#randverschijnsel
Explore tagged Tumblr posts
twafordizzy · 2 years ago
Text
Madelon en de liefde in tijden van oorlog
De Boekenweek voorbij dook ik nog even in wat oude voorbeelden van hoe je een geschenk kunt schrijven. In dit geval: Madelon in de mist van het schimmenrijk van Willem Fredrik Hermans (1921-1995). Een liefdesgeschiedenis tussen een student en een telegrafiste in tijden van oorlog. Die liefdesgeschiedenis is het best samen te vatten zoals Hermans het zelf doet in de volgende parabel. Het gaat om…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
strobrod · 6 years ago
Photo
Tumblr media
Eén van de fijne randverschijnselen van de verslaving van Anna en Lotte aan L.O.L.-poppetjes is het knutselen. Want tja, die poppetjes moeten ook een zetel, een huis, een bad en eten op hun maat hebben. Anna maakt de meest geweldige creaties. (Voer voor een blogpost in de verre toekomst…) Een randverschijnsel hiervan voor onze living is dat we nu een specifieke knutsel-rommeltafel hebben als atelier.
6 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 4 years ago
Text
POËET PETER PRINS LAAT RUIMTE VOOR MIJN GEVOELENS
Tumblr media
In het park op een bank, zit ik. Kijk om me heen. Ben onder de indruk van wat ik zie. Veel indrukken komen er binnen. Beelden, geluiden, geuren. De wereld hier is een kakofonie van lawaaierige ervaringen. Ze komen hard binnen, ik ben er stil van. Voor mij is de stad een uitje. Van het platteland af gezien, waar ik ben en leef, is het een andere wereld. Onbekend, ongedacht. Ik wil er niet wonen, maar wel even zijn. Voor mij is de stad geen utopie, geen onmogelijke werkelijkheid. Jawel alles is er onder handbereik, alles wat je hartje begeert. Waar ik kilometers moet rijden, is het in de stad om de hoek. Maar toch is het eerder een dystopie, een plek waar ik dood nog niet wil liggen.
Poëet Peter Prins registreert de stad. In zinnen die het midden houden tussen proza en poëzie beschrijft hij wat hij ziet. Het is de ervaring bij het zichtbare. Iedere misstap, elk randverschijnsel, maar ook de gewone bedoening van alle dag. Alles valt hem op. Geen werkelijke omschrijving, maar het zien verwoordt. Als op een abstract schilderij, in een abstract muziekstuk, laat hij de kleuren en de tonen vloeien. Door zijn woorden zie ik de stad. Voel ik de drukte. Ervaar ik wat het stadsleven is.
Niet opgebouwd volgens aloude tradities in de dichtkunst. Niet lopend langs het metrum van rijm en sonnet, zo zodat er een werkelijke realiteit wordt neergezet. Een werkelijkheid waar je niet omheen kunt. Het staat er zoals het is, het is zoals het te lezen valt. Maar Prins zet dat alles van zich af, slaat een nieuwe weg in. Wel werkelijke waarnemingen, maar niet volgens het boekje in woorden bij elkaar gezet. De indrukken zijn als ingevingen opgeschreven. In de zinnen valt stilte en daar kan ik dan mijn eigen woorden zetten. Mijn eigen indrukken plaatsen. Het gedicht kan ik aanvullen met mijn eigen emotie bij wat ik eens zag, of waarbij ik kan invoelen wat de dichter heeft ervaren op zijn voettocht door de stad.
Tumblr media
Zijn stad heeft veel verschijningsvormen. Van zelfverheven tot geheugenverlies, en van park met bruin hout tot de andere bank aan de rand van het gras. Melancholie, cryptisch, geringschattend, blind. De stad is alles in de emotie van Prins, in beschrijvingen van banaliteiten, clichés. Die anderen niet opmerken. Zoals de fotograaf het door zijn lens ziet wat de ander niet waarneemt. Het staat opeens in een kader en het doet er toe. De stad doet er toe. De platvloersheid van de stad doet er toe.
Gedachten roepen zinspelingen op en vormen nieuwe omschrijvingen. Ze kronkelen als een klimplant om de boom. De boom is de stad, de klimplant is de poëzie, zijn de gedichten van Prins. Doorvoelde gedichten, gedichte gevoelens. Poëzie van de geest, niet van het verstand. De woorden stromen schijnbaar instinctief. Als lofdicht op een samenleving met enkel akelige kenmerken, waarin men beslist niet zou willen leven. Maar Prins beschrijft dan wel in zijn ogen de minder positieve kanten van zijn habitat, hij doet dit met passie. Deze schrijfsels geven letterlijk voldoende ruimte en openingen, dat ik daar mijn idee van de stad bij kan aanvoegen. Prins beschrijft wat hij ziet, 1 op 1. Vult dit aan met zijn gevoel daarbij, 1 plus 1 is 3. Een ruime gedachte. Soms niet altijd even duidelijk, maar dan zijn er enige spaties ruimte, houdt het vers stil om te overwegen wat ik net las. De Stad. Ik ben er, voel het water spatten in de fontein, ruik de uitlaatgassen van de auto’s, hoor het koeren van de duiven en zie de dichter schrijvend op de bank in het park. Aan een tafeltje op het terras. Weggedoken achter in het café, als Carmiggelt spiedend om de omgeving te beschrijven. De Stad is zo gek nog niet.
Bundel “de Stad de Dystopie”, poëzie van Peter Prins. Uitgeverij crU, 2020.
0 notes