#De opgang
Explore tagged Tumblr posts
Text
; geen ogen glinsteren zo fel als die van een rat,
2 notes
·
View notes
Text
Føler mig så social angst, når jeg slår noget op i facebookgruppen for min opgang og folk de ikke reagerer på det. Vaskemaskinen lavede bøvl og jeg kunne 1) være en bitch og lade som ingenting så den næste muligvis også skal bøvle eller 2) skrive ud og informere om problemet og høre om andre også har oplevet det ift. om det er noget der skal fikses.
Skulle bare have valgt nr. 1.....
6 notes
·
View notes
Text
Over oude Schotse shit
Strandvakantie in Edinburgh
Begin deze maand vertoefde ik tot mijn verbazing in een zonovergoten Edinburgh. Niet het feit dat ik in de Schotse hoofdstad verbleef, verbaasde mij, dat was tenslotte ruim van tevoren gepland, maar dat het er suptropisch warm was, daar had ik niet op gerekend; dat bedenk je niet. 27 graden!
Gelukkig had ik voor vertrek, de baduitrusting staat standaard op de checklist, een zwembroek en een lichtgewicht badhanddoek tussen mijn poncho, regenbroek en zuidwester gepropt. Die kwamen nu mooi van pas. Mijn strandvakantie kon beginnen! Ik hoefde ik alleen nog maar een strand te vinden.
Na ampel speurwerk, Edinburgh is op z’n zacht gezegd geen echte badplaats, vond ik met behulp van Google Maps ergens langs de kustlijn van de Firth of Forth iets dat op een strandje leek. In Wardie Bay, tussen de golfbreker van Newhaven en die van Granton Harbour leek een strook zand zichtbaar. Omdat het op loopafstand lag, besloot ik erheen te gaan.
Wardie Bay
Bij aankomst bleek het grootste deel van Wardie bay ontoegankelijk. Een stijle zeedijk belemmerde de opgang. Ruim een kilometer verder dan gehoopt, vond ik uiteindelijk bij etablissement Old Chain Pier, van de oorspronkelijke pier was overigens niets meer zichtbaar, een doorgang. Om bij de zee te komen was nog wel het nodige klim- en klauterwetk vereist. Maar dat deerde niet. Ik wilde het strand op. Eenmaal onder aan de zeewering viel alles wat tegen. Het strand was amper dertig centimeter breed en het water ijzig koud.
Omdat ik het door alle inspanningen bloedverziekend heet had, nam ik een snel een plons, brrr, en maakte rechtsomkeer.
Terug in het vakantieverblijf bekeek ik de kaart nog eens aandachtig en vond waar het mis was gegaan: Ik had voor het strand nog ruim een kilometer verder moeten lopen. Het strand was geconcentreerd rond de pier van Granton.
Een strand met historie
De volgende dag liep ik de opgang bij de Old Chain Pier voorbij en volgde de kustwal richting Granton. Halverwege trof ik een interessant informatiebord met de titel: Fossils, Feathers and Flowers. Volgens het bord was het door mij gezochte stukje strand een paleontologische vindplaats met een rijke historie. Grote namen uit de natuurhistorie bezochten Wardie bay om er te verzamelen. Louis Agassiz, Hugh Miller en Ramsey H. Traquair deden er geweldige vondsten. Veelal goed geconserveerde fossielen van beenvissen en haaien. Ook is er een amfibie gevonden. Veel van die vondsten liggen nu in het National Museums Collection Centre in Granton. Op een steenworp van de vindplaats dus.
Een coproliet in matrix van een onbepaalde vis uit het Vroeg Carboon. In Wardie bay zijn dit de algemene fossielen.
Fossielen
Eenmaal op het strand kon ik het niet laten even in de voetsporen van Agassiz, Miller en Traquair te treden. Hoe vaak krijg je die kans. In een klein uurtje, ik had mazzel met het lage water, verzamelde ik een aantal fossielhoudende knollen. Precies zoals beschreven op het informatiebord. Helaas bevatten de knollen geen delen van een vissenskelet, dat zou wat zijn geweest, maar met de 340 miljoen jaar oude vissenpoep als inhoud ben ik al meer dan tevreden. Dergelijke vondsten maken een strandvakantie compleet.
Een voor Wardie beach typische Sideriet knol. Met daarin goed zichtbaar een coproliet. De coprolieten die in Wardie Bay gevonden worden kunnen van zoet en zoutwatervissen zijn. Gedurende het Vroeg Carboon moet er op de desbetreffende plek een zoetwatermeer zijn geweest dat zo nu en dan verbonden raakte met de zee, zodat marine fauna’s er toegang toe hadden.
De concentrische lagen, zoals goed zichtbaar in dit exemplaar zijn een typisch kenmerk van de vis coprolieten
Thuis heb ik een klomp doorgezaagd en gepolijst. Hierdoor werd het mogelijk de doorsnee van de coproliet te bestuderen. Onder de microscoop leverde dat interessante beelden op.
In de coproliet zijn duidelijke onverteerde resten zichtbaar. Wat dat durf ik niet met zekerheid te zeggen, maar het lijken wel graten.
Meer lezen
Fossil hunting around the city
Sharks that lived off edinburgh beach brought to life once again
Fossil fish coprolite discoveries on Wardie fossil hunt
Bringing the ancient sharks of Wardie bay back to life
Stan wood and challenging edinburgh fossil site
Granton and Wardie Shore, Edinburgh excursion
Fossil fishes of Great-Britain
#edinburgh#fossiel#fossil#beach#Wardie#Granton#Coproliet#coprolite#carboon#carboniferous#beach fossils#fish#shark
2 notes
·
View notes
Text
De Van Waerschutstraat met verderop de RK Kerk van O.L. Vrouwe van de Heilige Rozenkranskerk (Provenierskerk), 31 maart 1975.
Deze straat dankt zijn naam aan Jan Gerritsz. van Waerschut, +1623, bakker te Rotterdam. Hij werd bekend als schrijver van de 'Kronijk, inhoudende den opgang en voortgang van de scheeprijke, wijdvermaarde koopstad Rotterdam'.
De Onze Lieve Vrouw Koningin van de Heilige Rozenkranskerk, ook bekend als de Provenierskerk of Provenierssingelkerk, was een rooms-katholieke kerk aan de Provenierssingel in Rotterdam.
De kerk werd tussen 1898 en 1899 gebouwd door het architectenbureau van Albert Margry en Jozef Snickers. Margry ontwierp een driebeukige kerk in neogotische stijl, met een toren direct naast de façade. De Provenierskerk werd op 8 mei 1899 ingewijd door de bisschop van Haarlem. De eerste jaren beschikte de kerk niet over klokken, deze werden pas in 1910 geplaatst. In 1916 kreeg de kerk ook een orgel. Aan de zijmuren in de kerk hing een bijzondere kruiswegstatie, die was gemaakt door de Delftse fabriek De Porceleyne Fles. Een marmeren communiebank werd in 1914 in de kerk geplaatst. De kerk werd bedient door de Paters Dominicanen.
De eerste jaren viel de kerk onder de parochie van de Allerheiligst Hart van Jezuskerk aan de Van Oldenbarneveltstraat, maar in 1923 werd de Provenierskerk een zelfstandige parochiekerk. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog had de wijk een katholiek karakter en werd de kerk druk bezocht.
De Provenierskerk kwam ongeschonden uit het Bombardement van Rotterdam en werd in deze periode ook gebruikt door de gelovigen van andere parochies, waarvan de kerk wel verwoest was. Tijdens de oorlog organiseerde pater Apeldoorn het lokale verzet vanuit deze kerk. In 1942 werden de kerkklokken door de Duitsers geroofd. De klokken werden in 1947 vervangen. In de jaren 1960 liep het aantal gelovigen sterk terug en was het niet meer rendabel om de kerk open te houden. Na de laatste mis op 31 augustus 1975 werd de kerk verkocht aan de gemeente Rotterdam, die het gebouw vervolgens liet slopen.
De fotograaf is Lex de Herder en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
0 notes
Text
Remco Evenepoel dominerer ITT-scenen
Remco Evenepoel er tilfreds med sine resultater i år, og han er mest stolt af to konkurrencer. Remco Evenepoel viste sin fordel på ITT-etapen, og han vandt guldmedaljen i de olympiske lege. Soudal Quick-Step er stolt af Remco Evenepoels fremgang, og han kunne i sin sejr vinde opmærksomhed for sponsorerne på Billigt Cykeltøj.
Remco Evenepoel og Jonas Vingegaard blev skadet i Baskerlandet Rundt i begyndelsen af dette år. Han var heldig ikke at lide en større skade. Jonas Vingegaard var ikke så heldig. Hans eneste mål var at deltage i Tour de France. Som forsvarende mester i Tour de France opgav Jonas Vingegaard ikke mesterskabet på grund af skaden. Remco Evenepoel er en af konkurrenterne til Tour de France. Han kom sig på forhånd og varmede op i andre konkurrencer. Critérium du Dauphiné er et løb, som Remco Evenepoel værdsætter. Han vandt etapen ved at besejre Primož Roglič i tidskørslen. Han fik den bedste test i Critérium du Dauphiné og fandt sin bedste konkurrenceform. Remco Evenepoel er meget ambitiøs omkring Tour de France Cykeltrøje, så han vil forberede sig fuldt ud inden løbet.
Tidskørslen gav Remco Evenepoel mulighed for at vinde sit første Tour de France etapemesterskab. Han konkurrerede også med Tadej Pogačar og Jonas Vingegaard i de følgende etaper. Ved den sidste prisuddeling af Tour de France stod Remco Evenepoel ved siden af Tadej Pogačar og Jonas Vingegaard. Han vandt tredjepladsen i Tour de France, og han slap af med den dårlige grædesituation i sidste sæson. Remco Evenepoel vil spille for sine styrker i ITT-fasen næste år. I år fik han fans til at mærke hans opgang og fremskridt.
0 notes
Text
0 notes
Text
Waarom we vandaag Simone Weil moeten lezen
Het werk van de Franse filosofe Simone Weil (1909-1943) maakt de laatste jaren een bescheiden opgang in ons taalgebied. Meer dan terecht, want haar denken is actueler dan ooit. Na de opwaardering van het werk van filosofes als Hannah Arendt en Susan Sontag is het de beurt aan Weil.
Een monografie en twee bundels met essays zijn de meest recente toevoegingen aan de Nederlandstalige Weil-bibliotheek. Bij uitgeverij Kelder verscheen eind 2021 De waarheid als roeping. Het leven van Simone Weil, een vertaling van Simone Weil, la vérité pour vocation (2020), waarin de Franse journaliste Ludivine Benard op een bevlogen en nauwgezette manier het leven en werk van Weil historisch kadert. Eerder bracht Kelder onder de titel Onderdrukking en vrijheid (2018)een aanbevelenswaardige bloemlezing uit van Weils filosofische en politieke geschriften. Met Waar strijden wij voor? (2021) en Wat is heilig in de mens? (2021) zijn nu ook twee knappe selecties beschikbaar met essays die Weil tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef vanuit Londen, waar ze tot kort voor haar dood werkte voor De Gaulles verzetsbeweging la France libre en in ongeveer vier maanden een tiental van haar roemruchtste teksten schreef. Opvallend (en kenmerkend) is hoe Weil in deze essays haar politieke visie weet te verzoenen met meer spirituele inzichten.
Inwendige noodzaak
De waarheid als roeping is meer dan een biografie en de perfecte introductie tot het werk van Weil. Benard put niet alleen uit het onvermijdelijke La vie de Simone Weil (1973) van Weils biografe en jeugdvriendin Simone Pétrement, maar ook uit meer recente academische en journalistieke publicaties (het boeiende hoofdstuk over Weils antikolonialisme is op dat vlak een uitschieter). In het laatste hoofdstuk neemt ze een standpunt in over de vraag of Weil zelfmoord pleegde door bewuste uithongering of niet.
Wie er biografische schetsen over Weil op naslaat, zal snel tot de conclusie komen dat ze tevens een vat vol tegenstrijdigheden was: ze brak met het orthodoxe marxisme en was teleurgesteld in de Russische Revolutie, maar had zichzelf als tiener tot bolsjewiek uitgeroepen; ze was een mystica die agnostisch werd opgevoed, maar was van joodse afkomst en uitte felle kritiek op de katholieke kerk; ze was een hoogopgeleide doctor in de filosofie, maar ging in verschillende fabrieken als arbeider werken; ze was een pacifiste, maar stond aan het front bij de anarchistische Colonne van Durruti tijdens de Spaanse Burgeroorlog.
Bovendien bestaan er heel wat faits divers die de mythe rond Weil (‘de Rode Maagd’, de ‘Patroonheilige van de onderdrukten’) in de hand hebben gewerkt. Bijvoorbeeld dat ze zichzelf Sanskriet leerde om de Bhagavad Gita te kunnen lezen, hoogbegaafd en erg onhandig zou zijn geweest of dat ze er sjofel uitzag en vaak gekleed liep in mannenkleren. Benard haalt al deze hebbelijkheden aan, maar vermijdt anekdotiek of ophemeling en geeft voldoende duiding, waardoor haar monografie nooit verwordt tot een hagiografie.
In onze contreien staat Weil niet of nauwelijks op het programma van de hedendaagse filosofiestudent. Haar hang naar het spirituele zal daar deels voor iets tussen zitten, maar ook het feit dat haar werk fragmentarisch is overgeleverd en ze nooit een systeem of doctrine in zijn geheel heeft afgewerkt. Het is dan ook zo goed als onmogelijk haar onder te brengen in een school, traditie of stroming. Ze stierf op haar vierendertigste, in een sanatorium in het Engelse Ashford, ondervoed en uitgeput door tuberculose. Maar ondanks haar korte leven heeft ze onwaarschijnlijk veel geschreven. Bijzonder is dat zo goed als haar gehele oeuvre postuum is uitgegeven (Albert Camus was de grote instigator hiervoor). Weil zag met andere woorden bij haar leven geen enkele van haar boeken in druk.
Daarentegen publiceerde Weil artikels en essays in filosofiemagazines, vakbondsbladen of andere politieke media. Haar denken is in de kern hellenistisch — met Plato als haar grote mentor — maar ook de filosofieën van Karl Marx, René Descartes en Immanuel Kant (in het bijzonder diens categorische imperatief) zijn belangrijke hoekstenen. De filosoof Alain, haar geliefde leerkracht op het prestigieuze Lycée Henri IV, was eveneens een grote invloed. Die was antiklerikaal en een groot voorvechter van de vrije wil (‘denken betekent willen, willen betekent handelen’).
De persoon en het heilige
Wanneer Parijs op 11 juni 1940 tot ville ouverte uitgeroepen wordt, vluchten de Weils naar Marseille. Daar raakt Simone voor het eerst betrokken bij het verzet. In juli 1942 vlucht ze met haar inmiddels bejaarde ouders noodgedwongen naar New York om vervolging te voorkomen. Weil wil echter actief deelnemen aan het verzet, ‘met een parachute boven Frankrijk gedropt worden’, zoals ze in een brief schreef. Via bemiddeling van enkele vrienden krijgt ze tegen haar zin een kantoorbaantje als redactrice in het Algemeen Studiecomité van De Gaulles La France libre in Londen. Het was een van de commissies die adviezen moest uitwerken voor de politieke, sociale en economische reorganisatie van het bevrijde Frankrijk. Van half december 1942 tot midden april 1943 verblijft Weil in Londen. Achteraf blijkt het een zeer productieve periode, ze schrijft dag en nacht, ten koste van haar gezondheid. Het is in die periode dat Weil de essays schreef die zijn opgenomen in Waar strijden we voor? Over de noodzaak van anders denken en Wat is heilig in de mens?.
In Londen schrijft Weil een van haar mooiste en bekendste essays, de sleutel tot haar hele metafysica, zeg maar: ‘De persoon en het heilige’, terecht de opener van zowel Waar strijden we voor? als Wat is heilig in de mens?. Belangrijk is dat ze in dat essay, en bij uitbreiding de twee andere teksten in Waar strijden wij voor?, de krijtlijnen van haar theorie over ‘verworteling’ uitzet.
De noodzaak van anders denken
Weils metafysica is van een ongekende schoonheid. Het vergt wat inspanning om erin door te dringen, maar eenmaal je je laat meeslepen, krijg je een openbarende levensles van formaat. Iedere samenvatting doet onrecht aan de intensiteit van ‘De persoon en het heilige’, maar in een notendop gaat het als volgt. Weil onderscheidt drie waardenniveaus. Het hoogste niveau is het ethische, met als basis ‘het goede’ en als drijvende kracht, ‘de liefde’. Waarden als waarheid, rechtvaardigheid, medelijden en verplichting zijn voor mensen fundamenteel voor hun mens-zijn en kunnen bereikt worden via overgave, meditatie en gebed. Het tweede niveau is dat van de ‘persoon’ (‘lichaam en geest’) met als katalysators ‘kracht’ en ‘macht’. Hier bepalen waarden als recht, democratie, identiteit en legitimiteit ons moreel verantwoord functioneren in deze wereld. Het derde niveau is dat van het amoreel denken en handelen, met waarden als geld, ambitie en prestige.
Een van de projecten waar Weil aan meewerkte voor het Studiecomité was een nieuwe Verklaring van de Rechten van de Mens, zij het op basis van die van 1789 en 1793, een grondwet die na de overwinning op Duitsland moest ingevoerd worden en in 1942 in New York tijdens een conferentie, waar Weil aan deelnam, al deels was uitgewerkt. Weil vond deze verklaring echter niet radicaal genoeg en verwierp een van de fundamenten ervan, namelijk dat ‘de menselijke persoon’ een sacraal karakter heeft: ‘In ieder mens is iets heiligs. Dat zit niet in zijn persoon of persoonlijkheid, maar heel eenvoudig in zijn mens-zijn.’
Door zich te laten inspireren door het hoogste waardenniveau, kan de mens de ‘wortels’ ervan doen groeien in de natuurlijke wereld. Dat principe van ‘verworteling’, brengt ons naadloos bij Weils onvoltooid gebleven en postuum onder auspiciën van Camus uitgegeven hoofdwerk, L’enracinement, dat als Verworteling: Wat we de mens verplicht zijn voor het eerst in Nederlandse vertaling uitkomt in 2022, eveneens bij IJzer. De twee andere essays in Waar strijden wij voor? — ‘Studie voor een verklaring van de verplichtingen tegenover de mens’ en ‘Strijden wij voor rechtvaardigheid?’ — vormen welbeschouwd de opmaat voor L’enracinement, volgens Pétrement de enige poging van Weil om een ‘doctrine’ uit te werken.
Politiek en religie
Wat is heilig in de mens? is een tweede, iets ruimere selectie essays en korte teksten van Weil, bijna gelijktijdig verschenen als Waar strijden we voor? Het is het tweede deel in de nu al veelbelovende Filosofische Bibliotheek Diotima, een nieuwe reeks van uitgeverij Letterwerk met werk van vrouwelijke filosofen (eerder verscheen als eerste deel De soevereiniteit van het goede van Iris Murdoch, voor wie Weil onmiskenbaar een inspiratiebron was). Wat is heilig in de mens? bundelt tien essays en drie fragmenten van onafgewerkte teksten, allemaal geschreven in de periode waar Weil Parijs ontvluchtte om uiteindelijk in Londen terecht te komen. De eerste twee bijdragen zijn een andere, even lovenswaardige vertaling van de invloedrijke essays ‘De persoon en het heilige’ en ‘Strijden wij voor rechtvaardigheid?’, die de lezer al kent uit Waar strijden wij voor?.
De essays in Wat is heilig in de mens? maken duidelijk hoezeer Weil het politieke denken nooit heeft verlaten, hoewel haar metafysica in de jaren voor haar vlucht naar Londen er een belangrijke spirituele pijler bij kreeg. In het onvoltooide essay ‘Bestaat er een marxistische leer?’ bijvoorbeeld ontleedt ze de marxistische dogma’s en valt die stuk per stuk af omwille van een vermeend schrijnend gebrek aan onderlinge samenhang (zoals ze eerder al deed in ‘Over de contradicties van het marxisme’ in Onderdrukking en vrijheid), maar niet zonder een vurig pleidooi te houden voor Plato’s spiritualiteit en het goede in het bovennatuurlijke als mogelijk alternatief: ‘Het wezen van de mens is niets anders dan een voortdurend streven in de richting van een onbekend goed.’
In het radicale ‘Over de koloniale kwestie’ stelt Weil het nazisme op gelijke voet met kolonisatie, nog vóór Aimé Césaire en Hannah Arendt hetzelfde zouden doen begin de jaren 1950: ‘Het kwaad dat Duitsland ons tevergeefs probeerde aan te doen, hebben wij anderen aangedaan.’ Een gekoloniseerd land wordt ‘ontworteld’, waardoor de ‘spirituele schatten van het verleden’ verloren gaan: ‘De val in koloniale slavernij betekent het verlies van het verleden.’ Het hoofdstuk ‘Het rijk van het geweld’ in Benards boek biedt een indringende en hedendaagse analyse van het heftige antikolonialisme van Weil.
Denken en doen
Weils grondige afkeer voor de oorlog en de als pacifiste paradoxale noodzaak om zich in daden en acties te blijven verzetten, vertaalt ze in vlijmscherpe essays. Zo omschrijft ze in ‘Deze oorlog is een oorlog van religies’ de Tweede Wereldoorlog als ‘een uniek religieus drama dat de hele planeet als toneel heeft’ en als ‘een strijd tussen goed en kwaad’. Verafgoding of valse religie en een areligieuze houding zullen het bezette land alleen maar verder ‘ontwortelen’. Europa heeft genezing nodig en die kan enkel spiritueel, religieus van aard zijn: ‘Alleen een ware religie kan de onderworpen naties tegenover de overwinnaar stellen.’
Het politiek stelsel van het gaullisme zal niet volstaan om het ‘verpletterde’ Frankrijk na de oorlog opnieuw op te bouwen, stelt Weil. Vanuit Marseille tekent ze op: ‘De verzetslui uit de entourage van generaal De Gaulle genieten populariteit door hun werk als propagandisten of strijders, maar niet als potentiële politieke leiders.’ In ‘De legitimiteit van een voorlopige regering’ gaat ze nog een stap verder en verklaart ze Frankrijk zelfs morsdood, tegelijk waarschuwend voor de te grote macht die kleeft aan de persoon van De Gaulle. Het bekende essay ‘Notitie over de algemene afschaffing van de politieke partijen’ (ook opgenomen in Onderdrukking en vrijheid) fakkelt de eventuele oprichting van een gaullistische partij definitief neer: het louter bestaan van politieke partijen is ‘een bijna zuiver kwaad’, zeker als die opgericht zouden zijn rond één leidende figuur.
In Wat is heilig in de mens? zijn er eveneens twee religieus getinte essays opgenomen, die in de lijn liggen van de teksten die later gebundeld zijn als Wachten op God, wellicht haar bekendste werk en volgens Susan Sontag ‘zonder twijfel het hoogtepunt’ van alles wat ze heeft geschreven. ‘Theorie van de sacramenten’ is waarschijnlijk een van de laatste essays die Weil in Londen schreef. Hierin beschrijft ze hoe haar verblijf in een klooster in Solesmes in 1938 een ‘mystieke ervaring’ werd en verdedigt ze tussendoor de vrijheid van denken. ‘Geloofsbelijdenis’ hekelt op zijn beurt ‘de geestelijke tirannie van de kerk’ en bevestigt Weils positie ten aanzien van het geloof en de katholieke kerk: zij weigert resoluut het doopsel omwille van de ‘collectieve geloofsdwang’ van het volgens haar totalitaire kerkinstituut. Weils roeping vereist ‘absolute intellectuele eerlijkheid’: ‘Ik erken níet dat de kerk enig recht heeft om de werking van het intellect of de openbaringen van de liefde op het gebied van het denken te beperken.’
In een nawoord bij Wat is heilig in de mens? somt filosofe Mariëtte Willemsen zeven redenen op om Weil te lezen. Ze noemt Weils filosofie origineel door haar verwerping van de klassieke opvattingen over de wil en vrijheid, haar mystieke kant en de invloed van oosterse filosofieën zoals het taoïsme en het hindoeïsme. Willemsen roemt verder ook de taal van Weil. Haar taalgebruik komt meer dan tachtig jaar later inderdaad nog altijd modern, ja zelfs hedendaags over. Dat is mede te danken aan het hoge literaire gehalte van haar teksten. Weil is door haar aforistische schrijfstijl dan ook hyperciteerbaar. Ze schrijft in heldere zinnen, die vaak de intensiteit hebben van een oneliner (in haar kritiek op Marx: ‘Je hoort nauwelijks iemand die zich afvraagt: had Marx wel een leer?’). Met enkele rake woorden grijpt ze de aandacht van de lezer (‘zij die het monopolie op de taal hebben, vormen een geprivilegieerde categorie’). Haar bewoording is precies, zonder opsmuk, haar beeldspraak krachtig en indringend. Weil wil duidelijk begrepen worden, ze heeft een boodschap over te brengen. Vaak maakt ze die ideeën concreet door voorbeelden uit het dagelijkse leven te geven of eigen ervaringen uit de doeken te doen.
Het belang van Weils taal komt ook naar boven in de voorliggende vertalingen. Neem het (titel)essay ‘De persoon en het heilige’. Het is een interessante oefening om beide te vergelijken. De vertaling van Crombez is naar mijn gevoel vrijer en geeft voorrang aan de leesbaarheid en het literaire karakter van Weils proza. De vertaling van Mulock Houwer is dan weer iets letterlijker, wellicht meer rigide, hoewel dat geen punt van kritiek zou mogen zijn: de helderheid van de taal primeert hier en dat ligt in de lijn van Weils filosofie. Beide vertalingen kunnen probleemloos naast elkaar bestaan. Welke nu de betere vertaling is, is hier een kwestie van persoonlijke smaak.
‘De mens heeft zo’n grote behoefte aan taal dat een gedachte die niet in woorden wordt uitgedrukt, vaak juist daardoor niet in daden wordt omgezet’, schrijft Weil in een van de toegevoegde schetsen in Wat is heilig in de mens? Hoe kunnen de teksten van Weil ons vandaag helpen? Wat maakt ze zo actueel? Camus noemde Weil ‘de enige grote geest van onze tijd’, wat haar wijsgerige reikwijdte in een slagzin goed samenvat. Weil onderzocht namelijk alle grote filosofische thema’s: identiteit, macht, de vrije wil, het individu, arbeid, vrijheid en religie. Het zijn veelal vragen die ons ook vandaag bezighouden. Weil waarschuwde voor de grenzeloze ‘wil tot macht’ die de wereld vandaag in zijn greep houdt en pleit voor een herwaardering van ‘het goede’. Of het nu gaat over ‘ontwortelde’ vluchtelingen, spirituele zingeving, precaire ecologie, duistere koloniale verledens of partijprogramma’s die steeds meer op elkaar lijken, Weils principes en idealen kunnen een leidraad vormen. Een simpele toepassing van haar denken op de praktijk vandaag is er niet, stelt Willemsen, maar Weil kan zeker een inspiratiebron zijn.
Marx beweerde dat het kapitalisme het laatste stadium van de onderdrukking was. Weil weerlegde dit onder meer door te stellen dat het geweld de universele factor van de onderdrukking is. Ook vandaag heeft er zich een ‘rijk van geweld’ gekristalliseerd in de gecentraliseerde staat, waar universele waarden afgevlakt worden en de cultus van de ontwikkeling van productiekrachten hoogtij viert. Iedereen lijkt zich moedeloos te onderwerpen, zonder zich te durven afvragen of er überhaupt nog gestreden moet worden. Vrijheid en macht zijn onophoudelijk met elkaar in conflict. Wanneer we niet meer weten waarvoor we strijden, verliezen we ons mens-zijn.
Verschenen op: rekto:verso, 14 januari 2022
– Waar strijden wij voor? Over de noodzaak van anders denken van Simone Weil, vertaald, ingeleid en van noten voorzien door Jan Mulock Houwer, IJzer 2021, paperback, ISBN 9789086842445, 108 pp.
– Wat is heilig in de mens? De laatste essays van Simone Weil, vertaald en samengesteld door Thomas Crombez (m.m.v. Jacques Graste), toelichting door Jacques Graste, nawoord door Mariëtte Willemsen, Letterwerk 2021, paperback, ISBN 9789464075236, 246 pp.
– De waarheid als roeping. Het leven van Simone Weil van Ludivine Benard, vertaald Johny Lenaerts, Kelder 2021, paperback, ISBN 9789079395521, 156 pp.
5-delige podcastreeks over Simone Weil op France Culture: Avoir raison avec Simone Weil
Website gewijd aan Simone Weil: www.simoneweil.net
N.B. In 2022 verschijnen nog twee andere publicaties met werk van Weil. De vertaling van Weils hoofdwerk L’enracinement als Verworteling staat op til bij IJzer en Kelder werkt aan een verzameling essays rond arbeid, een van de kernthema’s in Weils denken.
Update, juni 2022
Inmiddels verschenen bij Uitgeverij IJzer:
Verworteling: Weils hoofdwerk, waarin ze reflecteert op het belang van religieuze en politieke sociale structuren in het leven van het individu. Werd opgenomen in de DSL top 5 non-fictie.
Over Oorlog: een zeer actuele selectie van essays uit de periode 1933-1943 over de oorlog en de dreiging daarvan. In het leven van Simone Weil spelen de oorlog en de dreiging daarvan als uiting van het eeuwige conflict tussen onderdrukkers en onderdrukten een belangrijke rol.
0 notes
Text
VERWACHT KNIPPEN GEEFT EEN ONVERWACHT PLAKKEN
Opnieuw is Galerie Noord in Groningen gevuld met werk van internationale collagekunstenaars. En weer hoort daarbij een tijdschrift om deze kunstenaars op een passende manier te presenteren. In de galerie heeft iedere kunstenaar een eigen wand om daarop voor zich te spreken en aan te spreken. In het blad stellen zij zich voor en communiceren om eenstemmig te duiden. Het werk laat zich in gedrukte vorm beter en meer overtuigend mengen dan in de tentoonstelling. The Collager No.2, spring 2024, is als periodiek de aanleiding om deze kunstvorm een eigen plek te geven. Initiatiefnemer Peter Boersma liep al langer rond met het idee om een dergelijk blad te starten. Niet enkel om zijn eigen werk de aandacht te geven, maar zeker ook om dat van collega kunstenaars voor het voetlicht te halen.
Er zijn namelijk drie constanten in The Collager. Uiteraard en niet te missen gaat het om collagekunst, het wordt voor het tweede jaar op rij gepresenteerd in Galerie Noord en Peter Boersma is één van de exposanten naast anderen door hem geselecteerd. Het dreigt een traditie te worden, een ieder jaar voor de zomer terug kerend gegeven. Voor Boersma is het een gotspe om zo brutaal en onbeschaamd zijn eigen werk in de schijnwerper te zetten. En daarbij de collage als kunstvorm op te waarderen. Het werk van deze beeldmakers is op dit moment representatief voor dit metier, deze vorm om van bestaand materiaal nieuwe beelden te maken.
Op deze manier, door het kunstje te herhalen, komt er na verloop van tijd een overzicht op welke manier de collagekunst zich ontwikkelt. Hoe het reageert op het veranderende landschap, de zich ontwikkelende maatschappij, de opgang dan wel neergang van de samenleving. Want de collagekunstenaar plukt, scheurt en knipt onderdelen uit de zichtbare wereld om er een nieuw karakteristieke beeltenis van te maken. Deze details komen uit tijdschriften, kranten en boeken die nu actueel zijn. Die nu de tijdgeest laten zien, en waarop de kunstenaar respondeert.
Net als het tekenen is de collage decennia lang een miskende kunstvorm. Geschikt als aanleiding ‘echt’ werk te maken. Een opstap voor een schilderij, om houding en compositie in de vingers te krijgen. Een hulpmiddel om de inspiratie op gang te brengen. De collage is een techniek waarmee snel een interessant eindresultaat bereikt kan worden of een ondergrond te creëren om op door te werken. De collage, dat is een oud verhaal in een nieuwe jas. Bestaande fragmenten die uit een verhaal zijn gelicht en met andere delen een nieuwe vertelling vormen. Een hergebruik van uitgeknipte of gescheurde beelden. Flarden realiteit die abstract sprekende beelden maken. Niet bij elkaar passen maar toch aansluiten .Een moodboard van zelfexpressie. De collage kan analoog tot stand komen, dus door letterlijk de schaar en een pot lijm ter hand te nemen, maar er kan ook met daarvoor geschikte software op de computer stijlvol werk gemaakt worden. En zelfs in de film en de muziek komt de collagetechniek voor. The Collager richt zich enkel en alleen maar op de oorspronkelijke vorm van de collagetechniek, het zuivere handwerk.
In de galerie vormt het werk van de verschillende kunstenaars afzonderlijke verhaallijnen, voor elke kunstenaar een eigen hoofdstuk. Aan de wanden hopen ze op en spreken ieder voor zich. Een heterogene massa, maar niet als los zand. Echter in het blad is het werk en zijn de kunstenaars met elkaar in gesprek. Op de pagina’s lopen ze door elkaar maar vormen een homogene groep om deze kunstvorm te karakteriseren. Het is welhaast een kakafonie aan verschillende indrukken die de kijker moet verwerken. Voor de bezoeker niet eenvoudig zich op een enkel werk te concentreren omdat een andere compositie op oogafstand zich prikkelend aandient. De bladomslaander raakt makkelijk de weg kwijt in het rumoer van het tijdschrift. Maar niettegenstaande het zichtbare lawaai van deze kunstvorm heeft de inrichter en samensteller er een stijlvol geheel van gemaakt.
Evenals vorig jaar is ook nu weer het bijdehante magazine, als de catalogus bij de tentoonstelling, door vormgeving en opmaak een kunstwerk op zichzelf. Het presenteert de werken die in de galerie te zien zijn. Het is een veelzijdige dimensionale collage om door te bladeren en los van de tentoonstelling te beschouwen. Een collectors’ item. Met het karakter van de collage in gedachten is het design speels en wars van alle conventies opgezet. Samengesteld uit diverse formaten vellen en verschillende soorten papier krijgt de aard van de inspiratie vorm. Hoewel de opmaak uit elkaar schijnt te vallen is de lay-out in evenwicht.
Mijn omschrijving van 2023 kan ik in 2024 integraal herhalen en van deze tekst hier en nu een soortement van collage maken. Gescheurd uit een eerdere post en geplakt in dit artikel: “De met elkaar communicerende tweetallen in het hart van het blad zijn zorgvuldig gekozen en rijmen klinkend samen. Deze nemen de meeste ruimte in en beslaan de grootste vellen. Op de kleinere omslagbladen is de compositie eveneens stemmig afgewogen. De lay-out is in balans. Het ruwe tussenformaat, waaromheen de glossy pagina’s zijn gevouwen en waarin het ‘expositie’ katern steekt, herbergt teksten over en van de acht kunstenaars die hun samengestelde werken tonen. Deze woorden en zinnen zijn in onregelmatige kolomblokken gedrukt om aan de collagestijl te passen. De woorden waarin de naam van de kunstenaar is gezet heeft een samenstelling van verschillende lettertypes. De maker van het blad heeft zich kunstenaar waardig creatief uitgeleefd met de expositie en de collagekunst beide als aanleiding in gedachten.”
De beeltenissen die de collagekunstenaars samenstellen uit en met bestaande verbeeldingen hebben de idee van gedagdroomde voorstellingen. Het samensmelten van realistische momenten tot surrealistische ervaringen. Om de wereld te duiden en handzaam te maken wordt deze juist overhoop gehaald. Bestaande herkenbare beelden worden uit elkaar getrokken en gemengd tot een abstract realistische omgeving. Daarbij wordt uiterst zorgvuldig omgegaan met compositie, vorm en kleur. In de collagetechniek is niets wat het lijkt. Door de bestaande beelden te mengen hervormt het vertoon zich en sta je als beschouwer zelden op het goede been. De visuele woordspelingen, contrasten om verschillen en overeenkomsten zichtbaar te maken, lichtvoetige verrassingen door technische trucs maken van het resultaat een interessante samenstelling. Op papier en met papier meestal, maar in deze tentoonstelling gaat de collage tevens de ruimte in. Worden gevonden voorwerpen of niet meer voor het gemaakte doel bruikbare onderdelen met elkaar verbonden tot een nieuw beeld. De beeldmaker is een beeldbouwer.
The Collager, Tentoonstelling van collagekunst bij Galerie Noord, Nieuwstad 6 in Groningen. Tot en met 4 juli 2024. Dianne Bakker, Peter Boersma, Harm van Ee, Jack Felice, Johanna Oldershausen, Marcel Prins, Inez van Vuren, Albert Westerhoff. Tijdschrift The Collager, pasting the unexpected, No.2, Spring 2024.
** fotografie expositie Peter Boersma **
0 notes
Text
Staatsolie vraagt 4000 hectare in eigendom aan in leefgemeenschappen Brokopondo
Staatsolie heeft een gebied van ongeveer 4000 hectare aangevraagd in Brokopondo, waarin delen van het dorp Baling Soela, Brownsweg en bijna alle recreatieoorden vallen. Dit zegt DNA-lid Ronny Asabina van het district. Asabina zegt dat deze kwestie al enkele jaren speelt, want Staatsolie heeft de aanvraag in 2020 gedaan. Hij zegt dat de districtscommissaris het traditioneel gezag wel op de hoogte heeft gesteld over deze aanvraag en er werd naar advies gevraagd van het traditioneel gezag. Het traditioneel gezag heeft toen een gesprek aangevraagd bij de leiding van Staatsolie. De vertegenwoordigers van het staatsbedrijf heeft het traditioneel gezag ontvangen en er werd medegedeeld dat het gebied in eigendom in aangevraagd, omdat het bedrijf de hulpdammen wil beschermen. Als gevolg van illegale goudwinningen en de winning van andere hulpbronnen, zoals hout, kan de kwaliteit van de hulpdammen in geding komen. Asabina weet niet precies, maar denkt dat Staatsolie het gebied al toegewezen heeft gekregen, maar volgens hem zijn de wettelijke procedures niet in acht genomen. “De minister van GBB heeft dat stuk niet getekend, dus het is niet geformaliseerd. Als dat het geval was dan zou Staatsolie nooit de aanvraag via geëigende kanalen opgang hebben gezet.” Volgens hem meent de leiding van Staatsolie dat bij de overname van de dam het gebied aan het staatsbedrijf al was toegewezen. Dat is niet het geval geweest, want de formalisering van alle stappen en procedures is niet gebeurd door de staat. Het traditioneel gezag is ook niet gehoord, voordat het gebied is uitgegeven. “Ik weet niet of de dc een advies heeft uitgebracht.” Het DNA-lid zegt verder dat als er grondaanvragen worden gestuurd naar de bestuursdiensten in de districten en er niet gereageerd wordt binnen drie maanden, men ervan uit gaat dat er geen bewaar is. “Maar ik weet niet of de dc zich op papier heeft uitgesproken”, zegt Asabina. De parlementariër merkt op dat het dorp Baling Soela al bestond voordat Alcoa in het gebied economische activiteiten begon te ontplooien, dus ook voor de bouw van de dam bestond Baling Soela. Staatsolie of de staat zou de lokale bewoners moeten betrekken en op de hoogte moeten stellen van deze kwestie. “Staatsolie moet wel het belang zien van een goed nabuurschap, want Alcoa, dat een buitenlands bedrijf was, had een gezonde relatie met de lokale gemeenschappen en dat verwachten we dan ook van een Surinaams bedrijf.” Hij haalt verder aan dat Staatsolie het gebied in eigendom heeft gehad, terwijl het grondvraagstuk van de gemeenschap nog niet eens is geregeld. Er zijn internationale vonnissen geweest, waarbij het grondvraagstuk van inheemse en tribale volkeren zo snel mogelijk in orde gemaakt moeten worden. “Als Staatsolie inderdaad het gebied in eigendom heeft gekregen van de staat, dan is dat een stukje disrespect jegens het internationaal vonnis en de gemeenschap van Baling Soela.” Hij weet niet wat Staatsolie gaat doen met de lokale gemeenschappen. “De mensen zijn nu uitgeleverd aan de willekeur van de eigenaar. Er moeten naar alternatieven gekeken worden, want duizenden mensen verdienen hun brood door in dit gebied te werken.” Hij stelt voor om de lokale gemeenschappen te betrekken bij het bewaken van de hulpdammen. “De mensen kennen het gebied heel goed en kunnen ook adviezen uitbrengen.” Deze kwestie moet op een correcte manier aangepakt worden, want verhuizing in deze tijd is geen optie. Read the full article
0 notes
Text
Eierwekker.
Het Nieuwe Tijdperk van Fastfood: De Introductie van Eierwekkers In de snelle wereld van vandaag, waar elk moment telt, is de fastfoodindustrie een spilpunt van efficiëntie geworden. Maar zelfs in deze geoliede machine, waar snelheid en gemak koning zijn, is er ruimte voor innovatie. Een opmerkelijk en behulpzaam idee dat recentelijk opgang maakt, is het gebruik van eierwekkers door bezoekers…
View On WordPress
0 notes
Text
De kinderen ademen hun licht de lippen bevochtigende onschuld terwijl ze onzin tateren in hun slaap.
0 notes
Text
Hvad sker der for at der er SÅ mange omkring mig, der får børn for tiden?! Min opgang er blevet til en småbørnsopgang, folk fra mit studie, mine internationale venner smider nyfødte babyer op på sociale medier én efter én. Og hvis ikke det er babyer jamen så er de ved at flytte sammen med deres kæreste. Jeg har ikke engang en kæreste!
Føler virkelig at jeg står alene tilbage på perronen og alle andre er steget på toget.
6 notes
·
View notes
Text
Homilie voor de 2e zondag van de veertigdagentijd B
zaterdag 24/zondag 25 februari 2024 – Olmen/Hulsen lezingen: Genesis, 22,1-2.9a.10-13.15-18 Romeinen 8,31b-34 Marcus 9,2-10 Indien God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Broeders en zusters, in onze opgang naar Pasen houden we elk jaar op de tweede zondag van de veertigdagentijd stil bij een tafereel dat ons blijft bevreemden, maar hopelijk ook telkens weer nieuwe…
View On WordPress
1 note
·
View note
Text
De Van Waerschutstraat met verderop de RK Kerk van O.L. Vrouwe van de Heilige Rozenkranskerk (Provenierskerk), 31 maart 1975.
Deze straat dankt zijn naam aan Jan Gerritsz. van Waerschut, +1623, bakker te Rotterdam. Hij werd bekend als schrijver van de 'Kronijk, inhoudende den opgang en voortgang van de scheeprijke, wijdvermaarde koopstad Rotterdam'.
De Onze Lieve Vrouw Koningin van de Heilige Rozenkranskerk, ook bekend als de Provenierskerk of Provenierssingelkerk, was een rooms-katholieke kerk aan de Provenierssingel in Rotterdam.
De kerk werd tussen 1898 en 1899 gebouwd door het architectenbureau van Albert Margry en Jozef Snickers. Margry ontwierp een driebeukige kerk in neogotische stijl, met een toren direct naast de façade. De Provenierskerk werd op 8 mei 1899 ingewijd door de bisschop van Haarlem. De eerste jaren beschikte de kerk niet over klokken, deze werden pas in 1910 geplaatst. In 1916 kreeg de kerk ook een orgel. Aan de zijmuren in de kerk hing een bijzondere kruiswegstatie, die was gemaakt door de Delftse fabriek De Porceleyne Fles. Een marmeren communiebank werd in 1914 in de kerk geplaatst. De kerk werd bedient door de Paters Dominicanen.
De eerste jaren viel de kerk onder de parochie van de Allerheiligst Hart van Jezuskerk aan de Van Oldenbarneveltstraat, maar in 1923 werd de Provenierskerk een zelfstandige parochiekerk. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog had de wijk een katholiek karakter en werd de kerk druk bezocht.
De Provenierskerk kwam ongeschonden uit het Bombardement van Rotterdam en werd in deze periode ook gebruikt door de gelovigen van andere parochies, waarvan de kerk wel verwoest was. Tijdens de oorlog organiseerde pater Apeldoorn het lokale verzet vanuit deze kerk. In 1942 werden de kerkklokken door de Duitsers geroofd. De klokken werden in 1947 vervangen. In de jaren 1960 liep het aantal gelovigen sterk terug en was het niet meer rendabel om de kerk open te houden. Na de laatste mis op 31 augustus 1975 werd de kerk verkocht aan de gemeente Rotterdam, die het gebouw vervolgens liet slopen.
De fotograaf is Lex de Herder en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
0 notes
Text
Maak van kinderen kleine trendsetters met Baby Moccasins bij Baby Steps!!!"
In de dynamische wereld van kindermode is één trend significant opgang aan het maken, waarmee de harten van ouders worden veroverd en kleintjes worden omgetoverd tot miniatuur mode-iconen: baby moccasins. Aan het hoofd van deze kleine mode-revolutie staat Baby Steps, een merk dat een ongekende stijging heeft ervaren in de populariteit van hun collectie baby moccasins. Dit fenomeen kan worden toegeschreven aan verschillende factoren die samenkomen en een perfecte mix creëren van stijl, comfort en onweerstaanbare charme.
Het eerste sleutelfactor dat bijdraagt aan de snel stijgende populariteit van baby moccasins is de onmiskenbare aantrekkingskracht van hun ontwerp. Moccasins, met hun zachte leren constructie en kenmerkende stiksels, stralen een tijdloze en klassieke charme uit. Baby Steps heeft dit traditionele schoenenontwerp meesterlijk aangepast om te passen bij de delicate proporties van kleine voetjes. Het merk biedt een uitgebreide reeks kleuren, patronen en versieringen, waardoor veranderen van louter schoeisel in stijlvolle accessoires die passen bij de garderobe van elke baby.
Comfort is van het grootste belang als het gaat om kinderschoenen, en moccasins hebben bewezen een groot succes te zijn op dit gebied. Baby Steps begrijpt het belang van het bieden van optimaal comfort voor zich ontwikkelende voetjes, en hun baby moccasins worden met precisie vervaardigd om een zachte en nauwsluitende pasvorm te garanderen. Het soepele leer vormt zich naar de voet van de baby, biedt een zachte omhelzing die natuurlijke beweging mogelijk maakt, terwijl het de nodige ondersteuning biedt voor die eerste stapjes.
De veelzijdigheid van baby moccasins is een andere drijvende kracht achter hun groeiende populariteit. Baby Steps heeft een collectie samengesteld die past bij verschillende stijlen en gelegenheden, waardoor het voor ouders eenvoudig is om deze schattige schoenenopties op te nemen in de dagelijkse ensembles van hun kleintjes.
Sociale media heeft een cruciale rol gespeeld bij het vergroten van de populariteit van deze accessoires. Ouders delen enthousiast foto's van hun trendy kleintjes die deze miniatuurschoenen dragen, waardoor een visueel feest ontstaat dat resoneert met andere ouders die op zoek zijn naar stijlvolle en comfortabele opties voor hun baby's. Het betrokken merk heeft geprofiteerd van deze trend door actief in contact te komen met hun publiek op sociale platforms, waarbij ze de nieuwste moccasin-stijlen tentoonstellen en ouders aanmoedigen om hun eigen kostbare momenten te delen van hun kleintjes die deze modieuze schoenen dragen.
Verder heeft de groeiende interesse in duurzame en ethisch geproduceerde babyproducten bijgedragen aan de populariteit van kids moccasins. Het merk legt sterk de nadruk op het gebruik van milieuvriendelijke materialen en ethische productieprocessen, in lijn met de waarden van moderne ouders die duurzaamheid prioriteren in hun aankoopbeslissingen. Deze toewijding aan verantwoorde praktijken versterkt de aantrekkingskracht van deze items en trekt milieubewuste consumenten aan.
Tot slot is de toenemende populariteit van baby moccasins een getuigenis van het vermogen van het merk om stijl, comfort en functionaliteit naadloos te combineren. De tijdloze charme van moccasins, gekoppeld aan de toewijding van het merk om topkwaliteit en een gevarieerd assortiment ontwerpen te bieden, heeft een winnende formule gecreëerd. Terwijl baby moccasins doorgaan met het sieren van de kleine voetjes van de nieuwste generatie, blijft Baby Steps aan de voorhoede van deze modieuze beweging, inspelend op de wensen van ouders die streven naar de perfecte combinatie van trendiness en comfort voor hun kleine trendsetters.
0 notes
Text
Remco Evenepoel bliver mester på ITT-etapen
Soudal–Quick-Step prøvede de første seks etaper af Tour de France, og holdet ønskede også, at rytteren skulle vinde en etape. Det lykkedes dog ikke for Remco Evenepoel og hans holdkammerater. Han vidste, at hans største fordel var på syvende etape. Den hvide Billigt Cykeltøj gjorde Remco Evenepoel fuld af kampgejst, og han vandt med succes syvende etape.
På grund af den hårde konkurrence om Tour de France-mesterskabet er Jonas Vingegaard og Tadej Pogacar blevet emnet for at vinde. Nu er Remco Evenepoel også kommet med i deres række af sejre. Han er den yngste rytter, der har størst sandsynlighed for at vinde. Selvom Remco Evenepoels præstation kollapsede i Tour de France og Tour of Spain sidste år, besejrede disse fiaskoer ikke hans ønske om at blive toprytter. Han græd begge steder sidste år, og han følte også grusomheden ved det flerdages landevejsløb. Enhver konkurrencesport har brug for deltagernes resultater for at bevise det. Remco Evenepoels vækst kom fra sidste års strabadser. I år har Remco Evenepoel fået en ny frisure, og han genvandt sin selvtillid iført Soudal–Quick-Step-Børn Cykeltøj. Soudal–Quick-Step gav ham også tilstrækkelig støtte, hvilket er hovedårsagen til hans hurtige opgang.
På syvende etape af Tour de France holdt Soudal–Quick-Step godt øje med fire personer, og Primož Roglič og Jonas Vingegaard kom først i mål. Remco Evenepoel afsluttede derefter løbet på en tid, der overgik de andre, og den sidste Tadej Pogacar var den største spænding. Tadej Pogacar sluttede 11 sekunder efter Remco Evenepoel, og ledelsen i Soudal–Quick-Step kunne fejre så meget, de ville. Remco Evenepoel er kongen af ITT-etapen, og han opgav aldrig kampen om etapemesterskabet.
0 notes