-gevaccineerden is de facto een vaccinatieplicht. En dat kan en mag nooit in een vrij land!”
0 notes
willemrichter · 5 years
Text
Inclusiviteit moet je leren
Tumblr media
Eind vorig jaar bezocht ik een speciale voorstelling van The Children in Stadsschouwburg Den Haag. Onder de noemer “HNTonbeperkt” wil het Nationale Theater hun voorstellingen voor steeds meer mensen toegankelijk maken. Zij vinden het belangrijk om het aanbod van Het Nationale Theater te laten zien, horen of voelen aan iedereen. Ook aan mensen met een beperking. De voorstelling die ik bezocht was speciaal voor mensen met een auditieve beperking. Er waren gebaren- en schrijftolken. De gebarentolken waren goed zichtbaar en de boventiteling was prima te volgen. Via doof.nl was er vooraf een mooie “de tweede persoon gratis-actie” die de voorstelling nog eens extra onder de aandacht heeft gebracht. Eric de Vroedt onderstreepte in een warme opening dat een fysieke beperking geen belemmering mag zijn om naar het theater te komen. Mooi dat het theater daar een actieve rol in speelt.
Een bijzondere voorstelling
Het was om meerdere redenen een bijzondere voorstelling. Het thema kernenergie haalde mij weer helemaal terug in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De angst voor een kernramp - zoals die toen ook bestond - vond ik heel voelbaar. In het conversatiestuk gaat het om de prangende vraag welke wereld we nalaten aan onze kinderen. Of we zo maar verder kunnen met ons comfortabele leventje of dat we de verantwoordelijkheid nemen en de rotzooi opruimen die we zelf hebben gemaakt.
Wil jij ook een snoepje?
En natuurlijk was het een bijzondere voorstelling vanwege het inclusieve karakter. Er was daarvoor een gedeelte van de zaal gereserveerd voor mensen met een auditieve beperking. Met de gebarentolken dicht in de buurt. Voor en naast mij zaten - herkenbaar vanwege hun gebarentaal - enkele doven. Niets bijzonders, toch? Of toch wel? In het theater gelden bepaalde codes: je zet je mobiele telefoon uit en je maakt geen lawaai. Maar hoe vanzelfsprekend is dat voor dove mensen? Zo was er meerdere keren het geluid van een inkomend bericht op een mobiele telefoon. Hilarisch vond ik het dat er vlak voor me zonder enige gêne snoepjes in een rammelend metalen blikje rondgingen van de één naar de ander. Met natuurlijk afkeurende blikken als primaire reactie uit de zaal. Ook inclusiviteit moeten we leren. Het is moeilijk om niet meteen aannames te doen en altijd aardig voor iedereen te zijn. Laten we ons best doen tijdig onze irritatie te keren. En vooral: elkaar snoepjes blijven geven.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het verhaal
Een gepensioneerd stel - Hazel en Robin - hebben beide als fysicus in de in de buurt liggende kerncentrale gewerkt. Ze genieten nu in een vakantiewoning van hun nieuwe levensfase. Ze hebben een ecologische boerderij en doen aan yoga. Dan wordt snel duidelijk dat er iets aan de hand is geweest: er was een “incident” met meerdere rampen waardoor de buitenwereld nu een totale chaos is. En staat er na veertig jaar hun oud-collega Rose opeens voor de deur. In de dialoog tussen hen drieën komt de toeschouwer van alles te weten over hun (relationele) verwikkelingen in het verleden. Rose blijkt niet zo maar te zijn aangewaaid; ze doet een ingrijpend voorstel.
Voor andere voorstellingen onder de noemer HNTonbeperkt: zie https://www.hnt.nl/voorstellingen/themas/216/HNTonbeperkt/
0 notes
adriaanmeij · 5 years
Text
Simac op scherp
Tumblr media
De wereldeconomie hapert, evenals die in Nederland.  FED-baas Jerome Powell verhoogt de beleidsrente niet. Het IMF verlaagde zijn groeiprognoses. De ECB verruimt. Jan Poort wijst op een nieuw CPBrapport dat de bankenmarkt écht Europees, wil maken. Net als de kapitaalmarkt. Econoom  Marieke Stellinga
 gaat er in NRC verder op in. Ad Nederlof: “ja, het is of 100% een Europese Unie naar Amerikaans model of terug naar de EEG wat feitelijk een Handelsunie is. Alles daartussen werkt niet. “ Intussen laat Theresa May een ontwricht Verenigd Koninkrijk achter dat nog niet uit de EU is. May wilde persoonlijk ook geen Brexit. Dat is haar tot nu toe gelukt.
 Luc Aben , hoofdeconoom bij Private banker Van Lanschot vindt in Knack: ‘Het is cruciaal om een deel van de nationale budgetten op het Europese niveau te tillen. Een Europese minister van Financiën is meer dan zinvol. Eurozone burgers en bedrijven  houden jaarlijks €380 miljard over. Dat vloeit nu weg. Het is beter het in ‘onze eigen economie te pompen. Via nuttige infrastructuurwerken bijvoorbeeld’, vindt Aben.
 Ik vrees Trumps protectionisme Dat is een fundamentele fout in de economische geschiedenis. Protectie leidt tot steeds minder innovatie en steeds minder concurrentiekracht. Jan Poort geeft goede voorbeelden waaruit blijkt dat Trump helemaal geen goede resultaten boekt. De Amerikaanse economie verzwakt alweer. Ook is een handelsoorlog met China schadelijk. Wij weten al heel lang dat China zich niet conformeert aan de eigendomsrechten zoals die in de westerse kapitalistische wereld gelden. Ondanks dat hebben talloze westerse bedrijven China opgezocht om daar te produceren en software te ontwikkelen. 
In een communistisch model bestaat geen particulier eigendom en is alles van de staat, van de gemeenschap die deze staat tolereert. Daarom is het zinloos en wanbeleid om nu ineens met de Chinezen een handelsoorlog te gaan voeren. De oorlog moet gevoerd worden op het gebied van innovatie en het voorkomen van diefstal. Met India ligt dat anders omdat India een westers kapitalisme aanhangt.  Westerse bedrijven laten daar de meeste software ontwikkelen. Dat doen we nu eenmaal zo.
Ad Nederlof kent China als geen ander. Hij is boos en wil een westerse boycot (gaat verder dan een belasting) van alle producten waarvan de IP gekopieerd is en waar het de originele leverancier tegelijkertijd verboden is om op de Chinese markt te acteren. Dus een verbod op “wechat” zolang “whatsapp” in China verboden is. Een verbod op Alibaba zolang Amazone in China niet mag acteren. En zo kan ik wel nog even doorgaan. Het rijtje is best lang hoor. Het ontwikkelen van een eigen operating systeem door Huawei is straks niets anders dan een “copie” van Android. Daarnaast wijst hij ook op de zeer ernstige misstanden bij de Chinese kobaltwinning in Afrika. Ook Philips heeft boter op het hoofd door structureel marktaandeel te “kopen” via tussen personen. Die dat overigens toegegeven hebben. Dat is fraude en net als ING moet ook Philips maar eens €800M boete krijgen ipv alle technologie subsidies op te eten. Ik ben er klaar mee en gelukkig ben ik niet de enige.
 Facebook levert geen pre-installaties meer van haar apps voor nieuwe Huawei-toestellen. Maar Google dat gedwongen de banden met Huawei verbrak, waarschuwt nu de Amerikaanse regering voor de gevaren van een boycot van Huawei, aldus FD. De ontwikkeling van een Chinees alternatief voor het mobiele besturingssysteem Android is volgens de internetgigant en softwarereus nog veel gevaarlijker. Het stormt in de ICT in het kielzog van de acties van de Amerikaanse president.  
 Ik dook in de financiën van ICTdienstverlener Simac Techniek uit Veldhoven bij Eindhoven. Na het topjaar 2018 verwacht CEO Eric van Schagen mindere resultaten in 2019 juist als gevolg van de onzekerheden die onder meer Brexit en een handelsconflict met China met zich meebrengen. Simac is in 2014 door de familie Van Schagen van de beurs gehaald en dat heeft in 2016-2018 een duidelijk positief effect op de resultaten, aldus mijn analyse. Het complete rapport staat hier: https://www.ictonderzoek.nl/ProduktDetail.asp?id=2279
0 notes