Tumgik
#Een man met goede schoenen
Text
‘Een man met goede schoenen’ van Rob van Essen: tuinkabouters als stootkussen
Tumblr media
Op de voorflap van Een man met goede schoenen, Rob van Essens (1963) derde verhalenbundel, prijkt de op het eerste gezicht onschuldige afbeelding van een olijke kabouter die een kruiwagen voortduwt. Het colofon vermeldt dat het beeld is geplukt van Shutterstock, een gigantische online databank met rechtenvrije stockafbeeldingen. De garden gnome van Tomacco is door de grafische vormgever echter licht bewerkt: de glanssporen op de muts van de kabouter zijn verdwenen, alsook de vergulde gespen op zijn laarzen en riem én de madeliefjes in het gras en de kruiwagen. Stockafbeeldingen geven een soort standaard weer: het zijn weergaves van een zekere maatstaf, inwisselbare beelden als toetsstenen van gangbaarheid. Soms zijn de ijkpunten waartussen het normale zich afspeelt rekbaar, zoals de behoorlijk hilarische Instagram-account Stutter.shock van kunstenaar Jasper Rigole aantoont. Dat principe van wat ik ‘flexibele normaliteit’ zou durven noemen, ligt aan de basis van de twintig verhalen in Een man met goede schoenen en bij uitbreiding van Van Essens gehele oeuvre.  
Normaliteit en vervreemding
Uit het verhaal ‘De therapeut’ weet de lezer dat het kruiwagentje tijdens een wraakoefening zal worden gevuld met een welbepaald lichaamssap, een vuige daad die onze perceptie van de noeste alverman op de cover op zijn kop zet. Want als toonbeeld van normaliteit genereert een tuinkabouter een automatische reactie. Wanneer Van Essen met subtiele ingrepen en kleine deviaties ons waarnemingskompas op hol laat slaan, doorbreekt hij moedwillig onze automatismen en vervormt de werkelijkheid die we gewend zijn. Het is een prachtig voorbeeld van Viktor Sjklovski’s vervreemding: nooit meer zal de lezer nog op een normale manier naar een tuinkabouter kunnen kijken. Dat Van Essen onze leeservaring binnen het korte bestek van een verhaal op een natuurlijke manier kan doen kantelen, pleit niet alleen voor zijn vertelkunst, maar is meteen ook een handelsmerk van de auteur. Zijn romans en verhalen — vaak gestoeld op een al dan niet directe autobiografische basis — vertrekken doorgaans van alledaagse gebeurtenissen, om gaandeweg naadloos over te vloeien in verbeeldingrijke, exuberante en absurdistische situaties. Alles lijkt wel degelijk wat het is bij Van Essen, tot op het moment dat hij alles omkeert en niets meer is wat het lijkt.  
Tumblr media
De vervreemding bij Van Essen leunt ook aan bij het freudiaanse ‘Unheimliche’, de angst en fascinatie die ontstaan wanneer datgene wat van oudsher vertrouwd was, plots vreemd lijkt. Onverklaarbare zaken passeren plots als dagdagelijks, als faits divers die er nu eenmaal bijhoren: ‘De wereld bestond uit twee helften die even langs elkaar waren geschuurd, zonder dat dat de bedoeling was geweest; dimensies waren doorbroken en tijd en ruimte hadden zich door een kleine onoplettendheid in de kaart laten kijken.’ De verteller van ‘In de Rijnstraat (bij de Albert Heijn)’ hoopt dat de bevreemdende gebeurtenis hem betekenis zal brengen, ja zelfs enige vorm van inzicht in het onvatbare: ‘Overal voelde ik betekenis rondzingen’.
Fantastiek
De verhalen in Een man met goede schoenen zijn geschreven in de afgelopen zes jaar. Het gros verscheen eerder in tijdschriften en kranten of op Van Essens bijzonder lezenswaardige blog ‘Reddend zwemmen’, het creatieve lab van de auteur, zeg maar, genoemd naar zijn debuutroman uit 1996. Van Essens vorige verhalenbundels, Elektriciteit (2010) en Hier wonen ook mensen (2014), zijn inmiddels respectievelijk tien en zes jaar oud. Is het openingsverhaal van Een man met goede schoenen mogelijks een vingeroefening voor De goede zoon, dan zijn enkele andere verhalen met hun fijnzinnig uitgewerkte plots eerder uitlopers van vroegere romans als Visser (2008) en Alles komt goed (2012). Hoewel in de lijn van de verwachtingen sinds de exuberante verbeelding van De goede zoon, valt het aantal verhalen met onversneden fantastische elementen op, met het openingsverhaal als onheilspellende voorbode van al dat onverklaarbaars.
Zo waren in Een man met goede schoenen heel wat dubbelgangers rond. In het bizarre ‘In het restaurant (drie gangen)’ wijst een serveerster een restaurantbezoeker op het feit dat hij ook wat verder in een hoekje zit (‘Kijk dan u bent het zelf.’) en in het aangrijpende ‘J.O.S. Days’ herkent een oudere vrouw een toevallige passant als haar jaren geleden overleden broertje. Hoewel de verteller niet in reïncarnatie gelooft, herinnert hij zich van alles, bijvoorbeeld wanneer de vrouw hem meeneemt naar hun vermeende vroegere woning. Opnieuw genereert de vervreemding een zekere angst (‘Al deze dingen kan ik niet verklaren’), die pas eindigt bij een bezoek aan het graf van het overleden jongetje: ‘Nu we bij mijn dood waren beland, was het voorbij.’
De wandelaar in ‘J.O.S. Days’ — een ik-verteller die zoals wel vaker verdacht veel weg heeft van Van Essen — struint langs de Weespertrekvaart en mijmert over de ‘wederopbouwwijken’: ‘Mijn hele volwassen leven heb ik terugverlangd naar een tijd die ik niet zelf heb meegemaakt.’ Hij verlangt ernaar te weten hoe het was om als Amsterdams kind op te groeien in zo’n wijk in het tijdperk waarvoor die wijken waren bedoeld (zie ook in dat verband Van Essens schitterende autobiografische kroniek Kind van de verzorgingsstaat (2016). Tót zijn gemijmer wordt doorgeprikt, letterlijk van gene zijde. Van Essen slaagt er alweer moeiteloos in om een doodnormale situatie te laten verglijden tot een die we met rede niet kunnen vatten, maar tegelijkertijd gewillig voor waar aannemen.
Ook ‘De glazen kamer’ toont hoe een onschuldig gegeven (een auteur wordt voor een ereceremonie ten paleize uitgenodigd samen met andere figuren uit de culturele sector die zich verdienstelijk hebben gemaakt)  al snel uitwaaiert tot een bijna uitzinnige explosie van verbeelding en fantasie. De basis is weer licht autobiografisch getint: een Van Essen-achtige verteller herkent enkele andere gasten, ‘die net als ik het afgelopen jaar een literaire prijs hadden gewonnen’. Tijdens een onwennig gesprek verwijst de koning naar ‘dat verhaal met die katten’ (uit Hier wonen ook mensen) en wanneer de verteller verdwaalt in het paleis, verzucht hij ‘ik liep niet rond in een hotel of een restaurant, hier woonden ook mensen’. Tot zover de realistische zijde van dit verhaal. Wanneer de verteller het toilet zoekt, komt hij plotsklaps terecht in een kamer die geheel van glas is, met een luik in de vloer dat leidt tot een eindeloze en duizelingwekkende Alice in Wonderland-konijnenpijp. Het is telkens weer een waar lezersgenoegen om te beleven hoe Van Essen je onverhoeds meeneemt op een trip en de wonderlijkste werelden binnenloodst (zie ook de Roald Dahl meets Tim Burton-onderwereld in ‘Ideeën van ontsnapping’).
Tijdreizen en absurdisme
De verbeelding viert evenzeer hoogtij in ‘In de kelder van de kruidenier’ waar een groepje scholieren een wormgat ontdekt in de kelder van de dorpskruidenier. Voor een stevige portie tijdreizen draait een meesterverteller als Van Essen uiteraard zijn hand niet om (in een recent interview liet hij zich overigens ontvallen dat tijdreizen mogelijks een belangrijk thema zal worden in zijn volgende roman). In ‘De lastigste logé sinds tijden’, oorspronkelijk verschenen in een Engelstalige versie op 2.3.74, krijgen Axel en Miranda hun (goede) zoon Erik op bezoek uit de toekomst. Hij wil zijn ouders verhinderen om hem te verwekken. De ouders vragen zich af of ze Eriks wens om niet te bestaan al dan niet moeten eerbiedigen. In het vervolgverhaal ‘De vissen eten geven’ is Eriks opzet blijkbaar mislukt want Axel en Miranda betrappen hun zoon terwijl hij in het zwembad ‘iets heel lichamelijks’ aan het doen is met het buurmeisje.
Tumblr media
Het gruwelijk absurdisme van de scheerbeurt steekt een tweede keer de kop op in ‘Iedereen werd verpleegd’. Daar is een man  er getuige van hoe iemand op een terras met zijn vuist zijn jeneverglas aan stukken slaat en de scherven tot bloedens toe over zijn gezicht wrijft. Tegen wil en dank gaat de man met de gewonde mee naar het ziekenhuis, waar hij verzucht dat ‘de basso continuo’ van zijn leven eenzaamheid is. Vrolijker ongerijmds schuilt dan weer in ‘De man die weer naar buiten wilde’, waarin buiten — alsof het niets is — letterlijk binnen wordt en omgekeerd, én in het titelverhaal ‘Een man met goede schoenen’, waar degelijk schoeisel niet meer of minder dan een statussymbool is en een onooglijk zakje verwelkte groenten geldt als valuta.
Oude bekenden
Een ander behoorlijk gesjeesd verhaal is ‘Nu is het diep genoeg’, oorspronkelijk verschenen onder de titel ‘Een uiterst belangrijke boodschap’ in De Groene Amsterdammer. Wanneer een man zijn ex-vriendin bij de ingang van een dierenkerkhof ziet, wordt hij terug geslingerd naar de tijd toen ze samenwoonden. De man vertelt over zijn uit de hand gelopen obsessie met de onderbuurman die op zijn schedel een enorm getatoeëerd oog heeft staan en een hondje heeft dat Kazan heet: ‘Soms zie je iets wat onmogelijk is’. De man, een (nieuw) hondje en de buurman eindigen uiteindelijk als een ongewoon menage à trois, zonder de vriendin dus. Het korte ‘Nog warm van de clown’ ademt de sfeer uit van de beste Robert Altman-films en het slotverhaal ‘Waar het werkelijk om ging’ verscheen als kerstverhaal in NRC Handelsblad. In die afsluiter wordt een slachtoffer van een huisbrand ei zo na pyromaan en beraamt een plan om grote delen van de stad in de fik te steken. Uiteindelijk voert zijn psychologe zijn plan uit: samen ontvluchten ze de brandende stad, terwijl het zacht begint te sneeuwen, wat niet alleen de kerstsfeer oproept, maar ook ‘The dead’, het laatste verhaal van James Joyce’s Dubliners (1914), een verhaal dat de hoofdpersonages in Van Essens tweede roman Troje (2000) meermaals bediscussiëren.
Bijzonder aardig voor de fans is dat er enkele oude bekenden uit de vorige verhalenbundels opduiken in Een man met goede schoenen, met name de mythische jeugdvriend Scipio en de slome, zachtaardige oom Evert. In ‘Eindhoven’ lift de verteller (waarin we wederom moeiteloos de jonge Van Essen herkennen) samen met zijn zelfverzekerde en baldadige makker met hoog punkgehalte Scipio naar Eindhoven. Ze worden opgepikt door een politiewagen. Wanneer Scipio drie maal ‘hoelah’ roept, ontstaat er een hilarische discussie tussen de twee literatuurminnende agenten, want een van hen herkent de uitroep uit Cees Nootebooms verhaal ‘Hoela’.
Van Essen krijgt geregeld de vraag of er geen roman over Scipio komt. Alle verhalen hebben weliswaar een zekere droefenis over zich, want ze zijn allemaal geschreven in het besef dat Scipio al lang dood is, zogezegd doodgeslagen aan het Sarphatipark. In het schitterende ‘Scipio’s zuster’ gaat Van Essen dieper in op dat gewelddadig overlijden en trekt het — hoe kan het anders — in twijfel. Het personage Van Essen wordt ontboden door de zuster van zijn jeugdvriend; ze wil weten waarom de auteur haar broer in zijn boeken heeft laten doodgaan. De schrijver probeert duidelijk te maken dat Scipio voor hem een personage is, ‘een amalgaam van jongens die ik vroeger heb gekend’ en dat hij Scipio heeft laten sterven voor ‘het dramatisch effect’, hoewel hij de aanval in het park dan toch zou overleefd hebben. Uiteindelijk sluit de zuster de schrijver op in de vroegere kamer van Scipio: hij mag er pas uit als hij nog verhalen over haar broer vertelt. De schrijver begint dan maar ‘Eindhoven’ te vertellen, maar dat kent ze al, dat stond immers in Tirade! In een bizar einde is de schrijver er meer en meer van overtuigd dat de zuster eigenlijk Scipio zelf is.
Tumblr media
Van Essen wordt vaak geprezen voor zijn laconieke, heldere stijl, vol onderkoelde humor en rake beschrijvingen. Meer dan terecht, maar voor mij is hij ook de ultieme clever writer, een gewiekste fabulator die als geen ander een plot kan uitwerken en een steengoed verhaal vertellen. Voor elke narratieve patstelling heeft hij een gepaste oplossing, verhaaltechnisch lijkt er geen limiet op zijn kunnen te staan. Een hoogtepunt op dat vlak is ongetwijfeld het eerder aangehaalde ‘De therapeut’, met een lengte van veertig pagina’s meteen ook het langste verhaal uit Een man met goede schoenen. David is ’s morgens voor het eerst bij een therapeut geweest. Diezelfde avond komt de therapeut onaangekondigd aanbellen en neemt zijn nieuwe patiënt onder lichte dwang mee op een hallucinante tocht naar zijn verleden. Met sardonisch genoegen laat Van Essen in deze gebalde comedy of manners vol verrassende plotwendingen de lezer alle hoeken van de narratologische kamer zien, met tuinkabouters als stootkussen.
Verschenen op: De Reactor, 7 januari 2021
Een man met goede schoenen van Rob van Essen, Atlas Contact 2020, ISBN 9789025464127, 245 pp.
0 notes
geschiedenisish · 2 months
Text
#cancel Koos Speenhoff
Dit moet ik misschien even uitleggen.
Koos Speenhoff (1869-1945) was een van de allereerste Nederlandse kleinkunstartiesten/cabaretiers. Als we spreken over bekende Nederlandse comedians is het rijtje basically; Koos Speenhoff, Louis Davids, Wim Sonneveld.
De liederen van Koos Speenhoff zijn in sommige gevallen een paar van de oudste Nederlandse opnames die we hebben!
Anyway, als je op het internet naar deze man zoekt krijg je te horen dat hij razend populair was in zijn tijd (1900-1920 ongeveer) op dezelfde hoogte als Louis Davids een paar decennia later (1920-1940). Hij lijkt gewoon een lieve, schattige voorloper van Daniëls te zijn.
DIT IS NIET WAAR!!!!!!!!! Daniëls is ge-wel-dig, maar Koos Speenhoff hadden we TOEN moeten cancelen én nu! Beide zijn nog niet gebeurd, maar ik ga daar voor zorgen. (Ondanks dat de man al 79 jaar dood is, maar toch.)
Ik kwam de bewuste man op het spoor in mijn zoektocht naar de Nederlandse reactie op de eerste feministische golf. Ik kwam toen uit bij "Spotlied op de vrij vrouwen" uit 1903. We zien hier vrij snel wat voor soort 'feminist' Speenhoff is (ingekort);
"Wat men voor een eeuw niet kende waar men toen nog niet aan dacht 't Is de vrije vrouwenbende 't Is de derde soort geslacht 't Zijn geen mannen, 't zijn geen vrouwen 't Is geen vlees en 't is geen vis Wie met zo'n model gaat trouwen [trouwt met zijn begrafenis (2x)] Een vrije vrouw draagt korte rokken dat je haast haar knieën ziet [.....] Nergens is ze fris en mollig Alles knokig vlees en been Welke man gevoelt zich lollig [Naast zo'n lopend stuk rookvlees 2x] Vrije vrouwen vinden vrijen ouwerwetse flauwigheid Voor verliefde zoenpartijen heeft de vrije vrouw geen tijd [....] Stakkers zijn die vrije vrouwen Waar een man geen steek aan vindt Kijk ze met pakkies boeken sjouwen Liever dan een wollig kind Als men hoort wat zij zich wensen Wat zo'n meubelhout zo zeid' Vragen alle nuchtere mensen [Is 't een bokkie of een geit] 2x[....] Weg met al die houten lijven Waar een man geen greep aan heid Al die halve vrije wijven Zijn de kanker van de tijd Want een vrouw is hier op aarde Het mooiste wat men denken kan Zij geeft aan ons leven waarde [Zij is alles voor een man 2x]"
De overige teksten, ook voor de andere liedjes, moet je online opzoeken want anders wordt deze post wel heel lang. Maar de liederen zijn makkelijk te vinden!
Maar ja, Speenhoff is dus vooral bezig met hoe dom vrije vrouwen zijn in hun absurde wensen voor vrouwenrechten. Daarnaast vindt hij het VOOR MANNEN enorm jammer dat deze vrouwen geen goede/geschikte partners zijn. Dat de vrouwen niet willen trouwen vindt hij maar dom en raar.....
In dat jaar schreef hij trouwens ook nog twee Spotliederen op de vegetariërs, die nog meer bad faith kritiek zijn dan een "Atheist debunks feminist with facts and logic" video uit 2015. "Ja maar als we geen leer meer mogen gebruiken, moeten we dan maar zonder schoenen gaan rondlopen????????" Shut up, loser met het brein van een 15-jarige puberjongen.
MAAR HET KAN NOG ERGER. Als je namelijk dacht dat het bovenstaande vrouwonvriendelijk was, moet je eens horen wat Speenhoff tegen de gewone vrouw te zeggen heeft. Ik citeer "de zeven plichten van de vrouw" uit 1916. Die, voor de duidelijkheid, geen mannelijke tegenhanger kent voor zover ik weet. Mannen hebben volgens Koos geen plichten, maar dit zijn de zeven plichten van een vrouw. (Zoek het lied op, dit is een verkorte, iet wat gestrawmanned versie. Dus zoek het origineel op!)
1 "De eerste plicht van elke vrouw is nooit geleerd te doen." 2 De tweede plicht van elke vrouw is houden van haar man." 3 "De derde plicht van elke vrouw is goed gekleed te zijn." 4 "De vierde plicht van elke vrouw is steeds gehoorzaam zijn." 5 "De vijfde plicht van elke vrouw is manlief toe te staan om zonder haar van tijd tot tijd alleen eens uit te gaan." 6 "De zesde plicht van elke vrouw is zwijgen op haar tijd omdat ze juist ‘t meeste zegt met haar stilzwijgendheid" 7 "De zevende en mooiste plicht is dat ze koken kan."
Ik kan me goed voorstellen dat het lied in die tijd aangeslagen heeft, zo zit er de zin in "Omdat een man die ouwer wordt en jaren is getrouwd, toch veel meer dan zijn eigen buik dan van een oma houdt." Wat grappig hoort te zijn, maar nog steeds de schuld voor een slecht huwelijk bij de vrouw neerlegt, en niet bij de man. Dit narratief van "men are stupid, am I right ladies? now be submissive!" kom je tegenwoordig nog maar op één plek tegen. Namelijk bij conservatieve (Amerikaanse) christenen die vinden dat er maar een recht voor vrouwen moet zijn; namelijk het aanrecht.
MAAR HET KAN NOG VEEEEEEL ERGER!!!!!!!!!
In 1915 schreef Speenhoff "loflied op Professor Bolland". De Nederlandse Jordan Peterson van die tijd, in de zin dat hij een populair professor was die volgens Speenhoff zelfs populair was buiten de collegezalen bij het gehele volk!
Weet je waar Bolland ook om bekend staat...... De teekenen des tijds, zijn laatste college uit 1921 (voor zijn overlijden in 1922). Ik quote voor het gemak even Wikipedia;
"Bolland kan tevens als grondlegger van de fascistische beweging in Nederland worden beschouwd. In zijn laatste academische les De teekenen des tijds (1921) hield hij een fel betoog tegen de democratie (de "gepeupelregeering", p. 12), tegen het jodendom[3], tegen de "tot heerschappij gekomen goddelooze arbeidersklasse" (p. 9), tegen democratisch onderwijs: "de liberaal bedoelde, maar democratisch ontwikkelde, dat is ontaarde, volksschool" (p. 34) en tegen vrouwenemancipatie."
Voor context, in 1914 was het algemeen stemrecht voor mannen ingevoerd in Nederland en in 1918 voor vrouwen! Bolland wilde terug naar de tijd voor 1914 toen alleen rijke mannen in Nederland stemrecht hadden! In 1915 was Bolland misschien nog niet zoooo radicaal als in 1921, maar ik vraag me af waarom Speenhoff het nodig vond om SPECIFIEK voor deze man een loflied te schrijven!
Ik wil deze rant eindigen met een positief voorbeeld; Louis Davids. Toen Speenhoff in de vergetelheid raakte, kwam Louis Davids juist net op. Daniëls was ook niet de meest progressieve man, maar hij gaf de vrouwen in zijn liedjes veeeeeel meer agency (zoals de vrouw in De Voetbalmatch uit 1932 die de gehele voetbalsport belachelijk maakt en de mannen die ernaar gaat kijken als vermaak! of de moeder in "Moeder is dansen" waarin moeder belachelijk wordt gemaakt, maar vader haar drang naar jazz ook heel goed begrijpt in een enge interbellum-wereld). Hij was uitdrukkelijk kritisch op het kapitalisme en de regering (zoals in zijn bekende "De Kleine Man" uit 1929 en natuurlijk "Als je voor een dubbeltje geboren bent" uit 1935 wat nog steeds veel door antikapitalisten als logan wordt gebruikt, verwijzend naar Louis), ook de "welfare queen" helaas komt bij Louis negatief ter sprake (ook in De Kleine Man).
Maar waar Louis Davids vooral goed in was, vooral in vergelijking met Speenhoff, was dat bij Speenhoff de grap altijd was "Kijk naar deze domme nieuwe mensen" terwijl bij Davids de grap altijd was "Lach om hoe WIJ, arme lieden, allemaal proberen te integreren in een snel veranderde wereld." Er werd gelachen met het publiek, niet met een soort derde vreemde groep die wij met z'n alleen kunnen gaan lopen uitlachen....
Davids liedjes zijn dan ook alleen politiek wanneer ze zeer menselijke gevoelens uitten; het idee dat iemand er met jouw belastingcenten vandoor gaat zonder te werken, dat de rijken heer met alles wegkomen en jij niet. Dat soort sentimenten zullen er altijd blijven. Als je naar Davids luistert, merk je ook dat dat maakt waarom zijn liedjes nog steeds bekend zijn en die van Speenhoff niet. Davids is universeel, Speenhoff niet.
DAAROM vind ik dat we Speenhoff moeten cancelen! Ik ben nog enkel negatief artikel over deze man tegengekomen. Alleen maar hoe hij "een pionier was in de Nederlandse kleinkunst" maar NIKS over hoe hij de vrouw weer terug het huis in wilde hebben of het stemrecht weer achter een paywall wilde neerzetten!
Dus. Cancel. Koos. Speenhoff. !.
Tumblr media
2 notes · View notes
joostjongepier · 1 month
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Rococosaal
Waar?   Herzogin Anna Amalia Bibliothek, Weimar
Wanneer?   30 juli 2024
Sinds ik regelmatig met de Deutsche Bahn reis, weet ik dat het idee dat Duitsers goede organisatoren zijn tot het rijk der fabelen behoort. Dat blijkt ook weer bij mijn bezoek aan de Herzogin Anna Amalia Bibliothek. Vooraf via internet geboekte tijdsloten blijken van nul en generlei waarde en ook de volgorde van aankomst speelt nauwelijks een rol. Wie het brutaalst is, is als eerste bij de pantoffels. Die pantoffels zijn vilten dingen die je oever je schoenen moet schuiven eer je de houten vloer van de rococozaal mag betreden.
De bibliotheek werd in 1691 opgericht als ‘Herzogliche Bibliothek’ door hertog Wilhelm Ernst. Bij het driehonderdjarig jubileum werd het instituut omgedoopt tot ‘Hertogin Anna Amalia Bibliotheek’. Een eerbetoon aan de grootste promotor van de bibliotheek.
Op de avond van 2 september 2004 brak er brand uit in de bibliotheek, waarschijnlijk als gevolg van een defecte elektriciteitskabel.  Achtentwintigduizend boeken, waaronder de beroemde Luther Bijbel uit 1532, werden gered. Talloze exemplaren gingen echter geheel of gedeeltelijk verloren. Er is sindsdien met man en macht gewerkt om het historische boekenbezit zoveel mogelijk te restaureren of vervangen.
Wie nu de rococozaal binnenkomt, merkt niets meer van brandschade. De, dagelijks door tientallen op pantoffels schuifelende bezoekers gepolijste, vloer glimtt. De wanden en het plafond zijn helderwit en het goud blinkt.  Waar rococo op mij vaak nogal kitscherig overkomt, geldt dat zeker niet voor deze prachtige zaal. Ondanks versieringen en goud ademt de ruimte een rust en sereniteit die uitnodigt tot studie. Dat die rust in het hoogseizoen door een veelheid aan toeristen wordt verstoord, doet daar niets aan af.
0 notes
Text
Aan de voeten van Jezus Het is een goede ervaring om aan de voeten van Jezus te liggen. Om daar ziek en gewond te liggen is goed, maar om daar als dood te liggen is beter. Een mens die naar Hem toe komt wordt onderwezen in de mysteries van het Koninkrijk. Mozes had nog maar zwak licht en moest worden verteld dat hij zijn schoenen in de tegenwoordigheid van de Heere moest uittrekken. Johannes was duidelijk ver voor hem uit, omdat hij als een dode man vóór de Oneindige Majesteit lag. Hoe gezegend is een dood als het een dood in Christus is, want die mens zal Goddelijk leven krijgen. Als ik Christus op dit moment zou zien onder de voorwaarden dat ik onmiddellijk zou sterven, zou ik met vreugde de aanbieding accepteren, de gelukzaligheid zou de straf ver overschrijden. Maar wat betreft de dood van ons vlees en van onze gevallen natuur, dat is bovenmatig wenselijk en als voor niets anders zou mijn ziel meer en meer verlangen om Jezus te zien. Dat tweesnijdend zwaard dat uit Zijn mond komt slaat al mijn bezwerende zonden. Dat toch de helderheid van Zijn gelaat de wortels van het kwaad in mij verschroeien en verbranden. Dat hij Zijn witte paard toch zou beklimmen en door mijn ziel zou rijden, overwinnend en alles uitwerpend dat van de oude draak is. Dan zal ik aan Zijn voeten liggen, verslagen door Zijn machtige genade.
0 notes
nicolewannabees · 4 years
Text
sad recap
op vrijdag 19 maart was er de nasleur van een slopende nacht. ik kan er niet teveel woorden aan vuil maken, want het is 1:15 AM en ik moet nog studeren voor mijn tentamen dat over minder dan 8 uurtjes begint. gelukkig heb ik een wettenbundel kunnen scoren vandaag in de Scheltema boekwinkel. ook heel erg last minute, maar wauw wat een prachtige winkel is dat. wat deed ik überhaupt ooit in de ako? In ieder geval, over de nasleur van die nacht. donderdagnacht op vrijdag 19 maart was een verdrietige nacht. Hij heeft me weer ‘aangeraakt’. om iets heel stoms. een doodnormaal berichtje naar een oud klasgenoot. hij was dronken. hij was helemaal de weg kwijt. hij heeft aan mijn haar getrokken en erop gebeten. ik heb zoveel haar verloren, misschien wel 600. daar kunnen die gummibeertjes niet tegenop. en hij heeft zo hard op mijn vinger gebeten dat ik dacht dat ik hem misschien kwijt zou zijn. het is mijn rechterringvinger en hij doet nog steeds pijn. er is denk ik niks ernstigs met het bot maar de zenuw voelt heel raar aan. en de littekens worden vast ook niet fraai. hij heeft ook in mijn scheenbeen gebeten. ik probeerde mijn gezicht te beschermen. ik heb het uitgegild. ik was zo bang. hij kneep mijn keel dicht. zo vaak. zo lang. ik kreeg geen lucht. ik dacht echt dat ik out zou gaan. ik was echt zo bang. wat een klootzak is het toch ook. ik heb klappen gehad tegen mijn hoofd. mijn gezicht. vuisten. hij heeft in mijn hoofd gebeten. het is een dier. en de volgende ochtend deed hij alsof er niks gebeurd was. ik kan niet wachten tot ik weg ben. 
maar goed, het lichtpuntje van de dag was dus rond 3 uur s middags. we reden in het centrum van Amsterdam, onderweg om twee leuke vrienden te ontmoeten. ik zat op de achterbank en ik keek naar buiten. het was een zonnige en stralende dag. mensen waren buiten. ondanks mijn vervelende nacht was ik toch blij, blij om het mooie weer, het vooruitzicht om mijn vrienden te zien en de bezigheid op straat. en toen zag ik hem. hij stond in een deuropening tussen de steigers en zijn collega's. hij was aan het werk. lang, slank, donkerbruin haar, groene ogen, een prachtige baardgroei, werkkleding met verfspetters, een botstructuur waar je u tegen zegt, alles klopte. onze blikken kruisten en ik denk dat ik hem slechts twee seconden heb aan kunnen kijken, maar het was genoeg. want hij keek terug. god, wat leek hij op Des. ik schrok even, dacht even dat ik hem zag maar gelukkig was dat niet zo. ik keek hem nog even na en hij keek nog steeds. mijn binnenste ontplofte bijna. ik kan me niet heugen wanneer ik zulke vlinders voor het laatst heb gevoeld, in de zin van op het eerste gezicht. want natuurlijk houd ik van Des, ik mis hem en ik hoop dat hij mij kan vergeven. ik kan niet wachten om hem tegen me aan te drukken. maar jeetje, echt bizar. mijn eierstokken rammelen er nog steeds van. en hij keek terug nota bene! hij keeeek teruggg! seconden later wist ik al dat het gevoel niet weg zou gaan. ik zou spijt gaan krijgen dat ik niet naar buiten ben gestormd om een of andere stomme reden, ook al zit mijn abusive boyfriend nietsvermoedend op de stoel voor me. we parkeerden de auto gelukkig niet ver van de plek waar ik hem had gespot. en we liepen naar het centrum. ik probeerde krampachtig te onthouden hoe ik terug zou moeten lopen, maar ik ben een ramp met ruimtelijk inzicht. ik wist dat ik hem niet uit mijn hoofd zou krijgen dus ik heb direct na het kruisen van onze blikken een herkenningspunt voor mezelf aangewezen. St Antonius School. een grijs gebouw, kon niet missen. we liepen verder en ik wist dat ik rechtsomkeer moest maken. zo’n kans laat je nou eenmaal niet lopen. het gebeurt werkelijk nooit dat iemand mij zo erg beroert. mijn kut lekte en ik was spontaan vergeten dat ik overal pijn had. met een slimme truc wist ik mijn gezelschap te lozen voor een goede 20 minuten. met het excuus dat ik even eten ging halen bij de Albert Heijn en daarna ‘verdwaalde.’ ik heb geluk gehad met het feit dat ze toch onderweg waren naar de kapper, en dat ik ze daar dus kon opzoeken. ik heb dus werkelijk de stoute schoenen aangetrokken en ik ben teruggelopen naar die plek. ik zag er niet uit. ik had geluk dat ik makeup op had, maar mijn gezicht was bont en blauw van de klappen. ik was vastbesloten, want hoevaak krijg je nou zo’n kans? ik stond op een gegeven moment voor dezelfde deuropening, meende ik, en ik tuurde naar binnen. hij stond er niet, maar wel een heleboel andere mannen die daar werkzaam waren. ik overwoog bijna om terug te lopen, maar gelukkig heb ik niet toegegeven. een vriendelijk uitziende man stond te telefoneren in het zonnetje en hij leek leiding te geven over het zooitje ongeregeld van al die hardwerkende mannen in werkkleding. ik wachtte geduldig af tot hij klaar was. hallo, zei ik. wat zijn jullie aan het doen? iets met een beton nog wat aanleggen, ik heb nauwelijks onthouden wat hij zei. ‘ik zoek iemand, zei ik met een veinzende glimlach.’ gelukkig hield ik daarna mijn mond want hij maakte mijn verhaal af. ik wist niet wie, maar goed ik ‘kende’ hem. gek genoeg bleek hij gelijk te weten over wie ik het had. ‘ik zal wel even een foto laten zien’. hij googelde zijn naam en ja hoor, een paar professionele portretfoto’s van hetzelfde knappe gezicht doken op. wellicht een paar jaar jonger maar het was onmiskenbaar. ik vroeg heel ongegeneerd en abrupt of ik zijn nummer mocht. hij vroeg wat ik er mee ging doen. ‘nou, een berichtje sturen.’ ja volgens mij bedoel je deze schilder, hij is net weg samen met zijn collega. ik had hem dus net gemist, maar ik heb wel zijn nummer bemachtigd. ‘zeg maar dat je een schilder nodig hebt.’ mijn buik gierde van de zenuwen en opwinding. ik kon haast ruiken dat hij wist waar ik op uit was. wellicht was dit wel een routine voor hem. daar komt weer een nat kutje vragen om die knappe schilder die ik af en toe inhuur. eenmaal thuis heb ik zijn naam gegoogeld, en inderdaad dezelfde foto's verschenen. gemaakt in 2009. godverdomme wat perfect. op de foto's heeft hij nog een babyface, maar nu, ruim 11 jaar later is hij natuurlijk alleen maar knapper geworden. ouder, ruiger, meer Des. Des is ook 38. ik houd niet van jonkies. en gelukkig heeft deze jongen geen social media. althans, heb niks gevonden. ik heb zijn nummer. en ik ga hem in bed praten, geloof mij. 
2 notes · View notes
offtoljubljana · 4 years
Text
121. *Octo stem* toekoooomst
23/06/2020
Snel even een dansende kat.
Tumblr media
Ik heb net mijn Professionalisering eindgesprek gehad en ik heb het vak gehaald. Hoera.
Update studieproces:
UoL
GLINT: tentamen gemaakt en punt terug - afgerond
B&T: werkstukken ingeleverd, maar moet punten krijgen - nog niet afgerond
MC: tentamen gemaakt en punt terug, werkstuk ingeleverd, maar moet nog punt krijgen - nog niet afgerond
Sociologie: moet alles nog inleveren en ik ben nu aan het schrijven - nog niet afgerond
RU
MvO A: tentamen gemaakt, maar moet nog punt krijgen - nog niet afgerond en ik wil hier nooit meer aan denken, want ik heb nog steeds stress van dit vak
Professionalisering: profielen ingevuld en feedback terug - afgerond
Tumblr media
***
fucking yiiiikes
Tumblr media
***
Het is veel leuker om te koken als je alleen thuis bent, want dan kan je kei vals meezingen met Hamilton. Damn, deze musical is gewoon zo goed en ja, ik ben nog steeds geïrriteerd dat Lin het heeft verkocht aan Disney, maar hierdoor kunnen mensen het wel makkelijker kijken.
Draag alleen geen witte jurk als je donkere saus gebruikt. Draag ook een witte jurk als je blauwe acrylverf gaat gebruiken. Ik ben een idioot. Ik wilde gewoon eventjes Barbara’s goedkope acryl gebruiken en ik dacht niet na.
***
24/06/2020
Raad eens wie vandaag 4 uur heeft gespendeerd aan Animal Crossing? Ik! Ik had het impulsieve idee om een “rock garden” te maken en ik wist ook dat het heel lang ging duren. Eerst een plekje zoeken voor mijn stenen. En daarna mijn hele eiland ruïneren door overal shit neer te zetten. Dat kostte een uur.
Tumblr media
Ja, ik ben nu verkleed als Genevieve van Barbie en de 12 dansende prinsessen, maar dan Aziatisch en met turquoise haar. Eindelijk een reden om mijn ballet schoenen te gebruiken.
Oh... en stonks. Niet 558 Bells zoals verwacht, maar nog steeds.... stonks.
Tumblr media Tumblr media
Oh en ja die stenen? Dat kon rond de 6 tot 30 dagen duren om te doen. Dan maar tijdreizen. Ik heb nog nooit zitten tijdreizen in de 6 jaar dat ik dit spel speel, dus woah.
Tumblr media Tumblr media
Ik ben dus heel veel heen en weer gegaan en het duurde heel lang (2 uur??) voordat ik eindelijk alle stenen goed had.
Tumblr media
VINDICATION! 
En ha, lol, het is gelukt op “29 juni”. Het was shit werk, maar het was het waard. Ik moest ook nog alles opruimen, maar ik heb nu een rock garden. En nu wilt Knox verhuizen, dus hij kan er niet van genieten. 
Voordat je denkt dat dit weer een Animal Crossing post wordt: nope. Ik had geen echte geweldige plannen, maar toen kreeg ik een bericht van Cristina om ijs te komen eten met Sofia. Heck yeah.
Helaas reden de bussen weg voor mijn neus en een persoon nam de laatste city bike. Yay. Gelukkig kwamen twee andere fietsers aan na een paar minuten. Eenmaal in het centrum bleek het mega druk te zijn. Er was weer een protest. Ik was een beetje verbaasd, want het linkse anti-overheid protest is normaal op vrijdag. Blijkbaar was dit het rechtse nationalistische (pro-overheid?) protest. 
Oh ja. Er is dus veel politieke onrust in dit land, maar aangezien ik over een maand weg ga: “Politics, not my thing!”. Het was wel mega onrustig en er was ook mega veel politie en geschreeuw, maar ik keek erna en dacht: fuck dit. Er waren camera’s en nonnen en mensen met bloemen en ugh. Ik snap alleen niet waarom mensen zeggen dat ze tegen antifa (anti-facisme) zijn en daarna zeggen ze dat racisme slecht is. Juist.... facisme is slecht. Dus de ideologie dat facisme slecht is, is ook slecht. Ah. Politiek.
Dus ik keek er naar voor 10 hele seconden en toen liep ik naar de VIGÒ. Blijkbaar was dit dus een afscheid. Sofia heeft haar been gebroken, dus ze gaat volgende week al terug naar Spanje.
Tumblr media
Ik denk dat de Vigò smaak de beste is en dan samen met de fruitige aardbeiensmaak is het een goede combinatie.
En toen zei Cristina iets interessants: de maskerplicht komt terug. Ik heb het net even opgezocht en het klopt. Aangezien ik nog steeds maskers droeg, verandert er niet veel. Ik had alleen geen masker op als ik ergens snel naar binnen ging, zoals snel een flesje Cola kopen voor 60 cent.
Ook is er weer quarantaineplicht vanuit Portugal en Albanië. Montenegro en Luxemburg zijn nu ook niet meer “veilig”, maar het is nog niet zo slecht als Albanië en Portugal. Ministers van Slovenië en Oostenrijk proberen om de grens open te houden.
Dat is dus de Corona update voor nu.
Oh, een ander ding: de Boni eindigt in juni. Dat wist ik niet. Oké, Cristina en Sofia waren niet zeker, maar het lijkt erop dat ik pa, ma en Lu niet de Boni kan laten zien. Hopelijk kunnen ze nog komen, want Corona... oh BOI.
Tijd om de Boni te gebruiken. Het was 20:38 en je kan Boni krijgen t/m 21:00, dus we gingen snel naar FANY & MARY. Het was mega druk en er waren maar drie obers, dus ik voelde me best wel slecht. We hadden Boni besteld, maar de ober was het waarschijnlijk totaal vergeten. We vroegen snel een ander om 20:55 en zei ook geïrriteerd: “Don’t come here 5 minutes before it ends!” en ja, daar zijn het mee eens. Dat is ook een shit iets om te doen, maar hey, we waren enigszins op tijd, dus dat vertelde we ook. Het was hun fout als we geen Boni konden krijgen. En alsnog, het was gewoon veel te druk voor maar drie man, maar ik had zin in Boni, want ik wilde niet koken.
Tumblr media
Ergens na 22:00 was het tijd om te gaan. Sofia reed weg in een taxi en ja, het is raar. Alles komt ten einde. 
Tenminste, als ik weg kan gaan. Ik ga ervan uit dat ik wel nog gewoon in juli met de auto weg kan gaan, maar Corona komt dus een beetje terug en alles is weer aan het veranderen.
(Oh, by the way, ik luister naar mijn derde nieuwe glee playlist Ultimate glee playlist. Het zijn de 442 nummers die ik eigenlijk leuk vind. Oké, er staan ook een paar op mijn Glee guilty pleasure songs lijst die net iets te cringe waren voor deze lijst, maar deze show kan ik niet laten gaan. Als ik oud en bejaard ben, dan zit ik in mijn bejaardentehuis mee te zingen met Don’t Stop Believin’.)
***
25/06/2020
Oh, het is 0:00. Een goed moment om te gaan.
3 notes · View notes
jarmoblog · 5 years
Text
Dag 1: Siem Reap - het noorden van Cambodja
Volgens Rona lijkt het op de outlet Roermond maar goed, we zijn er! Siem Reap International Airport. Melanie vindt het trouwens meer de Efteling maar goed, we zijn er! De zon is al behoorlijk fel en warm en het doet goed.
Tumblr media
Alles loopt perfect, het visum aanvragen ging makkelijk en de douane beambte stempelden een rij van zeven tot acht paspoorten in een keer af. Daarna door de douane zelf op naar de bagageband waar onze bagage al diverse rondjes heeft gemaakt. We lopen richting exit en regelen zeer eenvoudig een taxi naar ons hostel. Simon brengt ons, hij heet natuurlijk geen Simon maar het is wel zo makkelijk. De rit door de stad is heerlijk rustgevend. Al kijkend uit het raam, neem ik de omgeving in mij op. Een groepje mensen vieren chinees nieuwjaar op een pleintje voor een winkel. Simon probeert ons over te halen om de volgende dag van zijn diensten gebruik te maken en met hem naar de tempels te gaan. Al zijn goede verkoopargumenten (ja maar hotel is duur, ja maar in een tuktuk kan je maximaal met twee mensen), overtuigen ons niet. Hierop besluit Simon ons aan het begin van de straat er maar uit te zetten want zoals hij het zelf zegt “het draait zo lastig allemaal, zo’n auto” Het was ook niet meer ver naar het hostel en eenmaal aangekomen wordt ons uitgelegd hoe het allemaal werkt. Het hostel is fantastisch en ietwat groots, twee zwembaden en een heerlijke keuken. Aangezien we pas om twee uur ‘s middags op de kamer morgen, besluiten we bij het zwembad te gaan liggen. Wel zonder schoenen, want die moet je overal waar je komt bij de ingang achter laten.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Bij het zwembad is het erg relaxed. De temperatuur begint toe te nemen en na het nuttigen van twee biertjes in de erg hete zon van Cambodja, is het beter om iets te gaan eten. Vanaf het rooftop zwembad moeten we helaas met de trap 4 verdiepingen naar beneden. In het restaurant bestel ik een rode lokale curry. Iets met “kmer”. Het gerecht is echt heerlijk, de specerijen samen met de kokosmelk, groenten, kip en zoete aardappel maken een voortreffelijke combinatie. Er blijft dan ook niets over, met de rijst die er nog is haal ik de laatste restjes rode curry uit de kom. Na het eten krijgen we te horen dat de kamer klaar is en gaan we nokkie. Kapot van de reis is de slaap snel gevonden en we slapen door tot het einde van de middag.
Lastig wakker worden na een middagdutje. Mijn lichaam voelt gebroken maar het is 1630 en in plaats van te blijven liggen staan we toch op. We besluiten de stad te gaan verkennen en ontdekken al snel de bekende Pub street welke volledig versierd is. De grote neon letters die op diverse plekken boven de stad hangen laten er in ieder geval geen twijfel over bestaan: dit is the Pub street. We lopen de straat helemaal af en het is nog vroeg in de avond dus het is erg rustig. Aan het einde van de straat zie ik een dak van een tempelcomplex en ik wil graag even een kijkje nemen. Het is het complex Wat Preah Prom Rath, het complex van de liggende boeddha. Prachtige kleurige schilderingen geven het verhaal weer van boeddha. Rondom het hoofdgebouw zijn diverse kleine tempeltjes gesitueerd, ook is er een schouwspel van een overleden man waar gieren de darmen van aan het nuttigen zijn.. beetje luguber is het wel.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
We lopen verder, nu richting het water waaraan diverse streetfood karretjes staan. Eenmaal de brug over waar de rivier (hou je vast voor de originele naam) Siem Reap onder door stroomt. De bomen met hun hangende bladeren en het groene schouwspel van het grasland zijn indrukwekkend in deze heerlijke rustgevende stad, ik hou er wel van. Over de brug is een “handcraft” markt waar lokale hand arbeiders en kunstenaars hun producten stallen. Het valt mij sowieso op dat hier niet de standaard souveniertjes worden verkocht.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Terug door “the pub street” is het al aanzienlijk drukker. We doen een drankje en vervolgen onze weg om iets te gaan eten. Dit keer bestel ik een groene curry en als deze 1,5 uur later is gearriveerd (geen grap) kan ik er toch nog van genieten. Eenmaal terug in the pub street blijkt het lastig communiceren door de keiharde muziek die door de boxen gaat. Ik ben heus wel wat gewend maar dit slaat alles. Als we ons drankje op hebben en even tegenover naar club “the temple” gaan, scheuren mijn trommelvliezen nagenoeg net niet open, zelden heb ik de muziek serieus zo hard gehoord. Niet lang houden we het vol en we gaan een eindje verderop naar club Yolo (haha yolo). Daar bestellen we wat meer drankjes waarna we al dansend de weg naar huis vervolgen. De slaap is snel gevonden.
4 notes · View notes
wonenindealgarve · 5 years
Text
De 15 beste souvenirs van de Algarve
Het is altijd leuk om iets mee naar huis te nemen om je te herinneren aan een plaats die je hebt bezocht. Als je wat tijd in de Algarve hebt doorgebracht, weet je zeker dat je genoeg gelegenheid hebt gehad om onvergetelijke herinneringen te maken. Hier vind je 15 van de beste ideeën voor authentieke souvenirs die je hier kunt kopen.
Tumblr media
1. Een "Assador de Barro" - Dit is een typisch kleischoteltje, dat gebruikt wordt om de beroemde Portugese chouriço worst aan tafel te grillen. Je giet gewoon wat alcohol of - nog beter - een typische aguardente uit de Algarve, zoals Medronho, in het schoteltje. Leg vervolgens de worst erop en steek de alcohol aan. Na een paar minuten ben je klaar om te genieten van een geweldige traktatie.
Tumblr media
2. Een Cataplana - Dit is een koperen, schelpvormige pan om geweldige gerechten mee te maken met vis, zeevruchten en / of vlees. Het is een soort dubbele wok die je op elkaar kunt klikken. Je kunt erin bakken en onder hoge druk stomen. Het gerecht wordt niet alleen in deze cataplana bereid, maar ook zo opgediend. Niet goedkoop zo´n originele cataplana, maar het gaat een leven lang mee!  
Tumblr media
3. Een "Galo de Barcelos" - De Portugese haan is een symbool van eerlijkheid, integriteit, vertrouwen en eer en ook erkend als een onofficieel symbool van het land. Zijn legende is zo oud dat niemand precies weet hoe het begon. De meest bekende versie vertelt dat een pelgrim uit Galicië op weg naar São Tiago de Compostela in Spanje door de stad Barcelos liep en werd beschuldigd van een misdrijf. Als laatste verzoek voordat hij werd opgehangen, vroeg hij om nog een keer voor de rechter te verschijnen om zijn onschuld te verklaren. Hij wees naar een geroosterde haan op de tafel en zei: "Zo zeker als ik onschuldig ben, zo zal die haan kraaien!" De rechter geloofde hem niet en beval zijn onmiddellijke executie. Maar toen de man op het punt stond te worden opgehangen, stond de dode haan op en kraaide. De pelgrim werd onmiddellijk vrijgelaten. Enkele jaren later keerde hij terug naar de stad Barcelos en bouwde een monument ter ere van São Tiago en de Maagd Maria.
Tumblr media
4. Kurkartikelen - De buitenste schors van de Sobreiro (kurkeik) wordt elke zomer met de hand geoogst in Portugal, vooral in het zuiden. Er worden verschillende producten van gemaakt, zoals portefeuilles, handtassen en zelfs kleding en schoenen. Lees hier alles over kurk:  https://everybodylovesportugal.com/cork.php
Tumblr media
5. Medronho- Dit is het typische "vuurwater" uit de Algarve. Het is een distillaat gemaakt van de vruchten van de aardbeiboom en erg populair bij de lokale bevolking. Zorg ervoor het goede spul in handen krijgt. De beste kwaliteit wordt meestal "onder de toonbank" verkregen. Vraag het aan je lokale Portugese vrienden .... zij zullen het weten.
Tumblr media
6. Honing - Lokale honing uit de Serra (Mel) is van een zeer hoge kwaliteit, vanwege de grote biodiversiteit van de flora in het gebied. Je kunt het o.a. krijgen op een van de lokale boerenmarkten.
Tumblr media
7. Piri-Piri - Sommigen houden van heet! De beste piri-piri-saus, gemaakt van de kleine rode hete pepers, kan worden gekocht op de lokale boerenmarkten.
Tumblr media
8. Chouriço of Linguiça - Dit zijn twee van de bekendste worstjes van Portugal. Hier in het zuiden, vaak gemaakt van "porco prêta" (vrij lopende zwarte varkens), vlees van zeer hoge kwaliteit. Ze worden gekruid met gemalen paprika, witte wijn, knoflook en zout.
Tumblr media
                    9. Handgeschilderd aardewerk - Er zijn veel lokale aardewerkwinkels (potteria) die prachtige schalen, borden, kommen en vazen verkopen met traditionele decoraties. De meeste keramiek kan in de oven worden gebruikt en is veilig in de vaatwasser.
Tumblr media
10. Olijfolie - Koop een goede extra virgem "azeite" terwijl je in Portugal verblijft. Heerlijk in je saladedressing! Een olijfolie van goede kwaliteit kost tussen de 5 en 10 Euro per liter.
Tumblr media
11 Wijn - Langzaam winnen de ondergewaardeerde Portugese wijnen wereldwijd meer erkenning en winnen ze prijs na prijs. Als je op zoek gaat naar "regionale" en "DOC" -benamingen, weet je zeker dat je waar voor je geld krijgt. Veel van de regionale wijnen in Portugal zijn een koopje in vergelijking met de prijzen van Franse en Italiaanse concurrenten en minstens even lekker.
Tumblr media
12. Geborduurd linnen - De kunst van het borduren is nog steeds erg populair bij de Portugese vrouwen. Mooi! Koop ze in een plaatselijke dorpswinkel of op een markt.
Tumblr media
13. Sinaasappels - Ze worden overal in de Algarve verkocht en zijn de lekkerste sinaasappels ter wereld. Sappig en zoet en heel goedkoop!
Tumblr media
                                            14. Likeuren - Ze maken een aantal geweldige likeuren hier in de Algarve. Probeer bijvoorbeeld een met honing, amandel, vijgen of mint. En dan is er de beroemde Licor Beirão die zeker niet te versmaden is.
Tumblr media
15. Flor de Sal - de "bloem van het zout" is de bovenste laag van de zoutpannen die je aan de kust van de Algarve kunt vinden. Dit is het allerbeste zout dat je kunt kopen en wordt als een delicatesse beschouwd.
Kijk dus goed rond in dit prachtige deel van de wereld en vind jouw favoriete souvenirs terwijl je al het moois ontdekt wat de Algarve te bieden heeft. 
1 note · View note
Text
‘Miniapolis’ van Rob van Essen: de wereld blijft een puzzel
Tumblr media
In zijn negende roman Miniapolis verheft Rob van Essen (1963) het fietsen tot een bevrijdende, nagenoeg religieuze ervaring. Een logisch opstapje, want fietsen komt geregeld voor in zijn oeuvre — zowel in de verhalen als de kronieken en de romans. In de verhalen ‘De therapeut’ en ‘In de kelder van de kruidenier’ bijvoorbeeld, uit zijn jongste verhalenbundel Een man met goede schoenen (2020), vertelt Van Essen vol vuur over de louterende, sportieve buitenactiviteit.
Die bescheiden fietsfetisj is geen verrassing, aangezien Van Essen jarenlang in Amsterdam woonde, de laaglandse fietsstad bij uitstek en vaak het decor van zijn verhalen. Voor Miniapolis —grotendeels geschreven tijdens de eerste lockdown, toen Van Essen net naar Brussel verhuisd was — zocht de schrijver echter andere oorden op. Omdat er niet veel anders mogelijk was, maakte hij net als iedereen talloze wandelingen in het uitgestorven, bevreemdende stadscentrum, aangevuld met lange  fietstochten langs de groene gordel rond de chaotische Belgische hoofdstad. Onderweg kreeg Miniapolis meer en meer vorm én een Brussels tintje.  
De vertelstructuur van Miniapolis is heerlijk klassiek, met twee verhaallijnen die op het einde mooi aan elkaar geknoopt worden. De algemene belevingssfeer is die van een prettig weglezend avonturenboek voor grote jongens en meisjes, maar dan aangedikt met de stilistische scherpte en verleidelijke intelligentie die Van Essens ander werk typeert. De eerste verhaallijn is de meest duistere en opent zoals wel vaker bij Van Essen met een onmogelijke, ronduit bizarre situatie: nadat hij door aan een brug te hangen en zich te laten vallen zelfmoord wilde plegen, ziet de dakloze jongeman Jonathan op tram 81 zijn vier jaar eerder overleden moeder. Hoewel ze ontslapen is, volgt Jonathan de vrouw, die eveneens dakloos blijkt te zijn en zich verschuilt bij haar lotgenoten in een tunnelgang van ‘het Noordstation’.
Wanneer hij haar terugvindt, spreekt ze onophoudelijk over een gigantisch landhuis, waar ze opgroeide en Jonathan geboren is, om hem kort erna te hebben moeten afstaan. Op het platte dak van het huis leefde een gemeenschap van glazenwassers en schoorsteenvegers, zoals Jonathans grootvader, die zich met gondels langs de gevels naar beneden lieten zakken. De dakfavela vormt een parallel universum, dat de onderwereld in ‘Ideeën van ontsnapping’ uit Een man met goede schoenen perfect spiegelt. Jonathan maakt er zijn missie van om zijn moeder naar het mythische landhuis te brengen.
Van Essen publiceert regelmatig verhalen of aanzetten tot verhalen op zijn blog annex digitaal kladblok, genoemd naar zijn debuut Reddend zwemmen (1996, heruitgegeven in 2021). Reeds in 2018 publiceerde hij een stukje waarin hij op tram 81 zijn overleden moeder ziet. Net als in Miniapolis droeg de moeder toen al een paarse muts (‘ze kneep haar handen eromheen alsof ze een wollig klein dier wurgde’), een legerjas, een spijkerbroek en lompe zwarte schoenen. Ook de aan een brug hangende zelfmoordenaar komt uit de oude doos, letterlijk zo blijkt uit een recente blogpost: een opgediept manuscript uit 1997, van een nooit gepubliceerde ‘tweede’ roman, heeft een aan de Miniapolis-Jonathan verwante Jonathan als personage (In Visser, Van Essens geweldige roman uit 2008, is er overigens nog een derde Jonathan, maar dit terzijde).
De tweede verhaallijn is een stuk lichter en zorgt voor welgekomen en uitgebalanceerd comic relief. Wildervanck en Scherpenzeel — genoemd naar twee onooglijke Nederlandse dorpen, respectievelijk in de provincies Gelderland en Groningen — zijn nog maar pas collega’s op het bijkantoor van een gemeentelijke dienst, een soort uitbetalingsinstantie. Jonathan komt er langs om geld, kort nadat Scherpenzeel de jongeman aan de brug heeft zien hangen. Wanneer Scherpenzeel hulp gaat zoeken is Jonathan al verdwenen, maar hij zet hem tot zijn grote verbazing terug op het kantoor: ‘Hij had geen idee hoe het allemaal in elkaar stak.’  
Vreemde en wonderlijke werelden oproepen kan Van Essen als geen ander. Hij tast voortdurend de grenzen van het normale af, rekt het alledaagse op en slingert zijn lezers zonder pardon in volstrekt unieke universums. Banale gebeurtenissen en handelingen, zoals fietsen, maakt hij exuberant en absurd, maar zodanig dat ze volledig aannemelijk en geloofwaardig blijven. In een interview spreekt Van Essen over ‘de droomlogica’ van Miniapolis (‘Misschien is het altijd maar een droom geweest, dacht Wildervanck.’): de fictionele werkelijkheid trekt op onze wereld, maar is verre van hetzelfde. Wat dan weer klinkt als een wereld in lockdown. Hoewel er nergens een expliciete plaats vernoemd wordt noch een specifieke datum, zijn er enkele duidelijke referenties naar Brussel. Zo is er sprake van een grote bibliotheek aan het Muntplein, een tramlijn 81 en een kolonie daklozen in het Noordstation. Aan de andere kant verzint Van Essen eveneens een anderhalve eeuw oude brug, met torens en kantelen, en gunt hij Brussel opnieuw een grote rivier, zoals de zo onbezonnen overwelfde Zenne er ooit een was.
Het bijkantoor van Wildervanck en Scherpenzeel is nog maar net overgeplaatst naar de gelijkvloerse verdieping van het gebouw waar Wildervanck op het eerste woont. Aanvankelijk kwam hij met de inmiddels bekende tram 81 naar het werk, maar sinds de verhuis mist hij zijn dagelijkse ritjes. Hij besluit om alvorens aan het werk te gaan een ommetje met de fiets te maken. Hij maakt steeds langere tochten en komt almaar minder (en later) naar kantoor.
Scherpenzeel is de tegenpool van Wildervanck. Hij is een door de zelfgekozen dood van zijn ouders getormenteerde man. Zijn erfenis zit er bijna door en hij besluit werk te zoeken. Hij komt terecht in het bijkantoor en verhuist naar een appartement in de buurt. In zijn nieuwe woonst is er een bijzonder raam, eigenlijk een gietijzeren rooster achter een luik. Het rooster heeft de vorm van een ‘klassieke legpuzzelstukjes’ en de gaatjes ervan zijn opgevuld met propjes papier waar ‘vage kriebellijntjes’ op geschreven staan. Een van de boodschappen is een oproep om naar de brug te gaan.
Op een dag ziet hij Wildervanck tijdens de kantooruren voorbijfietsen. Hij besluit zijn collega te volgen. Eerst doet wildervanck alsof hij niet door heeft dat hij wordt gevolgd (‘misschien hield Scherpenzeel er dan wel mee op’), maar uiteindelijk wordt de stilte doorbroken en trekken ze er samen op uit — een thermostas warme koffie is het lokaas én bindmiddel. Wanneer Scherpenzeels fiets het begeeft, kopen ze onderweg een rode tandem. Ze overnachten noodgedwongen in hetzelfde hotelbed, om nadien hun nooit eindigende tocht te kunnen verderzetten. Én het kantoor kan de boom in.
Alle personages in Miniapolis worstelen met hun verleden. Jonathan heeft een zodanige hekel aan zijn pleegouders dat hij zijn afwezige moeder begint te idealiseren. Zijn jeugd was een hel, maar nu valt hij effectief uit de boot: Wildervanck vindt hem nergens terug in ‘het systeem’ en hij belandt op straat. Wildervanck van zijn kant werd als kleine jongen gepest en vond enkel troost bij zijn golden retriever (Scherpenzeels haarkleur doet hem aan de hond denken). Wildervanck is ongetwijfeld een vaderfiguur voor Scherpenzeel. Zo regelt hij onderweg zelfs een therapeute voor zijn immer piekerende collega. Ook Jonathan neemt hij onder zijn hoede: wanneer de administratie tegenpruttelt, betaalt hij uit eigen zak diens uitkering.  
Miniapolis is in essentie een roman over mensen op de vlucht voor een verstikkende werkelijkheid. Wildervanck en Scherpenzeel proberen te ontsnappen aan hun lot met de fiets, terwijl Jonathan en zijn moeder in een tegengestelde beweging net op zoek gaan naar hun oorsprong en verleden. De reis is belangrijker dan de bestemming, maakt Van Essen duidelijk. ‘Een reis is een hallucinatie’ klinkt het in De derde politieman (1967) van Flann O’Brien, de bron voor het motto van Miniapolis. Dat motto is op meerdere niveaus treffend gekozen, zeker met een reisleider als Van Essen. Dat O’Briens delirische roman wezenlijk ook over fietsen gaat (‘Is it about a bicycle?’ is de meermaals herhaalde centrale vraag) en net als Miniapolis bulkt van de meta-fictionele spelletjes, is bovendien mooi meegenomen.
De humor in Miniapolis — een van Van Essens handelsmerken — is bij momenten even doldwaas als bij O’Brien en heeft zelfs een hoog slapstickgehalte. Jonathans moeder bijvoorbeeld heeft losse handjes en geeft haar zoon vootdurend oorvegen (‘pets, daar kreeg hij weer een tik’). Wildervanck en Scherpenzeel dragen elk hun eigen kleur (hun regenjassen en pyjama’s bijvoorbeeld): de eerste draagt blauw, de ander geel. Zet ze samen op een rode tandem en je hebt een olijk tweetal dat zo uit een prentenboek lijkt gevlucht. Het dynamisch duo Wildervanck en Scherpenzeel heeft natuurlijk ook trekken van gelijkaardige babbelzieke koppels uit de existentiële toneelstukken van onder anderen Samuel Beckett of Tom Stoppard. Twee personages zijn aan elkaar overgeleverd en afhankelijk van mysterieuze krachten waarover ze geen controle hebben. Veel plot komt er niet bij kijken, sfeer des te meer.    
Maar Miniapolis is meer dan een plotloze thriller, het favoriete genre van de schrijver in De goede zoon (2018), waarvoor Van Essen in 2019 de Libris Literatuur Prijs ontving. Op een terras hebben Wildervanck en Scherpenzeel een discussie over politieseries, waar de eerste graag naar kijkt voor ‘de sfeer’, niet voor het verhaal: ‘Een goede politieserie is geen puzzel. Bij een goede serie komt het plot op de tweede plaats, bijna als een noodzakelijk kwaad, zou je kunnen zeggen.’  
Net als De goede zoon is Miniapolis een roman die meerdere keren expliciet naar zichzelf verwijst. ‘Ik begrijp het, de wereld is een puzzel’, bedenkt Scherpenzeel wanneer hij met het raadselachtige raam in aanraking komt. Hij heeft het gevoel dat hij in ‘een parallelwereld’ zit en schrijft zijn gedachten op in een notitieboekje, in de vorm van aforismen: ‘Alles wat hij zag zou hij van betekenis proberen te voorzien, een zelf opgelegde taak, een door hemzelf georganiseerde verkenning van het alledaagse.’ Een van de notities gaat over ‘sliep uit-kunst’ waarbij de kunstenaar de toeschouwer in het ootje neemt, een bezigheid waar Van Essen als schrijver evenmin zijn hand voor omdraait.
In het tegen wil en dank gedeelde hotelbed praten Wildervanck en Scherpenzeel over detectiveromans. Wildervanck is een detective aan het lezen met de titel ‘De dood van een wandelaar’, een directe verwijzing naar het werk van Robert Walser, nog zo’n auteur bij wie het onirische en bevreemdende centraal staat. Wildervanck moedigt Scherpenzeel aan om ‘te bedenken wat de schrijver je wil laten geloven.’ Maar Scherpenzeel verlangt enkel naar ‘een open einde.’ Hij herinnert zich hoe hij als kleine jongen met zijn ouders de miniatuurwereld ‘Miniapolis’ bezocht: ‘Als een kleine koning, een kleine god had hij in die wereld rondgelopen.’ Op het einde van de roman is het duidelijk dat Scherpenzeel — wiens naam de werktitel was van Miniapolis, blijkens het hierboven genoemde interview — het centrale personage is. Uiteindelijk is hij de enige die tot enig inzicht komt en zo de stukjes van de puzzel netjes op hun plaats laat vallen: ‘Wie had zijn zinnen dan al die tijd begoocheld, met wat voor magiër was hij al die tijd op stap geweest, was hij de speelbal geweest van iemand die hij nooit had gekend?’
0 notes
Waar is Gods koninkrijk? Vind het antwoord in het Onze Vader
Tumblr media Tumblr media
Veel christenen geloven dat het koninkrijk der hemelen in de hemel is, maar het Gebed van de Heer zegt: “Laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel” (Matteüs 6:10). En ook het boek Openbaring zegt: “De koninkrijken van deze wereld zijn de koninkrijken van onze Heer geworden en van Zijn Christus …” (Openbaring 11:15). Is het koninkrijk der hemelen dan in de hemel of op aarde? In dit artikel laten we je weten wat het antwoord is.
Is het koninkrijk van God in de hemel of op aarde?
Ik hoor mijn predikant vaak tijdens bijeenkomsten zeggen: “In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben” (Johannes 14:2-3). “Ik raakte in ​vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de ​heilige​ stad ​Jeruzalem​ zien, die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. … De twaalf stadspoorten waren twaalf parels, elke ​poort​ een parel op zich. De straten van de stad waren van zuiver goud en schitterden als glas” (Openbaring 21:10, 21), en vergelijkbare stukken uit de Schrift vertellen ons dat de Heer gegaan is om een plaats voor ons te bereiden en dat we, wanneer Hij terugkomt, allen direct in de hemel opgenomen zullen worden om te genieten van de parels en het goud in de hemel en dat we bedachtzaam dienen te wachten en vaak dienen te bidden om te voorkomen dat we achterblijven wanneer de Heer terugkomt …
Toen ik de woorden van mijn predikant hoorde, verlangde ik erg naar het hemelse koninkrijk. Ik meende dat ik in al die tijd dat ik op aarde was, nog nooit goud of paarlen had gezien wat echt noemenswaardig was, dus ik wilde graag zien hoe het hemelse koninkrijk er uitzag. Ik stelde me soms ook voor dat ik daar op een dag in het hemelse koninkrijk zou staan, opkijkend naar al het goud en praal om me heen, het fonkelende goud schitterend in mijn ogen met overal waar ik liep het heldere geluid van mijn schoenen telkens als die de gouden plaveien botsten, zonder ook maar een stofje in de lucht…. Dat zou echt een hemels leven zijn! Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik hoopte dat de Heer zou terugkomen en ons opnemen in de hemel, zodat ik zou kunnen genieten van haar schoonheid. Dit werd het aandachtspunt in de meeste van mijn gebeden aan de Heer.
Op een dag reciteerde ik het Gebed van de Heer: “Laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel” (Matteüs 6:10). Ik overdacht de woorden van de Heer en dat verwarde me: De intentie van God is dat we bidden voor het op aarde verschijnen van Gods koninkrijk, dus waarom zegt de predikant dat de Heer ons direct in de hemel zal opnemen als Hij terugkomt? De preken van de predikant zijn ogenschijnlijk in tegenspraak met de woorden van de Heer. Waarom?
Het blijkt dat het koninkrijk van God op aarde is
Op een dag nam een van mijn collega’s me mee om deel te nemen aan een kleine groep, waar een zuster erg duidelijk over de Bijbel communiceerde, wat erg verlichtend voor me was. Ik dacht: “Aangezien dit een gelegenheid is die niet vaak voorkomt, waarom probeer ik geen antwoorden van deze zuster te krijgen aangaande mijn verwarring?” Daarom vroeg ik haar: “Elke dag vertelt onze dominee ons om bedachtzaam te wachten en dat wanneer de Heer terugkomt, Hij ons in de hemel zal opnemen. Maar in het Gebed van de Heer zegt de Heer ons duidelijk om te bidden dat Gods koninkrijk op aarde komt, wat in tegenspraak is met de opmerking van de predikant dat we moeten wachten om opgenomen te worden in de hemel wanneer de Heer komt. Is Gods koninkrijk dan in de hemel of op aarde?”
Ze glimlachte en zei: “Broeder, je hebt een erg goede vraag gesteld en we kunnen gezamenlijk op zoek gaan naar het antwoord. In het Gebed van de Heer zegt de Heer Jezus inderdaad duidelijk dat we moeten bidden dat Gods koninkrijk op aarde komt en dat Gods wil op aarde geschiede. Nergens staat dat Gods koninkrijk in de hemel opgericht zal worden. In feite zegt de Heer: ‘Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de ​Mensenzoon?’ (Johannes 3:13). De Heer zegt ons duidelijk dat behalve God niemand is opgevaren naar de hemel. De hemel is Gods thuis en de Heer vraagt ons te bidden dat Gods koninkrijk op aarde komt. Toch willen we opvaren naar de hemel. Is dat niet een buitensporige wens? Gods koninkrijk zal daarom uiteindelijk op aarde verschijnen, niet in de hemel. We kunnen ook kijken naar verschillende verzen in de Bijbel: ‘En de zevende engel klonk; en er waren geweldige stemmen in de hemel, die zeiden: “De koninkrijken van deze wereld zijn de koninkrijken van onze Heer geworden en van Zijn Christus; en Hij zal voor eeuwig en altijd heersen”’ (Openbaring 11:15). ‘Toen zag ik de ​heilige​ stad, het nieuwe ​Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: “Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen ​rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij”’ (Openbaring 21:2-4). Deze verzen refereren duidelijk aan het feit dat ‘De koninkrijken van deze wereld zijn de koninkrijken van onze Heer geworden en van Zijn Christus,’ ‘Toen zag ik de ​heilige​ stad, het nieuwe ​Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan,’ ‘Gods woonplaats is onder de mensen.’ Dit alles geeft aan dat Gods koninkrijk op aarde zal neerdalen. Als we onze voorstelling volgen, geloven dat Gods koninkrijk in de hemel is en dat wanneer de Heer komt Hij ons zal opnemen om in de hemel te leven, betekent dat dan niet dat deze profetieën niet vervuld zullen worden? We weten allen dat in het begin God de mensheid uit klei geschapen heeft en hen in de Hof van Eden gezet heeft om alle dingen op aarde te overzien en ook om God op aarde te gehoorzamen, aanbidden en verheerlijken, zodat we kunnen zien dat Gods wil is dat de mensheid op aarde leeft. Vervolgens werd de mens door satan verdorven en is Gods werk om de mensheid te redden op aarde uitgevoerd. God liet Mozes de Israëlieten uit Egypte leiden en dit was op aarde gedaan. De Heer Jezus kwam persoonlijk in het vlees om de mensheid te verlossen en dit was ook op aarde gedaan. De bestemming van de mensheid is dus op aarde, niet in de hemel, en dit was lang geleden door God voorbestemd.”
Toen ik haar communicatie hoorde, vond ik het erg praktisch. Haar begrip kwam overeen met de Bijbel en de woorden van de Heer. Voorheen dacht ik dat de woorden van mijn predikant in tegenspraak waren met de woorden van de Heer Jezus, maar begreep niet de waarheid die erin vervat was. Deze communicatie deed me inzien dat, omdat God in het begin de mensheid op aarde geschapen had, al Gods werk om de mensheid te redden, op aarde gedaan is. De Heer vraagt ons te bidden dat Gods koninkrijk op aarde komt. Gods wil is dat we op aarde leven, niet dat we opvaren naar de hemel.
Daarna las mijn zuster me deze woorden voor: “God zal terugkeren naar Zijn oorspronkelijke positie en elke persoon zal terugkeren naar zijn of haar respectievelijke plaats. Dit zijn de bestemmingen waar God en de mens respectievelijk zullen verblijven na het volbrengen van Gods volledige management. God heeft Gods bestemming en de mens heeft de bestemming van de mens. Terwijl Hij rust, zal God de hele mensheid tijdens hun leven op aarde blijven leiden. In het licht van God zal de mens de ene ware God in de hemel aanbidden. … Wanneer de mensheid de rust ingaat, betekent dit dat de mens een ware schepping is geworden; de mensheid zal God vanaf de aarde aanbidden en een normaal menselijk leven leiden. Mensen zullen niet langer ongehoorzaam zijn aan God of zich tegen God verzetten; zij zullen terugkeren naar het oorspronkelijke leven van Adam en Eva. Dit zijn de respectievelijke levens en bestemmingen van God en de mensheid nadat zij de rust zijn ingegaan. Satans nederlaag is een onvermijdelijke tendens in de oorlog tussen God en Satan. Op dezelfde manier worden de intrede van God in rust, na de voltooiing van Zijn managementwerk, de volledige redding van de mens en de intrede van rust eveneens onvermijdelijke tendenzen. De rustplaats van de mens is op aarde en Gods rustplaats is in de hemel. Terwijl de mens rust, zal hij God aanbidden en ook op aarde leven en terwijl God rust, zal Hij het overgebleven deel van de mensen leiden; Hij zal hen vanuit de hemel leiden, niet vanaf de aarde.”
Ze ging verder met haar communicatie en zei: “Uit dit stuk kunnen we opmaken dat God na ons helemaal uit de handen van Satan gered te hebben, Hij verder zal gaan met het leiden van het leven van de mensheid op aarde en ons niet in de hemel zal opnemen. Zelfs al leven we nog op aarde, op dat moment zullen alle krachten van Satan die God weerstaan, compleet vernietigd zijn. De aarde zal niet langer meer verstoord en beschadigd worden door Satan. Er zal geen gekonkel, gekibbel en bedrog meer zijn tussen mensen en mensen zullen niet langer lijden of zorgen hebben, dan wel ziek worden en sterven. De mensheid zal net als Adam en Eva in de Hof van Eden wonen, God gehoorzamen en aanbidden, en leven temidden van Gods zegeningen. Dan zullen God en ook de mensheid echt de rust binnengaan, dan zal God de mensheid vanuit de hemel leiden en de hemelse zegeningen aan de wereld van de mens schenken, en dan zal de mensheid op aarde genieten van Gods leiding, een hemels leven hebben, en zullen God en de mensheid in geluk samenleven. Dit is de prachtige bestemming die God voor ons heeft bereid. Dit vervult de profetie in Openbaring geheel: ‘Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij’ (Openbaring 21:2-4).”
Toen ik de communicatie van mijn zuster over dit stuk hoorde, voelde mijn hart licht. Dit is, zo blijkt, hoe de profetieën in Openbaring vervuld worden. Nu begreep ik dat de prachtige bestemming door God voor de mensheid voorbereid, op aarde is, maar dat als de tijd er is, de mensheid zonder verstoring van Satan en onderling in vrede zal leven, wat het gezegende leven is, door God aan ons gegeven. Ik dacht aan hoe ik vroeger meende dat de prachtige bestemming door God voor de mensheid voorbereid, in de hemel was, en dacht aan de manier waarop ik fantaseerde over het leven in de hemel. Nu realiseerde ik me dat het belachelijk was om het op die manier voor te stellen. We zijn vleselijke wezens; hoe kunnen we dan ooit in de hemel bestaan? Dank aan God voor Zijn leiding, wat het voor mij mogelijk maakte om het mysterie van Gods koninkrijk te doorgronden.
Zonder dat ik me het realiseerde, begon de lucht donker te worden en voor dat ik het gevoel had genoeg gehoord te hebben, was de bijeenkomst al voorbij. Maar ik had werkelijk veel gewonnen uit deze meeting en ik keek ernaar uit om meer van de waarheid te begrijpen tijdens de volgende …
uit 'Online Bijbelstudie'
1 note · View note
johndstuff03 · 5 years
Text
Maandag 30 september 2019
Vanmorgen om een uur of 6 ging het alarm af... hadden we de wekker gezet? Gingen we ergens heen?  Nee het was niet de wekker en we gingen ook nergens speciaal naar toe... het was Bailey die begon te grommen. Annecy kwam tot leven... mensen weer op weg, na een heerlijk weekend, naar hun werk... lopend of met de auto.
Annecy ontwaakt en wij dus ook. We doen lekker rustig aan maar zetten eerst de camper in een straat even verder dan waar we nu staan. Morgen is het marktdag en moesten dan sowieso al verkassen. John had tijdens het uitlaten een perfecte plek gezien met uitzicht op de markt dus helemaal prima. Goed gedaan schatje! We hadden gisteren het plan omvat om te gaan fietsen... mooi plan maar daar bleef het bij. Eerst maar even wat boodschapjes doen en ontbijten. Bloggen zat er gisteren niet meer in dus de ochtend is al aardig gevuld.
Na het ontbijt en het plaatsen van de blog gaan we op weg naar het meer. We zijn net de hoek om... zegt John : " het is toch wel warm "🙄. Zal ik niet een korte broek aantrekken en een andere trui ?  “Hahaha ...ja doe maar. Jij hebt het altijd snel warm”. Dus weer terug naar de camper, omkleden... na deze valse start op weg naar het meer en het park. Daar kunnen de Dameshond even lekker uit de "poten". Wat een verschil met gisteren zeg. Gisteren kon je over de koppen lopen. Was iedereen massaal naar het park, het meer en het pittoreske stadje gekomen om te genieten van een vrije dag en het lekkere weer. Vandaag kon Annecy weer ademhalen... niks geen massa's dagjesmensen, overvolle parken en promenade. Vandaag hadden we het park voor ons zelf... nou ja op een handje vol inwoners en toeristen na dan... De Dameshond kunnen in het park lekker los lopen en vooral Bobbie geeft even lekker gas. Die moet echt even haar energie kwijt en holt even haar benen uit haar lijf. Bente vind het altijd leuk om achter de duiven aan te rennen en Bailey geniet altijd als ze aandacht krijgt van andere mensen. Dus.... alle 3 in hun element! Maar ook het water lonkt... lekker lopen langs het muurtje bij de waterkant. Valt Bailey nog bijna in het water ,,,hahaha. Ze liep op een steen die wat afliep en gleed een beetje uit... Gisteren waren we langs een plek gelopen waar de honden konden spelen, pootje baden en zwemmen dus zijn daar op ons gemak naar toe geslenterd.
Wat een heerlijke plek voor de Dameshond. Vooral Bente is niet te houden. Die begint van top tot staart te rillen en te piepen en wacht tot je een stok in het water gooit. Die is dan voor niks bang. Als je die vergelijkt met mensen heeft zij diploma C...haha, alleen reddingszwemmen zal wat moeilijk gaan... Bobbie is wat meer de onbenul. Die zwemt/loopt ergens heen waar ze de kant niet meer op kan. En Bailey, zolang die maar grond onder haar poten voelt vindt zij het ook prima. Zo klaar Dameshond...we gaan weer terug... we lopen naar het oude stadje. Nog even genieten van een lavendelijsje.. .kunnen jullie onderweg mooi even opdrogen en opwarmen. Het water is tenslotte toch wel koud.
Annecy, we hebben nog lang niet alles gezien. De combinatie van het ‘Venetië-achtinge’ karakter, met het meer erbij en het gebergte op de achtergrond is echt geweldig.  Ook in het oude centrum geen of weinig toeristen en dagjesmensen. Dit is de stad zoals het er normaal aan toe gaat. Alle ruimte om te lopen en gelijk aan de beurt voor een heerlijk lavendelijsje ... Zo zou het vaker moeten zijn....Ook deze stad voelt als een warme jas...
We lopen weer langzaam terug naar de camper.  Het is toch wel warm geworden en tijd om iets anders aan te trekken.. .Ik heb nog een paar leuke gympen gescoord. We doen niet aan souvenirs dus dit is een goede ‘vervanger’. John moet eigenlijk ook nog een paar andere schoenen of gympen.  De Toms die hij nu heeft kunnen echt niet meer. We hebben zo veel gelopen dat die helemaal versleten zijn...Daar gaan we straks wel naar kijken! Eerst even relaxen met een kopje thee en omkleden... Het relaxen duurde iets langer dan we dachten.  We zijn even in slaap gesukkeld net als de Dameshond... omkleden hoefde niet meer ...hahaha, het was inmiddels weer wat afgekoeld.. .even na 17:00 uur gaan we weer richting stad. We besluiten onze laatste avond in Annecy nog uit eten te gaan. Het is nog lekker weer. We krijgen allemaal berichten uit Nederland dat daar de herfst al is ingetreden en willen dat voor ons zo lang mogelijk uitstellen en nog zo veel mogelijk genieten van de zon en de lekkere temperatuur...Als we nu verder trekken richting het noorden dan is het gedaan...
Lopend door de winkelstraat zag ik een leuke winkel met mannenkleding. “Kom schatje, hier gaan we even naar binnen”... John had al tijden niets leuks voor zichzelf gekocht.  Ik keek elke dag naar “dezelfde” man... nou ja dat is logisch, maar naar mijn man maar dan steeds met dezelfde kleren. John wilde al heel lang een donkerblauwe houtje-touwtje jas en laat die daar nou hangen. En ook nog in de juiste maat en pasvorm.... “staat je prachtig schat, doen!”... het was een leuke winkel met heel veel keuze en de juiste pasvorm dus we verlieten voldaan de winkel met een paar nieuwe gympen, een jas en wat shirts...Heb ik weer bijna een ‘nieuwe’ John...
We zouden een hapje gaan eten, maar besloten toch maar om eerst de tassen terug te brengen. Die hadden we anders mee moeten slepen naar het restaurantje en naar het park om de hondjes voor het slapen gaan nog even de poten te laten strekken. Dus even op en neer. Zo ver is het allemaal niet en voor onze beweging ook goed... John heeft gelijk een nieuwe outfit aangetrokken ...haha die was helemaal in zijn nopjes. Op naar ons ‘galgenmaal’. Even rond gelopen of we een leuk plekje konden vinden en ja hoor... gevonden! Naast een beekje waar het water vanuit het meer van Annecy doorheen stroomt, in het oude centrum. Een sfeervol plekje en een beetje beschut. ‘S avonds begint het hier toch ook wel aardig af te koelen.
John had trek in mosselen en ik nam een typisch streekgerecht, een soort van kaasfondue maar dan van een bergkaasje met wat salade, ham, worst, aardappeltjes en stokbrood.  Heerlijk...we namen echt even lekker de tijd en lieten het ons goed smaken. We hebben zoveel om blij mee te zijn, dat we dat vooral niet voor vanzelfsprekend houden en er zo nu en dan heel bewust bij stil willen staan. Zo dat was even serieus... haha!
Eenmaal thuis was iedereen moe. De Dameshond vielen gelijk in slaap en wij ook niet lang daarna.
Het was een heerlijke afsluiting (...zo voelde het) van de vakantie.. We hebben nog 3 dagen om terug te rijden, maar dat wordt denk ik vooral doorbrengen in de camper.
2 notes · View notes
tinehuygh · 5 years
Text
PODIUM - CABARET
Oogst - Kommil Foo - CC t’Vondel - 21 september - 20u30
Op zaterdag 21 september, ging ik samen met mijn gezin naar het nieuwste cabaret optreden van Kommil Foo. De broers Walschaerts Raf en Mitch vierden hun dertigjarige bestaan met hun fantastisch optreden “Oogst” waarmee ze door Vlaanderen en Nederland tourden. Ze doken hun archief in en hebben “hun mooiste geestesvruchten”samengebracht tot een ruim twee durende show. In deze show lieten ze echt zien wat ze kunnen! 
“Fysieke sketches met losse attributen, schoenen of een stoel afgewisseld met prachtige poëtische liedjes. Ze gebruikten ook elkaar als marionetten om hun verhaal origineel weer te geven. Raf en Mitch zijn een ijzersterk duo. Ze zijn zo goed op elkaar ingespeeld dat je ze soms moeilijk van elkaar kunt onderscheiden.“
Na hun feestelijke opening van de show, volgde het nummer “Wij twee”, oorspronkelijk geschreven door André Van Duin, begeleid door viool en piano. Met dit liedje kwam iedereen meteen in een diepe, duistere sfeer. Het is geweldig hoe die twee zo goed een gevoel kunnen overbrengen aan hun publiek! (Luister hier naar hun coverversie “Wij twee”: https://youtu.be/6w8fhEt_uSU)
De rode draad van hun show was “het gebrek aan en het verlangen naar de liefde; de twijfel daaraan en het verpesten ervan”. Ze vertelden persoonlijke verhalen en sprookjes door middel van een hilarisch toneelstuk of een sterk, zelfgeschreven nummer. 
Ze brachten een aantal bekende liedjes met als afsluiter de prachtige lofzang “Kom hier dat ik u draag” die echt vol zit van liefde in de ruimste zin. 
Kommil Foo maakt kleinkunst van een hoog niveau en neemt ons als het ware mee in hun “sferische belevingswereld”. Ze hebben zo een goede en “lenige” mimiek en hun “clowneske” uiterlijk draagt ook echt bij tot hun grappige sketches. Zo brachten ze bijvoorbeeld een geestige sketch waarbij een paar rode pumps en mannenlaarzen genoeg waren om een flirt in een kroeg uit te beelden.
Het was fantastisch om naar te kijken! In de zaal waren jong en oud aanwezig en ik durf met zekerheid te zeggen dat iedereen gelachen heeft. De mannen kunnen geweldig zingen en hun boodschap komt live echt nog beter binnen! Sommige liedjes grijpen je echt bij de keel! Mijn favoriete liedjes waren “Wij twee” en “Stilte na de storm” . 
Toeval wil dat in september ook 30 jaar CC ‘t Vondel gevierd werd. We werden op een unieke manier verwelkomt. We moesten zonder vuurpijlen vuurwerk produceren, door middel van bubbelplastic, ballonnen en sterretjes.
Tijdens het optreden gebeurde er iets vreemds, maar toch ook hilarisch. Iets waarvan ik bijna niet kan geloven dat het echt was. Halverwege de show, stond er plots een man recht vanuit het publiek. Hij liep met harde passen, bijna als een soldaat, de zaal door en in plaats van de korte weg te nemen, marcheerde hij zonder gêne voor het podium tot helemaal buiten de zaal. De broers Walschaerts hadden dit nog nooit meegemaakt en onderbraken hun show met de vraag “Weet er iemand soms wat meneer gaan doen is? Waar zat em ergens int publiek?” Blijkt dus dat de man naar het toilet moest, dus besloten Raf en Mitch te wachten op de man om verder te gaan met de show. Ondertussen deden ze na hoe de man marcheerde en iedereen in de zaal moest erom lachen. Na een tijdje begon het toch wel lang te duren en daarom besloot Mitch om achter de man aan de te gaan mét microfoon... De man was een beetje geschrokken toen Mitch vroeg waar hij vandaan kwam en antwoordde:“Ja, zwakke blaas, denk ik...”. Toen de man weer op zijn plaats zat, gingen ze verder met de show en lachten ze nog een paar keer tussendoor met “de zwakke blaas”. Kortom, hi-la-risch!!
Na het optreden had je de mogelijkheid om hun nieuwste cd of plaat te kopen en die te laten signeren door de gebroeders Walschaerts. Wij dronken eerst een glaasje en gingen daarna als laatsten bij Raf en Mitch een plaat kopen en ik mocht zelfs met hen op de foto. De PERFECTE afsluiter van deze geweldige avond. Echt eentje om nooit meer te vergeten!!
Voor foto’s: Check mijn blog ;) Tiny Huge.
Bronnen:
REEDIJK J., Dertig jaar liefde. Theaterkrant, 12 april 2019, (www.theaterkrant.nl, geraadpleegd op 3 november 2019).
GELDER, A., Ook na dertig jaar blijft Kommil Foo beste belevenis. AD, 9 september 2019, (www.ad.nl, geraadpleegd op 3 november 2019).
1 note · View note
juulsreisverhalen · 6 years
Photo
Tumblr media
Allerliefste Juul,
De laatste keer dat ik je schreef was vanuit een andere, uiterste hoek van Europa. 4 maanden gingen voorbij, waarvan 3 in België. Veel langer dan verwacht, omdat mijn missie van Artsen Zonder Grenzen werd uitgesteld van januari naar maart. Daarom besliste ik om de laatste weken voor het vertrek naar Congo, iets van mijn ‘bucket list’ te schrappen. Het noorderlicht zien. Check.
Sinds eind december heb ik liggen kauwen op een nieuwjaarsbrief voor je. Een van mijn voornemens die ik de voorbije twee jaar wel volbracht. Dit jaar echter lukte het me niet om iets constructiefs en hoopvols op papier te krijgen, omdat er zeker in België een donkere smogsluier om me heen hing. Ook dat hoort bij het leven, uiteraard, maar ik wou je daar mijn diepste gedachten over besparen. Wat moet een tweeënhalf jarige immers met deprimerende ideeën over mens en maatschappij. Laat ons zeggen dat we het daar wel eens over hebben bij een stevig bier, wanneer je zelf door je eerste bewuste identiteitscrisis of ‘quarter life crisis’ gaat en met existentiële vragen zit.
Toch wil ik je iets schrijven, dus geef ik je bij deze mijn Valentijnsverhaal cadeau.
Na twee weken als vrijwilliger te werken in een guesthouse in wording, in het noorden van Noorwegen (vloeren schrapen, schimmel van het plafond halen, tegels plamuren en lakens wassen, maar ook meermaals de aurora borealis zien dansen in al haar glorie, maaltijden te delen met fantastische mensen, te wandelen met sneeuwschoenen in de besneeuwde bergen en luid snurkende honden te ontmoeten), nam ik de bus naar Tromso. Daar ontmoette ik een –euhm- vriend om tien dagen de Lofoten al roadtrippend mee te ontdekken. Prachtige landschappen, gevuld met kleuren die je je niet kan voorstellen wanneer je denkt aan een wit bedekt gebied. De zachte winterzon die bij op- en ondergang zorgt voor een spektakel over de fjorden. Eens het donker en helder is, ruimen al die tinten roze, blauwe en oranje plaats voor groen, wit en paars tegen een zwarte hemel. Helaas matchten onze karakters niet echt naar behoren, dus haalde ik opgelucht weer adem bij het afscheid. Rust en herbronnen in positieve(re) energie. Soms betekent alleen zijn minder alleen zijn dan wanneer je samen bent. Dat begrijp je later wel.
Op 14 februari –gisteravond- zou ik de ‘Hurtigruten’ (een boottocht van drie dagen) nemen richting zuiden, alwaar een honderdtal geiten en andere dieren me opwachten voor nog twee weken boerderijwerk. Aangezien er werkelijk geen fluit te beleven valt in dit ‘stadje’ genaamd Svolvaer en je bij elke airbnb moet uitchecken om 12u, nam ik de voorbije dagen een abonnement op de fitness, alwaar ik kon lopen, yoga’en en nadien de sauna inspringen. Het weer sloeg plots om en van graden onder de nul met af en toe sneeuw, steeg de temperatuur en ervoer ik voor het eerst sinds België wat een stortbui en smeltende papsneeuw zijn. Door een ijzig laagje, zie je in het donker niet meteen wat een 20cm diepe plas is, wat sneeuw en wat straat. Gevolg: erg natte voeten en maar één paar schoenen.
Verder ook niet droog gebleven stapte ik zompig naar de kaai, alwaar het ‘cruise schip’ zou moeten liggen. Tussen aanhalingstekens, omdat ik hoop dat het niet te groot en luxueus gaat zijn, want anders zijn mijn ecologische intenties om een vervuilend –doch goedkoper en ongeveer 50 keer sneller- vliegtuig te laten passeren voor een boottocht futiel geweest. Bus en trein waren even duur als de cruise en even lang onderweg, met lange wachttijden. Dit alles even ter info voor wat een mens moet doen om zijn voetafdruk te beperken. Je kan niet meer dan je best doen, geloof ik.
Maar dus: we zijn nog steeds bij het beeld van zompig, doorweekt, met enkele zware zakken (inclusief maaltijden, omdat je achterover valt bij de prijzen van een dinertje op een schip). Om 7:30pm –een uur voor vertrek- kom ik aan waar het schip zou moeten liggen. Bij gebrek daaraan, vraag ik een man op straat waar ik heen moet. Hij weet me te zeggen dat de boot niet uitvaart wegens het weer, en dat er een briefje aan de deur hangt.
Lichtjes in shock (cfr. fysieke stand van zaken), bel ik naar het nummer op het papier. De jonge vrouw aan de lijn bevestigt dat het schip niet uitvaart en begrijpt dat mijn situatie niet ideaal is, gezien ik niet gewaarschuwd werd, geen Noor ben en dus ook niet meteen een plek heb waar ik heen kan, tenzij ik honderden euro’s voor een nacht hotel kan neertellen. Laatste is iets wat ik principieel nooit doe. Ik zou me schuldig voelen. (Iets waar ik vroeger meer last van had, maar intussen een vrij goede balans in vond: niet meedraaien in de consumptiemaatschappij indien niet nodig. Indien toch consumeren: zo duurzaam mogelijk.)
Anyway, de dame zegt me dat ze mijn situatie heeft genoteerd en doorgegeven aan iemand van de klantendienst, die me zo spoedig mogelijk terugbelt met oplossingen (1- accommodatie, 2- hoe geraak ik in het zuiden). Na een half uur wachten in de kou en licht onderkoeld te geraken, bel ik terug, waarmee ik nogmaals te horen krijg dat ik nog even geduld moet hebben. Half uur later, idem dito. Na iets meer dan een uur wachten en toch een beetje zelfmedelijden te ondervinden, krijg ik telefoon vanuit Estland, om te zeggen dat ze mijn trip omboeken naar morgen (intussen vandaag) zonder extra kosten. Fijn, maar dus: ik sta nog steeds nat en koud op straat. Weliswaar onder een dak in een onverwarmde hal, maar koud en zo goed als dakloos. Deze dame is aanzienlijk minder begripvol dan de andere, en zegt me dat hotels niet inbegrepen zijn in hun annulatiebeleid. Iets wat uiteraard te begrijpen valt indien een persoon tijdig verwittigd wordt, wat dus in mijn geval vergeten werd.
Kortom, nog eens anderhalf uur en veel gediscussieer later, wandel ik nogmaals door de sneeuwplassen in de regen naar de airbnb van de voorbije nacht. De kamer was al geboekt, maar de host belde me op bij het lezen van mijn smeekbede om een plek op de sofa, zeggende dat ze een matras in de berging zou leggen, gratis, ‘just good karma’. Bij het lezen van zoiets krijg ik tranen in mijn ogen. Zeker wanneer ze me nadien vertelde dat ze in haar jeugd een periode dakloos was, en dus altijd mensen probeert te helpen in een gelijkaardige situatie. Ana Ewe-Lina is intussen mama van twee prachtkinderen en voor zover ik kon zien gelukkig getrouwd. Hun inkomen komt voornamelijk vanuit het verhuren van een kamer via airbnb, geloof ik.
Ik pak opnieuw mijn zakken op rug en buik, geef een pak krakotten aan een echte dakloze die in de hal op zoek komt naar eten uit de vuilbak (in de geest van ‘just good karma’) en vertrek naar Ana Ewe-Lina, een tochtje van een kwartier dat aanvoelt als een uur. Net voor ik haar huis binnenstap, krijg ik opnieuw telefoon vanuit Estland en zegt de jongedame van de klantendienst dat ze met haar manager belde en hij goedkeurde dat ik een kamer kreeg in Thon hotel, zonder kosten. Ik ga alsnog even binnen om Ana Ewe-Lina te bedanken en ontvang een verwarmende kop thee en naastenliefde. Samen beslissen we dat ik best naar Thon hotel terugkeer (naast de hal waar ik ongeveer drie uur van mijn avond spendeerde), om daar van wat overbodige luxe te genieten. Ik kan niet anders dan luidop lachen wanneer ik nogmaals in een diepe plas stap, en voor de laatste keer voortstrompel naar het centrum.
Reizen is meestal genieten, ontdekken, content en verwonderd zijn. Het is connecteren met gelijkaardige of net heel andere mensen, open staan, geven en nemen. Dankbaar en flexibel zijn.
Maar soms is reizen ook dit. Afzien. Alleen zijn. Koud of ziek, of net veel te warm en droevig. Het is je onbeholpen en machteloos voelen, zonder iemand die je rug heeft, of een schouder biedt. Soms is het denken: ‘Waar ben ik verdomme mee bezig eigenlijk? Terwijl normale mensen nu genieten van een romantische Valentijnsavond, met de cliché bijbehorende chocola en een roos. Waarom moet ik zo belachelijk contrair zijn, daar zelfs soms mensen mee teleurstellen, omdat je er niet altijd bent, en intussen zelf altijd de minst conventionele en moeilijke weg inslaan?’
Maar dan komt het uiteindelijk toch weer goed.
Mijn stapschoenen piepen en kolken wanneer ik de chique hotel foyer binnen waggel, onder een van Ana Ewe-Lina gekregen plastic poncho, met drie zakken om mijn lijf. De jonge gast achter de balie kijkt me vragend aan en ik zeg hem ‘Hi! I believe you have a room for me, booked by Hurtigruten’.
‘Ah yes, I have it here. So your ship was cancelled?’
‘Yes, and they didn’t warn me, so I’ve been cold for 3 hours now. You cannot believe the evening I had. But in the end they helped me, so that’s nice.’, zeg ik lachend, hun fancy foyer onderdruipend.
‘Oh, in that case, I’ll upgrade your room, and give you a suite on the ninth floor with a nice view. Breakfast till ten is included and you can store your bags here and wait in the foyer after check-out, so you don’t need to run around in town anymore with your bags.’
‘Just good karma’
Wanneer ik daarnet uitcheckte vroeg hij mijn kamernummer, keek me aan en zij ‘oh, the Hurtigruten girl! I didn’t recognize you without all the wet plastic around you!’
Dankbare glimlach.
Ook aan slechte momenten komt een einde. Blijven geloven in het goede, blijven helpen, vriendelijk en geduldig zijn. Het leven is zoveel. Mooi en minder mooi, soms bikkelhard, maar allemaal waardevol. En zoals de 82-jarige Randi uit het noorden van Noorwegen, en intussen een van mijn grootste idolen, zou zeggen: ‘you only live once’.
1 note · View note
kulabata · 2 years
Text
Mganga
De gestolen spullen zijn nog niet terug. Dit niets ten nadele van de gemeenschap hier in het dorp, want er wordt heel hard aan gewerkt. Aguttu heeft namens het ziekenhuis zelfs een miljoen shilling uitgeloofd, voor veel mensen een jaarsalaris. In de tussentijd blijven de spijtbetuigingen binnenstromen. Ojala zegt dat het voelt alsof zijn eigen spullen gestolen zijn. En een verpleegkundige op de afdeling zegt tegen Joost: ‘Ik vind het heel jammer dat je laptop gestolen is. Ik wilde nog wel vragen of ik die van je mocht hebben als je hier weg gaat!’ Van de politie moeten we het niet hebben. Als we daar na een paar dagen nog eens terugkomen, is de eerste reactie: ‘Kom maandag maar terug!’ ‘Maar we hebben een afspraak om de formulieren van verloren spullen te komen ophalen?’ Die formulieren blijken zelf verloren te zijn, en de ironie hiervan gaat ook nog eens aan hen verloren. Het geeft ons weinig vertrouwen dat ze de gestolen spullen gaan terughalen, als ze niet eens een formulier in hun eigen politiebureau kunnen vinden. Een van de politieagenten vraagt: ‘Maar jullie zijn toch zelf ook wel onderzoek aan het doen?’ Ja, dat klopt, maar we hadden een beetje gehoopt dat jullie ook jullie werk zouden doen. Dat lijkt echter wat veel gevraagd. De talisman die we van de lokale medicijnman hebben gekregen voor onder de bank, heeft ook nog niet de gewenste uitwerking gehad. Suzanna zegt echter dat haar man goede ervaringen heeft met een mganga, een ander soort tovenaar, in Kirongwe. Toen er een keer 500.000 shilling van hem was gestolen, kreeg hij daar de naam en het gezicht door van degene die het gedaan had. Na een confrontatie met de dader, was het geld teruggekomen. Een goede investering dus. Ach, baat het niet, dan schaadt het ook niet.
De volgende ochtend zitten we met de man van Suzanna en een vriend van hem in de auto naar Kirongwe, een kleine twintig minuten rijden bij ons huis vandaan. Aangekomen op de betreffende compound, moeten we een akkertje oversteken naar een groep hutjes midden in het veld. Daar aangekomen vragen we naar Obure. De mganga blijkt nog even zijn akker aan het bewerken te zijn, maar hij zal er zo aankomen. Normaliter is het niet zo’n probleem om even te wachten – dat leer je snel genoeg in Afrika – maar de instructie was expliciet dat we vanaf middernacht niets mochten eten en drinken. Met knorrende magen zitten we in de regen tot Obure verschijnt. Na een half uurtje meldt de medicijnman zich. De zestiger was blijkbaar het land aan het bewerken in een openvallend colbertje zonder onderkleding, met daaronder een beige geruite broek waar zulke grote gaten in zitten dat hij er nog een korte broek onder aan heeft gedaan. We gaan mee de hut in, schoenen uit, de magie werkt alleen als we in contact staan met de aarde. Als we eenmaal aan de duisternis gewend zijn, ziet alles eruit zoals een Hollywoodregiseur de hut van een medicijnman zou afbeelden. In het minuscule hokje is het een grote bijeengeraapte bende van kippeneieren, magneten, veren, een dood kuiken, talismans, dierenhuiden, salamanders, potjes met poeders en een set tarotkaarten met de beeldtenis van Magufuli, de recentelijk overleden president van Tanzania. We krijgen een kalkachtig poeder aangereikt, dat we moeten oplikken om onze maag voor te bereiden op wat er komen gaat. Daarna gaat er een waterfles rond waar we drie dopjes uit moeten drinken. Geen idee wat erin zit, maar het is in ieder geval geen water. De wat metalig smakende vloeistof zou gekookte en gefilterde boomwortel moeten zijn volgens Obure, maar het valt niet te controleren. Hij neemt er in ieder geval zelf ook van, dus al te giftig zal het wel niet zijn.
Na een half uur zouden we dingen moeten gaan zien. Terwijl we daarop wachten en het hutje langzaam blauw begint te zien van de wierrook-walmen, trekt Obure een lang wit gewaad aan en gespt zichzelf een zwaard om. Met poeder in de hand loopt hij scanderend rond de hut om onze voorouders welkom te heten: ‘Karibu sana, karibu sana!’. In de hut valt het brouwsel onze Tanzaniaanse vrienden slecht: beiden braken zich helemaal leeg. Ik voel me wat misselijk, maar verder gaat het wel. Nu en dan komt Obure even naar binnen en vraagt: ‘Voelen jullie al wat?’, alsof we drugs hebben genomen op een festival en misschien nog een kwart pilletje moeten bijnemen. Behalve de misselijkheid, voelen we niet veel. Na een half uur komt Obure terug naar binnen en beginnen we met het aanroepen van onze grootouders. Omdat Obure er niet zeker van is of onze voorouders in het hiernamaals Swahili kunnen verstaan, lijkt het hem verstandig om dat in het Nederlands te doen. Joost stamelt: ‘Eh... opa Jan. Beetje gekke situatie, maareh... weet je misschien waar mijn laptop is? Ik kan hem heel goed gebruiken.’ Onderwijl scandeert Obure als een soort mantra: ‘'Oh grootouders! Oh babu Jan! Jullie zijn enorm welkom! Dit is ons probleem, laat ons zien wie de dief was en de spullen terugkrijgen!' Tegelijkertijd rinkelt hij fanatiek met een talisman. Nadat babu Jan en de overige grootouders klaarblijkelijk genoeg geinformeerd zijn, staren we gevijfen naar een groot wit doek, waar ze ons op gaan laten zien wat er gebeurd is. De zon werpt lichtstrepen door de planken van het hutje en het het halfverduisterde raam, en doordat het doek zachtjes wiegt in de tocht die door het hutje trekt, trekken er voortdurend veranderende vormen over het witte oppervlak. Helaas is het niet zoals bij televisie CSI dat er gemakkelijk even op de beelden kan worden ingezoomd om ze scherp te krijgen, en iets identificeerbaars in de vormen ontwaren lukt ons niet. De man van Suzanna doet nog een dappere poging en wijst een vorm aan waar hij een gezicht in ziet, maar hij herkent er niemand in. Daarna ziet ook hij niets meer. Aan zijn vriend hebben we sowieso niets, want die is nog altijd continue aan het braken. Als je wegkijkt van het doek, lijkt het wel alsof het helemaal volgeschreven is met letters, maar als je die probeert te lezen, verdwijnen ze weer. Het drankje bevat duidelijk wel wat psychoactieve stoffen, maar veel meer dan dit levert CSI Shirati niet op.
Obure lijkt enigszins teleurgesteld in de vangst, en vraagt of we wel oprecht geloven in de uchawi, de magie, waarop we dat stemmig beamen. Anders waren we toch niet gekomen? Na anderhalf uur onafgebroken naar het witte doek te hebben gestaard, besluit Obure de kracht van suggestie te gebruiken. Een hulpje wordt de toch al volle hut binnengeschoven en krijgt een aanwijsstok. Hoewel de tiener vermoedelijk helemaal niets van de psychoactieve stof heeft gedronken, begint hij toch enthousiast dingen op het (voor ons nog altijd lege) witte doek aan te wijzen. ‘Kijk, hier zie je een hoofd. Aan tafel zit iemand te werken aan een laptop. En hier zien we het huis waar het gebeurd is. Met een dak. En ramen en een deur. En een zwarte auto ernaast.’ Zwarte auto’s zijn zeldzaam in Tanzania, maar het duurt niet lang voordat we bedenken dat onze Nissan hier gewoon op het erf staat. De verdere beschrijving van het huis, hoe generiek ook, past maar matig bij hoe ons huis eruit ziet. Even lijkt het alsof Obure en de helper door willen gaan tot we bevestigen dat we van alles hebben gezien, maar opeens is het klaar. Babu Jan heeft het mooi laten afweten. We krijgen nog een poedertje mee dat we vandaag op ons voorhoofd, slapen, hart en voeten moeten smeren, en nadien drie keer per dag in de handen. Daarbij moeten we wederom onze voorouders aanroepen, maar alleen over een hele harde speaker. Nadien worden voor de zekerheid Jezus en Allah allebei nog even aangeroepen om te helpen de gestolen spullen te zoeken (kan nooit kwaad) en dan mogen we graag even 100.000 Shilling afrekenen. Dat is duidelijk de mzungu-prijs, dus maken we er 40.000 van, en beloven de rest langs te brengen als de spullen terug zijn. Thuis gaan we, helemaal waus van het staren en het boomwortelsap, eerst maar even een dutje doen. Gaan we daarna wel weer met de poedertjes in de weer.
0 notes
Text
Bank Des Geloofs Goddelijke zorg Indien nu God het gras des velds, dat heden is en morgen in de oven geworpen wordt, alzo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, gij kleingelovigen? Matt. 6:30 Kleren zijn duur en arme gelovigen kunnen zich bezorgd afvragen, waar hun volgende pak vandaan zal komen. De zolen zijn dun: hoe zullen we aan nieuwe schoenen komen? Zie, hoe onze zorgvolle Heere Zijn maatregelen heeft genomen tegen deze bezorgdheid. Onze hemelse Vader bekleedt het gras van het veld met zulk een heerlijkheid, dat Salomo die niet kon evenaren: zal Hij dan niet Zijn eigen kinderen kleden? Wij zijn er zeker van, dat Hij het zal doen. Misschien is zij danig opgelapt en gestopt, maar kleding zullen wij hebben. Een arme dominee bemerkte, dat zijn kleren bijna versleten waren en zó ver weg, dat zij ternauwernood bij elkaar gehouden konden worden; maar als dienaar van de Heere, verwachtte hij, dat zijn Meester hem zijn ambtsgewaad zou verschaffen. Toen gebeurde het, dat de schrijver, op bezoek bij een vriend, de preekstoel van de goede man mocht gebruiken, en deze kwam op het idee om voor hem een collecte te houden, en daar was zijn ambtsgewaad. Wij hebben veel andere gevallen meegemaakt, waarin zij, die de Heere dienden, hebben ondervonden, dat Hij aandacht schonk aan hun kleding. Hij, die de mens zo maakte, dat hij, toen hij had gezondigd, kleren nodig had, heeft hem er ook genadig van voorzien; en die, welke de HEERE aan onze eerste ouders gaf, waren heel wat beter dan die zij voor zichzelf maakten.
0 notes
offtoljubljana · 4 years
Text
61. Alweer, wat een hitte
7/04/2020
Het is 7 april. Het is het begin van het einde. Vanaf vandaag is het vijf dagen lang Check, Please! tijd en dan op 11 april is Check, Please! officieel geëindigd na 7 lange jaren. Na alle rare hockeywedstrijden. Na alle pies and lows. 
... Of Check, Please! is nu al geëindigd als je het boek Sticks & Scones hebt. Oh man, mijn boek is gister in de namiddag pas verzonden en ik verwacht 4 - 6 dagen verzendtijd. Ik had gehoopt om het vandaag te krijgen, want normaal als ik pre-orders plaats op die site, krijg ik het soms al een dag voor release (zoals met Heartstopper). (Ja, ik koop fysieke versies van gratis webcomics.) (Het is het echt wel waard.) Maar nee, nu ben ik misschien eerder klaar met deze comic via het internet.
Sommigen andere lucky bastards hebben het boek wel al, dus ik probeer gewoon totaal weg te blijven van andere fans zodat ik niet gespoild wordt. Ik had bijna overwogen om ook nog de Kindle of ebook versie te kopen zodat ik het nu al digitaal had, maar dat is ook €10, dus dan wacht ik maar.
OH my God, it is happening. It is happening!!!! IT IS HAPPENING!!!!
Tumblr media
(... I’ll take the Patarer for this amazing gif.)
Animal Crossing: New Horizons who? Na vandaag is het puur Check, Please! tijd. Nah, aangezien Check, Please! pas om 23:00 in Sloveense tijd uitkomt, heb ik de rest van de dag nog.
Maar dat is het voor nu (tenminste t/m 23:00 I CANNOT WAIT OMH MY GOD). Het enige echte interessante van vandaag is de buitenwereld. Ik ben weer eens naar buiten geweest voor de boodschappen. 
“Maar Yuè, het is niet woensdag!”
Yeah... ik heb deze week op elke dag college en vandaag begint de les pas om 16:00, dus ik vond vandaag de beste tijd. 
Geen duiven vandaag, maar een hagedis of salamander of wat het ook mag zijn. Ik wilde een foto maken, maar toen kroop de hagedis/salamander net weg.
Tumblr media
Je ziet net de staart. Jammer, want het beest was zo’n cool contrast op de grijze muur. Anyway, ik had dus geen idee dat het heel lekker weer is. Moet je dit zien:
Tumblr media
Dit gebeurt er als je de donkerste en koudste ruimte van het hele huis bewoont. Terwijl ik hier met de verwarming aan zit (yup), is het geweldig buiten. Ach, aangezien we niet echt naar buiten kunnen, mis ik niet veel. Wel had ik graag natuurlijk licht gehad. Ik heb een dakraam met een gaasje ervoor. Dat gaas is te shit om het licht dus helemaal buiten te houden (vandaar mijn makeshift curtain), maar het werkt goed genoeg om het donker te houden. 
Dan alsnog, ik zit in de schaduwkant, dus ze zon komt toch niet echt. Kath heeft ook alleen een dakraampje, maar ze heeft geen gaas en ze heeft de zon volop in haar kamer. Voordat Sophia introk, ging ik soms in haar/Caroline’s kamer uit het raam hangen.
(Oh, ik ben naar Oldies aan het luisteren, maar ik had geen zin in music recs.)
Het is wel weer raar om met een wintersjaal in een rij voor de Spar te staan. Iedereen heeft maskers op of iets anders. Ik ben niet de enige met een sjaal, dus hoera. Maar ik vraag me af wat voor een zin het heeft, want kan Corona niet ook op je haar of kleding enz. zitten? De vorige keer gooide ik mijn sjaal en Delaney’s handschoenen meteen in de was, maar mijn kleding? Mijn jas? Mijn schoenen? Mijn haar?
Hmmm....
Slovenië is er op aan het mikken om het normale leven terug te halen na Pasen. Of tenminste, delen van het normale leven. Ze willen langzamerhand weer bepaalde sectoren openen en er zijn zelfs al plannen om een deel van de winkels weer open te laten gaan een week na Pasen, maar ik heb geen goede hoop. Je ziet niet echt een daling in Slovenië, maar juist een stijging. De bloemensector is wel al volop in bloei (ha), want die mocht een tijd geleden alweer beginnen om ziekenhuizen op te fleuren.
Toch hoop ik er wel op. Vandaag op weg naar de Spar zat ik me gewoon te bedenken hoe het zou zijn om aan het water te zitten in de stad. Met Sophia en Kath hadden we ook al de “Welke Boni zou jij meteen nemen?” discussie. Kath zei toen ook: “Just... going outside. Sitting somewhere having a coffee is enough!”
Plus, ik heb een zomerpyjama nodig. Vandaag keek ik effe in de Spar, maar volgens Sophia heb je meer kans in een Interspar in BTC. Ja...
Alhoewel, ik zag dat het maar 3 km is vanaf mijn huis. De bus neemt natuurlijk een mega lange omweg, waardoor het 1 uur duurt. Helaas is mijn fietszadel te hoog en ik was nog van plan om te vragen of iemand de nodige apparatuur heeft om het te verlagen. Ach... Anouk heeft de fiets nu, want Kath, Sophia en Anouk maken nog fietsrondjes.
Eh, ik heb dus genoeg lol hier in mijn kamer met Check, Please! en Animal Crossing en The Most Popular Girls In School (ook al heb ik die hele serie nu afgekeken) en allerlei andere dingen op mijn lijstje. Like.... I know. Ik mis ook wel de buitenwereld, zoals ik net al aangaf. Ik hoop zo erg dat ik nog iets te doen krijg tijdens mijn Erasmus. Zoals Anouk zei: de eerste maand hier was gewoon zo geweldig!
Maar zolang het einde niet in zicht is, zit ik hier binnen met mijn net gekochte zouten popcorn en mijn Nintendo Switch. Het is gewoon shit voor mensen zoals Kath en de Finse dudes die zo “actief” zijn. 
Tumblr media
Yeah, een pandemie bemachtigd mijn manier van leven!
But no really guys I just wanna go outside and sit at a damn river eating ice cream... Mij kennende neem ik gewoon mijn Switch mee na die rivier. Dat is het mooie van de Switch.
Hoe gaat de wereld hier van terug komen? Kan je geloven dat een tripje naar de Spar nu de grootste hoogtepunt van de week is? Ook online zie ik allemaal posts van “if only I could go to fucking Target!” “the Walmart is just around the damn corner....” “I wish I had a drink somewhere.”
Het grootste Corona nieuws in natuurlijk dat Johnson naar de IC moest. Damn son. Ik hoop oprecht niet dat hij sterft, want dan moet ik me misschien slecht gaan voelen. Dus ja, ja, veel beterschap en fuck off. Je moet een idiote politicus niet laten sterven terwijl hij zijn functie nog heeft, want dan gaan mensen hem romantiseren. Als Johnson ontslagen wordt (uit zijn functie, maar ook uit het ziekenhuis) wens ik hem een lang en gelukkig leven toe en dat hij zich nooit meer met anderen bemoeid. 
Nou excuseer me, ik ga Animal Crossing spelen en me klaarmaken voor mijn les. Ik heb er nu al geen zin in.
1 note · View note