#Huwelijk van christenen
Explore tagged Tumblr posts
charleshaddonspurgeon · 1 year ago
Text
Voor Iedere Dag | Ochtend Overdenking Hij zal de lammetjes in Zijn armen bijeenbrengen en in Zijn schoot dragen.(Jesaja 40:11) Lees verder Nehemia 13:23—27. Er is nog een andere kudde in de wereld — de kudde van de duivel. Het is niet makkelijk voor een Christelijke man om zich met de wereld te associëren zonder de invloed van de wereld te voelen. De ergste vorm van een slechte associatie is een huwelijk zonder God. Ik ken niets wat meer voldoening geeft dan te zien dat onze broeders en zusters in het geloof met God wandelen, verenigd worden in het huwelijk en dat ze allebei de Heere liefdevol vrezen. Het is een prachtige vertoning. Het zal zeker een middel zijn om de kerk op te bouwen met een generatie die de Heere zal vrezen. Maar het is een hele vruchtbare bron van verwoesting voor gemeenteleden wanneer een jonge man of een jonge vrouw een goddeloze vriend of vriendin kiest. Ze kunnen daar nooit Gods zegen over verwachten. Ze vertellen je soms dat ze het middel willen zijn voor de bekering van hun vriend of vriendin. Ze hebben geen recht om zoiets te hopen, het komt zelden voor. Het is waarschijnlijker dat de goddeloze de ander meesleept naar zijn niveau dan dat de goddelijke de ander tot haar niveau op zal heffen. We zijn bang, zeg ik, voor de lammetjes, want we zien sommigen die zo ernstig waren als ze konden en hun Heer en Meester lief leken te hebben, maar een andere liefde kwam op hun pad en waar zijn ze nu? Misschien ziet het huis van God ze niet langer, het theater en de balzaal geeft hen nu vreugde. Als we aan zulke gevallen denken beven we voor de lammetjes, en we verheffen ons hart in gebed tot God voor hen, dat ze bewaard mogen blijven Ter overdenking We zeggen, “zo wijs als Salomo,” maar er was geen groter dwaas als het over het huwelijk ging. Hij moet een verschrikkelijke waarschuwing zijn voor elke Christen die een huwelijk overweegt met een ongelovige (1 Koningen 11:1-11). Sommige Joden slaagden er niet in om naar de waarschuwing te luisteren (Nehemia 13:26) en sommige Christenen denken dat ze het beter weten dan God. “Vorm geen ongelijk span met ongelovigen” (1 Korinthe 6:14). Preek 540, 15 november 1863
0 notes
Text
Er is een weg naar echtelijke harmonie
Tumblr media
Een prachtige droom
Toen ze vrijgezel was, hield Wang Ran altijd vast aan een prachtige droom – de droom dat zij en haar man na hun trouwen harmonieus met elkaar overweg zouden gaan, wederzijdse verdraagzaamheid zouden tonen, hun leven lang met elkaar zouden optrekken en samen oud zouden worden. In die tijd had Wang Ran veel zelfvertrouwen; ze had het idee dat zij iemand met een goed karakter was die het goed kon vinden met anderen. Maar de werkelijkheid verliep niet zoals Wang Ran had gehoopt – toen ze getrouwd was, begon het grote aantal conflicten in haar leven met haar echtgenoot haar droom langzaam aan te tasten …
Het ene huwelijkse conflict na het andere
Toen ze pas getrouwd waren, waren Wang Ran en man nog in staat ruimte voor elkaar te maken en verdraagzaam naar elkaar te zijn. Na enige tijd doken echter allerlei problemen en conflicten op. Wang Ran is een heel schoon iemand – ze veegt meerdere malen per dag, en als er ook maar één haar op de vloer ligt, pakt ze die op. Alles wat ze bezit heeft een eigen plekje; haar spullen zijn nooit wanordelijk. Voor Wang Ran is dit een goede gewoonte, en ze vindt dat mensen niet aangenaam kunnen wonen als hun woonruimte niet schoon en netjes is. Ze laat haar man dus ook opruimen volgens haar eigen maatstaven. Steeds als ze het huis verliet en een paar dagen later terugkwam, keek ze allereerst hoe schoon het huis was. Als het niet schoon genoeg was, gaf ze haar man kwaad een berisping: “Waarom heb je niet schoongemaakt? Wat doe je sowieso de hele dag thuis? Je bent zo lui!” Haar man gaf zich ondanks Wang Rans berispingen niet gewonnen en zei kwaad: “Het huis is totaal niet smerig. Wat valt er schoon te maken? Je hebt een ziekelijke obsessie met hygiëne…” Als Wang Ran deze woorden van haar man hoorde, werd ze nog kwader en dacht ze: “Ik wil alleen maar dat het huis een beetje schoner is, zodat we aangenaam kunnen wonen. Hoe kan dat verkeerd zijn? Het is duidelijk dat je gewoon lui bent en niet wilt opruimen, maar mij geef je de schuld!” Wang Ran vond dat zij gelijk had en wilde geen enkele zwakte tonen, dus bleef ze ruziën met haar man. Zo wilde geen van beiden een haarbreed toegeven en hielden ze beiden vast aan hun eigen opvattingen, tot het zelfs zover kwam dat ze elkaar negeerden – het was het begin van een koude oorlog tussen hen. Wang Ran voelde zich bijzonder tekortgedaan; ze vond dat haar man geen rekening met haar hield en geen poging deed om de last van de huishoudelijke taken met haar te delen.
Er was een aantal vergelijkbare gebeurtenissen in hun dagelijkse leven. Soms bevielen de dingen die haar man kookte Wang Ran niet en gaf ze hem dat te kennen: “Waarom zou je lichte sojasaus in dit gerecht doen? Het zou prima zijn geweest met een beetje gekruide sojasaus – het smaakt niet goed met lichte. En dit gerecht, daar had je een beetje suiker in moeten doen …” Hoe meer ze praatte, hoe meer ze vond dat ze gelijk had. Als het eten was bereid zoals zij het graag had, dacht ze, was het resultaat veel beter geweest. Maar op het gevit van Wang Ran reageerde haar man kwaad: “Als je het wilt eten, dan eet je het. Zo niet, dan niet. Hoe kun je over zoveel dingen klagen?” Zijn harde, nare woorden brachten Wang Ran erg van haar stuk. Ze dacht: het eten dat je kookt is gewoon slecht. Waarom zou ik dat niet mogen zeggen? Ik kook trouwens vaak, dus ik weet hoe het moet. Je zou naar me moeten luisteren, maar niet alleen wil je niet luisteren, je hebt zulke nare dingen te zeggen en weigert pertinent om mij te begrijpen. Hoe kun je me zo behandelen? Hoe meer ze erover nadacht, hoe meer verongelijkt en van streek ze zich voelde. In een vlaag van geprikkeldheid zette ze zich schrap tegen haar man door te weigeren te eten.
De conflicten tussen hen werden alleen maar erger toen hun kind geboren was. Wang Ran hield ervan om hun dochter prachtig uit te dossen en kocht vaak mooie kleren voor haar, maar haar man vond dat verkwisting: een kind kon om het even wat dragen en ze hoefden niet zoveel te kopen. Wang Ran was het volledig met hem oneens; volgens haar was hij gierig en kon hij het niet over zijn hart verkrijgen om een beetje geld aan hun kind uit te geven. Daarom negeerde ze zijn mening en bleef ze alle mooie kleding die ze zag voor hun dochter kopen. Toen haar man zag dat ze met grote regelmaat stapels kleren bleef kopen, werd hij kwaad op haar en negeerde hij haar zelfs. Over de opvoeding van hun dochter konden ze het ook niet eens worden. Wang Ran vond dat ze niet streng tegen haar moesten optreden en haar geen tikken moesten geven. Als hun dochter iets verkeerds deed, was een berisping voldoende. Volgens haar man werd ze op die manier verwend en was dit niet goed voor haar. Toen hun dochter op een keer iets verkeerds deed, voer Wang Rans man hard tegen haar uit. Toen Wang Ran het kind hoorde huilen, wendde ze zich kwaad tot haar man en zei: “Ze is zo klein, je maakt haar doodsbenauwd als je zo tegen haar schreeuwt.” Terwijl ze dit zei stapte ze naar voren, duwde haar man opzij en nam hun dochter mee het huis uit.
Wang Ran en haar man lagen veelvuldig overhoop om dergelijke kleine dingen in hun dagelijkse leven. Ze waren altijd aan het bekvechten, altijd in een koude oorlog verwikkeld – hun leven samen was slopend. Het pijnlijkst voor Wang Ran was dat, als er een botsing was geweest, elk de ander negeerde, niet wilde toegeven en niet voor zijn ongelijk wilde uitkomen. Er volgde dan een dagenlange impasse. Haar schoonouders en andere familieleden drongen er vaak op aan dat ze het goedmaakten, maar dat bracht slechts tijdelijke opluchting en het duurde nooit lang of hun koude oorlog werd weer voortgezet. Wang Ran voelde zich hierover erg gekrenkt, en ze wist niet met wie ze kon praten over de ellende in haar hart. Vaak dacht ze: echtgenoten zouden begripvol en verdraagzaam tegenover elkaar moeten zijn. Ze zouden elkaar overal over in vertrouwen moeten kunnen nemen, maar mijn man en ik zijn altijd in een koude oorlog verwikkeld. We zijn als de intiemste vreemdelingen en elke dag is ellendig en verstikkend. Wat kan ik doen om in harmonie met hem om te gaan? Wanneer komt er een einde aan dit leven van lijden en verdrukking?
Het lezen van Gods woorden en het vinden van de bron van het lijden
Waar de mens eindigt, begint God. Precies toen Wang Ran pijn leed en zich verloren voelde, kwam Gods evangelie van de laatste dagen over haar en haar man. Door het lezen van Gods woorden stelden ze allebei vast dat God de Heerser is die de hemelen, de aarde en alle dingen geschapen heeft. Ze aanvaardden Gods redding en kwamen voor Hem. Vervolgens zag Wang Ran in de omgang met broeders en zusters dat, als ze in hun leven een conflict met iemand hadden, ze allemaal onderkenden waar hun eigen tekortkoming lag en wat voor verdorven satanische gezindheid ze innerlijk leefden, en dat ze Gods woorden lazen om hun verdorven gezindheid weg te nemen en zo alle interpersoonlijke conflicten oplosten. Dit was ongelooflijk voor haar, en ze vond dat er zo’n enorm verschil was tussen gelovigen en ongelovigen! Ze bedacht dat ze voorheen, of ze nu een conflict had met haar man, collega’s of vrienden, over die persoon klaagde en kwaadsprak en zei dat het probleem bij hem of haar lag. Ze zocht altijd de oorzaak bij de ander, maar gaf nooit haar eigen tekortkoming toe. Toen ze daaraan dacht, kwam er twijfel in Wang Rans hart: “Kon het zijn dat mijn man en ik het niet met elkaar konden vinden omdat ik niet in staat was over mijzelf na te denken en me altijd op hem richtte en naar zijn problemen zocht?”
Op een bijeenkomst sprak Wang Ran over haar onvermogen om met haar man overweg te gaan, en een zuster vond een passage uit Gods woorden en een passage van een communicatie die over haar verwarring ging. Wang Ran las deze woorden van God: “Voordat de mens door Satan was verdorven, volgde hij God van nature en gehoorzaamde hij Zijn woorden na ze gehoord te hebben. Hij had van nature een gezond verstand en geweten, en had een normale menselijkheid. Nadat hij door Satan werd verdorven, raakten zijn oorspronkelijke verstand, geweten en menselijkheid afgestompt en door Satan aangetast. Zo is hij zijn gehoorzaamheid en liefde jegens God kwijtgeraakt. Het verstand van de mens is abnormaal geworden en zijn gezindheid gelijk aan dat van een dier”. In de passage van de communicatie stond: “De gezindheden van de mens zijn alle nogal arrogant. Mensen luisteren naar niemand, ze zien tekortkomingen in anderen en herkennen niet hun sterke kanten. Daarenboven heeft iedereen een bepaalde persoonlijkheid, bepaalde eigenschappen, doet men minachtend tegenover eenieder in wie men tekortkomingen bespeurt en wil men niet naar die persoon kijken of met die persoon omgaan. Men beoordeelt die persoon en dan kijken beiden elkaar neerbuigend aan. Dit zijn ernstige problemen voor de meeste mensen en het leidt tot impasses en spanning in de interpersoonlijke relaties tussen mensen. … En sommige mensen praten altijd uit de hoogte tegen anderen, mensen die graag de baas spelen over anderen en willen dat anderen naar hen luisteren, maar die zelf nooit naar anderen luisteren. Ook met dit soort mensen is de omgang niet eenvoudig”
Toen Wang Ran alles gelezen had, deelde haar zuster in verbondenheid: “Toen God oorspronkelijk de mensheid schiep, was deze niet verdorven door Satan. Het waren mensen met een geweten en verstand die vergeeflijk en verdraagzaam tegenover elkaar waren. Ze waren in staat om in harmonie te leven met anderen – ze bezaten een menselijke gelijkenis. Maar later werd de mensheid verdorven door Satan en raakten we vol arrogantie, zelfzuchtigheid, verachtelijkheid, valsheid, bedrog, hebzucht, kwaad en andere satanische gezindheden. We werden ook uiterst zelfingenomen en wilden over alle dingen heersen en het laatste woord hebben. In de omgang met anderen geloven we altijd dat onze eigen zienswijzen en opvattingen juist zijn en willen we altijd dat anderen naar ons luisteren en doen wat wij willen. Wanneer iemand anders met een andere mening komt, kunnen we onszelf niet aan de kant schuiven en nederig hun voorstellen accepteren. Wanneer we in conflict zijn met iemand, richten we ons op de tekortkomingen van de ander en denken we dat het probleem bij hen ligt. We kijken vaak op anderen neer en klagen zelfs over hen of wijzen hen af. We houden nooit rekening met de gevoelens van anderen – we ontberen volledig het geweten en verstand van een betamelijke mens. In ons leven verlaten we ons op onze arrogante, zelfingenomen satanische gesteldheden, dus hoe zouden we het goed met anderen kunnen vinden? Misschien kunnen we ons een klein poosje in toom houden, maar met het verstrijken van de tijd zullen onze verdorven gezindheden zich uiten; we zullen het nooit lang goed kunnen vinden met een ander. Net zoals jij en je man verdraagzaam en grootmoedig tegenover elkaar waren toen jullie pas getrouwd waren, maar na een tijdje dingen van elkaar zagen die jullie niet aanstonden en elkaar in de haren vlogen om het minste of geringste. Geen van beiden wilde toegeven en het mondde uit in een koude oorlog waarin jullie elkaar zelfs negeerden. Als gevolg leefden jullie allebei met pijn, voelden jullie je erg beperkt en waren jullie niet in staat vrij te zijn. Dat is waarom we, als we harmonieus met anderen willen kunnen omgaan, het oordeel en de tuchtiging van Gods woorden moeten aanvaarden, ons moeten richten op het nadenken over en kennen van onszelf, moeten proberen de satanische verdorven gezindheid binnenin ons te veranderen, en ware menselijkheid na te leven. Als eenmaal onze satanische gezindheid veranderd is, zullen we in staat zijn om in alles naar andermans meningen te luisteren en met anderen te onderhandelen. Dan zullen we harmonieus met elkaar kunnen omgaan.”
Luisterend naar haar zusters communicatie, besefte Wang Ran dat zij en haar man het niet goed hadden kunnen vinden en altijd met elkaar overhoop lagen omdat ze verdorven was door Satan en vol verdorven, satanische gezindheden was, zoals arrogantie en zelfingenomenheid. Ze wilde in alles dominant zijn en vond altijd dat zij gelijk had en de ander verkeerd zat; ze vond het erg moeilijk om de zienswijzen of voorstellen van anderen te aanvaarden. Ze bedacht dat het niet alleen over het huishouden of koken ging, maar ook over het opvoeden van hun kind – ze dacht altijd dat haar eigen opvattingen en zienswijzen juist waren en wilde dat haar man naar haar zou luisteren, de dingen zou doen zoals zij dat wilde. Als hij niet naar haar luisterde, berispte ze hem of negeerde ze hem, maar nooit nam ze het initiatief om nederig een fout te erkennen. Ze was niet verdraagzaam of geduldig tegenover haar man, en klaagde in plaats daarvan altijd dat hij geen rekening hield met haar gevoelens. Als gevolg gingen ze vaak de ‘strijd’ aan en begonnen dan een koude oorlog. Dit dompelde hun leven in pijn en hun familieleden waren ook erg bezorgd over hen en ten einde raad. Wang Ran besefte ook waarom zoveel gezinnen die ooit gelukkig waren geweest uiteindelijk uit elkaar waren gevallen. Het was omdat ze verdorven waren door Satan en leefden op basis van hun verdorven satanische gezindheden, waardoor ze ongelooflijk arrogant, zelfingenomen, zelfzuchtig en verachtelijk werden. Iedereen leefde voor zijn persoonlijk voordeel en had noodzakelijkerwijs veelvuldige conflicten, zelfs met degenen die hen het meest nabij en geliefd waren. Niemand bond in tegenover wie dan ook en mensen werden zelfs bittere vijanden en verbraken het contact voor de rest van hun leven. Pas toen begreep Wang Ran hoe schadelijk een satanische gezindheid is voor mensen en dat ze haar leven niet langer op basis daarvan kon leven.
De waarheid ten uitvoer brengen en harmonieus met elkaar omgaan
Later las Wang Ran de volgende twee passages van communicatie: “Om normaal met elkaar om te gaan, moeten mensen een aantal principes van beoefening hebben. Deze principes moeten niet alleen omvatten dat we niet van anderen profiteren en anderen geen kwaad doen, maar ook dat we een mate van liefde bezitten. Ook vallen eronder: een geweten en rationaliteit bezitten, elkaar helpen, ons verdraagzaam tonen tegenover elkaar, voor anderen zorgen, anderen in alle situaties het voordeel geven, rekening houden met anderen, niet alleen om onszelf geven, medeleven tonen voor andermans zwaktes, en andermans overtredingen vergeven. Als we deze weinige principes bezitten, zullen we in staat zijn een normale relatie op te bouwen met anderen en zullen we in harmonie met elkaar kunnen leven” (De communicatie van boven). En: “Echtgenoten vertrouwen op hun geweten om een juiste relatie te onderhouden. Zonder geweten zullen ze geen enkele gevoelens voor elkaar hebben, en als je geen verstand hebt, is het onmogelijk om een huwelijkse relatie te onderhouden. Als je een geweten en verstand hebt, zullen je handelingen je partner laten zien dat je een goede persoon bent; je partner zal je karakter bewonderen en beter voor je zijn. Als je partner je handelingen niet bewondert of goedkeurt, als het je aan liefde, menselijkheid en geweten ontbreekt, zul je je partner tegenstaan. Interpersoonlijke relaties worden daarom in stand gehouden door het geweten en verstand, en zonder deze dingen kunnen mensen geen behoorlijke relaties met anderen hebben”
In deze teksten wordt duidelijk gecommuniceerd over het pad waarop je kunt oefenen om harmonieuze relaties met anderen te bereiken. Wang Ran leerde wat het belangrijkst was in de verhouding tot anderen: een geweten en verstand bezitten, afstand nemen van haar eigen satanische gezindheid van arrogantie en zelfingenomenheid, verdraagzaam en geduldig zijn ten opzichte van andermans tekortkomingen, en liefdevol, zorgzaam en vergevingsgezind zijn jegens anderen. Ze moest in alle dingen aan anderen denken en problemen bezien vanuit het perspectief van de ander. Wederzijdse liefde en vergeving waren in het bijzonder belangrijk tussen echtgenoten – ze moesten niet alleen maar kijken naar de problemen bij de ander, maar moesten leren zichzelf opzij te zetten en de zienswijzen en standpunten van hun partner te aanvaarden. Alleen dat was wat nageleefd moest worden met juiste menselijkheid. In stilte nam Wang Ran zich voor: “In toekomstige conflicten met mijn man, zal ik mij eerst tot God wenden om te bidden en over mijzelf na te denken. Ik zal mijn arrogante gezindheid niet langer de basis van mijn handelen of de behandeling van mijn man laten zijn, maar ik zal Gods woorden in de praktijk brengen en juiste menselijkheid naleven zodat we harmonieus met elkaar kunnen omgaan.”
Als in het vervolg haar man niet goed genoeg schoonmaakte of opruimde, bedacht Wang Ran dat iedereen verschillende normen voor properheid had. Ze kon niet eisen dat hij volgens haar eigen normen zou handelen; evenmin kon ze blijven tobben over de hygiëne in huis of haar man verwijten maken. In plaats daarvan bad ze tot God om afstand te kunnen doen van haar eigen arrogante gezindheid, en als het huis vuil was, deed ze een beetje meer. Wanneer haar man eten maakte, muggenziftte ze daar niet langer over – ze at gewoon wat hij ook maar bereidde en wees het niet vanuit de hoogte af omdat het niet goed genoeg zou zijn. Omdat iedereen andere smaken en kookstijlen heeft, hoefde haar man niet per se eten klaar te maken zoals zij dat graag had. De keren dat er een conflict ontstond tussen de twee en haar man haar de schuld gaf, bad ze zo snel mogelijk tot God en dacht ze na over wat ze verkeerd gedaan had. Vervolgens was ze in staat om zichzelf opzij te zetten en het initiatief te nemen om hem haar excuses aan te bieden en niet langer met hem te redetwisten. Met betrekking tot de opvoeding van hun kind en het kopen van kleding voor haar, accepteerde Wang Ran de meningen van haar man voor zover hij het bij het juiste eind had, en stond ze er niet op de dingen op haar eigen manier te doen. Toen ze Gods vereisten eenmaal in de praktijk had gebracht, ontdekte ze dat ook haar man een verandering had ondergaan. Toen hij op een keer was uitgevaren, verontschuldigde hij zich plotseling tegen Wang Ran met de woorden: “Het spijt me. Ik had niet zo uit mijn vel moeten springen tegen je. Ik ben zo arrogant, en het enige wat mij interesseerde was wat stoom afblazen. Ik hield geen rekening met jouw gevoelens – ik had geen greintje verdraagzaamheid tegenover jou …” Bij het zien van de omslag van haar man voelde Wang Ran zich zowel verrast als getroost. Ze dacht aan het feit dat ze niet langer zo arrogant of zelfingenomen was als vroeger en dat ook haar man veranderd was; hij bood haar nu zelfs zijn excuses aan – deze dingen waren tussen hen nooit eerder gebeurd. Deze dingen waren met zekerheid bewerkstelligd door Gods woorden! Op dat moment werd Wang Rans voornemen om de waarheid in de praktijk te brengen nog groter. In de omgang met haar man zou ze de dingen voortaan doen in overeenstemming met Gods vereisten en haar eigen arrogante gezindheid laten varen. Zo zouden er steeds minder conflicten tussen hen zijn, en hoewel er zich af en toe nog wel eens een conflict in hun levens zou voordoen, zouden zij daarna in staat zijn om samen Gods woorden te lezen, tot God te bidden, beiden na te denken over wat ze verkeerd hadden gedaan en welke verdorven gezindheid er de aanleiding voor was geweest, en met open harten in verbondenheid te delen. Dan zouden zij praktiseren in overeenstemming met Gods vereisten. Toen Wang Ran en haar man eenmaal praktiseerden in overeenstemming met Gods woorden, werd hun omgang steeds soepeler – dit was geheel door Gods woorden die hen veranderden, en Gods werk dat op hen inwerkte. Wang Ran kon niet anders dan God danken en loven!
Wang Ran las nog een passage uit Gods woorden: “Die mensen hebben een normale relatie met elkaar, ze staan er niet alleen voor en hun leven is niet middelmatig of decadent. Ook is God onder allen verheven. Zijn woorden vinden hun weg onder de mensen, mensen leven in vrede met elkaar en onder de zorg en bescherming van God, de aarde is vervuld van harmonie, zonder de bemoeienis van Satan, en de heerlijkheid van God is van het grootste belang onder de mensen. Zulke mensen zijn als engelen. Ze zijn puur, levendig, klagen nooit over God en wijden al hun inspanningen alleen aan Gods heerlijkheid op aarde”. Wang Ran was erg geraakt door deze woorden; ze besefte dat alleen als ze vanuit Gods woorden over haar eigen verdorven gezindheid nadacht en die erkende, op praktische wijze het vlees kon verzaken, praktiseerde in overeenstemming met Gods woorden en juiste menselijkheid naleefde, ze in staat zou zijn tot harmonieuze omgang met anderen en juiste interpersoonlijke relaties. Als we niet voor Gods aangezicht verschijnen, als we niet bewaterd en geleid worden door Gods woorden, kunnen we doen wat we willen om vrede te bewerkstelligen, maar zullen we nooit in staat zijn om iets te doen aan het onvermogen van een echtpaar om het goed met elkaar te vinden. Gods woorden zijn de enige panacee voor conflict binnen het huwelijk! God zij geprezen!
uit 'Online Bijbelstudie'  
Beveel meer aan:
verlossing
0 notes
jezus-volgen · 5 years ago
Text
Hoe zag zij het verraad van haar man onder ogen?
Tumblr media
Een heerlijk, gelukkig huwelijk
Zolang ik me kan herinneren maakten mijn ouders voortdurend ruzie en ik zag mijn moeder vaak huilen. Ik verlangde toen heel erg naar een vredig, gelukkig gezin. Toen ik ouder werd was ik vastbesloten om een echtgenoot te vinden die goed voor me zou zijn en die voor zijn gezin zou kunnen zorgen, en ik hoopte op een heerlijk gelukkig huwelijk.
Ik werd aan mijn man voorgesteld door een familielid, en we trouwden en kregen samen twee dochters. We hadden toen een contract om een zandgroeve te beheren en mijn man werkte elke dag heel hard. Maar zodra hij thuiskwam, deed hij nog dingen zoals kleren wassen en eten koken. Mijn man hield heel veel van me; ik mocht me nooit zorgen maken en hij vroeg me nooit om hulp in welke kwestie dan ook, groot of klein. Mijn buren waren allemaal jaloers dat ik zo’n goede echtgenoot en zo’n gelukkig gezin had. Ik was zeer tevreden en wist dat ik met een goede man was getrouwd, iemand die me voor de rest van mijn leven zou steunen. Later vertrok mijn man met een familielid om een bedrijf op te starten, en ik bleef thuis de zandgroeve beheren. Hoewel het erg moeilijk en vermoeiend was, vond ik het de moeite waard, niet alleen om de druk van mijn man af te nemen, maar ook om ons leven steeds beter te maken. Doordat mijn man en ik hetzelfde doel nastreefden, konden we een jaar later een huis kopen in de stad. Ik kreeg toen een baan in de stad en we gaven het beheer van de zandgroeve over aan de vader van mijn man.
Ons leven samen werd steeds beter en het leven voelde zo lief. Ik keek er vaak naar uit om samen met mijn man de rest van ons leven zo door te brengen, van elkaar te houden en hand in hand samen een beter leven te creëren. Ik had me nooit kunnen voorstellen dat het ongeluk stilletjes naderde …
Een oproep van een onbekende vrouw
Op een dag zei mijn man dat het niet goed ging met zijn zaak en dat hij met een vriend een restaurant in Shanghai wilde openen. Ik ging hiermee akkoord en gaf hem 20.000 yuan. Daarna hield mijn man op met geld naar huis sturen, en telkens wanneer hij thuiskwam klaagde en zuchtte hij, en hij zei dat het restaurantbedrijf niet zo goed liep. Ik troostte hem dan en zei dat hij zich niet te veel zorgen moest maken, en ik gaf hem geld zodat hij genoeg zou hebben om zijn zaak voort te zetten. Ondanks dit alles was mijn man niet meer zo optimistisch als hij ooit was geweest, en soms ontweek hij me opzettelijk als hij de telefoon opnam. En toch besteedde ik niet teveel aandacht aan dit ongewone gedrag; ik dacht dat hij onder grote druk stond en dat hij niet wilde dat ik me zorgen maakte!
Op een dag tijdens de zomervakantie kwam mijn man terug uit Shanghai en kocht hij wat kleren voor mij en onze dochters. Ik was erg blij. Ik dacht dat het deze keer moeilijk moest geweest zijn voor mijn man om tijd vrij te maken om ons te bezoeken en dus zouden we onze tijd samen goed moeten benutten, maar hij zei dat hij zaken moest doen die middag en hij ging alleen weg. Hoewel ik me een beetje teleurgesteld voelde, dacht ik dat mijn man zo druk was omwille van ons gezin, en ik trok het me niet te erg aan.
Die avond ging thuis onze telefoon over en ik nam hem op. Een jonge vrouw vroeg naar mijn man bij naam en zei toen agressief dat zij en mijn man in Shanghai samenwoonden en dat ze een zoon van acht maanden oud hadden … Toen ik dit hoorde, voelde ik me plotseling verdoofd en mijn verstand stond op nul. In mijn hart riep ik steeds weer: “Dat is niet mogelijk, dat is niet mogelijk. Mijn man zou me nooit verraden en zoiets doen! Hij houdt zoveel van me, hoe zou hij me kunnen verraden? Het is niet mogelijk!” Maar de jonge vrouw sprak zo zeker, en ik dacht aan het ongewone gedrag van mijn man – zou het waar kunnen zijn wat zij zei? Hoe kon dit gebeuren? Ik wilde huilen maar de tranen kwamen niet, en om de hele waarheid te weten te komen, belde ik onmiddellijk mijn man en zei hem dat hij naar huis moest komen.
Maar toen ik het mijn man vroeg, verraste hij me; hij begon te huilen en zei tegen mij: “Het spijt me. Geef me alsjeblieft nog een kans …” Die drie woorden “Het spijt me” voelden op dat moment aan als een ijzig mes dat zich in mijn hart boorde. Ik had het gevoel dat mijn hart uit elkaar was gescheurd. Het deed zoveel pijn … Alles wat ik de afgelopen jaren had gedaan, was om een gelukkig gezin te kunnen hebben. Ik had nooit gedacht dat het verraad van mijn man mijn beloning zou zijn! Ik droeg de pijn in mijn hart en vroeg hem huilend hoe hij me zoiets kon aandoen. Snikkend zei hij dat hij de eenzaamheid van het ver van huis werken niet aankon, en toen hij zag dat veel van zijn collega’s er andere vrouwen op nahielden, kon hij de verleiding niet meer weerstaan en … Het eerste dat op dat moment bij me opkwam was echtscheiding. Maar ik zag hoe berouwvol mijn man zich voelde en hoeveel verwijten hij zich maakte, en ik aarzelde. Als ik echt van hem zou scheiden, zou mijn gezin uiteenvallen en zouden onze dochters ook lijden … Ik leed een onverdraaglijke pijn, alsof een mes mijn hart had stukgesneden, en ik bleef maar roepen: “God, wat moet ik doen?”
Ik heb er lang over nagedacht. Uiteindelijk verkoos ik om mijn man te vergeven, zodat onze dochters niet zouden opgroeien in een gebroken gezin. Ik vroeg hem om naar Shanghai te gaan om het restaurant te verkopen en dan terug naar huis te komen. Hij beloofde trouw dat hij dat zou doen. Ik had nooit gedacht dat als mijn man eenmaal terug was in Shanghai, hij me een bericht zou sturen dat me volledig in wanhoop zou storten: “Ik heb echt geen andere keus. Ik moet jou slecht behandelen …” Na het lezen van zijn boodschap was ik even stomverbaasd. Ik dacht eraan hoe hij zich zo oprecht had verontschuldigd en me in mijn gezicht zulke trouwe beloften had gedaan, maar het waren allemaal leugens geweest om me te bedriegen. Mijn hart voelde alsof het in een put met ijs was gevallen en ik voelde me bitter teleurgesteld …
Toen ik begreep dat mijn gezin, dat zo gelukkig was geweest, uiteenviel, en dat al het geluk dat ik had gehad niets betekende, ging ik op bed liggen en barstte ik in tranen uit. Ik dacht eraan hoe mijn man, sinds hij naar Shanghai was gegaan om zijn restaurant te openen, altijd had gezegd dat hij geen geld kon verdienen omdat de concurrentie zo hevig was; ik had elk woord geloofd en hem al het geld gegeven waarvoor ik zo hard gewerkt had. Ik had me nooit kunnen voorstellen dat hij daar gewoon een andere vrouw onderhield, en ik kon gewoon niet begrijpen hoe hij me dat kon aandoen. Wat had ik in hemelsnaam fout gedaan? In die periode bracht ik elke dag huilend door. Ik kon niet eten of slapen, en ik verloor volledig mijn doel en richting in het leven, en ik voelde een ongelooflijke pijn en verwarring. Telkens wanneer ik gezinnen samen pratend en lachend zag lopen wanneer ik klaar was met werken, of de blije stemmen van mijn buren hoorde, raakte ik erg overstuur. Soms was de pijn die ik voelde zo erg, dat ik wraak wilde nemen op mijn man en zijn nieuwe vrouw, en dan een einde maken aan mijn eigen leven. Maar de gedachte aan mijn twee jonge dochters en aan mijn bejaarde ouders weerhield me ervan om hen in de steek te laten. Ik kon enkel maar wegteren in pijn, en elke dag van mijn leven voelde aan als een jaar.
Gods woorden ontdooiden mijn bevroren hart
Net toen ik het hardst leed, getuigde mijn collega van Gods redding in de laatste dagen voor mij. Ik las Gods woorden: “De Almachtige heeft medelijden met deze mensen die zwaar lijden. Maar tegelijkertijd heeft Hij genoeg van die mensen die geen bewustzijn hebben omdat Hij al te lang heeft moeten wachten op een antwoord van de mensen. Hij verlangt ernaar om te zoeken, om je hart te zoeken en je geest. Hij wil je voedsel en water brengen en je doen ontwaken zodat je niet langer honger en dorst hebt. Als je moe bent en als je de leegte van de wereld begint te voelen, wees dan niet perplex en huil niet. Almachtige God, de Uitkijker, zal je komst op ieder moment verwelkomen. Hij is naast je en wacht tot je terugkeert. Hij wacht op de dag dat je geheugen plotseling herstelt en je je realiseert dat jij van God komt maar dat je op een of andere wijze op een bepaald punt verdwaald bent geraakt en bewusteloos langs de kant van de weg bent neergevallen, en niet wist dat je een vader hebt. Je beseft dan dat de Almachtige naar je uitgekeken heeft, en al die tijd op je gewacht heeft.” Door zulke oprechte woorden van God vielen mijn tranen als regen, en alle pijn en ingehouden emotie die zich al zo lang had opgebouwd, smolt weg met mijn tranen en vloeide vrij weg. Voordien had ik mijn man altijd als mijn enige steun beschouwd en ik dacht dat een geweldig, gelukkig gezin hebben het doel van mijn leven was. Nadat mijn man me had bedrogen en verlaten, voelde mijn hart leeg en stuurloos aan; ik verloor mijn levensdoel en leefde in pijn zonder te weten wat ik moest doen. En toch was God steeds bij me geweest, had Hij over me gewaakt. God kende de pijn en verwarring die ik voelde, en net toen ik het meest hulpeloos was, leidde Hij me voor Hem, en gebruikte Hij Zijn woorden om mijn gewonde hart te troosten, en liet Hij me het licht zien in de duisternis. Gods woorden verwarmden mijn hart; ze gaven me de moed om verder te leven, en ze lieten me begrijpen dat enkel God onze steun kan zijn. God wacht op onze terugkeer naar Zijn huis, en met God aan mijn zijde wist ik dat ik niet alleen zou zijn. Vanaf dat moment nam ik actief deel aan het kerkleven; ik zong regelmatig hymnen, bad en las Gods woorden met mijn broeders en zusters. We praatten met elkaar over de waarheid, hielpen elkaar en behandelden elkaar met oprechtheid. Ik voelde een soort van vrede en vreugde die ik nooit eerder had ervaren.
Gods woorden losten de haat in mijn hart op
Nadat ik in God begon te geloven, verbeterden mijn stemming en mijn uiterlijk dramatisch. Maar elke avond, wanneer alles stil was, keek ik naar de dingen die mijn man had achtergelaten, en ik moest steeds denken aan alle kleine dingen die ik ooit voor mijn man had gedaan. Ik dacht eraan hoe mijn man me had misleid en bedrogen en voelde een hartverscheurende pijn. Tegen mijn eigen wil in raakte ik vervuld van haat, zozeer zelfs dat ik overwoog wraak op hen te nemen. En toch wist ik dat ik grote schade aan beide partijen zou aanrichten en nog meer mensen pijn zou doen lijden, zelfs als ik uiteindelijk zou winnen. Ik kon de haat die ik voelde voor mijn man echter niet zomaar loslaten, en het enige dat ik in mijn lijden kon doen was voor God komen en bidden, Hem vragen om me te helpen door de duisternis van deze pijn te komen.
Later las ik in de woorden van God: “Al deze trends, de ene na de andere, hebben een slechte invloed die de mensen voortdurend degenereert, en veroorzaakt dat ze voortdurend hun geweten, menselijkheid en verstand kwijtraken en dat hun moraal en de kwaliteit van hun karakter steeds verder verlaagt, zodanig dat we zelfs kunnen zeggen dat de meerderheid van de mensen nu geen integriteit, geen menselijkheid heeft, noch enig geweten, laat staan gezond verstand. … Mensen die niet gezond van lichaam en geest zijn, die nooit weten wat de waarheid is, die niet het verschil kunnen zien tussen positieve en negatieve dingen, zulke mensen zullen, als gevolg van dit soort trends, de een na de ander, bereidwillig deze trends accepteren, de opvattingen ten aanzien van het leven en de waarden die van Satan afkomstig zijn. Ze accepteren wat Satan hen vertelt over hoe ze het leven en de manier van leven kunnen benaderen die Satan hen ‘schenkt’. Ze hebben niet de kracht, ze hebben ook niet het vermogen en nog minder het bewustzijn om weerstand te bieden.” Ik overwoog Gods woorden en begon te begrijpen dat het verraad van mijn man en mijn pijn werden veroorzaakt door de slechte invloed van Satan. Tegenwoordig wordt de hele wereld met de dag slechter en slechter. Mensen bewonderen het kwaad en worden steeds verdorvener; ze bespotten de armen maar aanvaarden prostituees, en negatieve zaken worden verheven alsof ze positief zijn. Net zoals de boosaardige opvattingen van Satan: “Thuis een vrouw of man hebben, maar ook een geliefde nemen”, “Zonder minnares heeft een man geen levenslust”, en “Zonder minnaar is een vrouw is niet veel meer dan een zeug”. Dergelijke standpunten hebben de samenleving overstroomd en zijn doorgedrongen in de harten van alle mensen, waar ze onze gedachten uithollen en de opinie van vele mensen verdraaien. Mensen denken dat “een minnaar of minnares hebben”, “een affaire beleven” en “one-night stands” de norm zijn; ze leven in een enorme beerput van promiscuïteit en verdorvenheid, ze bevredigen hun fysieke lusten en genieten gretig van zondige genoegens. Niemand praat nog over huwelijkse trouw of familiale verantwoordelijkheid, en mensen kennen geen moraal of schaamte meer. Mensen zijn enkel uit op de bevrediging van hun eigen fysieke verlangens en schenken geen enkele aandacht aan hoe hun gezinnen zich voelen, ze worden in toenemende mate slecht en verdorven, en ze worden steeds egoïstischer en hebzuchtiger. Wie weet hoeveel gezinnen zijn uiteengevallen en om deze reden van elkaar vervreemd zijn geraakt? Hoeveel mensen leven in onvermijdelijke pijn tot op het punt dat ze, omdat ze het verraad van hun partner niet kunnen verdragen, hun eigen leven beëindigen? Hoeveel mensen nemen, vervuld van haat, moedwillig wraak op hun partner, waardoor een eindeloze tragedie ontstaat? Ik dacht aan hoe mijn man me op elke denkbare manier aandacht had geschonken, hoe we van elkaar hadden gehouden en aardig voor elkaar waren geweest en een heerlijk gelukkig gezin hadden gehad. Maar nadat hij ver van huis begon te werken, zag hij hoe veel van zijn collega’s en vrienden affaires hadden en dus werd hij onbewust beïnvloed door slechte trends. Hij volgde deze slechte invloed en begon er een minnares op na te houden, hij kreeg een kind bij haar, zonder enige achting voor mijn gevoelens of de gevoelens van onze dochters; in plaats daarvan loog hij tegen me en bedroog me opnieuw en opnieuw, en hij verloor het geweten en de menselijkheid waarover een mens hoort te beschikken. Dit alles was de bittere vrucht en het ongeluk dat slechte trends de mens brengen! Wij mensen hebben geen waarheid; we kunnen de slechte invloeden van Satan niet onderscheiden en weten niet wat goed is en wat slecht is, en we worden onvrijwillig verleid en verdorven door slechte invloeden terwijl Satan met ons speelt en ons kwaad berokkent. Toen ik deze dingen had begrepen besefte ik dat mijn man de waarheid niet had begrepen en niet in staat was om Satans bedrog te doorzien. Hij had de boosaardige trend gevolgd, en bedroog me onvrijwillig. Toen begon ik zijn bedrog een beetje te begrijpen, en ik haatte hem niet meer zo erg.
Nadien bad ik tot God. Ik wilde niet langer gevangen zitten in deze kwestie die mijn leven zo pijnlijk maakte en in plaats daarvan wilde ik Gods woorden ernstig lezen en de waarheid nastreven. Later begon ik mijn gastplicht in de kerk uit te voeren, leefde een kerkelijk leven en aanbad God met de zusters. In mijn hart voelde ik een aanzienlijke bevrijding en er verscheen opnieuw een glimlach op mijn gezicht.
Gods woorden leidden me om de listen van Satan te overwinnen
Op een dag kwam de vrouw van de jongere broer van mijn man bij me op bezoek en zei dat mijn man en zijn nieuwe vrouw met hun zoon naar onze geboortestad waren teruggekeerd. Zijn nieuwe vrouw was van top tot teen gekleed in beroemde merken en droeg veel gouden en zilveren sieraden, en ze zei dat ik ervoor moest zorgen dat ik er altijd mooi uitzag … Toen ik haar dit hoorde zeggen, voelde ik me erg overstuur. Ik bedacht hoe mijn man en ik altijd zuinig en spaarzaam waren geweest toen we samenwoonden en nooit onnodig geld hadden uitgegeven. Nu deed hij volledig het tegenovergestelde en besteedde al zijn geld aan zijn nieuwe vrouw. Ik voelde me erg overstuur en ik huilde, overweldigd door mijn gevoelens. Mijn schoonzus troostte me en zei: “Eerlijk gezegd kan ik hen niet aanzien. Ik denk dat jij en hij veel beter bij elkaar passen. Als je hem zou beschuldigen van bigamie, zou zijn nieuwe vrouw vertrekken, en hij zou bij je terugkomen …” Ik was een beetje in de war door wat ze zei, en ik dacht: “Als ik dat zou doen, zou mijn man bij mij terugkomen, en ons gezin met onze kinderen zou weer heel zijn.” Maar toen dacht ik: “Als ik hem echt beschuldigde van bigamie zou het niet enkel ons beiden pijn doen, maar het zou ook een grote impact hebben op onze dochters. Wat moet ik doen?” Op dat moment voelde ik een overweldigende pijn in mijn hart. Ik besefte dat mijn situatie niet klopte, dus riep ik onmiddellijk God aan om Hem te vragen mijn hart rustig te houden en me te leiden. Nadien dacht ik aan een passage van Gods woorden: “Jullie moeten waakzaam zijn en elk moment op wacht staan en jullie moeten vaker voor mij komen om te bidden. Jullie moeten de verschillende intriges en sluwe plannen van Satan herkennen …” Gods woorden schudden me ruw wakker en ik besefte dat ik door Satan werd beproefd. Mijn schoonzus zei dat ik me mooi moest aankleden en mijn man beschuldigen van bigamie. Op het eerste zicht leek dat het beste in mijn eigen belang, zodat mijn man bij me zou terugkeren. Maar nadat ik er zorgvuldig over had nagedacht betekende dit in wezen dat ik zou handelen volgens het duivelse en giftige idee: “Als jij niet aardig bent, zal ik niet rechtvaardig zijn”. Als ik volgens mijn verdorven gezindheid handelde en wraak nam op mijn man, dan zou het kwaad berokkenen aan het gezin dat hij nu had, en zou hij me gaan haten. Satan probeerde me in de val te lokken, opdat mijn man en ik elkaar zouden aanvallen en kwetsen, zodat we in een onafgebroken pijn zouden leven. Mijn man had de andere vrouw in feite al boven mij verkozen, wat aantoonde dat hij geen gevoelens meer voor me koesterde. Zelfs als ik hem op een achterbakse manier kon terughalen, dan zou ik enkel hem krijgen en niet zijn hart en wat zou de betekenis zijn van een dergelijk huwelijk zonder gevoelens? Zou me dat niet nog veel meer pijn berokkenen?
Op dat moment dacht ik aan een andere passage van Gods woorden: “Waarom houdt een man van zijn vrouw? En waarom houdt een vrouw van haar man? Waarom zijn kinderen plichtsgetrouw jegens hun ouders? En waarom zijn ouders verzot op hun kinderen? Welke bedoelingen koesteren mensen echt? Is het niet om hun eigen plannen en egoïstische verlangens te bevredigen?” Uit Gods woorden begreep ik dat mensen egoïstisch zijn. Ongeacht of het gaat over de man die van zijn vrouw houdt, of de vrouw die van haar man houdt, we doen het allemaal om onze eigen egoïstische verlangens te bevredigen, en we gebruiken elkaar – dat is geen ware liefde. Ik dacht eraan hoe ik goed was geweest voor mijn man, enkel maar zodat hij goed, attent en zorgzaam voor mij zou zijn. Toen mijn man om me gaf en me aanbad en aan al mijn wensen had kunnen voldoen, was ik gelukkig; toen mijn man me bedroog leefde ik in pijn en dacht dat mijn man de dingen die ik voor hem had gedaan niet waard was, en dus haatte ik hem. Toen ik hoorde dat mijn man gelukkig samenleefde met zijn nieuwe vrouw voelde ik me jaloers en boos; ik wilde doen wat mijn schoonzuster voorstelde en hem beschuldigen van bigamie, en ervoor zorgen dat hij niet alles had zoals hij het wilde. Ik wilde zelfs dat hij naar de gevangenis zou gaan, en die dreiging gebruiken om hem van gedachten te doen veranderen zodat hij naar me zou terugkomen. Ik zag in dat ik uitermate egoïstisch, verachtelijk een kwaadaardig was, en dat alles wat ik deed enkel was om mijn eigen verlangens te bevredigen.
Terwijl ik over Gods woorden nadacht begon mijn hart geleidelijk op te klaren en wist ik wat ik moest doen. Dus zei ik tegen mijn schoonzus: “Aangezien ze samen een kind hebben, zou niemand er wel bij varen als ik hem echt zou aanklagen. Als ze gelukkig leven, dan geef ik ze mijn zegen.” Toen ze me dit hoorde zeggen, keek ze me verbaasd aan en wist ze niets meer te zeggen. Nadat ze was vertrokken, zei ik een dankgebed tot God en ik zag hoe reëel de situatie was die God voor me had geregeld. Toen ik werd geconfronteerd met de bedriegerij van Satan, zou ik zonder het leiderschap en de begeleiding van Gods woorden zeker teruggevallen zijn in een leven van pijn. Ik zou niet meer geweten hebben wat te doen, zodat ik in het listige plan van Satan zou gevallen zijn en dingen zou gedaan hebben die haaks staan op Gods wil. Door mijn toedoen zouden beide families in ondraaglijke pijn binnen de list van Satan leven – ik dankte God zozeer voor Zijn leiding!
Ik heb een echt gelukkig en vreedzaam gezin
Later las ik in het woord van God: “Alleen door God kun je de zin van het leven kennen, alleen door God kun je een waarachtig leven leiden, de waarheid bezitten, de waarheid kennen en alleen door God kun je een leven vanuit de waarheid verkrijgen. Alleen God Zelf kan je helpen het kwaad te mijden en je te bevrijden van de schade en overheersing door Satan. Naast God kan niemand en niets je redden van de zee van lijden zodat je niet langer lijdt: dit wordt bepaald door de essentie van God. Alleen God Zelf redt je zo onzelfzuchtig, alleen God is uiteindelijk verantwoordelijk voor je toekomst, je bestemming en je leven, en Hij regelt alle dingen voor je.” Ik dacht na over Gods woorden en was diep ontroerd. Terwijl ik dacht aan de weg die ik had afgelegd, werd ik steeds vergezeld en geleid door Gods liefde. Na het bedrog van mijn man leefde ik in pijn en verloor ik alle hoop op het leven. Ik voelde geen levensvreugde meer, en zonder Gods redding zou ik in pijn zijn blijven leven, zonder de kracht om mezelf te bevrijden; ik zou geen richting of doel in het leven hebben gehad en ik zou als een wandelend lijk doelloos door het leven gestrompeld zijn. Door Gods woorden kon ik de waarheid begrijpen van de verdorvenheid van de mens door Satan en inzien hoeveel verdorvenheid en schade Satans slechte trends ons veroorzaakt hebben; door Gods woorden kon ik mijn haat tegen mijn man loslaten. Toen Satan mijn schoonzus gebruikte om me in verleiding te brengen, omdat hij wilde dat ik mijn kwaadaardige gedachten zou volgen en wraak zou nemen op mijn man, was het de verlichting en leiding van Gods woorden die me toeliet om Satans bedrog te herkennen, en om grondig te begrijpen dat er geen echte genegenheid of liefde tussen mensen is. Ik begreep dat we elkaar allemaal gewoon gebruiken, en zou er dus niet meer naar streven om dergelijke dingen te zoeken. Door dit alles voelde ik echt dat God aan mijn zijde was, dat Hij me leidde en gidste met Zijn woorden, waardoor ik mijn pijn kon achterlaten en het kwaad van Satan kon afweren. Gods liefde voor mij was zó echt! Tegelijkertijd begon ik door introspectie te begrijpen dat ik sinds mijn huwelijk mijn man was gaan beschouwen als mijn enige steun, en dat ik was gaan geloven dat hij me een heerlijk gelukkig leven kon geven. Ik moest eerst deze pijn ervaren om te begrijpen dat mijn man slechts een mens was die door Satan was verdorven, dat hijzelf in Satans verdorvenheid leefde, en dat ik gewoonweg niet op hem kon vertrouwen. Enkel God is mijn steun, en enkel door voor God te komen, Gods werk te ervaren, de waarheid te begrijpen en te leven onder Zijn leiding, kan ik het ware geluk bereiken.
Vanaf dat moment liet ik al de pijn die het bedrog door mijn man had veroorzaakt volledig achter me. Nu leef ik in een grote familie die vervuld is van Gods liefde. Ik lees elke dag Gods woorden, streef de waarheid na, vervul de plicht van een geschapen wezen, en voel me ongelooflijk vreedzaam en op mijn gemak. Binnen de kerk houden mijn broeders en zusters en ikzelf bovendien van elkaar, en we steunen elkaar net zoals een echt gezin. Zelfs als er vervreemding en vooroordeel opkomt, kunnen we volstrekt open zijn met elkaar, en overleggen over de waarheid om onze problemen op te lossen. Dit is werkelijk het echt gelukkige en vreedzame gezin dat ik altijd wilde! Godzijdank! Ik zal ijverig de waarheid blijven nastreven en de plicht van een geschapen wezen vervullen om Gods liefde terug te betalen!
Gerelateerde aanbevelingen:
Beproevingen – een ander soort zegening van God
Het verschil tussen gered worden en volledige verlossing verkrijgen
0 notes
geloveninmoerwijk · 5 years ago
Text
Hoe wij als christenen reageren op de #Nashvilleverklaring
Tumblr media
Honderden protestantse predikanten en voorgangers hebben zich met het ondertekenen van de zogeheten Nashville-verklaring uitgesproken tegen lhbt’ers. Ze betogen dat het huwelijk alleen bedoeld is als verbond tussen één man en één vrouw. Hoe reageren christenen op sociale media? Bekijk hier een overzicht.
Antonie Fountain, activist: Jezus heeft geen woord over homoseksualiteit gezegd. Wel had Hij…
View On WordPress
0 notes
jurjenklaas · 5 years ago
Text
TINEKE HUIZINGA WIL STEM GEVEN AAN ZWAKKEN
Een luis in de pels van het kabinet. Vervelend jeuken om de regering bij de les te houden. De Christen Unie wil niet die functie hebben, maar gewoon haar standpunten naar voren brengen. Ze loopt niet weg voor regeringsverantwoordelijkheid, maar valt bij de formatie net buiten de boot. Daarom is er geen kritiek op de gekozen koers, maar wel op de maatregelen die niet sociaal zijn. Tegenargumenten worden berekend en haalbaar onderbouwd. De gedreven mens Tineke Huizinga uit Heerenveen zet zich in de Tweede Kamer in voor de christelijk-sociale politiek. Via de plaatselijke gemeenteraad komt zij tot twee keer toe met voorkeurstemmen in de Kamer, want de kiezer vindt het de hoogste tijd dat ook eens een vrouw de Christen Unie gaat vertegenwoordigen. Nu geeft ze daar stem aan de mensen die geen stem hebben.
Tumblr media
publicatie © Friesland Post, oktober 2003
Ooit wilde Tineke Huizinga journalist worden. Uit nieuwsgierigheid naar wat achter de gevel gebeurd, niet om het nieuws te pakken. De studie in Utrecht spitst zich toe op rechten. Na een huwelijk komen kinderen en is het gezin de werkplek. Niet als huisvrouw, eten koken en huishouden zijn een noodzakelijk kwaad, maar de begeleider van kinderen naar volwassenheid.
Tineke zit in het kerkenwerk, is voorzitter van het schoolbestuur, schrijft artikelen en spreekt in forums. Ze gaat vrijwilligerswerk doen en wordt onder meer juridisch hulpverlener bij de Stichting Vluchtelingenwerk. Dat voelt goed aan en dus besluit ze de studie weer op te pakken. Op dat moment vraagt de Christen Unie haar voor de gemeenteraad.
“Een moeilijke beslissing. Ik wist niet of ik dat wel wilde. Ik had nooit de ambitie in de Tweede Kamer te komen. Kort daarvoor was de twijfel tussen het CDA of een kleine christelijke partij beslist in het voordeel van de laatste, vanwege hun standpunt op het terrein van het asielbeleid. Ik kies liever een kleine partij, waarin ik iets herken van wat voor mij christelijke politiek is, dan een grote partij waarin ik minder daarvan hoor. Als Kamerlid kun je meepraten over de dingen, dat spreekt me erg aan. Ik had nee kunnen zeggen, maar ik heb ja gezegd. Dus zet ik me er ook voor in.”
Vanuit de christelijke achtergrond
Politicus Tineke Huizinga heeft een dikke portefeuille en eigen fractiemedewerkers die kennis van zaken hebben. Buitenlandse zaken en defensie zijn onder haar beheer, door de commissie Srebenica kon ze zich goed inwerken op deze beleidsterreinen. Ontwikkelingssamenwerking en asielbeleid hebben haar interesse. Verkeer en waterstaat en VROM completeren de rij. Daarnaast schrijft ze columns in Friesch Dagblad en Centraal Weekblad, levert teksten voor het verkiezingsprogramma en houdt spreekbeurten. Van dinsdag tot donderdag woont ze in een appartement aan het Haagse Noordeinde.
“Door die commissie was ik er van maandag tot vrijdagavond laat, dat is afzien. Je mist het gezin, want je hebt het idee dat de kinderen jouw nodig hebben. Nu is het zo als ik me het had voorgesteld. Op maandag en vrijdag ben ik nog wel weg of thuis aan het werk. Het politieke werk ligt mij, ik hou daarvan. Het is kijken hoe de dingen het best geregeld kunnen worden, zodat het voor iedereen zo goed mogelijk is. Voor mij vanuit de christelijke achtergrond en idealen voor de samenleving. Het buitenland trok me altijd erg. Nu mag ik me daar voor inzetten, wanneer ik erover in de kranten lees is dat werk.”
Geen geheven vingertje
Wat drijft de christelijke partijen, wat is christelijke politiek, en waarom altijd dat geheven vingertje?
“Ik heb er veel moeite mee als een ander mij gaat vertellen wat ik wel of niet mag. Dus ik hoop echt niet dat wij als Christen Unie in de Tweede Kamer zo bezig zijn. Met: dat mag wel en dat mag niet. En ook niet zo van: wij weten precies wat het beste is, luister naar ons dan komt het goed. Ik ben ervan overtuigd dat wat in de bijbel staat als richtlijnen, dat deze de beste manier zijn om een maatschappij in te richten. Op basis daarvan is het een goede samenleving voor iedereen om in te leven, ook wanneer je geen christen bent. Het is de uitdaging om te laten zien waarom je ergens voor strijdt. Het is bijbels te verdedigen om één dag in de week rustig aan te doen, vrij te zijn en te genieten van het leven. Het heeft ermee te maken dat de mens leeft vanuit de genade. Niet door alle dingen te regelen en hard te werken komt het goed of niet, uiteindelijk moet altijd iets worden overgegeven waar God voor zorgt. Je leven overgeven aan God heeft met de zondag te maken. Los daarvan is het goed om als samenleving te zeggen: wij zitten elkaar niet zo op de nek dat we elkaar geen rust meer gunnen. Dat laten we zien in die zondag. Op zo’n manier kun je dat heilzame van die bijbel ook opvoeren.”
De Christen Unie wil zich los maken van de indeling links en rechts. De toevoeging sociaal aan haar politieke richting is een noodsprong, volgens Tineke Huizinga. Ze vindt het jammer dat het woord christelijk van zichzelf niet voldoende is. Bij christelijke politiek zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat het ook een sociale politiek is. Een christen is niet rechts maar sociaal: opkomen voor wie zelf geen stem heeft en niet voor zichzelf op kunnen komen. En ook opkomen voor Gods eer hoort erbij.
“Het ene soort christenen wil alles bij het oude laten en niets inleveren van wat nog christelijk is. Zo komt christelijk aan het stempel behoudend. Andere christenen leven in een wereld waarin weinig over is van de christelijkheid die vroeger de maatschappij doordrenkte. Zij willen iets laten zien van hun christen zijn. Zij zijn dus niet behoudend, maar juist wat progressief wordt genoemd. De Christen Unie zit op dat snijvlak. Van dingen houden zoals ze zijn naar iets laten zien van het christendom in de maatschappij. Hoe brengen wij een christelijke notie in de omgeving waar we leven.”
Rationeel en pragmatisch
De mensheid leent de wereld, is rentmeester over de aarde en zal het op een dag weer in redelijk goede staat moeten terug geven.
“Dat heeft ook te maken met een goede ontwikkeling tussen arm en rijk. Wereldwijd moeten we de welvaart beter verdeeld krijgen. Dat is de meest ambitieuze doelstelling, dat is wat iemand tot idealist maakt. In de politiek moet je rationeel zijn en pragmatisch. Wanneer dit te bereiken is en het is genoeg, dan is het een stap in de goede richting. Maar verlies nooit uit het oog hoe het uiteindelijk zal moeten zijn. Je moet realistisch en praktisch blijven, kijken wat je echt kunt bereiken. Maar tegelijkertijd moet het ideaalbeeld een richting zijn. Aan de verre einder, je komt er misschien nooit maar het moet wel je richting bepalen in alle kleine dingen die je nu bereikt. Wanneer het goed gaat is het makkelijk delen, maar hoeveel zijn wij nog bereid te delen als het met onszelf slechter gaat. Op momenten dat het financieel lastig is komt het erop aan. Dat je dan zegt de ontwikkelingssamenwerking houden we, want er zijn altijd mensen die er slechter aan toe zijn. De zwakste schouders in Nederland moeten we blijven ontzien, ook al worden dat er meer. De toekomst van defensie ligt in vredesmissies om de stabiliteit en de vrede elders op de wereld te bevorderen.”
De aandacht van Kamerleden richt zich erg op de randstad. Wat elders in Nederland gebeurt ontgaat veel politici. Daarom vindt Huizinga het belangrijk dat zij met anderen de zaak in evenwicht trekt. Niet om de belangen van het Noorden te behartigen, de politicus zoekt immers het algemeen belang, maar om de omstandigheden en knelpunten beter toe te lichten. Zo is de zweeftrein een punt. Tineke is voor een snellere en betere verbinding tussen het noorden en de randstad. Ze maakt altijd gebruik van het openbaar vervoer, want in de trein kan ze werken en voor het milieu is het veel beter.
“Ik wil in de politiek een stem geven aan mensen die niet voor zichzelf op kunnen komen, een stem geven aan zwakken in de samenleving. En ook een goed beeld geven van de christelijke politiek. De vooroordelen wegnemen. Ik werk daar aan, ik doe daar mijn best voor. Het is een behoorlijk zware baan. Ik kan vragen stellen over dingen die mij bezig houden. Het is een beginstap en daar wil ik mee verder: zorgen en kijken dat ik die twee dingen voor elkaar krijg. Dat doet mij veel plezier, ik vind het leuk dat ik daar iets aan kan doen.”
0 notes
jeanschoonbroodt · 6 years ago
Text
Visioen uit 1968 van een Noorse vrouw... ( tot nu toe bijna alles in de praktijk reeds vervuld)
Visioen uit 1968 van een Noorse vrouw Posted on 8 april 2016 by fuzzyfun
Een oude vrouw van 90 uit Valdres in Noorwegen had een visioen van God in 1968. De evangelist Emanuel Minos had een bijeenkomst in de plaats waar ze woonde. Daar had hij de kans om haar te ontmoeten, en ze vertelde hem wat ze had gezien. Hij schreef het op, maar vond het zo onbegrijpelijk, dat hij het in een lade liet liggen. Dan, bijna 30 jaar later, begrijpt hij dat hij dit visioen met anderen moet delen. De vrouw uit Valdres was een zeer alerte, betrouwbare, wakkere en geloofwaardig christen, met een goede reputatie bij allen die haar kenden.
Dit is wat ze zag: “Ik zag de tijd net voor de komst van Jezus en het uitbreken van de Derde Wereldoorlog. Ik zag de gebeurtenissen met mijn natuurlijke ogen. Ik zag de wereld als een soort van wereldbol en Europa, land voor land. Ik zag Scandinavië. Ik zag Noorwegen. Ik zag bepaalde dingen die zouden plaatsvinden vlak voor de terugkeer van Jezus, als net daarvóór de laatste ramp zal plaatsvinden, een ramp zoals we nog nooit eerder hebben ervaren. Ze genoemde vier golven:
1. “Het eerste wat zal plaats vinden voor de komst van Jezus en voordat de Derde Wereldoorlog uitbreekt zal er één zijn van ‘detente’ (ontspanning) zoals we nog nooit eerder hebben gehad. Er zal vrede zijn tussen de grootmachten in het oosten en het westen, en het zal een lange vrede zijn. (Vergeet niet dat dit in 1968 is uitgesproken, toen de koude oorlog op zijn hoogtepunt was. E.Minos) In deze periode van vrede zal er ontwapening komen in veel landen, ook in Noorwegen en we zijn dan niet voorbereid wanneer het (de oorlog) komt. De Derde Wereldoorlog begint op een manier die niemand had verwacht – en uit een onverwachte hoek.
2. “Een lauwheid zonder weerga zal bezit nemen van de Christenen, een afval van het ware levende christendom. Christenen zullen niet meer open staan voor de indringende prediking. Ze zullen niet, zoals in vroeger tijden, willen horen van zonde en genade, wet en evangelie, berouw en herstel. Er komt een vervanging voor in de plaats van: welvaart (geluk) christendom.
“Het belangrijkste zal zijn om succes te hebben, om iets te zijn met de materiële dingen, dingen die God ons nooit heeft beloofd op deze manier. Kerken en gebedshuizen zullen leger en leger worden. In plaats van de prediking, die we generaties-lang gebruikten om het kruis op te nemen en Jezus te volgen, – zal vermaak, kunst en cultuur de kerken binnendringen, waar het bijeenkomsten hadden moeten zijn van berouw en opwekking. Dit zal sterk toenemen vlak voor de terugkeer van Jezus.
3. “Er zal een moreel verval plaatsvinden zoals het oude Noorwegen nog nooit heeft meegemaakt. Mensen zullen samenleven als getrouwd zonder getrouwd te zijn. (Ik geloof niet dat het concept ‘samenwonen’ bestond in 1968? – E. Minos.) Veel onreinheid voor het huwelijk, en veel ontrouw in het huwelijk zal als heel natuurlijke (gemeenschappelijk) worden gezien, en het zal worden gerechtvaardigd vanuit elke hoek. Het zal zelfs plaats vinden in christelijke kringen en wij hebben plezier – zelfs in de zonde tegen de natuur. Vlak voordat Jezus terug komt zullen er tv-programma’s zijn zoals we nog nooit hebben ervaren. (TV was nog maar net aangekomen in Noorwegen in 1968. E. Minos)
“De TV zal worden gevuld met zo’n verschrikkelijke geweld waarbij het ons leert om mensen te vermoorden en elkaar te vernietigen, en het wordt onveilig in onze straten. Mensen zullen het gedrag kopiëren wat ze zien. Er zal niet alleen maar één ‘station’ zijn op tv, het zal worden gevuld met meerdere ‘stations’. (Ze wist het woord kanaal niet wat we vandaag de dag gebruiken. Daarom noemde ze het stations. E. Minos.) De TV wordt net als de radio, waar veel stations te vinden zijn, en het zal worden gevuld met geweld. Mensen zullen het gebruiken voor vermaak. We zullen vreselijke scènes zien van moord en vernietiging van de ander, en dit zal zich verspreiden in de samenleving. Seksscènes zullen ook worden weergegeven op het scherm, de meest intieme dingen, wat plaatsvindt in een huwelijk.” (Ik protesteerde en zei, we hebben een wet die dit soort dingen verbiedt. E. Minos.) Maar de oude vrouw zei: “Het zal gebeuren, en je zult het zien. Wat we eerder hadden zal worden afgebroken, en de meest onfatsoenlijke dingen zullen voor onze ogen gebeuren.”
4. “Mensen uit arme landen zullen naar Europa stromen. (In 1968 was er nog niet zoiets als immigratie. E. Minos.) Zij zullen ook naar Scandinavië komen – en Noorwegen. Er zullen er zo veel van hen komen dat de mensen beginnen om een hekel aan hen te krijgen en hard worden naar hen. Zij zullen worden behandeld als de joden voor de Tweede Wereldoorlog. Dan zal de volle maat van onze zonden zijn bereikt (ik protesteerde tegen de kwestie van de immigratie, wat ik niet heb begrepen op dat moment. E. Minos.) De tranen stroomden uit de ogen van de oude vrouw over haar wangen. “Ik zal het niet zien, maar jij wel. Dan opeens, zal Jezus komen en de Derde Wereldoorlog zal uitbreken. Het wordt een korte oorlog.” (Zij zag het in de visie.) ” Alles wat ik heb gezien over oorlog is slechts kinderspel vergeleken met dit, en het zal worden afgesloten met een atoombom. De lucht wordt zo verontreinigd dat men niet eens kan ademhalen. Het zal betrekking hebben op de verschillende continenten, Amerika, Japan, Australië en de rijke landen. Het water zal worden verpest (besmet?). We kunnen niet langer op de eigen bodem blijven. Het resultaat zal zijn dat alleen een overblijfsel zal blijven bestaan. Het overblijfsel van de rijke landen zal proberen te vluchten naar de arme landen, maar ze zullen net zo hard zijn voor ons, als we waren voor hen.
“Ik ben zo blij, dat ik het niet zal zien, maar als die tijd komt, moet je moed houden en dit zeggen. Ik heb het van God, en niets van dit alles druist in tegen wat de Bijbel zegt.” “Degene wie zijn zonden zijn vergeven en Jezus heeft aangenomen als Verlosser en Heer, die is veilig. [wimjongman.nl]
Let op BEKEER JE!!!... nu het nog kan... neem JEZUS CHRISTUS aan als je verlosser. De tijd is bijna om!!!!
0 notes
betoverheks · 6 years ago
Text
Interbeing voor christenen. Weg met de gekte, de gevangenis in je hoofd. Laat de varkens los. Die zwijnen. De jouwe en de mijnen. Stort van een berg in zee. Afgescheidenheid? Weg ermee! 
Tumblr media
©Toverheks.com We willen hier geen varkens, hoor. Zijn jullie nu helemaal betoeterd? Ons opzadelen met jullie gekte! Vanmorgen glip ik op het nippertje de kerk in. De goegemeente is al halverwege het intochtslied. Zingend zoek ik een plekje achter Jip en Janneke. Mooi zo. Ik heb het gered. Het is altijd haasten om op tijd aanwezig te zijn. Eerst moet ik nog een blaffend varkentje wassen. Hij…
View On WordPress
0 notes
delaneykuphaleu · 6 years ago
Text
Verlovingsring links of rechts dragen?
Verlovingsring links of rechts dragen?
Het is niet altijd even duidelijk of een verlovingsring links of rechts gedragen moet worden. En wat gebeurt er na de bruiloft? Gaat de ring naar de andere hand of niet? Helaas is er geen eenduidig antwoord op te geven, er zijn wel enkele richtlijnen die bepaald zijn op basis van religie en cultuur.
Katholiek of Protestant?
Voor de Christenen is het vrij duidelijk te bepalen aan welke hand de ring moet komen; een katholiek draagt de verlovingsring aan de rechterhand, een protestant draagt de ring aan de linkerhand. Na de huwelijksvoltrekking zal de ring in beide gevallen naar de andere hand gaan. Bij een gemengd huwelijk kan dit verschil tot verwarring leiden.
Heeft het niet met het hart te maken?
In sommige culturen wordt inderdaad rekening gehouden met ons hart, maar dat maakt het er niet echt eenvoudiger op. De linkerhand ligt dichter bij het hart, maar de ader in de ringvinger van de rechterhand loopt weer door tot in ons hart. Ook verklaart dat natuurlijk niet waarom de ring dan na het trouwen van hand zou verwisselen.
Slijtage van de ring
Er kan ook een praktische overweging gemaakt worden. Wanneer je bijvoorbeeld rechtshandig bent, en veel werk verricht waarbij sieraden beschadigd kunnen raken, is het praktisch om de ring aan de linkerzijde te dragen. Dat is niet de meest romantische verklaring, maar het kan zeker een overweging zijn.
Verlovingsring en trouwring
Wanneer je besluit om na het trouwen een nieuwe ring te dragen, zou je oude ring naar de andere hand kunnen gaan. Het is overigens ook mogelijk om twee (bijpassende) ringen aan dezelfde vinger te dragen.
Conclusie
Zoals je kunt zien is er naast de duidelijke regels bij katholieken en protestanten niet echt een voorkeurshand te bepalen. Daarom maken steeds meer aanstaande echtparen zelf de beslissing aan welke vinger de ring wordt gedragen. Daarbij zal het wel altijd de ringvinger zijn, dat maakt de keuze alvast wat eenvoudiger!
The post Verlovingsring links of rechts dragen? appeared first on Di Amore.
from https://diamore.be/nl/verlovingsring-links-of-rechts-dragen/
source http://diamorejewellery.weebly.com/blog/verlovingsring-links-of-rechts-dragen
0 notes
ardithwisozkeu · 6 years ago
Text
Verlovingsring links of rechts dragen?
Verlovingsring links of rechts dragen?
Het is niet altijd even duidelijk of een verlovingsring links of rechts gedragen moet worden. En wat gebeurt er na de bruiloft? Gaat de ring naar de andere hand of niet? Helaas is er geen eenduidig antwoord op te geven, er zijn wel enkele richtlijnen die bepaald zijn op basis van religie en cultuur.
Katholiek of Protestant?
Voor de Christenen is het vrij duidelijk te bepalen aan welke hand de ring moet komen; een katholiek draagt de verlovingsring aan de rechterhand, een protestant draagt de ring aan de linkerhand. Na de huwelijksvoltrekking zal de ring in beide gevallen naar de andere hand gaan. Bij een gemengd huwelijk kan dit verschil tot verwarring leiden.
Heeft het niet met het hart te maken?
In sommige culturen wordt inderdaad rekening gehouden met ons hart, maar dat maakt het er niet echt eenvoudiger op. De linkerhand ligt dichter bij het hart, maar de ader in de ringvinger van de rechterhand loopt weer door tot in ons hart. Ook verklaart dat natuurlijk niet waarom de ring dan na het trouwen van hand zou verwisselen.
Slijtage van de ring
Er kan ook een praktische overweging gemaakt worden. Wanneer je bijvoorbeeld rechtshandig bent, en veel werk verricht waarbij sieraden beschadigd kunnen raken, is het praktisch om de ring aan de linkerzijde te dragen. Dat is niet de meest romantische verklaring, maar het kan zeker een overweging zijn.
Verlovingsring en trouwring
Wanneer je besluit om na het trouwen een nieuwe ring te dragen, zou je oude ring naar de andere hand kunnen gaan. Het is overigens ook mogelijk om twee (bijpassende) ringen aan dezelfde vinger te dragen.
Conclusie
Zoals je kunt zien is er naast de duidelijke regels bij katholieken en protestanten niet echt een voorkeurshand te bepalen. Daarom maken steeds meer aanstaande echtparen zelf de beslissing aan welke vinger de ring wordt gedragen. Daarbij zal het wel altijd de ringvinger zijn, dat maakt de keuze alvast wat eenvoudiger!
The post Verlovingsring links of rechts dragen? appeared first on Di Amore.
from Blog over Verlovingsringen, diamanten en trouwen – Di Amore https://diamore.be/nl/verlovingsring-links-of-rechts-dragen/ source https://diamorejewellery.tumblr.com/post/180521948951
0 notes
diamorejewellery · 6 years ago
Text
Verlovingsring links of rechts dragen?
Verlovingsring links of rechts dragen?
Het is niet altijd even duidelijk of een verlovingsring links of rechts gedragen moet worden. En wat gebeurt er na de bruiloft? Gaat de ring naar de andere hand of niet? Helaas is er geen eenduidig antwoord op te geven, er zijn wel enkele richtlijnen die bepaald zijn op basis van religie en cultuur.
Katholiek of Protestant?
Voor de Christenen is het vrij duidelijk te bepalen aan welke hand de ring moet komen; een katholiek draagt de verlovingsring aan de rechterhand, een protestant draagt de ring aan de linkerhand. Na de huwelijksvoltrekking zal de ring in beide gevallen naar de andere hand gaan. Bij een gemengd huwelijk kan dit verschil tot verwarring leiden.
Heeft het niet met het hart te maken?
In sommige culturen wordt inderdaad rekening gehouden met ons hart, maar dat maakt het er niet echt eenvoudiger op. De linkerhand ligt dichter bij het hart, maar de ader in de ringvinger van de rechterhand loopt weer door tot in ons hart. Ook verklaart dat natuurlijk niet waarom de ring dan na het trouwen van hand zou verwisselen.
Slijtage van de ring
Er kan ook een praktische overweging gemaakt worden. Wanneer je bijvoorbeeld rechtshandig bent, en veel werk verricht waarbij sieraden beschadigd kunnen raken, is het praktisch om de ring aan de linkerzijde te dragen. Dat is niet de meest romantische verklaring, maar het kan zeker een overweging zijn.
Verlovingsring en trouwring
Wanneer je besluit om na het trouwen een nieuwe ring te dragen, zou je oude ring naar de andere hand kunnen gaan. Het is overigens ook mogelijk om twee (bijpassende) ringen aan dezelfde vinger te dragen.
Conclusie
Zoals je kunt zien is er naast de duidelijke regels bij katholieken en protestanten niet echt een voorkeurshand te bepalen. Daarom maken steeds meer aanstaande echtparen zelf de beslissing aan welke vinger de ring wordt gedragen. Daarbij zal het wel altijd de ringvinger zijn, dat maakt de keuze alvast wat eenvoudiger!
The post Verlovingsring links of rechts dragen? appeared first on Di Amore.
from Blog over Verlovingsringen, diamanten en trouwen – Di Amore https://diamore.be/nl/verlovingsring-links-of-rechts-dragen/
0 notes
Text
Het christelijk huwelijksverhaal: Hoe uit de waas van echtelijke ontrouw te stappen
Tumblr media
De tijd vliegt inderdaad. Toen Hong’er opgroeide van een naïef meisje tot een bevallige, jonge vrouw, kwam haar ontluikende interesse in de liefde tot leven. Ze had geen interesse in rijkdom of status, ze wilde alleen maar een relatie waarin, welke stormen ze samen ook moeten doorstaan, er intimiteit en liefde bestaan, waarin de partners elkaar helpen in tijd van nood en samen oud worden. Ze wachtte stilletjes op het aanbreken van een bepaald moment …
Hij kwam haar wereld binnengestormd en haar hart sloeg op hol door zijn knappe gelaat en zijn kristalheldere ogen. Ook hij had echt gevoelens voor haar. Vanaf dat moment waren haar rustige, saaie dagen boordevol zonneschijn. Na verloop van tijd kwamen ze samen, en, meer nog door zijn tederheid en voorkomendheid dan door zijn knappe uiterlijk, groeide er liefde in Hong’er. Ze wist dat hij degene was aan wie ze haar leven wilde toevertrouwen, en met wie ze samen oud wilde worden. Hij beloofde haar ook levenslang geluk te schenken. Haar ouders klaagden echter dat hij uit een arme familie kwam, en wilden dat ze wegging bij hem. Hong’er gaf daar absoluut niets om, ze gaf er alleen maar om dat ze echt van elkaar hielden en dat ze vastberaden een leven lang bij elkaar konden blijven. Ondanks de bezwaren van haar ouders verhuisde ze ver weg met hem.
Al snel kregen ze een schattig, mollig zoontje en ze werkten onvermoeibaar om hem een comfortabel leven te kunnen bieden. En hoewel het moeilijk en vermoeiend was voor Hong’er om zo hard aan de zijde van haar geliefde te werken, vond ze het een groot plezier om samen hun huis te verzorgen. Met name op haar verjaardag gaf hij zijn halve maandsalaris uit om op de radio een liefdesliedje – Of het nu regent of de zon schijnt – voor haar te laten spelen. Toen het lied begon, was ze tot tranen geroerd, ze hoorde de stem van hun verbonden harten in dat lied. Wat kon er kostbaarder zijn dan twee verliefde mensen die voor eeuwig verbonden waren, elkaar toegewijd? Ze was niet op zoek naar grote rijkdom, alleen maar naar dit soort huwelijkse harmonie en liefde. Een dergelijk harmonieus thuis was genoeg voor haar.
De jaren vergleden als dagen, en een oogwenk later waren er twintig jaar voorbij. Hun zoon was al helemaal volwassen en ze werkten hard zij aan zij, om een redelijk groot familiebedrijf op te richten. Maar op een gegeven moment realiseerde ze zich dat hij steeds minder vaak thuiskwam, en steeds vaker met uitvluchten kwam dat hij gasten moest vermaken. Wat ooit een warm en gelukkig thuis was geweest, voelde nu steeds killer aan. Hong’er maakte zich zorgen: Toen ze net de bouw van het bedrijf aan het voorbereiden waren, waren er een heleboel dingen die hij zelf af moest handelen. Maar ondanks dat hij het toen echt druk had, kwam hij altijd zo snel als hij kon naar huis. Nu stonden alle aspecten van de werking van het bedrijf op de rails en had hij het niet meer zo druk als eerst. Waarom kwam hij dan minder vaak naar huis? Ze voelde zich ongemakkelijk. Van nature begreep ze de stijl van hun klanten. Een totaaldienst van allerhande vermaak: voetmassages, sauna’s, karaoke en nachtclubs waren de ongeschreven regels van het bedrijfsleven geworden en veel mannen gingen steeds vaker naar allerlei soorten uitgaansgelegenheden voor kort- of langdurige amoureuze ontmoetingen. Nu haar man dag in, dag uit gasten moest vermaken en in allerlei soorten uitgaansgelegenheden vol verleidingen kwam, zou het dan kunnen dat …? Nee, dat kon niet! Zij en haar man hadden hand in hand iedere storm in de afgelopen twee decennia doorstaan en ieder klein voorval in die tijd was een getuigenis van hun liefde. Hoe kon zo’n sterke fundering van liefde bezwijken onder een beetje verleiding? Ze vertrouwde erop dat hun liefde iedere proef zou kunnen doorstaan. Hong’er gebruikte dat om zichzelf te troosten. Maar toen ze met de realiteit werd geconfronteerd was ze er toch nog niet helemaal gerust op.
Hong’er troostte zichzelf zo, maar de realiteit voegde zich daar niet naar, zoals ze had gewild. Haar man had de ene na de andere grote, onverklaarbare uitgave en hij kwam steeds regelmatiger niet thuis en dan had hij heel doorzichtige smoezen. Dit waren allemaal harde klappen voor haar en de zorgen in haar hart begonnen steeds zwaarder te wegen. Op basis van het ongebruikelijke gedrag van haar echtgenoot voelde ze weliswaar dat hij haar waarschijnlijk ontrouw was geweest, maar ze was niet bereid die realiteit te aanvaarden of te erkennen. Ze durfde niet te geloven dat de man die had gezworen haar een leven lang gelukkig te maken en die naast haar twintig jaar stormen had doorstaan, haar nu plotseling kon verraden. Zou het kunnen dat de plechtige belofte ‘tot de dood ons scheidt’ slechts een makkelijke leugen is geweest?
De realiteit stond Hong’er niet toe dat zij zich voor de gek bleef houden. Ze ging hem volgen. Op een dag volgde ze hem naar een heel rijke wijk en ontdekte ze dat daar een huis stond dat hij samen met een andere vrouw had gebouwd. Het moment dat ze die vrouw een baby in haar armen zag wiegen, kwam als een absolute schok. Ze durfde haar eigen ogen niet te geloven. Het was wel vaker in haar opgekomen dat haar man met andere vrouwen in hotels zou kunnen verblijven, dat hij slechts intiem was met hen. Maar ze had nooit kunnen bedenken dat hij nog een gezin zou stichten en een kind zou krijgen bij een andere vrouw. Het laatste greintje troost waar ze zichzelf aan had vastgeklampt viel toen aan diggelen en bezweek onder de confrontatie met de harde waarheid. In een ogenblik stortte alles helemaal in: hun plechtige beloftes, en ieder afzonderlijk onderdeel van hun wederzijdse steun van meer dan twintig jaar. Hoe kon hij zo harteloos zijn? Kon hij echt vergeten zijn dat hij beloofd had haar een leven vol geluk te schenken? Was hij de gevoelens vergeten die hij met het lied ‘Of het nu regent of de zon schijnt’ had uitgedrukt? Was hij vergeten dat zij alles voor hem had opgegeven, en was hij alles kwijt wat ze samen hadden meegemaakt? Hoe kon hij dat vergeten? Waarom kon hij haar dat aandoen? Hoe kon twintig jaar liefde de verleiding van een vreemde niet weerstaan? Woede en verdriet kolkten op dat moment in Hong’er, haar hart sidderde en ongewild rolden de tranen over haar wangen. Met hese stem riep ze naar hem: ‘Weet je zeker dat je mij en je zoon wilt afdanken en deze vrouw wil kiezen?’ Ze hoopte een schuldige blik te ontwaren op het gezicht van haar man, dat hij zou zeggen dat hij zich had vergist, dat hij hun gezin nog steeds in zijn hart sloot, maar haar man was doodstil onder haar tranen en vragen. Toen ze zijn houding zag, brak Hong’er helemaal. Ze had absoluut geen idee waarom hij haar zo harteloos bedroog. Haar hart kon haar verontwaardiging niet langer binnenhouden, en ze sloeg hem hard.
Hong’er herinnerde zich niet meer hoe ze daar weg is gekomen– het voelde alsof ze volkomen leeg was gezogen. Ze stond aan de oever terwijl het donkerder werd in de schemering, er was geen ander gezelschap dan het afnemende licht en de laatste sporen van de ondergaande zon. Golf na golf werd haar hart door pijn overspoeld. Voor haar ogen ontrolde zich de ene scène na de andere van hun tientallen jaren samen. Ze had de bezwaren die haar familie tegen hem had in de wind geslagen en was vastberaden ver van huis gegaan met hem. Ze had met heel haar hart naast hem gewerkt en hun gevoelens voor elkaar waren nooit ook maar een beetje bekoeld door hun financiële beperkingen. Tot hier waren ze hand in hand gekomen, recht door al het bittere en het zoete, door wind en regen. Ze hadden het nu goed financieel, en hun kind was volwassen. Maar hij was dus echt in staat een gelukkig gezin overboord te gooien om een nestje te bouwen met een andere vrouw. Ze haatte zijn wisselvalligheid, en ze haatte zijn harteloosheid. Maar zodra ze zich voorstelde dat dit gelukkige gezin waar ze zo hard voor had gewerkt gewoon zou verdwijnen, dacht ze dat ze het niet zou kunnen verdragen om er afstand van te doen en wilde ze alles in het werk stellen om het terug te krijgen. Als hij maar terugkwam, dan zou ze al zijn eerdere overtredingen kunnen vergeven. Ze had immers haar hele geluk voor hem op het spel gezet.
Toen Hong’er thuiskwam begon ze plannen te maken om haar huwelijk te redden. Een vriend zei tegen haar: “Als een man de deur uitgaat en gaat werken om geld te verdienen, krijgt hij daarbuiten met meer dan voldoende kille uitingen te maken. Als hij thuis komt moet hij de warmte van thuis voelen. Zo zal hij zich gelukkig voelen. Het is zoals gezegd: ‘de liefde van de man gaat door de maag.’” Hong’er wist dat haar man van dumplings hield en dus maakte ze iedere dag met de hand nauwgezet diverse verschillende soorten dumplings en dacht na over alle andere manieren om discreet naar hem te informeren. Ze gebruikte haar zoon om allerlei redenen te bedenken zodat hij naar huis moest komen, maar hoe lief haar woorden ook waren, hij bleef altijd lauw. Hong’er dacht dat hij misschien niet geïnteresseerd was omdat zij ouder aan het worden was en er minder goed uit begon te zien, dus maakte ze zich met veel energie op om jonger te lijken. Ze bedacht veel manieren om het hart van haar echtgenoot weer terug te winnen, maar het was vruchteloos. Deze periode was echt moeilijk en vermoeiend voor haar, en ze voelde zich echt machteloos. Iedere dag waste ze haar betraande gezicht en ze kon geen enkele nacht meer goed slapen. Ze wist niet meer hoeveel dingen ze had geprobeerd in haar poging haar ontwrichte gezin te herstellen. Nu had ze geen keuze meer, ze kon alleen nog maar pijn lijden en afwachten, wachten of haar echtgenoot weer langs zou komen.
Drie jaar wachtte Hong’er op die manier, en gedurende die lange dagen vroeg ze zichzelf meer dan eens af: ‘Hoe kunnen gevoelens die al meer dan twintig jaar bestaan zomaar ineens verdwijnen? Waarom kon ik geen gelukkig, volledig gezin terugkrijgen door alles wat ik erin heb geïnvesteerd?’ Ze bleef dit maar vragen, maar niemand had een antwoord. Ze wachtte dag in dag uit, maar er gebeurde niets. Zonder twijfel was dit een ‘doodvonnis’ voor het huwelijk van haar en haar man. Hong’ers hart was gebroken en ze had de kracht niet meer het hoofd te bieden aan zo’n klap. Het was haar te veel geworden en ze had de moed of de energie niet meer om door te gaan. In één teug slikte ze veertig capsules diazepam …
De volgende ochtend werd ze wakker in het ziekenhuis en zag dat zowel haar zoon als haar echtgenoot daar waren. Verongelijkte tranen stroomden eindeloos langs haar gezicht – ze huilde tot ze er duizelig van werd, haar hart verscheurd. Dat haar gezin onder deze omstandigheden bij elkaar kwam was zo ironisch, maar ze kon er niets aan doen. Ze sloeg haar blik op naar de hemel en zuchtte: ‘Wie kan mij uitleggen waarom een man en vrouw tegenspoed samen kunnen doorstaan, maar de voorspoed niet kunnen dragen? Hoe kan een liefde van meer dan twintig jaar zo breekbaar zijn?’
Niet lang daarna deelde de schoonmoeder van haar zoon Gods evangelie van de laatste dagen met Hong’er en ze vertelde haar dat God alleen haar kan redden en al haar lijden onder Zijn hoede kan nemen. Dit komt doordat de mens door God is geschapen. In den beginne leefde de mens onder de hoede en bescherming van God, en hij leefde heel gelukkig. Maar hij verwijderde zich van God omdat hij verdorven werd door Satan. Hij begon Gods bestaan te ontkennen en in het kwaad van Satan te leven. Zijn pijn en frustratie groeide steeds verder. God Zelf werd vlees om uitdrukking te geven aan de waarheid en om de mensheid te redden en wilde zo de mensheid terug losrukken uit Satans greep. Als iemand voor God verschijnt, Zijn woorden leest en daardoor de waarheid begrijpt, dan kan hij pas de wortel van het kwaad in de maatschappij doorzien, ver weg van het kwaad van Satan blijven, en onder Gods hoede en bescherming leven. De schoonmoeder van haar zoon las een passage van de woorden van God voor: “De Almachtige heeft medelijden met deze mensen die zwaar lijden. Maar tegelijkertijd heeft Hij genoeg van die mensen die geen bewustzijn hebben omdat Hij al te lang heeft moeten wachten op een antwoord van de mensen. Hij verlangt ernaar om te zoeken, om je hart te zoeken en je geest. Hij wil je voedsel en water brengen en je doen ontwaken zodat je niet langer honger en dorst hebt. Als je moe bent en als je de leegte van de wereld begint te voelen, wees dan niet perplex en huil niet. Almachtige God, de Uitkijker, zal je komst op ieder moment verwelkomen. Hij is naast je en wacht tot je terugkeert. Hij wacht op de dag dat je geheugen plotseling herstelt en je je realiseert dat jij van God komt maar dat je op een of andere wijze op een bepaald punt verdwaald bent geraakt en bewusteloos langs de kant van de weg bent neergevallen, en niet wist dat je een vader hebt. Je beseft dan dat de Almachtige naar je uitgekeken heeft, en al die tijd op je gewacht heeft”.
Ze had dergelijke woorden nooit eerder gehoord en ze was daarna bijzonder ontroerd, alsof er een warme stroom in haar hart opwelde die haar lichaam en hart verwarmde. De afgelopen paar jaren had niemand het diepe verdriet in haar hart begrepen, en niemand was in staat geweest de last van haar pijn te delen. Er was in het bijzonder niemand geweest die haar had kunnen begrijpen of troosten. Ze had talloze nachten eenzaam doorwaakt en alleen en stil liggen huilen tot het licht werd. De verwonding volgde haar als een schaduw die ze nooit helemaal kon vergeten of afschudden. Ze dacht dat ze de rest van haar dagen wel zo door zou moeten gaan, eenzaam en met pijn. Maar op die dag klopte die passage aan de deur van haar hart. Ze realiseerde zich dat God wist wanneer ze pijn had, leed en huilde en dat Hij altijd aan haar zijde was en wachtte tot zij zich zou omkeren. Toen ze Gods voedende woorden hoorde, kon Hong’er alleen maar de tranen laten opwellen; ze voelde dat God bij haar was en dat ze echt niet alleen was. Hoewel ze nog nooit over God had gehoord en niets van Hem afwist, heeft Hij altijd aan haar zijde gewaakt. Hij had haar niet alleen op tijd gered en haar leven behouden toen ze besloot te sterven, maar toen ze alle hoop in het leven helemaal had verloren, liet Hij haar ook Zijn stem horen door middel van de schoonmoeder van haar zoon. Met Zijn woorden ontroerde Hij haar en verwarmde Hij haar hart, gaf Hij haar hoop en keerde Hij haar leven van wanhoop en pijn ten goede. Op dat moment voelde Hong’er Gods liefde en redding en vond haar gewonde hart troost. Ze had iets om zich op te verlaten.
Daarna begon Hong’er De Kerk van Almachtige God te bezoeken, las ze Gods woorden en sprak ze met anderen over de waarheid en zong ze met haar broeders en zusters hymnes om God te loven. Ze zag dat ze allemaal vriendelijk waren en elkaar oprecht behandelden. Ze waren in staat eenvoudig en eerlijk hun verdorvenheid openlijk te laten zien, die verdorvenheid volgens Gods woorden te ontleden en te proberen eerlijke mensen te worden waar God van houdt. Niemand maakte een ander belachelijk, maar ze hielpen elkaar en voedden elkaar. Op ieder gezicht straalde een gelukkige glimlach. Hong’er vond de oprechte, vreugdevol sfeer aanstekelijk en ze vond een soort ontspanning en vrijheid binnen die grote familie die ze nooit eerder had gekend. Ze hervond een warmte die ze in lange tijd niet meer had gevoeld en ze had het gevoel dat ze thuiskwam. Haar verdriet nam met de dag af en geleidelijk aan verscheen er af en toe een glimlach op haar gezicht. In Gods woorden vond ze antwoorden op zaken die haar lang hadden verward en kwam ze achter de oorzaak van haar eigen lijden. Ze zag het volgende in Gods woorden: “De mens komt van al Gods scheppingen echt op de laatste plaats. Hij is weliswaar de meester van alle dingen, maar de mens is ook de enige die onder invloed van Satans misleiding staat, de enige die op eindeloze manieren ten prooi valt aan zijn verdorvenheid. De mens heeft nooit heerschappij over zichzelf gehad. De meeste mensen leven in de onreine sfeer van Satan en gaan gebukt onder zijn spot. Hij maakt ze het leven zuur, tot ze halfdood zijn door alle perikelen, alle moeilijkheden in de mensenwereld. Satan speelt met ze en maakt vervolgens een eind aan hun bestemming”. “Al deze trends, de ene na de andere, hebben een slechte invloed die de mensen voortdurend degenereert, en veroorzaakt dat ze voortdurend hun geweten, menselijkheid en verstand kwijtraken en dat hun moraal en de kwaliteit van hun karakter steeds verder verlaagt, zodanig dat we zelfs kunnen zeggen dat de meerderheid van de mensen nu geen integriteit, geen menselijkheid heeft, noch enig geweten, laat staan gezond verstand”. “Jullie zijn allemaal bekend met het woord ‘verraad’ omdat de meeste mensen in hun leven zelf weleens iemand verraden hebben. Een man heeft bijvoorbeeld zijn vrouw verraden, een vrouw heeft haar man verraden, een zoon heeft zijn vader verraden, een dochter heeft haar moeder verraden, een slaaf heeft zijn meester verraden, vrienden hebben elkaar verraden, familieleden hebben elkaar verraden, verkopers hebben kopers verraden, enzovoorts. In al deze voorbeelden komt de essentie van verraad voor”. “De mens leeft naar zijn natuur en rekent erop dat die natuur hem in leven houdt, wat het onmogelijk maakt om te veranderen. Precies hetzelfde werkt het met verraad – als je in staat bent een familielid of vriend te verraden, bewijst dat alleen maar dat verraad een onderdeel van je leven is waarmee je geboren bent. Dat is iets wat geen mens kan ontkennen”.
Door Gods woorden begreep Hong’er dat al het menselijk lijden zijn oorsprong vindt in Satans verdorvenheid en dat alle mensen in één groot met kwaad doordrenkt vat leven. We worden gebombardeerd met Satans kwaadaardige boodschappen, zoals: ‘Houd je eigen erf goed in stand en zoek je pleziertjes daarbuiten’, ‘Het leven is kort. Geniet ervan zolang je kunt’; ‘Pluk de dag voor je plezier, want het leven is kort’; ‘Negen van de tien mannen gaan vreemd, de tiende is gewoon vreemd.’ De strekking hiervan is dat het aanvaardbaar is en een teken van status wanneer een man met een andere vrouw omgaat. Bovendien zijn er overal, van de hoofdstraten tot in de kleinste steegjes, gelegenheden met entertainment vol verleidingen te vinden waardoor het erg gemakkelijk wordt om je aan de vleselijke geneugten over te geven. Veel mensen hebben schaamteloos korte en langdurende affaires. Ze zijn zo slecht en verdorven, zo verderfelijk dat ze geen gelijkenis meer vertonen met een mens. Als mensen de waarheid niet begrijpen, kunnen ze geen onderscheid maken tussen goed en kwaad, mooi en lelijk, en kunnen ze helemaal het verschil niet zien tussen het positieve en het negatieve. Hun perspectief is verwrongen en ze zien kwade dingen als gerechtvaardigd en eerzaam. Ze erkennen hun eerdere beloftes niet meer en verraden hun huwelijk alleen maar om hun vleselijke lusten te bevredigen en verliezen hun greep op de menselijkheid, reden, moraliteit en waardigheid die een mens zou moeten bezitten. Ze leven onder het domein van Satan en geven zich helemaal over aan het vlees, streven naar bevrediging en vervullen hun eigen onwelvoeglijke verlangens. Hong’er dacht wat na over deze kwaadaardige maatschappij. Mannen die hun vrouw bedriegen, en vrouwen die hun man bedriegen, dat komt allemaal vaak voor. Door kwade neigingen aangetast hebben mensen zonder waarheid geen weerstand tegen deze zaken. Tegen wil en dank worden ze door de gevolgen van dit kwade denken getroffen en negeren ze hun verantwoordelijkheden, moraliteit, rechtvaardigheid en hun geweten, alleen om hun kortstondige vleselijke lust te bevredigen. Ze schuiven hun echtgenoten aan de kant, veroorzaken ongelooflijke schade aan hun gezin, misschien zelfs een levenslang lijden. Ze zag dat haar man ook het slachtoffer van die kwade satanische neigingen was. Hong’er dacht terug aan hoe haar man zo zorgzaam en liefdevol was geweest jegens haar, en dat ze nooit voor zichzelf op huwelijkse rijkdom uit waren geweest, alleen maar op wederzijdse liefde en genegenheid, en geluk en harmonie. Maar toen ze het eenmaal financieel beter kregen, begon hij regelmatig klanten mee uit te nemen en ging hij van de ene uitgaansgelegenheid naar de andere. Hij kon de aantrekkingskracht van die kwade neigingen niet weerstaan en begon een losbandig leven te leiden. Hij had een verhouding en leefde naar zijn onwelvoeglijke verlangens. Hij dacht alleen aan de bevrediging van zijn eigen vleselijke lusten. Hij hield totaal geen rekening met haar gevoelens, laat staan met hun gezin. Dit leidde tot de ontwrichting van hun gezin en tot vervreemding. De liefde die zij twintig jaar lang hadden gedeeld leek zo breekbaar tegenover deze kwade neigingen, zelfs niet in staat de minste klap op te vangen. Was dat niet allemaal het resultaat van de verdorvenheid van de mens door Satan?
Hong’er erkende dat Satan haar zo diep had verwond terwijl ze altijd op zoek was naar de liefde van de huwelijkse harmonie, naar samen oud worden en naar ‘tot de dood ons scheidt’. Ze dacht dat het enige geluk in het leven bestond uit het hebben van een dergelijk huwelijk. Nadat haar man vreemd was gegaan had ze alles gedaan om hun gebroken liefde te redden. Toen haar wens niet werd vervuld leefde ze in een waas van pijn waar ze zichzelf niet uit kon bevrijden, en zocht zelfs haar toevlucht tot de dood. Waren dat niet gewoon allemaal de dwaalbegrippen en foute perspectieven waarmee Satan de mens doordrenkte, die met haar speelden en haar schade toebrachten? Alleen door Gods woorden te lezen, begreep Hong’er dat alle mensen egoïstisch zijn en alles uit eigenbelang doen en volgens hun eigen principes. Er bestaat geen ware liefde tussen twee mensen, romantische liefde bestaat gewoon niet. Maar Satan gebruikt allerlei absurde denkbeelden om mensen te verderven en te verleiden zodat ze het kwaad aanbidden en romantische liefde boven alles nastreven en daarbij geheel binnen die illusie leven. Ze raken steeds meer verdorven en verloederd en ze groeien steeds verder weg van God. Toen was het dat Hong’er echt ervaarde dat mensen zonder de waarheid geen onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad, schoonheid en lelijkheid en dat ze positieve dingen niet op kunnen merken. Satan speelt alleen maar met ze, en doet ze kwaad, en uiteindelijk slokt hij ze met huid en haar op. Dankzij Gods redding zag Hong’er de waarheid van Satans verderf van de mensheid en ontdekte zij de bron van het lijden. Gods woorden fleurden haar hart aanzienlijk op, ze voelde zich een stuk rustiger.
Toen las Hong’er een passage van Gods woorden: “Omdat de essentie van God heilig is, betekent dit dat je alleen door God de heldere, juiste weg door het leven kunt bewandelen; alleen door God kun je de zin van het leven kennen, alleen door God kun je een waarachtig leven leiden, de waarheid bezitten, de waarheid kennen en alleen door God kun je een leven vanuit de waarheid verkrijgen. Alleen God Zelf kan je helpen het kwaad te mijden en je te bevrijden van de schade en overheersing door Satan. Naast God kan niemand en niets je redden van de zee van lijden zodat je niet langer lijdt: dit wordt bepaald door de essentie van God. Alleen God Zelf redt je zo onzelfzuchtig, alleen God is uiteindelijk verantwoordelijk voor je toekomst, je bestemming en je leven, en Hij regelt alle dingen voor je. Niets wat geschapen is of niet geschapen is kan dit voor elkaar krijgen. Omdat niets wat geschapen is of niet geschapen is een essentie van God zoals deze bezit, heeft geen enkele persoon en geen enkel ding het vermogen om jou te redden of te leiden. Dit is het belang van Gods essentie voor de mens”.
Hong’er begreep uit Gods woorden dat alleen God de mens kan redden van de verdorvenheid van Satan, en dat mensen alleen Satans tactieken en methodes om de mensheid te verderven leren opmerken doordat zij door Gods woorden de waarheid gaan begrijpen. Dat is de enige manier om de trukendoos van Satan te doorzien, zijn schade te vermijden en vrij te leven. Ze zuchtte en treurde dat ze zoveel jaren door de verkeerde ideeën was beheerst en dat geluk zoeken in een huwelijk niets dan een illusie was. Ze dacht erover na dat haar man ook een persoon was die door Satan was verdorven en dat hij alleen maar op zoek was naar negatieve dingen, naar slechte dingen. Hij kon dus alleen maar lijden en kwetsuren veroorzaken voor haar; hij kon haar helemaal geen enkel geluk brengen. Alleen Gods liefde voor mensen is onbaatzuchtig, en alleen God wil met heel Zijn hart mensen redden uit de heerschappij van Satan. God heeft allerlei soorten waarheden tot uiting gebracht en allerlei soorten omgevingen geregeld om de mensheid te reinigen en te transformeren en dit heeft Hij allemaal gedaan om mensen de vluchtweg te tonen uit het kwaad van Satan en ze een gelukkig leven te bezorgen. Maar zodra iets de persoonlijke belangen van de verdorven mensheid raakt, zal zij verraad plegen; alleen God kan altijd en overal naast de mens staan en hem door alle tegenspoed heen helpen. Alleen op God kun je echt vertrouwen en het huis van God is de enige echte veilige haven voor de ziel van een mens. Voorheen had Hong’er geen begrip van de kwade neigingen die door Satan ontstaan en was ze gewoon verontwaardigd geweest over haar man en leefde ze zonder geluk of vreugde. Ze bracht iedere dag ellendig door, aan Satan gebonden en door hem beschadigd – de pijn was onbeschrijflijk. Nu dat ze de wortel van haar lijden had gevonden, haatte ze haar man niet meer. Het voelde alsof er een zwaar gewicht van haar schouders was genomen en als nooit tevoren ervaarde ze een soort vrede, rust en vrijheid in haar ziel! Ze bereikte waarlijk de ervaring dat ze onderscheid kon maken tussen allerhande mensen, gebeurtenissen en dingen door de waarheid te begrijpen en eindelijk was ze vrij van de kwelling van het lijden en het kwaad van Satan.
Nu dat ze de verlichting en leiding van Gods woorden had, voelde Hong’er zich niet meer zo moedeloos als voorheen. Ook liet ze het bedrog van hun huwelijk door haar echtgenoot helemaal los en had ze er vrede mee. Uiteindelijk nam ze afscheid van die dagen waarin er een waas over haar had gelegen en iedereen die haar kende zei dat ze veranderd was als mens, dat ze helderder van geest en onbekommerder was geworden. Ze was met dankbaarheid vervuld voor God omdat al deze veranderingen in haar door Gods woorden waren bereikt.
Nu zijn er een aantal jaren voorbij. Hong’er leest Gods woorden vaak, leidt een kerkelijk leven, communiceert met haar broeders en zusters over Gods woorden en investeert alles in het vervullen van de plicht van een geschapen wezen. Haar dagen geven haar veel voldoening. Ze heeft een aantal waarheden begrepen en heeft duidelijk gezien dat het leven van een mens op aarde niet alleen in dienst staat van haar echtgenoot of kinderen, maar dat het dient om de ware plicht van een schepsel te vervullen en dat je God alleen vreugde kunt brengen door op die manier te leven. Eindelijk heeft ze het juiste pad in het leven gevonden: God volgen, oordeel en tuchtiging van Gods woorden aanvaarden, Gods werk ondergaan en proberen de waarheid te begrijpen en te verwerven. Het is God vrezen en het kwaad mijden en iemand worden die God gehoorzaamt en aanbidt. Alleen dit alles is het meest betekenisvolle en gelukkige soort leven. Het is Hong’ers wens dit soort pad in het leven te gaan onder begeleiding en leiderschap van God, de waarheid en het leven te bereiken, zichzelf volledig van het kwaad van Satan te bevrijden en een leven met betekenis te leiden – de werkelijkheid van de waarheid uit te leven en God glorie te brengen!
uit 'Online Bijbelstudie'
Gerelateerde aanbevelingen:
Beproevingen – een ander soort zegening van God
verlossing
0 notes
denkendelendoen · 8 years ago
Text
Getuigenis IDAHOBIT-wake 14 mei 2017
Drie jaar geleden kwam de christelijke rockster Vicky Beeching uit de kast. Ze heeft sindsdien veel te verduren gekregen, zeer recent moest zij zelfs beslissen weg te gaan van alle social media omdat ze zoveel haat over zich heen kreeg van mede-christenen. Haar coming out gaf mij het laatste zetje om ook uit de kast te komen. In tegenstelling tot Vicky, geloof ik niet meer. We delen eenzelfde soort opvoeding. Ik groeide op in een christelijk gereformeerd nest. In mijn tienertijd had ik nog geen idee van mijn geaardheid, achteraf zie ik signalen maar die werden pas sterker rond mijn 20e. Mijn opvoeding en stellige overtuiging om mijn maagdelijkheid te bewaren tot het huwelijk ten spijt, raakte ik op mijn 17e zwanger en trouwde ik. Roerige jaren volgden. Geen ruimte om te ontdekken wie ik was. Na vijf jaar scheidden we. Van mijn dubbelleven, wist niemand. Porno kijken, lesbisch, was mijn gore geheim. Keer op keer vroeg ik om vergeving maar ik verviel steeds weer in zonde, zo dacht ik. Zo vertelde mijn omgeving. Alhoewel, als het over porno kijken ging, werden vooral mannen aangesproken. Ik worstelde met mijn zelfbeeld. Inmiddels hertrouwde ik. Het werd er niet beter op. En ik was nog maar 24… Wat ik in de kerk hoorde (en dat was niet veel), was dat homo’s zondige mensen waren en dat het een gruwel was. De man/vrouw stereotypen die werden opgelegd, voelde ik me niet in thuis. In relatietherapie kwam ik voor het eerst uit voor mijn biseksualiteit. De christelijke therapeute herleidde het naar een niet gebeurde misbruiksituatie, ik was volgens haar occult gebonden. Deze opmerkingen waren de druppel. Ik was 32 en ik wist: als ik niet voor mezelf en mijn kind kies, ga ik dood. De depressies waar ik aan leed, trokken me naar de afgrond. Ik scheidde opnieuw. Er borrelde een oerkracht op, ik knokte. Al een paar jaar had ik vragen over alles waar ik ooit in geloofde. Op een dag drong het door: ik geloof niet meer. Het was zowel verlies als bevrijding. Ik kwam uit de kast. Men reageerde verbaasd, maar ik kreeg vooral liefde. Mijn ongeloof was voor de meesten moeilijker te verteren. Mijn leven is enorm veranderd en ik bleek een ware LHBT+ activist en feminist. Letterlijk en figuurlijk heb ik een kleur van mensen om me heen verzameld. De kracht in mij, is vooral altijd trouw te zijn aan mezelf. Hoop put uit ik uit anderen, hun verhaal. Wat is de wereld mooi. In mijn keuken hangt een kaart met regenboogkleuren en de tekst: It Takes All Kinds To Make A World. In kleur en verscheidenheid samenleven is moeilijk maar niet onmogelijk. Ik leer steeds beter omgaan met mijn verleden, al blijft het een gevoelige kwestie. Ik heb weer hoop voor de toekomst. Liefde is wat me bindt aan de mensen om me heen, ook aan hen die wel geloven. Liefde wint.
0 notes
trouwambtenaar · 8 years ago
Link
Trouw
'Conservatieve christenen betalen de rekening van de multiculturele samenleving' Trouw In 2011 gaf een trouwambtenaar van de gemeente Den Haag een interview in deze krant en werd na zeven jaar dienst prompt ontslagen vanwege zijn in het vraaggesprek geuite gewetensbezwaren tegen het sluiten van een huwelijk tussen mensen van ... en meer »
0 notes
jeanschoonbroodt · 7 years ago
Text
Overspel en echtbreuk...
Over overspel en echtbreuk !
God zelf zei door Jezus de Christus/Yeshua ha Mashiach :
“Wie alleen al een gehuwde vrouw aanziet om haar  (wellustig/seksueel/vleselijk zinnelijk... of haar als partner) te begeren/ te willen hebben... heeft al het huwelijk gebroken/kapot gemaakt van die ander... of zijn eigen huwelijk... of beiden... oftewel echtbreuk gepleegd.”
Overspel en echtbreuk beginnen met het ogen-spel. Met je hart... gedachten, gevoelens, wil... en innerlijke wensen en verlangens van je persoonlijkheid of van je lichamelijke verlangens/begeerten/hartstochten... of het toegeven aan vurige pijlen van de satan... die op je gedachten, ogen of oren of zintuigen oftewel lichaam/gevoelens in-werken. Geef je er aan toe, oftewel ontvangt je de begeerte/geef jij je er aan over... en je lust als het ware mee op die golf van lust... dan komt de misdaad/zonde in de praktijk, met alle ellende/zielenleed/pijn/verdriet van dien voor jezelf... en anderen, die er de dupe van worden... de andere huwelijkspartners of kinderen, ouders, schoonouders... of stiefkinderen enz. En dus (V)echtscheidingen... en dus geruzie/onrust/stress/ziekten/depressies, juridische vechterijen en pesterijen, jaloezie, haat, wraak... en soms zelfs eerwraak, met moord tot gevolg.
Het "flirten" met de vrouw of man of partner, getrouwd of ongetrouwd, van een ander... is dus uit den boze. Wat vaak begon als een "flirt" eindigde vaak in overspel en echtbreuk... en voor velen in doffe ellende.
God zegt in de tien geboden : Ex. 20.
Geef  niet toe aan de begeerte naar :
1. de vrouw van een ander/je naaste... ( echtgenote of levenspartner)
2. noch naar zijn huis, ( onroerend goed, vastgoed, bezit)
3. noch naar zijn dienstknecht, ( dienaren, medewerkers van zijn bedrijf,             werknemers)
4. noch naar zijn dienstmaagd ( dienaressen of medewerksters)
5. noch naar zijn rund ( vee, ter voorziening van eten en drinken)
6. noch naar zijn ezel ( lastdieren/transportdieren, vandaag transportmiddelen)
7. noch naar iets van de ander/je naaste/medemens.
God spreekt hiermede alle aspekten aan van het leven in deze 7 punten.
De vraag is : Beseffen we dit nog wel ?
De leer van GOD heeft het welzijn van jezelf en van je medemens voor ogen. Want de hebzucht... en de begeerte om dat te willen hebben wat een ander heeft... en de geldzucht/liefde voor geld en de geldgier... zijn de wortels van alle kwaad, dat op de wereld geschiedt.
Indien jij je aan een van deze geboden verzondigd hebt, dan vraag God en Jezus de Christus om vergeving en innerlijke bevrijding in de kracht van Zijn bloed en Geest en kracht, zodat je van deze ongerechtigheid bevrijdt wordt, zodat je door Hem los gemaakt wordt/bevrijdt wordt van deze zonden of zondige boosaardige en slechte verlangens/gewoonten of levenswijze.
God zegt in het OT. :  
“Het hart van de mens houdt nooit op te begeren.”  
En zelfs al zou je willen stoppen met te begeren, dan is er altijd nog wel de satan, die je steeds weer hebzuchtig of begeerlijk zal willen maken... of doen handelen om zijn verderf te bevorderen op de aarde... en om mensen in onheil te storten.
En dit is vooral het geval bij onbekeerde mensen... of nog niet uit God geboren mensen.
Maar ook christenen moeten op hun hoede zijn.
Tevreden zijn met hetgeen je hebt, is een vrucht van God's Geest. God schenke, dat U deze genade hebt. Indien nog niet, dan bekeer U. Wendt U tot Christus Jezus... en vraag Hem U uw zondige/onbekeerde hart te vergeven... en hetgeen daar uit voortkwam... en uw hart te reinigen in de kracht van het bloed van Jezus Christus, dat uit Zijn lichaam vloeide op het kruis... tot reiniging en vergeving van al uw zonde... en tot bevrijding en genezing en afzondering in geloof en gehoorzaam aan het evangelie, door de inwoning van de heilige Geest in uw hart, zodat U nu als een geheel nieuw mens op aarde in Zijn genade en liefde en vrede en waarheid en oprechtheid mag leven in de kracht van de heilige Geest. Amen. Hallelu-YHWH. Amen. 
En als U nu Zijn vrede en liefde en innerlijke vrijheid ervaart, dan laat U niet weer door satan verstrikken in uw oude zondige levenspatroon/levenswijze/levensstijl, maar leef NU als een nieuw mens IN Christus Jezus genade en geloofs-genade en kracht... en getuig van uw Here, en verheug U IN HEM.
GOD YHWH, de Allerhoogste, de Almachtige, de IK BEN, de GOD en Vader van de gehele schepping redt... in en door Jezus Christus.... en Zijn bloed... en Geest en naam... en goedgeefsheid/genade en bevrijdende waarheid. Zijn woord is waarheid. Amen. Laat uw denken vernieuwen of omvormen naar God’s liefdevolle en heilige wil door Zijn Geest en woord, die een zijn.
God's zegen in YHWH-Elohim's naam en genade en in de kostbare naam van onze Heerser en Here en Heiland Christus Jezus. Amen.
Mocht U nog vragen n.a.v. dit artikel hebben, neem dan gewoon contact met mij op... of met voorgangers/leidinggevenden/oudsten van bijbelgetrouwe Geest-vervulde Gemeente van Jezus Christus. 
Hartelijke groet, Jean Schoonbroodt. D.d.0505.2018.
0 notes
huiswerkpeo-blog · 8 years ago
Text
Hoofddoek
Christendom
Hoofddoeken in de vorm van een sluier, tulband of een doek om het hoofd worden in verschillende Bijbelverzen genoemd.
Tot het Tweede Vaticaans Concilie was het vrouwen verplicht hoofdbedekking te dragen in een katholieke kerk. Dit gebod vindt zijn oorsprong in I Korintiërs 11:5-6 ("Iedere vrouw, die blootshoofds bidt of profeteert, doet haar hoofd schande aan..."). Tegenwoordig wordt de hoofddoek nog gedragen door een aantal vrouwen in Noord-Europa en Noord-Amerika. In Tridentijnse missen (de buitengewone vorm van de Romeinse ritus) dragen de vrouwen nog steeds een sluier of een hoofddeksel, al is dit niet meer verplicht. In Zuid-Europese en Latijns-Amerikaanse landen draagt men nog vaak een hoofddoek in de kerk en dan vooral de mantilla die uit zwarte kant vervaardigd is. In Azië wordt vooral de witte kanten versie gedragen. In Oosters-orthodoxe Kerken en Oriëntaals-orthodoxe Kerken bedekken nog steeds alle vrouwen het hoofd. Alleen bij de Oudgelovigen mag dit uitsluitend een hoofddoek zijn, bij de andere oosters-orthodoxen mag het ook een sluier zijn. Uit een afbeelding van een nestoriaanse non uit de 18e eeuw, valt af te leiden dat ook de nikab onder oosterse christenen niet onbekend was. Ook binnen enkele protestantse gemeenschappen is bedekken van het hoofd voor vrouwen in de erediensten (nimmer voor mannen) nog gebruikelijk. Hiervoor kan een hoofddoek of een hoed gebruikt worden. In de christelijke iconografie is een sluier het symbool van de kuisheid, net als in beeldhouwwerken van gotische kerken. De hoofddoek als symbool van kuisheid in de katholieke en christelijke traditie is nog te zien in hedendaagse bruids- en eerstecommuniekleding.
Islam
De moslima's die in het openbaar een hoofddoek (hijab of hidjaab of jilbab) dragen, doen dit veelal omdat zij dit als een islamitisch voorschrift zien. Zij baseren zich daarbij op ayaat uit de Koran, Soera Het Licht 31, Soera De Partijscharen 59. Hoewel daar niet letterlijk staat dat het haar bedekt moet worden, wordt dit door Koranexegeten doorgaans op deze wijze uitgelegd. Zij baseren zich mede op overleveringen die terug zouden gaan tot de tijd van Mohammed. Anderen menen dat tijdens het leven van Mohammed alleen zijn eigen vrouwen gesluierd en afgezonderd geleefd hebben en dat andere vrouwen deze vrouwen later zijn gaan imiteren.Anderen dragen een hoofddoek onder sociale druk, op vraag of eis van hun partner of familie, of om zich te beschermen.
Naast de hijab, zijn er ook nog andere types hoofddoeken:
de khimar lijkt goed op de hijab, maar het is een capevormige doek die een stuk langer is waardoor ook nek en schouders worden bedekt. Het gezicht blijft wel volledig vrij.
de chador is een mantel die lichaam en hoofd omhult, maar het gezicht volledig vrijlaat.
de nikab is net zoals een chador, maar bedekt ook nog eens neus, mond en wangen.
de boerka bedekt het lichaam compleet en laat alleen een gaas over om door te kijken.[5]
Over gelovige vrouwen in het algemeen zegt de Koran: "En zeg tegen de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan en over hun geslachtsorganen waken, en hun sier niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is. En zij moeten hun sluiers over hun boezems dragen en hun schoonheid niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vaders, of de vaders van hun echtgenoten, of hun zonen, of de zonen van hun echtgenoten, of hun broers ......... Soera An-Noer (Het Licht) vers 31. En "O Profeet, zeg tot jouw echtgenotes en tot jouw dochters en tot de vrouwen van de gelovigen dat zij hun gewaden over zich heen laten hangen. Op die manier is het gemakkelijk om hen te herkennen en worden zij niet lastiggevallen. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig" (Soera AL-Ahzab:59)
De hier gebruikte term is dus niet hidjaab. Hidjaab is afgeleid van het in aya 53 van Soera De Partijscharen voorkomende woord 'afscheiding', dat in verband met de vrouwen van Mohammed wordt gebruikt ("En als u haar (zijn vrouwen) om iets vraagt, vraagt het dan van achter een afscheiding"). Khumur (meervoud van khimar) is afgeleid van khamara, wat "bedekken" betekent. De term wordt vaak als "hoofddoek" of "sluier" vertaald, maar zou ook kunnen betekenen dat vrouwen in het bijzijn van vreemde mannen hun boezem moeten bedekken.
Uit de zinsnede "dan hetgeen daarvan zichtbaar moet zijn" kan men eventueel afleiden dat zij enkel hun gezicht en hun handen mogen tonen. De boodschap van de betrokken passage is vooral dat zowel mannen als vrouwen deemoedig en kuis moeten zijn.
Jodendom
Volgens de Kethuboth, fol. 7, kol. 1., moet men van de vrouw scheiden en verliest de vrouw haar huwelijksdeel als zij buiten verschijnt met haar hoofd onbedekt.
Orthodox-joodse vrouwen dragen dan ook vaak een hoofddoekje. In het orthodoxe jodendom bedekken vrouwen vanaf het huwelijk hun haar; ongetrouwde meisjes doen dat niet. Gescheiden vrouwen blijven hun haar wel bedekken. Joodse vrouwen kunnen kiezen tussen een pruik of hoofddoekje; sommigen dragen een pet of hoedje. Er zijn verschillende graden van striktheid: aan de ene extreme kant staan de enkele bewegingen die enkel zwarte hoofddoeken toestaan die elk haar bedekken, en aan de andere kant staan de bewegingen die ook een hoofdbedekking goedkeuren die niet al het haar bedekt.
Discussie over hoofddoek in het openbare leven
De hoofddoek die nu meestal door islamitische vrouwen wordt gedragen vormt een onderwerp van voortdurende discussies in landen zoals Nederland, België, Frankrijk en Turkije. In deze landen leven grote aantallen moslims.
Volgens de traditionele Koranuitleggers is de hoofddoek er ter 'bescherming' van de vrouw omdat ze zonder hoofddoek de lusten van mannen zou kunnen opwekken. Ook worden er andere argumenten genoemd, waaronder in verschillende soera's dat vrouwen niet gelijkwaardig zouden zijn aan mannen (bijvoorbeeld soera 2;228 en soera 4;129). Veel westerlingen daarentegen, met name actiegroepen op het terrein van emancipatie, feminisme en mensenrechten vinden de hoofddoek en zeker de boerka en chador een symbool van vrouwenonderdrukking en seksuele discriminatie. Andere, meer liberale moslims, vinden dit overtrokken en menen dat de meeste moslims in het westen na verloop van tijd toch wel de westerse gewoonten en gebruiken zullen aannemen. Volgens hun interpretatie van de Koran schrijft deze vrouwen ook nergens voor een hoofddoek te dragen. Volgens hen weerspiegelt de traditioneel conservatieve kijk op de vrouw door moslims meer de patriarchale cultuur van het Midden-Oosten dan de islam die volgens hen juist zeer emanciperend is voor de vrouw. Hierdoor zal volgens hen de hoofddoek vanzelf wel verdwijnen.
Turkije
Turkije kent sinds 1989 een wet die het dragen van hoofddoeken (alsmede politieke symbolen, zoals een T-shirt met hamer en sikkel) door studenten in openbare gebouwen zoals universiteiten verbiedt. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde op 28 juni 2004 in een zaak die door twee studentes was aangespannen dat dat land onder bepaalde voorwaarden het dragen van hoofddoekjes mag verbieden. Begin 2008 werd dit verbod op initiatief van de conservatieve AKP opgeheven, maar sneuvelde het bij de goedkeuring door het Hooggerechtshof. Vele seculiere Turken vrezen een opgang van sociale druk op al die vrouwen die géén sluier willen dragen. Ongeveer de helft van de Turkse vrouwen tussen 18 en 27 jaar oud draagt een hoofddoek. De meeste Turkse vrouwen die zich sluieren dragen een traditionele hoofddoek die hoort bij hun lokale culturele klederdracht. Een traditionele hoofddoek kan verschillen tussen een kleine doek die net als in Europese klederdracht onder de kin of in de nek wordt geknoopt en maar een deel van het haar bedekt (in het westen en noorden), tot lange witte sjaals die rond het hoofd worden gewikkeld in het zuidoosten. Daarnaast zijn er tal van variaties van kleine etnische groepen; zo dragen de Hemsin-vrouwen in noordoost-Turkije een dunne zwarte of gekleurde tulband. Sinds enkele decennia zijn er ook veel kleine religieuze groeperingen die elk hun eigen kledingvoorschriften hanteren.
Verenigde Staten
In de Verenigde Staten valt het dragen van een hoofddoek onder het eerste amendement bij de grondwet, dat de vrijheid van meningsuiting garandeert.
Nederland
In Nederland sprak de Tweede Kamer zich op 17 maart 2004 uit tegen een verbod op het dragen van hoofddoeken. De Commissie gelijke behandeling publiceerde in augustus 2004 op verzoek van het Meldpunt Discriminatie Amsterdam een advies voor het dragen van hoofddoeken op de werkvloer. Al in juni 2003 publiceerde de Minister van Onderwijs een Leidraad Kleding op School, waarin onder andere wordt bepaald dat confessionele scholen het dragen van een hoofddoek onder bepaalde voorwaarden mogen verbieden. Openbare scholen mogen de hoofddoek echter niet verbieden. Een verbod geldt in Nederland alleen voor rechters en geüniformeerde ambtenaren (bijvoorbeeld bij de politie of de krijgsmacht). De Commissie gelijke behandeling heeft verschillende malen moslima's in het gelijk gesteld omtrent het onterecht weigeren van de toegang tot cafés en restaurants, waarbij de verschillende eigenaren van de horecagelegenheden zich beriepen op een bepaald kledingvoorschrift, geldend in hun zaak.
Koninginnedag 2009
In Haarlem werden ter gelegenheid van Koninginnedag in 2009 oranje hoofddoekjes uitgedeeld. Een groep studenten verspreidde op 30 april meer dan vijfduizend oranje hoofddoekjes genaamd Louka's onder het publiek om de tolerantie in het Koninkrijk te verbeteren. De actie werd aangekondigd door de Stichting Oranje Samenleving. Met oranje hoofddoekjes zouden moslimvrouwen tegelijkertijd uitdrukking kunnen geven aan hun loyaliteit aan hun geloof en aan de koningin, als symbool voor Nederland. De twee studenten die het initiatief hadden genomen tot deze actie, Melissa Oosterbroek en Ben Rogmans, verklaarden dat ze zich ergerden aan de ophef in de politiek en de samenleving over het dragen van hoofddoekjes: "de overdreven polarisatie en negatieve stemmingmakerij". De hoofddoekjes-actie werd deels gefinancierd met een prijs van de gemeente Haarlem die de twee enkele maanden eerder hadden gewonnen. Deze SAMS-prijs voor "het beste idee voor een open en tolerante sfeer in Haarlem" bedroeg 3.000 euro en werd door een onafhankelijke jury toegekend.
De actie wekte de woede van de plaatselijke VVD, die verklaarde tegenstander te zijn van het jurybesluit. Gemeenteraadslid Denise Eikelenboom (VVD) verklaarde betreffend besluit niet te begrijpen. "Het is een religieuze uiting en daar hoort de gemeente de portemonnee niet voor te trekken. Religie en staat dienen strikt gescheiden te blijven."
0 notes
christusleeft · 8 years ago
Text
New Post has been published on In de hemel is wél bier !
New Post has been published on http://bit.ly/2pbm0sR
Het Leven en de Tijden van Noach
NOACH ALS EEN GETUIGE VAN GOD IN DE OUDE WERELD
Er zijn een aantal Oudtestamentische Schriftgedeelten, die tot ons komen met een soort dubbele inspiratie. Dat is het gevolg van de wijze, waarop de Heilige Geest er in het Nieuwe Testament gebruik van maakt. Zo’n Schrift­gedeelte hebben wij nu voor ons bij de bestudering van het leven en de tijden van Noach. U zult zich ongetwijfeld herinneren, dat deze geschiedenis in de profetische rede van de Here Jezus, in de Brief van Paulus aan de Hebreeën en in de tweede Brief van Petrus gebruikt wordt als een aanschouwelijke les voor hen, op wie de einden der eeuwen gekomen zijn.
In alle eeuwen van de wereld, in de loop van de Goddelijke openbaring, heeft God steeds weer geloof gevraagd van hen, aan wie de openbaring werd gegeven. En bij het geven van een definitie van geloof, heeft God het altijd geillustreerd en belichaamd in een menselijk leven, zodat wij kunnen zien wat geloof is; dus niet zozeer als een abstract principe, maar veeleer in zijn uitwerkingen en activiteiten.
In het 11de hoofdstuk van de Hebreeënbrief vinden wij het commentaar van de Heilige Geest op geloof, zoals dat gezien werd in de levens van de meest-prominente heiligen in het Boek Genesis.                    Noach is één van hen. In zijn leven ontdekken wij een bijzonder kenmerk van geloof, namelijk : geloof dat zich openbaarde in zijn getuigenis voor God in de meest gedegene­reerde en verdorven tijden van ’s werelds vroegste geschiedenis.
Om Noach’s getuigenis naar waarde te kunnen schatten, moeten wij zijn leven bestuderen in het licht van de voorgaande levens, zoals die ons vermeld worden in het Boek Genesis en in de Brief aan de Hebreeën.
In de eerste plaats zien wij het geloof van Adam, toen hij zijn vrouw de naam Eva gaf (Gen. 3 : 20). Eva betekent : “moeder van alle levenden”. Hoewel de zonde de dood gebracht had, wijst deze naamgeving er op, dat God daar aan Adam een nieuwe levensweg getoond heeft, die door hem in het geloof aanvaard is. Wij kunnen zeggen, dat het geloof van Adam bleek uit het aanvaarden van die nieuwe levensweg.
Vervolgens zien wij de uitwerking van dat geloof van Adam in zijn twee­voudige openbaring in Kain en Abel. Daarop volgt de Godvrezende wandel, het getrouwe getuigenis en de wonderbare verandering van Henoch. En dan komen we bij Noach, die “door het geloof” genade vond in de ogen des Heren en van God getuigde temidden van het hem omringende kwaad.
Er zijn drie elementen in de geschiedenis van Noach, die onze bijzondere aandacht vragen :
Noach in de Oude Wereld, getuigende van God;
Noachs overgang van de Oude Wereld in de Nieuwe;
Noach in de Nieuwe Wereld als hoofd van een nieuw begin in Gods handelen met de wereld en de mens.
In dit hoofdstuk willen wij nagaan, op welke wijze Noach in de Oude Wereld getuigd heeft van God.
De kenmerken van de Oude Wereld kunnen gemakkelijk worden verzameld uit de hoofdstukken 6 t/m 9 van het Boek Genesis en uit de verschillende zinspelingen op deze tijd in het Nieuwe Testament. Deze tijd wordt in Gen. 6 beschreven als volgt :
“De boosheid des mensen was menigvuldig op de aarde, en al het ge­dichtsel der gedachten zijns harten was te allen dage alleenlijk boos. Het berouwde de HERE, dat Hij de mens gemaakt had en het smartte Hem aan Zijn hart en Hij zei : Ik zal de mens, die Ik geschapen heb,verdelgen van de aardbodem”   (Genesis 6 : 5, 6).
Hoe duidelijk blijkt hier de snelle ontwikkeling van het kwaad in de mens, wanneer hij eenvoudig aan zichzelf wordt overgelaten. Geen remedie, maar alleen oordeel kan de aardbodem van goddeloosheid reinigen, zodat een nieuw begin gemaakt kan worden met volkomen nieuwe principes van Gods handelen met de mens. Temidden van deze verschrikkelijke toestanden lezen wij, dat “Noach genade vond in de ogen des Heren” (6 : 8), en dat hij “een rechtvaardig man” was en “onberispelijk in zijn geslachten”. In de opsomming van de deugden van deze aartsvader vinden wij de kenmerken van een werkelijk Godvrezend karakter, namelijk : genade, geloof en gehoorzaamheid. Genade van God in Zijn openbaring aan de mens; geloof van de mens in het aanvaarden van Gods openbaring; en een leven van gehoorzaamheid, corresponderend zowel met de genade als met het geloof.
In Hebreeën 11 : 7 lezen wij :
“Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is”.
Wij zien hier duidelijk, wat geloof is en hoe het werkt. Het geloof heeft uitsluitend te doen met het Woord van God en het houdt zich bezig met “de dingen , die nog niet gezien werden”. Het steunt niet op omstandigheden, noch op gevoelens, maar het rust alleen op Gods getuigenis aangaande het komende oordeel en de enige weg om dat oordeel te ontvlieden.
Als wij Hebreeën 11 : 7 nauwkeurig bestuderen, dan vinden wij zeven elementen, die de volmaaktheid van Noachs geloof bewijzen, namelijk :
De grond van zijn geloof — “Noach werd door Goddelijke aanspraak vermaand”.
De sfeer, waarin zijn geloof zich bewoog — “Dingen die nog niet gezien werden”.
Het gevolg van zijn geloof — “bevreesd geworden zijnde”.
De werkzaamheid van zijn geloof — “hij heeft de ark toebereid”.
Het resultaat zijn zijn geloof — “tot behoudenis van zijn huisgezin”.
Het getuigenis van zijn geloof — “hij heeft de wereld veroordeeld”.
De beloning van zijn geloof — “hij is geworden een erfgenaam der recht­vaardigheid, die naar het geloof is”.
Verschillende dingen betreffende het getuigenis van Noach vragen onze aandacht.
Hij getuigde van God tot de wereld.          Dat betekent, dat zijn getuigenis positief van karakter was. Het was niet alleen maar een protest tegen een of andere bijzondere vorm van zonde, waardoor zijn tijd gekenmerkt werd, maar hij getuigde van zijn God. Het is mogelijk tegen de zonde te getuigen, zonder van God te getuigen.
Zo’n getuigenis zal weinig vrucht voor God dragen. Lot getuigde tegen de zonde van Sodom, maar hij bereikte niets; hij redde niet één ziel van het oordeel en zelf ontkwam hij, dank zij Abrahams voorbede, ternauwernood aan het dreigend gevaar. Afzondering van het kwaad, waartegen wij getuigen, is eigenlijk het enige wat wij doen kunnen, om ons getuigenis kracht bij te zetten.
De methode van zijn getuigenis. Hij was een “prediker der gerechtigheid”. Hij proclameerde de boodschap van het komende oordeel. Dat was de boodschap voor die tijd. Hij had geen opvolger, behalve dan de zondvloed, die de waarheid van zijn getuigenis op een verschrikkelijke wijze bevestigde.
Noach getuigde door zijn werk. Hij bouwde de ark en elke spijker die hij sloeg, was een getuigenis van zijn eigen geloof in de komst van het door God aangekondigde oordeel.               Hij behoefde niets meer te zeggen, maar hij ging getrouw door met het werk gedurende ruim honderd jaar, en dat ondanks alle smaad, spot, hoon en tegenstand van de zijde van zijn tijdgenoten. Zij huwden en gaven ten huwelijk, waren bezig met de uitvoering van hun plan­nen, maar zij bemerkten niets, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam. Zo zal ook zijn de komst van de Zoon des mensen (Matth. 24:39).
Hij getuigde door zijn karakter. Want Hij was méér dan Hij zei. Zijn eigen geloof vormde zijn karakter en maakte hem tot een man Gods,standvastig in al zijn wegen. Is het nodig om de noodzakelijkheid van zulk een geloof in deze tijd te onderstrepen ? Wat zal in deze tijd de mens meer aanspreken dan het getuigenis van een practisch leven !                   De inwoning van God in de mens door de Heilige Geest, en het uitleven van Gods leven in de gewone sfeer van het dagelijks leven.                Moeilijke omstandigheden, waaruit die ook mogen bestaan, zijn nodig voor de openbaring van God : zij geven Hem gelegenheid om te tonen wat Hij kan doen door een leven waarover Hij volledig controle heeft, om Zichzelf aan mensen te openbaren. De tijd is voorbij, dat mensen de met stof bedekte boeken over de bewijzen omtrent de echtheid van het Christendom van de boekenplank nemen; zij willen die bewijzen zien in het practische leven van de Christenen. Niets anders zal op hen indruk maken, tenzij wij evenals de Meester kunnen zeggen: “Indien gij Mij niet gelooft; de werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat de Vader Mij gezonden heeft”.
Wat waren de resultaten van Noachs geloof ? Het is duidelijk, dat naar menselijke berekening Noach niet veel bereikt heeft, behalve dan de redding van zichzelf en van zijn huisgezin. Wat is echter : “veel bereiken”-? Wat is de juiste maatstaf, waaraan het leven en de werken van een gelovige getoetst kunnen worden ? De Goddelijke norm is het volbrengen van de wil van God. Alleen naarmate wij de wil Gods volbracht hebben, zal ons leven “succesvol” en vruchtbaar zijn en eeuwigheidswaarde hebben. Dit betekent, dat iedere heilige van God succesvol en vruchtbaar kan zijn in leven en dienst, omdat het niets te maken heeft met menselijke normen van groot en klein, veel of weinig. Naarmate ik de wil van God doe, waar ik ben en in de levenssfeer waarin ik mij dagelijks moet bewegen, is mijn leven vruchtbaar en welgevallig voor God. De dag komt, waarin de werken van iedere gelovige “door vuur beproefd” zullen worden en dan zal blijken, hoevele daarvan voortkwamen uit ons zelf, en hoe weinige uit God.     De hoogste vorm van dienst is de dienst, die wij, zonder daarbij te denken aan succes of eigen-roem, uitsluitend verrichten tot voldoening en verheerlijking van Hem, Die ons tot de dienst heeft aangenomen. Dit was de gezindheid van de volmaakte Dienstknecht Zelf.
Wat heeft Christus bereikt als resultaat van Zijn 31/2- jarige dienst op aarde ? In de taal van de oude profeet horen wij Hem zeggen : “Ik heb tevergeefs gearbeid. Ik heb Mijn kracht onnuttig en ijdel besteed. Evenwel Mijn recht is bij de HERE en Mijn werkloon is bij Mijn God. Hoewel Israël niet tot Hem vergaderd is, nochtans zal Ik verheerlijkt worden in de ogen des Heren, en Mijn God zal Mijn sterkte zijn” (Jes. 41 : 4, 5). In Zijn klacht over Jeruzalem, Chorazim en Bethsaida zien wij, hoe weinig Hij ogenschijnlijk bereikt had door Zijn onvermoeide, getrouwe en zegenrijke dienst, maar toch was Hij nimmer ontmoedigd. Zijn Vader betekende meer voor Hem dan Zijn werk. En wanneer het laatste Hem geen bemoediging gaf, verblijdde Hij Zich tezelfdertijd door de Heilige Geest en zeide : “Ik dank U, Vader ! Here des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderen geopenbaard, want zo, Vader, is het een welbehagen geweest in Uw oog” (Luk. 10 : 21).
Mogen wij in deze dagen van diepe duisternis en toenemende afval leren om getuigen van God te zijn, in overeenstemming met Zijn tegenwoordige open­baring en met de nood van de tijd waarin wij leven, waarbij wij de resutaten van ons werk in Zijn handen laten. Hij zal niet nalaten ons in de toekomst groter vertrouwen en verantwoordelijkheid te geven als een erkenning van tegenwoordige getrouwheid aan Hemzelf en Zijn waarheid. “En gelijk het geschied is in de dagen van Noach, alzo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen” (Luk. 17 : 26).
NOACHS OVERGANG VAN DE OUDE WERELD IN DE NIEUWE
In het vorige hoofdstuk hebben wij gezien, hoe Noach een getuige van God was temidden van het kwaad in de vóór-diluviaanse wereld (van vóór de zondvloed). Hij was een getuige
door wat hij was,
door wat hij deed en
door wat hij zei.
Hij vond “genade in de ogen des Heren” en dat maakte hem tot wat hij was. Hij werd door God gewaarschuwd voor “de dingen, die nog niet gezien werden” en als gevolg daarvan werkte hij aan de bouw van de ark en werd hij bovendien een “prediker der gerechtigheid’ door zijn tijdgenoten te waar­schuwen voor het naderend oordeel.
Wij willen thans nagaan, hoe Noach overging van de Oude naar de Nieuwe Wereld in de ark, die hij gebouwd had, en waarin hij zichzelf en zijn huis­genoten redde van het oordeel.
1. Het plan van de ark.
Het plan van de ark was van God Zelf, en was het directe gevolg van Zijn genade voor Noach. Hier hebben wij een prachtige illustratie van de veel grotere behoudenis, waarin God voorzien heeft voor de mens in Christus Jezus. Het gehele heilsplan is wat betreft zijn ontwerp, uitvoering, toepassing en voleinding uitsluitend van God — “Het heil is des Heren”. Hem alleen komt daarvoor de eer en de heerlijkheid toe; alle menselijke roem is uitgesloten.
2. Het einde van alle vlees.
Gods voorziening in de ark getuigde van het eindevan al Gods bemoeienissen met de mens van die tijd — “Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen . . . . maak u een ark van goferhout” (Gen. 6 : 13). Het einde van Gods lankmoedigheid en verdraagzaamheid was bereikt. Er bleef Hem niets anders te doen over, dan door het oordeel van de zondvloed de aarde te reinigen van alle ongerechtigheden en vervolgens een nieuw begin te maken op basis van geheel andere principes. De volle betekenis hiervan vinden wij aan het kruis van onze Here Jezus Christus. Aan het kruis hebben immers, zowel God als de mens zich ten hoogste geopenbaard — de mens in al de diepte van zijn verdorvenheid en God in de onuitsprekelijke rijkdom van Zijn genade. Daar bereikten zowel de zonde van de mens als de liefde van God hun hoogtepunt. Het kruis betekent in wezen “het einde van alle vlees”.                  Daar is duidelijk gebleken, dat elke bemoeienis met en op-de-proef-stelling van de mens ten enenmale nutteloos is. Wat kan er nog van de mens verwacht worden, sinds hij de Zoon van God verworpen en gedood heeft ? Hij is in de wereld gekomen, niet om de mens te oordelen, maar om Hem te behouden. Door Zijn plaats­vervangend lijden en sterven aan het kruis heeft Hij Zijn liefde geopenbaard aan doemwaardige zondaars. De verwerping van Christus is nu de grond van de veroordeling van de zondaar en niet alleen het feit van zijn zonden ­`Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; maar die niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam des eniggeboren Zoons van God. En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos” (Joh. 3 : 18, 19).
3. De drie verdiepingen.
Wij lezen, dat er drie verdiepingen in de ark waren — “Gij zult ze met onderste, tweede en derde verdiepingen maken” (Gen. 6 : 13). Dit herinnert ons er aan, dat Christus en de zegeningen en voorrechten, die wij in Hem ontvangen hebben, niet voor alle Christenen dezelfde waarde hebben. In de ark te zijn betekent : behouden te zijn voor het oordeel, ook al bevindt men zich in de laagste verdieping. Maar het opklimmen tot de tweede of derde verdieping wijst op geestelijke wasdom en toename in kennis van Christus en van de christelijke waarheid, waardoor men een grotere visie en wijdere blik heeft op de toekomst. Vele Christenen schijnen tevreden te zijn met een leven in de onderste verdieping, waar hen slechts weinig zonneschijn van een overvloeiende christelijke blijdschap bereikt. Zij weten wel, dat zij gered zijn door het geloof in onze Here Jezus Christus. Maar zij dringen niet door tot de dingen, die God Zijn heiligen wil bekend maken, en zij genieten niet van de onnaspeurlijke rijkdom, die in Christus hun deel is geworden. Zij leven een armzalig geestelijk leven. We zouden hun met klem willen toeroepen : Neem toch door het geloof bezit van alle geestelijke zegeningen (zoals vermeld in Efeze 1), die God U in Christus geschonken heeft; zet uw voet er op en bedenk daarbij, dat het land van Gods belofte altijd groter is, dan het land dat u in bezit genomen hebt. Elke stap des geloofs, die u doet, roept om een volgende stap — “verder, altijd verder” !
4. Het venster.
Verder lezen wij, dat er aan de bovenzijde van de ark een venster was gebouwd — “Gij zult een venster aan de ark maken en gij zult die een el van boven afwerken” (Gen. 6 : 16). Noach kon niet om zich heen, maar wel omhoog zien. Hij kon niet het oordeel zien, maar zijn hart en oog waren opwaarts gericht tot God. Zo dient ook de Christen zich niet bezig te houden met de dingen rondom hem of met de dingen in hem, die hem geen vrede en voldoening kunnen geven. Want alles in ons en om ons getuigt van teleurstelling en mislukking. Maar als wij onze ogen omhoog heffen, en op God vertrouwen, hebben wij rust en vrede onder alle omstandigheden. Hij is altijd bij ons en wij kunnen onder alle omstandigheden op Hem rekenen.
5. De uitnodiging.
Toen de ark voltooid was, werd Noach door God uitgenodigd om in de ark te gaan — “komt gij en uw ganse huis in de ark” — Het was geen bevel om de ark in te gaan, maar het was een uitnodiging : “Komt gij !” Dit betekende, dat God Zelf met hen in de ark was. Wat een wonderbaar type van de uitnodiging van het Evangelie. Het komt niet als een woord des gebods, zoals de wet deed, maar als een liefelijke uitnodiging van het levende Woord Zelf, dat vlees geworden is. God nam de menselijke natuur aan om tot de mens te kunnen spreken. Hij moest in Zijn oneindige genade Zich zo diep tot de mens neerbuigen, om hem in zijn verloren en verdorven toestand te kunnen bereiken. Eigenlijk zegt God in Christus tot de mens : “Ik ben tot u gekomen, wilt u niet tot Mij komen ?”.
6. Het gaan in de ark.
Noach ging in de ark. Dat betekende, dat hij het Woord van God geloofde. Daarom vertrouwde hij zichzelf geheel en al aan de ark toe. Noach is, wat geloof is en wat geloof doet.  Door het geloof vertrouwt de zondaar zich aan God toe in alles, wat Hij gedaan en beloofd heeft, en machtig is om te doen. Wij zeggen vaak tot de zondaar, dat hij Christus moet aannemen — wie heeft echter ooit gehoord van een schuldenaar, die de betaling van zijn schuld aannam ? De schuldeiser doet dat en niet de schuldenaar. Indien de mens een schuldenaar van God is, wie neemt dan de betaling van zijn schuld aan ? God of de mens ? Zonder enige twijfel : God ! Wat heeft de mens dan nog te doen ? Niets anders dan gelovig te aanvaarden het getuigenis van God, waarin Hij verklaart, dat Hij Christus heeft aangenomen voor de zondaar. Zijn opstanding is het absolute bewijs van de volkomenheid van deze transactie.       Hij heeft het werk volbracht; Hij betaalde de schuld ! Wij geloven deze boodschap en ontvangen vrede voor onze harten. Vergelijk Johannes 5 : 9-13. God redt mensen, omdat zij woorden geloven en niet, omdat zij werken doen.
7. Absolute veiligheid.
Noach ging niet alleen op uitnodiging van God in de ark, maar werd ook door God Zelf in de ark opgesloten. “En de Here sloot achter hem toe” (Gen. 7 : 16). Dat betekende : absolute veiligheid. Als God sluit, kan geen mens openen. De ark had een binnenzijde en een buitenzijde. Wat de binnenzijde betreft was Noach ingesloten in de ark met God; aan de buiten­zijde was er niets anders dan oordeel. Hij was ook ingesloten voor God en tot God — hij had het beste gezelschap en genoot de hoogste gemeenschap. De ark werd heen en weer geslingerd door de golven, maar was volkomen betrouwbaar.   Noach was even veilig als de ark waarin hij zich bevond. Hij is misschien vele malen in de ark gevallen, maar nooit uit de ark gevallen. De wateren die de goddelozen van de aardbodem verdelgden, hieven de ark op en brachten haar dichter tot de hemel. Zo brengen de verdrukkingen op onze levensweg ons dichter tot God en worden zij de middelen, waarvan Hij Zich bedient, om ons karakter te vormen en ons voor te bereiden op de heerlijkheid die ons wacht. Onze beproevingen geven God gelegenheid Zich op bijzondere wijze aan ons te openbaren. Menselijke verlegenheden zijn nog altijd Goddelijke gelegenheden !
8. Op weg naar een bestemming.
De ark was voor Noach zowel een schuilplaats als een bestemming. Het was voor hem een beveiliging tegen het oordeel, maar ook een middel, dat hem bracht naar een bestemming.       Dat is Gods gedachte over het heil van degenen, die in Christus Jezus zijn. Hij is zowel onze Bewaarder als onze Voleinder !         Straks zullen wij daar zijn, waar Hij is, en wij zullen Zijn heerlijkheid delen. Door de wedergeboorte, bewerkt door de Geest van God en het Woord van God, zijn wij overgegaan van de oude schepping in de nieuwe schepping. — “Zo iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel, het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden”.
9. Blijven in de ark.
Wij kunnen in Noachs positie in de ark een illustratie zien van wat een geloofsleven is. Een geloofsleven is een “leven in Christus”, of — zoals de Schrift zegt : “een blijven in Christus”.   Hoe vaak horen we het zeggen :”Als ik het maar vol kan houden” of : “Ik hoop gered te worden”. Op die grond kan geen mens gered worden, want wie kan zeggen, dat hij getrouw is ? Het is blijven in de ark ! Maar veronderstel, dat ik niet in de ark blijf ? Laat mij u vragen : wat vindt u buiten de ark ? Niets dan oordeel. Wilt u buiten de ark gaan in het oordeel ? Stellig niet. U kunt niet uit de ark gaan, ook al zou u willen en het zou dwaas zijn het te willen. Wilt u dat ? Duizendmaal neen !
10. Een behouden aankomst.
De behoudenis is van God — Wat is het ? Het is drievoudig : (1) te zijn in de ark, (2) gedragen te worden door de vloed en (3) veilig te landen. Behoudenis is een feit, een proces en een hoop. Ik ben behouden van het oordeel vanaf het moment, dat ik in de ark stap.     Ik word elke dag behouden, omdat ik door mijn verdrukkingen word gedragen in overwinning door onze Here Jezus Christus. En ik zal behouden worden bij Zijn wederkomst.
Het drievoudige werk van Christus garandeert ons dit. Wat de verzoening betreft, is Christus “éénmaal verschenen in de voleinding der eeuwen om de zonde te niet te doen door Zijns Zelfs offerande”; wat het priesterschap betreft, is Hij “niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is, maar in de hemel zelf, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons”; en wat de wederkomst betreft “zal Hij ten tweede male zonder zonde verschijnen voor degenen, die Hem verwachten tot hun zaligheid” (zie Hebr. 9 : 26, 27, 28).
11. Hoe werd Noach gered ? Hij werd gered niet door de ark te bestuderen, niet door de ark te bouwen, maar door in de ark te gaan. Zo is de zaligheid ons deel niet door intellec­tuele bekwaamheid om een religieus gesprek te voeren, of door iets te doen in verband met de kerk, zoals zondagsschoolwerk of door het doen van vele andere werken, maar eenvoudig door te zijn in Christus. Persoonlijk geloof in de persoonlijke Christus verzekert ons persoonlijke behoudenis.
12. Wat gebeurde er met Noachs timmerlieden ? Dat is ongetwijfeld een ernstige vraag. Zij hadden hem geholpen bij het bouwen van de ark. Zij hadden ongetwijfeld hun loon ontvangen, maar zij werden weggenomen door de vloed.              Een ernstige les voor allen, die bezig zijn met allerlei “Christelijke” arbeid, zonder zich eerst aan Christus overgegeven te hebben.                   Sommigen zullen eens uitroepen : “Here, Here, we hebben in Uw Naam geprofeteerd en in Uw Naam vele wondere werken gedaan. Dan zal Hij tot hen zeggen : gaat weg van Mij, want Ik heb u nooit gekend”. De ark was de enige weg tot behoud in Noachs dagen; zo is Christus de enige weg tot verlossing van de toekomende toorn.
***
NOACH IN DE NIEUWE WERELD
In het vorige hoofdstuk hebben we gezien, hoe Noach in de ark, die hij gebouwd had tot behoud van hem en zijn huisgezin, overging van de Oude Wereld in de Nieuwe Wereld. Thans willen we ons bezighouden met Noach in de Nieuwe Wereld.
In dit deel van ons onderwerp vinden we een prachtige illustratie van de volkomen verlossing, die God voor ons tot stand gebracht heeft, en ook van de geheel nieuwe positie, waarin wij als gelovigen in Christus geplaatst zijn.
Toen God de eerste voorbereidingen trof om Israël uit Egypte te verlossen, kondigde Hij Zijn verlossingsplan aan met de woorden : “Ik zal u leiden uit .. . . en Ik zal u brengen in”. God nam dus het gehele werk der verlossing van Zijn volk voor Zijn rekening — zowel hun “Uittocht” uit Egypte als hun “Intocht” in Kanaën.
Tot hun eigen schade houden vele gelovigen vandaag zich alleen maar bezig met een deel van Gods verlossingsplan voor hen, namelijk hun uitleiding uit de slavernij van de zonde. Zij blijven als het ware bij het kruis staan, waardoor zij vaak de werkelijke vreugde van het volle heil in Christus missen. En als zij zich al met het toekomstige heil bezig houden, dan is het gewoonlijk met een gevoel van twijfel en onzekerheid over hoe en wat het einde zal zijn. Zij blijken wel de negatieve zijde van Gods verlossingsplan aanvaard te hebben het “leiden uit”, maar niet de positieve zijde, het “brengen in”.
Het verschil tussen het lied van Mozes en het lied van Mirjam in Exodus 15, na de uittocht uit Egypte, is daarvan een duidelijke illustratie. In het lied van Mozes zien wij, hoe hij in het geloof de hand legde op de volkomen verlossing die God beloofd had, en hoe hij zich daarin verheugde alsof het reeds tot stand gebracht was — “Gij zult hen inbrengen en hen planten op de berg Uwer erfenis, ten plaatse, welke Gij gemaakt hebt tot Uw woning” (Ex. 15 : 17). — “Gij leidde door Uw weldadigheid dit volk, dat Gij verlost hebt. Gij voerde hen zachtkens door Uw sterkte tot de liefelijke woning Uwer heiligheid” (vs. 13). Dit is een voorbeeld van geloof, dat zich alles toeëigende wat God beloofd had door Zijn verlossingswerk tot stand te zullen brengen. Want Hij, Die het beloofd had, was getrouw, Die het ook doen zou.
Voor Mirjam was het anders. Uit haar lied blijkt, dat zij wel besef had van tegenwoordige genade, maar dat zij niet de vreugde kende van de hoop op de toekomstige heerlijkheid. Zij zong, toen zij terugblikte naar het verleden : “Ik zal de Here zingen, want Hij is hoog verheven. Hij heeft het paard met zijn ruiter in de zee gestort” (vs. 21) , maar hier hield haar lied op. Zij verheugde zich wel over wat God gedaan had bij de “uittocht”, maar niet over wat Hij nog doen zou bij de “intocht”. Dit is eigenlijk een treffend beeld van vele gelovigen vandaag, die zich wel kunnen verheugen over hun verlossing uit hun vroegere toestand, maar die nauwelijks enig besef hebben van de overweldigende zegeningen die hun deel geworden zijn als gevolg van de nieuwe positie, waarin zij in Christus gebracht zijn.
Noach was aangeland.
Noach was in de nieuwe wereld aangeland.      Zijn verlossing was pas compleet, toen de ark rustte op de Ararat. De gelovige (1) is verlost — (2) wordt verlost en — (3) zal verlost worden. Zie 2 Kor. 1 : 10; 1 Kor. 15 : 1, 2; Fil. 2 : 15 De verlossing heeft dus een verleden, een heden en een toekomst ! Noach (1) was veilig in de ark — (2) hij werd via de ark door alle beproevin­gen van de vloed heen gedragen, en — (3) tenslotte bereikte hij veilig een voor hem geheel nieuwe wereld. Een nauwkeurige bestudering van Romeinen 5 tot en met 8 is in overeenstemming met deze gedachte.
God heeft hetzelfde plan met ieder die gelooft in de Here Jezus Christus. Verlossing wil zeggen “in Christus zijn” en dat betekent voor het heden bewaring in alle verdrukkingen en beproevingen en voor de toekomst bezit van de heerlijkheid waarop wij hopen.
God is machtig om te doen, wat Hij beloofd heeft. “Want die Hij gerecht­vaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt”. En vanuit onze rechtvaar­diging op weg naar de verheerlijking hebben wij de verzekering, dat “alle dingen medewerken ten goede” voor de verwezenlijking van Zijn eeuwig voornemen (Rom. 8 : 29 — 31). Voornemen, voorziening en voorkennis leiden alle naar dit wonderbare resultaat. Dit geweldige resultaat voor de gelovigen is uitsluitend te danken aan Christus, die aan alle eisen van een rechtvaardig God tegen hen voldaan heeft. Dank zij Zijn volmaakt verlossingswerk en Zijn tegenwoordige plaats aan de rechterhand Gods, zullen zij ook eenmaal daar zijn, waar Hij is.
En ook zijn alle voorzieningen getroffen voor de noden en behoeften op weg naar de heerlijkheid.      In de ark was voedsel, rust en overwinning aanwezig. En boven alles was daar God Zelf tegenwoordig. Noach was met God opgesloten in de ark, en dit feit op zichzelf was genoeg voor alle noden.
Wat achter Noach lag.
Toen Noach arriveerde op de Ararat, lag het oordeel achter hem. De ark had hem veilig door het oordeel heen gevoerd, en de boog was voor hem een Goddelijke waarborg, dat er nooit meer een oordeel van water over de aarde komen zou. De boog die Noach zag, was zonder pijl en dus ontwapend, zodat er van oordeel geen sprake meer kon zijn.
Dit herinnert ons aan de tegenwoordige verhouding van de gelovige ten opzichte van het oordeel. Volgens Johannes 5 : 24 is hij door het oordeel gebracht in Hem, Die voor hem het oordeel gedragen heeft — ‘Die Mijn Woord hoort en gelooft in Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven en komt niet in het oordeel, maar is uit de dood overgegaan in het leven”. Of, zoals wij lezen in Romeinen 8 : 1 : “Zo is er dan geen veroordeling voor degenen, die in Christus Jezus zijn”. — Er is geen veroordeling door God. Er is geen veroordeling voor onze zonden. Er is geen veroordeling tot het eeuwig verderf.           Het oordeel ligt achter de gelovige, is voor hem verleden tijd en bedreigt hem dus niet meer.
En hoe is de horizon voor het oog van de gelovige veranderd ! Voorheen zag hij slechts de dood voor zich “en daarna het oordeel”; maar sinds hij geloofd heeft in Christus, Die gestorven is voor zijn zonden en opgewekt om zijn rechtvaardigmaking, jaagt de dood hem geen angst meer aan. En wat het oordeel betreft — in plaats daarvan heeft God zijn horizon gewijzigd door de heerlijke waarheid van de wederkomst van onze Here Jezus Christus. Hij komt niet als zijn Rechter om hem te oordelen, maar als zijn Zaligmaker ‘om zijn vernederd lichaam te veranderen en het gelijkvormig te maken aan Zijn heerlijk lichaam (Fil. 3 : 21). Dit betekent voor de gelovige volkomen verlossing en de volle blijdschap over de ontmoeting met Christus in de lucht en de vereniging met hen, die Hem verwachten en die door Hem verwacht worden.
God kon tot Israël zeggen, toen Hij hen herinnerde aan de zondvloed in de dagen van Noach : “Dit is Mij als in de dagen van Noach : zoals Ik gezworen heb, dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden komen, zo heb Ik u gezworen, dat Ik niet meer toornig op u zal zijn, noch u zal dreigen; want bergen mogen wijken en heuvelen wankelen, maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en Mijn vredesverbond zal niet wankelen, zegt uw Ontfermer, de Here” (Jes. 54 : 9, 10). Dit geldt ook voor de gelovige.                      Omdat het oordeel heeft plaats gehad in de Persoon van Christus, is er voor hem niets anders overgebleven dan de heerlijke verzeke­ring van God, Die getrouw en waarachtig is, dat het oordeel voor hem is afgewenteld en dat hij bewaard zal worden tot de komst van onze Here Jezus Christus.
Wat Noach bezat.
Hij bevond zich in de eerste plaats in een geheel nieuwe positie. Hij was gebracht in een nieuwe wereld, in een nieuwe sfeer, onder nieuwe verantwoordelijkheden en in het bezit van een nieuwe heerschappij.                        Al deze dingen gelden in geestelijke zin ook voor de gelovige in Christus Jezus. Zijn positie is nu “in Christus” en hij behoort tot een nieuwe schepping en hij is in het bezit van een nieuw leven, dat geheel in overeenstemming is met de wereld, waartoe hij behoort.                       Dit nieuwe leven verleent hem de kracht om de nieuwe verantwoordelijkheden die hem zijn toevertrouwd, te dragen.                     En evenals Noach in de ark met hoop vervuld was, zo wacht ook de gelovige “in hope” op de verlossing van zijn vernederd lichaam. Evenals Christus voor Zijn dood en opstanding, zo is ook de gelovige nu nog beperkt in zijn vermogen en wordt hij belemmerd in de beoefening van zijn door God gegeven krachten; daarom ziet hij reikhalzend uit naar de komst van onze Here.                       Want dan zal zijn lichaam verlost worden en zal hij bevrijd worden van alle belemmeringen en beperkingen, die nu nog zijn deel zijn.                      In het bezit van een volkomen verlossing zal hij ingaan in de vreugde van zijn Here.
Noach vruchtbaar (Gen. 9 : 1 — 7).
Toen het oordeel van de zondvloed voorbij, en de nieuwe positie bereikt was, werd voor Noach een leven van vruchtbaarheid mogelijk en dat werd ook van ,hem verwacht. Zo is ook de gelovige getrokken uit de oude toestand waarin hij geen vrucht voor God kon voortbrengen. Nu hij één geworden is met Christus en deel heeft aan Zijn opstanding, kan hij voor God vrucht voortbrengen. Het tarwegraan moet in de aarde vallen en sterven, anders blijft het alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort. De leeuw die door Simson gedood was, bracht leven, vruchtbaarheid en verkwikking voort.
Noach geroepen tot heerschappij en overwinning.
In de ark was de wildheid van de beesten beperkt, maar nu was Noach geplaatst in de positie van heerschappij over de aarde, zoals Adam dat was in het begin.                 De man van opstanding, van leven en van positie is de man, die bestemd is tot heerschappij door zichzelf aan de Here te onderwerpen en zich over te geven aan Zijn heerschappij. Het oude leven mag niet over­heersen, maar dient beschouwd te worden als geëindigd aan het kruis. De nieuwe mens heerst in de kracht van de Geest van God.
Gods verbond met Noach.
Het verbond dat God sloot met Noach, was een genadeverbond. Dat blijkt uit de overheersende plaats, die God daarin inneemt. Let op de uitdrukking”Ik zal”, die er vele malen in voorkomt.                      Door dat verbond is de wereld beschermd tegen en gevrijwaard voor een herhaling van de verwoesting door een zondvloed       (Gen. 8 : 21).                        Wij vinden hier ook de instelling van menselijke overheden; maar de geschiedenis van alle opvolgende eeuwen is niets anders dan één lang en treurig getuigenis van misbruik, die mensen gemaakt hebben van deze macht. De menselijke onmacht om deze wereld voor God te regeren, is duidelijk bewezen.                Babel is het getuigenis van de bestaande chaos en van de noodzaak van een nieuwe interventie in oordeel van de zijde van God, om de weg te banen voor een nieuw begin met een nieuw levensprincipe in Abraham.
Wij kunnen aan de geschiedenis van Noach niet voorbijgaan zonder te erkennen, dat hij op droevige wijze gefaald heeft. In het feit, dat het falen van Noach vermeld is, hebben we een getuigenis van de betrouwbaarheid van de Heilige Schrift. Wij zouden nooit van de misstap van Noach geweten hebben, noch van de droevige zonde van David, noch van de verloochening van Petrus, als de Schrift ons daarover niet geinformeerd had.
Alvorens deze zonden te beklemtonen en met onze beschuldigende vinger te wijzen naar hen, die ze begingen, doen wij er beter aan onszelf te veroot­moedigen over onze eigen tekortkomingen, ondanks de grotere genade en voorrechten, die in de tegenwoordige bedeling ons deel zijn geworden en waarvan zij niets kenden. En laten we verder bedenken, dat het heil dat we nu bezitten, nog slechts “ten dele” is — het volmaakte moet nog komen ! Dat zal pas zijn, wanneer alles, wat uit het vlees vleselijk is, weggenomen zal zijn en de verlossing van de aanwezigheid van de zonde evenzeer een feit zal zijn als de verlossing van de macht der zonde nu reeds een feit is en ook als een realiteit ervaren wordt, indien wij wandelen in gemeenschap met God.
***
DE DAGEN VAN NOACH
  EN DE KOMST VAN DE ZOON DES MENSEN
Het is moeilijk onze studie over “Het Leven en de Tijden van Noach” af te sluiten, zonder aandacht te besteden aan het commentaar, dat de Here Jezus Zelf op deze Oudtestamentische geschiedenis gegeven heeft. Wij kunnen dat lezen in Zijn profetische rede, vermeld in het 24ste en 25ste hoofdstuk van het Evangelie naar Matthes :
“Want gelijk zij waren in de dagen voor de zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot de dag in welke Noach in de ark ging; en bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des Mensen”. Matth. 24 : 38, 39
In deze verwijzing naar “de dagen van Noach” door de Here Jezus Christus zien wij hoe het geschreven Woord en het persoonlijk Woord over en weer van elkaar getuigen en naast elkaar geplaatst ook elkaar verklaren. Het persoonlijk Woord is het thema van het geschreven Woord, en op bijna iedere bladzij van de Heilige Schrift worden wij opgewekt om uit te zien naar Zijn komst als de verklaring en de vervulling van alle profetieën en beloften, typen en inzettingen.
Het is eveneens waar, dat wij in de leringen van het persoonlijk Woord voortdurend worden teruggeworpen op het geschreven Woord. De relatie van het persoonlijk Woord tot het geschreven Woord is zodanig, dat het éne staat of valt met het andere.
De profetische rede van de Here Jezus in Matthes 24 is veelomvattend ! Het voert ons terug naar de tijden van vóór de zondvloed, en doet ons voor­uitzien naar de tijden van de komst van de Zoon des mensen. Bovendien vinden wij daarin vele practische lessen voor ons dagelijks leven en voor onze tegenwoordige dienst. Een nauwkeurige bestudering van dit hoofdstuk zal ongetwijfeld leiden tot correctie van enkele foutieve inzichten betreffende het heden en de toekomst, die door velen verkondigd worden, en daardoor tevens tot een meer Bijbelse en vruchtbare dienst.
In deze eschatologische leringen van de Here Jezus worden wij gewezen op een aantal dingen die over de aarde zullen komen aan het einde van de tegenwoordige bedeling; op gebeurtenissen, die zullen plaats hebben en op personages die zullen optreden in de eindtijd. Wij willen daarbij meteen uitdrukkelijk vaststellen, dat de Gemeente met deze ernstige en verschrikkelijke tonelen niets van doen heeft.                    Want zo zeker als Henoch weggenomen werd vóór de zondvloed, zal ook de Gemeente, het lichaam van Christus, weggenomen worden vóór de openbaring van Gods toorn over een goddeloze wereld.                      Zij zal worden opgenomen, de Here tegemoet in de lucht, om voor altijd bij Hem te zijn.
Er zijn drie dingen die in dit Schriftgedeelte door de Here Jezus bevestigd worden :
— dat Noach een werkelijk persoon was;
— dat de zondvloed een historisch feit was;
— dat de komst van de Zoon des mensen een absolute zekerheid is.
Als wij thans nog wat dieper op deze woorden ingaan, dan zullen wij dat doen door eenvoudig de parallel van de profetie op te nemen, zoals die wordt aangeduid door de kleine woordjes “gelijk ……………….  alzo”. “Gelijk het was in de dagen van Noach, alzo zal het zijn in de komst van de Zoon des mensen” (Matth. 24 : 37).
Grote bovennatuurlijke activiteit.
Er waren vóór de zondvloed duidelijk twee tegengestelde machten werk­zaam op de aarde, namelijk die van God en die van Satan. De woorden “Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens” (Gen. 6 : 3) is een bewijs van Gods werkzaamheid op aarde. De “zonen van God” en “de dochteren der mensen”, verbonden in een demonisch-menselijke eenheid, is een duidelijk bewijs van de werkzaamheid van Satan op aarde.                 Het gevolg van deze illegale en onheilige vereniging was het ontstaan van een ras van wezens, beschreven als “reuzen”, niet alleen in gestalte, maar ook in het bezit van bovennatuurlijke en supermenselijke vermogens. Volgens vele Bijbelleraars wijst deze vermenging van rassen op niets minder dan een werkelijke geslachtsgemeenschap tussen gevallen bovenaardse schepselen en gevallen aardse schepselen. Het was een listige poging van Satan om de vervulling van de zgn. moederbelofte in Genesis 3 : 15 onmogelijk te maken en daarmee Gods heilsplan te verijdelen.     Het was zijn bedoeling om door middel van deze onheilige verbintenis een bastaard-ras voort te brengen van bovennatuurlijke mensen — een soort superras — die in het bezit zouden komen van onsterfelijk leven, zonder de noodzakelijkheid van de dood, waardoor het volgens Gods Woord alleen verkregen kon worden. Zie : Judas 6 — 8; 1 Patrus 3 : 18 — 22).
De verschijning van deze “reuzen” op aarde werd de directe aanleiding tot de zondvloed. Want het is duidelijk, dat als Satans plannen gelukt waren, het menselijk ras dan zou zijn uitgestorven, waardoor de belofte van de komst en de overwinning van “het Zaad der vrouw” niet vervuld hadden kunnen worden. Dit is echt geen nieuwe theorie. Bekende en alom-gewaardeerde Bijbelleraars, zoals Delitsch, Hengstenberg, Kurtz, Dean Alford, Josephus en anderen, hebben deze leer aangehangen en onderwezen.
Het is niet moeilijk om in allerlei stromingen van de tegenwoordige tijd een toenemende demonische invloed en supernatuurlijke activiteiten te ontdekken. In het zgn. Spiritisme van vandaag zien wij een verschrikkelijk en luguber voorbeeld van demonische werkzaamheid. Het is nutteloos om dit onderwerp af te doen met de opmerking, dat het allemaal bedriegerij en goochelarij is, en dat de mysterieuze verschijnselen op natuurlijke wijze verklaard kunnen worden. Integendeel, het toenemende demonisme in onze dagen is een afschuwelijke realiteit, waar we niet omheen kunnen ! Het is de voorbereiding van de weg voor de antichrist, de zoon des verderfs, een product van Satan zelf en daardoor in staat om, evenals de Zoon van God, tekenen en wonderen op aarde te doen, waardoor hij vele mensen zal mis­leiden. Het Spiritisme heeft in onze dagen al zo’n grote invloed in de wereld en heeft al zulke alarmerende vormen aangenomen, dat we ons er nog nauwe­lijks over behoeven te verwonderen, dat binnen zeer afzienbare tijd deze “supermens”, dit satanische monster, dat in de Bijbel “het beest” genoemd wordt, op het wereldtoneel zal verschijnen.
Gelukkig zijn er nog velen, die op hun hoede zijn voor “verleidende geesten en leringen der duivelen”.   Wij leven in een tijd, dat we de vermaning in 1 Johannes 4 : 1 wel heel serieus mogen nemen : “Beproeft de geesten, of zij uit God zijn”. Vergelijk ook 1 Joh. 2 : 18; 1 Tim. 4 : 1; 2 Tim. 3 : 13; 2 Petr. 2 : 1; 2 Joh. 7.
Naast de werkzaamheid van dit supernatuurlijke demonisme hebben we gelukkig nog de tegenwerkende, onderdrukkende en wederhoudende kracht van de Heilige Geest. De apostel Paulus zegt in 2 Thessalonicenzen 2 : 1-12, dat “de verborgenheid der ongerechtigheid” reeds werkt. Dat wil zeggen, dat “de geest van de antichrist” reeds in het verborgen werkt. De openbaring van de persoon van de antichrist — “de zoon des verderfs”— wordt echter nog belet door de werkzaamheid van de tegengestelde kracht, die eerst moet worden weggenomen.
We geloven, dat deze wederhouder niemand minder is dan de Heilige Geest, Die woont in en werkt vanuit de Gemeente, ondanks de sterk toenemende afval. De Heilige Geest getuigt nog steeds door de Gemeente in de wereld van Christus, Die is, Die was en Die komen zal.
Er zijn op alle terreinen van het leven vandaag vele alarmerende signalen, die er op wijzen, wat er in de wereld gebeuren zal als de Gemeente wordt opgenomen in de hemel, net zo als de Here Jezus Christus is opgevaren naar de hemel. Communisme, anarchie, antisemitisme en vele andere vormen van anti-christendom wachten slechts op de gelegenheid om uit te breken in een onvoorstelbare eensgezindheid tot vernietiging van elke bestaande wet en orde en zich gezamenlijk te onderwerpen aan de “nieuwe orde” van een menselijke godheid. Dit zal de uiteindelijke en hoogste vorm zijn van mens-aanbidding, zoals die in onze tijd van “superstars” en “topfiguren” al zoveel voorkomt ! De “mens-god” zal komen en is misschien dichterbij dan wij denken . . . Helaas, de wereld slaapt op de dunne korst van een vulkaan, die elk ogenblik tot uitbarsting kan komen om zijn verwoestende lava uit te storten over een onbedachtzame en onvoorbereide mensheid. Vergelijk 2 Thess. 2 : 3 — 8; Openb. 13 : 6 — 11; Openb. 17 : 5 — 7; Daniël 7 : 25, enz.
Zoals we gezien hebben in de Brief van Judas, bestaat er een ras van wezens, die hun eigen beginsel niet bewaard hebben, maar ander vlees zijn nagegaan en die als gevolg daarvan “met eeuwige banden onder de duisternis” bewaard worden tot “de grote dag des oordeels”. Wellicht zijn het deze “geesten” tot wie Christus is heengegaan, om in hun gevangenis het machtige feit te proclameren, dat “het Zaad der vrouw” getriom feerd heeft over de tegenstand van “de oude slang” en zijn werk.
De wegneming van Henoch voor de zondvloed
Voorafgaand aan de zondvloed in de dagen van Noach hebben wij het wonderbare feit van de wegneming van Henoch, de zevende van Adam. Hij heeft de dood niet gezien, want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij (door zijn geloof) God behaagd heeft. Evenzo zullen de heiligen voor het einde van deze tegenwoordige boze eeuw op mysterieuze wijze plotseling en onverwachts van deze aarde worden weggenomen, voor de ontmoeting met de Here in de lucht. Deze gebeurtenis staat in wezen los van de komst van de Zoon des mensen op aarde in de tijd van het einde. Zij vormt de nieuwe hoop van het nieuwe volk, dat vandaag vergaderd wordt uit Joden en heidenen, gedurende de tijd van Israëls verwerping. Aan hen behoort de nieuwe “tegenwoordige waar­heid”, gegeven door speciale openbaring aan de apostel Paulus, om hen bekend te maken met hun wezen en bestemming en met de gevolgen daarvan voor hun practische leven en dagelijkse dienst. De komst van Jezus als de Zoon des mensen is niet de hoop van dit onder­scheiden gezelschap, dit “uitverkoren geslacht”, dat in het vaste “profetische Woord” van het Oude Testament nog een verborgenheid was. Zij verwachten Hem als Zaligmaker, niet als Rechter ! Zij zijn de “nachtwachten”, die uitzien naar de “Morgenster” !                  Geen voorafgaande gebeurtenis, maar de directe hoop op Hem Zelf en de verwachting van Zijn komst. De “opname” is de natuurlijke hoop en het einde van een godzalig leven, en niet de dood.
De Bewaring van Noach tijdens de Zondvloed
Dit wijst op het feit, dat er een volk op aarde zal zijn (een overblijfsel van Joden), dat bestemd is voor aardse zegen, en dat gedurende de tijd van de verdrukking op wonderbare wijze zal worden bewaard voor de herbevolking onder de nieuwe orde van zaken in de bedeling van het Koninkrijk. De taal van vele Psalmen heeft betrekking op deze periode en op dit volk. Zij geven ons een inzicht in het lijden van het Joodse overblijfsel, dat evenals Noach bewaard zal worden door God voor de erfenis van hun verbonds­zegeningen.
Gods lankmoedigheid en genade.
De Apostel Petrus spreekt over de dagen van Noach als de tijd van Gods lankmoedigheid (1 Petr. 3 : 20), als de tijd waarin Hij het oordeel uitstelde en Noach de gelegenheid gaf om tot zijn tijdgenoten te getuigen. Eer het oordeel kwam, zond Hij een boodschap van genade, om de mensen de weg te wijzen, hoe zij “de toekomende toorn” konden ontvlieden. En zo is het vandaag ook. God heeft bemoeienis met mensen op basis van genade en verkondigt hun een weg ter ontkoming van het verdiende oordeel. Maar zoals het toen was, zo is het ook nu : de mensen gaan door in zorge­loze onverschilligheid totdat de lang-ingehouden oordelen van God over hen zullen komen en dan “zullen zij het geenszins ontvlieden”.
Het onverwachte van de Gebeurtenis
“Zij bekenden het niet, totdat de vloed kwam, die hen allen wegnam”. De dingen van die tijd namen hen zo geheel in beslag, dat zij geen tijd en belangstelling hadden voor de boodschap van God — “Gelijk zij waren in de dagen van Noach . . . . alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen”.
Alleen in de ark was het veilig.
Bezig te zijn met de bouw van de ark is niet genoeg. Alleen in de ark was men beveiligd voor het oordeel.    Geen water kon de ark binnendringen, want zij was bepekt (bedekt) met pek. Zo is ook de zondaar in Christus gevrijwaard van het oordeel, omdat zijn zonden verzoend zijn door het volbrachte werk van Christus.   Het feit van het komende, onafwendbare oordeel en de aanstelling van de rechtvaardige Rechter wordt vermeldt in Handelingen 17 : 31 :
“Daarom heeft God een dag gesteld, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een Man, Die Hij daartoe heeft aangesteld, waarvan Hij alleen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken”.
Een grote les uit de verwijzing van de Here Jezus naar de dagen van Noach is, dat er geen enkele Schriftuurlijke grond is voor de verwachting van een bekeerde wereld, voorafgaand aan de komst van onze Here Jezus Christus. De vergelijking met de dagen van Noach verwerpt zulk een verwachting en dat is geheel in overeenstemming met de rest van de leringen van het Nieuwe Testament, zoals die gegeven worden in de Brieven. Vergelijk 2 Tim. 3 : 1 — 9; 1 Tim. 4 : 1 — 4; 2 Thess. 2 : 1 — 12; 2 Petr. 2 : 1 — 3; Openb. 4 en 19.
“Gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen”.
0 notes