Patricia Idsinga schrijft om de week in het NHD over het leven waar ze met nieuwsgierigheid en verbazing naar alles en iedereen kijkt. De voormalige cabaretière drijft de spot met iedereen, maar vooral met zichzelf, maar kan ook een traan opwekken met hartverscheurende observaties.
Last active 60 minutes ago
Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
Festival
NHD 13 juli 2024
Doef doef doef doef. Het zweet druipt van me af. Ik heb m’n ogen dicht. En ik laat me meevoeren op de beats van de DJ. Doef doef.
Met twee vrienden ga ik elk jaar naar muziekfestival Down the Rabbit Hole. Een paradijs voor een muziekliefhebber als ik. Een groot natuurgebied in Beuningen met overal grote tenten met podia waar allemaal leuke bands en DJ’s spelen. Meer dan de helft van de line-up ken ik niet, maar ik sjok rustig achter mijn vrienden aan en als ik ergens een leuk deuntje hoor, duik ik die tent in.
Het festival duurt drie dagen en ik slaap op de camping waar de haringen van je buurman in jouw tent staan. Ook al weet ik dat ik op maandag helemaal naar de filistijnen ben, geniet ik elk jaar weer vol overgave van deze onderdompeling. Je bent hier geen vrouw-van, collega, vriendin of moeder, nee, je bent gewoon één van de 45.000 muziekliefhebbers. En ik voel me weer 25.
Ik doe dit weekend één ding voor mijn kinderen en dan vergeet ik ze, dat is het filmen van een zangeres RAYE op vrijdagmiddag die B. van Tiktok kent. Verder ben ik even helemaal anoniem en los van alles en iedereen.
’s Nachts veranderen de tenten in duistere discotheken met dj’s die door hun zware beats de prachtigste vrouwenstemmen vlechten. Deze 25-jarige staat sinds 1:00 uur ’s nachts al een paar uur in een donkere tent te dansen, compleet ondergedompeld in de beats. Armpje in de lucht, laat je gaan. Het doordringende ge-‘doef’ is als een hartslag en je kunt niet anders dan je mee laten voeren en bewegen op wat je hoort. Noem het dansen. Noem het meditatie. Geen idee wie er naast me staan, ik ben alleen met de muziek.
Dan wordt ineens heel hard “HEE!” in mijn oor geschreeuwd. Ik open mijn ogen en kijk in een gezicht dat me vaag bekend voorkomt. Wanneer de vormen wat scherper worden, herken ik een vader van het schoolplein. Ik groet vaag. En doe mijn ogen weer dicht. Alsof ‘ie er niet is. Doef doef doef doef.
“LEUK JOU OOK HIER TE ZIEN,” schreeuwt de vader van het schoolplein met ook zijn handje in de lucht. Ik knik al dansend van ja maar probeer hardnekkig in mijn meditatieve stand te blijven.
“HOE IS HET MET B.?” Geen idee, eigenlijk – dat is het hele punt van dit weekend. “GAAT HET GOED OP SCHOOL?” schreeuwt ‘ie verder. Ik wil alleen maar dansen.
“SORRY, HIER HEB IK GEEN KINDEREN,” schreeuw ik terug, terwijl ik naar de andere kant van de dansvloer huppel. De vader en zijn handje verbluft achterlatend. Ik maak het op het schoolplein wel weer goed.
Doef doef doef.
0 notes
Text
Migraine
NHD 29 juni 2024
Het begon een paar jaar geleden. Ik zat in een vergadering en had de hele dag al een lichte hoofdpijn. Mijn directeur vroeg iets aan mij. Ik zag haar mond bewegen en begreep dat de vraag voor mij bedoeld was. Ik kon het alleen niet verstaan. Niet omdat zij te zacht of te onduidelijk sprak, mijn hoofd was zo overprikkeld door de pijn, dat het woorden niet meer kon verwerken.
De directeur stuurde mij naar huis met de boodschap voortaan thuis te blijven als ik migraine heb.
Ik zat huilend in de trein naar huis, met mijn handen over mijn ogen. Ondanks dat ik weet dat ik 1 á 2 keer per jaar een migraineaanval heb, overvalt het me elke keer weer. Zo ook deze week. De trigger is warm weer. Dat drukkende warme weer, waarbij er veel vocht in de lucht zit. Dat weer, dat de hele dag als een zwaar heet dekbed op je drukt.
Het begint met een lichte hoofdpijn, ergens in de verte. Maar dan ineens: Pats, boem, zie ik alleen maar lichtflitsen, krijg ik kortsluiting in mijn hoofd en kan ik niet eens meer uit mijn woorden komen. Gelukkig ben ik thuis aan het werk als het gebeurt.
Ik graai in het medicijnenbakje naar mijn migrainepillen. Die moet je innemen vóór de aanval begint, maar dat is mij nog nooit gelukt. Met tegenzin slik ik de pil door. Ik ben misselijk van de pijn.
Ik kan nog net een emmer meegrijpen voor ik in bed stort. Gordijnen dicht, totale stilte en stil liggen, niet bewegen. Met mijn laatste krachten stuur ik nog een appje naar mijn team: ‘ziek, migraine’, dan weten ze genoeg. Ik ben even een paar uur uitgeschakeld.
En dan begint het wachten en het mijzelf dwingen te ontspannen. Al mijn zintuigen lijken te exploderen. Gelukkig val ik na een uur in slaap en als ik vier uur later wakker wordt, is dag bijna voorbij en de hoofdpijn helemaal weg. Hij verdwijnt zoals hij komt. Ik weet dat ik nog één van de gelukkigen ben. Ik heb een vriendin die maandelijks een week is uitgeschakeld.
Zo’n korte explosie in mijn hoofd, voel ik nog wel een paar dagen in mijn lijf. Ook wel de ‘migrainekater’ genoemd. In tegenstelling tot de rest van Nederland snak ik naar een paar regenachtige dagen, storm en kou.
0 notes
Text
Majesteit
NHD 15 juni 2024
Sinds gisteren zijn haar broeken te kort, haar t-shirts te krap en haar vestjes te klein. Sinds vorige week is ze bij vlagen ineens onuitstaanbaar met haar arrogante koninginnengedrag.
B. is net 11 jaar maar transformeert binnen enkele seconden van lief kind naar een autoritair heksje waarbij ze vooral mij niet spaart. Vanwege het plotselinge kleding tekort, struinen B. en ik al een paar dagen allerlei internetshops af. Te fel gekleurde jurkjes kunnen echt niet meer (te kinderachtig) en met haar lengte, maar nog niet de breedte, is het flink zoeken. Ze is inmiddels te groot voor kinderkleding, maar nog te klein voor dames.
Als de doos met kleding verschijnt, showt ze één voor één haar outfits, een combinatie van de outfits, en de combinatie van de combinaties van de outfits. Ze trekt een blik alsof ze op een catwalk loopt, zwaait met haar knokige heupjes en is erg tevreden met haar eigen gekozen setjes.
Dan kijkt ze met een vieze blik naar het laatste pakje. “Oh ja” zeg ik snel, “ik vond dat tijgerprintje zo leuk, dus die heb ik er nog even bij gedaan. Trek even aan!” Zuchtend verdwijnt ze in de gang, waarna ze met een sacherijnig hoofd weer tevoorschijn komt. Wonderlijk hoe de gezellige sfeer van zonet, binnen twee seconden kil en grimmig is. “Dit ziet eruit als t-shirt dat door een MOEDER is uitgekozen” waarbij ze het woord ‘moeder’ uitspreekt alsof het iets walgelijks is.
Ze ziet mijn teleurgestelde blik en voegt ietwat vals toe: “We kunnen het best houden, maar ik ga het niet dragen.” Ik kijk naar de stapel kleding die ik net afgerekend heb. En in gedachten passeren nog een aantal puberstreken de revue. Majesteit eet sinds kort geen korstjes meer, wil tegenwoordig een broodje gezond mee naar school en laat werkelijk alles slingeren, van elastiekjes, make-up, volle koppen thee, schoenen, jassen, ervan uitgaande dat de hofhouding dit wel opruimt.
Ik pers eruit: “Nee joh geen probleem, je moeder stuurt dit wel terug.” Ze verdwijnt naar boven. Binnen een paar minuten staat ze weer vrolijk beneden met een tekening, die ze op school voor mij had gemaakt.
Ze kan goed tekenen, en ook dit tafereeltje van een aantal meisjes met modieuze kleding aan ziet er weer goed uit.
Echter is mijn stemming nog niet omgeslagen. “Dit ziet eruit alsof het door iemands dochter is gemaakt” zeg ik. “En ik wil het best houden hoor, maar ik hang het niet op.”
0 notes
Text
Zeilboot
NHD 1 juni 2024
,,Wat ga je eten vanavond?'', vraagt een collega in de trein naar huis. ,,Zeilboot'', zeg ik zonder aarzelen. De wenkbrauwen gaan omhoog.
,,Zeilboot!?”
Een man die elke dag zegt hoe mooi je bent, je voeten masseert en lekker kan koken. Ja, dat willen we allemaal wel. Ik heb een man die niet kan koken maar zich presenteert als chef-kok.
De man kent al 19 jaar maar 5 gerechten, maar schotelt ze elke keer weer voor alsof 'ie ze net heeft bedacht.
Pannenkoeken
Zelf-in-elkaar-zet wraps
De foe yong hai naar recept van zijn opa
Spaghetti met kip
Zeilboot
Het is zelfs zo dat ik inmiddels blind weet wat we op vrijdag eten als ik de andere vier gerechten eerder die week heb gehad.
Over zijn pannenkoeken deed hij jarenlang mysterieus. Er zou een ‘geheim ingrediënt’ inzitten, wat maakte dat zijn pannenkoeken zo bijzonder waren. Ik vind ze altijd te dik en te klef, maar het ‘geheime-ingrediënt-verhaal’ gaat er bij iedereen in als zoete koek. Het bleek overigens om een zakje vanillesuiker te gaan (tegen niemand door vertellen).
De zelfmaakwraps zijn bij de kinderen populair. Je gooit wat bakjes tomaat, avocado,
crème fraîche, gerookte kip en onbeperkt geraspte kaas op tafel. En klaar is de maaltijd.
Maar zeilboot spant de kroon. Deze zelfbedachte naam is een begrip bij iedereen die weleens bij ons eet.
Al decennialang marineert de man plakjes komkommer in sojasaus. Gewone sojasaus.
Alsof ie Gordon Ramsay himself is legt hij met indringende blik uit hoe belangrijk het is die sojasaus goed tot de komkommer te laten doordringen.
Mijn collega in de trein luistert aandachtig en voor ik het weet leg ik op theatrale wijze uit hoe een bol witte rijst de basis vormt, met daarop een grote klodder pindasaus. Geen gewone pindasaus… Neehee! Pindasaus uit een bakje met… een drupje ketjap. Daarnaast natuurlijk die plakjes gemarineerde komkommer.
,,En dan…”, zeg ik. Ik laat even een pauze vallen en kijk de collega indringend aan.
,,Zet hij een stuk kroepoek, rechtop in de pindasaus.
Zeilboot, snap je?”
Van enthousiasme klapt mijn collega in haar handen, ze heeft er trek van gekregen. En besef ik weer dat ik wel kan dromen van een man die mijn voeten masseert en goed kan koken, maar dat ik stiekem al 19 jaar de grootste lol heb om de idiotie van zijn kookkunsten.
En ben ik benieuwd of het bij Gordon thuis ook zo gezellig is.
0 notes
Text
Examenstress
NHD 18 mei 2024
Al weken zitten we vol spanning klaar. Pakken koek, chips, cola ingekocht. Alles om het onze examenkandidaat gemakkelijk te maken. Ons stiekem ook een beetje ingelezen in zijn vakken – de man spreekt inmiddels foutloos Duits. Mochten er vragen komen over de examenstof, dan zijn wij er klaar voor. De oppepspeeches die we geven zijn niet meer op twee handen te tellen. In examentijd is iedereen zenuwachtig, de ouders voorop.
Voor ons is dit een zware week. De ultieme test van goed ouderschap. De kunst is om als ouder je kind te sturen, zonder dat deze het gevoel heeft dat hij gestuurd wordt. Niet te veel pushen, maar wel motiveren. Verantwoordelijkheid geven, maar ook weer niet helemaal loslaten. Sommige ouders hebben de vlag al gestreken en de champagne koud staan. Wij niet. Bij ons ligt de donderpreek ‘Zie Je Nou Wel!’ klaar voor gebruik.
Het voelt alsof we zelf examen doen. Vandaag hadden we Biologie en Duits. We zitten klaar met een kopje thee en een koekje als zoonlief binnenstormt. Duits vindt ‘ie moeilijk, en wij ook, dus we zijn erg benieuwd. Al rennend gooit hij zijn tas in de hoek, pleurt zijn jas op de bank en racet naar boven terwijl hij ons nog toeroept dat ‘ie gaat gamen.
Schema’s, stress, liters thee, afgekloven nagels, uitgetrokken wimpers, koppijn van het lezen, binnen zitten ook al was het buiten 30 graden. Nee, ik herinner mij mijn examentijd als een hel. Zwoegen, zweten en alles draaide om leren, leren, leren. Niet bij onze zoon, die inmiddels met zijn schoolvrienden bulderend van het lachen in een online game is gedoken.
Even later staat hij ineens naast ons. Hij heeft zijn game even onderbroken. Ja, Duits ging goed, en Biologie ook. “Maak je maar geen zorgen, mam” en hij geeft mij een bemoedigend klopje op mijn schouder voor hij weer naar boven rent, het amusement tegemoet. Hoho, wil ik nog zeggen, heb je morgen geen Engels? Maar hij is alweer vertrokken.
En ineens zie ik het. De kunst is om als kind je ouders te beïnvloeden, zonder dat deze het gevoel hebben dat ze beïnvloed worden. Niet te veel pushen, maar wel motiveren. Verantwoordelijkheid geven, maar ook weer niet helemaal loslaten. Voor de show zit ‘ie af en toe, met een serieus gezicht en zijn opengeklapte boeken voor zich aan de keukentafel, waardoor het bijna lijkt alsof hij echt aan het leren is.
Onze lieve slungel van bijna 1.95, heeft allang door dat hij met minimale inspanningen zijn examen gaat halen. Zijn enige uitdaging: zijn ouders. Hij doet vooral alles om ‘de preek’ te voorkomen. En heeft dat spelletje allang uitgespeeld.
0 notes
Text
Puzzel
Noordhollands dagblad 4 mei 2014
Één voor één worden de grote zoute lappen in een cirkel op de grond gezet. Ze staan op z’n kant met de punten tegen elkaar aan. Als de cirkel bijna rond is, wordt de volgende rij zoute lappen op de onderste reeks bevestigd. Kai, zoals hij zich net voorstelde, zet met een paar stootjes van de boormachine elke lap vast middels een grote bout en moer. Zo ontstaat er een prachtig patroon. Elk zoute-lap-deel heeft aan de binnenkant houten latten, en aan de buitenkant is een soort van bruin kunststof doek gespannen. Het begint een ronde tent te worden.
Ik heb mijzelf drie dagen verstopt op de camping van Boer Bram in Eenigenburg. Even drie dagen mijn hoofd leeg maken, schrijven en staren naar de knalgroene weilanden omringd door koeien, kippen en zeugen. Lekker vind ik dat, een paar dagen non-stop schrijven. Geen jengelende kinderen, geen zeurende man.
“Ik mag hem altijd bellen” zei hij nog voor ik wegging. Lief, maar dit kan ik prima zelf. Wat het eindproduct wordt, wie zal het weten, een boek, inspiratie voor nieuwe columns, of gewoon een reeks korte verhalen.
Vanaf het moment dat ik mij geïnstalleerd heb in het gras begint buurman Kai aan de puzzel van zijn leven.
Hij heeft een 3D model laten maken, vertelt hij en toen alle losse stukken in elkaar getimmerd om het nu voor het echie, in het groot, weer op te bouwen. Hij is geïnspireerd door een yurt. En als de tent eenmaal staat zou hij zeker twee jaar moeten blijven staan.
Na een paar uur schrijven, staar ik voor mij uit. Ik weet het even niet meer. Ik loop vast met een verhaaltje, waarvan de clou op het puntje van mijn tong ligt. De oplossing zweeft ergens in mijn hoofd, maar is nog niet te grijpen.
Van de weilanden verplaatst mijn blik zich naar de yurt van Kai. Kai gaat sneller met zijn levenspuzzel dan ik. Dan zie ik in zijn linkerhand het laatste puzzelstukje. En een snelle blik op het gat in het dak, maakt dat zelfs ik snap, dat dat niet gaat passen.
Ik klap mijn laptop dicht en met een paar passen sta ik naast hem. Omdat ik flink wat langer ben dan Kai bied ik mijn hulp aan om het dak in het midden omhoog te houden. Zo ontstaat er wat ruimte waardoor met wat duwen en trekken dat laatste stukje precies past.
Na een half uur ploeteren, kijken we samen tevreden naar de yurt die als de bovenkant van een enorme grote chocoladesoes in het grasveld staat. En als ik terugloop heb ik de oplossing voor mijn verhaal.
Ik bel de man. Soms moet je voor dat laatste puzzelstukje gewoon wat hulp vragen.
0 notes
Text
Feest
Noordhollands Dagblad 21 april 2024
Ik hoor een flard van ‘I wanna dance with somebody’ door de kier van de deur. ‘Kom!’ roept de man, hij pakt mijn hand en sleurt mij naar binnen. Ik keek wel uit naar een feestje waar we samen naar toe gingen.
Door de ramen zie ik al een paar bontgekleurde carnavalsfiguren en de moed zakt in mijn schoenen. “Oh nee” kreun ik. “Wat stond er op de uitnodiging?” Vraag ik de man.
“Dat je verkleed mocht komen!” zegt hij enthousiast. Ik kijk naar zijn roze broek. Ik had het kunnen weten. “Heb ik dat niet gezegd?” zegt hij.
We wandelen de zaal binnen en de man verdwijnt vrijwel direct op de dansvoer. Om hem heen tal van kleurrijke figuren. Een gouden glitterjurk met hele hoge schoudervullingen, psychedelische overhemden, colberts met puntkragen, neon, lak, glans. Opgetiste kuiven, geföhnde staarten, dichtgeplakte scheidingen. Glitterstickers naast je oog, op je wang en tussen je wenkbrauwen.
ABBA zingt ‘dancing queen’ en alle dertig figuren op de dansvloer schreeuwen de tekst mee. Zelfs de roze broek. Elk volgende nummer van Tears for Fears, Phil Collins, Soft Cell wordt woord voor woord meegezongen. Alsof men elkaar wil overtuigen dat ze de tekst nog kennen. Alle ingrediënten voor een knalfeest zijn aanwezig, maar mijn voeten zitten vastgeplakt aan de grond. De man springt van links naar rechts en voelt zich als een blije vis in het water.
Ik (zwarte broek, zwart t-shirt) daarentegen wil helemaal niet dancen met somebody, ik wil gewoon lekker kletsen met iemand, maar de muziek staat te hard. Ik heb dat vaker gehad op dit soort feesten, dat ondanks alle pracht, praal en gezelligheid ik mij zo ongelukkig en alleen voel.
‘Pump up the jam, pump it up’ schreeuwt de zaal. Ik schuif de zevende lauwe bitterbal naar binnen. En probeer in het binnenste van mijn binnenste mijzelf over te halen die dansvloer op te gaan. Mee te doen in plaats van te sacherijnen in een hoek.
Zo heb ik het altijd gedaan, mezelf dwingen mee te doen. Zin maken. En meestal, na een paar biertjes, komt die zin ook. Maar vandaag zit het er niet in.
Ik sta aan de rand van een feest en kijk ernaar.
En dan doe ik iets wat ik nooit heb gedaan. Ik ben verdorie bijna 48 jaar en ik sta me al twee uur ongelukkig te voelen. Ik ga doen waar ìk zin in heb. Deze sacherijn gaat lekker naar huis.
0 notes
Text
Slap
Noordhollands Dagblad 6 april 2024
Een boomlange kerel, donker haar, strak donkerblauw pak. En als hij lacht, heeft ie iets jongensachtig. Lange mannen vallen mij sowieso op, aangezien ik 1,85m ben. Martin, de nieuwe teamleider van beneden, fluistert mijn collega mij in.
Het is zijn eerste week en hij hoeft niet in pak te lopen, maar wanneer je iedereen voor het eerst ontmoet, en je een stevige indruk wilt achterlaten, dan is dit ook een manier. Ik trap er in.
Omdat ik weer verder moet naar de volgende vergadering, laat onze kennismaking nog even op zich wachten.
De nieuwe stagiaires en trainees zijn gestart en ik moet zoals altijd even een korte presentatie geven. Ik kijk rond naar de jonge smoeltjes. Zo slim, zo knap, en zo nieuwsgierig. Toen ik 25 was, werkte ik in de zorg en dacht ik verder niet na over de wereld en hoe ik deze kon verbeteren. Ik had de mening van mijn collega’s en probeerde vooral niet op te vallen. Deze jonge gasten zijn ‘woke’, eten geen vlees, sporten veel, kopen tweedehands kleding en hebben een mening. De zelfverzekerheid straalt er vanaf, waardoor ik er bijna zelf onzeker van wordt. In mijn ooghoek zie ik het blauwe pak voorbij komen in de gang.
Dat komt later.
Ik geef iedereen een hand en stel me voor. De laatste jongeman heet Quint, hij heeft een wat bleek gelaat met pientere oogjes en straalt als enige iets kwetsbaars uit tot hij mij een hand geeft. Ik kan wel door de grond zakken. Hij knijpt keihard mijn vingers samen, waardoor mijn vingers volledig verbuigen en mijn ring gemeen in mijn huid snijdt.
“Auw!” Roep ik. “Dat is wel heel enthousiast.”
“Oh sorry“stamelt hij. “Dat heb ik van mijn opa geleerd die vond dat ik van die slappe handjes gaf.”
Ik leg uit dat een eerste indruk heel belangrijk is, maar dat je wel de juiste balans moet vinden. “Kom we proberen het nog eens” zeg ik lachend.
Sta ik hier nou in een groep hoogbegaafden een lesje ‘hand schudden’ te geven. De rest kijkt geïnteresseerd toe.
Terwijl ik Quint uitleg dat je precies het juiste kneepje moet geven, niet te hard en zeker niet te slap stapt Martin binnen.
“Wij kennen elkaar nog niet geloof ik.” Hij steekt zijn hand uit en ik zie 10 paar ogen gefocust op onze handen. Klaar om het goede voorbeeld te geven geef ik hem een ferme handdruk. In mijn ogen valt de teleurstelling te lezen als mijn hand in een slappe warme pudding knijpt.
0 notes
Text
Oorlog
Noordhollands dagblad 23 maart 2024
Acht kleine meisjes met mooie bloesjes en jurkjes volgehangen met ringetjes en kettinkjes laten zich geduldig een machinegeweer aanmeten.
Ik heb de meisjes net opgehaald van school voor het partijtje van B. Ze is 11 jaar geworden. Na taart en cadeautjes (maskertjes, make-up, sieraden) gingen de meiden zich boven nog even opmaken voor het verrassingsuitje.
En nu zijn we bij het lasertag centrum. Dat is wat B. wilde; net als haar broer een paar jaar geleden. Lasertaggen is een spel waarbij je met een infrarood licht, -dat uit je geweer komt- op de hoofdband van een ander schiet.
Als je geraakt bent, ben je kort uitgeschakeld en kun je even niet schieten.
Ik heb nog geprobeerd het uit haar hoofd te praten, omdat ik als pacifist toch wat moeite heb met legertje spelen. Maar mijn suggesties om cupcakes te versieren of te gaan zwemmen werden meteen van tafel geveegd.
‘Wij zijn team rood, wij zijn team rood, yeeeeeeaaaah rood!’ De instructeur wacht rustig af tot de meisjes uitgezongen zijn.
Ze hebben inmiddels allemaal een hoofdband op met de kleur rood of blauw. Van de mooie speldjes en vlechtjes is weinig meer te zien. Over de conceiler, blush en foundation lopen nu ook drie slordig gezette zwarte camouflage strepen.
Het vormen van twee teams liep wat stroef. Iedereen wilde bij “Sophie met ph”. Sophie met ph is niet haar echte naam, maar zo onderscheidt ze zich van de Sofie’s met een ‘f’ in de klas.
Na een korte instructie, benadrukt de instructeur dat ze een uur de tijd hebben om drie keer het veld in te gaan. Tussendoor mogen de groepjes wisselen.
‘Ik ben jarig, dus nu mag ik bij Sophie met ph’ zegt B huilerig na het eerste potje. Sophie met ph heeft de minste ‘kills’, maar is het meest gewild. Het teams vormen gaat weer moeizaam. De instructeur benadrukt dat ze nu echt het veld weer in moeten vanwege de tijd. Mopperend en ontevreden over hun eigen groep gaan ze weer.
‘Je mag wel even om het hoekje kijken’ zegt de instructeur tegen mij. Ik zie team blauw rustig door de ruimte lopen, terwijl team rood bij elkaar staat. Vast een tactisch overleg. Af en toe horen we een hoog gilletje. Hoe anders dan met de jongens van een paar jaar geleden. Vol energie en wild renden ze alle kanten op, deze meiden niet. Deze overleggen.
Hoe anders ook als het spel klaar is. Waar de jongens elkaar allemaal high-fives gaven en feliciteerden gaan de meiden weer in conclaaf over wie-bij-wie mag.
Door de eindeloze discussies over het vormen van teams is het van oorlogsvoering niet meer gekomen. De tijd is om.
Volgend jaar gaan we weer zwemmen.
1 note
·
View note
Text
Veilig
Noord-Hollands Dagblad 9 maart 2024
Op een roze picknickkleed zitten ze. Mensen in allerlei kleuren en maten. Achter hen een oogverblindende regenboog terwijl er confetti door de lucht dwarrelt. Iedereen ziet er blij en gelukkig uit. Volgens een inclusiviteitskalender die op mijn werk in elke vergaderzaal zwerft, is dit het ideale plaatje. Een wereld waarin iedereen gelijk is. In de kalender staan alle culturele feestdagen en betekenisvolle momenten van 2024.
Ik blader langs de data.
21 maart: Dag tegen Racisme en Discriminatie.
1 juli: Keti Koti dag.
8 maart: Vrouwendag.
Alles bij elkaar opgeteld zijn er best veel dagen waarop we ons druk maken om iets wat de normaalste zaak van de wereld zou moeten zijn, maar waar – ondanks dat we vaak denken dat het allemaal wel meevalt – nog veel werk aan de winkel is.
Mijn gedachten schieten naar een bijeenkomst eerder deze week. Op mijn werk werd een enquête uitgezet om te meten hoe het met de sociale veiligheid is gesteld. Terwijl ik mijn directeur over de enquête hoorde praten voelde ik in mijn binnenste een woede oplaaien die ik maar moeilijk binnen weet te houden.
Op mijn werk zijn er namelijk al maanden signalen van sociale onveiligheid, daar heb ik geen enquête voor nodig. Sterker nog, de enquête gaat er niks aan veranderen, omdat veel van wat we als sociale onveiligheid ervaren slecht te meten is.
Als mijn collega mij uitscheldt, ongevraagd zijn hand in mijn beha steekt of in het bijzijn van anderen vraagt: Of het niet zielig is voor mijn kinderen dat hun moeder zoveel werkt, dan heb je bewijs. Dan kun je zichtbaar aantonen hoe het komt dat je je onveilig voelt. Maar in de meeste gevallen is het iets wat in de lucht hangt, wat je niet kunt pakken en dan is het aan diegene die zich onveilig voelt de taak daar de juiste woorden voor te vinden.
Natuurlijk hebben de meeste bedrijven tegenwoordig een vertrouwenspersoon bij wie je je kan melden of een bedrijfsmaatschappelijk werker, maar die stap is niet zo makkelijk gezet. Want hoe omschrijf je een gevoel van onbehagen, een gevoel niet serieus genomen te worden? Hoe omschrijf je – als vrouw bijvoorbeeld, ik noem maar een geslacht - dat je je niet gelijkwaardig behandeld voelt in een groep mannen, zonder als een zeurkous weg te worden gezet?
Ik baal van alle vrouwendagen, dagen voor meer inclusiviteit en tegen discriminatie, maar ze zijn nog altijd keihard nodig. Gelijke kansen voor iedereen, ongeacht gender of sekse is nog steeds een illusie. En dat moeten we blijven herhalen, net zo lang tot het niet meer nodig is.
0 notes
Text
Grunt
Noord-Hollands Dagblad 24 februari 2024
‘Wil je nog koffieieieieieuhh?’ grunt de Man.
Ik ben thuis aan werk, op zolder, en zat net diep geconcentreerd ingewikkelde beleidsstukken te ontcijferen.
‘Opgeklopte melk erbijijijijijuhh?’
Mijn man heeft een zang-techniek-cursus gedaan, waarbij hij zangtechnieken uit de extreme metal scene heeft geleerd. Vandaar dat hij niet normaal praat, maar alles grunt. Een techniek waarbij je met lage tonen zo veel mogelijk lucht door je stembanden perst, zonder dat je je keel forceert. Je hoort het vaak in harde muzieksoorten, die met veel gitaren en geschreeuw.
De Man is wat zoekende de laatste tijd, maar in plaats van een rode sportauto of jonge vriendin zoekt hij zijn inspiratie bij schrijf- en zangworkshops. Iets wat ik van harte toejuich.
Hij volgt regelmatig een cursusdag bij de Songwriterschool en komt dan vol energie weer terug. Dagenlang worden de kinderen en ik bijgepraat over hoe je een goed liedje schrijft en laat hij al zijn nieuwe vondsten horen. Zo nu ook met het grunten.
Ik ben ook wat zoekende de laatste tijd. Dat komt voornamelijk door mijn hormonen. De ene week gieren ze door mijn lijf en heb ik energie voor tien. Twee weken later lig ik als een sacherijnig stuk vreten onder een dekentje op de bank en vind ik iedereen stom en irritant. En in die week zit ik nu.
Heel zachtjes komt mijn man de kamer inlopen met een koffie met een geweldige dot opgeklopte melk. ‘Hieeeeurhhrrrr’….. gromt hij zachtjes. Hij bedoelt het zo goed, maar ik krijg kippenvel over mijn hele lijf. Voor ik iets naars kan zeggen is ie alweer weg.
Ik heb ook af en toe last van opvliegers, die ik nog steeds onopvallend beheers. Noem het het begin van de overgang, ik noem het liever mijn gepassioneerde karakter. Maar waarbij mijn man in deze ‘midlife’ huppelend als een jong hertje aan allerlei mooie dingen ruikt, struin ik door de stromende regen met mijn kaplaarzen door de dikke prut in de hoop iets inspirerends te ontwaren.
‘Ik heb tompoucen gehaaaaaaauhhld’ hijgt de man met zijn donker stem in mijn oor. Hij schuift een schoteltje met een heerlijk roze knapperig taartje naast mijn toetsenbord.
En ineens kan ik me niet meer inhouden met dat irritante lieve gedoe van hem.
LAAT ME MET RUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUHHWST!!!!!! grom ik in zijn gezicht.
‘Hee dat was een mooie!’, roept hij veel te blij. ‘Jij kan het ook!’ en hij huppelt weer naar beneden.
0 notes
Text
Toverbal
Noord-Hollands Dagblad 10 februari 2024
“Zu früh! Du bist zu früh.” Papi, de skileraar met zijn doorleefde gezicht en grijze hangsnor begint zijn geduld te verliezen.
Zoonlief (15) en ik (47) staan voor het eerst van ons leven op de skies. We zijn in de bergen van Oostenrijk, waar we al eerder in de zomer waren, maar dan om te wandelen.
Papi stuurt ons het kinderveldje op. Een besneeuwde glooiing met gekleurde vlaggetjes, waar de laatste kinderhits als “Snappie de kleine krokodil” keihard uit de speakers galmen.
Midden in het veld ligt een loopband, die je van beneden naar boven brengt. Het kinderveldje is eigenlijk voor de peuterles. En werkelijk waar elke dreumes daar heeft een bol skipakje aan in de kleuren eenhoorn, regenboog en prinses.
Als ze vallen rollen ze vanzelf weer overeind, alsof het kleine flexibele en fluffige stuiterballen zijn. Onder sommige capuchonnetjes zie ik rood aangelopen en huilende gezichtjes. Aan de rand van het kinderveldje staan tientallen ouders te filmen en te juichen.
En tussen al die vrolijk gekleurde bollen skiet een reuzin met vertrokken gezicht.
Door de muziek en het gejank heen hoor ik “Rechts Patrizia! Links Patrizia.”
Ik buig mijn stramme lijf van rechts naar links terwijl ik links en rechts wordt ingehaald door onder andere zoonlief, die zich nergens wat van aantrekt en hard meezingend in volle vaart de kleintjes eruit skiet.
Het begint nu ook nog te natte sneeuwen. Na een paar rondjes ga ik steeds soepeler de band op en heb ik al wat vrienden gemaakt met de toverballen. De glooiing naar beneden is nog steeds spannend, maar ook dat gaat steeds beter.
Het is zover. Papi neemt ons mee naar de blauwe piste. Met de sleeplift omhoog. Dit is het echte werk. De sleeplift is een stok met een ronde pannenkoek aan het eind en die stok wordt middels een kabelbaan vooruit getrokken. Je moet de stok pakken en de pannenkoek razendsnel tussen je benen steken. Rechtop blijven staan en je soepel naar boven laten glijden.
Soepel is niet helemaal het woord wat bij mij past. Eerder bibberend en gillend.
Eenmaal boven op de berg schiet zoonlief meteen de piste af.
Ik ga in een slakkengang en val bij bijna elke bocht. In de verte zie ik de kleine toverbolletjes oefenen en ik ben maar wat blij dat ik daar niet meer tussen sta.
Hijgend kom ik beneden aan bij Papi. Ik kijk hem trots aan. Het is gelukt.
Hij schudt zijn hoofd. “Zu früh” zegt hij.
Zoonlief is door naar de rode piste. Ik moet weer terug naar de kleine toverballen. Ik zie ze al zwaaien.
0 notes
Text
Zaterdag speel ik om 21.00 en 22.00 met Teake Ettema & Rob Stoop mijn nieuwe eigen liedjes. @podiumvictorie
0 notes
Text
0 notes
Text
0 notes
Text
0 notes
Text
0 notes