#abbey fouts

[maddiegoldbeck]

[fdib]

New Face: Abbey Fouts

Even if we're strongly focusing on the show season at the moment, we won't overlook brand new faces capturing our eyes. Yes, we may have less time to do the research work right now but that doesn't mean we can't see potential when we see it. Our relentless quest is not about to stop, meet Abbey Fouts today!

Spotted at Divide Management, Abbey immediately caught our attention with some recent tests then her digitals confirmed the first impression we had. Definitely some natural skills for modeling that, with a little training and development, could turn into some real power. We'd be glad to witness this.

[doldriest]

Deel 2 van het reisverslag van onze vakantie in het wonderschone Ierland.

Zondag 22 juli 2018

Wat worden we toch verwend door de B&B hostess. in Shannonbridge. Ze heeft zelfs lactosevrije boter, melk en roomkaas voor me gehaald, zo lief! Na een dankbare hug laden we de koffers in de auto en rijden naar de kloosterruïnes van Clonmacnoise. Victor heeft deze vakantie –zoals alle vakanties– weer uitmuntend voorbereid. De routes die we willen rijden zijn grotendeels al in de Garmin voorgeprogrammeerd, zodat hij zich op de weg kan concentreren en ik waar nodig aanwijzingen geef. Wat een man! ❤

Het klooster van Clonmacnoise ligt aan rivier de Shannon en stamt uit 545 en bestaat uit zeven kerken, een ronde toren, high crosses (rijkelijk gedecoreerde stenen kruizen) en een kathedraal met een fluisterdeur.  Melaatsen konden zo buiten blijven staan en werden toch gehoord bij het biechten… met de priester op veilige afstand. In de 11e eeuw leefden en werkten maar liefst 1.500 tot 2.000 monniken en ambachtslieden bij Cluain Mhic Nóis.

Onze volgende stop is Roscommon Castle, gesticht in 1269. Vroeger een belangrijke plek, maar de vele belegeringen en aanvallen hebben hun sporen achtergelaten: alleen de buitenmuren staan nog overeind. Aan de binnenkant is er alleen een groot goed onderhouden grasveld. Het is een aangename plek om tot rust te komen en te luisteren naar stemmen uit het verleden. Ook kun je een bezoek brengen aan het Loughnaneane Park en Playground, een 14 hectare groot recreatiegebied.

De Garmin brengt ons feilloos naar onze volgende bestemming: Galway. Ja precies, waar het meisje van Ed Sheran woont. 😉 Maar wat een avontuur om de accommodatie te vinden! We volgen de aanwijzingen van verhuurder Pat op, eerst per e-mail en dan per WhatsApp. Pat stuurt ons twee foto’s van de parkeergarage waar we moeten zijn en na een kwartier onverrichter zake rondrijden, stap ik uit en loop met Victor’s gms in de hand, zoekend naar de poort van de foto. Ernaast zou een brievenbus moeten zijn met daarin de sleutels van het appartement. Ook hebben we een toegangscode.

De parkeergarage blijkt om de hoek te liggen, een eindje van de drukke straat af. Hij is afgesloten met een zwaar hek, geflankeerd door een kleinere poort. Ik loop terug naar onze auto en dirigeer Victor erheen. Intussen speur ik de omgeving af naar de brievenbus. Ik kijk in poortjes, steek mijn hand tussen tralies door en tast in het rond, trek aan het hek, rammel aan deuren en probeer een metalen luik te openen. Tevergeefs. Terwijl Victor wacht, loop ik terug naar de straat en steek daar mijn hand lukraak in alle brievenbussen die ik tegenkom, maar dat levert niets op, behalve zwarte handen en gedachten aan spinnen. Ik voel me aardig voor gek lopen. Bij een deur met het juiste huisnummer bel ik aan. Niets. Ik toets de code in het paneel in. Ook niets. Gefrustreerd loop ik terug naar de afgesloten parkeergarage.

Daar komt net een knul door het zijpoortje naar buiten! Ik been langs hem heen naar binnen en vraag of hij weet waar we naar toe moeten. Hij vertelt dat ik waarschijnlijk de trap van de parkeergarage op moet. Op het zelfde moment komt een auto door de poort naar buiten, en ik fluit en gebaar naar Victor. Hup, gauw naar binnen, rijden met die hap!

Inmiddels heeft mijn vriend de onzichtbare Pat aan de telefoon en we worden naar de juiste parkeerplek geloodst. Een interne lift brengt ons naar een hogere verdieping, en daar vinden we dan eindelijk ons appartement. Het blijkt een flat aan een galerij aan een binnenplaats te zijn. Dat had onze Pat helemaal niet verteld, dit hadden we nooit kunnen vinden! Ik steek wederom mijn hand door de brievenbus en kijk, eindelijk vind ik een zakje met sleutels erin, vastgebonden aan de klep. Gelukt!

De kamer heeft een bed, twee ramen aan de kant van de Galway haven, een kleine douchekamer en een huiskamer beneden. Plus een wasmachine in de keuken! Daar maken we dankbaar gebruik van.

Maandag 23 juli 2018

De volgende ochtend ontbijten we in een knus zaakje: warme maispannenkoek, een kleine vegan burger en een spiegelei, met groene jasmijnthee erbij. Victor bestelt een Spaanse omelet met pepermuntthee. Er hangen kunstwerken aan de muur, en met name die van Marilyn Monroe en Nelson Mandela vind ik prachtig!

Galway is een heerlijke plaats. Levendig, toeristisch, druk, gezellig. Lekkere wijn. We slenteren door de stad en drinken een biertje in een pub. Ik knoop een gesprek met mijn buurman aan en vraag hem hoe ik moet proosten in het Iers. Keine Ahnung, zegt hij, ich komme aus Deutschland. Proest, nou ja zeg. Pat, die inmiddels in zijn huis gearriveerd is, vertelt dat het ‘Sláinte’ is, oftewel gezondheid. Victor en ik genieten vooral van de muziek op straat, waar het gezellig druk is.

  Dinsdag 24 juli 2018

Een bezoek aan Ross Errilly Abbey levert de volgende sfeervolle beelden op:

De desolate sfeer binnen de abdij en de vele verlaten doorgangen, binnenplaatjes, kamers en bogen werken op me in. Het is stil, en de wolken werpen schaduwen in hoeken en nissen. Ik roep Victor en blijf aan zijn zijde. Straks verdwaal ik immers nog! V-man schudt lachend zijn hoofd en begeleidt me veilig terug naar de auto.

Het is een prachtige dag vandaag, behalve op eetgebied. We gaan lunchen in een resort langs de kant van de weg. Het café kan me geen geschikte maaltijd garanderen, maar in het restaurant moet dat zeker lukken. We beklimmen de trap en komen in een zeer chique hotel terecht. Het menu draagt dan ook een fiks prijskaartje. Soep dan maar, met zelfgemaakt brood. De ober gaat persoonlijk naar de keuken om te vragen of ik de soep kan eten en komt terug met de verheugende mededeling dat de soep absoluut lactosevrij is. We gaan zitten, en al snel krijg ik brood aangeboden. Met roomboter. Teruggestuurd, alleen brood please. Even later arriveert de soep, en het blijkt een overheerlijke pompoensoep te zijn. Ook het brood smaakt fantastisch, en ik vraag nieuwsgierig naar het recept. Nou, begint ze enthousiast te vertellen, we gebruiken geen gist maar karnemelk. Ik onderbreek haar. ‘Excuse me, did you say buttermilk?!’ En ja hoor. Ik trek bleek weg, grijp mijn tas en gooi er drie capsules in. Sjesusmina zeg. De schade blijkt mee te vallen en we kunnen zonder veel ongemak verder.

We rijden door het adembenemende en wonderschone landschap van Connemara, het mooiste tot nu toe. Fantastisch! Ik weet niet waar ik moet kijken en zuig alles als een spons in me op. Groen, groener, groenst. Heuvels en meren, witte wollige schapen met zwarte koppen. Man man man, wat is het hier mooi. We stoppen aan de kant van de weg en ik dwaal door het landschap in een groene cocon van Ierse schoonheid. ❤

Bijzonder mooi is het uitzicht vanuit de Doo Lough pas — helaas een schril contrast met de tragedie die in deze vallei plaatsvond tijdens de grote hongersnood in 1849. Honderden verzwakte en uitgehongerde mensen moesten zich wegens een fout van twee functionarissen van de Poor Law Union 19 kilometer ten zuiden van hun woonplaats Louisburgh melden om te verfiëren dat ze nog steeds voedselhulp nodig hadden. Ze liepen een groot deel van de nacht en de dag daarop in barre weersomstandigheden. Later werden de lichamen van zeven mensen, waaronder vrouwen en kinderen, op de weg tussen Delphi en Louisburgh ontdekt met uitzicht op de oevers van het Doolough-meer. Nog negen kwamen nooit meer thuis. De plaatselijke folklore beweert dat het totale aantal dat omkwam veel groter was. Heel triest.

Niet lang voor sluitingstijd komen we aan bij de Kylemore Abbey & Victorian Walled Garden bij Clifden, sinds 1920 thuisbasis van de benedictijnse nonnen. Het grote landgoed omvat een abdij met gerestaureerde kamers, een Victoriaanse ommuurde tuin met prachtig gerestaureerde tuingebouwen, een gotische kerk en wandelpaden die door de bossen en langs het meer leiden.

Om half zeven ‘s avonds komen we bij Heather’s Lodge aan. De ontvangst is enthousiast en de kamer is goed, met een prachtig uitzicht over het Connemara groen. We hebben een lekker ontbijt in het vooruitzicht (buffet en scrambled eggs with salmon).

Wat later lopen we naar het centrum van het dorp; 200 meter langs een smalle drukke weg zonder trottoir is altijd spannend. Regelmatig stappen we in de berm om de auo’s te laten passeren. Dan een zijpad in en in volle vaart bergaf naar een pub met live music.

Zoals gewoonlijk neem ik het menu door met de ober/barman, en mijn keus valt op kipfilet met frietjes en salade. Nog een keer nagevraagd of er geen boter wordt gebruikt, maar dat is niet het geval. Het gevogelte is sappig en lekker. Met argusogen bekijk ik het spul waarin het gebakken is. Olie, hoera. Na nog een paar happen proef ik echter roomboter. Voorzichtig snijd ik verder en ja hoor: de kipfilet is gevuld met kruidenboter. Teleurgesteld smijt ik mijn vork neer. Eten is hopeloos vandaag. De barman komt kijken en haalt de kokkin erbij. Helaas is er niks meer aan te doen, maar ze gaan vanavond nog de allerenenkaart aanpassen. Gelaten eet ik de Ierse ‘chips’ op en luister met veel plezier naar de live muziek. Een man van 82 op gitaar, een van 67 op de banjo en fluit, en later ook nog een knul van een jaar of 16 op de accordeon. Wat maken ze gave muziek!

Twee kleine meisjes gaan Riverdance-style dansen, en vlak voordat we weggaan springt een jonge vrouw op en doet ook spontaan mee. Haar blote voeten stampen op de grond, iedereen klapt en heeft de grootste lol. Een oude man staat ook enthousiast op, danst en zingt een nummer. Dit is Ierland. Dit is LEUK!

Helaas kan ik de filmpjes niet bewerken, anders had ik ze ingekort.

    Lees ook:

Impressie van Ierland – deel 1

de reisblog van mijn partner:  Volg mijn reis, Ierland 2018.

Impressies van #Ierland - deel 2 van mijn #reisverslag, met veel foto's van dit prachtige land. | #foto #fotografie #reizen Deel 2 van het reisverslag van onze vakantie in het wonderschone Ierland.

[rollingstonemag]

Un nouvel article a été publié sur https://www.rollingstone.fr/liam-gallagher-il-ny-a-plus-dicone-rock-interview/

Liam Gallagher : "Il n’y a plus d’icône rock"

Avec Why Me ? Why Not, le plus jeune des frères Gallagher confirme son talent en solo et sa foi en l’avenir… sans tout à fait oublier le passé. Interview 

Enregistré entre Los Angeles et Londres (notamment à Abbey Road pour les cordes), Why Me ? Why Not est dans la même veine que son prédécesseur As You Were : du pur rock british variant les tempos et les humeurs et sans aucune volonté de coller à l’air du temps. Tant mieux, Liam Gallagher ne se trahit pas et s’avère fidèle à lui-même. Tout comme durant cet entretien. La veille, il annulait toute sa promotion parisienne (on le soupçonne d’avoir voulu profiter des charmes de la capitale) pour finalement accepter de rester le lendemain afin d’assurer les interviews. Ce qu’il fera avec bonne grâce. Après tout, il a de l’actu à revendre : l’album, certes, mais aussi les documentaires Supersonic, sur l’épopée Oasis, récemment diffusé sur Arte, et As It Was, uniquement consacré à, Liam, sorti avant l’été dans quelques salles britanniques. Évidemment, la langue de bois est proscrite. Du « fookin’ » à chaque réplique, des traits d’humour parfaitement cynique mais aussi de l’émotion. Avec l’âge, Liam deviendrait-il sentimental ?

Tout d’abord, pourquoi ce titre, Why Me ? Why Not ?

Liam Gallagher : Il est positif, court et direct. As You Were l’était aussi. Et les titres d’albums de John Lennon. Et sur un T-shirt, ça claque. Mais ça a du sens. Pas comme ce genre de groupe qui s’appelle 1975. Sérieux, les gars ? Why Me ? Why Not, c’est un titre aussi évident, aussi fluide que l’enregistrement de cet album. Avec Greg et Andrew, on a un sacré potentiel. On sait que c’est de la vie qu’il faut s’inspirer, pas de conneries cosmiques ou de trips intérieurs dont tout le monde se fout.

Dans le titre éponyme, vous chantez : « I’m a Jedi ». Pour de vrai ?

Liam Gallagher : Oui, je suis un combattant. Dans ma vie, il y a eu des mauvaises périodes, j’ai fait des erreurs de débutant, puis des erreurs tout court, des déceptions et des grosses colères. Mais je ne me suis jamais dit : je vais sauter par cette putain de fenêtre. Du coup, aujourd’hui, je suis là. Et, contrairement à ce que les gens pensent, je suis un homme heureux à 99%. J’aime la musique, ma nana, mes enfants, ma mère, j’aime la vie.

« Je ne me considère pas comme un songwriter. Je ne suis pas Paul Weller ! »

C’est ce que l’on peut constater dans As It Was – c’était important pour vous, de faire ce documentaire ?

Liam Gallagher : Ce n’était pas mon idée, mais celle de Charlie Lightening et Gavin Fitzgerald, les réalisateurs. En plus, j’avais vu Supersonic et je doutais de l’intérêt à en rajouter une couche. OK, je l’ouvre souvent sur plein de sujets mais en quoi ma vie mérite-t-elle un documentaire entier ? Les gens n’en savent-ils pas assez sur moi ? Et puis on m’a convaincu que la réussite d’As You Were était intéressante à raconter. Il y a ma famille, mes proches… C’est sympa, mais je ne me lève pas le matin en me félicitant d’être le sujet d’un film.

Cependant, il montre au public une facette de vous plus vulnérable, moins vindicative. On pourrait même aller jusqu’à parler de, hum, maturité ?

Liam Gallagher : Ah ah. Le pire, c’est que c’est vrai. Arrive un moment où il faut être un peu adulte. Juste un peu ! Le succès de As You Were m’a fait beaucoup de bien. 100.000 exemplaires vendus la première semaine, je ne m’y attendais pas. Après la réception moyenne de Beady Eye, je n’étais pas sûr de mon coup. Et puis l’industrie musicale avait tellement changé depuis mes débuts ! Mais j’avais fait une pause, je m’étais éloigné de tout ça quelques mois et je suis revenu comme rafraîchi.

Dans le morceau « Be Still », vous parlez de votre mère : « My mama said/ Keep moving on / Though you’re down you’re gonna rise again ». C’est ce qu’elle vous dit en réalité ?

Liam Gallagher : Ouais. Ma mère, c’est ma fan numéro 1 depuis ma naissance. Elle m’a toujours soutenu, encouragé malgré mes conneries. Son regard sur moi ne m’a pas empêché de trop boire, de trop fumer, de faire n’importe quoi, mais il m’a apporté l’amour dont j’avais besoin.

À propos d’amour, vous chantez aussi votre amour pour votre fiancée, Debbie Gwyther…

L.G : Grâce à elle, la vie est devenue un endroit où il fait bon vivre. Debbie est belle et très forte. Elle m’écoute beaucoup, mais je l’écoute encore plus. Elle sait les conneries que je ne dois surtout pas faire.

« Sur scène, j’ai des bons et des mauvais jours… »

Ce n’est pas à elle que s’adresse le morceau « Now I’ve Found You », où vous demandez à la personne que vous aimez de ne surtout pas vous quitter ?

L.G : À ma fille Molly (21 ans, qu’il a eu avec Lisa Moorish, ndlr). Je ne l’avais jamais rencontrée avant l’année dernière, et maintenant, on se voit tout le temps. Je ne veux pas perdre cette relation qui est très précieuse.

Autant que la musique que vous écrivez et que vous chantez ?

L.G : Exactement. Je suis toujours super excité quand je sors un album, quand je commence une tournée. Chanter mes morceaux préférés. S’il y en a une que j’aime beaucoup sur Why Me ? Why Not, c’est « Once ». Une putain de ballade, non ? La musique, c’est mon oxygène, et j’ai autant aimé être dans Oasis qu’être en solo. Mais attention : je ne me considère pas comme un songwriter. Je ne suis pas Paul Weller ! J’écris un peu avec Greg et Andrew, mais je reste avant tout chanteur. Dans As It Was, on me voit plaquer quelques accords à la guitare et imaginer deux phrases dessus… mais ça ne va pas plus loin. Si je n’avais pas écrit une seule ligne de mon album, ça ne me ferait ni chaud ni froid. Mon vrai talent réside dans l’expression. La performance. La voix.

Qui ne bouge pas d’un iota !

L.G : J’en suis plutôt fier, j’avoue. Pourtant, je bois, je fume encore un peu. Pas en studio, quand même. C’est là où je suis le meilleur. Sur scène, j’ai des bons et des mauvais jours…

La dernière fois que l’on s’est vus, vous aviez raconté votre dernier cauchemar : jouer dans les High Flyin’ Birds de Noel. Ca vous arrive encore, ce genre de mauvais rêves ?

L.G : Non, heureusement !

Même en chantant un titre comme « One of Us », et sachant que cela fait dix ans qu’Oasis a splitté…?

L.G : Ouais. Ca a été la décision de Noel, une vraie bonne décision de merde. « One of Us » n’est pas qu’à propos de lui, aussi à propos des amis du passé… Ouais, j’avoue, c’est une chanson émouvante. Y’a de l’amour dedans, c’est sûr. Mais je ne suis pas désespéré, je ne me fous pas sur mes putains de genoux pour le supplier. C’est lui qui a été assez stupide pour faire exploser le meilleur groupe du monde. Pas moi.

D’après vous, pourquoi Oasis reste aussi mythique, dix ans après sa disparition ?

L.G : La musique était bonne, les musiciens aussi, on pouvait compter les uns sur les autres. Et puis il y avait notre attitude, la manière dont on parlait, dont on n’avait rien à foutre de tout. Notre look était également super important ! Les Clarks, les parkas, les jeans larges… 

Interview à retrouver dans son intégralité dans notre numéro 118, disponible à la fin du mois. 

Propos recueillis par Sophie Rosemont 

[thepetitpingouinvert]

Hey Hey ! Avec Julia du blog No Place Nowhere on a essayé de (re) regarder Downton Abbey et tout ça du 1er novembre au 31 décembre ! Et malgré un petit accouchement entre temps, j’ai réussi (YOU-PI) ! Par contre je voulais faire un article tous les 3 – 4 épisodes mais je n’ai pas reussi, je vais donc tout simplement faire un article bilan sur l’ensemble des 6 saisons que j’ai absolument adoré ! ( Sans exceptions).

  Fiche technique de la série 

Série de Julian Fellowes

Genre : Drame

Durée d’un épisode : 1H

Année de sortie : 2010

Nombre de saisons : 6

Nombre d’épisodes par saison : 7

C’est une série Britannique qui  met en scène la vie de la famille Crawley et de leurs domestiques de 1912 à 1925.

  Le casting de complet de la série, vous le trouverez ici ! Cette série met en scène la vie de la famille Crawley : 

Violet Crawley (La grand-mère)

Cora Crawley (la mère)

Robert Crawley (le père)

Mary Crawley (l’ainée)

Sybil Crawley (La deuxième soeur)

Edith Crawley (La 3ème soeur)

  Isobel Crawley

Matthew Crawley

  Rosamund Painswick

(On dirait que je joue aux 7 familles ahah)

Les domestiques : 

Charles Carson (le majordome)

Elsie Hughes

Anna Smith

John Bates

Thomas Barrow

Daisy

Madame Patmore

Sarah O’Brien

Tom Branson

Joseph Moseley

  La saison 1 s’ouvre  en 1912, sur le salon avec la famille qui prend le petit déjeuner , on découvre donc Lord Grantham (Robert Crawley) et ses filles Lady Mary, Edith et Sybil. Un domestique apporte a ce dernier un télégramme qui va tout changer ; suite au naufrage du Titanic, ses deux héritiers sont morts. La saison 1 va donc être centrée sur la recherche d’un héritier qui se trouve être un cousin éloigné (Matthew Crawley). En tant que fille, Mary n’héritera rien de son père, sa famille tente donc de la convaincre d’épouser Matthew avant même qu’elle n’ait fait sa connaissance; mais Mary s’y oppose.

La vie de la famille Crawley est passionnante. Entre amour, jalousie,  haine et secrets ; tout est intriguant. Même si certaines scènes sont un peu lentes et quelques intrigues pas très intéressantes, franchement , on s’en fout, leur vie, cette vie d’aristo, est absolument géniale ! Au fil des années leur monde évolue de façon très significative, cela commence par l’arrivée de l’électricité jusqu’au téléphone, au phonogramme et aux voitures. Les relations dans la famille sont souvent très complexes, entre Mary et sa soeur Edith plane souvent de la haine et de la jalousie. Par contre, Sybil la petite soeur est la rebelle de la famille qui se bat pour ses droits tandis que Lady Violet, leur grand-mère est absolument fantastique.

Cette série, en plus d’avoir de super décors, costumes, musique et casting a un super scénario. Les dialogues sont absolument parfaits.

La vie des domestiques est tout aussi passionnante que celle de la famille Crawley. Avec la gouvernante et le majordome qui règnent d’une main de maitre sur l’organisation de la maison et des domestiques. J’ai aimé les histoires concernant les domestiques même si certaines m’ont rendues un peu dingue comme celle de Mr Bates et Hannah, au début c’est touchant mais ensuite l’accumulation de malheur rend ça vraiment invraisemblable (SPOIL : La femme de Bates lui fait du chantage, elle meurt, il va en prison, Hannah va en prison, Hannah se fait agresser, Hannah n’arrive pas à avoir de bébé, etc etc, ça fait beaucoup quand même) Sinon j’ai eu beaucoup de mal avec Sarah O’Brien et Thomas Barrow, comme tout le monde je pense. Même si Thomas s’améliore pas mal avec les années, il est assez énervant tout de même et jusqu’au bout je n’aurais pas réussi à m’attacher à lui. 

Le nombre de personnages peu paraître trop important, et pourtant, ils sont tous indispensables et jouent tous un rôle plus ou moins majeur dans la série ! Maggie Smith est absolument fantastique dans le rôle de Lady Violet. Les épisodes de Noël, à la fin de chaque saison sont absolument géniaux. Lady Mary est le personnage le plus intéressant de la série je pense car au départ on a l’impression qu’elle est froide et sans coeur et surtout très cruelle avec sa soeur Edith mais au fil des saisons on découvre que ce n’est qu’une façade, celle-ci s’avérant généreuse et aimante.

La série est également une belle analyse de la situation de la femme à l’époque. Lady Mary qui se vante souvent d’avoir une bonne place dans ce monde d’aristos , fera quand même ses propres choix et recherchera la passion dans son mariage. Lady Sybil est la révolutionnaire de la famille, qui va se battre pour le droit des femmes, qui sera la première à porter un pantalon et qui va aider une femme de chambre à devenir secrétaire. Lady Edith sera la plus indépendante, surtout à la fin, elle va changer en même temps que son monde et évoluera plutôt bien.  Et même Lady Violet, sous ses airs offusquées de grande douanière sera d’accord sur le fait qu’une femme doit se battre pour sa condition.

Certains des personnages auront du mal à voir leur monde changer et l’aristocratie s’écrouler. Tout d’abord Lord Gratham, qui va se raccrocher au passé comme à une bouée de sauvetage et Carson le majordome, qui déplore tous ces changements comme l’arrivée du téléphone par exemple, du phonogramme ou du grille-pain; ou encore la réduction des employés dans un grand domaine comme Downton. Lady Violet donne l’impression de ne pas accepter le changement, mais je trouve qu’elle s’adapte plutôt bien.

Mes personnages préférés : 

C’est sûr, on est loin des séries à effets spéciaux, ici c’est plutôt luxe, calme et volupté. Même les intrigues sont plutôt sobres, la musique est douce et reposante. Et pourtant , c’est un réel plaisir de découvrir cette série. Saison après saison on apprend à connaître les personnages et on s’attache un peu plus à eux. Cette série m’a transporté du début à la fin, elle m’a mise en colère, m’a fait pleurer de rage, de tristesse et de rire. J’en suis même devenue nostalgique de cette époque que je n’ai pas connue. Et elle rentre dans mon top 10 de mes séries préférées !

Downton Abbey Hey Hey ! Avec Julia du blog No Place Nowhere on a essayé de (re) regarder Downton Abbey et tout ça du 1er novembre au 31 décembre !

[maddiegoldbeck]

[maddiegoldbeck]

[maddiegoldbeck]

[maddiegoldbeck]

[maddiegoldbeck]

[maddiegoldbeck]

[maddiegoldbeck]