#oud valkenburg
Explore tagged Tumblr posts
Text
Schaloen Castle (Kasteel Schaloen) in the Netherlands
#schaloen castle#kasteel schaloen#netherlands#valkenburg#holland#castle#castles#kasteel#europe#european#history#architecture#photograph#photography#oud valkenburg#limburg#south limburg#manor house#manor houses#manor#manors#house#houses#old falkenburg#moat#moats
103 notes
·
View notes
Text
Schaloen Castle, Oud-Valkenburg, The Netherlands
#art#design#architecture#history#luxury lifestyle#style#luxury house#luxury home#catsle#schaloen castle#oud-valkenburg#the netherlands#moated castle#castle
1K notes
·
View notes
Video
Where can I pass? by Wim Jacobs Via Flickr: Wandeling 1105 OUD-VALKENBURG - WIJLRE 13,3 km. Start in Wijlre. Tijdens deze heuvelachtige wandeling wandelt u eerst langs het mooie kasteel Schaloen en dan volgt u een mooi pad langs de meanderende Geul naar Schin op Geul. Dan loopt u een mooie stuk door het prachtige Geuldal en via mooi graspad langs de toeristische spoorlijn komt u in Wijlre waar u bij Brasserie Amuseer komt, een mooie pauzeplek met terras. Dan loopt u o. a. langs kasteel Wijlre naar de buurtschap Beertsenhoven. Via mooie stijgende holle veldweg komt u boven op het Plateau van Margraten. Via leuk bos en trappenpad komt u in het mooie rustige Gerendal. Vervolgens loopt u via mooi pad door het Gerendal terug naar Het Valkennest met mooi gelegen terras. U kunt ook starten in Wijlre bij Brasserie Amuseer (punt 4) en dan pauzeren (koffie en vlaai) bij Het Valkennest (geen restaurant).
#Nikon D7200#Nikon#D7200#AF-S DX 16-80mm f/2.8-4E ED VR#Oud-Valkenburg#Wijlre#wandeling#hiking#Limburg#Zuid-Limvburg#Heuvelland#Nederland#schuttersfeest#optocht#NIK Collection#NIK Software#Silver Efex Pro2#zwart-wit#black and white#b&w#black&white#zw#monochrome#straat#street#fietser#cyclist#FBpage#pint#500px
0 notes
Photo
Oud-Valkenburg, 16-07-2022
0 notes
Text
Oud-Valkenburg, Limburg. The Netherlands 🇳🇱.
Schaloen Castle, Netherlands
5K notes
·
View notes
Text
Kasteel Schaloen, Oud-Valkenburg (The Netherlands) [ photo source ]
"In 2013 the castle is for sale, the most expensive house for sale in the Netherlands."
anyone wanna give me 6.6mil in cash so I can go buy a castle?? it's a hotel you could make it into a commune!!
#architecture#castle#historical sites#my hobby is to scroll through house listings & cry#id in alt text#m
0 notes
Text
STRIJD TUSSEN FRIEZEN FRANKEN
De Fries-Frankische Oorlogen waren een reeks conflicten tussen het Friese rijk en het Frankische rijk in de 7e en 8e eeuw, die met name gericht waren op controle van de Nederlandse Rijndelta. Hoewel de Friezen een aantal spectaculaire overwinningen wisten te behalen, leidden de oorlogen uiteindelijk tot het einde van het Friese koninkrijk.
Omstreeks het midden van de 7e. eeuw is in het kustgebied sprake van ‘Friezen’. Dit lijkt een gevolg van het opdringen van de Franken (De Merovingen) die het gebied ten noorden van de Schelde proberen binnen te dringen.
Lage, droge strandwallen en moerassige strandvlakten lagen in reeksen evenwijdig aan de kustlijn. De kustlijn lag westelijker dan tegenwoordig. Ter hoogte van Ruigenhoeker Schulpweg stond ooit het Huis ter Lucht. Omstreeks 1150 vielen de Oude Duinen ten prooi aan grote verstuivingen, die vorming van de jonge duinen inluidde. De jonge duinen bereikten rond 1300 hun huidige omvang, zie bv. de berg van Mikwel.
De duinstreek ten zuiden van Haarlem maakte deel uit van het grensgebied tussen Rijnland en Kennemerland. Tot rond 1300 was het gebied nog steeds bedekt met dichte bossen.
In wat we zijn gaan noemen de Slag aan de Rijn werkten Friezen en Franken nog samen. Deze slag vond plaats omstreeks 525 (tussen 520 en 531) aan de monding van de Rijn in de Noordzee en ging tussen de Franken en de Denen
De directe aanleiding tot deze veldslag was een strooptocht, door de Deense koning op touw gezet, die de Denen tot diep in Het Frankische grondgebied had gebracht. Zij waren daarbij met schepen de monding van de Rijn binnengegaan en tot aan de Hettergouw (het Duitse Neder-rijngebied).
De Frankische koning Theuderik stuurde een vloot onder leiding van zijn zoon Theudobert naar de rijnmonding. Ook de Friese koning bracht zijn leger op de been en verzamelde schepen. Gezamenlijk wachtten beide legers de terugtocht van de Denen af. Nietsvermoedend werden de Denen, onder leiding van Hygelec liepen in een hinderlaag en werden door Friezen en Franken afgeslacht.
Karel Martel kreeg de Friese gebieden in handen kreeg nadat hij de Slag bij Boorne (734) won. De Friezen kwamen nog een aantal keer in opstand, maar ze werden steeds met harde hand neergeslagen. Zo kwamen de Fries-Frankische oorlogen definitief tot een einde, en werd het hele gebied gekerstend.
Met Karel de Grote als leider is er sprake van het hoogtepunt van de Karolingische beschaving. Hij introduceert o.a. wetten, scholen, en houdt een vrij stabiel Frankisch Rijk in stand.
Aan de stabiliteit komt een einde bij het overlijden van Karel de Grote. Zijn rijk wordt opgedeeld onder zijn zonen in 843 bij het verdrag van Verdun. Ook de invallen van de Noormannen veroorzaken veel onrust en geven lokale heersers de kans om hun bezit uit te breiden.
Katwijk en Valkenburg
Over de eigendomssituatie van landerijen aan de Rijnmond in de Friese tijd is bijna niets bekend. Een belangrijk document uit de Vroege Middeleeuwen is de goederenlijst van de Utrechtse St.- Maartenskerk. Daarin wordt ieder dorp genoemd met het aantal boerderijen (mansi) van de kerk.
De goederenlijst geeft de situatie weer rond 858, toen de bisschop vluchtte voor de Noormannen.
Het graafschap en daarmee Valkenburg kwam daardoor in 885 in handen van Gerulf omdat deze het in beslag nam van de Utrechtse kerk. De goederenlijst werd opgesteld rond 890, toen de bisschop terugkwam en zijn vroegere bezittingen terugvond in handen van de nieuwe Friese graaf Gerulf.
Waarschijnlijk zullen Gerulfs voorgangers Rorik en Godfried zich ook als eigenaar hebben gedragen. Een papieren strijd volgde, maar de bisschop heeft zijn bezit niet meer teruggekregen, behalve in de korte tussenperiode dat de bisschop de graaf had verdreven.
Valkenburg wordt voor het eerst in deze lijst genoemd als: "de kerk genoemd Valkenburg met alle toebehoren behoort de St.-Maartenskerk geheel en al". Verondersteld wordt dat Valkenburg na de Frankische verovering eigendom was van de Frankische koning, vanwege de strategische ligging aan de riviermond en de oude Romeinse ruïnes.
De koning beschouwde zich als opvolger van de Romeinse keizers en daarmee als eigenaar van de Romeinse forten. De ruïnes in Valkenburg en Katwijk moeten toen nog zichtbaar zijn geweest. Valkenburg zou daarna aan de Utrechtse kerk zijn geschonken als gevolg van de schenking van het tiende dat de Frankische koning van zijn bezit aan de kerk schonk.
De Hof van Oegstgeest (Osgeresgeest)
Rondom het dorp zijn nederzettingsresten uit de Vroege Middeleeuwen gevonden.
Ten zuiden van het dorp bij Nieuw-Rijngeest Zuid bevinden zich sporen van Merovingische bewoning (ca. 600).
Aan de noordkant van het dorp stond vanaf de achtste eeuw een kerkje op een terrein dat later Kerkwerve werd genoemd.
De middeleeuwse burcht van Oegstgeest, die later aangeduid werd met “Oude Hof”, stond daar niet ver vandaan. Sporen van deze middeleeuwse burcht werden in 1938 door een medewerker van de topografische dienst toevallig op een luchtverkenningsfoto gevonden. Op een verkenningsvlucht van de Britse luchtmacht uit 1945 werd de plek nogmaals gefotografeerd en ook op deze foto zijn de grondsporen van de concentrische grachten goed zichtbaar.
Het kasteelterrein ligt niet ver van de oude strandwal waar ook de middeleeuwse kerk en de omliggende boerderijen van Oegstgeest lagen. Het terrein behoorde oorspronkelijk toe aan de heer van Oegstgeest en wordt in een goederenlijst uit 1339 als volgt beschreven:
“Item in Oestgeest die woninghe mitten weydelande die hout 25 morghen of alsoe veel. Item in die selve woninghe dat daer toe behoert 11 morghen an gheest die ghelden nu ter tijt te samen” (Huisarchief van het kasteel Twickel, cartularium AA van Wassenaar, f. 10-11.
Het gaat dus om 36 morgen land (ca. 25 ha) dat aan het kasteel verbonden was, waarbij we het kasteelterrein zelf nog mogen optellen (ca. 5 morgen).
De historicus A. Janse heeft aannemelijk gemaakt dat dit hof en de bijbehorende landerijen teruggaan op een oud bezitscomplex uit de Vroege Middeleeuwen.
Vanuit deze plek bestierde de heer van Oegstgeest zijn domein en hofhorige onderdanen. De vraag is nu hoe lang daar al een ronde burcht had gestaan.
De inhoud wijst echter naar bisschop Radbod uit het begin van de tiende eeuw. Dat geldt echter niet voor de goederenlijst, waarin de naam Oegstgeest.
Bekend is dat er in de negende eeuw een kerkje stond, op de plaats van het huidige Groene Kerkje. Het zou – volgens een legende – zijn gesticht door Willibrord, de Angelsaksische missionaris die tussen 690 en 739 in Holland het christendom verbreidde. Rodulf schonk samen met ene Erulf de helft van Overdorp aan het bisdom Utrecht.
De Rijnsburg (verdwenen)
Tegen het einde van 8e eeuw schonk Rodulf de helft van Rodulfsheim en Aldburgu aan het bisdom van Utrecht. Het betrof dertien hoeven.
In het goederenregister van de Utrechtse St.-Maartenskerk wordt vermeld dat het dorp Rothulfuashem na de Noormannentijd Rinasburg werd genoemd. De burg zal zijn gebouwd als bescherming tegen de Noormannen door graaf Gerulf na zijn aantreden in 885.
In Rijnsburg is vastgesteld dat de burg bewoond werd, al kon dit niet nauwkeuriger gedateerd worden dan de 10e eeuw. Het was meer een versterkte nederzetting dan een vluchtburg.
De plaats van de Rijnsburg werd vóór de bouw nauwelijks gewoond. Velen uit de omtrek zullen naar de burg zijn verhuisd, want familie, eigendommen en handelsvoorraad waren daar veilig. Vanuit de omliggende nederzettingen kon men deze nooit op tijd naar de burg brengen als de Noormannen voor de kust verschenen.
Ook Valkenburgers en Katwijkers zullen naar de burg zijn verhuisd, want zij woonden op de verkeerde oever van de Rijn. Om de burg te bereiken moesten zij eerst de rivier oversteken, waar de Noormannen lagen. Mogelijk bewoonden zij een kwart (vierendeel) van de burg waar zij onder hun eigen hofrecht konden leven, want strikt genomen mochten zij niet buiten hun hof wonen.
In 1133 werd het dorp aan gravin Petronella geschonken voor de bouw van een Abdij.
23-6-2024
0 notes
Text
De feestgrot
Bovenstaande foto van rotswoningen in Valkenburg is een eeuw oud. Turfstekers in de Peel overnachtten destijds in eenpersoons plaggenhutjes. Ze zijn te zien in de buurt van het bezoekerscentrum in Ospel. Het zijn nagebouwde shelters voor veenarbeiders, zo groot als een ruime doodskist, van wilgen en takken met bladeren boven een ondiepe kuil.
Breed hadden de bewoners van rotswoningen en plaggenhutjes het meestal niet, naar onze maatstaven, maar waren ze arm? Om precies te zijn: voelden ze zich arm?
Armoede is een klein decennium terug op de politieke agenda. Wat is de definitie? In het geval van slachtoffers van de toeslagenaffaire en ten onrechte stopgezette uitkeringen is de aandacht terecht. Maar juist veel van die mensen wachten tevergeefs op een oplossing. De kwestie is te ingewikkeld geworden.
Mensen met geld die weg willen uit de stad om de hectiek van het plattelandsleven te proeven, liefst zonder onnodig veel contact met locals, zie ik alleen nog maar in campers op doortocht of op de fiets.
De trend om zonder veel voorbereiding in pipowagens, campers of vervallen huisjes te wonen buiten de bewoonde wereld (off the grid) lijkt doodgebloed. In mijn gemeente pakken mensen die een eigen huis willen weg van de drukte het grondiger aan: ze kiezen voor zelfbouw, met hulp van familie en vrienden. Of ze nemen het voortouw om op eigen grond huizen voor gelijkgestemden te bouwen, met vergunning. Beide voorbeelden zag ik het afgelopen jaar meer dan eens in Venrayse kerkdorpen of buitengebieden.
Er is, in ieder geval in de media, veel belangstelling voor huizen van stro, de daarop volgende juridische vete tussen de zelfbouwers (altijd vreemden) en de plaatselijke buren, maar dan vergeet ik de tiny houses en de verbouwde kapel.
Nu Nederland meer dan ooit weer een rangen- en standensamenleving is geworden - de verschillende inkomensklassen hebben nauwelijks omgang met elkaar, volgens de overheid - is het met name de woon- en wijkkeuze die ons onderscheidt van de ander. Dat is bijvoorbeeld een buurman met een hond en een auto.
Een stadsdeel dat ooit prima in orde was, kan door de instroom van tweeverdieners met titels en een oppas in een oorlogszone veranderen. Denk aan Amsterdam-Noord.
In grotten gevonden skeletten, planten- en bloemensporen en koolstofdateringen vertellen ons dat intelligente wezens die wij voor neanderthaler en Cro-magnon uitschelden beschaafd samenleefden in groepen en hun doden eer bewezen.
Zogenaamde neanderthalers in heel Europa stonden bekend om hun zorg voor invalide geraakte familieleden (mank door slecht geheelde botbreuken) die ze tot hun overlijden verzorgden. Dat gebeurde in warme grotten in Spanje, bijvoorbeeld.
In Engeland is de grot en daarin wonen, werken of munitie opslaan, een veelbesproken onderwerp. De derde foto onder de Valkenburgse grotwoning laat een Brits grothuis zien dat voor onze jaartelling al bewoners had.
Na de oorlog dachten veel Engelsen dat de grotwoning een folly was, een nutteloos gebouwtje. Denk aan een theehuisje van baksteen in een wei.
In de 18e eeuw was de grotwoning een luxe drankhol van de plaatselijke edellijken.
Pas vrij recent werd duidelijk dat lang daarvoor een koning in ballingschap in de grot had gewoond.
Ver voor onze jaartelling maakten de notabelen van die tijd al melding van de grotwoning, in bewaard gebleven teksten.
#beowulf
0 notes
Text
Met de cup op de kiek', 5 augustus 1970. Op het Stadhuisplein bevindt zich het Feyenoordpaviljoen waar mensen zich kunnen laten fotograferen met de Europacup 1. Op de achtergrond loopt de kabelbaan ter gelegenheid van de manifestatie C70.
Uit het Vrije Volk van 11 juni 1970:
ROTTERDAM — „Er komen hier bussen vol mensen uit de provincie of uit het buitenland voorrijden. Die mensen laten een foto maken en kopen 'n Feijenoordpetje of iets dergelijks. Dan zeggen sommige Rotterdammers „wat doen die overdreven", maar ze vergeten dat, wanneer wij naar Valkenburg of Tirol gaan, ze ook met een petje of een wandelstok terugkomen.' : Die man uit Valkenburg of Tirol doet nu precies hetzelfde."'
De heer A. F.J. Groffen heeft er duidelijk plezier in. Van 's morgens tien tot' 's avonds tien staat hij zeven dagen per week in het Feijenoordpaviljoentje op het stadhuisplein. De zaken gaan daar uitstekend. „Van de foto's weet ik niets af, daar gaan de fotografen over, maar er moet toch al een bijzonder groot aantal gemaakt zijn. De opbrengst van de foto's komt evenals een gedeelte van de in het paviljoentje verkochte souvenirs, ten goede aan de jeugd in de oude wijken van Rotterdam.
Duizenden mensen stonden de laatste weken al trots glunderend naast "de Cup" Voor ƒ 2,50,- kunnen zij zich even een Europacupwinnaar wanen en als bewijs daarvan krijgen ze een polaroidfoto toe.
De fotograaf is H.M. Vrijmoet en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vrije Volk van 11 juni 1970.
Bericht van 2021
0 notes
Link
Bezoek Mergelrijk Valkenburg - Er is super veel te zien en te beleven voor jong en oud in de grot MergelRijk in Valkenburg. Bezoek Mergelrijk Valkenburg, met
0 notes
Text
Reisverslag Vlaanderenroute
Op internet kwam ik de volgende tekst tegen: "De Vlaanderen Fietsroute is een lus van meer dan 800 km die door de vijf Vlaamse provincies loopt. Zo maak je kennis met wat Vlaanderen zo mooi maakt in al zijn verscheidenheid. Een fietsgids toont je deze route in al zijn variëteiten. Je fietst door polderlandschap, door heide en bos, langs de kust, door boomgaarden, langs land- en zeeduinen maar evengoed door dorpen en steden met een rijke historische achtergrond." Mijn nieuwsgierigheid werd gewekt en ik besloot deze route in de winter van 2022 te gaan rijden.
Zaterdag 26 november - Hoensbroek - Wilderen
Tegen tienen gestart. Het eerste gedeelte van de route was bekend terrein voor me. Op naar Maastricht zoals ik ook altijd naar mijn werk fiets. Al heb ik even getwijfeld of ik door het centrum van Valkenburg wilde rijden. Daar was het nu druk vanwege de Kerstmarkt. Het hield me inderdaad een beetje op en ik moest zelfs een stukje lopen. Maar al gauw liet ik Valkenburg achter me. Het fietsen met bagage viel me nog wat tegen mede omdat ik toch wat te warm was gekleed.
Door het centrum van Maastricht. Over de Sint Servaasbrug en langs het OL Vrouweplein en door het stadspark langs het beeld van D’Artagne. Langs het riviertje de Jeker vervolgde ik mijn weg. Aan de overkant lag het imposante chateau Neercanne van Camiel Oostwegel. Bij Riemst over het Albertkanaal en daarna een pittige klim. Ik verliet het Jekerdal of was het nu het Maasdal? Ik kwam op een soort van plateau.
Ondanks het plateau was het terrein wat glooiend. Wel mooi! Zo nu en dan een lichte klim maar het liep lekker en het zonnetje scheen. Na veertig kilometer kort geluncht met uitzicht op een aantal windturbines. De klimmetjes werden langer en wat steiler. De route was heerlijk rustig over voornamelijk veldwegen. Zo nu en dan kwam ik een groepje wandelaars of fietsers tegen. Maar verder niet veel verkeer.
Bij Tongeren langs het beeld van Ambiorix. De beroemde Germaanse verzetsheld tegen de Romeinen. Ik had de route op mijn gps apparaat staan maar die was ook goed uitgepijld met Vlaanderenroute bordjes. Parallel aan deze route liep de Heuvelenroute. Alleen in Tongeren weken de bordjes af van mijn gedownloade route. Ik begreep al snel waarom want er waren wegwerkzaamheden. Had ik maar meteen de bordjes gevolgd. Nu moest ik zelf voor een alternatief zoeken en dat kostte enige moeite. De wegwerkzaamheden waren hardnekkig en doken overal op.
Na Tongeren richting Borgloon. Volgens heeft mijn oma daar nog op internaat gezeten. Naast veldwegen reed ik zo nu en dan ook over stukken oud spoor, het zogenaamde fruitspoor. Verhalen over dit spoor zijn te beluisteren via https://beluister.be. De hellingen werden weer wat pittiger en om me heen steeds meer fruitbomen. Dit moet een hele mooie streek zijn tijdens de bloesemperiode. Het aantal kilometers had ik te laag ingeschat. In plaats van 75 waren het er ruim 90. Tegen vieren arriveerde ik in Wilders, een paar kilometer achter Sint Truiden. Ik had gereserveerd bij B&B De Statie. Hoe kan het ook anders een voormalig station en daarnaast lag nog een wagon waar ‘s morgens het ontbijt werd geserveerd. Het inchecken ging vlot en de vriendelijke eigenaar hielp me met het naar boven dragen van mijn bagage.
‘s Avonds prima gegeten in het restaurantje wat in hetzelfde gebouw lag. Lekker eten en biertjes van de plaatselijke brouwerij. Gelukkig had ik een tafel gereserveerd want het zat helemaal vol. Tegen tienen naar bed. Heerlijk geslapen.
Zondag 27 november - Wilderen - Leuven
Ik was de eerste bij het ontbijt. Met vers vruchtensap en jam uit de streek. Gezellig zitten in een oude wagon. Tegen kwart voor tien op weg. Het weer was lang niet zo goed als gisteren. ‘s Ochtend had het al flink geregend. Die dag zou het grotendeels een beetje blijven miezeren. Maar echt storend vond ik het nu ook weer niet. Na een uurtje toch maar mijn regenbroek aangetrokken. Het regende eigenlijk niet hard maar als je er uren doorheen fietst dan word je toch wel nat.
In Hoegaarden even gepauzeerd in de muziekkiosk. Hier kon ik in ieder geval droog eten en zitten. Gisteren had ik voornamelijk over betonplaten gereden maar vandaag werden die zo nu en dan al vervangen door kasseistroken. Lastig fietsen als die nat zijn en soms zelf behoorlijk modderig. Respect voor die wielrenners die Parijs Roubaix of de Ronde van Vlaanderen rijden! Ik reed een stuk over een andere wielerklassieker namelijk de Brabantse Pijl.
Ik passeerde een oud vliegveld van de Tweede Wereldoorlog gebruikt door de geallieerden maar ook door de Duitsers. Onderweg ook nog steeds veel fruitbomen. Tussen Bierbeek en Leuven fietste ik door het bos van Heverlee. Ik heb wel even getwijfeld of dit verstandig was. Volgens mijn gids van Bikeline kon het bij slecht weer nogal een lastige route worden omdat dit stuk onverhard was. Maar het viel me reuze mee. Het was inderdaad onverhard maar goed aangestampt en vaak zat er steenslag door. Het bos was ook een mooie afwisseling. De hele dag had ik voornamelijk door open terrein gereden.
Ik arriveerde in Leuven. De route bracht me via een omweg naar het centrum. Ik passeerde onderweg nog een oude abdij, Abdij van Park genaamd. Een paar kilometer verder arriveerde ik bij het Centraal Station waar ook de Jeugdherberg van Leuven lag. Hier zou ik twee nachten blijven want ik wilde Leuven een goed bekijken.
Ingecheckt, gedoucht en wat op bed gelegen. Daarna bij het station in een brasserie wat gegeten. Niet echt geweldig vond ik. Morgen ga ik toch echt wat anders zoeken.
Daarna nog even het centrum ingelopen. Het Stadhuis was mooi verlicht. Een stukje verderop beland in Volkscafé Leuven Central. Prima sfeer, lekker bier, goede bediening en ook nog eens goede muziek. Jammer genoeg werd dit laatste gestopt want Duitsland tegen Spanje was op de TV. Dan toch maar voetballen gekeken. Even na tienen was de laatste ronde. Terug naar de hostel. Tientallen studenten met rolkoffers kwamen me tegemoet. Die gingen terug naar hun kot vermoed ik.
Minder goed geslapen want één van mijn kamergenoten was een wat oudere man die zo nu en dan toch stevig snurkte. Al heb ik het wel erger meegemaakt.
Maandag 28 november - Leuven
Tegen achten gaan ontbijten. Niet echt een sfeervolle ontbijtzaal. Echt druk was het er ook niet. Maar goed ik kon mijn buikje rond eten en de man die het ontbijt moest verzorgen was aardig. Tegen half tien op weg naar het centrum van Leuven. Om tien uur ging het toeristen info centrum open waar ik een plattegrond met uitgestippelde route scoorde.
De hele dag door de stad gelopen. Eerst naar de Vaartkom. Ooit het industriële hart van Leuven. Nu een vernieuwende buurt gebouwen in eigentijdse architectuur. Maar men was nog druk aan het (ver)bouwen. Over een jaar of vijf nog een terugkomen. Ook de brouwerij van Stella Artois lag hier. Terug naar de historische binnenstad.
Het Klein Begijnhof bekeken. Eigenlijk niet veel meer dan een straatje. Daarna door naar de Universiteitsbibliotheek inclusief toren die je kon beklimmen. Een steile klim maar op iedere vloer was er een kleine expositie die me wat leerde over de historie van het gebouw. Die was na de Eerste Wereldoorlog opnieuw opgebouwd met voornamelijk Amerikaans geld, nadat de Duitsers het gebouw vernietigd hadden. Ook de leeszaal was de moeite waard en er lagen in een aantal vitrines bibliotheekboeken. Die waren op zichzelf niet zo bijzonder maar in de boeken stonden reglementen geplakt om ervoor te zorgen dat de leners de boeken netjes zouden behandelen met tips als: scheur het niet kapot of etenstijd is geen leestijd.
Het Klein Begijnhof was dan wel niet zo indrukwekkend maar het Groot Begijnhof des te meer. Een oase van rust waar de tijd stil leek te staan. Niet voor niks was het Unesco Werelderfgoed. Na deze begijnhof doorgelopen naar de Kruidtuin oftewel de botanische tuin met een uitgebreide verzameling van planten, heesters, struiken en bomen. Terug naar de Oude Markt wat ook wel de langste toog van Europa wordt genoemd. Cafés en restaurants liggen hier naast elkaar. Hier ook maar wat gegeten want het was al weer tegen drieën.
Na de late lunch nog de Sint Pieterskerk bekeken. Een van de mooiste voorbeelden van 15e eeuwse Brabantse hooggotiek met veel kerkkunst. Daarna teruggaat mijn Hostel. Alles een beetje klaargemaakt voor morgen en wat liggen dommelen op bed. Tegen zessen terug naar het centrum. Weer gegeten bij een brasserie bij het station. Een andere als gisteren en gelukkig van betere kwaliteit.
Tegen tienen terug naar de hostel. Op mijn kamer was een Brit uit Birmingham ingecheckt. Hij was druk in gesprek met een oudere Amerikaan die ook op de kamer lag. Met zijn drieën gesproken over reizen, Belgische en Nederlandse steden, diegene en e-bikes, het Europese sociale systeem en natuurlijk Trump. Volgens de Amerikaan was heel Nederland én België vlak en daarom werd er ook zoveel gefietst. Tsja volgens mij had hij alleen wat steden in België bezocht en niet de Ardennen, Limburg of de Vlaamse heuvels ;-) Tegen elven naar bed gegaan. Morgen naar Waterloo om de beroemde slag eens goed te gaan analyseren.
Dinsdag 29 november - Leuven - Beersel - Waterloo
In tegenstelling tot de vorige nacht goed geslapen al werd ik toch een paar keer wakker door de snurkende Amerikaan. Tegen achten gaan ontbijten. Al snel kwamen mijn kamergenoten ook in de ontbijtzaal. De Brit nam nog snel, voordat hij de ontbijtzaal verliet, een viertal stuks fruit mee. Gisteren had hij het nog over de hebzucht van de mensen ;-)
Tegen half tien op weg. Onder het spoor door via het centraal station van Leuven. Vanwege een treinstaking was het niet druk en kon ik goed doorlopen. Daarna door het centrum van Leuven gefietst maar al snel fietste had ik de stad achter mij gelaten. Het was nog fris en het zou eigenlijk de hele dag fris blijven. De zon liet zich niet zien, wind was er nauwelijks maar het was wel wat mistig en in de loop van de dag leek de mist iets dikker te worden. Niet dat je echt geen zicht had maar fijn was anders.
In het begin schoot ik niet op. Vreemd eigenlijk want er was nauwelijks tegenwind. De klimmetjes waren in het begin nog geleidelijk. Totdat ik een klim over een kasseistrook kreeg. Mijn Garmin gaf hier een Max van 19% stijging aan. Ik vroeg me af of dit echt zo was maar het was in ieder geval een pittige klim. Ik kwam maar juist boven. Ik heb één keer wel een voet aan de grond moeten zetten omdat ik een stuurfout maakte maar ik kon daarna gelukkig weer opstarten zonder te moeten duwen.
Ik had na deze klim wel het gevoel dat het beter liep. Waarschijnlijk had ik zo’n inspanning gewoon even nodig. Ook daarna nog een paar langere klimmen gehad. Na Alsemberg de officiële route verlaten want ik wilde een blik werpen op Kasteel Beersel. Een mooi opgeknapte waterburcht en een van de mooiste kastelen van België. Het speelt ook een hoofdrol in het Suske en Wiske stripalbum ‘De schat van Beersel’. Helaas was het kasteel tijdens het najaar en de winter alleen in het weekend geopend. Maar zelfs van buiten is het de moeite waard.
Geluncht bij een kapelletje in Beersel en daarna op weg naar Waterloo. Nog zo’n dikke elf kilometer. Dat liep goed behalve een onverharde afdaling waar mijn Garmin me naar toe stuurde. Ingecheckt bij Hotel 1815, vlakbij het museum over de veldslag en het monument met de leeuw. Nederlands sprak de receptionist niet. Toen hij merkte dat ik alleen Frans met knoebelen spreek ging hij al snel op Engels over. Mijn fiets kon ik netjes stallen in een bijgebouwtje.
Wat wasjes gedaan en wat items geplaatst op de agenda van heuvellandbibliotheken.nl. Daarna een uurtje gaan liggen want ondanks maar een ritje van ruim zestig kilometer was ik toch moe. Die steile klimmetjes met bagage hakken er toch in. Maar ook op Wikipedia wat meer gelezen over de Slag bij Waterloo. Ik weet er toch weinig van en een beetje voorbereiding leek me niet verkeerd. Maar al met al vond ik het toch een complex verhaal. Ik ben benieuwd of het museum morgen meer duidelijkheid kan bieden.
Tegen half zeven gaan eten in het restaurant van het hotel. Daarna nog een paar Waterloo biertjes (blond en brun) gedronken. Tegen tienen naar bed gegaan. Morgen een beetje uitslapen want het museum gaat pas tegen tienen open. Maar ik zag ook dat er wat monumenten in de buurt lagen én dat het laatste hoofdkwartier van Napoleon op vier kilometer van mijn hotel lag. Het wordt toch nog een druk dagje morgen denk ik :-)
Woensdag 30 november - Waterloo
Goed geslapen en daarna gaan ontbijten. Het brood leek me niet helemaal vers te zijn, het proefde een beetje uitgedroogd, maar verder was er voldoende keuze. Tegen kwart voor tien op weg. Eerst een paar monumenten gaan bekijken die langs de weg lagen. De monumenten waren natuurlijk alleen voor de overwinnaars van de Slag bij Waterloo. Ik kende dit fenomeen al toen ik tijdens een fietsvakantie de Frans-Duitse oorlog volgde. Het was mistig en de heuvel met de leeuw kon ik niet zien terwijl ik er toch maar tweehonderd meter van afstond. Hopelijk, als ik weer ga fietsen, is het morgen helderder.
Tegen kwart over tien naar het museum waar de veldslag uitvoerig uit de doeken gedaan wordt. Waterloo is Waals gebied maar bij het museum werd ik in keurig Nederlands, met Frans accent, geholpen. In mijn hotel spreekt ieder personeelslid Frans of Engels. Ruim drie uur door het museum gelopen. Niet alleen veel objecten zoals wapens, uniformen, pamfletten etc. etc. Maar ook een mooie maquette en uitleg doormiddel van animaties. Men begon ook niet meteen met de veldslag maar je kreeg ook een mooie inleiding over de Franse revolutie en de opkomst van Napoleon.
Nadat ik binnen was uitgekeken bezocht ik nog het panorama waar op een groot doek de veldslag werd uitgetekend door schilder Louis-Jules Dumoulin. Buiten was de mist opgetrokken en daarom de kunstmatige heuvel met de leeuw beklommen. Een pittige en steile klim maar ik kon ‘m toch in één tempo zonder pauze omhoog lopen. Van boven had ik een uitstekend beeld van het terrein waar ruim tweehonderd jaar geleden de veldslag gewoed had.
Weer naar beneden waar een aantal hijgende toeristen me tegemoet liepen. Alleen de kleuter van het gezelschap leek er weinig moeite mee te hebben want ze bleef druk praten met haar vader. Nog jonge longen en benen :-) Op de plek van de kunstmatige heuvel met leeuw is de Prins van Oranje gewond geraakt. Prima geluncht: brood, pompoensoep en kaas bij het restaurant tegenover het museum.
Daarna op weg naar hoeve van Hougoumont. Ik denk wel de bekendste hoeve van de Slag bij Waterloo maar er waren er meer waar de Engelsen en hun partners zich verschanst hadden. De typische Belgisch Brabantse hoeven, ommuurt en een poortgebouw, hebben wel wat weg van kleine kastelen en werden gebruikt als een voorpost. Ze lagen iets voor de Engelse linie. Normaal kun je de hoeve ook bezoeken maar nu was die toch gesloten. Verder gewandeld naar het laatste hoofdkwartier van Napoleon wat zo’n vier kilometer verderop lag. Nog een stukje lopen dus maar ik kreeg zo wel een goed beeld van het hele terrein waarop de veldslag heeft plaats gevonden.
Tegen vieren kwam ik aan bij het laatste hoofdkwartier. Ik werd in perfect Vlaams aangesproken. Doormiddel van een audiotour werd ik rondgeleid door de kleine woning, de boomgaard en het erf (inclusie knekelhuis). Het is vrij klein en na een half uur had ik alles gezien. Terug naar het hotel wat nog zo’n vier kilometer verderop lag.
De wandeling verliep en tegen kwart over vijf was ik terug in mijn hotel. Douchen en even pitten en daarna naar het restaurant. Prima gegeten en er waren ook veel locals maar ik vond het wat overprijsd. Tegen negenen terug naar mijn kamer. Morgen wordt het een pittig dagje denk ik.
Donderdag 1 december - Waterloo - Ronse
Kwart over zeven opgestaan en om half acht bij het ontbijt. Een vriendelijke en knappe ontbijtdame maar het brood was er nog niet én de koffieautomaat was kapot. Gelukkig kon zij ook koffie zetten achter de bar en het brood werd snel gebracht. Tegen kwart voor negen op weg toen ik werd uitgezwaaid door de ontbijtdame die ook meteen de receptioniste was. Ze vond het cool dat ik met de fiets op reis was.
De weg naar Waterloo was druk en bijna werd ik getorpedeerd door een bestelbusje die het terrein van een tankstation wilde oprijden. Ik moest meteen aan Davide Rebellin denken die gisteren was verongelukt door een touché met een vrachtwagen. Bij mij ging het gelukkig goed. Gelukkig verliet ik ook al gauw de hoofdweg. Ik wilde bij Halle weer de route oppikken. Ik had mijn Garmin ingesteld op ‘wielrennen’ zodat die me over asfaltwegen naar Halle zou brengen. Maar dat viel tegen. Eerst werd naar een soort van wandelpad geloosd. Dat was nog enigszins te doen als je een beetje voorzichtig reed. Maar een stuk verder werd ik een bos ingeleid. In het begin ging dat nog goed totdat ik een stevig helling op moest. Het pas was smal, nat, boomwortels en bladeren. Hier kwam ik niet fietsend omhoog maar ik kreeg zelfs mijn fiets met bagage hier niet omhoog geduwd. De achtertassen van mijn fiets gehaald en eerst de fiets naar boven gebracht. Daarna weer mijn tassen gehaald. We komen er wel ;-)
Maar ik had veel tijd verloren en was niet zeker of ik voor het donker binnen zou zijn. Daarom besloot ik nog een stukje via een hoofdweg te rijden naar Leerbeek. Hier de route weer opgepikt. Mooi hoor! Dwars door de Belgische Ardennen. Onderweg kwam ik veel bekende hellingen uit de Vlaamse klassiekers tegen zoals de Bosberg, Taaienberg, Kanarieberg en de Muur van Geraardsbergen. Maar ik beklom ze niet maar daalde er af. Ik denk dat als ik de route andersom zou fietsten ik hier, door de bagage, behoorlijk in de problemen zou komen. Misschien toch maar eens een keer proberen. Maar ook nu was er nog voldoende te klimmen.
Tegen drieën begon zelfs het zonnetje flauw te schijnen. Die had ik toch al heel lang niet meer gezien. Vijf kilometer voor Ronse werd ik over een oud spoor, een Ravel, geleid. Oppassen want om er te komen moest ik eerst een trap af. Wie bedenkt zoiets? Hier hadden zo ook makkelijk een helling kunnen aanleggen. De Ravel was dan wel vlak maar je moest uitkijken. De ondergrond was niet van de allerbeste kwaliteit, scheuren en worteldruk maakte het fietsen lastig. Ook al omdat het pad vol herfstbladeren lag.
Tegen vieren arriveerde ik bij mijn hotel, het Zorghotel genaamd. Hier werden mensen gerevalideerd maar ook “gewone” mensen mochten er slapen. Mooie eenvoudige kamer en vriendelijk en geïnteresseerd personeel. Na het douchen wat uitgerust op bed en de tweede helft van de wedstrijd België - Kroatië gekeken. Helaas voor de Belgen bleef het nul-nul en ze lagen uit het WK. Ondertussen op internet ook gezocht naar een eetgelegenheid. Eetcafé De Vrijheid leek me wel wat. Volgens de reviews was het eten goed, het bier lekker en had men goede muziek. De reviews waren niet gelogen. Een leuk sfeertje hier! Maar tegen half tien toch terug naar mijn hotel gegaan want de etappe van vandaag had er goed ingehakt.
In de gang van mijn hotel hingen veel historische foto’s van de Ronde van Vlaanderen. Onder andere twee mooie foto’s van Briek Schotte. Bij eentje was hij, met een handpompje, zijn band aan het oppompen. Die nog even goed bekeken voordat ik naar mijn kamer ging.
Vrijdag 2 december - Ronse - Kortrijk
Goed geslapen en na een goed ontbijt op weg naar Kortrijk. De eerste zes kilometer waren vlak en liepen gedeeltelijk over een nieuw fietspad. Daarna begon een flink klim maar het Kluisbos. Ik reed verder over de Ronde van Vlaanderen straat waar de winnaars van de deze klassieker op de weg waren gekalkt. Daarna het Kluisbos in. Lastig fietsen want het was modderig. De modder zette zich vast bij mijn remmen en tussen het spatbord en het fietswiel. Ik hoopte nog even dat het er vanzelf weer zou afvallen maar helaas pindakaas. Met een stokje de meeste modder kunnen verwijderen.
Er zaten vandaag nog wat klimmetjes in de route maar zeker niet zoveel als gisteren en de meeste waren ook wat gemakkelijker qua stijgingspercentage. Het was wel wat kouder vandaag en de wind waaide ook wat harder. Meestal had ik die wel in de rug maar mijn route maakte nogal wat omzwervingen en daarom had ik de wind zo nu en dan tegen.
Bij Otegem langs een standbeeld van Jeff Planckaert gereden. En bij Bellegem langs de brouwerij Omer. Tegen tweeën arriveerde ik in Kortrijk. Het inchecken bij hotel Ibis ging snel en mijn fiets mocht gewoon in de lobby staan. Na het douchen weer de stad in. Het oude centrum van Kortrijk is zeker de moeite waard en alles is op loopafstand.
In de O.L. Vrouwekerk een interessante expositie over de Guldensporenslag, die bij Kortrijk plaatsvond, bekeken. Verder zijn er te zien: de Broeltorens, de Grote Markt met Belfort en Stadhuis, een Begijnhof en de St. Maartenskerk. In Kortrijk krijg je gerust een middag om en misschien ook wel een hele dag als je het Texture, een museum over de linnen en vlas industrie, zou meenemen. Hier had ik geen tijd voor.
Zaterdag 3 december - Kortrijk - Ieper
Tegen half tien op weg. De eerste twintig kilometer waren vlak en liep langs de Leie waarbij ik soms aan de linkerkant en soms aan de rechterkant fietste. De wind had ik in de rug dus het liep voorspoedig. Ik pikte zelfs een stukje Frankrijk mee. Maar na twintig kilometer ging ik toch het binnenland in en werd het terrein wat golvender. Maar stevig klimmen zoals de Vlaamse Ardennen die waren er niet meer.
Ik reed langs buizenbakkerij Dumoulin. Een voormalige buizenbakkerij die me deed denken aan de steenfabriek van mijn (over)grootvader. Vergane glorie. Het leek erop dat men de poort had gesloten en er niets meer veranderd was. De niet verkochte buizen lagen er nog in grote stapels.
Bij Zandvoorde reed ik langs een oorlogskerkhof uit WOI. Het werd bekend terrein. In 2014 had ik de frontlinie van WOI, van Oostende naar Zwitserland, gefietst en heel wat oorlogskerkhoven en herdenkingsmonumenten aanschouwd. Ook vandaag ben ik hier en daar nog gestopt bij overblijfselen uit WOI. Onder andere een Duitse bunker, Duitse loopgraven en een herdenkingsmonument voor Nieuw Zeelanders. Ook morgen zal ik er nog voldoende tegenkomen.
Onderweg nog gebabbeld met een jager. Ik sprak hem aan met de woorden: “en bijten ze een beetje?” Hij was samen met een aantal collega jagers op jacht naar hazen vertelde hij me. Samen met een stuk of vier andere jagers hadden ze een grote akker omsingeld. Maar geen haas te zien. Nog even met hem gebabbeld over mijn fietstocht en daarna moest hij zich weer focussen op de akker.
In Ieper ingecheckt bij Hotel Albion in Ieper. In de lift kwam ik in gesprek met een Brit die vanavond een krans bij de Menenpoort ging leggen. Ieper zelf had ik al een keer uitvoerig bezocht dus ik besloot om Nederland - VS te kijken op mijn hotelkamer. Ondertussen wat boekingen gedaan. Brugge en Gent waren geen probleem maar Antwerpen, waar ik twee nachten wilde blijven, vond ik alleen maar de eerste nacht voor een schappelijke prijs. De zaterdag was of uitverkocht of de prijzen lagen veel te hoog. Tenminste als je in het centrum wilt verblijven. En dat wilde ik.
Daarna op zoek naar een restaurant die nog plek had. Dat viel tegen. Pas bij restaurant nummer drie was het prijs. De meeste waren vol en/of gereserveerd. Tegen kwart voor acht de Menenpoort bezocht waar The last post werd gespeeld als eerbetoon aan de gevallen soldaten uit de gemenebest. De Brit , die ik in de lift ontmoet had, stond er inderdaad met een krans.
Nog een kroegje opgezocht maar die ging, ondanks zaterdagavond, om negen uur dicht. Misschien ook wel beter zo want dan ga ik tenminste op tijd naar bed. Morgen naar Nieuwpoort. Een rit van tachtig kilometer en er is nog genoeg te zien o.h.g.v. WOI. Op tijd opstaan lijkt me dan ook niet verkeerd.
Zondag 4 december - Ieper - Nieuwpoort
Na een goed ontbijt op weg. De receptioniste van Hotel Albion wenste me warme handen en banden toe. Dat was wel nodig want het zou zo rond de nul graden worden volgens het weerbericht. Veel wind stond er gelukkig niet en die kwam uit het NNO dus die had ik grotendeels in de rug.
Het begin van de etappe draaide een beetje om Ieper heen. Ik maakte wel veel kilometers maar ik schoot ook weer niet echt op. Onderweg kwam ik wel veel monumenten en oorlogskerkhoven van WOI tegen. Ik passeerde zelfs een museumpje wat ik nog kende van een WOI excursie die ik ooit gemaakt had. Ook reed ik langs Hill 60 waar je nog duidelijk de bomkraters zag liggen.
Maar langzaam maar zeker begon ik uit de invloedssfeer van Ieper te raken. Het terrein werd ook steeds vlakker. Diksmuide kwam in zicht en ik passeerde ook de indrukwekkende IJzertoren en even verderop de Dodengang. Dit laatste was een soort van openlucht museum waar een loopgraaf was nagebouwd waar je dan doorheen kon lopen. Zowel de IJzertoren als de loopgraaf kende ik nog van mijn fietsvakantie uit 2014. Wie ik ook nog kende waren de drie beeldjes van een Belgische, Duitse en Britse soldaat die gebroederlijk samen iets drinken. Net zoals in 2014 maakte ik hier weer een foto.
Ik reed Nieuwpoort binnen en het was op deze zondag behoorlijk uitgestorven. Mijn B&B La Casa, boven een Italiaans restaurant, had ik snel gevonden. De voordeur kon ik open duwen maar ik zag niemand. Gebeld met de eigenaar en die vertelde me waar mijn sleutel lag en waar mijn kamer was.
Na het douchen eerst een koffie gedronken op mijn kamer. Daarna even Nieuwpoort in maar dat had ik snel gezien. Neergestreken bij Brasserie Nieuwpoort. De keuken ging pas om zes open. Een speciaal biertje genomen en wat liggen lezen in Het Geuzenboek van Louis Paul Boon. Een historische roman waarin ik al de hele vakantie aan het lezen was. Boeiend over de opkomst van het protestantisme in de lage landen, met name Vlaanderen, en de reactie van de Spanjaarden en de Nederlandse adel hierop. De katholieken, Nederlandse adel en de Spanjaarden waren niet de favoriet van Louis Paul Boon.
Heerlijk gegeten in Brasserie Nieuwpoort! Maar wel de hogere prijsklasse. Tegen negenen weer thuis en nog wat gelezen. Om half elf gaan slapen. Morgen naar Brugge. Een ritje van nog geen zestig kilometer.
Maandag 5 december - Nieuwpoort - Brugge
Half negen gaan ontbijten in het Italiaanse restaurant. Volgens mij niet zo maar een Italiaan. Hij had prijzen gewonnen en was aangesloten bij een soort van bond. Ook hadden ze arrangementen met dineren, slapen en ontbijten. Maar jammer genoeg was hij gisteren niet open.
Tegen kwart voor tien op weg. Netjes de route gevolgd maar bij Bad Nieuwpoort, drie kilometer verderop, liep die dood. Er zou een veer moet zijn maar die zag ik niet. Terug naar Nieuwpoort dus en over de brug naar de andere kant van de IJzer. Veel wind stond er niet vandaag en. Ik had het gevoel dat het een stuk warmer was. Mijn dikke handschoenen omgeruild voor dunne.
De route zou vandaag helemaal vlak blijven. Ik schoot dan ook lekker op. Al gauw fietste ik langs de. Grotendeels over de boulevard maar hier waren nu ook werkzaamheden aan de gang dus zo nu en dan moest ik een alternatief zoeken. Onderweg reed ik ook langs de Atlantikwall met een aantal Duitse bunkers. Bij Middelkerke, op de boulevard, reed ik langs een hele rij aan Belgisch stripfiguren zoals Jerom, De Rode Ridder, Lambik, Robbedoes, Urbanus en natuurlijk Suske en Wiske.
Na Oostende het binnenland in. Als snel reed ik langs een kanaal richting Brugge. Rechts van het jaagpad een moerasgebied. Een mooie en snelle rit bracht me spoedig naar Brugge. In de jeugdherberg van Brugge was ik ooit al eens eerder geweest maar dat is toch zeker al vijfentwintig jaar geleden. Op mij kamer kennisgemaakt met twee Canadezen. Eentje vroeg me of ik earplugs had en anders had hij ze voor me want hij snurkte vertelde hij me. Ik had earplugs maar ik weet uit ervaring dat het weinig hulp biedt bij snurkers. Het zal me dus benieuwen vannacht.
De Canadezen gingen al snel naar de stad en ik volgde een half uur later. Een korte wandeling door Brugge gemaakt maar het werd op een gegeven moment te donker. Een biertje genomen en stoemp (hutspot) met spek en worst genomen. Daarna nog een afzakkertje genomen bij een café wat op weg naar de jeugdherberg lag. Maar daar was het om acht uur gedaan. Door naar de jeugdherberg en daar Brazilië- Zuid-Korea gekeken. De Brazilianen stonden al met 3-0 voor terwijl de wedstrijd35 minuten oud was. Het zou uiteindelijk 4-1 voor Brazilië worden.
Tegen tienen naar bed. De Canadezen waren er niet. Wel was er nog iemand op onze kamer beland. Dit zag ik alleen al omdat hij de wc niet had doorgetrokken en alle lichten had aangelaten. Ik lag een uur in bed toen hij thuis kwam. Alle lichten gingen weer aan én binnen een half uur lag meneer te snurken als een blaasbalg. En soms hoorde je een minuut niets en dan hoopte ik stiekem dat die gestikt was. Maar helaas hij bleef aan de gang. Na drie kwartier heb ik mijn dekens en kussen gepakt en ben ik op de sofa in de hal gaan liggen.
De Canadezen waren op stap geweest en kwamen tegen drieën terug. De snurker uit de kamer vertrok een half uur later. Misschien weggejaagd door de twee Canadezen? Het zou me niets verwonderen. Ik besloot het nog eens op de kamer te proberen. De Canadees die me waarschuwde voor zijn gesnurk sliep verbazend rustig. Tenminste het eerste half uur. Daarna werd ik wakker van hem en hij snurkte bijna net zo hard als die andere gast. Ik besloot dan maar weer te verhuizen naar mijn alternatieve slaapplek. Daar prima verder geslapen.
Ja zo gaat dat zo nu en dan op gemeenschappelijke slaapzalen maar ik heb wel het gevoel dat het snurken erger is geworden t.o.v. vroeger. Er gewoonweg meer obesitas. En misschien zijn de mensen ook wel asocialer geworden. De gouden regel is dat je na tienen rustig bent en andere niet stoort maar ik heb het gevoel dat men hier steeds minder aan denkt. 99% van de gasten zijn overigens ok.
Dinsdag 6 december - Brugge
Vandaag een dagje Brugge. Tegen achten opgestaan en gaan ontbijten. De ontbijten van de Belgische jeugdherbergen zijn heel wat eenvoudiger dan bijvoorbeeld bij de Nederlandse en Duitse jeugdherbergen. Maar goed er is ontbijt. Bij de receptioniste nagevraagd of mijn huidige kamergenoten gingen vertrekken vandaag maar dat was niet het geval. Gelukkig kon ik van kamer ruilen. Hopelijk is het vanavond wat rustiger of anders wordt het weer coachsurfen vrees ik.
Tegen half tien de stad in. Eerst wat highlights gaan bekijken zoals het begijnhof, de Belfort, het stadhuis etc. Daarna een wandeling gemaakt die de titel ‘slenteren door het stille Brugge’ heeft. Brugge is eigenlijk één groot openluchtmuseum met heel veel Italiaanse toeristen. Schijnbaar hebben de kinderen al Kerstvakantie want het zijn hele Italiaanse gezinnen die hier door Brugge wandelen. De dames zijn gemakkelijk herkenbaar aan hun wintermuts met bol op de top.
Maar in het stille Brugge zie ik nauwelijks toeristen. Het is een mooie wandeling langs o.a. Een aantal (replica)molens en het geboortehuis van Guido Gezelle. Daarna het Historicum bezocht. Waar je doormiddel van Virtualiteit Reality, beeld, tekst en geluid van alles leert over het Brugge rond 1453. Mooi gemaakt maar ik vond het niet diepgaand genoeg.
Genoeg gezien en gedaan en tegen vieren een kroeg op de markt opgezocht. Wat gewerkt aan het reisverslag en gelezen in Het Geuzenboek. Hier meteen ook mijn avondeten genomen. Konijn op Vlaamse wijze. Tegen zevenen terug naar de hostel. Er was geen voetbal op groot scherm in de jeugdherberg dus maar op tijd naar bed gegaan. Prima geslapen die rond elven kort werd verstoord toen de Canadezen, die in de kamer naast mij lagen, thuiskwamen en nog hardop aan het nagenieten waren. Iemand begon keihard op hun deur te bonzen met de mededeling dat ze stil moesten zijn. Na nog een waarschuwing waren ze dat ook. Verder prima geslapen die nacht.
Woensdag 7 december - Brugge - Gent
Tegen kwart voor acht gaan ontbijten en tegen negenen op weg. Tijdens het ontbijt was het nog flink aan het regenen maar toen ik vertrok was het droog. Vandaag naar Gent. Je kunt meteen via het kanaal Gent-Brugge rijden en dan was het een rit van circa 45 kilometer. Maar mijn route maakte nogal wat omwegen en de etappe zou circa tachtig kilometer zijn.
Allereerst richting Damme. Onderweg reed ik langs Fort van Beieren. Ten tijde van de Tachtig jarige oorlog had hier een fort gelegen wat onderdeel was van de Spaans-Staatse linies. Er was niet meer veel van te zien. Daarna door naar Damme, ooit een overslaghaven voor Brugge. Het begon weer licht te regenen maar het zette niet door. De route was afwisselend. Velden en bossen. O.a. door een bosgebied wat het Vagevuurbos heet. In een hete en droge zomer een gevaarlijk terrein denk ik ;-)
Het begon tegen twaalven te lopen en ik hoopte om een lunchplek te vinden met een dak boven mijn hoofd. Maar ik zag voornamelijk bankjes. Dat leek me niet wijs om hier nu te lunchen want de zon werd afgewisseld door donkere wolken en zo nu en dan een spatje regen. Het begon harder te regenen en ik kon gelukkig schuilen onder het afdak van een schuur. Hier dan maar mijn brood op eten dacht ik maar al snelde veranderde ik van gedachten want de schuur werd bewaakt door twee Mechelse herders. Die zaten wel in een ren maar hun geblaf en gegrom is niet echt handig als je een rustige lunch wilt. Mijn regenbroek aangetrokken en verder gereden. Binnen een minuut was het ook weer droog.
Een eindje verderop, bij Aarlte, bij een voetbalterrein geluncht in het hokje waar ze normaal tickets verkopen. Ik zat droog en uit de wind. Daarna langs de villawijk van Aarlte die in een bosachtige omgeving lag. Mooie en vooral grote villa’s hier. De laatste vijftien kilometer liepen langs het kanaal over een jaagpad.
In het centrum van Gent rustig gereden vanwege de tramrails. Daar heb ik het niet zo op, zeker niet als die nog nat zijn. In de jeugdherberg was ik al een paar keer eerder geweest. Het inchecken ging rap en de fiets kon in de afgesloten fietsenstalling of ik kon die in de hal vastketenen. Ik besloot voor het laatste voor het geval dat ik fiets toch nog zou willen gebruiken. De kamers en sanitair in Gent zijn wat moderner dan die in Brugge. Volgens mij was het ook wat drukker in de hostel al heb ik mijn kamer op dit moment voor mij alleen.
Na het douchen de stad weer in. Goed gegeten en daarna wat gaan drinken bij ‘t galgenhuisje. Een kleine kroeg vlakbij Het Steen met de toepasselijke slogan “Hier blijf je wel eens hangen”. En inderdaad dat bleef ik. Het bier en het bier was goed, het personeel prima en de gasten gezellig. Ik kwam in gesprek met een paar locals en een tweetal Zweden die vroeger in Gent in de logistieke industrie gewerkt hadden. Tegen enen besloot ik toch maar dat het genoeg was geweest.
Donderdag 8 december - Gent
Prima geslapen. Vandaag een dagje Gent. De ontbijtzaal van de hostel liep goed vol. Hier was het inderdaad drukker dan in de jeugdherberg van Brugge. Daarna op weg om Gent te gaan bekijken. Eerst naar het Lam Gods in de Baafs kathedraal geschilderd door de gebroeders van Eyck.
Daarna richting de st. Pieters abdij gelopen. Daar wat rond gekeken en toen door naar het Museum voor Schone Kunsten. Een van de oudste kunstmuseums in België. Niet alleen de kunst maar ook het gebouw is de moeite waard. Aan het eind van de middag terug naar het historisch centrum van Gent. Onderweg in de studentenwijk een kom vegetarische ramen genomen. Prima gegeten en ik had hier ruim voldoende aan.
Het had geregend en ik zag een fietser over de tramrails onderuit gaan. Een goede waarschuwing voor mezelf. Weer wat gaan drinken bij ‘t Galgenhuisje. De waard was blij om me weer te zien. Maar deze keer lang niet zo lang gebleven. Ik was moe én morgen ook weer fietsen naar Antwerpen. Toch een flinke etappe.
Terug naar de hostel en kennis gemaakt met mijn nieuwe kamergenoten een Roemeense Bulgaar uit Sofia die maar moeilijk Engels sprak. Een beetje een zigeunertype. Ik wist niet wat ik van hem moest denken. Hij was op zoek naar werk vertelde hij me. Ik begreep naderhand van de receptioniste dat hij het bed betaald had met alleen maar kleingeld. Of hij het bij elkaar gebedeld had zei ze. Mijn andere kamergenoot was een Vlaming. Hij maakte ook wel eens fietstochten maar meestal lange afstand wandeltochten. Gezellig mee gebabbeld o.a. over jeugdherbergen in België, Nederland en Luxemburg. Hij vertelde me dat de jeugdherberg van Vianden ging verhuizen. Dichter naar het centrum in Vianden. Tegen elven naar bed.
Vrijdag 9 december - Gent - Antwerpen
Weer goed geslapen. Op tijd opgestaan want het zou een etappe van ruim negentig kilometer worden en ik wilde een beetje op tijd vertrekken. Na het ontbijt op weg. Het was rond het vriespunt. Ik was juist op weg toen ik al een vrouw onderuit zag schuifelen. Kwam het door de gladheid of had ze gewoon niet opgelet? De keitjes en de tramrails zorgde er in ieder geval voor dat voorzichtig fietste.
Al gauw had ik het centrum verlaten en fietste ik langs de Schelde. Zodra ik het centrum uit was kwam er een dikke mist opzetten. Ik fietste over een jaagpad langs de Schelde maar de rivier kon ik niet zien door de mist. Zo nu en dan kwam ik toch wandelaars, fietsers en joggers tegen. Ik merkte dat het water in mijn bidon licht bevroren was.
Vlak voor Wetteren stond een politiebusje op het jaagpad. Ze waren de gladheid aan het checken. Op de plek waar ze stonden was het inderdaad spiegelglad. Ze vroegen me hoe de situatie was waar ik vandaan kwam. Die was goed vertelde ik hen. Voorzichtig verder fietsen zeiden ze tegen me. Het eerste stukje door het gras gefietst want het asfalt zag er inderdaad verraderlijk glad uit. Een stukje verder kreeg ik ander asfalt en zag het weer beter uit. Van gladheid heb ik verder onderweg niets meer gemerkt.
Toen ik bij Dendermonde arriveerde was de mist weg. Ik lunchte bij de sluis waar een schuilhut stond die ook, gezien de graffiti, gebruikt werd door de jeugd van Dendermonde. Tegen half een verder. Zoals meestal heb ik na de lunch koude voeten. En dit was ook nu weer het geval. Soms krijg ik ze dan niet meer echt waren. Deze keer gelukkig wel al duurde het toch wel een uurtje voordat ze weer enigszins warm waren.
Nu de mist was op getrokken kon ik gelukkig wat meer van de omgeving zien. En de tweede helft van de etappe was dan ook een stuk leuker dan het eerste stuk. Bij Temse raakte ik het spoor bijster vanwege de fietstunnels en brug die ik moest rijden. Het kostte me toch zo’n tien minuten voor ik precies doorhad hoe ik rijden moest.
Ik arriveerde pas tegen kwart over vier in Antwerpen. Later dan ik verwachtte. In Antwerpen had ik de moderne en nieuwe jeugdherberg, Pulcinella, snel gevonden. Douchen, bed opmaken en daarna naar het restaurant The Duke van Antwerpen, vlakbij het centraal station, gelopen. Hier had ik in maart van dit jaar ook gegeten. Prima eten in een sfeervol restaurant. Ze hadden nu ook een huntersmenu. Ik koos voor een wildpastei en reerug.
Na het eten op weg naar Café De Engel op de Oude Markt om Nederland - Argentinië te gaan kijken. Café De Engel is een echt volkscafé met foute muziek, dansende mensen en personeel die je bestelling komt opnemen. Het zat er nu natuurlijk vol met Hollanders zoals ik de locals hoorde zeggen tegen elkaar. Het was een spannende voetbalwedstrijd die we helaas verloren door penalty’s nadat we op miraculeuze wijze in de verlenging toch nog gelijk speelden.
Nog een paar biertjes gedronken en toen terug naar de hostel. In The Joker, een barretje vlakbij de hostel, nog wat biertjes genomen. Tegen half twee in bed. De slaapzaal met zes personen was helemaal bezet zag ik.
Zaterdag 10 december - Antwerpen
Weer een rustdag genomen om Antwerpen te gaan verkennen. Toch een beetje de kou ontvlucht en om tien uur naar Museum Mayer van den Bergh gegaan. Opgezet door de moeder van de kunstverzamelaar Fritz Mayer van den Bergh. Indrukwekkend wat die man in zijn korte leven, hij werd maar 41, bij elkaar had verzameld. De gemeente Antwerpen was gehackt , betalen via de pin was niet mogelijk en ik kreeg een handgeschreven kaartje. Het schilderij De Dulle Griet was het hoogtepunt van de collectie. Naast schilderijen waren er ook meubels, houtsnijwerk, tapijten en beeldhouwkunst te bewonderen.
Daarna gaan lunchen bij het Rubens Inn, een Grand Café naast het Rubenshuis. Na de lunch het huis van Rubens gaan bekijken. Daarna door naar de O.L. Vrouwe Kathedraal. Maar die ging om drie uur dicht en het was nu al tegen half drie ik besloot geen kaartje meer te kopen. In Café De Vagant een paar Triple Anvers gedronken en gelezen in Het Geuzenboek. Die dikke pil had ik nog steeds niet uit.
Gegeten in een Osteria. Prima eten al mocht de bediening wat vriendelijker zijn. Een lachje kon er niet vanaf. Toen ik afgerekend had werd mijn tafel meteen bij me weggehaald want die had ze nodig bij een andere tafel. Een Duits koppel wat naast me zat bekeek de situatie met een grijns. Ik vond deze absurde situatie eigenlijk ook wel grappig. Terug naar de hostel en gebabbeld met was kamergenoten waaronder een Marokkaan en een Nederlander. De Marokkaan was dolbij want Marokko had gewonnen van Portugal en zat bij de laatste vier van het WK. Nog nooit eerder had een Afrikaans land dit bereikt. Vroeg naar bed gegaan en tegen half tien deed ik het licht uit geslapen als een blok.
Zondag 11 december - Antwerpen - Mol
Zo fris als een hoentje opgestaan en om acht uur gaan ontbijten. Er waren nu zelfs broodjes. Die had ik nog niet eerder gehad in de jeugdherbergen van Vlaanderen. Nog even gebabbeld met de Nederlander van mijn kamer die deze ochtend de trein naar Groningen zou terugnemen. Tegen half tien op weg naar Mol. Het was koud maar gelukkig niet glad ondanks dat het gisteravond natte sneeuw gevallen was.
Antwerpen gemakkelijk uitgereden. Een mooie rit volgde door een aantal natuurgebieden in de Kempen. Na circa vijfentwintig kilometer passeerde ik Fort Oelegem, uit 1903 als ik me goed herinner, wat was aangelegd om Antwerpen te beschermen. Ik zag ook nog een aantal bunkers en een anti tankgracht. Het was eigenlijk een variant op de Hollandse waterlinie. Men kon een heel gebied onder water zetten om Antwerpen te beschermen. Na 1940 speelde de hele waterlinie inclusief de forten geen rol van betekenis meer. In veel van de bunkers zaten nu vleermuizenkolonies.
Onderweg verder veel kleine boerderijtjes, akkers, bossen, bospaden en veldwegen. Het was een pittoreske route. Bij Kasterlee miste ik de routebordjes “Vlaanderenroute” die normalerwijs trouw overal ophangen. De bordjes heb ik zeker meer dan vijf kilometer niet gezien. Plotseling verschenen ze ook weer. Wellicht dat mijn route toch wat afweek maar eigenlijk klopte het tot nu toe altijd wel. Het mooie is zelfs dat als er wegwerkzaamheden zijn dat bij een omleiding de routebordjes ook worden aangepast. Dit is wel heel erg servicegericht vind ik. Na de lunch toch weer koude voeten. Ik was dan ook blij toen ik in Mol bij Hotel Huron arriveerde. Dat was tegen drieën.
Bij de receptie was er niemand en ik belde het nummer wat op de voordeur stond. Er werd meteen opgenomen en ze kwam eraan zei ze. En dat was ook zo want de dame aan de telefoon werkte in het Chinese restaurant wat aan de overkant van de weg lag. Eigenlijk kon ik pas om vier uur inchecken maar men deed gelukkig niet moeilijk. De zoon des huizes checkte me in, de fiets werd opgeborgen in een schuurtje. En hij ging de kamer in orde maken. Na een kwartiertje kwam hij terug. Hij had mijn fietstassen al in de hand en liep voor me de trap op. De kamer, mooi en modern, was tip top in orde!
Gedoucht, een hotel geboekt voor morgen, ten noorden van Genk en bijna op de route, en nog wat geslapen. Daarna gegeten, o.a. Peking eend, in het Chinese restaurant aan de overkant van de weg. Er naast lag ook nog een Love Nest waar je kamers kon huren. Ook van dezelfde eigenaar als het hotel en het restaurant? Het zou me niets verwonderen. Bij het afrekenen vroeg de dame waar ik morgen naar toe ging fietsen. Toen ik Genk als antwoord gaf vroeg ze of ik niet een stuk een lift wilde. Tegen half negen terug naar mijn kamer. Moe! Ik merk toch dat het pittiger fietsen is in de winter. Morgen zou het nog wat kouder worden. Zo’n min drie in de ochtend volgens de voorspelling en een lichte tegenwind. Maar wel droog en licht zonnig gelukkig.
Maandag 12 december - Mol - Genk
Het beste ontbijt wat ik tot nu toe gehad had tijdens deze vakantie. Tegen kwart over negen op weg. Een stukje terug richting Dessel gereden. Bij de brug over het kanaal afgedaald om langs het kanaal Bocholt-Herentals te gaan rijden. Hier reed ik zelfs twee vakantiefietsers tegemoet. Zij waren volledig bepakt met voor -en achtertassen en nog wat op de bagagedrager. Vast kampeerders, echte bikkels dus. Dat doe ik ze niet na. Na een dag fietsten door koud weer in een tentje en slaapzak kruipen. Ik reed Belgisch Limburg binnen.
Ik verliet het kanaal Bocholt-Herentals en volgde het kanaal naar Beverlo. Dit was een iets smaller kanaal en werd volgens mij weinig bevaren. Op het water lag een laagje ijs. Zeker niet voldoende om te schaatsen maar de watervogels konden er op staan. Het zonnetje scheen en het was een heldere dag. Van de kou had ik weinig last ondanks de min vijf graden toen ik wegreed. Ik had me extra goed ingepakt en zolang ik in beweging bleef had ik er eigenlijk geen last van. Volgens het weerbericht zou de temperatuur vandaag niet boven de nul uitkomen.
Bij Lommel passeerde ik een Duitse oorlogskerkhof. Indrukwekkend! Kruisjes zover het oog rijkt. Meer dan 39.000 graven. Zo zinloos! Mijn route reed er helemaal omheen en ging verder door de Limburgse Kempen. Door bossen en langs velden. Ik kwam weinig mensen tegen op een enkele wandelaar of fietser na.
In Leopoldsburg binnen geluncht bij Eetcafé De Tunnel. Gezellig druk hier. Bij de overige etappes had ik altijd buiten geluncht maar daarna had ik bijna altijd last van koude voeten. Gisteren kreeg ik ze zelf niet meer echt warm en dat leek me bij deze temperaturen niet erg handig. Prima geluncht al was het eigenlijk wel wat veel. Na ruim een half uur weer op weg voor de tweede helft van de etappe.
Zo nu en dan ging het licht op en neer. De route bleef mooi. Naast de natuur reed ik ook langs industrieel (mijn)erfgoed. Ik passeerde een oude mijnschacht en een oude mijnsteenberg. In Genk passeerde ik het C-Mine complex. Ingecheckt bij Hotel Venne wat vlakbij het C-Mine complex lag. Mijn fiets werd netjes in een garage opgeborgen en men had een restaurant en bar. Ik hoefde de deur niet meer uit. Maar ook in de buurt was voldoende horeca en eetgelegenheid volgens de vriendelijke receptionist.
Na het douchen een koffie gaan drinken in de bar en met de receptionist en de kokkin wat gebabbeld over het mijnverleden. Het hotel had ook nog wat attributen over de mijnbouw. De receptionist zijn vader was gestorven aan stoflongen en de broers van de kokkin hadden ook allen in de mijn gewerkt en konden met 38 jaar al met pensioen! Ook de saamhorigheid tussen de verschillende nationaliteiten die in Genk in de mijnen gewerkt hadden kwam ter sprake.
‘s Avonds prima gegeten in het restaurant van het hotel. Konijn op Vlaamse wijze. Daarna nog een paar biertjes in de hotelbar genomen. Maar tegen tienen naar bed. Morgen een korte etappe naar huis. Maar het zou wel weer koud worden met tegenwind uit het oosten.
Dinsdag 13 december - Genk - Hoensbroek
Tegen achten gaan ontbijten en even na negen op weg. Het was koud zeker als ik tegenwind had. Nadat ik het industrieel erfgoedcomplex Thor Park achter me liet reed ik door een mooi bosgebied met goede fietspaden.
Vlakbij As reed ik langs een oorlogsmonument. Een Lancaster was hier neergestort omdat de piloot het dorp wilde sparen en daarom niet uit het aangeschoten vliegtuig wilde springen. De rest van de bemanning sprong het vliegtuig uit en overleefde maar de piloot offerde zich op.
Richting Maasmechelen passeerde ik de Mechelse heide. Maasmechelen zag er rijk uit. Ik zag eigenlijk alleen maar vrijstaande huizen liggen. Ook hier een oud mijn complex met twee schachten. Belgisch Limburg heeft beter gezorgd voor zijn industrieel mijnerfgoed dan Nederlands Limburg.
De oostenwind maakte het koud. Mijn lichaam en handen waren wel warm maar mijn voeten waren en bleven koud. Het was wel weer een zonnige dag. Na Maasmechelen richting Nederland gereden. De Maas over en via Stein, Elsloo en Nuth naar huis gereden. Mijn kortste etappe maar toch nog ruim vijftig kilometer. Ondanks het vaak grijze weer tijdens deze fietsvakantie was het een mooie tocht. Veel gezien en gedaan, lekker gegeten en heerlijke biertjes gedronken. De Vlaanderenroute is de moeite waar! Handige links en literatuur
Foto's van deze vakantie
Vlaanderen met de fiets
Flanderen-Route Uitgever: Bikeline
0 notes
Photo
Deze foto is toch ook schitterend! 😍 De Kelders in de jaren ‘70, met op de achtergrond de Voorstreek en de Bonifatiustoren. Meer nostalgie? 🛒 Bestel online de Vroeger in Leeuwarden kalender, met ingekleurde foto’s van oud-Leeuwarden. 3 halen = 2 betalen ➡️ www.vroegerinleeuwarden.nl (Fotograaf: Muva Valkenburg) https://www.instagram.com/p/Cmgr3m_sqhq/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
Photo
Ingek73 found this castle in the Netherlands, and it reminds me so much of the “Escape to the Chateau” castle in France. It’s about 1,000 yrs. old and for sale for $3.977M.
Can you imagine a drive way like this?
Very ancient regal fireplace.
One of 16 bds.
I looked for as many interior photos as I could find, b/c they mostly showed teh exterior features. Here’s a hallway leading to the garden.
It also has a bar.
Here you can see the original flooring and railings.
This looks like it may be a bath. I don’t know if any of the furnishings convey.
Who doesn’t love a time-worn pool room?
This is some courtyard.
There’s so much architectural detail.
Don’t know what this is, but it must be a barn, or a former barn.
You would need a golf cart to get around the property.
https://www.christiesrealestate.com/nld/sales/detail/170-l-78502-f1508191108700051/oud-valkenburg-5-schin-op-geul-li-6305aa
159 notes
·
View notes
Photo
Oud-Valkenburg, 15-07-2022
0 notes
Text
@vurren left a comment asking for the sources of the unusual Dutch werewolf legend where the transformation is done with an iron collar instead of a wolfskin belt or pelt. I only have them in Dutch, but here are the links and my own translation, sadly there is hardly any detail to it:
Source: Willem de Blécourt, Volksverhalen uit Nederlands Limburg, Utr./Antw. 1981, (presumably collected in 1912).
People had discovered that a farmhand possessed an iron collar, that gave him the ability to change himself into a werewolf if he carried it with him. One day that the farmhand was away, people managed to uncover the collar and they wanted to destroy it by throwing it into an oven that was just being fired up. However, at the exact moment that it had been thrown in, the farmhand suddenly appeared at the mouth of the oven and took the collar out.
The other version was possibly recorded later, but published sooner (1925), in: Kemp, Pierre. Limburgs Sagenboek. Gebrs van Aelst. Maastricht, 1925, which has a chapter specifically about werewolves.
The text is almost identical, only this one states that the farmhand is from “Oud-Valkenburg” (a village in the Dutch province of Limburg) and explains what the rather obscure word for the mouth of an oven (ovensmoel) means. The text is too consistent for one to not be copying the other, but I have no idea which came first and if the note that the one Blécourt published was collected in 1912 from his father is correct.
Both publications are specific collections of folklore from Limburg and while it is possible that they chose to record only one “iron collar” myth among many to not repeat themselves, I have never seen such a werewolf collar anywhere else. The fur pelt worn over the entire body, or a wolfskin belt worn around the waist (or occasionally the wrist, in German folklore) are far more common.
43 notes
·
View notes
Photo
François Musin - On the beach at Katwijk -
oil on panel,
Katwijk, also spelled Katwyk, is a coastal municipality and town in the province of South Holland, which is situated in the mid-western part of the Netherlands.
The Oude Rijn ("Old Rhine") river flows through the town and into the North Sea.
Katwijk is located on the North Sea, northwest of Leiden and 16 km north of The Hague. It shares its borders with the municipalities of Noordwijk, Teylingen, Oegstgeest, Leiden, and Wassenaar. In August 2020, Katwijk had a population of 65.929 and covers an area of 31.15 km2 (12.03 sq mi), of which 6.40 km2 (2.47 sq mi) is water. Katwijk is by far the largest town in the Duin- en Bollenstreek ("Dune and Bulb Region").
Katwijk is a seaside resort with a wide sandy beach. Its attractiveness is mainly due to its laid-back atmosphere. The boulevard along the shore is not spoiled by large hotels or apartment blocks and has not given in to an excessive commercialisation. Although most buildings lining the boulevard are tourist apartments and pensions, most are just three floors high (and none more than five) and offer a distinctive 'feel' of the 1950s. Besides the beach, there are a few museums in Katwijk, like the old fisherman's museum Katwijks Museum and the Spinoza-museum. A few kilometers inland is the Valkenburg Lake Steam Train, a narrow-gauge railway museum where a scenic steam locomotive driven train ride can be taken around Lake Valkenburg. Katwijk has many hotels and three camping places, mostly situated in the dunes.
François-Etienne Musin (4 October 1820, Ostend - 24 October 1888, Saint-Josse-ten-Noode) was a Belgian painter who specialized in seascapes and scenes of coastal landscapes, rivers and harbours.
Musin's father was an innkeeper, shipbuilder and oyster farmer who had spent some time in a penal regiment for desertion during the Napoleonic Wars. As a child, he paid more attention to the sea than his studies. His artistic talent was discovered when he was locked in the attic as punishment and used a piece of charcoal to draw a view of the Ostend docks on the wall.
In 1831, he received his first lessons from Michel Van Cuyck and François-Antoine Bossuet, who would later become famous for his vedute, but was still working for the Port of Ostend at that time. He later attended the local Beaux Arts Academy and graduated after winning a gold medal in 1835. By this time he had already gained some dangerous experience with ships and sailing while tending to his father's oyster beds.
He continued his studies at the Académie Royale des Beaux-Arts in Brussels, where he studied under François-Joseph Navez. While there, he made drawings of surgical procedures in the operating room of Doctor Louis-Joseph Seutin, with the intention of publishing them in a textbook. In 1839, he was drafted in the Army, but his father paid for a replacement (a common practice at the time). In 1840, he began to exhibit and moved to Brussels permanently in 1842, completing his studies the following year. His career was substantially advanced when King Leopold I bought two of his paintings in 1845.
22 notes
·
View notes