Tumgik
#afkeer van heb
ikwerkanders · 1 year
Text
Het hele 'transgender' gedoe geeft onrust. Ik heb er nooit zo bij stil gestaan. Ik ben gewoon mijzelf en naar mijn gevoel meer mijzelf, sinds mijn transitie. Dat neemt niet weg dat ik ook graag geaccepteerd word. 'Ergens bij hoor'. Niemand vindt het leuk om gepest te worden, toch?
De hele discussie laat onveilig, onzeker voelen. Ik heb er nooit bij stil gestaan dat er zoveel mensen een probleem hebben met hoe een ander, voor henzelf, wilt zijn. Hoe sociaal geaccepteerd het is om samen, hele groepen (weg) te pesten, omdat je er anders in staat. Het laat mij anders naar mensen kijken.
Ook.. waarom? We houden ons anders zó vast aan alles wat nu is. Terwijl het leven altijd in beweging is. Waarom is er zoveel afkeer naar verandering welke onbekend is i.p.v. naar nieuwsgierigheid naar wat erdoor kan komen? We zijn allemaal mensen. We kunnen van elkaar leren.
2 notes · View notes
stefselfslagh · 2 years
Text
Jeroen Olyslaegers: “Ik heb mijn goeroe-ambities opgeborgen.”
Dit stuk verscheen op 1 oktober in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Tumblr media
Volgende week verschijnt Willem En Mijn Wellust, een novelle waarin Jeroen Olyslaegers opnieuw het verleden aan het heden rijgt. En waaraan een liefdevol, maar genadeloos zelfonderzoek voorafging. "Ik besef heel goed dat ik soms een lafaard ben."
Jeroen Olyslaegers mag dan bekend staan als een Antwerpenaar van het zuiverste Scheldewater, sinds twee jaar woont hij in een dorpje in de Franse Ardennen. Hij leeft er samen met zijn vrouw Nikkie Van Lierop: thans schrijfster, maar in een vorig leven zangeres, co-producer en prettier half van Praga Kahn. Ook de vaste researcher van Olyslaegers, de net als de schrijver bovenmatig bebaarde Stef Franck, is inmiddels aan de Franse oevers van de Maas neergestreken. De glooiende heuvels van les Ardennes hebben duidelijk niet alleen op landschapsschilders een aanzuigeffect.
'Nergens heb ik meer rust gevonden dan in bossen en boeken' lees ik op een kunstwerk in de schrijfkamer van Olyslaegers. Het zijn woorden van de middeleeuwse theoloog Thomas a Kempis, die tot een plaatje gepromoveerd werden door zijn vader, kaligraaf Joris Olyslaegers. Beschrijft het citaat de gemoedstoestand van de ontwordelde stedeling die Olyslaegers geworden is?
"Absoluut. Als ik in Antwerpen een aanval van melancholie voelde opkomen, kon ik die bui meteen bezweren: ik trok de stad in, liep naar de dichtstbijzijnde kroeg en ging op in het eindeloze getater. Maar hier, in de natuur, kan ik niet aan mezelf ontsnappen. Ik word gedwongen tot reflectie, moet mijn melancholie recht in het gezicht kijken. En vreemd genoeg geeft mij dat rust. Al wandelend in de bossen zijn er al een heleboel lagen van mij weggeschraapt."
"Ik merk zelfs dat ik steeds meer met het Ardense landschap samenval. In februari, wanneer alles hier koud en doods is, vraag ik me vaak af of ik zélf nog wel een hartslag heb. En een paar maanden later bloei ik samen met de natuur weer helemaal open."
Luidt zijn verblijf in de Franse Ardennen ook een thematische ommekeer in zijn oeuvre in? Of blijft hij ook vanuit zijn nieuwe domicilie de officieuze geschiedschrijver van Antwerpen? "Ik sluit niet uit dat mijn boeken zich beetje bij beetje van Antwerpen zullen losweken. Willem en mijn wellust speelt zich af in Edegem: dat is al acht kilometer buiten de stad. (lacht) Maar uiteraard blijft Antwerpen belangrijk voor mij. Ik ga er nog regelmatig op café, om te doen alsof ik een boek lees en de mensen om mij heen te beloeren. Die observaties voeden mijn geest, ik heb ze nodig. Alleen: als ik een week in Antwerpen ben geweest, wil ik zo snel mogelijk terug naar hier. Dan verlang ik weer naar de rust, de boeken en de bossen."
Jeroen Olyslaegers werd schrijver in de jaren negentig: op vijf jaar tijd verschenen achtereenvolgens Navel (1994), Il Faut Manger (1996) en Open Gelijk Een Mond (1999). Geen van die titels veroorzaakte echter literaire opwinding en dus legde Olyslaegers zich een tijdlang toe op het componeren van theaterteksten, onder meer voor de Koninklijke Vlaamse Schouwburg en Het Toneelhuis. 
Pas in de tweede helft van de jaren 2000 kuste hij de romancier in zichzelf opnieuw wakker. In iets meer dan een decennium publiceerde hij Wij (2009), Winst (2012), Wil (2016) en Wildevrouw (2020). Vooral met Wil, een verhaal over schuld en boete in het door WOII verscheurde Antwerpen, vond Olyslaegers zijn stem als schrijver en beukte hij de poorten naar het grote lezerspubliek open.  
"In de jaren negentig was ik nog zoekend. Ik ergerde me kapot aan de ernst die in de letteren heerste. Om mijn afkeer van literatuur met een grote L kracht bij te zetten, verkondigde ik aan iedereen die het horen wilde dat ik alles behalve een (spuwt het woord uit) oeuvre wilde uitbouwen. Dat mijn boeken gezien moesten worden als volledig op zichzelf staande blijken van genialiteit." (lacht) 
"Na mijn theaterperiode, ik was inmiddels de veertig voorbij, was ik een stuk matuurder. Ik voelde me klaar om de romans te schrijven die ik altijd al had willen schrijven. Om niet langer in de marge te rommelen, maar me tot een zo groot mogelijk publiek te richten. 'Nu ga ik wél aan een repertoire timmeren', dacht ik. Vandaar al die W-titels: ze geven aan dat mijn boeken met elkaar samenhangen. Dat ze wel degelijk een oeuvre vormen."
Maakt vanaf volgende week integraal deel uit van dat oeuvre: Willem En Mijn Wellust, een novelle die tussen de zestiende en de negentiende eeuw pendelt en rake dingen zegt over liefde en bezit, en het soms wazige onderscheid tussen beide. Het verhaal, vraagt u? In 1885 steelt Hippolyte van Damme, feuilletonschrijver bij een krant, in een opwelling een verzameling oude brieven. De epistels zijn van de hand van Willem Silvius, een Antwerpse drukker uit de zestiende eeuw, en zijn gericht aan diens echtgenote. Aanvankelijk is Hippolyte blij met de brieven: hij denkt er inspiratie uit te kunnen putten voor zijn krantenfeuilleton. Maar al gauw blijkt dat zijn kleine diefstal grote gevolgen heeft. Vooral wanneer hij zijn jatwerk opbiecht aan Amandine, de vrouw waar hij buitenechtelijk op verlekkerd is, maakt zijn oorspronkelijke euforie plaats voor wanhoop.
Vorig jaar heette Willem En Mijn Wellust nog gewoon Willem en was het een cadeautje voor de klanten van onafhankelijke boekhandels. Waarom heeft u het boek voor zijn heruitgave van titel veranderd? "Omdat het een heel ander boek is geworden. Toen de Bezige Bij me liet weten dat ze Willem wilden heruitgeven, heb ik de kans gegrepen om het boek te herwerken. Om er een veel ambitieuzer verhaal van te maken. Willem gaat over diefstal, Willem En Mijn Wellust over het bezit ná de diefstal. Het gebeurt in de literatuur niet vaak dat je eenzelfde verhaal op verschillende manieren kan uitwerken. Ik ben blij dat ik dat voor één keer wél heb kunnen doen."
Het hoofdpersonage in Willem En Mijn Wellust, Hippolyte van Damme, steelt uit lust: hij ontvreemdt de brieven van Willem Stivius omdat hij verzot is op 'heerlijkheden op papier'. Ik herkende zijn honger naar diefstal. Ik ben ooit vijf minuten alleen geweest in het atelier van Sam Dillemans, waar prachtige tekeningen en schilderijen aan de muren hingen. 'Sam zal er vast eentje kunnen missen', dramde een stemmetje een moment lang in mijn hoofd. "Zoiets heb ik zelf ook al meegemaakt. Een paar jaar geleden logeerde ik met de familie van Nikkie een week in een huis op het Engelse platteland. Op de eerste verdieping van dat huis was er een bibliotheek. En die was ronduit adembenemend: de eigenaar had zelfs twee exemplaren van de eerste druk van The Devils of Loudon van Aldous Huxley. De hele week heb ik in die bibliotheek moeten vechten tegen mijn neiging tot diefstal. Elke avond zat ik mij af te vragen welke boeken ik zou meenemen. Echt rustig was die vakantie niet." (lacht)
Hippolyte van Damme verkeert regelmatig in gewetensnood over zijn diefstal. Maar, zegt hij: 'We hebben niet alleen een geweten, maar ook het vermogen om daar met onszelf over te onderhandelen.' Hoeveel rek mag er op de onderhandelingen met ons geweten zitten? Wat valt te vergoelijken en wat niet? "Je kan niet over álles onderhandelen. Neem nu de jonge Russische soldaten die in Oekraïne vrouwen verkrachten. Die jongens zijn zonder twijfel zwaar geïndoctrineerd en moeten om te overleven wellicht doen wat de brulapen in hun eenheid hen opdragen. Je zou dus een relatief genuanceerd oordeel over hen kunnen vellen. Maar: ze verkrachten wel Oekraïense vrouwen. En dus zijn het, alle nuances ten spijt, klootzakken. Dat moet je blijven zeggen. Want als je dat niét doet, spuw je in het gezicht van die Oekraïense vrouwen. Je kan wel empathie opbrengen voor mensen die ontsporen, of onderhandelen met je eigen geweten, maar op het einde van de rit moet je toch liefdevol ongenadig zijn. Anders kan je de begrippen goed en kwaad maar beter afschaffen."
In Willem En Mijn Wellust buigt u zich ook over de ongemakkelijke vraag of liefde - iemand willen bezitten - alles welbeschouwd ook geen vorm van diefstal is. "Zodra je in een relatie exclusiviteit eist, is de notie van diefstal niet ver weg: willen dat iemand 'van jou' is, betekent onvermijdelijk dat je die persoon van anderen steelt. Ik ben zelf zo monogaam als een bever, maar ik vraag me oprecht af wat een exclusiviteitscontract met liefde te maken heeft. Iemand willen bezitten is toch een vorm van geweld. "
Iedereen polyamorist dan maar? "Dat zou je denken, maar ook in polyamoreuze relaties gaat het vroeg of laat over bezit. (op een klagerig toontje:) 'Hoezo, je komt niet vrijdag? We hadden toch afgesproken dat je wél zou komen?' Lijkt me erg vermoeiend. (lacht) Vergeet ook niet dat mannen die er vrolijk op los vogelen vaak niet kunnen verdragen dat hun vrouw hetzelfde doet. Ze duiken met mannelijke overmoed van het ene bed in het andere, maar als ze op de gsm van hun vrouw een bericht lezen waaruit blijkt dat ook zij zich niet onbetuigd laat, denken ze: 'Maar godverdomme, die slet.' (lacht) De meervoudige liefde heeft nog een hele weg te gaan, vrees ik."
Zelf gelooft u in liefde van de symbiotische, allesomvattende soort. Maar is symbiose ook geen vorm van diefstal? Wie de totale samensmelting verlangt, ontneemt de ander toch het recht om zichzelf te zijn? "Als je definitie van symbiotische liefde 'de totale samensmelting' is, is het inderdaad een vorm van diefstal. Maar voor mij hoeven geliefden elkaar helemaal niet te overlappen. Een symbiotische relatie nastreven, betekent vooral: zorg dragen voor elkaar. Veel mensen hebben de neiging om vanalles te eisen van hun partner. Ze vragen zich voortdurend af of ze wel voldoende aandacht en genegenheid krijgen. Maar in de liefde gaat het niet over jou, maar over de ander. Daarmee bedoel ik niet dat je jezelf moet wegcijferen. Maar wel dat je moet beseffen dat je in een relatie niet alleen bent. Dat je bereid moet zijn je over je geliefde te ontfermen."
Hippolyte van Damme omringt de vrouwen in zijn leven niét met zorg: ten opzichte van zijn wettige echtgenote is hij een hufter, ten opzichte van Amandine, zijn minnares, een poseur. "Hippolyte wil Amandine vereren. Dat zie je wel vaker bij mannen die met een mooie vrouw samen zijn. Ofwel zetten ze haar op een piedestal en zeggen ze 'Ik ben zo blij dat ik naast haar mag lopen!', ofwel beschouwen ze haar als hun bezit en zeggen ze: 'Kijk eens wie er van mij is.' In het eerste geval maken ze zich klein, in het tweede geval verwarren ze hun vrouw met een vaas. (lacht) Maar in beide gevallen is de mooie vrouw eraan voor de moeite: je wil noch met een dweper, noch met een bullebak samen zijn."
Kan u zich voorstellen dat onze denkbeelden over de liefde ooit fundamenteel zullen veranderen? Dat we over dertig jaar eens goed gaan lachen met wat we vandaag als het summum van de romantische liefde beschouwen? "Ja. Misschien komt er ooit een dag waarop we seksuele orgieën niet langer zullen zien als heimelijke, zweterige swingersfeesten, maar als manifestaties van naastenliefde en vrijheid. Wij beschouwen onszelf als een geëvolueerde soort en hebben de neiging om te denken dat onze levensstijl de beste is. Maar dat is hilarisch, want de geschiedenis bewijst dat we al eeuwenlang tegen dezelfde problemen aanlopen. En dat we die meestal ook op dezelfde, domme manier proberen op te lossen. Onze historische kennis zou ons niet hoogmoedig, maar nederig moeten maken."
In de catacomben van het verleden tijdloze inzichten gaan opdelven: het is Jeroen Olyslaegers' letterkundige specialiteit geworden. Wil speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar stelt actuele vragen over de schimmige grens tussen neutraliteit en lafheid. Wildevrouw situeert zich in de zestiende eeuw, maar reflecteert op een eigentijdse manier over onze weerbarstige omgang met andersdenken. En Willem En Mijn Wellust reist naar de negentiende eeuw maar bevat ongedateerde inzichten over de illusie van bezit. 'Een goeie historische roman is ook een hedendaagse roman', luidt de literaire wapenkreet van Olyslaegers. Omdat het verleden beter geschikt is om iets over het het heden te zeggen dat het heden zelf? 
"Het bestuderen van het verleden is zowel emanciperend als relativerend. Emanciperend omdat het je oogkleppen doet afvallen en je bevrijdt van een al te beperkte kijk op je bestaan. En relativerend omdat het je doet inzien dat we keer op keer dezelfde dingen meemaken. Als je een minimum aan historisch besef hebt, denk je niet zo gauw: 'Wat ons nu overkomt, is het ergste wat een mens kan meemaken.' Je voorouders hebben het namelijk ook al eens meegemaakt."
U trekt zich steeds meer terug in de niche van de historische roman. Is dat een kwestie van literaire positionering? Denkt u: 'Mijn historische romans hebben succes, dus laat ik dat soort romans maar blíj́ven schrijven'? "Ja. Ten eerste is de historische roman helemaal mijn genre: ik tracht er echt in uit te blinken. En ten tweede zijn mijn lezers mij erg dierbaar. Niet alleen omdat ze mijn boeken kopen, maar ook omdat ik met hen een mooie band heb opgebouwd. Er gaat geen week voorbij of ik ga met mijn lezers in interactie. Dat is voor mij heel waardevol. Ik heb lange tijd gedacht dat ik als einzelgänger door het leven zou moeten gaan. Dat ik er niet bij hoorde. Mijn lezers hebben mij van dat gevoel verlost."
Waarom dacht u dat u er niet bij hoorde? "Als kind was ik een buitenbeentje: ik stond vaak alleen op de speelplaats en werd net niet gepest. Taal werd mijn afweermechanisme: ik gebruikte woorden om mijn belagers op afstand te houden. Maar ik ben in dat opkomen voor mezelf een beetje doorgeslagen. Ik ging van 'Shit, ik hoor er niet bij' naar 'Fuck it, jullie kunnen allemaal mijn gat kussen.' Toen ik tot de literaire wereld toetrad, was dat met een air van: 'Ik hoef geen deel uit te maken van jullie zielige clubje.' Ik opereerde in de buitenbaan en maakte mezelf wijs dat het zo hoorde. Tot ik vele jaren later besefte dat ik mezelf op die manier saboteerde. Dat ik moest ophouden met verbitterd te zijn en een genereus schrijver moest worden. Want ook voor een auteur geldt: hoe meer je geeft, hoe meer je terugkrijgt. Zodra ik besloot dat ik voortaan een groot publiek wilde bereiken, is mijn schrijverscarrière in zijn plooi gevallen. Vandaag schrijf ik de boeken die ik wil schrijven en heb ik niet langer het gevoel dat ik er niet bij hoor."
Alleen is er nu het angstbeeld dat uw publiek u op een dag de rug zal toekeren. In het studentenblad Veto zei u: 'Als ik geen succes meer zou hebben, moet ik naar de therapeut.' (knikt) "Ik wil niet opnieuw boeken schrijven waar niemand van wakker ligt. Het geeft weinig voldoening om twee jaar aan een boek te werken, het na amper drie weken uit de winkels te zien verdwijnen en vervolgens met een klein stemmetje te moeten zeggen: 'Ik zal dan maar aan een nieuw boek beginnen, zeker?' Ik weet hoe het voelt om te flirten met de onzichtbaarheid. En ik wil het niet opnieuw meemaken."
Toen u op uw achttiende aan uw vader vertelde dat u schrijver wilde worden, vroeg hij u: 'Heb je al iets te vertellen?' Dat bleek niet het geval te zijn, want u debuteerde pas negen jaar later. "Ik heb lang moeten wachten, ja. Ik ben struikelend en prutsend volwassen moeten worden voor ik het gevoel had dat ik iets te melden had."
Als je een begenadigd stilist bent, moét je dan wel iets te vertellen hebben? Vorm kan toch ook inhoud zijn? "Sommige schrijvers zijn vormtechnisch zo superieur dat ze inderdaad interessanter zijn dan schrijvers die een belangrijke boodschap menen te verkondigen. Ik heb lang bezwaar aangetekend tegen stilistiek die een gebrek aan inhoud moet verdoezelen. Maar daar ben ik van teruggekomen. Vorm kan, zoals je zegt, wel degelijk inhoud worden."
Kan u leven met de adjectieven waarmee uw eigen schrijfstijl doorgaans omschreven wordt? Bruegeliaans, weelderig, barok? "Mensen zijn nogal lui in het beschrijven van literaire stijlen. Ze noemen het taalgebruik van schrijvers ofwel zuinig ofwel weelderig. Alsof er tussen die twee uitersten geen tientallen schakeringen zijn. Zelf vind ik de satire in mijn boeken veel belangrijker dan mijn zogenaamd weelderige schrijfstijl. De lach is de hartslag van mijn werk."
'Mijn ambitie wordt met de jaren alleen maar groter', liet u onlangs optekenen. Tot waar reiken uw schrijversaspiraties? "Ik droom stiekem van dat ene, allesomvattende boek. Het boek dat verklaart wie we zijn en wat we hier doen. Maar ik vrees dat het schrijven van zo'n boek een onmogelijke onderneming is. Hoe langer ik leef, hoe minder ik lijk te weten. En hoe meer ik me daarbij neerleg. Vroeger was ik een echte Faust: in ruil voor ongebreidelde kennis zou ik een pact met de duivel gesloten hebben. Vandaag heb ik die kennishonger niet meer. Ik denk al gauw: words, words, words. Het gevolg is dat ik mijn goeroe-ambities heb opgeborgen. Ik weet nu dat ik altijd weinig zal weten. Dat ik geen leraar ben, maar een prutser."
Een getalenteerd prutser dan toch. "Ik kan mensen hypnotiseren met een verhaal, ja. In mijn familie was je pas belangrijk als je iets kon vertellen. Je werd afgemaakt als je een verhaal vertelde dat nergens op sloeg. Vandaar ook mijn schrijversmotto: never be boring."
Zou u te porren zijn om een reeks voor een streamingdienst à la Netflix te schrijven? "Zeker. Al is zo'n klus niet zonder gevaren: voor je het weet ben je onder druk van producenten allerlei compromissen aan het sluiten en ben je medeverantwoordelijk voor een draak. In mijn theaterperiode heb ik af en toe puur voor het geld teksten geschreven. Uit wanhoop, om te overleven. Telkens was de vernedering die ik ervaarde veel groter dan de som geld die ik ontving. (lachje) Maar hoedanook moet ik kunnen schrijven. Anders is het gedaan met mij. Als ik een paar dagen niet schrijf, ben ik één rillende brok ellende. Voor mij is het heel eenvoudig: schrijven is leven, leven is schrijven."
Een half jaar geleden werd Jeroen Olyslaegers De Morgen-columnist. Twee keer per week verschijnen op de voorpagina van deze krant honderdzeventig woorden waarmee hij hetzij de actualiteit hetzij een flard privéleven herkadreert. Ik vraag of het schrijven van columns hem koortsig maakt. Of hij soms nagelbijtend denkt: 'Shit, ik heb deze week nog niks meegemaakt waarover ik kan schrijven, ik zal zélf maar wat columnwaardig drama veroorzaken'? 
"Nee, ik creëer geen situaties om er kunst uit te kunnen puren. Er zijn artiesten die dat wél doen. Ik ken muzikanten die hun relatie bëeindigen omdat ze een break-up-plaat willen maken, niet omdat ze hun partner beu zijn. (lacht) Maar zelf bezondig ik me niet aan dat soort praktijken. Als je intens leeft, en dat doe ik, neemt je leven uit zichzelf een heleboel wendingen." 
Zeventien jaar geleden kwam er een einde aan de amoureuze vennootschap met zijn eerste vrouw. De zoon die ze samen hadden was nog klein, de band tussen vader en kind nog broos. Hoewel hij zijn vaderschap ooit 'één van de portalen tot een dieper begrip' noemde, is het nog altijd een bron van twijfel en onzekerheid. Wanneer ik pols naar wat hij als vader geleerd heeft, bots ik op een bescheiden muur. 
"Ik vind het heel moeilijk om in interviews over mijn vaderschap te praten. Ik heb het gevoel dat ik mijn zoon zou bedriegen als ik daar met jou over zou reflecteren. Omdat hij zelf niet bij dit gesprek aanwezig is, begrijp je? (denkt na) Er is tussen mij en mijn zoon veel onuitgesproken gebleven. Af en toe voelt het alsof we met z'n tweeën in een moeras zitten en tegen elkaar zeggen: 'Niet teveel bewegen, anders zinken we nog dieper weg.' (na een nieuwe stilte) Hoe hard je als ouder ook je best doet, elke opvoeding veroorzaakt wonden. Ouders zijn gedoemd om prutsers te zijn."
U noemt zichzelf vaak en graag een prutser. Uit een existentieel soort masochisme? Of omdat u de stumperd in uzelf als een integraal onderdeel van uw identiteit beschouwt? "Het tweede. Ik besef heel goed dat ik, net zoals Hippolyte van Damme, een bangerik en een opportunist kan zijn. Maar die vaststelling duwt me niet in een depressie. Ik kijk met veel liefde naar mijn gebreken. Falen hoort bij het leven. Maar dat durven we nauwelijks te erkennen. We willen succesverhalen horen. Over mensen die moeilijkheden overwinnen en triomferen. Mensen die falen, daar hebben we het nog altijd moeilijk mee. En dus beschouw ik het als mijn taak om het met een zekere hardnekkigheid over dat falen te hebben."
Moeten we niet vooral de dualiteit in onszelf leren aanvaarden? Het feit dat we zowel engel als demon zijn, zowel held als lafaard? "Natuurlijk. In het leven is alles momentaan. De ene dag ben je klaar om de wereld te veroveren, de andere zou je jezelf iets aandoen. Het ene moment ben je aan het huilen, het andere aan het schateren. Dat is volstrekt normaal en er zit zelfs iets troostends in. Maar we horen liever niét hoe fragiel we zijn. Hoe alles van contextjes en momentjes afhangt. We willen alleen het consequente gedrag zien, de rechte lijn."
Terwijl het leven een stuk leuker is als we af en toe inconsequent durven te zijn. "Absoluut. Zelfs in maatschappelijk opzicht is inconsequent zijn soms de beste optie. Stel: je bent een rechts politicus. Wellicht ben je dan voor een slanke overheid en vind je dat iedereen voor zichzelf moet leren zorgen. Maar wat als je voor de mensen die vandaag hun energiefactuur niet meer kunnen betalen toch een vorm van solidariteit zou willen organiseren? Waarschijnlijk ga je dan het verwijt krijgen dat je niet consequent bent. Durf je in dat geval door te zetten of hou je je in? Ik zou doorduwen. Soms is het verstandiger om je levensbeschouwelijke axioma's even los te laten. Altijd maar consequent moeten zijn: het is in zekere zin zelfs ontmenselijkend."  
We verklaren ons gesprek voor voltooid, Sofie van de uitgeverij moet nog gebeld worden. Voor ik weer verdwijn, stopt hij me nog snel een anecdote toe. "Een vriend van mij heeft mijn stamboom gereconstrueerd tot in 1290. Zo ben ik te weten gekomen dat ik genetisch verwant ben aan Quinten Matsijs, de schilder die beschouwd wordt als de laatste belangrijke vertegenwoordiger van de Vlaamse primitieven. 'So what?', denk je misschien, 'er zijn zoveel mensen die een genetische verwantschap met Quinten Matsijs kunnen claimen.' Maar Matsijs is nog op een andere manier mijn leven binnen gedwarreld: toen ik in het Vleeshuis in Antwerpen Wildevrouw aan het schrijven was, stond zijn originele wildevrouwbeeldje in mijn werkkamer. Toeval? Misschien. Maar voor mij brengt zoiets mysterie in het leven."
Nog meer mysterieus toeval: op weg naar huis rij ik een tijdje achter een auto met een gepersonaliseerde nummerplaat waarop WILLEM staat. WELLUST was natuurlijk nog mooier geweest.
2 notes · View notes
lifecoachsabina · 18 days
Text
Tumblr media
Wat is ascentie? Wanneer heb je ascentiesymptomen?
De mensheid heeft al talloze malen het komen en gaan van tijdperken meegemaakt en de invloed die dat op hen heeft. Mensen die hebben ervaren hoe hun bewustzijn ontwaakte maken melding van wat je zou kunnen noemen. Niet alleen empaten, maar mensen in het algemeen hebben een versnelde groei ervaren, een periode waarin ze een snelle, niet eerder ervaren transformatie ondergingen. Je kunt ascentiesymptomen ook voelen tijdens astrologische gebeurtenissen, zonnestormen, belangrijke persoonlijke ontwikkelingen.
De lijst met mogelijke ascentiesymptomen is ellenlang en omvat allerlei fysieke problemen en aanpassingen, perceptuele veranderingen, intuïtie-ontwikkelingen en spontane gelukzalige ervaringen van eenwording met alle dingen.
Welke ascentiesymptomen zijn er?
Hieronder volgt een lijst die ik heb onderverdeeld in fysieke en emotionele/energetische/intuïtieve symptomen. Deze symptomen kunnen komen en gaan, en dikwijls is er geen verklaring voor te vinden.
Fysieke acentiesymptomen
• Maag- en darmproblemen
• Veranderingen in eetlust en voeding
• Nieuwe voedselintoleranties
• Wisselingen in lichaamstemperatuur
• Minder goed tegen warmte of kou kunnen
• Koude of warme rillingen
• Incidentele griepachtige verschijnselen
• Koortsigheid
• Hoofdpijn
• Druk op de schedel
• Gewaarwordingen in het derde oog en het kruinchakra
• Toegenomen gevoeligheid voor licht, geluiden en geuren
• Tonen en vreemde geluiden horen
• Algemene lichaamspijn
• Gewrichtspijn
• Onhandigheid
• Duizeligheid
• Toegenomen gevoeligheid voor en afkeer van geuren en chemische stoffen
• Slapeloosheid of behoefte aan meer slaap
• Verstoord slaapritme
• Onrustig slapen
• Hartritmeveranderingen (hartchakra)
• Tintelingen en soortgelijke gewaarwordingen
• Veranderingen van de huid
• Huiduitslag
Emotionele/energetische/intuïtieve ascentiesymptomen
• Algemeen gevoel en weten dat er veranderingen plaatsvinden
• Voorkeur voor natuurlijke omgevingen en minder bevolkte gebieden
• Toename van synchroniciteit
• Betekenisvolle patronen om je heen zien
• Enorm verlangen naar alleen zijn
• Verdriet hebben over je oude zelf en je ware zelf willen ontdekken
• Emotionele gevoeligheid
• Van het ene emotionele uiterste naar het andere gaan
• Tijdsdruk voelen en gehaast zijn
• Verandering van tijdsbeleving (versnelling en/of vertraging)
• Gemis aan mentale helderheid
• Verwarring en wazig denken
• Vergeetachtigheid
• Toename van paranormale en buitenzintuiglijke vermogens
• Intensivering van communicatie met andere wezens, telepathie
• Aangrijpende of lucide dromen
• Toename van intuïtie en inzicht
Doordat onze lichamen zich voorbereidden op hogere trillingsfrequenties, zijn we in letterlijke zin gestorven terwijl we leefden, en hebben we op wereldschaal herhaaldelijk een figuurlijke dood en wedergeboorte meegemaakt.
In sjamanistische termen spreken we dikwijls van dismemberment (uiteenrafeling), waarbij we metaforisch (zij het met werkelijke, herkenbare verschijnselen) uiteen worden getrokken en weer in elkaar worden gezet. Als empaten hebben we eigenlijk een dubbele klap te verwerken gekregen, want we hebben niet alleen met ascentiesymptomen te maken, maar moeten ook onze empathische eigenaardigheden in goede banen leiden. Om deze reden is je aanpassen aan en goed reageren op wat er op subtiel niveau en in je energieveld gebeurt even belangrijk als wat je doet om goed om te gaan met wat er in je fysieke lichaam gebeurt.
Je bent gevoelig genoeg om dingen op te pikken lang voordat ze op fysiek niveau aantoonbaar zijn. De weg van de empaat houdt onder meer in dat je goed naar jezelf luistert en jezelf vertrouwt. Dit valt samen met de ontwikkeling van het hartsbewustzijn: luisteren naar en vertrouwen op je lichaam, je intuïtie en je gevoelens.
Wij empaten kiezen ervoor ankerpunten te zijn voor deze nieuwe trillingsfrequenties, met de bedoeling degenen die nu een lichaam hebben en degenen die na ons komen van dienst te zijn. Beweren dat het geen makkelijke tijd is om een menselijke vorm aan te nemen is beslist een understatement.
~Fragement uit Boek ‘Ben ik een empaat?’…Geschreven door Stephanie Red Feather.
0 notes
Text
Nabij De Zon | Heb goede moed Wij hebben dan altijd goede moed, en weten, dat wij, inwonende in het lichaam, uitwonen van de Heere; (Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.) Maar wij hebben goede moed, en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen, en bij de Heere in te wonen. Daarom zijn wij ook zeer begerig, hetzij inwonende, hetzij uitwonende, om Hem welbehagelijk te zijn. 2 Korinthe 5:6-9 Het geloof gaat altijd samen met een nieuwe natuur. Dit is iets wat nooit vergeten moet worden. Niemand heeft een waar geloof in God, tenzij hij opnieuw geboren is. Geloof in God is een van de eerste aanwijzingen van wedergeboorte. Als u een nieuwe en een heilige natuur hebt gekregen, wordt u niet langer door de zonden aangetrokken, zoals dat daarvoor het geval was. De dingen die u eens liefhad, haat u nu en daarom loopt u die niet meer na. U kunt het nauwelijks begrijpen, maar het is zo dat uw denken en smaak volkomen veranderd zijn. U verlangt naar het heilige, waarvan u vroeger niets wilde horen en u hebt een afkeer van de dingen, waarin u zich eens verheugde. Als de Heere ons vernieuwt, doet Hij geen half werk; het is een totale en radicale verandering. Als het werk van de Heilige Geest niet zou samengaan met geloof, en als het geloof niet méér zou zijn dan het menselijk instemmen met de waarheid, dan zou het ons kwalijk kunnen worden genomen dat we de behoudenis door het geloof prediken. Maar omdat het geloof de wagen is waarin de genadegaven van Gods Geest vervoerd worden, en het roer van de ziel omkeert, gaat het er ons steeds meer om om het geloof de plaats toe te kennen die God het geeft en daarom zeggen we zonder enige aarzeling: ‘Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.' Bedenk dat u op die manier behouden zult worden van de macht van de zonde en van de praktijk van de zonde, omdat u verlost wordt van de liefde tot de zonde.
0 notes
antroposofiedoen · 1 year
Text
Buigen
Eerder op deze blog heb ik een bericht geplaatst over de Rozenkruis-meditatie (Dagindeling). Daarin heb ik gezegd dat ik deze meditatie uitvoer in een oosterse houding op een zafu (kussen) en een zabuton (mat) in de halve lotus houding. Wat ik toen niet heb verteld is dat ik aan het begin van elke meditatie een buiging maak en dat ik dat aan het einde nog eens twee keer doe, deels uit gewoonte, deels vanwege mijn affectie/bekendheid met Zen-meditatie. Daarnaast heeft het buigen ook een persoonlijke betekenis voor mij gekregen. Zo buig ik vóórdat ik ga zitten, voor de tijd/energie die ik heb gevonden om te mediteren en ná het zitten op mijn kussen voor de vorderingen die ik heb gemaakt; of ik deze nu wel of niet heb opgemerkt. Aan het einde maak ik nog een laatste buiging, direct na het opstaan, waarbij ik de belofte doe om bij mijzelf terug te komen; om verder te gaan met mijn proces (nederigheid). Overigens buig ik altijd naar mijn omgeving/de wereld toe en nooit in de richting van mijn zitplek.
Uit ervaring weet ik dat veel mensen een diepe afkeer voelen voor het buigen. Toch maakt juist dit elke meditatie wat meer af. Het verleent er een zekere uiterlijke schoonheid aan. En het buigen kan ook, zoals in mijn geval, een persoonlijke betekenis krijgen. Dan gaat het buigen ook echt voor je leven.
0 notes
peterpijls1965 · 1 year
Text
Tumblr media
Foto: Drew Barrymore, openlijk biseksueel. Mert Alas & Marcus Piggatt/W Magazine.
Het geweld tegen biseksuelen
Dat biseksuelen zoals ik slecht liggen binnen de gevestigde LHBIQ-gemeente is algemeen bekend. Biseksuelen worden door regular queers beschuldigd van grenzeloze promiscuïteit. Biseksuele mannen ervaren bovendien dat hun voorkeur wordt ontkend.
Biseksuele vrouwen zijn sneller het slachtoffer worden van seksueel geweld en laster. Ook buiten LHBIQ-kringen worden ze aangezien voor sletterig, makkelijk en nymfomaan.
Bifobie, heet dat samengevat. Dat is de afkeer van biseksualiteit en biseksuelen, gebaseerd op negatieve stereotypering en irrationele angst.
In Nederland is 33% van de biseksuele vrouwen slachtoffer geweest van seksueel geweld, en ervaren 75% van de biseksuele vrouwen ongewenste opmerkingen.
Op een geleerde website lees ik het volgende: ´De associatie tussen biseksualiteit en promiscuïteit stamt van de negatieve stereotypering van de biseksueel als een mentaal of sociaal instabiel persoon voor wie een seksuele relatie met slechts vrouwen of slechts mannen niet genoeg is. (…) Zodoende bestaat er een sociaal stigma dat biseksuele mensen eerder vreemdgaan, dubbele levens leiden en geslachtsziekten zoals HIV/AIDS verspreiden.´
Biseksuele mensen zijn drie keer vaker psychisch ongezond en hebben ruim twee keer zo vaak last gehad van depressie als hetero's. De data komen uit het betreffende SCP-onderzoek komen uit 2020, voor de uitbraak van de coronapandemie.
Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat de situatie er ook daarna niet beter op is geworden. Met mij gaat het verder uitstekend. Misschien ook omdat ik al bijna 10 jaar vrijwillig geen seks meer heb gehad.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
PRINSES EN KONINGIN JULIANA NADER BEKEKEN
Tumblr media
Als mens kun je het niet zelf bepalen in welk nest je terecht komt. Waar je wieg staat, onder welk dak je geboren wordt. Wie je ouders zijn en welke jou familie is - je opent je ogen, doet een schreeuw en iedereen is blij om het nieuwe leven. Je groeit op en voelt je op je plaats waar je bent en wie je bent. Over het algemeen. Maar het kan tot frustratie leiden, afkeer en jaloezie. Waarschijnlijk was Juliana liever in een modaal gezin geboren in een rijtjeshuis in een doorsnee woonwijk. Dan in het onnodig veel kamers tellende paleis waarin ze meer dan een eeuw geleden het levenslicht zag. Haar zijn, doen en laten was toen al van tevoren uitgestippeld, zelfs wel voor zij tot leven kwam. Haar carrière lag op voorhand vast. Het kan makkelijk en veilig zijn dat je kostje gekocht is, maar het zal zeker in haar geval knellen als een te strak aangetrokken korset. Gekneld hebben als een te fijn uitgesneden mantelpak.
De prinses had graag sociaal werkster willen zijn en geen koningin, lees ik in het boek "De eeuw van Juliana", naamloos onder de mensen. Als geboren oranjetelg ligt dat echter allemaal anders en is er geen keuze mogelijk. Althans wanneer je voorbestemd bent de troon te bestijgen. De uitgave, samengesteld als catalogus bij een tentoonstelling in De Nieuwe Kerk Amsterdam over de mens Juliana, beschrijft de koningin die Nederlander met de Nederlanders was. Ze had in haar koninkrijk geen onderdanen, sprak liever van landgenoten. Zij was geen majesteit maar mevrouw. De afstand bleef zij ontkennen. Dat schetste haar leven en tekende haar koningschap.
Het boek vertelt veel over de buitenkant van haar bestaan, want de deuren van het paleis blijven toch hermetisch gesloten, ook nu nog. Door de uiterlijke pracht en praal te beschrijven in teksten van getuigen en te laten zien in een keur aan foto’s zet het boek de deur iets op een kier. De lezer kan naar binnen gluren en zien dat ook deze koningin maar een gewoon mens is. Hoewel gewoon in haar leven voor de doorsnee mens niet echt normaal is. Het is derhalve geen biografie, maar zet deze dame die geen koninklijke hoogheid wil zijn in een ander licht. Haalt haar uit het schemerlicht van de geheimzinnige privévertrekken van onder meer Paleis Soestdijk en Paleis Het Loo.
Tumblr media
Welhaast ieder facet van haar dagelijks leven krijgt verhaal. Pas in het hoofdstuk “Sprekend Juliana” waar het gaat over de door haar gebezigde Nederlandse taal en de dialoog in gesprekken, komt er iets naar boven over wie Juliana werkelijk is of beter was. De enigszins verlegen vrouw die pas uit de slof schiet wanneer zij de emotie toelaat. Op welke manier ze bijvoorbeeld onthouden wil worden: “Ik heb altijd het land gehad aan alles wat conservatief en ouderwets was.” Ze is gewoon, warm en menselijk. In toespraken, die veelal door anderen voor haar zijn geschreven in plechtstatige taal, is zij de geaffecteerd articulerende majesteit, maar in de gesprekken van mens tot mens is ze zichzelf en spreekt het standaard-Nederlands. Voor alles wil zij niet boven het volk staan; ze gaat makkelijk door de knieën en op de hurken voor een jonge zeehond. Hoewel ze haar afkomst lijkt te verafschuwen moet ze zich toch houden aan het protocol wat voor mensen in haar hoedanigheid is opgesteld. Dat doet ze ook zij het soms schoorvoetend en met enige niet zichtbare afkeer.
Tumblr media
Het boek Juliana is geïllustreerd met een groot aantal foto's. Beeldmateriaal dat haar van baby en kleuter via jong volwassene en vorstin tot prinses en oude dame laat zien. Het toont een tijdsdocument, het is een geschiedschrijving in afbeeldingen. Juliana is de moeder des vaderlands. Een koningin onder de mensen. Ze wil geen afstand en schept die ook niet met wat ze doet en waar ze voor staat. Het boek neemt de lezer mee op haar levensreis aan de hand van uiterlijke schijn, maar schijn bedriegt blijkt eens te meer. We zien de prinses en koningin in vooral hoogwaardige situaties, zoals buitenlandse bezoeken en binnenlandse aangelegenheden zoals prinsjesdag. Maar het meest aardige aan het boek is dat de lezer een kijk achter de schermen krijgt. De foto’s door de familie zelf gemaakt, die een meer ongedwongen pose hebben.
Tumblr media
Het boek begint met de meest belangrijke en gedenkwaardige jaartallen en data uit en in het leven van Juliana. Haar eeuw, die 95 jaar duurde, is er één van grote ommekeer. Het is een rumoerig tijdvak waarin de vrouwen meer te vertellen krijgen, de kunst op het gevoel gaat spelen, een industriële revolutie zich voltrekt. En er twee wereldoorlogen zijn, naast de vele schermutselingen die er tussen landen zijn en waar de zichzelf benoemde wereldheerser Amerika zich mee bemoeid. Na de tweede is er een koude oorlog, de muur valt en er is een eeuwwisseling. Maar door alle tijden heen houdt het koningshuis stand, hoewel er in verschillende decennia wel weerstand is tegen de veel gemeenschapsgeld opslokkende oranjes. Een divers aantal schrijvers, historici, biografen, onderzoekers en ervaringsdeskundigen leveren een bijdrage aan de teksten van het boek. Zo wordt Juliana van verschillende kanten bekeken en ontstaat er een totaalbeeld van haar leven in het openbaar en in mindere mate van haar intieme zijn.
Tumblr media
Het is het tijdperk van Juliana waar het boek van Uitgeverij WBOOKS en de tentoonstelling in De Nieuwe Kerk te Amsterdam mij mee naar toenemen. Het kon volgens de samenstellers worden gemaakt dankzij bijna 200 bijzondere en persoonlijke bruiklenen van de Koninklijke Verzamelingen Den Haag en Museum Paleis Het Loo. “Het boek is een meerstemmig levensverhaal van een koningin die verre van eendimensionaal was.” Ze had het zelf een idioot plan gevonden dat er een grote tentoonstelling aan haar gewijd zou worden. Want koningin Juliana moest niets hebben van persoonsverheerlijking.
Tumblr media
De objecten in de tentoonstelling en de foto’s in de uitgave spreken boekdelen, de levende verhalen halen Juliana terug uit de herinnering. Beide geven de gelegenheid om nader kennis te maken met de vrouw, de moeder, het staatshoofd en de mens achter het ambt van koningin. Zij die liefde bracht op de troon, meegevoel en vergevingsgezindheid. Dat was het land niet gewend na het krachtige leiderschap van Wilhelmina. Er kwam een warme deken over het koningshuis te liggen in de jaren dat Juliana koningin was. De warmte van die deken is nu te voelen in de tentoonstelling en met het boek. Niet alleen een must voor oranje verenigingen en -gezinden, maar zeker ook voor mensen die geïnteresseerd zijn in de Nederlandse geschiedenis.
De eeuw van Juliana. Diverse auteurs, onder redactie van Paul Mosterd en Pieter Eckhardt. Catalogus bij tentoonstelling De eeuw van Juliana, een koningin en haar idealen in De Nieuwe Kerk Amsterdam tot en met 10 april 2023. Uitgave WBOOKS, 2022.
https://wbooks.com/winkel/geschiedenis/20e-21e-eeuw/de-eeuw-van-juliana-een-koningin-en-haar-idealen/
0 notes
dagboekliesa3d · 2 years
Text
10/06/2019
- Het voelt nog steeds alsof ik moet kiezen tussen mijn huidig leven, volledig ingesteld op mij met gelukkige periodes maar ook periodes van zinloosheid, lusteloos en eenzaamheid, en tussen een leven waarin ik mezelf kan verbeteren maar dingen moet doen die ik niet wil of tegen mijn intuïtie ingaan, en die mijn leven even goed erger kan maken.
 - Ik zit ook nog met veel mentale blokkeringen, waarvan ik ga twijfelen of het niet gewoon angst is die ik moet overwinnen, bv als ik me inbeeld dat ik nieuwe mensen ontmoet, voel ik alleen maar afkeer en wantrouwen en moedeloosheid. Daartegenover zie ik mezelf wel snel een nieuwe relatie vinden mits ik mij onderwerp en aanhankelijk opstel. Misschien omdat dat de enige rol is die ik ken, en minder energie van me vergt, terwijl als ik naar een groep ga als gelijke, het voelt alsof ik dan niet er uit haal wat ik echt wil, nl. iemand die voor mij zal zorgen? Aan andere soorten relaties heb ik geen nood? Toch niet als ik zelf moeite moet doen (angst voor afwijzing) ten opzichte van iemand die al interesse toont in mij? Ik heb het gevoel dat ik mezelf moet tonen om meer kans te maken om snel vrienden te ontmoeten, maar dat voelt verschrikkelijk oncomfortabel. Zeker omdat ik maar weinig goeie ervaringen heb met mezelf tonen en de reacties er op. Ik heb zo’n schrik om geridiculiseerd te worden, omdat ik dat al mijn hele leven gewend ben. Ik heb zo’n schrik om dat opnieuw te beleven, die minachting. 
Ik wil wel een ‘steun-netwerk’ maar de stappen die ik daarvoor moet zetten HAAT ik enorm. Als ik nu een herinnering heb van 1 goede ervaring, maar geen van de kennissen die ik ooit had is uitgegroeid tot een steun, waardoor ik het gevoel heb die capaciteit niet te hebben om tot dat punt te komen? Of die mensen bestaan gewoon niet in Vlaanderen?
 Of alle contacten die niet geven wat ik nodig heb, kosten te veel energie en zijn de investering niet waard.
 Misschien moet ik eerst kleinere stappen zetten, maar ik voel dat die dan ook niet veel impact hebben of mijn angst minderen. Misschien moet ik eerst contacten opbouwen via internet opdat er eerst al een basisvertrouwen is.
 Misschien dat degene die me niet geven wat ik nodig heb, ook alleen maar voor frustratie en kwaadheid zorgen, waardoor ik afstand wil nemen. Misschien wil ik niet opnieuw met die frustratie geconfronteerd worden? 
- Ik weet ook niet meer wat ik van een relatie mag verwachten, wat is mishandeling, wat is non-empathie, wat is gezond en wat zijn onrealistische verwachtingen? Ik zou dan al iemand continu bij me moeten hebben die de ander zijn gedrag analyseert en het goed- of afkeurt.
 - Wat als ik alle relaties afmeet aan wat ik niet kreeg van mijn ouders, en alles wat daar niet aan voldoet, voelt voor mij niet als goed genoeg? Tenzij ik me volledig afhankelijk kan opstellen, als een kind.
 Misschien besef ik diep vanbinnen dat nieuwe mensen me niet het gevoel gaan geven dat ik nodig heb, en het daarom al op voorhand opgeef
. Bestaat dat hier in Vlaanderen überhaupt, een support network? Ik zou dit kunnen vinden bij steungroepen, maar dat bestaat hier amper.
 - Ik weet ook niet of ik me ooit ga durven tonen ipv op de achtergrond te blijven. Misschien is dat iets wat ik zou willen maar niet zozeer de nood aan heb?
 > veel gedachten en gedragingen doe ik omdat ik het gewend ben, maar iets anders proberen gaf me vaak maar weinig voldoening (behalve creatieve opdrachten ten dienste van iemand) en hoe minder positieve ervaringen, hoe minder ik nog moed heb om de stap te zetten van iets nieuws te proberen.
 - Misschien ben ik ook zo gewend aan continue prikkels en chaos en verandering, dat ik de druk voel om nieuwe dingen te ervaren of te proberen. Misschien wil ik echt rust maar voelt dat heel oncomfortabel (en geraak ik depressief omdat ik niet productief bezig ben door de boodschap waarmee ik opgegroeid ben (“ik ben waardeloos als ik niets doe”)
 - Ik wil iemand die mij onder zijn vleugel neemt, en niet minder dan dat. (Of omdat ik enkel dat gewend ben, en dat mij voldoening geeft)

0 notes
feliksvg · 3 years
Note
In mijn vriendengroep ging een tijdje honingbijtje en schatjepatatje rond, voornamelijk omdat ik extreem veel fysieke pijn ervaarde iedere keer dat ik dat hoorde
Honingbijtje is een woord waar ik net achterkom dat ik fysieke afkeer van heb. Schatjepatatje kan nog wel maar alleen als iemand uit t noorden van nederland me zo noemt. In het zuiden zeggen we friet en een noorderling uit het zuiden is niet te vertrouwen. 4/10 en een 7/10 respectievelijk
4 notes · View notes
Text
“sinds wanneer heb jij zo een afkeer van mensen?” - de vraag die mij deed realiseren dat ik de grootste afkeer had gekregen voor hetgeen dat mij daarvoor zoveel voldoening gaf
2 notes · View notes
geletterderotzooi · 3 years
Text
mijn leven is veranderd en wat een geluk.
ik kijk naar mijn lijf en ik moet geen fragiel bundeltje beenderen meer zijn.
ik kijk naar mijn lijf en ik gun het om gezond te zijn. het mag genieten van snacks op uren dat daarvoor verboden waren of van maaltijden groter dan dat ik me al die jaren heb toegelaten en het is oké dat ik daarom terug een buikje krijg of dat mijn billen elkaar raken als ik op een stoel zit.
maar nu is het 5u ‘s nachts en ik krijg de spanning niet uit mijn kaken.
ik luister naar hoe het onweer perfect representeert wat er in mij omgaat.
een ontembare chaos aan gevoelens die te groot zijn voor mijn persoon en een overweldigend golf aan pijn. want al die tijd dacht ik dat ik op dit punt mijn lijf en mezelf terug graag zou zien.
maar ik kijk in de spiegel en zie als een akelige film alles waar dit lijf is doorgegaan. ik wenste dat ik er empathie voor zou dragen en geen afkeer zou voelen. maar mijn lijf maakt het onmogelijk voor me om te vergeten dat ik nachtmerries heb geleefd die mijn identiteit en intimiteit hebben verwoest.
mijn leven is veranderd en wat een geluk, maar god het is nog nooit zo goed en slecht gegaan op hetzelfde moment
5 notes · View notes
worship-my-body · 3 years
Note
Als je op schoot zit natuurlijk 😆
Ik heb een sterke afkeer voor fantasieën van mensen die ik niet ken met (fysieke) interactie met mij, geprojecteerd op mij alsof ik graag mee zou doen. Fantaseer er lekker op los, maar hou het dicht bij jezelf alsjeblieft 😅
3 notes · View notes
raadzaam · 4 years
Text
tiny essay
Ik heb me voorgenomen Tumblr weer actiever te gebruiken, dit maal voor teksten, teksten hier schrijven, en het gevoel hebben dat het openbaar is, is toch anders dan een google doc dat met niemand gedeeld is. Ook al zal het hier ook maar door wellicht 3 mensen gelezen worden. Er is een grote twijfel over wat er komt na afstuderen. Ik studeer fashion, een 4 jarig hbo, waarschijnlijk een master, na een korte pauze (jaartje, zoiets). Omdat ik geen idee heb wat mijn plek kan worden in een werkveld waar al te veel mensen zijn. Zoals zo veel creatieve sectoren.  De mode industrie lijkt op dit moment te bestaan uit freelancers, mensen die bereid zijn tot samenwerken. Fotograven en ontwerpers die alleen kunnen bestaan door stagiaires. Die een pretentieuze elitaire houding aannemen waardoor ze heel wat lijken en men vreselijk graag hun stagiair/ onbetaalde assistent wilt zijn. Om een deel van het creatief proces van dichtbij waar de nemen.  Hoe overleef je in een wereld waar kleine net beginnende merken geen geld hebben om al hun werknemers te betalen en waar grote wereldwijde massa bedrijven al het geld lijken te hebben. Gratis werk aannemen tot je een baan krijgt bij een van deze Franse mode huizen? Is dit dan de definitie van succes? Deze positie zal geen creatieve vrijheid hebben, het is een bedrijf, iedereen zijn eigen taak/functie/ budget/ loonstrook. Wat zal welk seizoen verkopen, en natuurlijk veel seizoenen, 4 tot 6 shows, elk jaar weer. Een functie/ project waar je creatieve vrijheid bewaard kan worden, maar deze zijn onderbetaald. Het zou een voorrecht zijn om creatieve vrijheid te hebben in plaats van voor iemand te werken. Omdat deze vrijheid bewaard word hoef je niet betaald te worden? toch? Hoe vaak moet je assistent of stagiaire zijn voor je het vertrouwen hebt gewonennen van een galerie of tijdschrift om je te betalen voor je werkzaamheden? Ik denk dat alle kunststudenten een afkeer hebben voor het vooruitzicht op een 9 tot 5 baan, een angst voor deze sleur ver voordat hij begonnen is. Dit is deel van de rede dat ze voor deze studie gekozen hebben. Een afkeer voor een systeem. Ik vraag me nu af wat het alternatief is.  Ik hou van mode, niet van het systeem. Wat is het doel voor de recente toekomst? Welke lessen/studies/ stage plekken zijn nodig om hier te komen? Ik wil een creatief collectief beginnen, met vrienden in een antikraakpand/ atelier zitten. Werk maken, ruimte voor alles. Dit samen brengen en een poging doen het op een fashionweek te presenteren. Maar hoe is hier geld voor, wie heeft hier behoefte aan? er zit een charme in zelfstandig zijn, een zelfstandige kunstenaar, een solo expositie, een ontwerper die zijn eigen show kan hebben etc. etc. een subsidie cultuur die de Nederlandse kunst sector beïnvloed accepteert beeldend kunstenaars zelfstandig te zijn, maar designers in een collectief te werken. Oké, oké, werkt voor mij. Er zijn subsidies, een manier om aan geld te komen om dit alles te realiseren. Subsidies geven de misvatting dat kunst functioneel en verheffend moet zijn. Want dat is wat je cultuurfondsen moet vertellen om in aanmerking te kommen voor het geld. Op welke manier jou werk verheffend is, waarom mensen die nodig hebben. Maar, kern van het verhaal, dat is het niet. Men heeft het niet nodig. Een kunstenaar is egocentrisch en maakt altijd voor zichzelf. Het is aan de mensheid hem/haar te vertrouwen. Al het werk is een opening van de ziel van de maker. De toeschouwer kan zich hier misschien wel/ misschien niet toe verhouding, zichzelf in herkennen en geraakt worden. Dit zou nooit het doel moeten zijn, dat is niet hoe kunst werkt. kunst ontstaat in een impuls niet volgens een plan en structuur. Impulsen die dichtbij pure emoties zitten. Bij de aanvraag voor een subsidie word alles omgedraaid. Ik vind mezelf in een kleine existentielekrisis over wat kunst nu eigenlijk is. Wat mijn werk waard is in een groter geheel en wat daarmee het doel is. (dat terwijl ik nog niet eens mijn eerste subsidie aanvraag heb ingediend voor eigen werk). Dit zijn de dingen waar ik aan denk ik een stage periode tijdens een lockdown. Ik loop geen stage, ik bevind me niet in het werkveld waar ik mezelf kapot zou moeten rennen op de set van een mode fotograaf of in het atelier van een frans mode huis dat me wilde hebben, ondanks de grote aantallen aanmeldingen. Nee, ik zit thuis, werk vanaf mijn huiskamer aan een eigen project en de styling voor een kleine film. afwachtend of deze filmmaker een subsidie krijgt, want dan weet ik mijn budget voor de styling. kortom, te veel tijd om na te denken. Ik overweeg dit geratel over mijn toekomst plannen in mijn stage formulier te zetten. Helaas is dat niet wat ze verwachten te lezen in zo’n document. wat ze willen weten is wat mijn stage bedrijf maakt, voor welke doelgroep, waarom ik bij hun stage wilde lopen en welke skills ik verbeterd heb. Ik weet dit allemaal niet, maar ik denk ook niet dat ze het zelf weten.
3 notes · View notes
betoverheks · 6 years
Text
Vanmorgen zit ik op mijn matje. Een enorme boeddhistische bel staat naast me. Een sliert wierook kringelt naar het plafond. ‘Moge ik vreedzaam, gelukkig en licht zijn in mijn lichaam en geest,’ zemel ik sereen voor me uit. Snel geef ik een flinke ram op mijn geweldige klankschaal. ‘Boingginggononggg!!!!!!!’ Adem in, adem uit.
Godkolere. Ja, laat ik vooral licht worden. Ik ben al dagen loodzwaar van de vijfhonderd kilo kouwe stenen, die me onlangs in de maag zijn gesplitst. Knollen voor citroenen. Keiharde koude kutknollen.
‘Moge ik veilig zijn en vrij van onrecht,’ zucht ik vervolgens zachtjes. Tranen prikken achter mijn ogen. Veilig voel ik me geenszins. Een diep gevoel van onveiligheid woont gestaag in mijn maag. Belet me regelmatig om te eten. Wil van geen wijken weten.
Veiligheid is me altijd vreemd geweest. Trots hield me overeind. Gewend aan onveiligheid, blind voor gevaar, raak je nu eenmaal gemakkelijk alles kwijt. Pas vrij recent realiseer ik me dat ik op sommige vertrouwde plekken beter niet kan komen.
Dat familiebanden niet per definitie garant staan voor veiligheid en bescherming. Dat bepaalde dierbaren zelfs levensgevaarlijk voor me zijn. Omdat ze rare feestjes geven, waar mensen op af komen, die pillen in je drankje gooien bijvoorbeeld. Omdat ze dat dan vervolgens grappig vinden.
‘Moge ik vrij zijn van woede, conflict, angst en vrees,’ mompel ik er achteraan. Nijdige Berenklauw schiet alweer dagenlang als paddenstoelen uit de grond van mijn hart. Verziekt mijn innerlijk landschap. Een kudde Sangha-schapen graast zich een slag in de rondte om het tij te keren. En dan de angst. Altijd maar zorgen om de dag van morgen.
Ik adem in en uit. In en uit. Een glimlach krult vanzelf om mijn lippen. Ik wens mezelf echt vrede en liefde toe. Ik zie mezelf gelukkig en vrij, zoals ik me in Plum voelde. Gezien en geliefd. Verbonden. ‘Moge het zo zijn……’ lispel ik verheugd.
‘Moge ik leren naar mezelf te kijken met ogen van liefde en begrip,’ ja, dat is wel nodig ja. Ik zit mezelf teveel op mijn kop de laatste tijd. Boos om mijn naïviteit. Nijdig, dat ik me nog steeds in de kaart laat kijken. Dat ik nog altijd voer voor narcisten ben.
‘Het is absoluut geen slechte eigenschap, Heksje, om van mensen te houden en hen te vertrouwen. Het gaat alleen niet op bij de narcistische medemens. Daar kun jij niks aan doen, die hopeloze bevolkingsgroep bestaat nu eenmaal. Misschien ben jij zelf wel een enorme narcist in je volgende leven….. Dan hoop je ook dat er mensen zijn met genoeg liefde in hun hart om jou niet te haten om je vreselijke gedrag……..’
‘Moge ik in staat zijn de zaadjes van liefde en vreugde in mezelf te herkennen en ze aan te raken,’ murmelt Heks. Nou, dat lukt me prima. Goddank. Zotte zaadjes zat. En vrolijke blije eierzaadjes. Luchtige lachzaadjes. Zompige zwoele sekszaadjes ook, maar die hebben al lang geen water gehad…..
Moge ik leren de oorzaken van woede, begeerte en misleiding in mezelf te herkennen….’ Zo. Moeilijke materie, maar niet onbelangrijk. Zolang ik overgeleverd blijf aan mijn kwelgeesten, omdat ze op de juiste knopjes drukken kom ik geen stap verder. Dus waar zitten die knopjes? En hoe zijn ze ontstaan?
De zinsnede ‘Moge ik weten hoe de zaadjes van vreugde in mezelf te voeden, elke dag opnieuw,’ tovert een lach op mijn gezicht. Hiervoor heb ik het perfecte recept: Men neme 7 katten en een hondje. Woon ermee in een heksenhuisje. Wandel zo vaak mogelijk met je viervoetige vriend en een incidentele kat. Knuffel je suf met je diergaarde. Speel elke dag circus in je woonkamer…….
‘Moge ik in staat zijn om te leven met een frisse, stabiele en vrije geest,’ spreekt vanzelf. Ongelofelijk belangrijk, die vrije geest. Heks is bereid te sterven voor haar vrije geest. Ik ben al vaak voor gek verklaard of vervloekt, vanwege die vrije geest. Ik wil geen concessies doen aan die vrije geest. Mijn geest mag dansen.
‘Moge ik vrij zijn van gehechtheid en afkeer, maar niet onverschillig zijn,’ is dan weer zo’n zinnetje, waar ik weken op kauw. Ik ben namelijk enorm gehecht aan bepaalde mensen, waar ik tevens een afkeer van heb.
Huh? Ja, dat is echt mogelijk. Mensen, die je lief zijn, maar die wel bij voortduring het mes in je ribben jagen. Geliefden voor wie liefde macht is en controle. Beminden, die je het liefst over hun graf heen onder de plak zouden willen houden.
‘Moge ik vrij zijn van gehechtheid en afkeer,’ lispel ik nog maar eens een keertje. Vooral die afkeer zit me dwars. Ik kots namelijk van bepaalde zaken. ‘Moge ik zonder afkeer zijn,’ diepe zucht, ‘maar niet onverschillig.’
Nooit onverschillig zijn. Het laatste zinnetje raakt me diep. Soms lijkt diepe onverschilligheid  de enige emotie, waarmee ik de spoken uit mijn verleden kan bezweren. Maar je hebt voornamelijk jezelf ermee. Een afgevlakt hart kan nooit meer vlammen. En Heks wil vlammen.
Ik wil als een Feniks uit mijn as herrijzen. Een nieuw leven. En dat begint vandaag.
Feniks: Vogel van de zon…..
Wanneer de ziel er klaar voor is om haar vleugels uit te slaan, wordt zij diep gereinigd en gezuiverd en bereidt zij zich voor op nieuwe niveaus van spirituele wijsheid, kracht en licht. Net zoals de Feniks die door het hemelse vuur gedoopt werd om opnieuw te worden geboren, ga jij ook door eenzelfde fase van hemelse zuivering, voorbereidingen en initiatie. Dit is een vergevorderd stadium van groei van de ziel en spoedig daarna zul je genieten van een grotere spirituele vrede, goddelijke kracht en vooruitgang op je goddelijke levenspad. Kwan Yin, Dochter van de Feniks, is door het vuur gegaan, zowel geestelijk als lichamelijk, en heeft een vorm van grote spirituele vrede bereikt, kracht en autoriteit. Ze leidt je nu om je bewust te worden van je wedergeboorte en de hogere staat waarin je je nu bevindt.
Metta meditatie: Oefening baart kunst. Heks zit op haar kussentje verwoed te praktiseren. Godkolere. Ik moet nog heel veel leren. Maar later diezelfde dag zit ik zingend op mijn fiets. Haken doen me niets. Deze vis zwemt blij voorbij…….. Vanmorgen zit ik op mijn matje. Een enorme boeddhistische bel staat naast me. Een sliert wierook kringelt naar het plafond.
0 notes
Text
Voor Iedere Morgen Dien God als een priester Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon  "Voor Iedere Morgen" Daarna laat Hij mij de hogepriester Jozua zien, die voor het aangezicht van de Engel van de HEERE stond. Zacharia 3 vers 1 In Jozua, de hogepriester, vinden we een beeld van ieder kind van God, dat bij het hart van God is terug gebracht door het bloed van Christus, en geleerd heeft om als een priester te dienen voor God. Hij weet wat het is om in te gaan in het heiligdom. Jezus heeft ons gemaakt tot koningen en priesters voor God. Zelfs hier op aarde oefenen wij het priesterambt uit van een toegewijd leven, en een heilige dienst. Maar van Jozua wordt gezegd dat hij stond voor het aangezicht van de Engel van de HEERE. Het betekent dat hij steeds klaar stond om te dienen. Dit moet de voortdurende houding van de oprecht gelovige zijn. Elke plaats is nu een tempel van God, en Zijn kinderen kunnen Hem net zo goed dienen in hun dagelijkse bezigheden als in Zijn huis. Zij brengen de geestelijke offers van lof en gebed, en zij geven zichzelf als een levend offer. Let ook eens op de plaats waar Jozua stond om te dienen. Het was voor de Engel van Jehova. Alleen door een Middelaar kunnen wij, arme en zondige schepselen, priesters van God worden. Ik breng wat ik heb voor de Engel van het verbond, de Heere Jezus, en door Hem vinden mijn gebeden , die in Zijn gebeden worden opgenomen, de toegang tot God. Mijn lofzangen worden aangenaam voor God, omdat zij gemengd worden met de mirre en aloë uit de tuin van Christus. Als ik Hem niets dan tranen kan brengen, zal Hij ze met Zijn eigen tranen in Zijn fles bewaren, want Hij heeft ook gehuild; als ik Hem niets kan brengen dan mijn zuchten en klagen, zal Hij ze toch als een aangenaam offer aannemen, want Hij Zelf was eens gebroken van hart, en verslagen in Zijn binnenste. Ik sta daar in Hem, en word in de Geliefde aangenomen. Al mijn bedorven werken, die eigenlijk Gods afkeer opwekken, worden zo aangenomen, dat het een liefelijke reuk voor God is. Hij is tevreden, en ik ben gezegend. De positie van een Christen is dus: een priester, staande, voor de Engel van de HEERE.
0 notes
peterpijls1965 · 2 years
Text
Tumblr media
Het beestmens D. slikte 9 pillen per dag
In 2014 schreef ik over de kickbokser en bodybuilder D., met wie ik samenwoonde in een beschermde woonvorm. Hij was het vleesgeworden agressieprobleem.
Nu ik in een revalidatiekliniek met bionische benen heb leren lopen, ben ik neergestreken in een beschermde woonvorm. Daar wonen mensen die te gestoord zijn om helemaal zelfstandig wonen, maar ook niet gek genoeg zijn om permanent te worden opgeborgen in een gesloten afdeling.
Ik, zei de gek, woon hier omdat ergens in de krochten van mijn DNA is vastgelegd dat ik talent heb voor een bipolaire stoornis, in combinatie met een behandelde alcoholverslaving.
Dat ik het tot mijn 42ste heb kunnen uitstellen om van de psychiaters die diagnose te krijgen, beschouw ik als de grootste prestatie van mijn leven. Want ik wist al heel lang dat ik niet spoorde, maar aangezien ik een instinctieve afkeer had van psychiaters en pillen, medicaliseerde ik mezelf met aanzienlijke hoeveelheden alcohol en drugs om de gekte binnenboord te houden, wat tot op zekere hoogte nog lukte ook.
Ik probeerde de gang naar de psychiater zo lang mogelijk uit te stellen omdat ik voorzag wat me te wachten stond: diagnose, gevolgd door pillen om de symptomen te onderdrukken, met als doel de patiënt weer tot sociaal wenselijk gedrag te dresseren. Want er bestaat niet een psychiater, niet een pil, die een psychiatrische patiënt werkelijk kan genezen, al zijn er maar weinig psychiaters die dat hardop durven toe te geven. Het is de meest machteloze beroepsgroep ter wereld.
Ook in een beschermde woonvorm worden patiënten massaal gesedeerd met medicatie. Soms lijkt daar reden toe. Vorige zomer, voor ik werd opgenomen in een revalidatiekliniek, woonde ik in een beschermd huis samen met D., een vroege dertiger. D. was behept met drie vermoede stoornissen: borderline, autisme en schizofrenie, in combinatie met een explosief agressieprobleem.
Nooit eerder ontmoette ik een mens die zo voorbestemd leek om op een dag te veranderen in een moordmachine. Dat dat niet gebeurde, kwam omdat D. dagelijks met 9 verschillende soorten pillen in bedwang werd gehouden. Toen dat nog niet gebeurde, en D. zijn gekte en razernij dagelijks opstookte met cocaïne en amfetamine, maakte hij er een sport van om op regelmatige basis en zonder noemenswaardige aanleiding mensen in elkaar te slaan, hetgeen hem op diverse veroordelingen voor openlijke geweldpleging kwam te staan.
Niet zonder trots toonde D. me de littekens op zijn hoofd. Hij was zo’n jongen die zijn toch al geblokte lichaam in de sportschool tot massieve proporties had opgepompt. En in de kickboksring had hij geleerd hoe een medemens zo efficiënt mogelijk tot moes te slaan en te schoppen, vaardigheden die D. niet naliet op straat en in de kroeg te etaleren. Vergeleken met D. is Badr Hari een mietje.
Aldus veranderde het leven van D. in een orgie van zinloos geweld. Alleen de politiecel, de gesloten afdeling en de separeer hielden hem tijdelijk in bedwang. Toen ik hem leerde kennen, in het beschermde huis, was D. nog altijd een tijdbom, die alleen maar niet tot ontploffing kwam omdat de psychiaters, die loopjongens van de farmaceutische industrie, hem met kolossale hoeveelheden antipsychotica, slaappillen en kalmerende middelen in bedwang hielden.
Ondanks zijn paranoïde wereldbeeld zag hij me als een vertrouweling. Hij noemde me ‘de geleerde’, omdat ik, dit in tegenstelling tot hem, goed had leren lezen en schrijven. Hij was bezig zijn levensverhaal op papier te zetten, en hij wilde dat ik hem daarmee hielp. Toch deinsde hij er telkens voor terug mij zijn probeersels te laten lezen, en ik denk dat ik wel weet waarom: zijn zeer beperkte woordenschat moet het hem onmogelijk hebben gemaakt zijn gevoelens en ervaringen samenhangend op papier te zetten.
In de ogen van veel mensen zal D. niet veel meer zijn dan een redeloos, gestoord beest. Toch ontmoette ik zelden eerder zo’n gevoelige, kwetsbare kerel, die met zijn beperkte verstand en idioom dag in dag uit dappere pogingen deed het bestaan te begrijpen en met zichzelf in het reine te komen. “Geleerde”, sprak hij me dagelijks aan. “Die pillen zijn in m’n immuunsysteem gekropen. Het zijn harddrugs. Ze proberen me te vergiftigen.” Ik denk dat D. het haarfijn begreep.
0 notes