#wedstrijdverslag
Explore tagged Tumblr posts
Text
Vido B1 pakt de leiding in de poule
Sportnieuws: 'Vido B1 pakt de leiding in de poule'
WIERINGERWERF – Op zaterdag 21 september kwam voor Vido alleen de B1 in actie. De C1 zou een wedstrijd hebben tegen Rapid in Haarlem, maar helaas kon deze vereniging geen team op de been brengen en is deze wedstrijd in overleg verplaats naar zaterdag 19 oktober. De B1 moest het opnemen tegen Furore in Assendelft. Beide ploegen hadden de eerste twee wedstrijden gewonnen en stonden dus beide…
#Assendelft#B1#C1#Campus de Terp#Chimene Koghee#competitie#doorloopbal#Emma Gouwenberg#Furore#jeugdteams#Joost Gouwenberg#Korfbal#Nadine Sijm#Open dag#overwinning#poule#Rapid Haarlem#Sport#sportnieuws#Tristan Struik#Vido#wedstrijdverslag
0 notes
Text
Here’s the match-report for you from AZ Alkmaar - West Ham United! ⚽️ We wanted to make sure you got a complete view of the importance of the Conference League semi-final, that’s why it took a little longer. 😉 Enjoy reading it via the link down below! 🙌🏻 | #stickersandscarfs #conferenceleague #azwhu #azalkmaar #az #coybir #westhamunited #afasstadion
0 notes
Text
De neolithische revolutie revisited
Hajraa 5 – Condor 2 (20-01-’18; 1-3)
De titel van het wedstrijdverslag behoeft een introductie. De neolithische revolutie is de transformatie van de mens van een leven als rondzwervende jager-verzamelaar naar een leven als honkvaste landbouwer/veeteler – het sedentaire bestaan. In mijn taal: de jager-verzamelaar als ideaal voor de ‘mannen-man’ en de landbouwer/veeteler als de ‘verwijfde man’. Eerder dit seizoen schreef ik een wedstrijdverslag van de thuiswedstrijd tegen Hajraa, waarin ik stelde dat onze ‘dorpse mentaliteit’ effect sorteerde op de tegenstander die uit de ‘grote stad’ kwam en waar glutenvrije smoothies, genderneutraliteit en import-Brabanders elkaar afwisselen (in hun mentale raamwerk, niet in fysieke zin uiteraard). De dorpse mentaliteit werd zichtbaar dankzij deze teamelementen: oerkreten schreeuwen naar elkaar, elkaar opjutten in een opzwepend haka-ritueel dat nu vaste prik geworden is voor iedere set en noeste arbeid verrichten in de wedstrijd. Helaas werd de thuiswedstrijd verloren met 2-3, tijd voor zoete wraak in de lichtstad van het zuiden: Eindhoven. Tijd om de neanderthaler in ons weer naar boven te halen; de jagers-verzamelaars van weleer.
Heren 2 heeft sinds begin dit seizoen een mascotte. Een mascotte in de vorm van Remko van Aarst. Je zou hem het beste kunnen omschrijven als een geluksmascotte, want iedere wedstrijd dat hij meespeelt levert ons team de broodnodige punten op. Hij kan er helaas niet iedere wedstrijd bij zijn, want partner Arna werkt regelmatig in de weekenden en er moet iemand op hun dochters passen. Maar Remko maakt veel goed wanneer hij er wel is: aardig beukwerk waarbij hij grimassen op zijn gezicht tovert die er niet om liegen, gedegen tactisch spelinzicht waardoor hij de gaten in de verdediging van de tegenstander weet bloot te leggen en regelmatig laat hij zowaar een menselijke kant zien in plaats van de volleybalrobot die hij is.
Hij was erbij dus, evenals de andere zeven godenzonen die Heren 2 completeerden in de studenten-sporthal van Eindhoven. Wie er niet bij konden zijn waren Lars en Jülf, want schoonfamilie/het meisje gaat voor de sport. Geen captain, maar Mark Wijgerde stond klaar om de vacante positie voor deze wedstrijd in te vullen.
De wedstrijd verliep niet zo soepel als die van een week eerder. Waar Heren 2 toen in een flow zat, moest deze zaterdag gewerkt worden. Aanvallen pakten niet altijd lekker uit, als spelverdeler maakte ik een aantal keuzes die niet helemaal uit de verf kwamen en het wedstrijdgevoel was er nog niet die eerste set. Toch pakten we de set met 25-23 en dat resultaat zorgde voor een enkele glimlach. De tweede set verdween die glimlach als sneeuw voor de zon. Niets lukte en de frustratie nam mettertijd toe: een 25-13 nederlaag was een beschamende vertoning en meteen maakte angst zich van ons meester: “We zullen ons goede voornemen voor 2018 – wedstrijden blijven winnen – toch niet al in de tweede pot van het jaar de das omdoen?!”
Met Mark als spelverdeler, Bram als diagonaalspeler en Remko als passer-loper kreeg Heren 2 weer wat kleur op de wangetjes in de derde set. Wat zeg ik, kleur op de wangen… we stonden in vuur en vlam! Er werd naar hartenlust verdedigd, geblokt en de aanvallen resulteerden steeds vaker in een punt. Hajraa wist het niet meer en hun coach wisselde spelers alsof er zes voetballende Pietertjes van den Hoogenbandjes in het veld stonden. Ze kregen geen vat op ons en met 25-14 regen wij de set aan onze zegepaal. Meer dan genoegdoening voor de verloren set. Nu was het zaak door te pakken en in de vierde set liet Heren 2 zien dat na een half jaar zoeken, afstemming en inpassing er een volwaardig team staat dat mee kan doen in het linkerrijtje van de rangschikking: een 25-17 setwinst leverde een 1-3 uitoverwinning op.
Komend weekend wachten wij ODI uit Middelbeers in De Wetering op. We hopen de 3-2 nederlaag eerder dit seizoen weg te poetsen. Feit blijft dat het dorp Middelbeers veel parallellen heeft met het dorp Kaatsheuvel. Alleen nergens in Brabant treft men nog neanderthalers aan. Om in ‘neandertaal’ te spreken: “We zullen ze aan hun haren onze grot inslepen, uitwonen, na negen maanden infanticide plegen en we zullen ze huilend in de rimboe achterlaten. OORAH!”
Jos
1 note
·
View note
Quote
In 1988 zendt de NOS bijna een uur uit van Milaan -San Remo. Geniet hier van de beelden becommentarieerd door Mart Smeets. Weet jij nog wie er in 1988 won? Nee? Niet opzoeken dan, en bekijk deze beelden. Bekijk of San Kelly, Moreno Argentin, Eric Vanderaerden en Adriano Baffi hun favorietenrol kunnen waarmaken. Toch een beetje Milaan-San Remo in dit weekend! Vanavond publiceren we de uitslag en het wedstrijdverslag. Bron: YouTube Test
http://sportkroniek.blogspot.com/2020/03/live-21-maart-1988-milaan-san-remo.html
1 note
·
View note
Text
Mijn eerste korfbalwedstrijd
Gisteren had ik mijn eerste korfbalwedstrijd. Nou een soort van. Het was een oefenwedstrijd tegen Phoenix 4. En het was ook niet helemaal de eerste, ooit heb ik nog wel eens meegedaan aan schoolkorfbal maar dat tel ik niet mee. Dat ik op mijn 47e begin met korfballen is wellicht wat raar. Maar na jaren langs het veld begon het te kriebelen en sta ik dus nu in het veld. En hadden we gisteravond…
View On WordPress
0 notes
Text
IJsseloever D1 - Westerpark D1
Om mee te kunnen doen met de grote jongens was het afgelopen zondag noodzaak te winnen. Daarnaast is IJseloever een oude bekende. Ik hoor de hersentjes kraken. Maar inderdaad, misschien niet voor jullie, wel voor ons. Wij stonden oog in oog met deze ploeg op de laatste dag van ons teamweekend vorig jaar. Ik kan je vertellen; echt scherp keken wij deze dames niet in de ogen die dag. En ook onze coach Jim kwam liever de coach niet onder ogen. Maar helaas. Geen tijd om groen boven de wc te hangen, wel om over deze groentjes in de tweede klasse te praten.
Nadat we alle ins and outs van de tegenpartij in ons hoofd hebben gestampt, huppelen we richting het veld. Het duurt even voordat we ook daadwerkelijk het veld op mogen, maar als we met onze schoentjes de groene mat aantikken is er focus. Saar wordt door maar liefst drie meiden op hoog tempo ingespeeld en de rest doet fanatiek balbezit. Alle spullen worden verzameld, we geven de tegenstander en scheidsrechters een hand en Fré roept ‘Eén hoeraatje voor de scheidsrechter, IJsselstein (IJsselstein, IJsseloever, 1 pot nat) en onszelf, hiep hoi!’ Let’s go!
IJsseloever heeft afslag en wij zetten druk. Dit is het plan en al snel weten we de bal op hun helft te onderscheppen. De toon is gezet en we houden ons aan de afspraak om in de eerste tien minuten alles te geven en minimaal 1x te scoren. Oké niet geheel aan de afspraak dan. Ondanks de goede aanvallen en het felle spel ligt de bal nog niet achter de keepster van IJsseloever. Het is een kwestie van tijd zou je denken. Maar helaas. Waar wij vele aanvallen nodig hebben, hebben zij er aan eentje genoeg. De bal wordt vanuit achter hard naar voren gewerkt en komt bij een spits van IJsseloever terecht. En het mag gezegd worden; deze meiden zijn handig. Op hoog tempo lopen ze de bal via de achterlijn de cirkel in. Gelukkig staat daar onze keep Saar. Maar er is nagedacht en de spits lobt de bal gecontroleerd over Saar heen. 1-0. Ondanks het tegendoelpunt blijven we goed spelen en zetten we aanval na aanval op. Jammer genoeg niet met resultaat en door minder verdedigend werk aan onze kant valt ook het tweede doelpunt in het doel van Saar. 2-0. Zo gaan we de rust in.
In de tweede helft wordt achterin de bal in de kom gespeeld en uiteindelijk vallen er gaatjes. Lies wordt aangespeeld maar laat op slinkse wijze de bal door en zet de tegenstanders op het verkeerde been. Hierdoor komt de bal perfect bij onze spits Marcela die wel weet hoe ze dit afstraft. Met een backhandje ligt de bal in het doel van IJsseloever. Eindelijk. 2-1. Daarna gebeurt er iets opmerkelijks; de bal wordt door IJsseloever buiten de cirkel richting ons doel gespeeld en deze belandt ongelukkig achter Saar. 3-1, zou je denken en dat dacht de scheids ook. Maar niemand van IJsseloever heeft de bal in onze cirkel aangeraakt. Tiel gaat verhaal halen en de scheids geeft ook aan dat niemand van IJsseloever de bal heeft aangeraakt in de cirkel. Hij heeft niet door dat dit geen regel is en heeft ook geen behoefte aan een opfriscursus van Tiel. Het doelpunt telt en IJsseloever mag de bal uitnemen. Ben je scherp? Want, HOE DAN? Goed. Het mag duidelijk zijn dat deze man andere regels hanteert. Na wat ophef gaan we weer door. In de laatste tien minuten weet Fay nog een balletje het tegendoel in te lopen. 3-2. We hebben het scoren te pakken en het derde doelpunt komt. Maar helaas, zo veel tijd hebben we niet meer. Het fluitsignaal klinkt. 3-2 is de eindstand.
Meer woorden ga ik er niet aan vuil maken. Na de wedstrijd rijden we nog even snel langs Maarssen om onze heren aan te moedigen. Die hebben gelukkig wel gewonnen. Zo gaan er toch nog een paar punten mee naar Amsterdam. Nu weer focus op aankomende vrijdag én zondag; het wordt een druk hockeyweekend. Zondag spelen we thuis tegen Bennebroek D1, zien we je daar? Gezellig!
0 notes
Text
Wedstrijdverslag kv Fortissimo
IJSSELSTEIN - Fortissimo – Keizer Karel 20-11 (12-3). Voor zowel Fortissimo als de tegenstander van zaterdag, Keizer Karel, stond er nog van alles op het spel. Fortissimo doet volop mee voor de bovenste twee plekken en Keizer Karel is aan het proberen om het vege lijf in de derde klasse te redden. De eerste ontmoeting in Nijmegen liep uit op een teleurstellend gelijkspel. In de zaalcompetitie had Keizer Karel een wedstrijd voor promotie naar de tweede klasse verloren van Woudenberg dus blijkbaar had Keizer Karel de sleutel naar succes gevonden.
Gevarieerd aanvalsspel en goed geconcentreerd verdedigen waren de belangrijkste elementen in de eerste helft. Het werd 12-3 in de ruststand. Het was duidelijk dat Keizer Karel er in de tweede helft geen wedstrijd van wilde maken en ging met zeer vertragend korfbal de wedstrijd naar het einde slepen.
Een natte periode bleek in het voordeel van de bezoekers uit Nijmegen. Tijdens de regen werd het verschil teruggebracht tot 4 doelpunten. In het laatste kwart van de wedstrijd kon Keizer Karel nog maar 1 treffer laten noteren terwijl Fortissimo het scoren weer konden oppakken en er 6 treffers tegenover stelden. Het verschil van 9 doelpunten stond ook aan het einde van de wedstrijd op het scorebord. De degradatiezorgen zijn voor Keizer Karel nog niet verdwenen.
Koploper DWS verspeelde een punt in Huizen. DWS speelt volgende week tegen Keizer Karel in Nijmegen waarbij de verwachting is dat de ploeg uit Kootwijkerbroek geen kind heeft aan Keizer Karel. De laatste wedstrijd van DWS is tegen Tiel en daar is de kans veel groter dat ze punten gaat verspelen.
Nog twee lastige tegenstanders, volgende week Devinco die ook nog een theoretische kans heeft op de tweede plek en het uitgespeelde Luno. Eén punt uit deze twee wedstrijden verzekerd Forissimo in ieder geval van weer een promotiewedstrijd. Het belooft dus een spannend slot van de competitie te worden.
0 notes
Text
Waar is het zilveren balletje van Sikke de Vries?
Door: @ Eddy de Vries.
Gepubliceerd in ‘De Keatsfreon’ en de Harlinger Courant in 2015.
Wanneer komt het moment dat je je als kind gaat interesseren voor je familiegeschiedenis? Hoe oud zal ik toen zijn geweest? Ik weet het niet meer. Wat ik wel weet: Ik heb mijn opa en oma van vaders kant nooit gekend, mijn oma is al in de jaren ‘50 overleden en mijn opa stierf in 1969 toen ik nog maar één jaar oud was. Wat ik uit de verhalen over mijn opa wel weet, dat hij eens koning moet zijn geweest. Wat maakte dat mijn vader, mijn broer en mijzelf dan? Prinsen?
De medaillekast van opa
Dat vraagt, vanzelfsprekend, om een uitleg. Helaas, of misschien wel gelukkig, vertelde mijn vader destijds dat er geen blauw bloed door onze aderen stroomt. Zijn vader moet echter een erg goede kaatser zijn geweest. Als hij een belangrijke wedstrijd won waarbij hij de beste van het team was, werd hij tot koning uitgeroepen. Ik wist toen nog niet dat een wedstrijd eigenlijk een partij heette en een team een partuur. Mijn vader haalde destijds een pakketje, ingepakt in een deken uit de slaapkamer en toen hij die deken weghaalde zag ik een klein bruin gelakt houten kastje met een glasplaat ervoor. In het kastje hingen enkele blinkende medailles en twee lepels. We haalden een voor een de gewonnen prijzen van de koperen haakjes en lazen de tekst op de achterkant. Achter op het medaillekastje zat een envelop geplakt met daarin een mooie oude zwart-wit foto van mijn opa. Daarop stond geschreven: S. de Vries. Won twee maal de P.C. Eenmaal koning. 1915. Op zijn borst prijkten vijf medailles en om zijn nek hing een grote glimmende bal aan een lint. “Waarom hangt die bal niet in de medaillekast”, vroeg ik mijn vader. Het bleek om een zogenaamde wisselprijs te gaan en als herinnering aan die koningsprijs kreeg de winnaar een kleiner exemplaar overhandigd, ter grootte van een flinke knikker. Dat zilveren balletje zou voor altijd eigendom van mijn opa blijven. Maar waar die kleine zilveren bal was, wist mijn vader jammer genoeg niet. En tot op de dag van vandaag is het kleinood onvindbaar
Jong in Harlingen
Sikke de Vries werd in Harlingen geboren op 1 november 1888, uit een geslacht van slepers en koperslagers. Zijn geboortehuis is nog te vinden in de Comediesteeg, een smal steegje aan de Lanen in het centrum van de stad.
Geboortehuis van Sikke de Vries. Foto: Eddy de Vries
Sikke was de jongste van vier zonen. Of zijn vader en de drie broers kaatsten, is niet met zekerheid te zeggen. Wel is terug te vinden dat er een S. de Vries op 29 augustus in 1910 bij de senioren deelnam aan een kaatswedstrijd, ter ere van het 10-jarig bestaan van de Harlinger kaatsvereniging Eendracht en toen de eerste prijs in de wacht sleepte. Diezelfde dag won Sikke de Vries de derde prijs in de jongste klasse.
Toen hij 11 jaar was overleed zijn moeder, waarna zijn vader (ook Sikke genaamd), een jaar later hertrouwde. Zijn broers Jouw en Simon, die ook koperslager waren, emigreerden samen naar Grand Rapids in de Verenigde Staten. Zijn broer Klaas vertrok eerst naar Gelsenkirchen in Duitsland maar ging al snel zijn broers achterna en ook hij vestigde zich in Grand Rapids. Sikke bleef bij zijn ouders in Harlingen wonen.
Sikke kaatst al op jonge leeftijd, en wint prijzen in Arum, Menaldum, Bolsward en Pingjum. Er wordt in zijn jeugd veel gekaatst in de havenstad. Zo rond de eeuwwisseling is er een redelijk grote kaatsgeneratie ontstaan die wordt onderverdeeld in drie groepen. De groep met de wat oudere jongens kaatst in Harlingen op de betere veldjes, net als de ‘eliteploeg’, mannen en jongens van goede komaf. De derde ploeg bestaat uit jongere kaatsers, waaronder Sikke de Vries. Zij hebben geen vaste plek om te hun sport te beoefenen. Soms spelen ze op een weiland en dan ziet men ze weer bezig op een strook grond aan de Havenweg. Zo nu en dan worden ze daar door de politie weggejaagd. In de zomer van 1903 ontdekken de jongens een mooi veldje achter de houtschuren aan de Bolswardervaart. Dit stukje gemeentegrond ligt niet aan de openbare weg, waardoor de politie hen niet stoort tijdens hun spel. De opzichter ‘der stadslanderijen’ denkt daar echter anders over en jaagt ze weg. Sikke gaat dan samen met een vriend naar de burgemeester. Van de Burgervader krijgen ze toestemming om op het veld achter de houtschuren te kaatsen. En daar ligt de basis voor het jongenskaatsen in Harlingen. In 1904 geven enkele jongens zich op voor een kaatspartij in Franeker. Ulbe Posthuma wordt daar koning en neemt als ‘vertegenwoordiger’ van een jonge generatie prijskaatsers de krans mee naar Harlingen. Op een zekere dag meldt zich een jongen bij deze groep met de vraag of hij mee mag doen. Hij wordt weer naar huis gestuurd met de opmerking: “Dou kanst ommes niet kaatse seun.” Later zou deze jongen de Bond en vijf keer de PC winnen. Die jongen was Ids Roukema.
In het spoor van vader
Door de emigratie in 1906 van zijn twee broers naar Grand Rapids wordt van Sikke verwacht dat hij nu mee gaat draaien in de zaak. Hij is handig, sterk en kan nauwkeurig werken. Harlingen was een tijdlang Admiraliteitsstad geweest en dat had de inwoners geen windeieren gelegd, ook de familie de Vries niet. Het was hen als slepers en koperslagers altijd relatief goed gegaan. Maar tegen het eind van de 19e eeuw worden de omstandigheden zwaarder. Veel industrie, waar eerder goed aan werd verdiend, verdwijnt en het wordt steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden. Door de agrarische crisis eind 1900, vertrekken veel boeren uit het omliggende gebied waardoor de vraag naar melkbussen en melkemmers bij de koperslagers afneemt. Ook de vraag naar ‘huishoud-koper' wordt minder omdat dat steeds meer machinaal wordt geproduceerd.
Gelukkig zijn er altijd nog de zomerinkomsten. Voor schoon regenwater zijn er goede dakgoten, regenpijpen en –tonnen nodig en aangezien de Harlingers daaraan zelf niet of nauwelijks onderhoud plegen, hebben Sikke en zijn vader daar in die periode een extra bron van inkomsten door. Nu Sikkes broers zijn geëmigreerd, is hij ook degene die wel eens de Hervormde Grote Kerk, of de vroegere Dom van Almenum moet beklimmen om het haantje van de toren te halen voor onderhoud. Als hij op een dag boven in de toren zit, kijkt hij naar beneden naar het klooster waar de jonge nonnetjes langs lopen en hij kan het niet laten iets te roepen. Een van de nonnen roept terug: “Pas maar op, protter (spreeuw), dat je er niet af valt”. Protter, het wordt zijn leven lang een bijnaam.
De eerste slagen in ‘it grutte spul’.
In 1906 doet Sikke de Vries voor de eerste keer mee op de PC. Hij kaatst met Goslinga uit Dronrijp en Hiemstra uit Sint Jacobiparochie. Ze sneuvelen in de tweede omloop. Het duurt dan nog wel even voordat zijn carrière echt los komt. In 1908 komen we de naam van Sikke tegen bij een Kermispartij in Harlingen. Hij kaatst daar samen met de Harlinger broers Ulbe en Bouke Posthuma in, zoals men dat toen noemde, een ‘vrije partuurformering’. En dat gaat aardig naar wens. Er doen 17 parturen mee en ze dringen door tot de finale, waar ze de ‘oude’ Jan Reitsma, Minze de Vries en Klaes Terpstra tegenkomen maar ze kunnen het nog niet bolwerken tegen deze gerenommeerde tegenstanders. Het zal die dag wel laat zijn geworden want er wordt een extra tram ingezet die ‘s avonds nog naar Witmarsum rijdt.
De tijd is aangebroken dat de Harlingers van Kaatsvereniging Eendracht beter worden in het spel en meerdere malen thuis komen met een eerste of een tweede prijs. Sikke doet lang niet aan alle wedstrijden mee omdat hij natuurlijk ook om ‘de zaak’ moet denken. Daar waar mogelijk, gaat hij kaatsen en op zulke dagen runt vader de koperslagerij aan de Lanen.
Sikke de Vries omstreeks 1912. Foto: Eddy de Vries
Een sterke linkerarm
Ook een andere Harlinger, Ids Roukema ontwikkelt zich prima. Roukema en Sikke de Vries zijn goede kaatsmaten, maar niet echt bevriend, daarvoor liggen de karakters te ver uit elkaar. Sikke is een bedaarde man met een goed gevoel voor humor en hij is als koperslager gewend minutieus werk te leveren. Roukema is visverkoper, en meer een ‘rûchhouwer’ Hij is niet op zijn mondje gevallen en soms roert hij zich dan ook flink in het veld. Meestal heeft hij met zijn kwinkslagen het publiek op zijn hand maar zijn gevloek wordt niet altijd gewaardeerd. Maar de mannen hebben respect voor elkaars kaatskwaliteiten en hun carrières lopen redelijk parallel.
Ondertussen is van Sikke de Vries tot 1912 in de uitslagen op het hoogste niveau eigenlijk niet veel te bespeuren. Maar zijn spel wordt gaandeweg beter en zo links en rechts wint hij eens een prijsje. Men krijgt meer en meer respect voor zijn prestaties en zo treedt hij toe tot de groep die Harlingen als kaatsstad op de kaart weet te zetten. Als voorinse ontwikkelt zich tot een van de besten van zijn tijd. Zo wint hij eens de prijs voor de meeste bovenslagen in één partij, maar liefst 13 keer weet hij de boven te passeren. Met zijn krachtige linkerarm wint hij in Dokkum eens de prijs voor de verste slag en voor zo’n zelfde prestatie ontvangt hij in 1910 in Den Haag een zilveren beker.
In juni 1912 wint hij in Dongjum met Sytse Vijver en Nanning Staalstra, beide uit Franeker, de tweede prijs. Een maand later wint hij in Harlingen bij KV. Eendracht, samen met Sj. Dijkstra uit Tzummarum en I. Aukema uit Franeker de eerste priis die bestaat uit ƒ60,-- en drie vergulde zilveren medailles. De medailles worden aangeboden door de directie van de N. V. Albino-Maatschappij uit Groningen, een onderneming die handelt in koloniale waren, koffie en thee. Van de finale verschijnt in de Leeuwarder Courant van 12 juli een bijna compleet en in ieder geval spannend wedstrijdverslag. Opvallend is hierbij dat er twee keer een pauze wordt ingelast en Sikke in de eerste pauze ‘wat’ bier haalt. Tegen alle verwachtingen in verslaan ze het partuur van de Harlinger Jan de Windt. Tjeerd Wieberens Kooistra van Dokkum en Hendrik van Haitsma uit Franeker. Sikke wordt in zijn eigen stad tot koning uitgeroepen.
Eerste winst van een Harlinger op de PC
Die winst in Harlingen wordt de opmaat voor de PC van dat jaar. Sikke heeft tot dan toe twee eerste prijzen, twee tweede prijzen en een derde prijs behaald. Hij heeft voor de belangrijkste partij van het jaar een partuur gevormd met de student, en latere dominee, Rinse Brink uit Oosterlittens als opslager en Sijbolt Tigchelaar uit Dronrijp als achterinse en voor minst opslager. Ze kaatsen die dag zeer goed en komen in de finale Jan Reitsma van Pingjum, Catrinus Werkhoven en Rein Zaagemans tegen, beide inwoners van Witmarsum. De verwachting is dat het laatstgenoemde partuur - het koningspartuur in die tijd - wel zal winnen. Hoe anders zal dit uitpakken. ‘Brink sloeg aan de opslag uitmuntend op, terwijl in het perk Tigchelaar en de Vries verbazend op dreef waren’, schrijft de Leeuwarder Courant een dag later. Toen ‘Jonge Jan’ wat begon te ‘knoffelen’ aan de opslag, nam Catrinus de bal voor ‘best’ over en ook in het perk ruilde men van positie, Zaagemans kwam voorin. Het mocht niet baten en ieder nam weer zijn eigen plaats in. Het zou niet meer goed komen. Zonder ook maar één eerst te behalen winnen de Vries, Brink en Tigchelaar. Ze gaan naar huis met twaalf gouden Willems, uitgeloofd door de commissie, en drie zilveren erekruisen, uitgeloofd door mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe Slooten, Commissaris der Koningin in Friesland. Tigchelaar wordt tot koning van de partij uitgeroepen. Maar een historisch feit heeft zich voorgedaan, een Harlinger wint voor het eerst de PC. Sikke sloot er niet alleen fraai sportief kaatsjaar mee af, ook financieel was het een mooi ‘ynstruierke’. Naast de prijzen die in natura werden uitbetaald, verdiende hij dat jaar met zijn prestaties ƒ 85,--
Op de PC van 1913 vormt hij een partuur met Otte Postma van Makkum als opslager en wederom met Sijbolt Tigchelaar als achterinse. Ze komen niet verder dan de tweede lijst. Op de Bond vertegenwoordigt hij dat jaar met Ids Roukema en Ulbe Posthuma de kleuren van KV Eendracht, nadat ze zich bij de voorwedstrijd in Tzummarum hadden geplaatst voor de eindstrijd. Ze behalen op de Bond de derde prijs.
In Dronrijp, wint hij samen met F. Veenstra en D. Goslinga van Dronrijp de tweede prijs. Op de Odehovedag in Leeuwarden wint dit partuur nog wel ƒ 15,- met een derde prijs maar de LC schrijft een dag later dat Sikke slecht op dreef was.
Oorlog
In 1914 breekt de eerste wereldoorlog uit. Nederland blijft neutraal maar Sikke wordt wel gemobiliseerd. Hij is gelegerd in Den Helder op** het fort Batterij Kaaphoofd en dient bij het **regiment Jagers. Bij het begin van de mobilisatie liggen er zeemijnen opgeslagen in de drie nog aanwezige loodsen op het fort. De inkwartiering vindt plaats in tenten, fortificaties, kazernes, schepen en in scholen. De voornaamste taak van het leger is: “Strenge handhaving van de neutraliteit”. Een aanval op Den Helder wordt niet uitgesloten.
Sikke de Vries als gemobiliseerd militair. Foto: Eddy de Vries
Na de val van Antwerpen in 1914 vluchten veel Belgen naar Nederland, waar ze opgevangen worden in interneringskampen in Sondel (Gaasterland), Harderwijk en Zeist. Onder deze vluchtelingen bevinden zich veel goede kaatsers, zoals George Herphelin, Emile Hoyois en August van Lierde. De NKB levert hen Friese kaatsballen en zo bekwamen de Belgen zich in de Friese sport. In 1910 en 1913 doen er al Belgen mee aan de PC. In het begin leggen ze het nog wel af tegen de Friezen omdat hun opslag nog niet sterk genoeg is maar de mannen trainen veel en op een zeker moment is August van Lierde zelfs zowel rechts- als linkshandig. Van Lierde en zijn maten oefenen zelfs in de winter als er sneeuw ligt. Ze hebben daar ook alle tijd voor want het is hen verboden in Nederland deel te nemen aan het arbeidsproces. Opmerkelijk is dat van Lierde Fries heeft leren spreken om zo beter met de mensen in Friesland te kunnen communiceren.
In dat eerste oorlogsjaar wint Sikke de Vries slechts twee prijzen; een derde en een vierde. Voor het daarop volgende jaar heeft hij zijn doelen hoger gesteld. In 1915 behaalt hij twee keer een eerste prijs, vijf keer de premie en één keer de kleine premie. Op 14 juli gaat in datzelfde jaar de kermis in Harlingen niet door. De reden hiervan is niet bekend maar het stadsbestuur zal het niet erg gevonden hebben want er wordt in Harlingen namelijk behoorlijk wat gedronken, met alle vervelende gevolgen van dien. Per hoofd per jaar wordt er landelijk ƒ 7,83 aan alcohol besteed maar in Harlingen ligt dat beduidend hoger, namelijk ƒ 13,48. Het kaatsen gaat echter wel door, aangezien het bestuur van KV Eendracht op het standpunt staat ‘dat kaatsen niet op één lijn gesteld mag worden met openbare vermakelijkheden. En omdat er behoefte gevoeld wordt aan gezonde lichaamsbeweging en daarmee bovendien het schoonheidsgevoel tot uiting komt’. Dat het goed gaat met de kaatsvereniging Eendracht blijkt uit hetzelfde artikel van de Harlinger Courant: “Bovendien is er een gebouw verrezen op het kaatsland. Een bergplaats voor materialen, gebouwd door de heer Westra en onder toezicht van de heer Krijtenburg. Het is een gebouw van 10.4 m. bij 4.40 m. en bestaat uit een pakhuis met bovenverdieping. De vloer is van beton en een regenbak met water voorziet in de behoefte van wasgelegenheid voor de kaatsers. Er is een kleedkamer met opbergkast en een nieuw gebouwde toiletinrichting. Het Eendracht bestuur roept op ‘aan den Heeren Patroons’ , hun personeel die woensdagmiddag de 14e vrijaf te geven, aangezien dit volgens hen het ‘welslagen van de wedstrijd zal bevorderen’.
Koning op de PC
Vanaf nu is Sikke al in de ban van de naderende PC maar er moet eerst nog in Harlingen gekaatst worden. Hij loot partuur vier, samen met Anne Smidts en Sijbolt Tigchelaar. In de finale komen ze partuur acht tegen dat bestaat uit R. Brink, H. Planting en Ids Roukema. De Harlinger Courant vermeldt dat Ids ‘zich verstandig toont, door niet meer op het publiek te werken maar de ballen daar te brengen waar hem dit voordelig is’. In de spannende finale worden de eersten om en om verkaatst. Het publiek raakt geheel in vervoering en het is daarbij ook nog eens prachtig weer. In het laatste spel komt het partuur van Sikke achter met 6-0. Men loopt in en Sikke slaat boven waardoor het 5-5 en 6-6 wordt: ‘Alles aan de hang’. Het publiek trilt van emotie. Partuur nummer 8 wint uiteindelijk door een zitbal van Ids Roukema die ook tot koning van de partij wordt uitgeroepen.. De eerste prijs levert ƒ 60,- op en de tweede ƒ 30,-. Dit was voor Roukema in alle opzichten een ‘boppeslach’. Ids was n.l. gemobiliseerd (in Chaam, Noord-Brabant) maar had met veel moeite toestemming van de commandant gekregen om die dag in Harlingen te kunnen kaatsen.
Op maandag 19 juli kaatst Sikke de Vries met Otte Postma uit Makkum en Bouke Tolsma, afkomstig van Arum. Ze winnen de derde prijs, die goed is voor ƒ 6,-. Dan is het op 4 augustus 1915 eindelijk zover, de PC! Nadat het de dagen daarvoor behoorlijk slecht weer is geweest met veel regen, is het deze ‘Fiifde Woansdei’ prachtig weer. Om 09.00 uur begint het kaatsen in vier perken, twee op het hoofd- en twee op het bijveld.
Sikke kaatst met de Franekers Hendrik van Haitsma en Jacobus Jellema in partuur nummer 12. Van Haitsma en Jellema hebben Sikke gevraagd met hen een partuur te vormen. Ze zijn onder de indruk van wat ze van hem hebben gezien. In de eerste omloop verslaan ze het partuur van Klaas Pollema, Sietze van der Meulen en Jacobus Osinga. Het verliezende partuur krijgt slechts één eerst. In de tweede omloop volgt ‘een vrij saaie wedstrijd,’ aldus het krantenverslag. Jacobus Jellema slaat goed op, en bovenslagen van Van Haitsma en De Vries bezorgen hen de winst. Dit ten koste van het partuur van J. Jellema en G. en J. Hiemstra beiden uit Menaldum. Ter afwisseling krijgt het publiek daarna van gymnastiekvereniging Olympia een atletiek- en turndemonstratie te zien. Deze duurt van kwart over drie tot half 5.
In de derde omloop winnen Sikke en zijn maten van het geduchte partuur van Anne Smidts uit Franeker, Gerben Hoitsma uit Berlikum en zijn Harlinger kaatsmaat Ids Roukema. Er wordt in deze partij uitstekend gekaatst waarbij volgens de Leeuwarder Courant: ‘Sikke puik werk levert’. In de finale komt het succesvolle drietal tegenover een compleet Franeker partuur te staan, bestaande uit Tjalling Strikwerda, Nanning Staalstra en Machiel Miedema. Het is mooie sport wat de mannen laten zien, en de ongeveer 3500 bezoekers kunnen vaak applaudisseren. Met afwisselend geluk wordt er gekaatst tot twee spellen gelijk maar dan lijkt de vermoeidheid Staalstra c.s. na een zware dag parten te gaan spelen. Ze drijven de ballen minder ver, terwijl de tegenstander geen vermoeidheid schijnt te kennen. Ze winnen en de tegenstander komt niet verder dan de eerder genoemde twee spellen. Sikke de Vries heeft nu voor de tweede maal de PC gewonnen en deze keer wordt hij beloond met de zo felbegeerde koningstitel. De prijs bestaat wederom uit drie zilveren erekruisen en twaalf Gouden Willems. De Vries krijgt de koningsbal een jaar in zijn bezit. Later vertelt hij dat hij bij terugkomst in Harlingen door honderden mensen werd onthaald. En onderweg naar huis plukten zóveel mensen aan zijn krans, dat deze bij thuiskomst al bijna kaal was.
Een vervelend gerucht
Een tijdje later komt er een naar gerucht op gang, iets dat Sikke veel pijn doet. Het verhaal gaat dat vlak voor de finale, PC-voorzitter Koopmans, Jacobus Jellema iets toefluisterde. Sikke zou dit hebben gezien en aan zijn maat hebben gevraagd wat de voorzitter zei. Jellema vertelt dat de voorzitter hem heeft gezegd dat hij koning zal worden als ze winnen. Sikke zou hem een ‘weintsjil’ hebben geboden voor het koningschap. Of dit verhaal waar is, valt te betwijfelen. De PC-Commissie had namelijk al in 1913 een aparte koningscommissie ingesteld, waardoor niet langer de kaatsers onderling bepaalden wie van hen koning zou worden. We mogen er dus vanuit gaan dat Sikke de Vries door de keuze van die commissie tot koning is uitgeroepen.
Sikke de Vries met de PC koningsbal, 1915. Foto: kaatsmuseum
Bondsprijzen en overig eremetaal
Maar het seizoen zit er nog niet op. Op 15 augustus kaatst Sikke in Berlikum. Ondanks sterk opslaan van Anne Smidts, behaalt het partuur waar ook J. Plantinga deel van uitmaakt, slechts één eerst. Op 22 augustus schrijft Eendracht wederom haar jaarlijkse wedstrijd uit. Sikke vormt met o.a. Ids Roukema een partuur, maar op het moment dat ze het vijfde eerst binnenhalen, komt Ids zwaar ten val en trekt zich terug. Uiteindelijk wint Sikke samen met D. de Wit Jr. en D. de Groot toch de eerste prijs en gaat hij met drie zilveren lepels naar huis..
Op 5 april in 1916 houdt KV. Eendracht een historische bestuursvergadering. De administratie is op orde en penningmeester van der Meulen wordt bedankt voor zijn’ accuraat werk’. Tijdens de vergadering moet er een beslissing genomen worden over de samenstelling van het Bondspartuur. Het wordt achteraf gezien een historisch besluit. Harlingen zal uitkomen met Ulbe Posthuma, Sikke de Vries en Ids Roukema. Hetzelfde partuur kwam in 1913 op de Bond al eens met de bronzen medailles thuis. Op 2 juni kaatst Sikke in Dokkum met Wybren Kooistra en J. Rozema. Sikke is in vorm en door zijn uitstekende spel winnen ze en neemt hij ook nog de medaille mee naar huis voor de verste bovenslag.
Tien dagen later wordt de Bond van 1916 verkaatst. Het is de tweede keer dat de partij in Harlingen wordt gehouden en er hebben zich 35 parturen aangemeld. Er wordt begonnen in vijf perken en er zijn ongeveer 1200 betalende bezoekers. Het is zeer slecht weer, harde windvlagen en stromende regen hebben die dag de overhand. Het Harlinger partuur heeft concurrent Pingjum al verslagen maar als er nog zeven parturen over zijn wordt besloten de partij wegens het slechte weer te staken. Dit tot groot ongenoegen van een aantal toeschouwers. Het tramstation raakt later overvol met vertrekkende bezoekers die zelfs over de hekken klimmen om in de volle trams een plekje te veroveren. Aangeschoten jongeren veroorzaken een vechtpartij waarbij een jongeman uit de tram wordt gesleurd en tot bloedens toe wordt geslagen.
Zes dagen later wordt de partij uitgekaatst en Harlingen komt in de finale tegenover Sneek te staan. Daar hadden Sikke, Ids en Ulbe geen moeite mee, getuige de eindstand: 5-1 6-2. ’s Avonds is de prijsuitreiking in schouwburg de Harmonie te Harlingen. De eerste prijs bestaat uit een zilveren medaille en natuurlijk de Pim Mulierbal. Voorzitter IJntema is apetrots op zijn jongens. Hij zegt dat de Friezen nu nooit meer mogen zeggen dat Harlingen buiten Friesland ligt. De ‘drie stoere jonge mannen, alle waschechte Harlingers, er is geen geïmporteerde bij’, krijgen uit handen van de voorzitter een barometer uitgereikt.
V.l.n.r.: Ulbe Posthuma, Sikke de Vries en Ids Roukema. Winnaars Bondspartij 1916. Foto: Kaatsmuseum
Op 2 juli gaan dezelfde mannen naar Huizum voor een wedstrijd tussen Belgen en Friezen. Ze winnen daar de derde prijs, een bedrag van ƒ 15,- en Sikke mag weer eens de medaille voor de verste bovenslag in ontvangst nemen. Op 24 juli wint hij met Jan Reitsma en de Belg C. Hendrixs (die in Harderwijk geïnterneerd is) nog een tweede prijs, goed voor een bedrag van ƒ 15,-
Geen succes voor Sikke op de PC van 1916, die met hetzelfde partuur als het jaar daarvoor aan de strijd deelneemt. Ze hadden gehoopt de krachttoer van vorig jaar te kunnen herhalen maar in de finale verliezen ze van Rinze Brink, de Belg August van Lierde en Ids Roukema. Rinze Brink van Oosterlittens wordt koning. Een van de weinige successen van dat seizoen zal Sikke behalen op een uitnodigingspartij in Makkum. Hij komt daar in actie met Jetze Seekles en Jan Heeg en de eerste prijs gaat mee naar Harlingen. In 1917 gaan Ids Roukema, Ulbe Posthuma en Sikke weer als partuur naar de Bond in Witmarsum. Ze moeten nu genoegen nemen met slechts een derde prijs. Op 15 en 16 augustus van dat jaar maakt Sikke deel uit van een ploeg Friese kaatsers die spelen tegen Belgen, gelegerd in de interneringskampen in Harderwijk en Zeist. Op 15 augustus winnen Jan Reitsma, J. de Windt en N. Staalstra. Een dag later in Zeist nemen de Belgen, Neuray, Paternoster en Urbain revanche.
15 augustus-Harderwijk. Staand, derde van links, Sikke de Vries. Foto: Kaatsmuseum
Einde van een kaatscarrière
We komen Sikke de Vries na 1916 nog maar weinig tegen in de uitslagen en het duurt tot 1919 voordat hij weer vermeld wordt. Op de bond kaatst hij met Ids Roukema en A. van der Veen maar ze komen niet verder dan de zesde prijs. In juni van dat jaar kaatst hij in Witmarsum met Roukema en de Jong, beiden uit Wijnaldum. Hij slaat maar liefst zeven keer boven in één partij, en neemt daarvoor een zilveren medaille mee naar huis. In dezelfde maand kaatst hij in St. Jacobiparochie. Het Algemeen Handelsblad meldt echter: “S. de Vries, bekend om zijn uitslagcapaciteiten, kon er ditmaal echter niet in komen”. In augustus wint hij dan nog een premie van ƒ 15,- met de gebroeders Ids en Siebren Roukema. Het lijkt gedaan met de carrière van ‘de protter’. In 1920 wint hij nog een kleine premie, en in 1921 nog een eerste prijs en weer een kleine premie. In datzelfde jaar slaat echter het sportieve noodlot toe. Hij ‘verslaat zijn schouder’ en met kaatsen op het hoogste niveau is het dan afgelopen.
Op 7 juli 1921 trouwt Sikke met Catharina Geertruida ten Brug, dochter van een schoenmaker. Het kaatsen raakt wat op de achtergrond en hij richt zich meer op thuis en zijn werk. Door zijn vakmanschap en zijn bekendheid als kaatser heeft hij nog behoorlijk klandizie. Maar dat zal, naarmate de jaren verstrijken, minder worden. In augustus 1922 bevalt Catharina van een zoontje. Zij noemen deze nieuwe ‘ouwe seun’, natuurlijk Sikke. Tot hun groot verdriet zal dit jongetje niet oud worden, hij overlijdt twee maanden later. Op 23 oktober 1923 wordt een dochtertje geboren, Ruurdje.
Sikke bezoekt nog wel kaatswedstrijden en de sympathieke Harlinger is daar een graag geziene gast. Het doet hem wel pijn dat hij niet meer mee kan doen. Soms wordt hem gevraagd of hij bij een partij als keurmeester of scheidsrechter wil fungeren en als groot liefhebber van het spel slaat hij dat niet af. Met de koperslagerij wil het niet meer zo vlotten. In 1926 heeft hij de zaak nog wel maar nu hij ook de verantwoordelijkheid draagt voor een gezin, zullen er toch inkomsten moeten komen. Het is moeilijk om het hoofd boven water te houden en twee jaar later werkt Sikke zodoende bij Krols autogarage en rijwielhandel, die twee huizen verderop aan de Lanen zit.
Naar ‘It lân fan dream en winsken’
Op 8 juli 1929 gaat Sikke aan de slag bij de Rotterdamse Machinefabriek Braat, als ‘klinker op montage’. In deze zomer ondervinden veel bedrijven in de Verenigde Staten dat de markt verzadigd is en ze verminderen daarom hun productie. De eerste ontslagen vallen, bestedingen lopen terug en andere bedrijven komen op hun beurt in de problemen of gaan failliet. De koersen vlakken steeds verder af, wat uiteindelijk in oktober leidt tot een wereldwijde beurscrisis. De gevolgen hiervan laten ook Nederland niet onberoerd. Sikke, die nog maar een paar maanden in Rotterdam werkzaam is, ziet zijn dienstverband op 1 november helaas eindigen. Zijn loon bedraagt 55 cent per uur.
Het contact met de twee broers in Amerika is altijd goed gebleven, en zijn broer Simon heeft hem uitgenodigd over te komen om het geluk daar te gaan zoeken. Eind dat jaar vertrekt het gezin, met het schip de ‘Nieuw Amsterdam’ varen ze van Rotterdam naar Ellis Island, bij New York, waar ze op 1 januari 1930 aankomen. Na de medische keuring reizen ze door naar Grand Rapids. Sikke en zijn dochter Ruurdje laten dan hun naam ‘veramerikaniseren’. Sikke wordt Sidney en Ruurdje wordt Ruth. Catharina laat haar naam zoals die is, de Amerikanen hebben geen probleem met de uitspraak ervan. Het leven is goed voor het gezin De Vries in de Verenigde Staten. Zijn broer Simon heeft voor hem een baan kunnen vinden bij een bank in Chicago. Niet als bankier maar met zijn technische vaardigheden wordt hij daar manusje van alles. Hij kan zò goed opschieten met de directeur van deze bank, dat deze hem gratis onderdak biedt. Het gezin woont een tijdlang in het souterrain. Door de opkomst van de elektriciteit is er al snel geen plaats meer voor Sikke bij de bank. Het gezin betrekt een huis in Grand Rapids, aan La Grave 222, een lange straat waar veel immigrantenfamilies wonen. Veel Friezen kennen Sikke van het kaatsen. Op straat en in de gezinnen wordt zodoende nog veel Fries gesproken.
Tweede van links, Sikke de Vries. Het kleine meisje is Ruurdje, uiterst rechts achteraan staat Catharina. Foto: Eddy de Vries
Langzaam maar zeker wordt Sikke weer enthousiast voor het kaatsen, zijn schouder ‘houdt’ het maar of er nog vele en verre bovenslagen zullen vallen zoals tijdens zijn ‘Friese carriere’, valt te betwijfelen. Er is een kaatsvereniging in Grand Rapids, waarschijnlijk de eerste van Amerika en deze bestaat al sinds 1887 onder de naam: ‘Fryske Nocht’. De Amerikanen noemen het kaatsen: ‘Cairmblixam’. Het ‘kear em, bliksem!’ valt hierin te herkennen. Jaarlijks is er een ‘velddag’ met kaatspartij, waarbij drie clubs om de eer strijden. Er zit een kaatsclub een paar kilometer verderop in het stadje Holland en ook Chicago heeft een kaatsvereniging. Naast het kaatsen wordt er ook toneel gespeeld en gezongen. Er komen 400 Friezen kijken op die dag in 1930 en pas tegen middernacht keren de bezoekers huiswaarts. Het was toen 10 jaar geleden dat de naam van Sikke de Vries weer eens op een uitslagenlijst vermeld stond. Hij wint, samen met Joe Stoker en Roelof Blesma en Stoker wordt die dag koning van de partij.
Op Labor Day 1931, de feestdag voor de werkman in Amerika, organiseert ‘Friso’ van Grand Rapids de jaarlijkse velddag, waarbij de Friese verenigingen van Chicago en Holland uitgenodigd zijn. Maandagochtend om tien uur moet iedereen aanwezig zijn op de ‘Rifle Ranch’. Het is erg warm, schrijft Sikke aan de Harlinger Courant in dat jaar. Ze kaatsen bij zo’n 33 graden, waardoor hij erg verbrandt. “Twee dagen later kon ik de lappen vel van mijn lichaam trekken”, aldus de kaatser. Grand Rapids wint dat jaar voor de tweede opeenvolgende keer de prijs. Hij kaatst samen met Johannes Brandsma uit Makkum en J. Wip uit Dokkum. Enthousiast schrijft Sikke in een lange brief naar de Harlinger Courant: “Ik heb nog eens ouderwets gekaatst en tot mijn blijdschap werd ik ook koning van de partij”. Brandsma wordt kort na deze partij echter terug naar Nederland gestuurd omdat hij onder een valse naam de Verenigde Staten was binnengekomen.
Sikke de Vries in Grand Rapids met de gewonnen bal om zijn nek. Links Johannes Brandsma, oorspronkelijk van Makkum en rechts J. Wip, oorspronkelijk uit Dokkum. Op de voorgrond Sikkes dochter Ruurdje. Foto: Kaatsmuseum
Verder schrijft hij in dezelfde brief over de omstandigheden in de VS. Het is de periode waarin Al Capone zijn hoofdkwartier in Chicago heeft en berovingen en plunderingen zijn aan de orde van de dag, met name olie- (of benzine)-stations. De economie verslechtert snel, er zijn fabrieken waar eerst 1200 mannen 6 dagen per week werken maar waar nu nog voor slechts 50 man werk in drie dagen is. Het eten gaat op de bon maar het leven is niet zo heel duur. Veel mensen hebben hun huis op afbetaling gekocht, maar kunnen daar niet meer aan voldoen waardoor hun huis door de bank in beslag wordt genomen. Ook schrijft Sikke een verbazingwekkend stuk over de positie van de vrouw in die tijd, ze hebben het voor het zeggen. Het blijkt geen zeldzaamheid te zijn dat vrouwen drie keer trouwen, nu de man niet veel meer verdient. Ze vraagt een echtscheiding aan en trouwt de volgende week met een man die meer geld te besteden heeft.
Sikke en zijn vrouw vechten om de Harlinger Courant als die op vrijdagochtend bezorgd wordt. Hij schrijft aan de krant: “Ik verslind al gauw de sport en mijn vrouw de burgerlijke stand” Voor wat betreft de prestaties van de kaatsers van KV. Eendracht zegt hij: “ik ben er trotsch op, dat ze de voetsporen drukken van U. Posthuma, Ids Roukema en dan mijn persoontje, want wij waren de eersten die de eereteekenen aan het vaandel brachten”.
Enkele reis Harlingen
Hij besluit zijn brief met de opmerking dat hij binnenkort nog wel eens zal schrijven. Hij vreest namelijk dat de toestand in het land nog verder zal verslechteren en zijn vrees blijkt gegrond. Ondertussen kaatst hij en wint nog wel eens een prijsje maar de terugkeer naar Nederland lijkt aanstaande. Zijn dochter Ruurdje, mijn tante dus, vertelde me later wel eens dat er zulke grote kieren tussen de planken van hun huis zaten dat wanneer het regende, het binnen net zo nat werd als buiten. Midden 1934 vertrekken ze naar Nederland en gaan weer wonen in Harlingen. Ze vinden een bovenwoning aan de Heiligeweg 13a. Er komt een tweede kindje, een jongetje. Naam: Sikke de Vries.
Sikke blijft sporten, iets wat hij tot aan zijn 79ste zal blijven doen. Naast het kaatsen is hij ’s winters een verwoed schaatser. Hij wordt gevraagd om keurmeester te worden op de zijn zo geliefde PC. Dat kan hij natuurlijk niet weigeren. Hij zal zich niet meer bezighouden met de koperslagerij, maar wordt los werkman. Bij KV. Eendracht kaatst hij inmiddels bij de senioren en neemt in 1935 een zit in het bestuur. In 1938 wordt hij samen met zijn oud-kaatsmaat Ulbe Posthuma terreincommissaris. Op 3 november 1939 stopt hij met het bestuurswerk.
De tweede wereldoorlog nadert. Die oorlog zal Harlingen hard raken en ook het gezin De Vries. De familie in Amerika stuurt in het begin nog wel eens een pakket maar dit wordt al gauw door de Duitsers verboden. In 1941 zit KV. Eendracht met een probleem. De grasmat wordt grotendeels omgeploegd voor het leggen van de fundamenten voor een Duits soldatenkamp. In de oorlogsjaren kaatst Eendracht aan de Vierkantsdijk. Sikke ziet dan een lange, ietwat slungelachtige jongen die in zijn ogen wel wat kan. Hij geeft hem wel eens een tactische aanwijzing. Of het door deze aanwijzingen is gekomen, is natuurlijk niet te bewijzen. Maar wel dat die slungelachtige jongen met de naam Hotze Schuil een groot kaatser is geworden.
In 1943 wordt Sikke, die dan 54 jaar is, veroordeeld tot een boete van ƒ 50,-. Hij had namelijk gezien dat twee mannen uit een pakhuis een zak tarwe hadden gestolen. Van die tarwe kreeg hij 10 kilo, als hij zijn mond zou houden. Het kwam echter uit. Het gezin De Vries krijgt te weinig te eten en aan het eind van de oorlog is de zoon van Sikke ondervoed. Vlak na de oorlog gaat Sikke jr. dan ook naar Engeland om aan te sterken. Zijn zuster Ruurdje vertrekt naar Londen en werkt daar een aantal jaren voor Philips.
Oude liefde roest niet
Zo rond 1950 kaatst Sikke nog steeds. Zijn zoon, die dan ongeveer 15 jaar is, kan ook goed overweg met het kleine balletje maar voor hem is niet zo’n grote carrière weggelegd als voor zijn vader. Samen kaatsen ze wel eens op de dan nog autoluwe Heiligeweg, terwijl Catharina uit het raam toekijkt en haar zoon aanmoedigt. Zoon Sikke gaat naar de Ambachtsschool en wordt machinebankwerker.
Het gezin de Vries voor hun huis aan de Heiligeweg in Harlingen. V.l.n.r.: Catharina, Sikke sr., Sikke jr. en Ruurdje. Foto: Eddy de Vries
De laatste wapenfeiten van Sikke op het Friese gras komen we tegen in september 1950 en 1954.
In 1950 doet hij in Berlikum met A. Wieling en R. IJetsinga mee aan een partij voor oud-kaatsers. Ze sneuvelen in de eerste omloop met een volle telegraaf. In 1954 doet hij weer mee aan de partij in Berlikum, nu met R. IJetsinga en R. Werkhoven. Het is die dag ontzettend slecht weer, waardoor deze partij niet uitgekaatst kan worden. Door loting wordt de winnaar van de partij bepaald. Het lot valt gunstig uit voor Klaas Kuiken, Jacobus Jellema en Klaas de Jager, waarbij Kuiken tot koning wordt uitgeroepen.
In 1950 wordt het straatkaatsen in ere hersteld en de eerste editie van het Lanenkaatsen is zodoende een feit. Het initiatief komt van de familie van der Gaast, eigenaren van sigarenmagazijn ‘t Hoekje, Op het snijpunt van de Lanen en Ossenmarkt werd door de jeugd al voor de eerste wereldoorlog veel gekaatst. Aangemoedigd door de omwonenden die dan een paar centen of iets anders beschikbaar stelden en niet gehinderd door druk verkeer, was het kaatsen daar een vaak voorkomend straatbeeld. De familie Pais, die een groentezaak op de Kleine Breedeplaats heeft, loofde vaak kokosnoten of pinda’s als prijsjes uit. Sikke zal drie keer meedoen aan het Lanenkaatsen en in 1951 wint de ‘oude protter’ de eerste prijs in de oudste leeftijdsklasse.
Nog één keer in het kaatslicht
In 1953 overlijdt zijn zo geliefde Catharina. Hij blijft alleen achter met zijn zoon Sikke, die nog thuis woont en dochter Ruurdje. Ruurdje is getrouwd en woont nu aan de Zuiderhaven. Omdat haar man Jaap vaart en dus veel van huis is, doet Ruurdje grotendeels het huishouden en kookt voor haar vader en broerke. Sikke gaat nog wel vaak naar het kaatsen, bij Eendracht ontbreekt hij bijna nooit en jaarlijks is hij nog keurmeester op de PC. Tot 1965, hij is dan 77 jaar. De ogen worden minder en hij kan het snelle spel niet goed meer volgen. Op de PC van dat jaar worden hij, Jacobus Jellema en Hendrik van Haitsma, de winnaars van 50 jaar geleden, in het zonnetje gezet. Voorzitter Mr. Klaas Bijlsma bedankt Sikke voor de 50 jaren dat hij keurmeester is geweest. Bijlsma staat bekend om zijn ‘oratorische talenten’, en vergelijkt Sikke de Vries met de Romeinse keizer Gajus Julius Ceasar Augustus. “Sikke syn ryk hat it fyftich jier úthâlden, dat fan Gajus Julius mar 48”, aldus de voorzitter.
De winnaars van de PC uit 1915 bijeen op de PC van 1965. V.l.n.r.; Hendrik van Haitsma, Sikke de Vries en Jacobus Jellema. Foto: Eddy de Vries
De laatste jaren van zijn leven kuiert Sikke graag door Harlingen samen met Robbie, zijn trouwe witte keeshond. De twee zijn onafscheidelijk. Hij maakt graag een praatje en geniet volop van zijn kinderen en hun gezin. Hij is maar wat trots op zijn twee kleinzonen.
Op de avond van 27 december 1969 wordt er bij zoon Sikke aangebeld door Jaap, de man van Ruurdje. Sikke is op 81-jarige leeftijd plotseling overleden. Twee dagen daarvoor heeft hij nog bij zijn zoon en schoondochter Klaske gegeten aan de Kimswerderweg. Zij hebben twee zoons waarvan ik de jongste ben, De oudste zoon – mijn broer – was op eerste kerstdag 5 jaar geworden. Hoe hij heet? Sikke natuurlijk!
Toen ik zelf nog kaatste bij de jongens en in het afdelingspartuur van Harlingen zat, werd ik op de dorpen vaak aangesproken. Oude mannen met hun onafscheidelijke witte petten hadden de lijst bekeken en zagen dan een ‘de Vries’ uit Harlingen staan. Steevast werd me dan gevraagd, of ik een van ‘die protter’ was. Na dit te hebben beaamd, kreeg ik al die bijzondere kaatsverhalen te horen. Bij het Lanenkaatsen kreeg ik wel eens wat tips en trucs van ene Hotze Schuil. ‘Dien opa hielp mie oek wel us op gang, seun’, zei hij dan.
Terwijl ik over de laatste zin nadenk, kijk ik even naar rechts van mijn bureau, naar de medaillekast van opa. Nog steeds blinken daarin de medailles en de lepels en een gevoel van trots kan ik daarbij niet onderdrukken. Maar nog steeds mist daarin dat ene bewijs dat hij koning was op de PC van 1915. Waar is toch dat zilveren balletje van Sikke de Vries?
1 note
·
View note
Photo
Foto's van de wedstrijd van afgelopen zondag 06 oktober 2019 LEO (Loon) 1 (zon) - FC Assen 1 (zon) 5 - 2 Met dank aan de fotograaf Bert Kleiker voor het wedstrijdverslag zie :https://www.vvleo.nl/113/33372/uitslagen/wedstrijd-details/?tab=3 https://www.instagram.com/p/B3aR2oppSxs/?igshid=rgol8wtsg4y7
0 notes
Text
Flevo boekt regelmatige overwinning op Duinrand S. DWOW de bietenbrug op in Waarland. CVW wint vijfde keer op rij.
Sportnieuws: 'Flevo boekt regelmatige overwinning op Duinrand S. DWOW de bietenbrug op in Waarland. CVW wint vijfde keer op rij.'
SCHOORL – Met een voor Flevo-begrippen kleine uitslag, de Middenmeerders wonnen in Schoorl met 0-4 van nummer 9 Duinrand S, is het aftellen wanneer de vlag in top mag. Na de afgelopen jaren in de 4e klasse toch vooral een rol in de marge te hebben gespeeld is het kampioenschap vandaag weer een flinke stap dichterbij gekomen. WAARLAND– DWOW liep al na 2 minuten achter de feiten aan. De defensie en…
View On WordPress
0 notes
Text
The Match-Report from @fceindhoven - @adodenhaag is here! 🙌🏻 Read the complete story about the game yesterday on our website via the link down below. 😉 It was interesting to see how both teams suddenly switched roles on the field… ⚽️ | #stickersandscarfs #kkd #keukenkampioendivisie #fceado #fceindhoven #fce #adodenhaag #janlouwersstadion
0 notes
Text
Koud, kebab, killersmentaliteit (?), kleedkamerteabag…VCE/PSV 3 – Heren 2 (9-2-’17;1-3)
Zaterdagavond 9 december. Waar vele gezinnen nog een verlate pakjesavond ingelast hadden omdat Sinterklaas gedurende de week ervoor nog met wat activisten in de clinch lag, mocht Heren 2 afreizen naar de grootste stad van Brabant; de lichtstad, 040 in de volksmond of Eindhoven voor intimi. De andere Condorteams streden in De Wetering voor de overwinning, Heren 2 mocht om 19.00 uur de eer buitenshuis verdedigen. De nummer laatst stond op het programma. ‘Dat klusje zouden we wel even klaren’, was de gedachte…
De opmaat naar de wedstrijd begon al goed. Ondergetekende meldde zich met verkleumde handen én een chagrijnige blik van de hoofdpijn die zich in zijn voorhoofdsholte ontwikkelde bij de restanten van De Werft. De hele ochtend had hij een politieke-romantische utopie nageleefd (wel succesvol en leuk!), door zich onder te dompelen in een Charles Dickens-outfit, terwijl het een Anton Pieck-achtige setting was. Als je nog niet schizofreen was, dan werd je het wel.
Goed, bij aankomst op het parkeerterrein bij de restanten, werd door eenieder opgemerkt dat er één iemand ontbrak. De man aan wie een heel wedstrijdverslag gewijd is eerder dit seizoen; onze Sander Gelevert. Navraag leerde dat hij niet kwam, maar of dat nu helemaal handig gecommuniceerd was, daar lopen de meningen over uiteen. Vanavond op de training (14 december red.) een pak slaag dus!
Zonder Sander als middenaanvaller, maar met Remko als jokertje, vertrok de bonte stoet van negen man richting Eindhoven. Bont vooral omdat sommige personen niet konden wachten tot ‘The Last Jedi’ uit zou komen en daar een winterse Yoda-muts uit de kast voor hadden getoverd. Zag er goed uit, Pietertje!
Eenmaal aangekomen in de wedstrijdhal en met een apotheek aan paracetamollen in mijn lichaam (een hoeveelheid waar Chris Froome tegenwoordig langdurige astma-aanvallen van zou krijgen), stonden we klaar voor de start. De zaal in de Sporthogeschool van Eindhoven is alles wat een volleyballer wenst: verend, dempend; een streling voor de voet en sportschoen!
Wat een nog grotere streling was in de eerste set, was het vertoonde spel. Aanvallen liepen lekker, heerlijke afgeronde tikballetjes en het zag er allemaal erg goed uit. O wacht, dat was het veld naast ons waar een dameswedstrijd bezig was (#metoo). Bij ons liep het wat moeizamer. Met Jos, Lars en Remko op de bank kon Heren 2 wel aanzetten, maar niet echt afmaken. Het zou ons later in de wedstrijd ook opbreken. Toch trok Heren 2 aan het langste eind en won de set met 21-25.
De tweede set was er één van stuivertje wisselen. Dan kwam VCE/PSV in hun ritme, dan Condor weer. Tikkend lukte niet veel, slaan daarentegen ging wat beter en zo af en toe een uitgeslagen bal van onze tegenstanders hielp ook mee. Maar met een 28-26 setwinst wisten we dat dit geen ‘walk through the park’ zou worden. Hetgeen ook bleek in de derde set.
Niets lukte, niets ging lekker. Iedereen zat in zijn ‘persoonlijke frustratie’-fase en we leverden een abominabel slechte set af. Met 25-15 gingen we nat. Of ondergetekende er iets mee te maken had, mag de neutrale teamgenoot bepalen, maar het was de enige set waarin hij acte de présence gaf.
In de vierde set veerde Condor op, liet VCE/PSV dichtbij komen, maar wist uiteindelijk het pleit in hun voordeel te beslechten: 25-20 winst en een 1-3 overwinning. In de kleedkamer heerste vooral opluchting dat zulke wedstrijden ook gewonnen worden, maar was niemand echt tevreden over het getoonde spel. Het tekent ons team wel een beetje. Waar we eerst moesten wennen aan elkaar en ieder punt voor lief namen, daar nemen we nu niet eens genoegen met een 1-3 overwinning. Dat voelt op de één of andere manier wel lekker. Wat ook lekker voelde was de kleedkamerteabag, maar wat dat inhoudt mag u ondergetekende zelf een keer vragen. Het zorgde voor de nodige hilariteit en ontspanning die nodig was binnen de groep.
Over stukken vlees gesproken… na afloop togen de heren naar hun Kaatsheuvelse lievelingsrestaurant, waar de met fosfaat bewerkte schaapsrollen heerlijk aan het spit hingen. Als hongerige wolven regen zij de döner kebab aan hun vorken en spoelden deze godenspijzen weg met bier, ice tea of cola.
Aanstaande zaterdag de laatste wedstrijd voor het kerstreces op het programma, tegen Spirit 2 in Rosmalen. Kijken of we voor het reces nog even een paar plekken kunnen stijgen… het lijken wel verkiezingen!
Jos
1 note
·
View note
Video
instagram
Afgelopen zaterdag 08-12-2018 heeft DOVO JO13-1 de topper gespeeld uit tegen SV Houten JO13-1. In dit fragment zie je de totstandkoming van de 0-1 (1e minuut 1e helft), en de 1-1 (13e minuut eerste helft). Er komen nog 2 filmpjes. Uiteindelijk werd het 1-4. Voor het wedstrijdverslag zie voetbaleentwee.nl kopje jeugd., en Facebook DOVO JO13-1. Voor wedstrijdbeelden zie YouTube Jaap voetbal. (bij SV Houten) https://www.instagram.com/p/BrLrjBhhHKG/?utm_source=ig_tumblr_share&igshid=tysyoi38kz54
0 notes
Text
Westerpark D1 – Reigers D1
De WesterSparkles zijn terug!
Positieve geluiden op de zondagochtend: Tiel werd vol energie en met hockeylust wakker want de zon schijnt. Het leven kan zo makkelijk zijn J.
Gelukkig was ze niet de enige. Eigenlijk zat alles mee, we spelen eindelijk weer eens thuis, de zon schijnt, vandaag groot feest op Westerpark met de opening van het nieuwe veld én het belangrijkste: we zijn gebrand om te winnen!
Na twee uitwedstrijden, met nou niet bepaald de leukste resultaten, werd het tijd om te laten zien wat de WesterSparkles in huis hebben. We zijn nog geen halve minuut onderweg of het is Fré die de eerste kans voor haar rekening mag nemen. Maar omdat er nog niet zoveel publiek is, wachten we toch nog even met scoren. Is natuurlijk wel leuk als iedereen kan meegenieten toch?
Wie overigens net dacht, wat hebben jullie in huis dan? Laat ik beginnen bij Smit. Want met Smit in ons midden zitten we wel gebakken. Misschien is het een idee om binnenkort een snelheidsmeter bij de goal van de tegenstander te plaatsen. Op aangeven van Max staat Smit klaar om de strafcorner erin te rammen. En hoe? De bal komt snoeihard tegen de plank en de dreun is bij het clubhuis te horen (en ja dat is ver!). Ik weet zeker dat iedereen die daar nog koffie stond te leuten op keek, en hoewel ze de goal van Smit dan niet gezien hebben, konden ze haar wel zien zo hoog sprong Smit in de lucht. Het staat 1-0.
Een wake-up call voor zowel de Reigers als het publiek dat nog aan moet schuiven. Smit is de beroerdste niet en ook bij de tweede keer aanleggen is het weer raak. Ik pleit echt voor een snelheidsmeter, of een extra plank op de plank want er zitten nu twee gaten in. Het scorebord geeft 2-0 aan (Jazeker lieve mensen, we hebben een heus scorebord).
Dat Tiel in de ochtend vrolijk wakker werd, bleek in de wedstrijd al vrij snel duidelijk: intercepties, acties en lachen met de scheidsrechter en het publiek. Een mooi-weer-hockeyster dus. Dat wordt wat als het straks gaat regenen.
En dan hebben we nog Jetski, Jetski is niet kieskeurig en speelt met iedereen graag samen. Maar dan ook echt met iedereen. Via de Reigers komt de bal in haar stick en loopt ze op tot de kopcirkel. Geen enkele Reiger valt aan, prima dan toch lekker schieten? Hoewel ze de bal maar half raakt, tikt een van de Reigers de bal zo door de benen van de keeper. Een mooi voorbeeld van samen spelen met iedereen. We zijn nog geen kwartier onderweg en het staat al 3-0!
Twee minuten later is het de beurt aan Marcela, die haar debuut in de ‘attack’ maakt en de bal netjes achter de keeper legt. 4-0.
De twee tegengoals zijn niet echt noemenswaardig, slordigheden van onze kant maakte het de Reigers een stukje makkelijker om te scoren. Gelukkig komen ze niet verder dan twee goals. Eindstand: 4-2
We hebben weer drie punten in de pocket en staan zesde, tijd om nog een paar plekjes omhoog te klimmen. Volgende week zijn wij een dagje vrij, dat komt zo in het weekend van ADE best goed uit. ;)
We zien elkaar de 22ste, dan spelen we uit bij IJsseloever.
0 notes
Text
Wedstrijdverslag KV Fortissimo 1
IJSSELSTEIN- Tiel – Fortissimo 12-12 (3-4). Zaterdag 6 mei speelde Fortissimo 1 tegen Tiel’72. Het weer was heerlijk alleen stond er wederom een vervelende wind over het veld waar beide ploegen last van gingen hebben. Dat bleek ook wel uit de tussen- en ruststand.
Na 25 minuten spelen stond het 1-1. De tweede helft had Fortissimo iets meer voordeel van de wind en was er natuurlijk de hoop dat ze dit voordeel ook konden omzetten in meer doelpunten. Nadat Tiel op 4-4 was gekomen leek het er inderdaad op dat zij de korf makkelijker konden vinden. In een tijdsbestek van 10 minuten liepen zij uit naar 4-8. Via de 9-9 konden zij via een strafworp nog wel weer een voorsprong pakken maar twee treffers van Tiel draaiden de rollen weer volledig om (11-10).
In de laatste minuut besloot Fortissimo te gaan voor een gelijkspel want gezien het verloop van deze wedstrijd zou je ook zo maar zonder punten weer naar IJsselstein kunnen afreizen.
Een lastige wedstrijd met, zeker in de tweede helft, twee gezichten. Een sterke fase van Fortissimo, een even zo sterke fase van Tiel en dan de scores om en om waarbij de uitslag absoluut niet was te voorspellen.
Resultaat is nu dat Tiel niet dichterbij is kunnen komen en, samen met Devinco, op vier punten achter staat. Door de winst van DWS op RDZ met een niet overtuigende 15-11 staat Fortissimo 1 nu twee punten achter de koploper DWS. De komende drie wedstrijden zullen ze vol aan de bak moeten gaan om hun positie te verdedigen.
0 notes
Text
De-mooiste-goal-die-toch-niet-telde
Ik maakte die middag mijn debuut. Als schrijver van het wedstrijdverslag van het eerste van FC Winterswijk. Achteraf bleek dat het bij die ene keer zou blijven, maar dat is een ander verhaal.
Een uitwedstrijd naar Concordia Wehl, naar het fraaie sportpark 'De Grindslag'. Half oktober, een grijze dag met af en toe een flauw zonnetje. Een wedstrijd als alle anderen. Concordia bood goed partij. FC Winterswijk wilde, maar kon niet echt. Bijna negentig minuten op het scorebord, beiden een keer gescoord.
Vanwege mijn verhaal hoopte ik natuurlijk dat FC Winterswijk stiekem nog een goaltje binnen zou prikken. En met het posteren van centrale verdediger Maarten Sesink als extra spits naast Lenn Redeker kreeg Winterswijk ook de beste kansen.
Enkele seconden voor tijd werd een bal hoog naar Sesink gekopt. Die bedacht zich geen moment, sprong omhoog en maakte een fantastische omhaal. Een bicycle kick, een Fallrückzieher. Een stukje techniek van verbijsterende schoonheid.
Via de vingertoppen van de Wehlse keeper sloeg de bal tegen de touwen. Alle meegereisde supporters op de tribune wisten niet meer hoe ze het hadden. De winnende goal. Van de geroutineerde centrale verdediger. Met een omhaal. Ik wist niet hoe ik deze goal op papier ging beschrijven.
Totdat ik weer opkeek van mijn notitieblok naar het veld. De scheidsrechter had het stukje genialiteit afgekeurd. Een duwfout. Begaan voordat de bal bij Sesink was terechtgekomen. Het bleef 1-1.
Achteraf zei Sesink dat hij 'gestopt zou zijn na dit hoogtepunnt'. Dat begreep ik. Ik voegde het daad bij het woord en ging de week erna voor 'De Gelderlander' aan de slag. Stoppen na het hoogtepunt dat ik die middag had gezien.
0 notes