#Mariët Meester
Explore tagged Tumblr posts
Text
MEESTERLIJKE MENSELIJKHEID IN DE RUIGHEID VAN MALAGA
“Nog steeds ga ik graag naar Malaga. We verblijven er iedere winter een paar maanden. De sfeer is aan het veranderen, dat wel.” Mariët Meester trekt met levensgenoot Jaap de Ruig graag de grens over de wijde wereld in. Dat is wat zij het liefst doen: rondreizen, onderweg schrijven, fotograferen en tekenen. En als het even kan daarvan leven. Een nomadenbestaan met ‘vrijheid’ in het vaandel. Het beleven van een andere streek wordt genoteerd, de beschrijving is echter geen reisverslag. Beeldend verhaalt Meester over haar verblijf in de voor mij als lezer vreemde omgeving. Uit bestaande taal met gangbare woorden houwt zij als het ware haar vertelling. Met beschrijvende details stelt zij de sfeer van leven en werken vast. Het is alsof ik als derde wiel aan de wagen de dingen uit de eerste hand mee beleef, getuige ben. Meester wijst mij niet op zonnige stranden en de beste restaurants, maar laat mij het dagelijks zijn in de smalle straten zien. De armoedige maar gelukkige omstandigheden van de plaatselijke bevolking waarvan zij op dat moment onderdeel uitmaakt. Want het beeldend schrijven geeft mij een lezend kijken. Ik zie voor mijn ogen het alles gebeuren, als in een film trekt het aan mij voorbij.
Mariët Meester is op zoek naar de waarde van het leven. In armoede worden zij en haar partner als allochtonen opgenomen door de autochtonen. Op zoek naar woonruimte stuurt men het duo in eerste instantie van het kastje naar de muur. De bewoners van Malaga moeten wennen aan deze nieuwkomers. Maar al snel worden ze geïntegreerd in de eigenheid van Andalusië. Hoe dat gaat en op welke manier Mariët en Jaap aansluiten in handel en wandel van hun thuis voor enkele maanden per jaar, beschrijft het boek “De tribune van de armen”. Waar deze titel de herkomst vindt blijkt gaandeweg de uitgave. Het boek heeft een eerste druk in 2017. Deze mij voorliggende heruitgave, de derde druk in 2023, heeft een verklarende ondertitel gekregen, namelijk “Menselijkheid in Malaga”. Want, lees ik in het nawoord bij de nieuwe uitgave, “nog steeds is de menselijkheid het belangrijkste dat mij naar Malaga trekt”. In de vriendelijke, ontspannen manier waarop de mensen elkaar er behandelen ga je als buitenlander vanzelf mee, schrijft Meester. Op je medemens letten in het besef dat het leven voor niemand makkelijk is.
Door haar beschrijvende en verbeeldende manier van vertellen, leer ik al lezende de mensen van de straat kennen. Het echte leven van in dit geval Spanje. Ik bezoek geen hotel of boulevard, maar ga op in kleine winkels en smalle straten. Dat leven dat de toerist niet zoekt, maar wel een land levend maakt. Het verhaal over een voettocht door Andalusië heeft als kern het vrijlaten van een gevangene tijdens een processie met Pasen. Het is een ritueel dat mijns inziens stamt uit het lijdensverhaal van Jezus in de bijbel. Waar moordenaar Barabbas vrij man is en Pilatus de onschuldige Jezus laat kruisigen. Dit religieuze gebruik, dat in deze een meer seculier karakter heeft, wordt in het boek gedetailleerd beschreven. Van voorbereiding tot uitwerking. Ik ben erbij, bij de Semana Santa.
Het boek is niet enkel een beschrijving van de omgeving, een omschrijving van de gebruiken, het heeft tevens autobiografische elementen. De jeugd doorgebracht in gevangenisdorp Veenhuizen schuurt aan de gebeurtenissen rondom de processie in Malaga. De ziekte en het sterven van haar broer krijgen plaats door datzelfde Semana Santa. De heilige week roept emoties op.
Meester en De Ruig trekken rond en proeven van de omgeving. Ezel Sevillana draagt de lasten terwijl Mariët en Jaap zich laven aan de lusten. Om de kosten van hun verblijf te dekken verkoopt Mariët door haar geschreven artikelen en columns aan Nederlandse tijdschriften en maakt Jaap illustraties voor een Spaans blad. Ze moeten wennen aan de omgeving en de gebruiken in deze totaal andere wereld, maar haken aan door meerdere malen terug te komen omdat de plek magnetisch trekt. De verschillende gebruiken en diverse gewoonten worden eerst met verbazing, met afkeer en in bewondering, tegemoet getreden. Ook bij mij valt tijdens het lezen de mond meerdere keren open. Want, ik zie het al voor mijn ogen gebeuren, sta in de rij achter Meester en de Ruig. Vergaap me dus aan het onbeschaafd beschaafde, het alledaags dagelijkse, de ordinaire banaliteit. Die onopvallende doorsnee is door Mariët Meester in een gebeeldhouwde roman gegoten. Maar zonder versieringen, het gewone leven is zonder opsmuk uitgeschreven. Enkel de decoraties die een jaarlijks ritueel kenmerken hebben de pagina’s van de tribune van de armen gehaald.
“Olijfbomen, een weids uitzicht op een stuwmeer. Oleanders in bloei. Een kloof met loodrechte wanden, een trein die zich als een worm door de rotsen bewoog. Vervallen huizen, een vervallen kerk. Amandelbomen, braamstruiken, kruiden, grote gele distels. Wonden op een eucalyptusboom die waren vergroeid tot schaamlipachtige vormen.” (…) “Vanaf de balkons van het sociale complex werden met regelmaat papiertjes en blikjes naar beneden gegooid, en eenmaal zag ik uit een open raam een heel pakket naar buiten zeilen dat neerplofte op het plaveisel: een volle luier.” Wanneer ik me losmaak van de regels en opkijk uit het boek zie ik dat zo voor me; de volle luier die langs mijn raam zeilt, de bloeiende oleanders in mijn voortuin. De film die buiten werd afgedraaid verveelde nooit merkt Meester ergens op. De rolprent waarvan haar boek het script is verveelt niet maar prikkelt juist de fantasie.
De tribune van de armen. Menselijkheid in Malaga. Mariët Meester. Uitgeverij Caprae, 3e druk 2023 (Uitgeverij De Arbeiderspers, 1e druk 2017).
0 notes
Text
EEN ROMANTISCH VERHAAL TEGEN HET DECOR VAN GEVANGENIOSDORP VEENHUIZEN
De illustratie op het titelblad van mijn 5e druk van het boek “Hollands Siberië” is door auteur Mariët Meester met de hand ingekleurd. Vijfde druk, want de originele uitgave is van het jaar 2014. Het is een portret van een pimpelmees, een vrije vogel, die door het gat van zijn nestkast lijkt te kijken. Waarom dit bosvogeltje, dat zich moeiteloos aan de menselijke omgeving heeft aangepast, voor in het boek over het dorp Veenhuizen is geplaatst wordt mij aan het eind daarvan duidelijk. Althans wanneer ik het volledige verhaal heb gelezen, waarin een franciscaner priester naar het Drentse gevangenisdorp wordt gestuurd om de gebrouilleerde zieltjes aldaar te winnen voor de eeuwigheid. Pastoor Pex, Peter voor ingewijden, heeft een droom. Een droom vrij te zijn. Vrij van religieuze dogma’s, in de loop van het verhaal dwaalt hij steeds verder af van zijn geloften. Ook in de liefde wil hij vrij zijn. Pas na de afloop van de oorlog, een moeilijke tijd voor eenieder, voelt hij zich vrij. De omgang met zijn huishoudster kan met de gordijnen open. Maar, ik loop op de zaken vooruit…
Het boek van Mariët Meester is een roman gebaseerd op realistische gebeurtenissen. Het leest als een gedramatiseerd en meeslepend relaas van een man in habijt, die als pastoor terecht komt in een mannengemeenschap. Er ontvouwt zich een vertelling waarin de poort van de gevangenis wordt geopend, die voor anderen dan verpleegden, gevangenen en delinquenten gesloten blijft. In de gemeenschap van het minste dorp van Nederland gebeuren zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Meteen al op één van de eerste bladzijden in het boek, het moment dat de hoofdrolspeler aankomt in het dorp, wordt dat duidelijk. Een tweetal mannen staat buik aan rug in een compromitterende houding tegen een boom. De toon is gezet.
In de periode met dreiging van de naderende oorlog voldoet de pastoor aan zijn gestelde plicht. Alle situaties en voorvallen worden gedetailleerd beschreven. Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van het gevangeniswezen in dit Drentse dorp. Het neemt een bijzondere plaats in en wordt om duidelijke reden Hollands Siberië genoemd. Landlopers en drinkebroers worden er opgesloten om hun leven te leren beteren. Vaak zijn het recidivisten die zich veilig voelen tussen de muren van de rijkswerkinrichting en graag nog een keer terugkomen. Ook dieven gaan er heen, helers en zwarthandelaren – onhandelbare en weerspannige types die voortdurend de regels binnen de poorten van Esserheem, Norgerhaven en Bankenbosch overtreden. Net als de verpleegden leven ook deze in groepen en hebben niet elk een cel tot hun beschikking. Ze doen werkzaamheden bij mensen thuis of groepsgewijs op het land. Veenhuizen drijft op deze “handarbeiders”. Tegen het uitbreken van de oorlog worden Joden ondergebracht in het huis van bewaring. En na de oorlog hebben foute Nederlanders er onderdak.
De pastoor heeft een huishoudster, de enige vrouw in de mannenwereld en daarom met enig respect behandeld. Verder zijn er bedienden om hem het leven in de pastorie makkelijk te maken; een kok, een koster en een tuinman. En de kapelaan niet te vergeten, die hem helpt met het pastoraat. Tijdens de bezetting stuurt hij de kok en de koster naar huis en blijft achter met de huishoudster, die op een moment door hogerhand met de tuinman wordt ontslagen vanwege strooppraktijken. Bij haar opvolgster krijgt pastoor wulpse gedachten, die hij in eerste instantie nog probeert te onderdrukken. Maar wanneer hij benevelt in de sloot fietst, want pastoor lust wel een borrel of twee, wordt hij door deze huishoudster opgevangen.
Het lijkt fictie tegen een decor van non-fictie. Want beschreven gebeurtenissen in en uit de gevangenis las ik eerder in een trilogie over het dorp. Schrijver daarvan wordt dan ook genoemd in het dankwoord en als één van de vele bronnen waaruit is geput. Mariët Meester is zelf een Veenhuizense, van meisje tot jonge vrouw in een dorp omringd door honderden bordjes ‘Verboden toegang’. Voor dit boek sprak ze met vele bewoners, waarvan sommige de hoofdpersoon kenden en hebben meegemaakt. Het dagboek van de justitiepastoors van Veenhuizen ging voor haar open. Met al dat materiaal kon ze een deel van de geschiedenis terug uit de vergetelheid halen. Pastoor Peter komt erin tot leven. Met al zijn christelijke hebbelijkheden en heidense maar menselijke lusten en driften. En ben ik dan nog niet overtuigd dat het allemaal waarheid is en meestal uit de eerste hand komt, kijk ik naar het omslag van ”Hollands Siberië”. Daar zie ik een portret van de man in habijt, geportretteerd door een Duitse oorlogsdelinquent, een reclameschilder die met zijn doeken de kerk heeft gesierd en ook een wandschildering maakte. In de verbeelding van de hemelvaart portretteerde hij bewoners van het dorp. Het kunstwerk zal er nog wel zijn, denk ik. Een bezoekje waard na lezing van het boek.
Iedere besproken bewoner brengt in het boek een stukje geschiedenis mee, het is de achtergrond om Veenhuizen te leren kennen. Op het hoofdpodium treedt de pastoor aan, die zichzelf als mens bij de aanwezigheid van vrouwelijk schoon niet in de hand kan houden. Martine is haar naam, ze doet zijn bloed koken. Niets menselijks is de priester vreemd. Eerst is het een onbeantwoorde liefde, gaat zij hem uit de weg, maar allengs zoekt de huishoudster ook zijn samenzijn. De historische vertelling, wat “Hollands Siberië” aan het begin is, rolt uit in een verhaal dat veel doet denken aan ‘fifty shades of grey’. Meester neemt geen blad voor de mond om de liefdesgeschiedenis te omschrijven. Alle details worden tot in de finesse uit de doeken gedaan. Het is een wellustige situatie waar de pastoor en zijn huishoudster zich in laten terecht komen. Wezensvreemd voor een priester die steeds verder de smalle weg kwijtraakt en liever de brede weg inslaat. Heimelijk, achter de gordijnen en met gesloten deuren.
Na enige onverwachte verwikkelingen en wendingen in het verhaal, komt het tot een onverwacht einde. Maar om de toekomstige lezers niet hier en nu al het plot uit te leggen, zal ik niet verklappen dat de pastoor verantwoordelijk wordt gehouden voor een geslaagde ontsnapping met een vluchtauto tijdens de mis. Het brengt hem naar een kloostercel in Maastricht. Weg van zijn geliefde, de droom spat uiteen. De beschreven situaties in het boek zijn van meerdere kanten bekeken door gesprekken van de auteur met diverse getuigen. Uit de eerste hand en van horen zeggen. Maar het verhaal tussen de lakens lijkt me een geromantiseerde fantasie. Een vermoeden hoe het heeft kunnen zijn, of hoe het normaal gaat tussen geliefden die tot over hun oren in elkaar opgaan. Maar een anonieme brief, afgestempeld in Assen, schijnt de liefdesgeschiedenis tot in detail te onthullen. Een roman moet een vleugje mysterie houden om niet te werkelijk in het echte leven op te gaan. Een open einde, dat met de epiloog stevig op slot wordt gedraaid.
Hollands Siberië. Een verhaal ver liefde en verzet in het gevangenisdorp Veenhuizen. Een roman van Mariët Meester. Uitgeverij Caprae, 5e druk 2021.
0 notes