#francisco artigas
Explore tagged Tumblr posts
Text
Maison Luis Bustamante 1956. Pedregal, Mexico. Architecte Francisco Artigas b.1916. (Démolie). Photographie Roberto et Fernando Luna. - source Modernism Week Mexico City
31 notes
·
View notes
Text
5 notes
·
View notes
Text
Lya Lys in L'Âge d'Or (Luis Buñuel, 1930)
Cast: Gaston Modot, Lya Lys, Caridad de Laberdesque, Max Ernst, Artigas, Lionel Salem, Germaine Noizet, Bonaventura Ibáñez. Screenplay: Luis Buñuel, Salvador Dalí, based on a novel by the Marquis de Sade. Cinematography: Albert Duverger. Production design: Alexandre Trauner. Film editing: Luis Buñuel.
Salvador Dalí was a bit of a hack, more interested in making money off of the bourgeoises he affected to mock than in advancing his art. So it was inevitable that he and Luis Buñuel would part ways, especially after Dalï turned to the right, supporting Francisco Franco and embracing Catholicism. Although their collaboration produced two extraordinary films, the 1929 short Un Chien Andalou and the feature L'Âge d'Or, it was Buñuel's career that proved to be the more lasting in terms of critical respect. And if there's anything memorable about L'Âge d'Or, it's Buñuel's ability to bring the Surrealist aesthetic to life in semi-narrative fashion. The extent of Dalí's actual contribution to the film has always been somewhat in question, especially since one target of the film's satire is the Catholic Church, which Dalí never quite abandoned before returning to it enthusiastically. The movie is essentially a series of vignettes, starting with documentary-like section on scorpions, then tracing the efforts of a couple to consummate their love, always frustrated by conventional society and religion, and concluding with an episode derived from the Marquis de Sade's The 120 Days of Sodom, in which a group of people emerge from a castle where they have been participating in an orgy, led by a man who looks like Jesus. Bizarre images -- a cow in a bed, a woman sucking the toe of a marble statue, a cross decorated with the scalps of women, and so on -- punctuate the entire film, which is often unsettling and often very funny. The film's assault on the complacency of the bourgeoisie would become a constant in Buñuel's films, and the party scene clearly anticipates the experiences of the trapped partygoers in The Exterminating Angel (1962) and The Discreet Charm of the Bourgeoisie (1972). David Thomson has noted the similarity of the country house party in Jean Renoir's The Rules of the Game (1939), pointing out that the gamekeeper in Renoir's film is played by Gaston Modot, who is the male half of the central couple in L'Âge d'Or, but I think we can also see its influence in such French New Wave landmarks as Last Year at Marienbad (Alain Resnais, 1961) and La Notte (Michelangelo Antonioni, 1961).
3 notes
·
View notes
Text
19 avril : le débarquement des 33 patriotes à l’origine de l’Uruguay
C’est une geste patriotique que l’Uruguay célèbre chaque 19 avril par un jour férié. Avant d’exister en tant qu’État, l’Uruguay a vu son territoire disputé par les Argentins, les Brésiliens et même les Anglais. En 1821, le pays a été annexé par le Brésil, sous le nom d'« État Cisplatino ». Le 19 avril 1825, à 23 h., un groupe de révolutionnaires uruguayens en exil dirigé par Juan Antonio Lavalleja, traversait secrètement le fleuve Uruguay et débarquait sur la plage d'Agraciada. Ils étaient trente-trois. L’Uruguay avait constitué la province orientale de l’Argentine, si bien que ces patriotes, encouragés par l’Argentine, étaient appelés les Orientaux et ce jour férié commémore le Desembarco de los 33 Orientales.
Une fois sur l’autre rive du Rio de la Plata, ils plantèrent ce qui sera connu sous le nom de drapeau des 33 Orientaux et prêtèrent serment d'expulser le gouvernement brésilien d'Uruguay. Quatre mois plus tard, faute d’avoir réintégré le giron argentin, l'Uruguay déclarait officiellement son indépendance du Brésil, le 25 août 1825. Après 500 jours de combats (guerre Argentine-Brésil), le Brésil finira par reconnaître l'indépendance de l'Uruguay en 1828.
Des années plus tard, alors que l'État oriental de l'Uruguay devenait une nouvelle nation souveraine, sur ordre du gouverneur et capitaine général de l'État, le général de brigade Juan Antonio Lavalleja, le colonel de l'époque, Manuel Oribe, reçut l'ordre de préparer la « Liste officielle des 33 Orientales ». » de 1825, qui fut certifiée par le général Lavalleja le 28 juillet 1830.
Cette liste comprenait : le Colonel Don Juan Antonio Lavalleja, lieutenant-colonel Don Manuel Oribe ; les sergent-majors Don Pablo Zufriategui et Don Simón del Pino ; les Capitaines Don Manuel Lavalleja, Don Jacinto Trápani, Don Manuel Freire, Don Gregorio Sanabria, Don Santiago Gadea, Lieutenants Don Basilio Araujo, Manuel Menéndez, Enseigne Don Atanasio Sierra, Don Pantaleón Artigas ; Sergents Don Juan Spikerman, Don Andrés Areguat, Don Celedonio Rojas ; Cabos, Avelino Miranda, Agustín Velázquez ; le cadet Don Andrés Spikerman ; Soldats Ramón Ortiz, Juan Ortíz, Ignacio Nuñez, Francisco Lavalleja, Carmelo Colmán, Santiago Nevas, Juan Rosas, Juan Acosta, Luciano Romero, Ignacio Medina, Felipe Carapé, Baqueano Andrés Cheveste. Esclaves Joaquín Artigas et Dionisio Oribe'. (Ces deux derniers furent libérés par Lavalleja comme soldats, au quartier général de Barra del Pintado de la Florida, en juin 1825).
Un article de l'Almanach international des éditions BiblioMonde, 19 avril 2024
0 notes
Text
La librería Sin Tarima acoge una Jornada de Narrativa Murciana en Madrid
Alma de Rus La librería Sin Tarima, de la Calle Magdalena 32, y M.A.R. Editor y organizan las “Jornada de Narrativa Murciana en Madrid” con la participación de los escritores Francisco Javier Illán Vivas, que presentará el libro Cuentos completos; Bernar Freiría, que presentará La orilla de los Artigas; y Juan Gil Palao, que presentará Misterios, cuentos y leyendas. Presenta el evento el…
View On WordPress
0 notes
Text
Badmintonvoorzitter blikt met voldoening terug op 14e Suriname international
“Wij zijn heel erg tevreden en hebben een voldaan gevoel”, blikt Charlene Soerodimedjo terug op de 14e editie van het ‘Suriname International badminton tournament’ afgelopen weekeind. De voorzitter van de Surinaamse Badminton Bond zegt desgevraagd tegenover Key News dat het evenement goed is verlopen, waarbij de opkomst van het publiek “overweldigend” was. “Dat gebeurt in de badmintonwereld niet zo vaak. Mensen zijn op de been gekomen en hebben de Surinaamse spelers echt ondersteund.” Soerodimedjo is verder content met de organisatie bestaande uit “een geweldig team van mensen.” Ze prijst hierbij ook de vrijwilligers, “die hun schouders onder het werk hebben gezet.” Na een onderbreking van 3 jaren werd dit toernooi wederom georganiseerd. Het evenement stelde na zo een lange onderbreking niet teleur, maar voldeed aan de verwachtingen. Aanvankelijk hadden inclusief Suriname 13 landen zich voor deelname opgegeven. “Wij hadden wat uitvallers, die zich vanwege blessures hebben teruggetrokken.” Het ging om spelers uit Indonesië en Guyana. “Hun spelers hadden kwetsuren opgelopen vlak vóór ons toernooi. Dat was wel jammer, maar daar valt niets aan te doen.” Uiteindelijk participeerden 32 lokale -en 26 buitenlandse badmintonners aan het toernooi. Het aantal deelnemende vrouwen was vooral bij Suriname opvallend laag. Van de 32 waren er slechts 6 vrouwen. “Dat is zorgwekkend”, erkent Soerodimedjo. Het bestuurslid denkt dat dit probleem komt, “omdat heel wat van onze vrouwelijke sporters naar het buitenland gaan om te studeren.” Deelname toppers als motivatie voor lokale spelers De Surinamers waren zich bewust van het niveau van de buitenlanders. Volgens Soerodimedjo hebben de gasten een bijdrage geleverd aan het besef voor wat betreft het kwaliteits- en niveauverschil. Dit was in het bijzonder duidelijk zichtbaar bij zowel het mannen als vrouwenenkelspel. Volgens Soerodimedjo verhoogt de aanwezigheid van topspelers de drive bij de lokale spelers om verder te trainen. De badminton-voorzitter verduidelijkt dat er aan deze editie heel wat jongere Surinaamse badmintonners hebben deelgenomen ondanks dit een seniorentoernooi betrof. “Veel van de top van onze U-19 en U-17 klasse hebben meegedaan. Het was voor hen echt een mooie ervaring en een goede graadmeter om te zien waar ze staan tegenover de topspelers in de regio.” Soerodimedjo denkt hierbij aan de nummer 52 van de wereld bij de mannen Uriel Francisco Canjura Artiga van El Salvador. Laatstgenoemde maakte zijn favorietenstatus waar door het goud in de mannenenkel categorie op te eisen. Hij versloeg in de finale de Italiaan Giovanni Toti (nummer 71 in de wereld). Het brons was weggelegd voor Fabio Caponi nummer 86 in de wereld (Italië) en de Howard Shu nummer 83 (VS). Haramara Gaitan (89) pakte goud in het vrouwenenkelspel. Zij wist in het slotstuk landgenoot Sabrina Solis klein te krijgen. Drean Loriane (Frans-Guyana) en Gianna Stiglich (Italië) kwamen in aanmerking voor brons. Suriname viel niet in de prijzen bij het enkelspel (mannen en vrouwen), maar stelde in het dubbelspel niet teleur. Het mannen -en gemengd dubbel onderdeel werd een totale Surinaamse aangelegenheid. Sören Opti en Mitchell Wongsodikromo pakten goud (mannendubbel). Het duo versloeg in het slotstuk landgenoten Diego Ramos en Al-Hassan Somedjo. Rivano Bisphan/Danny Chen en Gilmar Jones/Dion Sjauw Mook behoorden tot de bronzen medaillewinnaars. Ook het gemengd dubbelspel werd compleet gedomineerd door Suriname. Rivano Bisphan en Sion Zeegelaar pakten het goud door het koppel Mitchel Wongsodikromo en Drean Loriane (Frans-Guyana) in de finale te verslaan. Zi Cheng Sunny Li/Chantal Huang en Jair Naipal/Kayleigh Moenne kwamen in aanmerking voor het brons. Het Mexicaanse koppel Haramara Gaitan en Sabrina Solis wonnen bij het vrouwendubbel goud. Zij waren in het slotstuk sterker dan het koppel Urquhart Amara (Trinidad en Tobago) en Chan Yang (Suriname). Het brons ging naar de Surinaamse koppels Crystal Leefmans/Sion Zeegelaar en Kayleigh Moenne/Faith Sariman. Naar zeggen van Soerodimedjo is bovengenoemd resultaat goed te noemen, aangezien Suriname in 3 van de 5 categorieën eremetaal wist te veroveren. “Daar zijn wij blij mee.” Trinidad en Tobago was Surinames grootste tegenstander in het dubbelspel, “maar die hebben wij weten te verslaan.” Uitdagingen De voorzitter merkt op dat er een aantal uitdagingen waren. Zoals normaal was fundraising voor het binnenhalen van de nodige financiële middelen hoog op de lijst. De Badmintonbond was echter enorm blij met de sponsoren die zich uiteindelijk aan het evenement hebben gecommitteerd. Naar verluidt waren Digicel en Rosebel Community Fund de hoodsponsoren. Soerodimedjo bedankt daarnaast ook het Surinaams Olympisch Comité (SOC) en overige bedrijven, “die enorm hebben geholpen, want de uitdaging van financiën blijft toch wel een heikel punt in de sport om zulke toernooien te organiseren.” Voorbereidingen voor dit toernooi nam ruim een 1 jaar in beslag. “Wij zijn eigenlijk al sinds eind vorig jaar bezig met ons mentaal voorbereiden.” Deze aanpak is vereist bij zo een competitie met een internationaal karakter. Naar verluidt werd de Suriname International gerekend tot “een grade 3 international series toernooi. Dat betekent dus dat wij moeten voldoen aan eisen van de Badminton Wereld Federatie (BWF).” Er moet een minimale prijzenpot van USD 5000,- beschikbaar zijn, die onder de winnaars wordt verdeeld. Soerodimedjo benadrukt dat voornoemd bedrag in deze moeilijke periode niet voor het oprapen is. “Dan heb je nog geen toernooi, maar alleen een prijzenpot. Dus wij zijn 1 jaar bezig geweest en hebben in de afgelopen 3 tot 6 maanden de sponsoren over de streep kunnen halen.” Ondanks het prijskaartje kijkt de Badminton organisatie volgend jaar uit naar de 15e editie. Echter staat in april eerst haar Caribbean Easter badminton tournament op programma. “Dat is een paastoernooi, waarbij wij ook landen uit de regio uitnodigen”, legt Soerodimedjo uit. *Verbeteren van niveau lokale badmintonners* Het verbeteren van het spelniveau van de lokale badmintonners zal naar zeggen van de voorzitter afhankelijk zijn van de mindset. Volgens haar is van belang dat sport en talent “vooral vanuit onze bestuurlijke structuren wordt gepusht. Wij hebben enorm veel talent, maar wat wij in kleinere landen ontbreken zijn de fondsen om de mensen weg te sturen voor toernooien om ervaring op te doen.” Soerodimedjo haalt als voorbeeld aan dat talenten in zulke gemeenschappen vaak dan tegen een muur lopen wanneer zij de top (kampioen) hebben behaald. “Je hebt dan geen sparring meer en dan moet je echt naar het buitenland om mee te doen aan trainingskampen en internationale toernooien. Er moet een uitwisseling zijn.” Het bestuurslid gaat verder door te stellen dat als het niveau van lokale spelers verder omhoog moet “je een betaalde coach moet hebben en dat hebben wij niet.” Ze verduidelijkt dat voor ruim 90 procent de organisatie bestaat uit vrijwilligers. “Wij vergoeden alleen een kleine benzinekosten, maar het is voornamelijk vrijwilligerswerk. Op deze manier bereik je de top niet. Als je het goed wil doen moet je professionaliseren. In Suriname hebben wij nog heel wat werk te doen”, erkent de badmintonvoorzitter. Read the full article
0 notes
Text
SANTIAGO BILBAO LAUCIRICA PRESIDENTE ACACIAS IV BENIDORM POR PUCHERAZO - VIDEO
Haciendo referencia al pucherazo de la junta del edificio Acacias iv de Benidorm, la Dra. Aramburu en su blog ha publicado un video en el que a ritmo de pasodoble hace un comentario sobre lo sucedido. Ya harta de tanto disparate y corrupción dice que a partir de ahora lo toma a cachondeo.
Aquí el video:
Y aquí en YouTube:
youtube
Estas son algunas de las personas a las que hace referencia, participantes del pucherazo y miembros de la camarilla.
Fe Martinez Fernandez
Concha Velazquez Alvarez
Flora Minguela
María Luisa Puente Gonzalez
Soledad Rico Rico
Pablo Bermejo Velazquez
Francisco Beltran Ciercoles Juan José Castrillo
Y alguno más
De resultas del pucherazo nombran Presidente de la Comunidad a Santiago Bilbao Leucerica
Asesorados por los abogados:
Adolfo Artigas Navarro
Juan Ramón Alcolea de la Hoz
Desde hace años se han apropiado del edificio cometiendo múltiples irregularidades en connivencia con los que administran la finca:
Eugenio Corral Moral de E&R Gestión
Emilio Martí Guerra de Fincas Costa Banca
Sin colegiar, sin estudios de ninguna clase y sin oficio reconocido.
Todo gracias a la ley Omnibus.
0 notes
Photo
Francisco Artigas bench Mexico, c. 1960 lacquered wood, upholstery
32 notes
·
View notes
Text
Maison Familiale Rojas. Architecte Francisco Artigas. Pedregal (1916-1999), Mexico 1962. Photographies Roberto et Fernando Luna. - source Modernism Week Mexico City.
17 notes
·
View notes
Photo
Vista de la fachada posterior desde el jardin, Casa en Nubes, calle Nubes 309, Jardines del Pedregal, Ciudad de México 1957
Arqs. Francisco Artigas y Fernando Luna
Foto. Fernando Luna
View of the rear facade from the garden, House on Nubes, calle Nubes 309, Gardens of Pedregal, Mexico City 1957
#francisco artigas#fernando luna#pedregal#mexico city#modernism#modern architecture#arquitectura moderna
87 notes
·
View notes
Text
Casa Bustamante Castrejón | Francisco Artigas
Construida por el arquitecti Francisco Artigas en la calle del Risco en 1956 en el fraccionamiento Jardines del Pedregal, frente a donde se encontraba la icónica “casa del Risco, construida por el mismo arquitecto, por encargo del doctor Federico Gómez.
Ésta casa fue construida originalmente para el señor Martínez Meza, sin embargo jamás llegó a habitarla y posteriormente la adquirió la familia Bustamante Castrejon para su familia —volviéndolos en sus primeros habitantes—
Fotografía: Arq. Arturo Rivera García
http://bitacora.arquitectura.unam.mx/casa-bustamante-aguirre-francisco-artigas/
#francisco artigas#artigas#pedregal de san angel#pedregal#Jardines del pedregal#mexico#mexique#arquitectura#arquitetura#moderns architecture mexican#modern architecture#architecture#arquitectura moderna#architecture moderne#arquitetura moderna#luis barragan#barragan
2 notes
·
View notes
Photo
francisco artigas… echeverría house, gardens of el pedregal, mexico city, 1955 @ placesjournal
134 notes
·
View notes
Photo
Casa en Tetelpan, Ciudad de México, 1956 x Francisco Artigas
Fotografía: Roberto y Fernando Luna
20 notes
·
View notes
Text
LA ARQUITECTURA DE FRANCISCO ARTIGAS
El pasado 17 de septiembre, Los Angeles County Museum of Art (LACMA) abrió la exposición "Found in Translation: Deisgn in California and Mexico, 1915- 1985", en la que se exhiben algunas obras de arquitectos mexicanos. La imagen insignia de dicha muestra fue la fotografía de Fernando Luna de una casa diseñada por Francisco Artigas en el Pedregal de San Ángel en 1966.
Sin lugar a dudas, el pensar en el estilo arquitectónico desarrollado en dicha zona durante los años cincuenta y sesenta es imposible no hacer referencia a aquellas enormes casas que aparecían en películas protagonizadas por Silvia Pinal o Mauricio Garcés.
Aquellos inmensos ventanales, piscinas con paredes de roca volcánica y amplias estancias fueron sin lugar a duda el sello de Artigas, un representante icónico de esta disciplina en México.
Hijo del general Francisco Artigas Barbedillo y Ana María Carranza, Artigas poseía un talento natural que lo hizo desarrollar una carrera autodidacta, la cual inició con sus trabajos en el trazo de la carretera a Toluca.
Asimismo, desarrollo casas en una zona residencial de Culiacán, donde llegó en 1942, a la edad de 26 años. De acuerdo con amigos cercanos, en aquella ciudad tuvo la oportunidad de hacerse de diversos proyectos gracias al particular diseño que tenía su casa, pues al contar con un área de alberca, muchos de sus vecinos decidieron poner en sus manos la renovación de sus propiedades.
Ya desde esa época destacaba su carácter, un hombre sociable y franco que pronto logró relacionarse con las familias de agricultores de la región. Entre las principales obras de aquella temporada destacan la Casa de la familia Zaragoza y el edificio de la Confederación de Asociaciones Agrícolas del Estado de Sinaloa (CAADES).
Posteriormente, al llegar a la zona del Pedregal, logró sacar ventaja de una situación que en apariencia le era negativa. Mientras la mayoría de los despachos de arquitectos fueron convocados para unirse bajo la dirección de Carlos Lazo al ambicioso proyecto de lo que sería Ciudad Universitaria, Artigas fue relegado.
Sin embargo, frente al mar negro de lava del Xitle, Artigas desarrolló sus emblemáticos proyectos residenciales, en cada uno de los cuales puso su mayor empeño, amor y sensibilidad.
De acuerdo con sus allegados, había dos características que lo definían: su sensibilidad y su amor por una buena conversación. Buscar la estabilidad y cuidar los cimientos en las edificaciones era fundamental; sin embargo, para Artigas lo primero que había que tener asegurado era hacer mancuerna con un cliente que estuviera dispuesto a arriesgar.
De este modo, Artigas continuó en la zona del Pedregal el trabajo impulsado por Luis Barragán, quien sostenía que los jardines debían ser más parecidos a casas y las casas más parecidas a jardínes. Oasis en la ciudad que hicieran que sus habitantes se sintieran protegidos de las agresiones.
A diferencia del Pritzker mexicano, decidió conservar la estructura del terreno y adaptar las obras para que contaran con vistas de la zona en su estado puro. Un ejemplo es la Casa Chávez Peón.
Para Artigas, su material principal era el poder conmover los sentidos. Incluso las reuniones alrededor de su mesa se caracterizaban por deliciosos y abundantes banquetes, siempre enmarcados por el uso de música ambiental en el jardín, detalle que en aquella época era toda una novedad.
De acuerdo con su amigo de toda la vida, el arquitecto Fernando Luna, quien tuvo a su cargo fotografiar gran parte de su obra, otra de las novedades que introdujeron juntos fue el uso de modelos en las fotografías de sus residencias. Una mujer hermosa dentro de una obra hermosa.
Artigas fue un gran admirador de la obra de Frank Lloyd Wright, Albert Frey, Rudolf Schindler, Charles Eames y Richard Neutra, a quienes tomó como maestros y fuente de inspiración.
Mi abuelo, quizá como muchos en aquella época, gustaba de recorrer el barrio de San Ángel para deleitarse con las magníficas construcciones que pueblan esa zona, entre ellas las de Artigas. De hecho, se cuenta que muchos grupos de turistas hacían una parada obligada frente a la casa del Risco 240 para admirar su arquitectura y jardines, donde incluso llegaban a lanzar aplausos.
Dentro de la corriente del funcionalismo otra de sus obras destacadas fue el edificio para el Comité Administrador del Programa Federal de Construcción de Escuelas (CAPFCE) de 1967, en el cual se guió por los criterios de la simplicidad y elegancia.
Asimismo, aunque pocos lo saben, Artigas tuvo a su cargo la construcción de cientos de proyectos de escuelas públicas a lo largo y ancho de todo el país, los cuales, al igual que sus obras residenciales, revisaba con gran detalle y esmero.
A partir de 1956 tuvo a su cargo el desarrollo de casas campestres en Texcoco y Tlalpan, las cuales son muestra de una transformación paulatina hacia formas coloniales que contrastaban con sus creaciones previas.
Finalmente, dentro de sus obras destaca Casa Virreyes, hoy del arquitecto Fernando Romero, o el magnífico castillo ubicado en el Desierto de Los Leones, el cual habitó con su familia y, dicen, fue codiciado por muchos políticos de la época.
9 notes
·
View notes