#oud pagode
Explore tagged Tumblr posts
Text
Coup de cœur pour un parfum ! Ça faisait longtemps !
J’ai commandé quelques échantillons généreux sur la boutique de la maison Jardins d’écrivains (ô surprise, ça m’attirait !), et dans cette maison de parfumerie fondée par Anaïs Biguine, la branche qui m’intéressait davantage était celle nommée Chapel Factory, pour son côté mystique et l’échantillon de L’eau d’épine que j’avais pu sentir grâce à la box de Au Parfum (et qui est vraiment original et beau). Je trouve cette marque extrêmement cohérente et attirante : une sorte de recherche autour de l’ingrédient phare et central, l’encens. Que j’ai toujours aimé. Il se décline ici en plusieurs fragrances originales et assez radicales. La maison propose des bougies, des compositions à brûler, comme pour une cérémonie sacrée mystérieuse.
Ermit Coat est le plus osé : il sent la fumée, le brûlé, il est austère comme il se doit, et vieillit bien sûr ma main. Il évoque vaguement Serge Noire de Lutens que j’ai tant aimé avant qu’il ne devienne un parfum inabordable, mais il n’en a pas la richesse.
Heresy est très intéressant, avec des notes poivrées, et un soupçon de vétiver.
Baptisma est plus souriant, avec pourtant trop de verveine et un côté un peu synthétique qui m’a déplu.
J’ai été très séduite par Pura Lux, sans doute grâce au jasmin et au musc, je l’ai en effet trouvé lumineux, assez addictif sur mon biceps droit.
Mais le coup de foudre, je l’ai eu sur mon dernier essai, biceps gauche, le dernier né de la marque : Oud Pagode. Les ingrédients sont notés ci-dessus. Ceux que je sens réellement sont le thé noir, la poudre de riz, le musc et la fumée. Je sens bien du bois, mais que ce soit de l’oud ou du bois de cachemire, je veux bien le croire, sans les identifier. En tous cas, ce que j’aime, c’est que cet oud, normalement associé en parfumerie à de l’opulence orientale est ici subtil et tiré vers le zen : il est doux comme une caresse, accompagné de notes qui le situent en parfait équilibre entre amertume (celle du thé) et sucre (le riz ? Le bois ?), honnêtement je ne sais pas ce qui en fait la magie, mais c’est un parfum complètement addictif, qui a même quelque chose de régressif pour moi, comme si il me rappelait quelque chose de l’enfance, quelque chose d’évident, de déjà su. Un haïku ? Ce serait facile comme image ; et pourtant, il y a un peu de ça, comme une fausse simplicité, ce n’est pas un parfum qui déploie des milliards de facettes, il est assez linéaire, mais il active en mon cerveau les bonnes touches. J’ai juste envie de plonger mon nez dedans et de me rouler en boule dans des draps blancs, dans un silence peut-être juste troublé par une cloche lointaine. Je ne sais pas si c’est un effet souhaitable, mais en ces temps perturbés, peut-on m’en vouloir de souhaiter la paix, au moins intérieure ?
4 notes
·
View notes
Text
We were bored on the Charlie Discord so now we semi-proudly present to you:
CatCF characters and their fave Efteling rides
Please note that this was made by Dutch Tour fans so it will include some Dutch Tour Only characters (Barry & Herman my beloved) and it'll also be based off their Dutch Tour personalities
Wonka's fave would be Villa Volta, do I need to explain?
Charlie's no. 1 would be Symbolica, but he only ever does Muziektour
Augustus' would be Carnaval Festival and he'd be the only person on the ride enjoying the song
Veruca's is definitely Droomvlucht, and her favourite scene would be Elfentuin
Violet would be at Joris en de Draak all day but ONLY Water/Blue screaming at Mike
Mike would be on Fire/Red screaming back at her
I like to think of Jerry, Cherry & Barry just chilling at like,,, Gondoletta or Pagode or something
Grandpa Joe would also just be chilling but at the Oude Tufferbaan
Herman is still mourning Spookslot
The other Oompa Loompas can always be found staring at the little trains in Diorama
Mrs. Gloop would be maining the horses of Stoomcarousel
Mr. Salt would be fascinated by Volk van Laaf but has to leave because Veruca wants to do another round of Droomvlucht
Mr. Beauregarde would be on Baron 1898 FRONT ROW
Mrs. Teavee would just be glad she can take a break at Raveleijn
Mrs. Bucket would love Sprookjesbos, specifically Meisje met de Zwavelstokjes
16 notes
·
View notes
Text
Old Royal Hotel, Yangon (Rangoon.)
Volgende week in het Boeddhistisch Dagblad
Columbus in Birma
Myanmar (Birma) was vorig jaar 75 jaar onafhankelijk van Engeland. Ruim een kwart eeuw geleden reisde ik als journalist voor Dagblad de Limburger undercover naar een totalitaire openluchtgevangenis die uit geldgebrek het ´Bezoek Birma Jaar´ lanceerde om de massatoerist te lokken. Een beklemmende herinnering.
Als de exprestrein naar Mandalay ´s ochtends vroeg de hoofdstad Rangoon uitrijdt, bedekt een meters dikke nevel het Birmese platteland. Alleen palmbomen en de toppen van pagodes ontstijgen de mist. De goudkleurige tempelspitsen schitteren in de ochtendzon. Vooral de vrouwen in de trein laten niet na iedere pagode te groeten door met gevouwen handen en gebogen hoofd een kort gebed te prevelen.
De upper class-wagon van Koreaanse makelij is gevuld met welgestelde Birmezen, militairen, een handvol toeristen en een jonge monnik. Hij wordt vertroeteld door twee bejaarde vrouwen, die hem voortdurend lekkers toestoppen. Vervolgens steekt hij zeer tegen de regels een sigaret op die hij met smaak oprookt, om zich vervolgens aan zijn religieuze lectuur te wijden.
De 250.000 monniken in Birma zijn naast de regerende Staatsraad voor Herstel van Orde en Gezag een factor van belang. Ze worden gevoed en onderhouden door de bevolking, die gelooft dat schenkingen aan kloosters uitzicht bieden op een beter volgend leven. De militaire junta stimuleert boeddhisme als middel zich meer legitimiteit te verwerven en een soort nationale solidariteit af te dwingen.
Zoals de gevreesde generaal Khin Nyunt, hoofd van de militaire inlichtingendienst, dwangarbeid verdedigt met het argument dat Birmezen vrijwillige arbeid als een nobele handeling van liefdadigheid beschouwen waarmee ze hun religieuze status kunnen verbeteren. Met het karma van de Birmezen moet het wel goed zitten.
Als er in Birma een tempel wordt opgeknapt of een spoorweg wordt aangelegd, moet de bevolking massaal opdraven voor ´vrijwillige arbeid´. Berucht is de Ye Tavoy-spoorlijn in de zuidelijke landengte van Birma, waar dagelijks tienduizenden burgers werken. Voor de verbreding van de weg van Rangoon naar Pegu werden zoveel dwangarbeiders ingezet, dat de BBC sprak “van de grootste groep dwangarbeiders sinds de Japanse bezetting”.
In de trein naar Mandalay lijken deze praktijken ver weg. Het uitzicht voorziet in uitgestrekte rijstvelden tegen een decor van nevelige bergen. In schamele dorpjes – veel rieten huizen op palen – zwaaien ondervoede en haveloos geklede kinderen naar de passerende trein. Hier krijgen de Birmezen gemiddeld minder calorieën binnen dan de inwoners van Afghanistan.
Halverwege de rit van 700 kilometer, in het slaperige stadje Longou, duikt Basil op bij het geopende raam. Basil is een 67-jarige Baptist die geaffecteerd Engels spreekt. Zonder acht te slaan op de militairen in de coupé begint hij uit te varen tegen het regime. Dat heeft zijn pensioen met een derde gekort, zodat hij noodgedwongen toeristen rond moet leiden. Hij kijkt sip. “Toeristen stappen hier nauwelijks uit. Ik heb niet eens 10 kath. (10 cent) voor een kop thee. Wat bezielt deze regering? Ze hongeren me uit.”
Terwijl de trein optrekt, loopt Basil mee. “Hier is mijn adres. Stuurt u me wat levensmiddelen?”
Licht beschaamd zal Tin, een riksja-rijder in Mandalay, enkele dagen later dezelfde vraag stellen. Terwijl hij zijn zware fietstaxi moeizaam op gang brengt, wijst hij naar de opgeknapte gracht rond het oude fort in het centrum.
“Hier heb ik een jaar lang vrijwillige arbeid moeten verrichten, samen met mijn moeder.”
Ieder gezin in Mandalay moest een of twee werkkrachten ter beschikking stellen. Tot op zekere hoogte was het werk vrijwillig, zegt Tin cynisch. Wie een afkoopsom van 150 kyath kon opbrengen, was vrijgesteld. “Maar zoveel geld heb ik niet.”
Tin verdient soms niet eens genoeg om de dagelijkse huur van 50 kyath voor zijn fietsriksja op te brengen. Toch moet de 30-jarige Birmees zijn gehandicapte vader, zijn moeder, 4 zusjes en een grootvader van 92 onderhouden. De concurrentie met de 10.000 andere riksjarijders in Mandalay is moordend.
Er zijn meer kapers op de kust. Op weg naar huis, 8 kilometer buiten de stad, wordt Tin regelmatig afgeperst door de politie. “Niet dat het om veel geld gaat. Maar we moeten blijven geven. Donaties voor religieuze festivals, giften voor de kloosters. Het houdt nooit op.”
Steeds als een andere riksjarijder passeert, valt Tin stil. Met reden. Wie zich tegenover buitenlanders beklaagt over de regering of een politiek onderwerp aansnijdt, verdwijnt in de gevangenis. De verklikkers zijn overal. Het kan een buurman zijn, of een broer.
´s Avonds toont Tin zijn onderkomen. Een haveloze hut op palen, zonder elektriciteit, te midden van wat niet veel meer is dan een sloppenwijk. Post wordt er niet bezorgd. Verlicht door een walmende lamp, luisteren zijn familieleden zwijgend naar het verhaal van Tin.
Hij toont foto´s van vroeger. Het trouwfeest van zijn broer. Trotse mensen in klederdracht. “Kijk wat er van ons geworden is”, zegt hij bitter. De Britten, zegt Tin, hebben Birma bestolen en leeggeroofd.
“Maar ze brachten ook kennis en technologie.” De Tweede Wereldoorlog bracht de Japanners. “Zij verkrachtten onze vrouwen en rukten de mannen hun nagels uit. We hebben er velen moeten doden.”
Hij zegt het met spijt in de stem. “Onze eigen regering is erger dan de Japanners waren”, zegt hij fel. “Ze hongeren ons uit. Sinds 1989 is de rijst 7 keer zo duur geworden. Aan de toeristen verdienen we nauwelijks iets. De regering strijkt alles op. En de hotels in Mandalay zijn bijna allemaal in handen van Chinezen. Ze hebben er vaak nog een business naast. Ze smokkelen jade, of opium.”
In Mandalays Chinatown is de jade op straat te koop. Sjofele Chinezen hebben de edelstenen voor een prikje in de aanbieding. Twee stenen voor 5 dollar. “Of wilt u iets anders”, sist een van hen. “Iets speciaals?”
Midden in de Chinese wijk, te midden van moskeeën, is de katholieke Heilig Hartkathedraal een Fremdkörper. De 15 priesters van het bisdom zijn bijeen voor hun jaarlijkse retraîte. Hun Latijnse gezang in de lichtblauw beschilderde kerk harmonieert fraai met het gekwetter van de vogels in de gewelven van het godshuis. Op de voorste rij luistert een boeddhistische monnik belangstellend toe.
Na een korte meditatie loopt een van de priesters met uitgestoken handen toe op het bezoek. “U bent katholiek? Welkom, welkom”, zegt father Alphons. Hij is verheugd dat Birma sinds kort toeristen toelaat. Zo krijgen de priesters af en toe aanloop. Zijn jongere collega father John voegt zich bij ons. Hij kreeg tijdens zijn priesteropleiding in Rome 6 jaar les in de Bijbelexegese van een missionaris uit Steyl. “Doet u hem vooral de groeten.”
Dan moeten de priesters naar binnen. Het retraîteprogramma schrijft 2 uur stilte voor.
“Oui, oui, natuurlijk is het niet allemaal even fraai wat hier gebeurt. Maar nom dieu, de politiek is toch overal hetzelfde?” De Française Brigitte, een leeftijdloze vrouw, drijft in een buitenwijk van Rangoon sinds 4 jaar een hotel.
Chez Brigitte biedt vooral onderdak aan oudere Fransen, die aan de bar met weidse gebaren mijmeren over hun Tempo Doeloe, de tijd dat ze Indochina nog hadden.
In hotel Brigitte loop ik na het ontwaken de lobby in van het witte gebouw, met binnen veel eikenhouten lambrizeringen en trappen.
De receptioniste loopt zwijgend op me af. Ze maakt mijn riem los, en trekt die deels uit mijn broek. Naar beneden kijkend zie ik dat de riem een lus had overgeslagen. De receptioniste herstelt één en ander zwijgend. In de tuin, zichtbaar door openstaande terrasdeuren, onderhoudt een ongeveer 40-jarige Fransman zich met zijn dochtertje. Haar schoolschriften liggen op een tafeltje.
De Française Brigitte, eigenaresse van het hotel, drinkt ´s avonds whisky met haar personeel en haar jonge Birmese minnaar. Hij draagt een witte bloes. Zijn halflange haar is sluik. Vriendin Brigitte beklaagt zich over de bureaucratie, maar alleen al haar zakelijke aanwezigheid in het land wijst op werkbare banden met het regime.
“De Franse ambassadeur verwijt me collaboratie”, zegt ze verontwaardigd. “Maar ik, ik collaboreer alleen met mezelf.” De essentie van Birma, zegt Brigitte, is het boeddhisme. Ze bekeerde zich tot deze filosofie toen ze zag hoe in Birma hulpvaardigheid en solidariteit nog volop bestonden.
“Het boeddhisme is voor mij als een warme deken. Birma moet blijven zoals het is.” Ze laat onvermeld of dat ook geldt voor de dwangarbeid en de totale politieke onderdrukking. “Ik”, zegt Brigitte, terwijl ze het bezoek naar een met Birmees antiek bezaaide kamer brengt. “Ik ben als Columbus in Birma. Ik wil hier sterven. Als ze me weg willen hebben, moeten ze me het vliegtuig insleuren, of anders ga ik wel in een bamboe hutje in de bush wonen. Birma is mijn thuis.”
Ze wijst op het nabijgelegen klooster. “De monniken zullen u morgenvroeg wekken met hun gebeden. Maar troost u: misschien redden ze uw ziel. En vergeet niet: zij belichamen de ziel van Birma, en niemand anders.”
0 notes
Note
PLEASE tell me the name of the perfume
chapel factory oud pagode
0 notes
Text
China (provincie Henan)
Zo jongens, nog 11 dagen en dan zitten we weer gekluisterd aan de buis en zijn we weer bezig met de zoektocht, dit keer naar de jubileum-mol. Hebben jullie de promo voor aflevering 1 al gezien? Zo niet kijk hem hier dan even: https://www.youtube.com/watch?v=lLZOY5hELJY
Het speelveld van dit jaar is China, het stond schijnbaar al lang op het verlanglijstje van de makers van WIDM. Vandaar even wat informatie over China opgezocht, want aanwijzingen kunnen overal in zitten! Oh ja, en het gaat voornamelijk over de provincie Henan, want China is natuurlijk enorm groot.
Geschiedenis China heeft een van de oudste beschavingen en culturen, niet alleen in Oost-Azië, maar van de wereld. De Chinezen spreken zelf graag van ‘5000 jaar geschiedenis en 7000 jaar cultuur’. Henan speelt een speciale plek in deze geschiedenis, want het wordt gezien als de geboorteplaats van de Chinese gemeenschap. De traditionele geschiedschrijving kende geen lineaire chronologie, de kalender werd per dynastie opnieuw vastgesteld. In de periode voor 221 v. Chr. bestond China uit verschillende onafhankelijke vorstendommen, maar deze werden door keizer Ying Zheng (Qin Si Huangdi, ‘Eerste keizer van de Qin’) verenigd. Deze keizer leidde de Qin-dynastie in en gaf voor een groot deel gezicht aan de Chinese muur door de muren te versterken, uit te breiden en wachttorens te bouwen. Een ander bekend bouwwerk van de keizer van Qin is eht mausoleum met het bekende Terracottaleger. In de eeuwen daarna volgde veel keizers elkaar op, elk die een eigen dynastie inluidde. In 1911 werd de laatste keizer van China van China (Qing) van de troon gestoten tijdens de Xinhai-revolutie en werd de republiek van China uitgeroepen. Hierna volgde een roerige periode met twee wereldoorlogen en een burgeroorlog. Toen deze waren verslagen brak er in China de Kwomintang-China periode uit, deze leidde tot de Japanse bezetting in 1937 en de Kwomintang werd in 1949 afgesloten toen communist Mao Zedong aan de macht kwam en de Volksrepubliek China uitriep. Mao overleed in 1976 en doen werd het land geleidelijk minder communistisch en ook op economisch en persoonlijk vlak wat vrijer.
Klimaat en natuur Ja jeetje jongens wat kunnen we zeggen over het klimaat in China, het is er zo groot, ruim 230 keer zo groot als Nederland. Hierdoor vind je bijvoorbeeld een tropisch klimaat in het zuiden en in het noorden een woestijnklimaat met enorm strenge winters. Natuur heeft China ook genoeg, zo is in het westen van China het Himalayagebergte te vinden, de hoogste bergtoppen ter wereld. In het noorden vind je de Gobiwoestijn, de grootste woestijn van Azië en vind je er in het zuiden veel regenwouden en rijstvelden. China kent drie grote rivieren waar de bevolking zich rond ontwikkelde, dit zijn de Gele Rivier in het noorden (waar Henan ligt, de naam Henan betekend “ten zuiden van de Rivier”). Maar ook de Jangtsekiang in het midden en de Xi Jiang in het zuiden van het land.
Religie en cultuur Ook hier door de enorme grote van het land een enorm verschil in religies. In principe kan je stellen dat China een atheïstisch land is, maar de staat China erkent wel vijf verschillende religies: het boeddhisme, taoïsme (filosofie, Ying/Yang), de islam, katholicisme en protestantisme. Veel Chinezen hebben echter hun eigen volksgeloof welke elementen bevat van het confucianisme, voorouderverering, boeddhisme en taoïsme. Vooral tijdens het Chinese Nieuwjaar (5 februari 2019/ 25 januari 2020) komen veel van deze elementen naar voren. Er wordt veel vuurwerk afgestoken, er zijn leeuwen- en drakendansen en overal komt de kleur rood terug. Deze komen voort uit de mythe dat er een mensenetende monster genaamd Nian zou zijn, die bij de overgang van het oude naar het nieuwe jaar tevoorschijn zou komen.
Eigenlijk kan je wel stellen dat China een land van tradities is, bijvoorbeeld ook bij het eten. Bijna overal wordt er met stokjes gegeten, hoewel dit soms best onhandig kan zijn. Ook is het beleefd om te slurpen, onbeleefd om je bord helemaal leeg te eten en wordt er bijna geen brood of zuivel gegeten, wel varkenshoofden, kippenpootjes, insecten en duizendjarige eieren. Compleet tegenovergesteld tegenover “onze” westerse gewoontes dus. Succes voor de BN’ers!
Henan zelf Henan, al benoemd de stad ten zuiden van de Gele rivier, ligt in het midden-oosten van China. In de provincie Henan wonen ongeveer 96 miljoen mensen en het heeft een oppervlakte van ongeveer vier keer Nederland. Het kent tal van historische monumenten zoals de grotwoningen, boeddhistische tempels, tomben van keizer en het bekende Shaolin-klooster. Het klooster vormt het spirituele centrum van het chanboeddhisme en wordt genoemd als de bakermat van kungfu (als Kungfu beoefenaar hoop ik natuurlijk dat ze daar iets vets mee gaan doen!).
De provincie kent twee belangrijke steden, de hoofdstad Zhengzhou en Luoyang. In Luoyang bevinden zich de Grotten van Longmen, dit is een complex van 2345 grotten en nissen met meer dan 60 pagodes, 2800 inscripties en 100.000 boeddhistische beelden. Sanmenxia is een andere grote stad in de regio, hier bevind zich de eerste stuwdam die in de Gele Rivier is gebouwd in 1960 (!). Naast de steden is er ook veel natuur in de provincie Henan met de rivier natuurlijk, maar ook de parken, grotten, meren en bossen. Om toeristen te treken worden er steeds meer bloedstollendere attracties gebouwd. In 2018 is er bijvoorbeeld op de berg Fuxi een voetgangersbrug gebouwd van glas en staal in de vorm van een hoefijzer. Niet voor bangeriken aldus het molboekje, wat ons alleen maar benieuwd maakt naar de bloedstollende opdrachten van dit seizoen!
Hebben jullie er al net zo veel zin in als wij! Wil jij nog iets terug zien op deze blog of op welke manier dan ook! Laat het ons even weten, jullie input wordt gewaardeerd! Groetjes!
#widm#widm2020#widm20#wie is de mol 2020#wie#is#de#mol#2020#20#seizoen#aflevering#opdracht#kandidaten#kandidaat#ontmaskerd#bekend#spoiler#hint#hints#tip#tips#blog#finale#claes iversen#johan goossens#jaike belfor#miljuschka witzenhausen#rob dekay#anita witzier
8 notes
·
View notes
Text
Dag 7 - Mekong Delta
“Sir Jarmo!” “Jarmo” hoor ik Kim schreeuwen vanuit de “lobby”. Als ik beneden kom gerend glundert “de stille”. Hij hoeft natuurlijk weer geen ontbijt te regelen. De dames zijn nog niet klaar dus ik geef dat aan bij Kim. Hij geeft mij daaropvolgend aan dat we tijd hebben. Hij is immers te vroeg. Gelukkig! Jezus wat een gestress weer in de morgen.
Eenmaal onderweg vraag ik aan de chauffeur of wij nog snel een ontbijtje kunnen scoren bij een supermarkt. Hij geeft aan door te wijzen en te roepen “go go”. Eenmaal de broodjes en (iets te heette voor Rona) noodlesoep uitgezocht willen we afrekenen. Helaas willen de Vietnames voor ons tachtig (oke niet echt tachtig) koffie gemaakt hebben. Kim komt ons al halen.
In de bus blijkt het schreeuwen van Kim, waar hij de ochtend mee begon zich voort te zetten. Al schreeuwend vertelt hij zijn verhaal en een aantal funfacts over Ho Chi Minh. Bij de eerste grote stop (Pagode), halen Mel en Roon een Vietnamees hoedje. Bij de Pagode tempel is een enorme happy Boedha te zien, wel grappig. Verder ook een pagode.. maar dat is logisch want zo noemde Kim het complex ook.
Terug in de bus begint Kim - al schreeuwend- zijn verhaal te vertellen over de Mekong Delta en hoe we de bootjes instappen. “Behind the Yellow Lines”. De bus stopt bij een klein haventje met toeristen winkels. Daar worden wij op een grote boot geladen en gaan we verder varen over de Mekong rivier door de Delta. In de Delta staat het water een stuk lager dan normaal. Dat komt omdat de Chinezen een dam hebben gebouwd en minimaal water doorlaten. Dit scheelt tien meter op de normale waterhoogte. We stoppen bij een kokosnoot snoep fabriek. Daar demonstreert Kim hoe je een kokosnoot op oude manier ontdoet van zijn vel en de sap eruit krijgt. Hij laat het ons proeven. Verder legt hij uit hoe de sap verhit wordt en hierdoor samenklontert, ingesmeerd wordt met olie zodat de snoep niet plakt en wordt ingepakt in eetbaar snoeppapier waardoor het makkelijker te nuttigen is. Verder krijgen we lokale sterke drank te proeven. Een likeur waar een cobra in de fles is gebracht, lijkt mij niet heel comfortabel voor die cobra geweest te zijn. Kim geeft aan dat ze alleen oude cobra’s gebruiken (uhu). De ander likeur is van banaan en de laatste met Ginseng.
We vervolgen onze weg naar een plek waar we op kleinere bootjes verder varen naar onze lunch locatie. Daar voeren we Catfish en krijgen we later een bereidt en tentoongesteld op onze lunchtafel. Hiermee kunnen we zelf loempia’s vouwen. Erg lekker!! Nadat we de Indische man hebben gevonden die zijn cola nog niet had afgerekend, kunnen we verder naar de grote boot. Daarmee varen we door naar een ander eiland. Hier worden we ontvangen met honingthee en even later door lokale zangeressen. Ze zingen hun lokale liederen en een hele slecht verstaanbare versie van: If you happy and you know it, clap your hands. Rona dacht trouwens even een python vast te kunnen houden, echter heb ik nog nooit zoveel paniek op haar gezicht gezien.
Op kleine bootjes varen we met ons vieren door de Mekong Delta. Palmbomen aan weerszijde en hier is duidelijk te zien dat het water lager staat dan normaal. De bootjes brengen ons terug naar de grote boot waar we met veel moeite weer op terug komen geklauterd.
Op de weg terug vertelt Kim over hoe hij gevlucht is uit Noord Korea en samen met zijn opa terecht is gekomen in Ho Chi Minh. Teruggaan naar familie zit voor hem er niet in vertelt hij. Terug bij het hostel gaan we nog wat eten. “De Stille” roept nog even om hulp van een collega die ik nog niet eerder had gezien. Ik vraag haar of wij een taxi kunnen krijgen morgen om 04:00. Morgen vliegen we namelijk naar Phu Quoc (spreek uit als: poekoek). We eten met z’n vieren een hapje in een zijstraat van de Bui Vien street op de plek waar we de eerste dag hadden gegeten. Erg moe en voldaan lopen we terug naar het hostel. Met nog een biertje buiten sluit ik de dag af en leg ik mij tussen de Durians.
3 notes
·
View notes
Photo
Bagan is een stad vol prachtige, oude pagodes, verspreid over een grote, kurkdroge vlakte. Dat het geen Unesco erfgoed is, verbaast ons. Zonder de opdringerige souvenir verkopers aan de grote tempels en de vele e-bikes zou je je een tijdreiziger wanen. Het is een van de grootste toeristische trekpleisters van het hele land. Maar ‘toeristisch’ mag je in Myanmar met een dikke korrel zout nemen. Vaak zijn we hier helemaal alleen. De dagen in Bagan draaien om twee magische momenten, zonsopgang en zonsondergang. Overdag verkennen we met onze geruisloze e-bike zo veel mogelijk tempels in een queeste naar de perfecte plek voor sunset of sunrise. De parameters zijn simpel. Is de tempel open? Kan je naar boven klimmen? Hoe gevaarlijk is de schade van de voorbije aardbevingen? Hoe is het uitzicht op de top? En last but not least, hoeveel mensen kennen de plek? En dan komt het erop aan om op tijd te zijn... Om 4:30 opstaan was nog nooit zo gemakkelijk!
4 notes
·
View notes
Text
Shanghainezen
De gouden week is al weer even voorbij en inmiddels ben ik op werk druk aan het repeteren voor de “end-of-term” performances. Het leerlingenaantal voor de musicallessen is in twee maanden gestegen van 12 naar 65, dus ik kan wel concluderen dat het behoorlijk goed gaat!
Sinds vorige week kunnen we onszelf officieel Shanghainezen noemen. Fijn dat alle rompslomp met stapels papierwerk voorlopig achter de rug is. We zijn inmiddels heerlijk gesetteld in ons prachtige appartement en genieten met volle teugen van ons ligbad en onze balkonnetjes. Buiten wordt het langzaam herfst, wat betekent: temperaturen van rond de 20 graden en af en toe een plensbui of een heerlijk zonnetje. Ideaal weer om regelmatig een rondje te wandelen door Century Park, het Central Park van Shanghai. En wat een ultieme luxe dat we daarvoor alleen maar de straat over hoeven steken!
(Op de onderste foto: wij wonen in de meest rechter toren!)
Ook proberen we, naast ons wekelijkse Disneylanduitstapje steeds weer een stukje van de stad te ontdekken. Dat levert nogal leuke tegenstellingen op. Soms waan je je letterlijk in de toekomst. Shanghai heeft hypermoderne gebouwen en hypermoderne hybriden op de weg. Het is een stad waar je geen contant geld of pinpas nodig hebt, maar een mobiele telefoon met wechat pay en ali pay. Waar sherpa’s door de stad heen scheuren om de boodschappen netjes thuis te bezorgen op elk moment van de dag en nacht. Maar als je goed om je heen kijkt, dan lijkt het soms ook net alsof je honderd jaar terug bent gegaan in de tijd, Ingeklemd tussen de hypermoderne gebouwen zie je de mooiste tempels en oude pagodes en tussen de hypermoderne hybriden op de weg, zie je bakfietsen met metershoge ladingen en mannen en vrouwen die rechtstreeks uit de rijstvelden lijken te komen. Shanghai blijft ons fascineren en we kunnen niet wachten welke verrassingen de stad ons nog meer zal brengen!
2 notes
·
View notes
Photo
Gisteren ben ik aangekomen in Gyeongju. Dat ligt grofweg in het zuidoosten van Korea. Het is de oude hoofdstad van het Silla koninkrijk en toen Silla het gehele schiereiland in de 7e eeuw na chr. had veroverd van heel Korea. Gyeongju heeft als bijnaam het museum zonder muren en herbergt veel Unesco werelderfgoed. Een daarvan is de berg Namsam waarop veel oude beelden, muurtekeningen en ruïnes te zien zijn. Nu hou ik best van een goede wandeling op z'n tijd dus ging ik vandaag vol goede moed de berg op. De berg kent vele paden, maar ik begon bij de grafheuvels van drie Silla koningen (foto 1). De grafheuvels hebben dezelfde functie als piramides en herbergde naast de lichamen van de koningen ook veel waardevolle spullen. Die liggen nu echter in het museum. De klim begon goed maar werd al snel erg zwaar. Tenminste voor een ongetraind persoon als ik die ook nog eens flink wat sigaretten per dag rookt. Al redelijk snel liep ik te hijgen als een stoomlocomotief en gutste het zweet aan alle kanten van mijn lichaam af. De kwieke oude vrouwtjes met wie ik grofweg gelijke tred hield verdwenen langzaam uit het zicht. Wat tevens niet hielp maar wel de charme van de berg is, zijn de vele dingen die je onderweg kan zien (foto 2 tm 4). Daarvoor moet je echter vaak het normale pad verlaten en nog een extra stukje klimmen. Het pas was ook zeker niet altijd effen en makkelijk zoals je op foto 5 kan zien. Na een goede anderhalve kilometer stond ik bijna op het punt om te draaien, zo zwaar waren de benen maar koppig als ik ben zette ik door. Dan maar wat vaker even bijkomen en een foto van het uitzicht maken (6). Zodoende kwam ik na 2,5 km op de top uit (7). Enigzins moe maar voldaan dacht ik het moeilijkste wel gehad te hebben. Op de top bleek overigens ook dat ik het mezelf niet makkelijk had gemaakt. Van de 5 moeilijkheidsgraden, bleek ik een pad van de 4e categorie, advanced te hebben gevolgd. Dat de terugweg ook uit die categorie zou zijn heeft me niet gewaarschuwd zeker omdat er nog rotstekeningen, een pagode (8) en andere bezienswaardigheden (9) op het pad lagen. De weg naar beneden was echter 3,5 kilometer rotsklauteren en vaak nadenken over hoe je zonder te vallen het volgende stuk naar beneden zou gaan. Dat was best lastig. Sommige rotsen bleken te glad om wrijving te bieden of lagen los. Zand of bladeren verschoven, wortels van bomen lagen in de weg of je enkel klapte dubbel door een ongeziene dennenappel. Ben zelden zo blij geweest met mijn flexibele enkels, anders had ik geheid een band verzwikt of gescheurd. Het pad was al met al soms zelden een pad te noemen. Gelukkig was naast de diverse beeldjes e.d. ook de natuur erg mooi (10). Ook kwam ik regelmatig andere wandelaars tegen en had ik gewoon wifi ontvangst, dus als er echt iets mis was gegaan had ik me als domme toerist van de berg af kunnen laten halen. Na iets minder dan 5 uur kwam ik echter moe maar voldaan (en nu terecht) aan de andere kant van de berg in een (gewoon) dorpje uit, waar ik even dreigde de bus te missen maar gelukkig was de chauffeur zo aardig te stoppen en me binnen te laten. Direct naar de Mac gegaan voor een vette hamburger, want hoewel ik genoeg water bij had was ik stom genoeg wel wat eten vergeten en dat was op het einde goed merkbaar. Hoop nu alleen dat ik morgen niet al teveel spierpijn heb, want hoewel ik niet direct weer de berg op ga (Maar op Jeju zeker de gedoofde vulkaan op) loop ik morgen ongetwijfeld weer een eind, al gaat het regenen en zal dat voornamelijk in het museum zijn. De schatten van de koningen bekijken, want naast de getoonde drie liggen hier tientallen grafheuvels, waarvan sommige zo groot als de bovenste drie bij en op elkaar.
0 notes
Text
De Baltische Staten: Letland, Estland en Litouwen.
Letland
Letland is één van de drie kleine Baltische staten (samen met Estland en Litouwen) en van de drie toch wel zeker het mooiste naar mijn bescheiden mening. Als je mensen vraagt waar het ligt, weten ze het vaak niet echt te plaatsen, maar ze hebben er wel vaak van gehoord of verwarren het met een van de andere twee... Letland en zijn hoofdstad Riga winnen aan populariteit! Niet verwonderlijk als je eens van de heerlijke keuken en de mooie architectuur hebt geproefd.
Riga
De hoofdstad van Letland is het voorbeeld van Jugendstil architectuur. Het oude centrum puilt uit van mooie gebouwen die versierd worden door mythische wezens (waterspuiters etc..). Het centraal plein is bezaaid met gildehuizen. (bijv. het Zwartkopgildehuis), ook een standbeeld van de Bremerstadsmuziekanten vind je hier terug. Veel mensen wrijven over de beelden waardoor ze al bijna helemaal zijn afgeveegd (goudachtige kleur). Een wandeling door de straten is een prikkeling voor de ogen, echt overal zijn pittoreske gebouwen, de een al wat mooier als de andere. De mooiste straat is de Albert staat, deze straat staat vol met Art Nouveaustijl huizen en is echt architecturaal een pareltje. Ook de drie broers (drie huizen langs elkaar) zijn een beroemdheid op zich in de stad. Doorheen de stad wandel je ook door de Zweedse Poort, waar vroeger de executies werden uitgevoerd door de Zweedse beul die boven deze poort woonde. Ook de Kruittoren is een bezoekje waard. Ook heeft de stad zeer veel mooie kerken vb in gotische stijl de Domkerk die je gratis kunt bezoeken (af althans toen ik er was), de Pieterskerk gebouwd in de elfde eeuw (vroeger had deze kerk het grootste orgel in de wereld, en dat is nu ook nog steeds indrukwekkend van omvang). Bekijk zeker ook het slot van Riga. In het verleden werd dit slot vaak ingenomen door de overheersers: De Zweden, Russen en etc..). De stad heeft ook een mooi stadspark, er is zelf een kleine Japanse tuin (pagode en tori met tekens). Als je geluk hebt kun je wilde bevers zien zwemmen in de rivier.. Pittoreske bruggen over de rivier maken het alles nog romantischer.
Een absolute aanrader is een bezoek aan de centrale markt van Riga. In de gigantische hangars (vroeger opslagplaatsen van zeppelins) is er een enorme markt. Je kunt hier talloze producten kopen zoals zelfs biologische thee. Er is een thee voor iedere kwaal. Mensen zijn hier heel behulpzaam en geven graag uitleg over de werking van hun eeuwenoude traditionele drankjes tegen allerlei kwaaltjes.
Voor de meeste Letten is het onafhankelijkheidsmonument bijna heilig. Dit symboliseert hun losmaking van hun geschiedenis van onderdrukking door verschillende volkeren.
Tip: een leuke uitstap is een bezoek (met de trein) aan Jurmala. Het is een plekje aan de kust waar je leuke wandelingen langs de zee kunt maken. Mocht je geluk hebben, kun je een stuk amber vinden. Amber wordt hier nog vaak gevonden en men lijkt hier een nationale obsessie voor te hebben.
Riga is zeker een een leuk idee voor een citytrip. Het is relatief kortbij en vanuit België (Charleroi) zijn er goedkope vluchten. Ook de hotels en restaurants zijn voor onze normen zeer schappelijk. Ook qua cultuur stelt Letland je zeker niet teleur. Mooie architectuur en leuke mensen, wat wil je nog meer...
0 notes
Text
China deel 5 (Hong Kong)
1 mei 2019
Om 6.30 uur gaat de wekker. Na het ontbijt, verzamelt iedereen zijn bagage weer bij elkaar en wachten we op de bus in de lobby. We rijden weer terug naar Guilin, een rit van ongeveer 2 uur. Rond 9.30 uur komen we aan in Guilin, waar we 2 uur vrije tije krijgen bij het meer. Het is gelukkig heerlijk weer en de zon schijnt! De wandeling om het meertje heen is prachtig, we zien daar pagodes, tempels en mooie bruggen. Er zijn wederom weer Chinezen bezig met hun ochtendritueel, de dansklasjes zijn druk aan de gang, maar ook de tai-chi en vrouwen die met badmintonrackets, met waaier en met zwaarden aan het dansen zijn. Na een heerlijke wandeling, hebben we een uitgebreide lunch in een hotel aan het meer. Na de lunch vertrekken we met de bus naar het treinstation. Na een tijdje wachten, mogen we naar het perron. De trein stopt maar 4 minuten waarin er heel veel moet gebeuren in korte tijd; er moeten mensen uit, inclusief bagage, de nieuwe mensen moeten er in en een plaatsje zoeken en de bagage moet er in en ergens geplaatst worden. Dit is nogal veel voor zo'n korte stop van 4 minuten dus het was echt even stressen. Gelukkig was iedereen inclusief bagage op tijd binnen. Ik had in de trein een raamplaatsje, dus ik kon lekker naar buiten kijken. Het landschap is echt adembenemend mooi! Omdat het vandaag zo'n heldere, zonnige dag is, maakt dat het zelfs nog veel mooier! Prachtige berglandschappen waarbij je echt kilometers ver kan kijken. Tussendoor zie je regelmatig hele kleine dorpjes op het platteland die dingen verbouwen zoals rijst. Ik geniet intens van deze treinrit! Na een tijdje, houd het mooie landschap helaas en wordt dit verruild voor torens, gebouwen en industrie. Een goed moment om even lekker te gaan lezen. Na ongeveer 3,5 in de trein, komen we aan op het station, West Kowloon Hong Kong. Eerst moeten we door de douane om China uit te kunnen komen. Na ongeveer 45 minuten in de rij staan, krijg ik een exit stempel voor China. Vervolgens lopen we binnen het station over een soort streep op de grond waarop staat dat je de grens passeert van China naar Hong Kong en het is ten strengste verboden om weer terug over deze streep te komen. Hierna komt er weer een nieuwe douane controle waarbij ik een soort mini papiertje krijg waarop staat dat ik Hong Kong in mag, helaas geen stempel. Eenmaal door de douane heen, verzamelt de groep zich bij onze nieuwe lokale gids, Jovita. We stappen in de bus en na 20 minuten zijn we al bij het hotel. Onderweg heb ik het een en ander van Hong Kong kunnen zien maar het zijn vooral heel veel enorm hoge torens en heel veel oude, vervallen flatgebouwen. Ik merk al gelijk dat Hong Kong echt niet mijn ding is. Hong Kong is wel erg duur. In het hotel komen in 1 keer ineens alle Whatsappjes, Facebookmeldingen, Instagrammeldingen en e-mails weer binnen. De afgelopen 2 weken werkte dat niet in China, maar in Hong Kong werkt het wel. Ik heb wat te doen!
2 mei 2019
Om 7.30 uur gaat de wekker en ik ga naar het ontbijt. Het ontbijt in dit hotel is echt super uitgebreid, het ziet er onwijs luxe uit en er is echt super veel keuze, zowel Aziatisch als Westers. Ik wordt een beetje hebberig van de chocoladebroodjes, croissantjes, bolletjes, pindakaas, Nutella, yoghurt en fruit. Dus ik prop mezelf helemaal vol. De laatste 2 weken heb ik voornamelijk toast met jam gegeten, Aziatisch ontbijten gaat er bij mij helaas niet in. Dan komt alles er net zo snel weer uit. Na het heerlijke ontbijt, gaan we met de bus naar Victoria Peak, waar we uitzicht hebben over heel Hong Kong. Er is ook een shoppingcentrum op Victoria Peak gebouwd. Op deze berg zijn héle dure woningen te vinden, die eigenlijk allemaal alleen maar worden bewoond door rijke Britten en Europeanen. Na de Victoria Peak rijden we naar Aberdeen, dit is een haven vol met luxe jachten maar ook authentieke vissersbootjes en zo'n groot Chinees boot-restaurant. We krijgen 30 minuten de tijd om rond te kijken, maar eigenlijk kan je hier niets anders doen dan een rondvaartje doen op een vissersboot. We varen met een vissersbootje (60 HK dollar) door de haven heen. Het stinkt er enorm naar een combinatie van vis, benzine en afval. Na de boottocht rijden we naar Repulse Bay, een gebied aan het strand waar enorm dure huizen en appartementen te vinden zijn, ook wederom voor rijke Britten en Europeanen. Vanuit de bus zagen we een kabelbaan, deze brengt je naar Disneyland en een ander attractiepark. Na een wandeling langs het strand, rijden we weer terug naar het hotel, vanaf nu hebben we geen programma meer. Dus we hebben nog een hele vrije middag en avond en morgen nog een hele vrije dag voordat we 's avonds naar het vliegveld vertrekken. Ik ben met de metro naar de Ladies Market geweest, deze straat ligt midden in het drukke centrum van Hong Kong en hier is alles te koop wat je op Ali Express kan vinden. Het is er echt achterlijk druk en dus totaal niet mijn ding. Ik loop gauw een rondje op en neer om de sfeer te proeven en daarna vlucht ik gauw terug naar de metro. Ik dineer weer in het shoppingcentrum vlakbij het hotel en de rest van de avond doe ik lekker rustig aan. Hong Kong is niet aan mij besteed.
3 mei 2019
De laatste dag is aangebroken! Vandaag gaat er geen wekker, maar om 5.00 uur ben ik al klaarwakker. Ik check online in voor mijn vluchten en heb lekker een plekje bij het raam kunnen krijgen. Bij het raampje slaap ik altijd wel wat beter. We mogen vandaag om 14.00 uur uitchecken uit het hotel. Ik weet nog niet wat ik ga doen vandaag. Bij het ontbijt kom ik een groot deel van de groep tegen. Eigenlijk weet niemand zo goed wat ze moeten doen vandaag in Hong Kong, 1 dag was wel voldoende geweest. Ik besluit lekker even mijn reisverslagen uit te typen, foto's uit te zoeken en rustig mijn tas opnieuw in te pakken. Ik loop naar de shoppingmall om de rest van mijn middag door te brengen, daar is het lekker rustig en koel. Eenmaal terug in het hotel heb ik met wat reizigers bij het zwembad gelegen en daarna hadden we een afscheidsborrel met een hapje en een drankje in het hotel. Super gezellig om zo de reis af te sluiten! Om 19.30 uur werden we opgehaald en naar het vliegveld gebracht. Bij de bagagebalie hebben we afscheid genomen van onze reisleider Bob en iedereen ging zijn eigen weg. Het vliegveld van Hong Kong is best wel heel erg groot. We vliegen met een enorm groot vliegtuig van 2 verdiepingen.
4 mei 2019
De vlucht van Hong Kong naar Munchen verliep prima. Het vliegtuig is super stil en je voelt bijna niet dat je vliegt. Het eten viel wel echt onwijs tegen. Ik had zowel bij het diner als bij het ontbijt geen keuze meer omdat keuze 1 al op was. Ik kreeg dus beide keren de Aziatische maaltijd waar ik totaal geen behoefte aan had. Het vliegtuig landde om 5.10 uur in Munchen, na een korte bagagecontrole en paspoortcontrole, moet ik tot 8.50 uur wachten op mijn volgende vlucht naar Amsterdam. Dat is best lang in een terminal waar alleen een dutyfree winkel is en 1 veel te duur restaurantje. Ik vind ineens een paar ligstoelen met uitzicht op de opkomende zon en een Nespresso apparaat waar je voor €2,00 je eigen koffie eruit kan laten persen. Met een cappuccino in de hand, installeer ik mijzelf in een van de ligstoelen. Ik vermaak me wel! Helaas was er nog een uur vertraging, dus het duurde allemaal erg lang. Na een vlucht van een uur, arriveer ik op Schiphol. Mijn bagage komt al gauw aan en ik neem afscheid van de groep. Eindelijk zie ik Pim weer en samen rijden we naar huis. Ik kijk terug op een fantastische ervaring en een mooi avontuur in China!
0 notes
Text
Reizen door Myanmar: Hotspots op mijn Bucket List + Tips!
Reizen door Myanmar: Hotspots op mijn Bucket List + Tips!
Reizen door Myanmar, ‘het land van de gouden pagodes’, is één van de activiteiten die ik recent aan mijn Bucket List toegevoegd heb. Myanmar a.k.a. Birma is het meest authentieke land van heel Azië, waar de inwoners enorm vriendelijk zijn en zich vasthouden aan oude tradities. Ik besloot om me er in te verdiepen en een aantal Hotspots voor het reizen door Myanmar op mijn Bucket List te plaatsen.…
View On WordPress
0 notes
Text
Stedelingen en dorpelingen
Je krijgt misschien de kans niet om veel afgelegen dorpjes te bezoeken omdat reizen in deze gebieden vaak nog verboden is. Als je wel de kans krijgt, zul je merken dat dorpelingen ontzettend verschillen van de mensen in de stad. De geschoolde stedelingen zijn meestal afgestudeerd en worden professionals zoals dokters, accountants, ontwikkelaars, leraren en advocaten. Iedereen trekt naar de grote stad voor de universiteiten en daarom zijn de mensen die je daar aantreft over het algemeen ook hooggeschoold.
Toch is de werkloosheid een groot probleem en iedereen neemt dan ook elk baantje aan dat er op dat moment beschikbaar is. Vaak zie je op kantoor dat mensen lang wegblijven van hun bureau. Dit komt omdat ze druk bezig zijn met hun persoonlijke zaken zoals het in de rij staan voor een instantie of bezig zijn met het zoeken naar de tijdelijke aanbiedingen in de winkels. Dit is volkomen acceptabel omdat de tijd die je hier insteekt, veel waardevoller is dan de tijd op het kantoor waarvoor je slechts een minimaal salaris ontvangt. Steden zijn er in Myanmar niet zo veel en het grootste deel van de bevolking leeft op het platteland.
Ze leiden een simpel leven en leven voornamelijk van de landbouw. Ze houden zich strenger vast aan het Boeddhisme en oude geloven. Hun vermaak bestaat uit religieuze festivals, de pagode bijeenkomsten, rondreizende theatergroepen en open lucht bioscopen. Over het algemeen ziet het leven van een dorpeling er nog net zo uit als honderden jaren geleden. Ze zijn ook vaak niet op de hoogte van de politiek. Zolang er eten op tafel staat, maakt het ze niet uit wie het land regeert.
0 notes
Text
ALLES VOOR BOEDDHA IN BIRMA
Myanmar (Birma) is deze week 75 jaar onafhankelijk van Engeland. Ruim een kwart eeuw geleden reisde ik als journalist voor Dagblad de Limburger undercover naar een totalitaire openluchtgevangenis die uit geldgebrek het ´Bezoek Birma Jaar´ lanceerde om de massatoerist te lokken. Een beklemmende herinnering. Vandaag deel 2.
Als de expresstrein naar Mandalay ´s ochtends vroeg de hoofdstad Rangoon uitrijdt, bedekt een meters dikke nevel het Birmese platteland. Alleen palmbomen en de toppen van pagodes ontstijgen de mist. De goudkleurige tempelspitsen schitteren in de ochtendzon. Vooral de vrouwen in de trein laten niet na iedere pagode te groeten door met gevouwen handen en gebogen hoofd een kort gebed te prevelen.
De upper class-wagon van Koreaanse makelij is gevuld met welgestelde Birmezen, militairen, een handvol toeristen en een jonge monnik. Hij wordt vertroeteld door twee bejaarde vrouwen, die hem voortdurend lekkers toestoppen. Vervolgens steekt hij zeer tegen de regels een sigaret op die hij met smaak oprookt, om zich vervolgens aan zijn religieuze lectuur te wijden.
De 250.000 monniken in Birma zijn naast de regerende Staatsraad voor Herstel van Orde en Gezag een factor van belang. Ze worden gevoed en onderhouden door de bevolking, die gelooft dat schenkingen aan kloosters uitzicht bieden op een beter volgend leven. De militaire junta stimuleert boeddhisme als middel zich meer legitimiteit te verwerven en een soort nationale solidariteit af te dwingen.
Zoals de gevreesde generaal Khin Nyunt, hoofd van de militaire inlichtingendienst, dwangarbeid verdedigt met het argument dat Birmezen vrijwillige arbeid als een nobele handeling van liefdadigheid beschouwen waarmee ze hun religieuze status kunnen verbeteren. Met het karma van de Birmezen moet het wel goed zitten. Als er in Birma een tempel wordt opgeknapt of een spoorweg wordt aangelegd, moet de bevolking massaal opdraven voor ´vrijwillige arbeid´. Berucht is de Ye Tavoy-spoorlijn in de zuidelijke landengte van Birma, waar dagelijks tienduizenden burgers werken. Voor de verbreding van de weg van Rangoon naar Pegu werden zoveel dwangarbeiders ingezet, dat de BBC sprak ´van de grootste groep dwangarbeiders sinds de Japanse bezetting´.
In de trein naar Mandalay lijken deze praktijken ver weg. Het uitzicht voorziet in uitgestrekte rijstvelden tegen een decor van nevelige bergen. In schamele dorpjes – veel rieten huizen op palen – zwaaien ondervoede en haveloos geklede kinderen naar de passerende trein. Hier krijgen de Birmezen gemiddeld minder calorieën binnen dan de inwoners van Afghanistan.
Halverwege de rit van 700 kilometer, in het slaperige stadje Longou, duikt Basil op bij het geopende raam. Basil is een 67-jarige Baptist die geaffecteerd Engels spreekt. Zonder acht te slaan op de militairen in de coupe begint hij uit te varen tegen het regime. Dat heeft zijn pensioen met een derde gekort, zodat hij noodgedwongen toeristen rond moet leiden. Hij kijkt sip. ´Toeristen stappen hier nauwelijks uit. Ik heb niet eens 10 kath. (10 cent) voor een kop thee. Wat bezielt deze regering? Ze hongeren me uit. ´ Terwijl de trein optrekt, loopt Basil mee. ´Hier is mijn adres. Stuurt u me wat levensmiddelen?´
Licht beschaamd zal Tin, een riksja-rijder in Mandalay, enkele dagen later dezelfde vraag stellen. Terwijl hij zijn zware fietstaxi moeizaam op gang brengt, wijst hij naar de opgeknapte gracht rond het oude fort in het centrum. ´Hier heb ik een jaar lang vrijwillige arbeid moeten verrichten, samen met mijn moeder.´ Ieder gezin in Mandalay moest een of twee werkkrachten ter beschikking stellen. Tot op zekere hoogte was het werk vrijwillig, zegt Tin cynisch. Wie een afkoopsom van 150 kyath kon opbrengen, was vrijgesteld. ´Maar zoveel geld heb ik niet.´
Tin verdient soms niet eens genoeg om de dagelijkse huur van 50 kyath voor zijn fietsriksja op te brengen. Toch moet de 30-jarige Birmees zijn gehandicapte vader, zijn moeder, 4 zusjes en een grootvader van 92 onderhouden. De concurrentie met de 10.000 andere riksjarijders in Mandalay is moordend. Er zijn meer kapers op de kust. Op weg naar huis, 8 kilometer buiten de stad, wordt Tin regelmatig afgeperst door de politie. ´Niet dat het om veel geld gaat. Maar we moeten blijven geven. Donaties voor religieuze festivals, giften voor de kloosters. Het houdt nooit op.´
Steeds als een andere riksjarijder passeert, valt Tin stil. Met reden. Wie zich tegenover buitenlanders beklaagt over de regering of een politiek onderwerp aansnijdt, verdwijnt in de gevangenis. De verklikkers zijn overal. Het kan een buurman zijn, of een broer. ´s Avonds toont Tin zijn onderkomen. Een haveloze hut op palen, zonder elektriciteit, te midden van wat niet veel meer is dan een sloppenwijk. Post wordt er niet bezorgd. Verlicht door een walmende lamp, luisteren zijn familieleden zwijgend naar het verhaal van Tin.
Hij toont foto´s van vroeger. Het trouwfeest van zijn broer. Trotse mensen in klederdracht. ´Kijk wat er van ons geworden is´, zegt hij bitter. De Britten, zegt Tin, hebben Birma bestolen en leeggeroofd. ´Maar ze brachten ook kennis en technologie.´ De Tweede Wereldoorlog bracht de Japanners. ´Zij verkrachtten onze vrouwen en rukten de mannen hun nagels uit. We hebben er velen moeten doden.´
Hij zegt het met spijt in de stem. ´Onze eigen regering is nog erger´, zegt hij fel. ´Ze hongeren ons uit. Sinds 1989 is de rijst 7 keer zo duur geworden. Aan de toeristen verdienen we nauwelijks iets. De regering strijkt alles op. En de hotels in Mandalay zijn bijna allemaal in handen van Chinezen. Ze hebben er vaak nog een business naast´, zegt hij veelbetekenend. ´Ze smokkelen jade, of opium.´
In Mandalays Chinatown is de jade op straat te koop. Sjofele Chinezen hebben de edelstenen voor een prikje in de aanbieding. Twee stenen voor 5 dollar. ´Of wilt u iets anders´, sist een van hen. ´Iets speciaals?´
Midden in de Chinese wijk, te midden van moskeeën, is de Heilig Hartkathedraal een Fremdkorper. De 15 priesters van het bisdom zijn bijeen voor hun jaarlijkse retraite. Hun Latijnse gezang in de lichtblauw beschilderde kerk harmonieert fraai met het gekwetter van de vogels in de gewelven van het godshuis. Op de voorste rij luistert een boeddhistische monnik belangstellend toe.
Na een korte meditatie loopt een van de priesters met uitgestoken handen toe op het bezoek. ´U bent katholiek? Welkom, welkom´, zegt father Alphons. Hij is verheugd dat Birma sinds kort toeristen toelaat. Zo krijgen de priesters af en toe aanloop. Zijn jongere collega father John voegt zich bij ons. Hij kreeg tijdens zijn priesteropleiding in Rome 6 jaar les in de Bijbelexegese van een missionaris uit Steyl. ´Doet u hem vooral de groeten.´ Dan moeten de priesters naar binnen. Het retraiteprogramma schrijft 2 uur stilte voor.
´Oui, oui, natuurlijk is het niet allemaal even fraai wat hier gebeurt. Maar nom dieu, de politiek is toch overal hetzelfde?´ De Française Brigitte, een leeftijdloze vrouw, drijft in een buitenwijk van Rangoon sinds 4 jaar een hotel. Chez Brigitte biedt vooral onderdak aan oudere Fransen, die aan de bar met weidse gebaren mijmeren over hun Tempo Doeloe, de tijd dat ze Indochina nog hadden.
De Française Brigitte drinkt ´s avonds gebroederlijk whisky met haar personeel en haar jonge Birmese minnaar. Ze beklaagt zich over de bureaucratie, maar alleen al haar zakelijke aanwezigheid in het land wijst op werkbare banden met het regime. ´De Franse ambassadeur verwijt me collaboratie´, zegt ze verontwaardigd. ´Maar ik, ik collaboreer alleen met mezelf.´ De essentie van Birma, zegt Brigitte, is het boeddhisme. Ze bekeerde zich tot deze filosofie toen ze zag hoe in Birma hulpvaardigheid en solidariteit nog volop bestaan.
´Het boeddhisme is voor mij als een warme deken. Birma moet blijven zoals het is.´ Ze laat onvermeld of dat ook geldt voor de dwangarbeid en de totale politieke onderdrukking. ´Ik´, zegt Brigitte, terwijl ze het bezoek naar een met Birmees antiek bezaaide kamer brengt. ´Ik ben als Columbus in Birma. Ik wil hier sterven. Als ze me weg willen hebben, moeten ze me het vliegtuig insleuren, of anders ga ik wel in een bamboe hutje in de bush wonen. Birma is mijn thuis.´
Ze wijst op het nabijgelegen klooster. ´De monniken zullen u morgenvroeg wekken met hun gebeden. Maar troost u: misschien redden ze uw ziel. En vergeet niet: zij belichamen de ziel van Birma, en niemand anders.´
0 notes
Text
Kon Tum
Rustige dag vandaag, Kon Tum ligt aan de Dakbla rivier met enkele interessante bezienswaardigheden. U bezoekt de begraafplaats en de bijzondere houten kerk uit het jaar 1913. Met de gids een trekking gemaakt langs de dorpen van de Banhar stam, zoals Kontum Konam, Konam Kopong, Konko Wang, Kon Jori en Kon Kotu. Een prachtig landschap met onder andere uitgestrekte rijstvelden. Daarna vrij!
Over de markt gelopen en biertje gedronken op een terrasje, dat wil zeggen twee plastic stoeltjes gepakt en op de stoep gaan zitten.
Morgen terug naar de kust, Hoi An.
Hoi An
Na een mooie rit over bergpassen zijn we in Hoi An aangekomen. Hier blijven we twee nachten.
Onderweg de lokale Hre stam in de dorpen Kondu en Konbin bezocht. De dorpen beschikken over een karakteristiek dorpsgemeenschaphuis, een rong. De rong is het centrum van het culturele en ceremoniële dorpsleven. Het dak van de rong is vaak meer dan 30 meter hoog en is voorzien van schitterend houtsnijwerk. Iets voorbij het dorpje Tam Ky een bezoek gebraacht aan de Chien Dan Cham pagode. De drie Cham torens uit de 11e eeuw zijn opgedragen aan Shiva, Brahma en Vishnou. Onderweg een werkplaats bezocht waar men borduursels maakt en waar je een pak kunt laten maken.
Het hotel ligt aan het strand en is fantastisch. Het is alleen geen strandweer, misschien morgen wel.
Hoi An staat bekend om zijn lampionnen. Als het volle maan is ( en dat is het toevallig ) dan wordt de straatverlichting in de oude stad uitgedaan en wordt de stad alleen maar verlicht met lampionnen. Een feeëriek gezicht. Op de rivier worden mandjes van papier met een kaarsje erin gedaan waarna je een wens kunt doen.
Het is erg toeristisch maar dat is weer eens wat anders, zo na een paar dagen in het binnenland waar we bijna de enige westerlingen waren.
Lampionnen maken
Vandaag zijn we bij een lampionnen-fabriek geweest om onze eigen lampion te maken.
In dit fabriekje worden alle onderdelen van de lampion zelf gemaakt. Men koopt alleen de stof, de bamboestokken en het ijzerdraad in. De jongens doen het voorbereidende werk zoals bamboe zagen, de ringen verven en het ijzerdraad vormen en de meisjes maken de lampion in een onvoorstelbaar snel tempo. Leuk om te zien maar minder leuk om dit dag in dag uit te moeten doen.
Na het ontbijt het tempelcomplex My Son met de ruïnes van het oude Cham koninkrijk bezocht. Verder de oude stad bekeken welke op de Unesco lijst staat vanwege zijn historische betekenis en de vele tempels en oude huizen.
Het is niet strandweer geworden, misschien morgen…
Op weg naar Hue
Niet gezwommen in zee, het was niet lekker weer. Het is bij een strandwandeling gebleven.
Om elf uur op weg naar Hue gegaan.
Een bezoek aan een marmerfabriek en een pagode staan voor onderweg gepland.
Tegen vijf uur in Hue aangekomen.
Om zeven uur worden we aan boord verwacht van een bootje met een aantal muzikanten om kennis te maken met hun oude instrumenten en de traditionele Vietnamese muziek.
Zal wel druk worden dachten we maar het bleek dat wij de enige gasten waren! Heel speciaal…
Mausoleums
Vanmorgen begonnen met een boottocht over de rivier naar… weer een tempelcomplex.
Het blijft indrukwekkend wat mensen allemaal doen om in een goed blaadje te komen en om hun plek in het hiernamaals veilig te stellen.
Daarna… de markt in Hue bezocht. Supermarkten kennen ze vrijwel niet in Vietnam, er zijn er een paar in de hele grote steden. Alles wordt dus op de dagelijkse markten gehaald, zeven dagen in de week, tot acht uur open en soms nog wel langer.
Daarna naar de citadel, een ommuurd gedeelte van Hue wat het verblijf was van een van de keizers van Vietnam. Het is niet zo heel oud, begin 1800 gebouwd. Hier hebben we wel de eerste cache in Vietnam gevonden.
Daarna naar twee mausoleums geweest waar koningen hun laatste rustplaats hebben gevonden.
Morgen met het vliegtuig naar Hanoi.
Kon Tum, Hoi An en Hue Kon Tum Rustige dag vandaag, Kon Tum ligt aan de Dakbla rivier met enkele interessante bezienswaardigheden. U bezoekt de begraafplaats en de bijzondere houten kerk uit het jaar 1913.
0 notes
Photo
Zowat de helft van alle plekken in Yangon beginnen met ‘Shwe’. Wat dat betekent hadden we eigenlijk al kunnen raden: gouden. Alle pagodes, en dat zijn er veel, zijn hier overladen met goud. Massief goud, bladgoud of gewoon gouden verf. Als het maar blinkt. Óf flikkert. Prachtige Buddha beelden worden ver- of ontsierd met knipperende LED-aureolen in alle kleuren. De tempels zijn gebedshuis en kermis in één. Jong en oud komen hier bidden, babbelen, dutten, thee drinken of gewoon candycrush’en op een dikke Samsung... op blote voeten.
2 notes
·
View notes