Tumgik
#handelaar
blogger-theo-herbots · 5 months
Text
Theo-Herbots, de Vriendelijkste Handelaar van Tienen || The Friendliest Trader in Tienen
Theo-Herbots, de Vriendelijkste Handelaar van Tienen. Het afgelopen jaar (2023) heb ik meegedaan aan een wedstrijd georganiseerd door Handelsgids voor de Vriendelijkste Handelaar van Tienen. Omdat ik echter uitsluitend via online platforms opereer zonder een fysieke winkel, heb ik geen face-to-face interacties met mijn klanten. Ik ben dan ook aangenaam verrast dat ik een beoordeling van 9,38/10…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
withnofreetime · 3 months
Text
HETALIA ☆ WORLD STARS (#5 Illustration + Ad)
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Is there a problem/error? Please say so! And thank you for your support!
T/N:
De Paarse Handelaar.
"Handelaar" means "trader, merchant, or dealer".
"Paarse" means "purple".
From Wikipedia: "In the politics of the Netherlands, Paars means a coalition government consisting of liberals and social democrats ( (...) blue and red, respectively)."
2. Fundación del Jardín Verde.
"Green Garden Foundation".
"El sol" means "The Sun".
3. Fekete Rozsa.
"Fekete" means "black".
"Rozsa" means "rose".
"Fekete Rozsa" means "Black Rose"
4. A királynő
"Királynő" means "Queen".
"A királynő" means "The Queen".
5. Die Goldene Note
"Goldene Note" means "Golden touch/note".
"Die Goldene Note" means "The Golden Touch/Note".
6. Der Maestro
Orchesta conductor.
162 notes · View notes
roderidderhottakes · 7 months
Text
Tumblr media
De Roder Ridder - Het wapen van Rihei
Het Oosters avontuur beginnen we met een prent.
Het Portugese schip, dat zoals bekend, niet op het Japanse vaste land mocht aanmeren, maar enkel in specifieke havens iets of wat welkom was, staat helemaal links. Onderaan is er een bootje dat de handelaars naar het land brengt. Rechts zie je de stenen muren en een gebouw er op. Er staan ook al boompjes bij die zo onderhouden worden dat er tussen de takken veel open ruimtes zijn. Dat principe van groenonderhoud met aandacht voor de lege ruimtes, is gekend als "mu".
Voorlopig is de Japanse invloed natuurlijk beperkt, ze moeten het land nog binnen geraken, maar het is een voorproefje van wat ons te wachten staat.
3 notes · View notes
timhendriksc · 6 months
Text
Tumblr media
The flag of the fictional region "Handelaar"
6 notes · View notes
devosopmaandag · 2 years
Text
Het ontmoeten van een vreemde
Aan de westgrens van het oude China houdt een poortwachter een oude man tegen. Hij begrijpt dat de man een wijze is die uit teleurstelling niet gehoord te worden zijn land wil verlaten. De poortwachter haalt hem over om zijn ideeën op papier te zetten, voor ze verloren zullen raken. Aldus, zegt de legende, zette Lao Zi zich neer en schreef wat later de Tao Te King zou heten, een boek dat tweeduizend jaar later nog gelezen wordt. Een toevallige ontmoeting die zijn schaduw eindeloos ver vooruit wierp.
Iedereen heeft toevallige ontmoetingen, en niet zelden vinden ze een vaste plek in het geheugen als zo'n ontmoeting met een vreemde leidt tot een gesprek, soms zelfs zonder dat. Ik herinner me de Letse kunstenaar Leonards Laganovskis met wie ik een slaapcoupé deelde in de trein van Berlijn naar Riga, de naamloze Braziliaanse vrouw in de trein van Parijs naar Amsterdam, de tweedehandsboek-handelaar Bill Smith in Edinburgh, die me later boeken als cadeaus stuurde, de volkomen onverwachte ontmoeting met de opgebaarde vrouw in een lege St. Nicholas Church op het eiland Tresco.
Vriendin en galeriehouder M vroeg me of ik een mij onbekende jonge Chinese kunstenaar wilde ontvangen, gewoon voor een gesprek. Ik zei onmiddellijk ja en vroeg hem, via haar: een tekstfragment mee te nemen, een beeld (beide niet van hemzelf) en een object. Ik besloot niet zijn website te bezoeken maar de ontmoeting open tegemoet te treden. H.Z. verscheen, een elegante jongeman met lang zwart haar en een bril. Hij keek nieuwsgierig en afwachtend toen hij binnenkwam en overhandigde mij een emmertje met blauwe bessen, een geschenk dat ik zeer waardeerde. Drie uren zouden we praten, hij vooral. Het viel mij onmiddellijk op hoe rijk zijn Engels was. Zijn zware accent maakte dat ik nog aandachtiger luisterde. Zijn grootouders waren boeren, zijn ouders hadden weinig scholing gehad. De transormatie die hij doormaakte, binnen luttele jaren, is enorm. Hij stuurde zijn ouders een video van zijn allereerste performance ooit. Voor even konden zij een blik werpen in de onbereikbare wereld van hun zoon. Hun reacties waren zowel aandoenlijk als ontroerend. Zelfverwezenlijking vraagt nu eenmaal een hoge prijs, kunstenaar worden een nog hogere.
H. koos het beroemde schilderij met het bruidspaar van Chagall, zwevend hoog boven een dorpje. Het object was een gekregen klein hart van ongebakken klei met een gat erin. Ik kon aan het einde van ons gesprek die twee dingen niet anders zien dan de uitdrukking van een verlangen naar verbinding, misschien ook liefde. Voeg daarbij nog een strofe uit een gedicht van Wisława Szymborska dat hij in een Engelstalig boek over Nan Goldin vond:
…. The little soul roams among those landscapes, / dissappears, returns, draws near, moves away, / evasive and a stranger to itself, / now sure, now uncertain of its own existence, / whereas the body is and is and is / and has nowhere to go.
Na afloop bedankte hij mij voor onze ontmoeting, en ik bedankte hem.
3 notes · View notes
havenpoort · 3 days
Text
Het Boerenleven vanaf de 18e. eeuw
Tumblr media
Teelt Zandvoortse duinkraal
In de 18e eeuw leefde een groot deel van de Nederlanders op het platteland, buiten de stad. En net als bij het leven in de stad was ook daar een verschil in arm en rijk. De grond was eigendom van de adel of van de kerk en later was de grond eigendom van rijke stedelingen die grond bezaten als investering, voor de veenwinning of als onderdeel van hun buitenplaatsen. 
Tot in de 18e eeuw volgde men in de landbouw het zgn. drieslagstelsel. De volgorde hiervan was: winterslag, zomerslag en braak, waarna de cyclus weer opnieuw begon.
Tumblr media
In de winter werd meestal rogge of boekweit ingezaaid; een tweede deel van het land werd in de zomer ingezaaid met peulvruchten of voedergranen zoals spelt, gerst, haver en soms ook rogge.
Het derde deel lieten de boeren braak liggen en werd gebruikt om het vee op te laten grazen, waardoor het terrein meteen van mest werd voorzien. Voordat de winter kwam, werd het braakliggende terrein van onkruid ontdaan en dit werd dan weer aangewend voor de winterslag.
Naast de grote landbouwgebieden bestonden er ook kleinschalig opgezette stukken grond waar geen drieslagstelsel werd toegepast. Op deze tuinen werden producten verbouwd zoals kool, wortelen, hennep voor touw en vlas voor linnen.
Rond 1800 werd op enkele plaatsen reeds gebruikgemaakt van kassen. Aardbeien en diverse soorten bessen uit de streek waren dan ook zeer bekend. Rond 1800 schakelden veel boeren over op de verbouw van aardappelen.
Waarschijnlijk is professor D.J. van Lennep, eigenaar van het Huis te Manpad in Bennebroek,  het Marïenduin en de grond van de hofstede Marïenbosch, de grote stimulator geweest in onze streek. In 1803 experimenteerde hij met aardappelteelt in de duinen. Het grote succes van de aardappelteelt in de duinen was ten dele een gevolg van de aardappelziekte, dier zich sinds 1845 in Nederland verbreidde en alleen de duinen bleven daar vrij van.
Tumblr media
Talrijke boomgaarden leverden appelen, peren en pruimen. De tuinbouwproducten werden verhandeld op de markten van Amsterdam, Haarlem en Leiden. De groente- en fruitteelt, de veehouderij en de verbouw van aardappelen nam beduidend af in de 19e eeuw.
Het leven van een boer kon qua welvaart en status erg verschillen en daarbij gold, dat hoe verder je van het eigenlijke boerenwerk stond, hoe beter je het had. Zo stonden bovenaan de sociale ladder de molenaars, handelaars en bierbrouwers, daarna de weinig voorkomende zelfstandige boer met eigen land en vee, en dan de halfman of pachtman. Deze laatste was in het bezit van een pachtboerderij en moest de helft van zijn oogst afstaan aan een klooster of de zgn. herenboer.
Tumblr media
Bij een zogenoemde halfpacht bestond de overeenkomst dus tussen de eigenaar van de grond, een klooster of een heer, en de pachter. Daarnaast kreeg de kerk nog een tiende van de opbrengst, hetgeen het 'tiende recht' wordt genoemd. De tiende plicht verviel in Nederland pas begin 20e eeuw met de inwerkingtreding van de Tiendwet 1907. Pachtboerderijen vormden een klasse op zich, waar continu een aantal knechten, meiden, een herder en een varkensjongen werkten. Afhankelijk van het seizoen kwamen daar nog tientallen dagloners bij. Andere namen voor dagloners die (bijv. in de handgeschreven akten in kerkboeken) terug te vinden zijn in de verschillende delen van Nederland zijn: landarbeider, daggelder, knecht, huurman of keuter.
Sommige van deze keuterboeren bezaten zelf een klein stukje grond en/of hadden een moestuin, maar waren niet in staat hiervan te leven en moesten daarom extra werk verrichten op het land van een grotere boer.
De zgn. knecht had vaak een andere rol, namelijk die van verzorger van het vee en de paarden. Keuterboeren waren meestal werkzaam in de akkerbouw. Na de introductie van de aardappel in 1750 was dit voor veel arme dorpsbewoners dé kans om een boerenbedrijfje te beginnen op de uithoeken van ontgonnen heidevelden. 
Een gemiddelde knecht verdiende ongeveer 55-60 Carolusgulden (1 Carolusgulden bedroeg 20 stuivers). De boerin zorgde, samen met haar meiden, voor de tuin: ze deden de groente- en fruitteelt, conserveerden na de oogst, verzorgden de kippen (eieren rapen en slachten) en molken de koeien.
Sommige goederen, zoals melk, kon ook worden verkocht in het dorp of worden verhandeld op de weekmarkt in de dichtstbijzijnde stad. Hoeveel een boer kon verhandelen of verkopen hing af van de productie: hoe meer overschot, des meer er verhandeld kon worden. De goederen werden met behulp van paard en kar naar de handelsplaats (dorp of stadskern) vervoerd. Over het algemeen kan het beroep van landarbeider, keuter, knecht of meid als zwaar worden bestempeld. Het leven bestond uit volle dagen hard werken. Daarbij kwam nog het gebrek aan hygiëne en soms zelfs een gebrek aan eten, wat weer tot ziekten en zelfs verhongering kon leiden.
Epidemieën van de veepest in de 18e eeuw kwamen voor in 1713-‘14, 1745-‘46 en 1765-1768. Het betekende naast de stijgende voedselprijzen vaak de ondergang van veel boerenbedrijven.
De veehouderij in Lisse werd in de 18e eeuw drie maal getroffen door de runderpest. In 1769 sloeg de ziekte hard en snel toe. Tussen half mei en eind september is ruim 40 procent van het vee aan de pest bezweken. Dit betekende een ramp voor Lisse. In de 18e eeuw werd het boerenbedrijf vaak van vader op zoon doorgegeven, waardoor boeren generaties lang op dezelfde plek bleven wonen. Door trouwen (dochters) of door kansen en mogelijkheden in de stad werd er wel verhuisd.
In de 19e eeuw moest een boer in zijn eigen arbeidsbehoefte voorzien als zijn bedrijf kleiner was dan tien hectare en  er minder dan zes koeien waren. Als er niet genoeg ‘handjes’ waren in het gezin (kinderen en inwonende familie) moest er arbeidskrachten ingehuurd worden. Dat kon zijn in de vorm van dienstmeiden en knechten met een contract en / of tijdelijke arbeidskrachten, vooral uit Duitsland, inhuren voor de piektijden bij het binnenhalen van het hooi en als de tarwe rijp was om te oogsten. 
Tumblr media
In die tijd was het gewoon als pubers of zelfs kinderen op tienjarige leeftijd ‘in dienstbetrekking’ gingen. Ze werden ingezet voor licht werk zoals het hoeden van de schapen. Overdag moesten ze tussen de bedrijven door stro in de stallen en plaggen in de schapenhokken brengen om daarmee de hoeveelheid mest te vergroten. Behalve kost en inwoning, een paar klompen en een broek of schort kreeg deze jongste lichting een loon van 12 tot 20 gulden per jaar.
Rond 1840 had in Holland de ‘’superboer’’ 45 tot 125 koeien. De grotere boer had 15 tot 40 koeien, een tiental varkens, 10 tot 20 schapen en enkele paarden. Kleinere boeren hadden 6 tot 10 koeien. Een koe kostte rond 1840 van 40 tot 165 gulden in Holland. Cornelis Schrama boerde rond 1800 in Hillegom en kan, blijkens de boedelinventaris bij zijn overlijden in 1804, gerekend worden tot de grotere boeren. 
‘’ Van 1850 tot 1880 kende de landbouw een redelijke voorspoed. ‘’ Wel waren er periodieke misoogsten, onder meer als gevolg van de aardappelziekte, die enorme prijsstijgingen tot gevolg hadden en in veel steden tot armoe leidden, terwijl juist in slechte tijden aardappels voor de meeste arbeiders het hoofdvoedsel vormden.
In 1866 was er weer de veepest. De gevolgen waren groot, want de regering deed half werk bij de inentingen en de boeren werkten tegen.
Aan het eind van de jaren zeventig brak een heuse. Dit was vooral het gevolg van de enorme toename van de invoer van goedkoop graan uit de Verenigde Staten, waartegen Nederlandse boeren niet konden concurreren.
Het gevolg hiervan was een migratie van het platteland naar de stad. Op de lange termijn had de agrarische crisis echter gunstige gevolgen : boeren gingen massaal over op de teelt van andere, meer rendabele gewassen zoals fruit en groente en ook de veestapel groeide. De landbouwsector groeide vanaf circa 1895 weer flink.’’      
Tumblr media
Hier is de boer zijn rogge aan het oogsten op ''het erve Knippert'' aan de Hulstweg in Haaksbergen. De foto is gemaakt in 1944.
Voor de boerengezinnen in de duinen bleef het een hard bestaan, want veel wilde er niet groeien in het voedselarme duinzand. Aardappels, dat lukte nog wel. De duinpiepers verkregen zelfs enige vermaardheid om hun goede smaak.’’
‘’ In de duinen hielden de boeren ook vee, in ieder geval schapen en geiten. Die zijn niet zo kieskeurig wat hun voedsel aangaat en konden altijd wel wat van hun gading vinden. En op de betere stukken grond, waar wat gras groeide, werden ook wel een paar koeien gehouden.’’
Het beroep van landarbeider bleef nog tot aan de Tweede Wereldoorlog bestaan, waarna het met de ontwikkelingen in de landbouwmechanisatie aan zijn einde kwam. Daarnaast kwamen er met de industrialisatie meer en beter betaalde banen in de industriële sector. Het paard werd vervangen door de tractor en diensten van de landarbeider werden vervangen door die van het loonbedrijf.
25-9-2024
0 notes
4x4community · 19 days
Text
Voorstel en handelaar raad - Weskaap
Forum: Introduce yourself Posted By: Christiaanvr Post Time: 2024/09/09 at 09:32 PM http://dlvr.it/TD25QC
0 notes
tistje · 1 month
Text
'Als je een winkel opende, wat zou je dan verkopen?' ... autisme en ondernemen
Dagelijkse schrijfopdrachtAls je een winkel opende, wat zou je dan verkopen?Bekijk alle reacties Het vergt wel wat verbeelding van mij om me voor te stellen dat ik een winkel zou openen. Dat komt in de eerste plaats omdat alle vorige generaties in mijn familie handelaars zijn geweest, en telkens hun zonen of dochters met alle mogelijke argumenten hebben gewaarschuwd dat ze een onwaarschijnlijk…
1 note · View note
iklees · 2 months
Text
Nachtblauw / Simone van de Vlugt
Catrijn ontvlucht haar dorp in de Beemster na de dood van haar man. Via Alkmaar, waar ze Mattias ontmoet, komt ze te werken bij zijn broer Adriaen in Amsterdam. Adriaen is handelaar in porcelein en specerijen; Mattias reist voor hem om in te kopen. Catrijn kan op een gegeven moment de verleiding om de schildersspullen van haar bazin te gebruiken niet weerstaan, en moet dan weg uit Amsterdam. Ergens komt het haar goed uit, want haar verleden zit haar al weer te dicht op de hielen. Gelukkig wordt ze wel geholpen aan een volgende baan, bij de derde broer, Evert, die in Delft een plateelbakkerij heeft. Daar kan ze aan de slag als schilderes. Als de import van porcelein uit China stil komt te liggen, beginnen Evert en Catrijn met Hollands Porcelein -- wat we nu Delfts Blauw noemen. Toch is Catrijn ook in Delft niet veilig voor de gebeurtenissen uit haar verleden, de Delftse Donderslag (1654), of de builenpest.
We kijken elkaar aan en in Mattias' ogen zie ik mijn eigen pijn weerspiegeld. 'Dat geloof ik wel,' zeg ik zacht. 'Maar iets menen is niet genoeg. Het gaat erom wat je ermee dóét.' 'Over anderhalf jaar ben ik terug. Dat duurt lang, ik weet het, maar ik kom terug. En dan hebben we de rest van ons leven nog.' Zijn gezicht is vlak bij het mijne, zijn stem klinkt een beetje schor. 'Ik zou het liefst hier blijven, maar dat gaat niet. Ik maak die reis ook voor jou, zodat ik je iets te bieden heb. Wacht op me. Wil je dat doen?' 'Jullie handelen niet alleen in porselein. Het zal best een strop zijn, maar er komt meer uit de Oost dan dat. Wees eerlijk en geef toe dat je weggaat omdat je het graag wilt. Ik neem het je niet kwalijk, ik kan het me wel voorstellen. Waarom zou je je binden terwijl de wereld lokt? Misschien zou ik wel hetzelfde gedaan hebben als ik een man was geweest. Maar ik ben geen man, en voor vrouwen ziet de wereld er anders uit.' Ik sta op en kijk op hem neer. 'Ik kan het me niet veroorloven mijn beste jaren te verspillen. Dus ik kan niet beloven dat ik op je zal wachten, Mattias. Voor hetzelfde geld lokt het volgende avontuur zodra je terug bent. Het is voor ons allebei beter om er een punt achter te zetten.' Na die woorden sla ik mijn omslagdoek om en verlaat haastig de herberg, voor ik me bedenk.
Ik had niet eerder iets van deze schrijfster gelezen, geloof ik. Dit boek viel me op omdat ik eerder dit jaar in Delft, in Museum Princenhof, een tentoonstelling had gezien over "Pioniers in Keramiek", waarin het ontstaan van Delfts Blauw werd verbonden met hedendaagse keramiek.
0 notes
Tumblr media
Nieuwe regels voor e-gocarts in Oostende: Handelaars en stad bundelen krachten https://www.indegazette.be/nieuwe-regels-voor-e-gocarts-in-oostende-handelaars-en-stad-bundelen-krachten/?utm_source=dlvr.it&utm_medium=tumblr
0 notes
Text
‘Wildevrouw’ van Jeroen Olyslaegers: Dionysos aan de Schelde
Tumblr media
Met zijn terecht meermaals bekroonde succesroman Wil (2016) demonstreerde Jeroen Olyslaegers dat hij een uitgehold genre als de historische roman volledig naar zijn hand kon zetten. Na meer dan vier jaar intense arbeid slingert hij met Wildevrouw zijn lezers nog verder terug in de tijd, meer bepaald naar het Antwerpen van voor, tijdens en na het bewogen onheilsjaar 1566. En hoe, want in zijn onnavolgbaar lyrisch en volks idioom weet hij als geen ander die woelige tijden tot leven te roepen in deze ongemeen rijke en overvloedige roman over vriendschap, verbondenheid, geloof en verraad.    
Het is 1577 wanneer de innemende herbergier Beer, dan een vijftiger, vanuit Amsterdam terugblikt op de gebeurtenissen die hem tien jaar eerder Antwerpen deden ontvluchten. In die tijd was de Scheldestad niet alleen een bruisende handelsdraaischijf en een explosieve smeltkroes van religies, maar ook het kloppende hart van de schilderkunst, de rederijkerskamers, de cartografie en de boekdrukkunst. Beer verloor drie vrouwen in het kraambed. Zijn derde echtgenote baart hem, alvorens te sterven, een zoon, Ward, die vanaf zijn geboorte abnormaal behaard is en eruitziet alsof zijn vrouw niet met Beer heeft ‘gepaard’ maar met ‘een wild dier’. In de harigheid van zijn zoon ziet Beer ‘een vingerwijzing van U daarboven’.
Beer is een ooggetuige, die vanop de eerste rij de onrust in Antwerpen ziet toenemen, met zijn drukbezochte herberg als uitkijkpost. Geregelde en graag geziene klanten zijn de cartograaf Abraham Ortelius, de drukker Willem Silvius en in hun kielzog, zelfs de schilder Pieter Bruegel, bijgenaamd ‘Pierre den Drol’, die in een handomdraai een indrukwekkende muurschildering maakt met een slapende Beer omringd door apen. Een mislukte handelsexpeditie langs de Noordpool om sneller naar ‘de Indiën’ te kunnen varen, keert terug met een wonderlijke buit: twee ‘skraelingen’, een Eskimovrouw met haar dochter, of ‘mensdieren’ zoals Beer ze noemt. Ortelius krijgt de ‘wildevrouw’ als geschenk, maar vertrouwt haar toe aan Beers goede zorgen. Hoewel ze niet met elkaar kunnen communiceren, raakt Beer meer en meer in de ban van de vierde vrouw in zijn leven.
Beer zit in een wildemansbond, samen met drie vrienden: de boekhandelaar Hugo, de blinde reiziger (én kok) Jeroom en de Schrale, een narrige mafketel die — dat doet de ronde — model stond voor Bruegels ‘Dulle Griet. Op Lichtmis gaat dit bonte kwartet de straat op; Beer in ‘berenpak’ gestoken, met een grote ‘valse baard van koord’ en ‘een kroon van klimop’, de andere drie verkleed als koning, jager en vrouw, die doen alsof ze de wildeman de stad uit jagen, ‘om zo de nakende lente en dooi te verwelkomen’. In het toenmalige Antwerpen, waar handel en de vooruitgangsidee de plak zwaaien, kijkt men neer op de verklede vrienden: ‘want in de ogen van de handelaars was zo’n dierlijke vent een lachwekkende herinnering aan lang vervlogen tijden.’ Voor Beer is het wildeman spelen ‘heilig’ en ‘de ware gedaante van ons allemaal, ons oeroude verleden dat ons met elkander verbond.’ De uitheemse vrouw die hem in de schoot wordt geworpen ziet hij dan ook als een goddelijk antwoord op zijn roep naar liefde: verenigd vormen ze onmiskenbaar een reflectie van het wilde koppel dat het Antwerps wapenschild flankeert.
Beers getuigenis is een biecht, net zoals die van Wilfried Wils in Wil, met dat verschil dat de herbergier niet terugblikt in dagboeknotities, maar met openhartige confessies rechtstreeks gericht aan God en de lezer. Achtervolgd door de dood voelt hij zich vervloekt en vergelijkt zichzelf meermaals met de Bijbelse Job. Vanuit Amsterdam wil hij in het reine komen met zijn verleden en die vloek tenietdoen. Zijn stem is een bezwerende voice-over, die de aandacht weet vast te houden, mede dankzij de plastische en energieke beschrijvingen. Olyslaegers is een ware meester in sfeerschepping en weet historische gebeurtenissen met enkele borstelstreken bijzonder geloofwaardig en levendig in beeld te brengen. Zijn beschrijvingen van de Beeldenstorm, het landjuweel van 1561 en de eerste hagenpreken bijvoorbeeld zijn grandioos, net als die van de toespraak van de Grote Geus Hendrik van Brederode of van Hugo die met zijn boekenstand op de bevroren Schelde staat tijdens de horrorwinter van 1564. 
In zijn herberg laat Beer oogluikend samenkomsten toe van de Familie der Liefde, een geheim genootschap dat voornamelijk bestaat uit ‘welgesteld volk’. Beer wordt echter nooit een volwaardig lid van deze maçonnieke bende, terwijl ze hem wel dwingen tot hand- en spandiensten voor belangrijke spelers zoals de magister John Dee, die als Beers gast een duivels boek schrijft, en de louche Hongaar Sambucus, die een bibliotheek met verboden boeken uitbouwt in Beers kelder. Onduidelijke afspraken met deze olijkerds komen de onfortuinlijke kroegbaas uiteindelijk duur te staan. Zijn vrienden zien hem als een verrader en in augustus 1567 ziet hij zich genoodzaakt, samen met de wildevrouw en haar dochter, te vluchten naar Amsterdam.
Door opnieuw te kiezen voor de historische roman schikt Olyslaegers zich uitdrukkelijk in een afgemeten traditie, maar niet zonder de beperkingen van het genre op scherp te stellen. Een gigantisch onderzoek ging vooraf aan het schrijfproces, grotendeels uitgevoerd door Olyslaegers’ ‘broeder van een andere moeder’ Stef Franck, en samengebracht op het soort website waarvoor het woord surfen is bedacht.  Bruegels ‘Dulle Griet’, — die overigens een paar keer door Wils hoofd spookt in Wil — was hoe dan ook een eerste katalysator, maar wanneer Franck op de proppen komt met een op Bruegel gebaseerde afbeelding van een wildeman en later met een anonieme gravure van een vrouwelijke versie mét kind, is dat uiteraard koren op Olyslaegers’ schrijversmolen.
Vakkundig laat Olyslaegers feit en fictie in elkaar overvloeien, zonder het documentaire te laten overheersen en met een mooie balans tussen historische en fictieve personages. Nooit trapt hij in de val van het belerende, maar blijft — net als de wildemannen die ‘berserkerbloed’ drinken voor hun rondgang — een fervente volgeling van Dionysos en laat de verbeelding hoogtij vieren. Een grote natuurlijkheid, in zowel de dialogen als de vele personages van vlees en bloed, geeft Wildevrouw de grandeur van een hoofse kroniek. Het geregeld gebruik van obsolete woorden als ‘moosmeier’, ‘vliegmare’ of ‘zinkroer’ valt nergens uit de toon, en wanneer een stamgast — zoals het blijkbaar de gewoonte was — pist in de brandende open haard van Beers herberg, dan is dat vermakelijk én instructief.
Maar, geen Olyslaegers zonder een geëngageerd standpunt. Beer heeft wel degelijk een flink pak boter op het hoofd. Hij is medeplichtig en vlucht niet alleen voor de stormen die Antwerpen nog te wachten staan, maar ook uit schaamte voor zijn verraad, zowel aan zijn vrienden als aan de wildevrouw. Hij praat zijn schuld tijdens zijn biechten voortdurend goed, wat hem verlaagt tot een meester in zelfbedrog, een onversneden ‘tweezak’, om nog maar eens met Wils te spreken. Wanneer Ward aan Beer vraagt waarom de leden van de Familie hun geheimen niet willen delen, antwoordt hij dat verbondenheid ‘een schoon ding’ is, maar dat in de kern van de mens ‘een grote behoefte’ heerst om bedrogen te worden. Een van de motto’s, ‘Mundus vult decipi’ of ‘de wereld wil bedrogen worden’, een zinssnede toegeschreven aan de Duitse humanist Sebastian Franck, is in dat licht dan ook treffend gekozen. Later voegt Beer toe dat bedrog altijd zelfbedrog is en dat hij Antwerpen ontvluchtte omdat ‘de eenheid al was uitgekleed door de Antwerpenaren zelf, nog voor de Spanjaarden haar als wraakengelen hadden verkracht’, een niet mis te verstane verwijzing naar de huidige polarisering in onze maatschappij.
Had Olyslaegers met Wil zijn ‘Grote Vlaamse Roman’ reeds te pakken, dan is hij er nu met Wildevrouw meer dan glansrijk in geslaagd zichzelf te overtreffen én opnieuw uit te vinden.
Verschenen op: De Lage Landen (volledige tekst achter betaalmuur) 15 december 2020 en op papier in Ons Erfdeel, januari 2021
Wildevrouw van Jeroen Olyslaegers, De Bezige Bij 2020, ISBN 9789403113012, 416 pp.
www.wildevrouw.be
0 notes
cryptogids · 3 months
Text
Nieuwsupdate: Bitcoin Dips, Volatiliteit, Ripple’s SEC Strijd en de Trump Memecoin
Tumblr media
Welkom bij de nieuwste update! Zo volatiel als de Crypto industrie mag zijn, zoveel gebeurt er evenzo. Wil je weten wat er voor spannends is gebeurd in de afgelopen dagen? Lees dan snel verder want deze nieuwsupdate brengt je weer helemaal up-to-date! Bitcoin Prijs Daalt naar Nieuw Maandlaagtepunt van $64K Bitcoin keerde terug naar $64.000, een niveau dat voor het laatst werd gezien in midden mei. Deze prijsdaling markeert een nieuwe maandlaagte voor BTC. Volgens gegevens TradingView zorgden de volatiele marktomstandigheden ervoor dat Bitcoin zijn recente heropleving niet kon vasthouden. BTC bereikte lokale hoogtepunten van $67.250, maar de opwaartse beweging werd al snel tenietgedaan door verkoopdruk, waardoor de prijs terugviel naar $64.050. Populaire handelaar Skew gaf aan dat de recente prijsstijging voornamelijk werd gedreven door spot aankopen op Coinbase en Bitfinex, terwijl Binance spot nog steeds verkoopdruk zag. Skew stelde dat het gebied van $66K-$67K cruciaal is om te bepalen of er voortdurende absorptie is, anders zullen lagere prijzen volgen. Een andere handelaar, Credible Crypto, identificeerde een "droom" koopzone rond $63.500, hoewel hij waarschuwde dat het niet zeker is of de prijs daadwerkelijk zo laag zal dalen. De huidige omstandigheden toonden aan dat Bitcoin zijn kortetermijnhouder gerealiseerde prijs (STH-RP) rond $63.700 aan het testen was, een belangrijk steunpunt sinds het begin van de bullmarkt in 2023. Bitcoin’s Afnemende Volatiliteit Wijst op Marktvolwassenheid Ondanks de recente prijsschommelingen wijst de dalende volatiliteit van Bitcoin op een toenemende marktvolwassenheid. Volgens een wekelijkse marktrapport van Kaiko, ondersteund door gegevens van CoinGlass, daalde BTC met iets meer dan 4% vorige week, waarbij verkoopactiviteit op bijna alle beurzen de overhand had. De netto cumulatieve volume delta (CVD) voor top BTC-handelparen bereikte $518 miljoen tussen 10 en 14 juni, met Binance en Bybit als de grootste verkoopactiviteiten. BTC's 60-daagse historische volatiliteit bleef sinds begin 2023 onder de 50%, wat een sterk contrast vormt met de aanzienlijke schommelingen van 2022 toen de volatiliteit meer dan 100% bedroeg. In 2024 bereikte BTC een historisch laag volatiliteitsniveau van 40%, veel lager dan de 106% piek in 2021. Deze afname in volatiliteit suggereert dat Bitcoin als activaklasse aan het rijpen is, mede door veranderingen in de marktstructuur en een geconcentreerde liquiditeit rondom de Amerikaanse handelsuren. Ripple’s Strijd om SEC Boetes te Verlagen Ripple Labs heeft een nieuwe kennisgeving ingediend bij de Southern District of New York, waarin het pleit voor een verlaging van de SEC-boetes. Ripple's advocaten verwezen naar een vergelijkbare zaak tegen Terraform Labs, waarbij de boetes veel lager waren in verhouding tot de verkoopopbrengsten. Ripple betoogt dat de voorgestelde boete van $2 miljard door de SEC buitensporig is, vooral omdat hun zaak geen fraudebeschuldigingen bevat. De SEC daarentegen betoogde dat de omstandigheden van de twee zaken verschillend zijn. Terwijl Terraform Labs in faillissement verkeert en activa teruggeeft aan investeerders, heeft Ripple geen soortgelijke maatregelen genomen. De SEC benadrukte dat Ripple geen enkele vorm van verlichting heeft overeengekomen, in tegenstelling tot Terraform, en daarom niet in aanmerking komt voor een lagere boete. Ripple stelt dat een boete van $10 miljoen redelijker zou zijn, maar de SEC is het daar niet mee eens en houdt vast aan hun hogere boetebedrag. Opkomst van de Trump Memecoin op Solana De cryptomarkt werd recentelijk opgeschrikt door de lancering van een nieuwe meme-coin genaamd "Trump Coin" (DJT) op de Solana blockchain. Ondanks de speculaties en de initialen van voormalig president Donald Trump, is er geen officiële bevestiging van zijn betrokkenheid bij deze coin. Mike Solana van The Pirate Wires meldde dat hij niet direct met Trump had gesproken en dat de bronnen onbetrouwbaar leken. Blockchain-analisten hebben hun zorgen geuit over de hoge concentratie van tokens bij een enkele houder, wat kan duiden op marktmanipulatie. Deze situatie heeft ook invloed gehad op andere Trump-gerelateerde memecoins, zoals de TRUMP-token (MAGA), die een aanzienlijke prijsdaling zag. We hopen dat we jou weer helemaal op de hoogte hebben gebracht van het allerlaatste nieuws en de ontwikkelingen in de industrie! Blijf ons volgen en blijf op de hoogte! Tot snel! Read the full article
0 notes
cryptogids1 · 4 months
Text
Early Retirement Club
Sluit u aan bij de early retirement club met Crypto Gids. Onze deskundige begeleiding helpt u bij het navigeren door cryptovaluta en biedt strategieën om rijkdom te laten groeien en financiële vrijheid te bereiken. Of u nu een beginner of een ervaren handelaar bent, Crypto Gids biedt inzichten en tips om uw investeringen te maximaliseren en eerder met pensioen te gaan.
1 note · View note
rotterdamvanalles · 5 months
Text
De Boompjes met het Oost-Indisch huis (huisnummer 90) op 22 september 1911. Het Oost-Indische huis is in mei 1940 verloren gegaan.
De VOC was lange tijd een succesvolle multinational, een handelsorganisatie met vestigingen aan de Kaap de Goede Hoop en in Batavia (Jakarta), India, China, Japan en overal in de Indonesische Archipel.
De Rotterdamse kamer, geleid door zeven bewindhebbers (directeuren), fungeerde als handelaar in koloniale waren, scheepsbouwer en reder. De kamer van de Maasstad nam een zestiende deel van de activiteiten van de Compagnie voor zijn rekening, net als de andere drie kleinere kamers Delft, Hoorn en Enkhuizen. Amsterdam en Middelburg waren grotere en belangrijkere kamers, maar gedurende de achttiende eeuw werd de kamer Rotterdam, opererend vanuit het op de Boompjes staande Oost-Indisch Huis, binnen de VOC relatief steeds belangrijker.
Vele door de kamer Rotterdam uitgeruste Oost-Indiëvaarders hebben op de Maas gevaren: schepen met bekende namen als Feijenoord, Charlois, Huis ten Donk, Zoelen, Blijdorp, Krooswijk, Ridderkerk en Rotterdam. Gedurende de achttiende eeuw hebben de Rotterdamse bewindhebbers gemiddeld twee schepen per jaar naar Azië gezonden. Per decennium werden er in de eerste helft van de achttiende eeuw gemiddeld zeven nieuwe Rotterdamse VOC-schepen op de werf op de Oostzeedijk gebouwd. Op deze schepen zaten natuurlijk vele stadsgenoten. Het Nationaal Archief heeft in samenwerking met het Stadsarchief Rotterdam de soldijboeken van de bemanning over de periode 1700-1794 in een database opgenomen.
De foto is gemaakt door Wouter Cool en komt uit het Stadsarchief Rotterdam.
2020
Tumblr media
0 notes
blogger-theo-herbots · 5 months
Video
youtube
Uitreiking Diploma, Vriendelijkste Handelaar in Tienen Theo-Herbots
0 notes
reneleijen · 5 months
Text
Voorwaardelijke boete voor online wapenhandelaar
Een online wapenhandelaar (57, uit Aldeboarn) achter Herlaadwinkel.nl, een website voor wapens, wapenbenodigdheden en munitie, is door de politierechter vrijgesproken van online handelsfraude. Hij werd wel veroordeeld voor verduistering, tot een voorwaardelijke boete van driehonderd euro. Tegen de handelaar waren drie aangiftes gedaan. Klanten hadden betaald maar kregen niets of veel te laat…
View On WordPress
0 notes