#slaaf
Explore tagged Tumblr posts
Text
Saskia Slaaf | © Damien De Blinkk
105 notes
·
View notes
Note
I’m so happy this wasn’t used as a Tommy Hilfigure promotion and he went with a brand like Burberry. I’m enjoying the rebrand of Burberry right now
yes! same I'm so happy he went with a more interesting designer esp burberry being an old school english brand with the story/poem being from an enslaved man in england, its really well thought out and imo really well done. the only critisim I've seen and dont enjoy is it being boring.
the black flowers call back to a dark time and a funeral. if the embroidered flowers were colourful it wouldve called to happy times not the sadness that is the story of an enslaved man. the necklace is extremely powerful and calls back both to religious figures with it being a crown of thorns while it being put around his neck it calls back to collars which fits really well with the story. it being the only part that isnt black makes it stand out starkly against the suit which in itself is more classic and less modern with the high collared and off centered look of it.
anyway, he served cunt.
#kyle.answers#dont mind me just reading into his outfit#also I DONT like the term 'enslaved' in dutch we use 'tot slaaf gemaakt' which means made to be a slave and I prefer that form of words#much more when refering to people that were well made to be slaves when talking abt art but alas the english language's equivelant is#enslaved and it works its better then refering to them as slaves so its smth
8 notes
·
View notes
Text
You can fuck me al day long
When it's as long as your thigh...😋
#bd/sm slave#bd/sm kink#bd/sm community#bd/sm dom#bd/sm lifestyle#submisive sissy#divine feminine#feminine sissy#bd/sm pet#sizequeen#make me your personal slaaf for life
1K notes
·
View notes
Text
Marcel Van der Vlugt
Slaaf 1998
24 notes
·
View notes
Text
Dominance and submission is an intimate binding. Those who submit must trust that those who dominate will never take more than they can give.” A sardonic smile twisted Ram’s lips. “Those who dominate must give those who submit everything they need but never more than they can endure.”
“By your definition, the dominus has the harder role,” she whispered.
“Perhaps. What is more difficult? To trust another so completely? Or to honor the responsibility to never betray such a trust once given?”
“I guess that would depend on how much the dominus cared for his slaaf.”
#bd/sm community#beta sissy#faggot sissy#feminine sissy#feminized husband#feminization kink#sissi femboi#forced feminized#sissylover#sissy caged
38 notes
·
View notes
Text
Fijne Keti Koti y'all!!!!! Als je niet weet wat het is: we vieren dat op 1 Juli 1863 de slavernij in Suriname werd afgeschaft. De tot slaaf gemaakten moesten nog wel verplicht 10 jaar lang doorwerken.
Anyway, als je nog niet zo veel over ons slavernijverleden weet is dit de perfecte dag jezelf te informeren: ik kwam er bijvoorbeeld net achter dat gisteren de herdenkingsdag was van gruwelen tijdens de slavernij, net zoals 4 en 5 mei zeg maar... 😬 Die heb ik dus gemist. Ik ga even het nieuws kijken en daarna op zoek naar een goede documentaire. Fijne Keti Koti!
If you don't speak dutch: today is Keti Koti day in the Netherlands, a fairly new holiday celebrating the end of slavery in Surinam. A lot of dutch people don't know about the day so I'm trying to spread awareness!
7 notes
·
View notes
Text
And the words written on paper
That I had sent out from over here
Those words were enslaved to you
Those words written on paper
If only I had them back again
Then maybe I could burn them in a fire
Because the ways in which
You took advantage of me
No apology will exist for that
And yet you managed to achieve
For me to proclaim it
That you were no longer to blame
But that it was all my fault
But looking back at the past now
I was innocence itself
And you had all the power and carried all the blame
Because after all, you did it
You did it to yourself
-
En de woorden op papier
Die ik stuurde vanaf hier
Die woorden waren slaaf gemaakt aan jou
Die woorden op papier
Had ik ze maar hier
weer terug
Dan kon ik ze misschien in vuur laten branden
Want zoals jij
Misbruik hebt gemaakt van mij
Daar gan keen vergiffenis voor klinken
en toch kreeg jij het voor elkaar
Dat ik het heb verkondigd
Dat jij niet meer de schuld droeg
Maar dat ik het kwaad was
Maar kijk eens terug naar het verleden
Ik was de onschuld zelf
En jij had alle macht en alle blaam
Want jij het tenslotte gedaan
Jij heb het jezelf aangedaan
#actuallytraumatized#traumacore#actuallyabused#actuallyptsd#abuse survivor#poetry#ptsd#phoenix posts poetry#dutch
3 notes
·
View notes
Text
Hoofdstuk 3
In het derde hoofdstuk gebeurt er iets meer. Namelijk dat Saskia's grootvader terug voor haar komt. Weet je nog dat het de grootvader was die Saskia als een slaaf behandelde. Nou, hij kwam helemaal naar Blaashoek om haar te vertellen dat ze bij hem terug moest komen en dat hij het jammer vond dat ze besloot een klacht tegen hem in te dienen. Natuurlijk weigerde Saskia de voorstel, wat niet in goede aarde viel bij de grootvader, die haar dreigde, sloeg, schopte, enz.
Gelukkig zag Hermans zoon, Wesley de hele scène en besloot voor één keer in zijn leven zich als een held te gedragen. Hij zat op zijn fiets en wist niet anders te doen dan Saskia's grootvader te overrijden.
De grootvader ging naar het ziekenhuis en Wesley werd gearresteerd door de politie. De politie besloot uiteindelijk om hem terug naar zijn huis te brengen en toen zijn ouders het nieuws hoorden waren ze woedend. Wesley kon nergens heen. Hij wilde alleen maar een arm meisje helpen, maar hij hoopte ook dat deze gebeurtenis in de krant zou komen en dat Machteld (het meisje waar hij verliefd op is) deze daad van moed zou opmerken.
3 notes
·
View notes
Text
Drie dagen in het spoor van Arnon Grunberg: “In New York kan ik vergeten wie ik ben.”
Dit stuk verscheen op 24 december in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Arnon Grunberg was al vaak de auteur, maar nog nooit het onderwerp van een embedded reportage. Stef Selfslagh trok naar New York en liep drie dagen mee met de winnaar van de P.C. Hooftprijs. "Voel je je ongemakkelijk? Dat hoort bij het onderduiken."
Arnon Grunberg is al meer dan een decennium een bewonderd schrijver wanneer hij in 2005 beslist om kamermeisje te worden. Drie weken lang jongleert hij in een Beiers hotel met luchtverfrissers, dweilen en microvezeldoekjes en laat hij zich door hotelgasten vriendelijk glimlachend vernederen. 'Het klinkt onbescheiden, maar ik heb talent om slaaf te zijn', schrijft hij later in NRC Handelsblad.
Grunbergs hotelproject kadert in zijn voornemen om nooit een schrijver te worden die enkel de zolderkamerversie van het leven kent. Ook na zijn carrière in het Beierse hotelwezen begeeft hij zich met metronomische regelmaat in onbekende werelden. Hij duikt onder in brandweerkazernes, slachthuizen en woonzorgcentra. Hij loopt embedded mee met Amerikaanse soldaten in Irak en treedt toe tot het dansgezelschap van de Duitse choreografe Nicole Beutler. Telkens puurt hij uit zijn participerende studiereizen reportages waarin de literatuur de journalistiek aftroeft.
'Ik wil weten hoe mensen dat doen, leven', verklaart Grunberg zijn aandrang om in andermans bestaan te infiltreren. En ook: 'Ik zie de dingen graag met eigen ogen. Daarin verschilt de schrijver niet van de journalist, hij hanteert alleen een ruimere definitie van het woord 'nieuws'.' Omdat ook ik geneigd ben om nieuws een rekbaar begrip te noemen, doe ik Arnon Grunberg deze zomer een ongewoon voorstel. Ik vraag hem of hij het ziet zitten om voor één keer niet de auteur, maar het onderwerp van een embedded reportage te zijn. Of ik, als het niet stoort tenminste, eens een dag of drie in zijn leven mag onderduiken.
Ik ga er van uit dat op mijn verzoek hetzij een galant geformuleerde afwijzing hetzij een bestraffende stilte zal volgen. Maar voor ik het goed en wel besef, hebben we de datum geprikt waarop ik me met bandopnemer en notitieboekje in zijn leven zal aanmelden. Dat dat leven zich op dat moment in New York zal afspelen, maakt het feest in mijn hoofd compleet: je debuteert als onderduiker liever in Manhattan dan in Amsterdam.
Er worden mij als observator in spe slechts twee beperkingen opgelegd: als hij straks aan het schrijven is, mag ik niet over zijn schouders meelezen, en ik ben overal welkom, behalve in zijn appartement in West 37th Street. Op de eerste restrictie reageer ik met begripvol geknik, op de tweede met een pruillip. Is hét kenmerk van de embedded reportage niet dat ze ook achter de gordijnen kijkt? Dat ze de muur tussen schijn en zijn neerhaalt? Dat ze de haren in het doucheputje telt? Maar Arnon Grunberg houdt me liefdevol op afstand. "Thuis is te intiem. Ik sluit niet uit dat je er nog briefjes van voormalige geliefden kan vinden. Die zie ik liever niet in de krant verschijnen."
Ik denk aan wat er in de briefjes van mijn eigen voormalige geliefden staat en berg mijn pruillip weer op. Ook herinner ik me dat Grunberg ooit schreef dat er in zijn New Yorkse appartement maar twee soorten mensen over de vloer komen: mensen met wie hij seks heeft en mensen die hij betaalt om schoon te maken. Ik hoef bij nader inzien tot geen van beide categorieën te behoren.
Minestronecrisis Drie maanden later ontmoeten we elkaar opnieuw, dit keer in Via Quadronno, een Italiaans restaurant op slenterafstand van Central Park. Zijn behalve Arnon Grunberg eveneens op de lunchafspraak: Marianne Koeman, de Nederlandse met wie hij in 1995 in New York neerstreek en met wie hij nog steeds intercontinentaal bevriend is; Mayu, zijn achttienjarige petekind aka de zoon van Marianne; en Alyosha, de anderhalf jaar oude krullenbol die hij samen met de Nederlandse schrijfster Niña Weijers op de wereld zette.
Marianne en Mayu wonen in Amsterdam, maar zijn op verzoek van Grunberg naar New York gevlogen om hem een weekje te assisteren. "Niña verblijft in een schrijvers-residentie upstate", vertelt hij. "Alyosha en ik zijn voor het eerst met z'n tweeën. Dat is leuk, maar van werken is er vorige week niet veel in huis gekomen. En als ik niet tot schrijven kom, lonkt de crisis. Nu Marianne en Mayu hier zijn, hoop ik wat werk in te halen."
Ik ben nog maar net ondergedoken en de omstandigheden smeken al om een existentiële vraag: wie is Arnon Grunberg als hij niet kan schrijven? "Dat is een ingewikkelde kwestie", geeft hij toe. "Schrijven is een belangrijk deel van mijn identiteit. Ontneem me de mogelijkheid om te werken en ik voel me verlaten. Vorige week had ik het echt moeilijk. Ik besefte plots dat ik totaal nieuwe schrijfroutines zal moeten ontwikkelen. Want als Alyosha bij me is, krijg ik nauwelijks een e-mail geschreven, zelfs niet als de babysit komt helpen."
Via Quadranno zit afgeladen vol. Twintig jaar geleden stelden de eigenaars van het restaurant Arnon Grunberg voor om mee in hun zaak te investeren. Voor twintigduizend dollar mocht hij zich mede-eigenaar noemen. Hij overwoog het aanbod, maar sloeg het af. "Ik wilde dat mijn dividenden uitbetaald werden in gratis pasta. Dat zagen de eigenaars niet zitten."
"Mama", noemt Alyosha me nadat hij me wat beter in zich heeft opgenomen. Het misverstand wordt rechtgezet, Grunberg verzekert me dat ik er niet overdreven vrouwelijk uitzie. "Alyosha noemt iedereen die hij leuk vindt mama." "En iedereen die hij niét leuk vindt papa", grijnst Mayu. Een stelling die weerlegd wordt wanneer Alyosha zich uit de armen van Marianne losrukt om bij zijn vader een zoen te gaan vorderen.
Vorige week at Grunberg hier samen met zijn zoon minestrone. Dat ging prima, tot Alyosha zijn bord van zich wegduwde. De soep belandde eerst op de grond en nadien op de trui van de vrouw naast hem. "Ik had Alyosha net verteld dat hij zijn moeder pas over vier weken terug zou zien", zegt Grunberg. "Misschien werd hij daarom zo boos."
"Ook toen we weer thuis waren, bleef hij maar krijsen. Alles heb ik geprobeerd om hem te kalmeren: voorlezen, zingen, zelfs samen in bad gaan. Niks hielp. Ik dacht: 'Zo meteen bellen de buren de politie en moet ik naakt de deur opendoen. Dat krijg ik nooit uitgelegd.'"
"Toch heb ik Niña nergens mee lastig gevallen. Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat ze deze maand in alle rust kan schrijven. Al heb ik de indruk dat ze liever had gehad dat ik haar al na twee dagen in totale wanhoop had opgebeld met de mededeling: 'We redden het niet zonder jou.'" (lacht)
Het is de eerste keer dat Arnon Grunberg een relatie heeft met een schrijfster. Ik vraag of ze behalve geliefden ook concurrenten zijn. "Nee, en gelukkig maar. Er ligt in een relatie al zoveel competitie op de loer. Zelfs in het samen grootbrengen van een kind kan wedijver sluipen. Want: van wie houdt het kind het meest? Ik vermijd die strijd door duidelijk te maken dat Niña voor Alyosha de nummer één is. Mijn moeder kwam voor mij ook op de eerste plaats. Ik zou mezelf verraden, mocht ik het erg vinden dat dat ook voor Alyosha zo is."
Diane Keaton-lookalike De carpaccio's zijn verorberd, de namiddag kan ontzegeld worden. Marianne en Mayu gaan met Alyosha naar Bryant Park, Arnon Grunberg en ik trekken naar de New York Public Library. Het plan van de schrijver: twee uur in stilte werken. Het plan van de journalist: twee uur doen alsof hij werkt.
Je zou denken dat in een gebouw met een gewichtige naam gewichtige activiteiten plaatsvinden. Maar aan de tafel waaraan we plaatsnemen, wordt vooral tijd gedood. Een vrouw met een morsig voorkomen doet een dutje. Een jongen trekt steeds opnieuw de capuchon van zijn hoodie over zijn hoofd. Een Diane Keaton-lookalike maakt met naald, draad en geduld een borduurwerkje. De man naast me wisselt driftig scrollen af met uitdrukkingsloos staren. De stilte die over de aanwezigen hangt, geeft hun handelingen iets sacraals. Ik vraag me af of ik niet per ongeluk in het werk van een Brooklynse performancekunstenaar ben beland. I Am Not Me: a metaphor for the unknowable connections between random human organisms. Of iets van die strekking.
Arnon Grunberg gaat naast de slapende en vermoedelijk dakloze vrouw zitten en haalt zijn laptop en notitieboekje boven: hij heeft zich voorgenomen om een aantal aantekeningen in volwaardige zinnen te transformeren. Zoals beloofd sluip ik niet achter hem heen om mee te lezen. Wel noteer ik in mijn logboek: 'Donderdag. Geobserveerde creëert literatuur. Vingers vliegen vaardig over het toetsenbord, tijd en ruimte lijken te vervagen.'
Wanneer Diane Keaton het borduren na anderhalf uur voor bekeken houdt, klapt ook Grunberg zijn laptop dicht. "Vlotte het een beetje?", vraag ik. Het is niet omdat ik mensen bespied dat ik niet met ze meeleef.
Grunberg knikt. "Ik vreesde eventjes dat de duttende dame zou stinken. Maar dat was gelukkig niet het geval en ook door de andere aanwezigen heb ik me geen moment gestoord gevoeld."
Is hij een literaire scherpslijper? Iemand die een heleboel woorden op auditie laat komen en pas na veel wikken en wegen de meest geschikte kiest? "Ik probeer van het schrijven een gracieus proces te maken. Als een zin nog niet helemaal is wat hij moet zijn, laat ik hem nog wat sudderen. Het juiste woord komt wel. En als het een goed woord is, gebruik ik het desnoods drie keer na elkaar. Ik hang niet voortdurend met mijn neus in synoniemenwoordenboeken."
Probeert hij weleens te ontsnappen aan het schrijven? Denkt hij soms: 'Ik wou dat ik het vandaag bij mijmeren kon laten? Dat ik mijn gedachten niet in onwankelbare woorden hoefde te gieten?' "Soms zou ik liever een dutje doen dan te schrijven. Maar discipline is voor mij een automatisme geworden. Het komt niet meer in me op om een dag niet te werken."
We arriveren in Bryant Park, waar Mayu met Alyosha aan het spelen is. "Hebben mensen je weer gevraagd of je de au pair van Alyosha bent?", vraagt Grunberg aan Mayu. "Nee. Maar wel of hij mijn zoon is." "En, wat heb je geantwoord? Nee hoor, ik heb deze jongen gestolen?"
Vader en zoon gaan een ritje maken op de carrousel in het park. Er zijn twee paarden en een hert beschikbaar, maar Alyosha kiest voor een konijn met oren zo groot als Papoease peniskokers en een staart die meer weg heeft van een prehistorische slagtand. Een voorliefde voor de ongerijmdheden van het leven is vast erfelijk.
Dagen vol afslagen "Het gaat goed, Stef, niemand van ons heeft een hekel aan je", laat Arnon Grunberg me de volgende ochtend bij het ontbijt in café Delectica weten. Marianne en Mayu glimlachen, Alyosha kauwt op een stukje bagel. "Ik probeer dan ook zo onzichtbaar mogelijk te zijn", zeg ik, en ter verantwoording van mijn onzichtbaarheid lees ik een fragment voor uit de Grunberg-compilatie Thuis ben je: 'De schrijver doet er goed aan zich op de vlakte te houden. Geen meningen, vooral geen meningen. De observatie is al mening genoeg.'
"Die woorden lijken me nog steeds accuraat", zegt Grunberg. "Mensen vragen me na een embedded verblijf weleens: heb je gevonden wat je zocht? Maar als ik ergens onderduik, weet ik niet op voorhand wat ik wil vinden. Ik wil me vooral laten verrassen."
"In september liep ik mee met de ambtenaren van de Dienst Terugkeer & Vertrek in Rotterdam. Die mensen zetten elke dag geweigerde asielzoekers uit het land: een behoorlijk meedogenloze daad. En toch had ik de indruk dat ze hun job naar eer en geweten verrichten. Als je écht met mensen praat, krijg je altijd meer begrip voor hun positie."
Je denken scherpen aan het leven, noemt hij het. Hij heeft weinig ontzag voor schrijvers die in een mentaal vacuüm vertoeven. "Ook al kom je niet achter je bureau vandaan, dan nog moet je je gedachten toetsen aan de werkelijkheid, vind ik. Je wil als schrijver toch iets zeggen over de tijd waarin je leeft? Anders maak je jezelf wel héél ongevaarlijk."
De zon glipt tussen de wolkenkrabbers door, we besluiten een ochtendlijke wandeling te maken.
Voor de ingang van warenhuis Macy's zien we een bedelaar zonder benen: de man heeft zijn romp op het deck van een skateboard gemanoeuvreerd. Ik ga ervan uit dat het skateboard de helaasheid van zijn lot moet aandikken en voorbijgangers tot gullere giften moet verleiden. Maar dan begrijp ik dat het gewoon zijn vervoermiddel is: als hij straks naar huis wil, kan hij het board met behulp van zijn armen in beweging brengen.
Marianne deelt mijn ontzetting over de situatie van de bedelaar. Maar ze zegt ook: "Sommige bedelaars verdienen zoveel geld dat ze er in blijven hangen, in dat bedelen."
Als psychologe werkte Marianne negen jaar met New Yorkse psychiatrische patiënten. Een heftige tijd, vertelt ze, waarin ze leerde om niet te snel conclusies te trekken. "Ooit zei een cliënt tegen me: 'Er ligt een lijk in de koffer van mijn auto.' Ik dacht: die man heeft een psychose. Maar er lag écht een lijk in zijn koffer."
We kuieren voorbij de Chrysler Building, al lang niet meer het hoogste, maar wel nog altijd het mooiste gebouw van New York. Toen Marianne Koeman en Arnon Grunberg hier zevenentwintig jaar geleden voor het eerst rondliepen, waren ze beiden nog prille twintigers. De dagen lagen voor hen als een eindeloze woestijn.
"Elke dag zat vol afslagen die we overtuigd namen", vertelt Grunberg terwijl hij de kinderwagen voortduwt. "Ik had net Blauwe Maandagen geschreven, moest maar om de twee weken een column naar NRC Handelsblad sturen, ons leven was één grote improvisatie. Vandaag zijn mijn dagen veel strakker ingedeeld. Als ik toevallig iemand leer kennen, moet ik zeggen: 'Leuk gesprek, maar laten we het over drie weken verder zetten, bij voorkeur op woensdag, tussen drie uur dertig en vier uur vijftig.'" (lacht)
Toch ervaart hij New York ook na zevenentwintig jaar nog altijd als een bevrijding. "In Nederland word ik zo snel in de hoedanigheid van schrijver gedwongen. Dat is geen ramp - ik kijk niet neer op ontmoetingen met lezers - maar ik wil ook nog andere rollen vervullen. En dat lukt me in New York beter dan in Amsterdam. Ik kan hier makkelijker vergeten wie ik ben."
Dan, mijmerend: "Als alles ooit mis gaat, kan ik in deze stad zo een ander leven beginnen. Er is hier altijd een tweede en zelfs derde akte mogelijk. Dat onbeslotene, daar hou ik van. Ik denk niet dat ik New York ooit zal verlaten. Behalve wanneer ik negentig ben. Dan trek ik naar Zwitserland. Ik wil mijn laatste adem tussen de bergen uitblazen."
Twee ambulances met brullende sirenes rijden voorbij. Wat verderop boort een bouwvakker gaten in onze oren. Telkens verwacht ik dat het lawaai Alyosha zal doen schrikken. Maar de New Yorkse drukte doet hem niks. Een cursus Mediteren Voor Peuters is voorlopig nergens voor nodig.
Trust women Next stop: het kruispunt gevormd door Columbus Avenue en West 106th Street, waar de Upper West Side onwennig tegen Harlem aanschurkt. Hier woont Michel, de Fransman bij wie Arnon Grunberg twee keer in de week Franse les volgt.
"Michel is een oude trotskist", vertelt hij. "Ik ben het niet altijd met hem eens, maar hij is wel een vriend. In het begin leerde hij me de Franse spelling en grammatica. Nu voeren we gewoon lange gesprekken en geeft hij me af en toe aanwijzingen. Ik ben zeer gehecht aan onze bijeenkomsten."
Het appartement van Michel is een one size fits all-flat: bureau, bed, boekenkast, kookfornuis en koelkast delen dezelfde ruimte. Op het prikbord boven de werktafel hangt een briefje met de woorden Trust Women. Ik wil Michel vragen of dat een zelf bedacht geheugensteuntje dan wel een oude feministische slogan is, maar de les is al begonnen: hij ondervraagt Grunberg in het Frans over de groentenaversie van Alyosha.
Andere gespreksonderwerpen die in de loop van de les de revue passeren, zijn: de gelijkenissen tussen de Oekraïense vluchtelingen van vandaag en de Vietnamese asielzoekers van vroeger ('Zij die voor de slechten moeten vluchten, zijn automatisch de goeien'), het noodlot ('Het is niet omdat je in Nederland geboren bent dat de geschiedenis je wel zal overslaan') en terrorisme ('Terreur loont op korte termijn, maar op lange termijn heb je de steun van het volk nodig'). Er is geen wet die zegt dat Franse lessen over monsieur et madame Dupont moeten gaan.
Het Frans van Grunberg is uitstekend, maar niet foutloos: vrouwelijke lidwoorden staan af en toe ten onrechte hun plaats af aan mannelijke en 'de schemering' is niet 'le coucher du soleil' maar 'le crépuscule'.
Op het einde van de les leest Grunberg nog een stukje voor uit La Vie Devant Soi van de Franse schrijver Romain Gary. Als hij het boek weer dichtslaat, vertelt hij me dat Gary op zesenzestigjarige leeftijd zelfmoord pleegde. Op zijn afscheidsbriefje stonden vijf woorden: 'Je me suis bien amusé.'
Ook ik vermaak me, en toch neem ik na de Franse les afscheid van Arnon Grunberg. Hij gaat zo meteen vergaderen met zijn accountant, en wanneer het woord accountant valt, heb ik principieel nog vanalles te doen.
A grand slam career 's Avonds zien we elkaar terug in Grand Central Terminal, het iconische treinstation van New York. Hier liet Al Pacino op magistrale wijze het leven in Carlito's Way. Hier voeren elke dag meer dan vijfhonderdduizend passagiers een enerverende get-the-fuck-out-of-my-way-choreografie op.
De art deco-klok in de stationshal loopt, net zoals alle andere klokken in Grand Central, één minuut voor. Zo hebben de passagiers altijd zestig seconden extra om hun trein te halen. Ook de Amerikaanse spoorwegmaatschappij doet wat ze kan om de ratrace zo aangenaam mogelijk te maken.
Arnon Grunberg heeft een tafel voor vijf gereserveerd in Cipriani Dolci, een restaurant op het westelijke balkon. Het is ons vijfde restaurantbezoek in twee dagen. Ik schrijf op: Arnon Grunberg schrijft tussen het betalen van restaurantrekeningen door.
"In New York is er veel begrip voor mensen die elke dag uit eten gaan", zegt Mayu. "Er wordt in deze stad hard gewerkt: iedereen snapt dat je geen tijd hebt om te koken. Sommige appartementen worden hier zelfs zonder keuken verkocht."
Alyosha krijgt eend, frietjes en een ijsje. Tijdens een bezoek aan het Consultatie-bureau - de Nederlandse tegenhanger van Kind & Gezin - werd geconstateerd dat hij wat te licht is voor zijn leeftijd. En dus staat hij op een dieet van frietvet, vleessaus en koolhydraten.
Grunberg: "De mensen van het Consultatiebureau zeiden: 'Zorg ervoor dat hij aankomt. Het maakt niet uit hoé.' Dat Alyosha na deze maand nog steeds geen groenten zal lusten, is een probleem dat zijn moeder mag oplossen." (lacht)
Wanneer we aan de praat raken met de twee mannen naast ons, stelt Grunberg Alyosha aan hen voor als zijn jongste zoon en Mayu als zijn oudste.
"Ik heb Mayu lange tijd mijn petekind genoemd", legt hij wat later uit. "Ook al was ik door de afwezigheid van zijn biologische vader al lang zijn feitelijke vader. Maar toen Alyosha geboren werd, vroeg Mayu me of ik wel van hem zou blijven houden. Sindsdien noem ik hem mijn oudste zoon. Mayu moet weten dat hij in mijn leven dezelfde plaats inneemt als Alyosha."
Voor zijn achttiende verjaardag kreeg Mayu van zijn feitelijke vader een brief cadeau: het inmiddels ook te boek gestelde Loslaten. Ik vraag hem of hij blij was met zijn coming of age-geschenk. "Zeker", zegt hij. "Al heb ik de brief wel moeten vervolledigen. Op het einde herhaalt Arnon de woorden die hij ook al bij mijn geboorte schreef: 'Welkom in mijn oeuvre, Mayu.' Toen ik dat las, heb ik gezegd: 'Vanaf nu ben jij ook welkom in míj́n oeuvre, Arnon.'"
Ik neem een slok wijn en bid dat mijn veertienjarige zoon zich binnen een paar jaar met even mooie woorden van mij losweekt.
Hoewel ook de huisgemaakte tortellini en de risotto met verse erwten verdedigbare gespreksonderwerpen waren geweest, praten we over de parasitaire relatie tussen het leven en de literatuur. Ik vraag Arnon Grunberg of hij ooit niet-levensbedreigende catastrofes heeft veroorzaakt, met als enige doel om er nadien een handvol mooie zinnen over te schrijven.
"Soms heb ik wel behoefte aan een beetje spanning", zegt hij. "De wereld is zo chaotisch en verraderlijk. Daar wil je in je eigen leven toch iets van meekrijgen? Maar het drama komt vanzelf wel op je af, je hoeft het niet uit te nodigen om de literatuur ter wille te zijn. Als je dat wél doet, wordt het schrijven een soort van afgod. En een afgod eist altijd offers."
"Los daarvan is het een enorme troost dat ik occasionele narigheden in woorden kan omzetten. Eigenlijk speel ik een beetje vals met het leven: ik hang al schrijvend min of meer boven mijn eigen bestaan. Ook tijdens ruzies heb ik de neiging om het conflict meteen te analyseren. Dat schijnt niet zo prettig te zijn voor de persoon die ruzie met je wil maken. Soms willen mensen gewoon uitgescholden worden." (lacht)
Staat het leven weleens in de weg van de literatuur? Kunnen gebeurtenissen té pijnlijk zijn om over te schrijven? "Ik heb dat zelf nog niet meegemaakt. Maar ik kan me voorstellen dat je van de dood van een kind geen literatuur kan maken. Tenzij op een heel indirecte manier."
Alyosha maakt aanstalten om stukjes eend op de grond te gooien. "Niet met de eend gooien", zegt Grunberg. "Daar wordt papa diep ongelukkig van." Even later belandt de eend alsnog op de grond, doemen in het hoofd van Arnon Grunberg minestrone-scenario's op en besluiten we met een ontroerende eendracht om naar huis te gaan.
In Park Avenue lopen we voorbij een opgewonden zakenman. 'I did it!', roept hij in zijn telefoon. 'I have a grand slam career!" We beginnen noch te monkellachen noch met onze ogen te rollen. Verlossing vinden in het werk is niet per definitie slechter dan geluk halen uit een moestuintje.
Het is al nacht wanneer ik terug naar mijn hotel in West 32nd Street ben gewandeld. In een bar in de buurt drink ik een Catskill Ball Lightning Pilsner - sommige merknamen maken reclamecampagnes overbodig - en stel ik mezelf twee vragen.
Eén: is Arnon Grunberg, zoals De Standaard onlangs schreef, 'een raadselachtig figuur voor wie openhartigheid de beste vermomming is'? (Antwoord: raadselachtigheid is niet het tegendeel van authenticiteit. Als je je kan verbergen achter openheid, kan je je ook openbaren in geheimzinnigheid.) En twee: moet ik mijn stuk straks 'een onbeschroomde inkijk in het leven van Arnon Grunberg' noemen of hou ik het voorzichtigheidsheidshalve bij 'een waarheidsgetrouwe leugen'? (Antwoord: álle reportages zijn waarheidsgetrouwe leugens.)
Voor ik in bed kruip, krijg ik nog een berichtje: 'Het waren mooie dagen. Ook al ben je niet in mijn appartement geweest: je hebt veel intieme momenten meegemaakt. Maak je geen zorgen als je je af en toe wat ongemakkelijk hebt gevoeld. Dat hoort bij het onderduiken. Slaap lekker.'
De volgende dag sluiten we ons embedded onderonsje af met een fotosessie op het dakterras van de Niarchos Foundation Library. De weergoden zijn ons genadig, de schrijver kan onder een staalblauwe hemel gefotografeerd worden.
Arnon Grunberg gaat op een stoel zitten, haalt zijn laptop uit zijn tas en denkt: als ik dan toch als schrijver moet poseren, kan ik tijdens het poseren net zo goed schrijven. Hij begint geconcentreerd te tikken, de Bank of America Tower speelt met sublieme onverschilligheid voor decor. Geestelijke arbeid tegen de achtergrond van stedelijke grandeur: het filmische schrijversleven van Arnon Yasha Yves Grunberg in één beeld samengevat.
Met een onjournalistieke omhelzing stappen we uit onze rollen van observator en geobserveerde. Arnon Grunberg duikt in een taxi en gaat naar huis. Ik duik de stad in en vergeet wie ik ben.
4 notes
·
View notes
Text
"Het is tijd voor wat video spel Grijze Moraliteit! Dus, hier hebben we een onderdrukte minderheid die tot slaaf gemaakt en uitgemoord worden. Wil je je bij hun aansluiten en helpen vechten voor vrijheid, of kies je de kant van de onderdrukker om het compleet uit te roeien? Maar wacht! Voordat je je besluit neemt, begrijp goed - en dit is waar het echt heel grijs wordt - sommige van de onderdrukten zijn niet zo aardig tegen je."
its time for some video game Grey Morality! so we’ve got an oppressed minority here who are being enslaved and murdered, do you want to join them and help fight for their freedom, or side with the oppressors to eradicate them completely? but wait!! before you make your decision, get this - and this is where it gets really grey - some of the minority aren’t very nice to you
48K notes
·
View notes
Text
Saskia Slaaf | © Damon Fourie
42 notes
·
View notes
Text
Hoofdstuk 2
Ik heb nu tot het tweede hoofdstuk gelezen en persoonlijk vond ik dit hoofdstuk niet erg interessant omdat er niet veel gebeurde.
Het begin van het hoofdstuk begint altijd met Herman die eindelijk even in slaap valt en voor één keer het geluid van de windmolens niet hoort. Helaas zal hij wakker worden en zal zijn nacht weer verpest worden.
Dan leren we iets heel ontroerends over Saskia. We ontdekken dat ze een klacht heeft ingediend tegen haar grootvader die, toen Saskia bij hem en haar grootmoeder woonde, haar onbetaald werk liet doen. Saskia werd dus als slaaf behandeld, wat volledig illegaal is.
Dan hebben we Wesley, de zoon van Herman en Magda. Blijkbaar is hij verliefd op een meisje van zijn school, Machteld (ja, ik vind dat ook een afschuwelijke naam). Het probleem is dat Wesley denkt dat hij geen kans heeft omdat hij een jongen met overgewicht is en daarom denkt dat Machteld nooit in hem geïnteresseerd zal zijn.
De laatste "actie" van het hoofdstuk is dat Herman zijn beroemde paté aan het maken was en daarbij 10 uur in slaap is gevallen met zijn hoofd in zijn paté. (Wow, wat een actie zeg!) Zoals ik in het begin al zei, was dit hoofdstuk niet of nauwelijks interessant. Ik vraag me af wanneer we wat spanning en het gevoel van het lezen van een thriller gaan krijgen.
2 notes
·
View notes
Text
Mieren hebben spieren in plaats van longen.
Mieren moeten wandelen om te ademen. Door kleine buisjes aan de zijkant van hun lichaam komt zuurstof binnen.
Ik heb jou zien dansen. De wereld kwam binnen, als een schot.
Mieren hebben spieren in plaats van oren.
Als hun knieën trillen weten ze dat ze gewaarschuwd zijn.
Een naburige kolonie valt aan. De oorspronkelijke bewoners worden tot slaaf gemaakt, door parasieterende mieren die vaak familie zijn.
De oudste mier is een wesp.
Een termiet is geen mier.
Een zieke mier laat aan niemand weten dat ze ziek is. Ze sluipt stilletjes weg uit de kolonie om dood te gaan. Maar voordat het zover is, wordt ze extra vechtlustig en agressief, waarmee ze met haar laatste krachten mogelijke gevaren voor de kolonie wegjaagt. De mier is een soldaat.
Mieren zijn bijzonder sterk.
0 notes
Text
Broekzak deel vier
Och jongen toch, Je huilt maar je wilt me niet
Ik huil en ik smeek en ik kruip rond je benen als een slaaf
een slaaf aan de liefde, mijn grote liefde
Ik hield van hem als een bloem van de zon Maar hij was geen zon
Hij was een spotlicht Mond dicht Acteerde mee aan onze productie die nergens heen liep
Ik gaf je mijn hart en ziel en jij gaf mij een foto van de maan Jij, zo ver van mij vandaan
Ik dacht ook jou te kennen, mijn liefste maar volgens mij ken ik echt niemand
0 notes
Text
Bankieren draait om vertrouwen
Banking is all about trust, luidt een oude wijsheid van Wall Street en de City in Londen. Een klant die zijn bankier niet vertrouwt, stapt over op een andere bank.
Wie een buurvrouw heeft die nooit terug groet, zal haar op zeker moment negeren. Als je zoals ik wel eens iets verliest op straat, en ik vind het een uur of een dag later weer terug, weet dat hij omringd wordt door mensen die hij kan vertrouwen.
Dat soort mensen bestaat as we speak ook in Lombardije, Ossetie of pakweg Dortmund. Dat de meeste mensen op aarde min of meer leven zoals ik, begrijpt dat de mensheid een te weinig benoemde verworvenheid heeft geëvolueerd, laten we zeggen de afgelopen tweehonderdduizend jaar: vertrouwen.
Op zeker moment moet homo sapiens geleidelijk, en na vele pijnlijke leermomenten, zijn gaan inzien dat het minder bloederig is om samen te werken met de mensen van een nederzetting verderop, dan ze na een twist om een rund of schoon water uit te roeien of tot slaaf te maken.
Nu leren de Verenigde Naties, het parlement en veel media ons dat slecht nieuws verkoopt en weinig moeite kost. De meeste mensen echter zijn meestal niet bezig met Poetin die het oude Tsaristische Rusland wil restaureren en om die reden onvermijdelijk ook de Baltische Staten en Polen gaat annexeren.
Zeker houdt het verdeelde Europa (lees de NAVO, Amerika dus) hem tegen, maar Europa heeft behalve geld en de rentevoet geen ideologische agenda.
De mensen om me heen wel. In mijn dagelijks leven zie ik alleen maar effectuering van gedeelde belangen en gezamenlijke maar zelden benoemde waarden.
In de praktijk: zonder honger of slaag naar bed en gezond weer op. En niet piekeren over de vraag of de buren wel of niet hun fietspomp willen uitlenen of een oogje in het zeil houden als er kinderen op straat spelen.
Ik woon vijftien jaar in Venray en zie het met grote vanzelfsprekendheid gebeuren. Maar Venray is de wereld niet. De Maaskade in Venlo zuigt, in Roermond ken ik mensen uit de Kemp en in Maastricht was ik bevriend met een amfetaminedealer uit het Wittevrouwenveld die niet alleen erg aardig was, maar principieel geen speed aan me verkocht.
Toen al moet Leike mijn verslavingsgevoeligheid hebben gezien. De innemende dealer hield zich niet aan het adagium never get high on your own supply.
Leike zal 25 zijn geweest en al zijn tanden waren bijna weggevreten door de speed (acid, zeggen de Engelsen). Het droeg op een bepaalde manier bij aan zijn aantrekkelijkheid. Leike was een dreumes van 1:50, met sluik halflang bruin haar en de gloed in de ogen van de echte Sjeng (geboren Maastrichtenaar).
Wat mij betreft had hij zo de catwalk opgekund. De junkielook was en vogue in de jaren negentig. Donatella Versace joeg Iggy Pop de catwalk van Milaan op (hij droeg een spijkerbroek) en Kate Moss viel wel eens geladen uit een taxi met Pete Doherty of erger en zag er de volgende ochtend toch goed uit.
Maar Kate Moss werd vertrouwd door modellenbureaus die Leike uit het Maastrichtse Wittevrouwenveld nooit zouden casten.
Foto Donatella Versace. Ze is 69.
0 notes