hippodroom
De Hippodroom
7 posts
queeste van journalist die schrijver wil zijn
Don't wanna be here? Send us removal request.
hippodroom · 3 years ago
Text
LEEF (1)
Het stond in blauwe stift op een witte kei geschreven, alsof hij nog maar net in het water was geworpen: LEEF. Maar dat was hij niet. Jaren zat de kei verstrengeld in de wortels van een uit de kluiten gewassen waterlelie. Tot ik hem in een vlaag van iets dat tussen opruimwoede en zinsverbijstering lag op het droge sleurde. Het kwam binnen als een waarschuwing, een boodschap, een opdracht.
Tumblr media
Een leven in onze contreien ontvouwt zich volgens een gedetermineerd patroon. We worden geboren, we gaan naar school, we hopen werk te vinden dankzij datgene waarvoor we geleerd hebben. We zoeken een partner, we kopen een huis, we stichten een gezin. We doen aan zelfverrijking, we gaan met pensioen, we gaan dood. Zonder zich al te veel vragen te stellen kan een westerse mens een normaal en stabiel leven leiden. 
Moeilijker begint het te worden als het leven overhoop wordt gehaald door onverwachte gebeurtenissen of als een mens zelf kiest om van dat patroon af te wijken. Wie geen diploma of stielkennis heeft, vindt wellicht moeilijker werk. Wie geen partner vindt, kan moeilijker een huis kopen of een gezin stichten. Wie ziek wordt, haalt misschien zijn pensioen niet. Tegelijkertijd biedt onze maatschappij ongelooflijk veel kansen. We kunnen veranderen van partner, we kunnen ons omscholen, we kunnen ons laten behandelen door experten die levens redden. Kortom: wie zich niet neerlegt bij een bepaalde situatie hoeft geen gedoemd bestaan te leiden. De maatschappij reikt ons hulpmiddelen aan om ons leven nieuw leven in te blazen. 
Ikzelf deed dat grofweg al twee keer. Toen ik na mijn studies journalistiek aan de slag ging op mijn stageplaats deed ik vijf jaar een 9-to-5-job waar ik geen voldoening uithaalde. Ik verdiende geld met weinig werk, maar de verveling doodde mijn zingeving. Was dit het leven? Op het dieptepunt van mijn wanhoop besliste ik om mijn leven zelf in handen te nemen. Ik nam ontslag en vertrok naar de andere kant van de wereld, om los van mijn dagelijkse omgeving te ontdekken wie ik echt was en wat ik echt wilde doen. Het half jaar Nieuw-Zeeland werkte bevrijdend: ik besefte dat mijn hart bij mijn familie, lief en vrienden lag, dat de regio waar ik opgroeide mijn thuis was en dat ik reporter wilde worden. Mijn heldere inzichten en vastberadenheid legden mij geen windeieren. Kort na mijn terugkomst werkte ik al als verslaggever voor Het Laatste Nieuws, Radio 2 en VRT. 
De job van regionale reporter heb ik acht jaar met veel passie en inzet gedaan. Tot ik vorig jaar, of misschien al eerder, voelde dat ik alles had gezien en meegemaakt. Jarenlang rukte ik dag en nacht uit naar ongevallen, branden en andere miserie. Mijn hele leven werd gedomineerd door mijn telefoon, sociale media en een vloed van meldingen. Elke dag begon en eindigde met menselijk leed. Ik had er genoeg van, zag me zo niet oud worden. Ik voelde mijn motivatie wegkwijnen en had geen ambities meer. Was dit het leven? Ik nam opnieuw ontslag. 
Sindsdien is het chaos. De heldere kijk is verdwenen. Wat nu? Datgene waarvoor ik studeerde, wil ik niet meer doen. Maar ik heb wel een vrouw, een huis en een sociaal leven die ik wil behouden. Intussen hol ik het leven achterna. Alles volgt zich in sneltempo op: werkdagen, sociale verplichtingen, huiselijke klusjes, hobby’s en vrijetijdsbestedingen, een stroom aan informatie,... 
Tumblr media
Wat volgde, was een impasse. In de tuin keek ik naar onze vijver die er vuil bij lag. Als een gek begon ik hem op te ruimen. Alle drek eruit, alle planten eruit, tot de heleboel instortte en er een slagveld overbleef. Waar was ik mee bezig? Tussen de wortels van de pot met waterlelies die ik op het gras had gesleurd, zag ik hem: de witte steen, die er al jaren zat, met de blauwe letters. LEEF.
0 notes
hippodroom · 3 years ago
Text
Prioriteiten
Wie iets wil bereiken, moet prioriteiten stellen. Dat is een onontkoombare vaststelling. De voorbije maanden heb ik dat proberen te doen. Vandaar de stilte.
In februari kreeg ik telefoon van mijn ex-collega Stephanie. Ze runt met een andere ex-collega een schrijfbureau en de zaken gaan zo goed dat ze verzuipen in het werk. Ik was net een pakje aan het afleveren bij de firma Stadsbader toen Stephanie belde. Haar aanbod charmeerde me en ik vroeg of ze het voorstel wilde mailen, zodat ik het thuis rustig kon bekijken en bespreken met Eline. De bedoeling was dat ik Stephanie uit de nood zou helpen. Om te beginnen drie maanden, tijdens het zwangerschapsverlof van mijn andere ex-collega Anastasia. Ik zou interviews doen en artikels schrijven voor ondernemers- en bouwmagazines. Copywriting dus. Ter herinnering: op 3 februari schreef ik op deze blog: “De bedoeling was dat de toekomst die wenkte, zou starten met copywriting. (...) Maar ik ben op een oude liefde gebotst: poëzie.”
Als een kans zich aandient, dan heb je twee keuzes: ze grijpen of ze laten glippen. Ik koos voor het eerste. Dit leek me de ideale kans om kennis te maken met mijn potentiële toekomst: schrijven voor klanten. Op een relatief eenvoudige manier werd die kans me in de schoot geworpen. Ze laten glippen, zou voelen alsof ik een verjaardagscadeau ongeopend in de vuilnisbak kieperde. Dus stemde ik toe.
Maar kiezen is verliezen. De tijd is deelbaar, maar voor zover ik weet niet vermenigvuldigbaar. Een dag blijft een dag, 24 uur blijft 24 uur. Dus moest ik prioriteiten stellen. Die prioriteiten de afgelopen maanden waren: fietsen voor Coolblue, interviews doen, artikels schrijven en deadlines halen voor Stephanie, ritten maken met de koersfiets, de herwonnen vrijheid vieren na corona en vooral mijn knaldrang botvieren nu alles weer mag... De gevolgen waren: stress hebben om alles gepland te krijgen, ziek worden door corona, te weinig tijd hebben doordat alles weer kan, het leven ondergaan en tot slot de realiteit ontvluchten via nutteloze uitlaatkleppen en bezigheden.
Conclusie: ik had zoveel prioriteiten dat zelfs het woord prioriteit zich schaamde. En het ergste van al, ik was niet meer bezig met wat ik in mijn hart wil doen: schrijven voor mezelf. Een existentiële crisis wenkte.
1 note · View note
hippodroom · 3 years ago
Text
Poëzie
De bedoeling was dat de toekomst die wenkte, zou starten met copywriting. In eerste instantie wilde ik me via zelfstudie verdiepen in resultaatgericht schrijven en conversie-optimalisatie. Maar ik ben op een oude liefde gebotst: poëzie. Als een mens plots tijd over heeft, wil hij soms orde op zaken stellen. De opruimdrang. Ruimen in het heden, maar ook in het verleden. Zaken die zijn blijven sluimeren, afhandelen. Dat betekent weggooien, maar ook afmaken. Om verder te kunnen.  Zo kwam ik bij poëzie terecht. Toen ik de ratrace verliet, was er weer tijd om na te denken en creatief te zijn. Een drang die al sinds mijn jeugd in mij borrelt, maar die door de verplichtingen van alledag in een halfopen vat vastzat.  In een dichtbundel die ik aan het samenstellen ben, zeg ik het zo: “De poëzie keert altijd in mij terug. Alsof ik sommige dingen niet ongezegd kan laten en ik ze op onbewaakte momenten uit mijn vingers moet doen vloeien. Om mezelf verlossing te schenken, al dan niet als mezelf.” Uren op de fiets zitten om pakjes rond te brengen is, om het met een eufemisme uit te drukken, verre van gecompliceerd. Op de wegen tussen punten A en B krijgt de geest voldoende de tijd om leeg te lopen en zich te vullen met puzzelwoorden. Zo nam ik de draad van poëzie weer op. Tegelijkertijd wist ik dat in vergeten mappen in kartonnen dozen op de zolder nog schrijfsels van vroeger lagen. Want als 17-jarige was ik in 2002 al van plan om een dichtbundel te maken. Met als pseudoniem ‘Goofy’. Een illustratie van de onvolwassenheid waarmee ik al heel mijn leven worstel.  Zoals ik al liet uitschijnen raakte de bundel, die ‘A l’improviste’ zou heten, nooit af. Net als de tweede bundel ‘Blond en blauw’, die ik twee jaar later aan de universiteit begon. Sindsdien lagen die bundels in mijn onderbewustzijn stof te vatten, met de bedoeling om ooit geruimd te worden. En daar was nu dus tijd voor. Omdat ik er een punt van heb gemaakt om vanaf nu alles af te maken, heb ik me de voorbije weken volledig op mijn nieuwe en oude poëzie gestort in plaats van op het nog onbekende copywriting. Niet omdat ik vind dat ik meesterlijk kan dichten of omdat ik denk dat ik er iets mee kan bereiken. Wel integendeel. Als ik bijvoorbeeld de hedendaagse poëzie in het gerenommeerde tijdschrift-boek Het Liegend Konijn lees, dan vrees ik dat ik een heel andere weg ben ingeslagen. Dat ik nog ergens in de omgeving van vers- en rijmland vertoef waar Instagramkinderen zielenroerselen spuien. 
Maar die vaststelling deert me niet. Vorige zaterdag kwam ik iets voor zes uur ‘s morgens wakker en als een blikseminslag was het daar: het besef wat poëzie zou moeten zijn. Verbeelding. Inbeelding. Het magische verwoorden van beelden en daar iets anders mee bedoelen. De lezer een eurekamoment bezorgen. Dat is voor mij de moeilijke weg die ik moet bewandelen. En het voelde als een eurekamoment, een aha-erlebnis. Alsof het mij op school ooit allemaal was verteld.
Ondanks die confronterende belevenis zal ik alle gedichten die ik nog in vergeten mappen in kartonnen dozen liggen heb, bundelen. Om mijn verleden af te werken, te ruimen. Voor mezelf, om verder te kunnen.
2 notes · View notes
hippodroom · 3 years ago
Text
Een punt
Duidelijkheid, er is duidelijkheid. Duidelijkheid dat mijn loopbaan als journalist is afgelopen. 
De dag nadat ik hier had geschreven dat ik een vraagteken was, heb ik het heft in eigen handen genomen om er een punt achter te zetten. Ik stuurde mijn nieuwsmanagers Kathy en Filip een e-mail om hen te bedanken. Ik zal me de komende maanden, naast mijn job bij Coolblue, focussen op het ontwikkelen van een bijberoep en zal wellicht nog weinig kunnen bijdragen aan de krant, liet ik weten. 
Het was de start van een hele reeks mailtjes naar allemaal mensen met wie het leuk samenwerken was de voorbije jaren: mijn fait-diverscollega’s uit andere edities, de gerechtsjournalisten van de nationale redactie, de late redacteurs, de politiewoordvoerders. 
Uit beleefdheid stuurde ik ook een e-mail naar hoofdredacteurs Pascal en Liesbeth, hoewel we nauwelijks contact hadden de afgelopen zeven jaar. Ik was dan ook licht verbaasd toen Pascal me een antwoord stuurde. 
Hij begon zijn e-mail met te zeggen dat hij mijn vertrek hard betreurde, maar dat hij vermoedde dat het geen lichtzinnig besluit was. Het is een kleine wereld. Dus ik ben er van overtuigd dat de wegen van Geoffrey Sabbe en Het Nieuwsblad/Mediahuis elkaar nog wel eens kruisen. Als je ambitie hebt om te blijven schrijven, aarzel dan niet om je ideeën en voorstellen aan te bieden, klonk het. Hij bedankte me nog voor mijn waardevolle feedback en wenste me veel succes in alles wat ik onderneem. 
Dat een man, die in mijn gedachten dagelijks honderden andere dingen aan zijn hoofd heeft, de tijd neemt om een regiojournalist, die zich met de kleinste onnozelheden moest bezighouden, een fatsoenlijk antwoord te sturen, bevestigt wat ik altijd van Het Nieuwsblad heb gevonden: een loyale werkgever, die oprecht begaan is met zijn journalisten. 
Ook de andere collega’s stuurden mij deugddoende mailtjes met mooie woorden terug. Ik zal ze koesteren. Op het moment dat een afscheid duidelijk en definitief is, is het ook bevrijdend. Al het ongezegde mag gezegd worden. Vooral het positieve, maar ook de werkpunten. Bij Het Nieuwsblad was dat vooral het gebrek aan feedback en betrokkenheid. Als het lijkt of alles wat je doet niet echt uitmaakt voor iemand, dan is dat ook dodelijk voor de motivatie, zelfs zonder expliciete ambitie, gaf ik nog mee in mijn e-mail aan Pascal en de andere cheffen. 
Binnenkort volgt dankzij Kathy nog een vergadering waar ik in levende lijve afscheid kan nemen van mijn collega’s. Vanaf dan ben ik definitief een punt geworden. Een andere toekomst wenkt. Maar als Pascal zegt dat het een kleine wereld is, wie ben ik dan om hem tegen te spreken.
2 notes · View notes
hippodroom · 3 years ago
Text
Schrijfdagen
Op dagen dat ik niet fiets, schrijf ik. Althans dat is de bedoeling. Zoals nu. 
Ik schrijf om beter te worden in schrijven, zoals een voetballer traint voor zijn wedstrijden en een wielrenner voor zijn koersen. Mijn eerste koersen worden misschien ook wedstrijden. Schrijfwedstrijden waarbij te winnen en te verliezen valt.
Ik zal die wedstrijden niet meedoen omdat ik iets wil winnen. Enkel het winnen op zich interesseert me. Op die manier weet ik dat mijn schrijven beter wordt. Dat mijn trainingen vruchten afwerpen. Dat ik moet blijven schrijven als ik mijn schrijfdoelen wil bereiken.
Niet winnen zal me niet uit mijn lood slaan. Er zijn nu eenmaal veel schrijvers en weinig juryleden. Iedere schrijver heeft zijn verhaal en iedere lezer heeft zijn voorkeur. Als er een overaanbod is aan verhalen en een onderaanbod aan voorkeuren dan is winnen niet gemakkelijk. Maar als het gebeurt, dan ben je één ding zeker: er is een publiek, hoe klein ook, dat me graag leest. 
Tot nu toe heb ik eigenlijk nog niets gewonnen. Ik typ ‘eigenlijk’ omdat ik vorig jaar wel een dichtbundel won tijdens de Poëzieweek. Daarvoor moest ik gewoon een gedicht op een poster typen en het op Instagram posten met de hashtag #samendichter. 
Tumblr media
Toen de wedstrijd was afgelopen, kreeg ik via Instagram een bericht van een zekere Jonathan van de organisatie zuidwest dat ik bij de winnaars was. Als prijs stuurde hij me de dichtbundel ‘Zo scherp je kon er ook niet geweest zijn’ van Siel Verhanneman op. Eigenlijk was dat niet echt winnen, want ik had het gevoel dat er weinig deelnemers waren en veel dichtbundels. Als er een overaanbod aan prijzen is en een onderaanbod aan deelnemers dan is winnen gemakkelijk. 
Zo nam ik ook al twee keer deel aan de poëziewedstrijd van Stad Harelbeke, de zelfverklaarde wereldstad waar ik sinds 2016 woon. En die won ik niet. Ik werd ook niet tweede of derde. Om me te troosten, stuurde de cultuurdirecteur me een e-mail waarin hij het overaanbod aan inzendingen benadrukte: Je nam deel aan de 43e Poëziewedstrijd van Harelbeke. De jury ontving meer dan 750 gedichten, maar heeft jouw inzending niet weerhouden. 
Ook hij besefte het belang van winnen en de keerzijde van verliezen: Bedankt voor je deelname. We hopen dat je verder blijft schrijven en dat we nog inzendingen van je mogen ontvangen.
0 notes
hippodroom · 3 years ago
Text
Fietsdagen
Sinds kort is mijn leven opgesplitst in twee soorten dagen: fietsdagen en schrijfdagen. Drie dagen fietsen en minstens twee dagen schrijven. Vandaag is een schrijfdag.
De fietsdagen zijn geen fietsdagen in de zin van sportdagen, maar werkdagen. Ik fiets graag en ik moet geld verdienen, dus combineer ik beide in een fietsjob: die van fietskoerier bij Coolblue. Met een elektrische bakfiets ga ik ongeveer een zestal uur per dag op pad om pakjes die klanten op de website hebben besteld tot aan hun voordeur te rijden. Ik maak verlangens werkelijkheid. 
Tijdens deze periode van het jaar betekent dat vooral weer en wind trotseren om mensen blij te maken. Al is blijheid een uitgestrekt begrip. Het kan een doordeweekse dankuwel zijn, een enthousiast vragenrondje of een blijk van medeleven, al dan niet gekoppeld aan het voorstel om binnen te komen en koffie te drinken.  
Ik moet toegeven dat ik voldoening uit mijn fietsdagen haal. Ik hou van hun vaste structuur. Iedere fietsdag gaat mijn wekker om 6.25 uur af. Ik strompel naar beneden, maak een kop koffie, haal de krant uit, lees wat nieuws en begeef me rond 7 uur naar de douche. 
Tien minuten later heb ik mijn blauw-oranje outfit aan. Als ik nog niet ontbeten heb, eet ik nog een banaan, soms twee. Rond 7.25 uur fiets ik de garage uit met de veertig jaar oude Sparta Cornwall van Elines opa zaliger. Op mijn rug draag ik een zwarte rugzak die ik negen jaar geleden kocht voor mijn avontuur in Nieuw-Zeeland. In die zak zit nu mijn regenkledij, een bidon met water en de brooddoos die Eline iedere morgen om 7.15 uur voor me wil klaarmaken.
Rond 7.40 uur kom ik drie kilometer verder aan in Kuurne, bij de fietshub, zoals Coolblue de werkplaatsen voor hun koeriers noemt. Meestal zijn Arno, Jens en Ahmed er al. Brecht flirt wat meer met de inkloktijd van 7.45 uur. Vaak zijn we er niet allemaal: geregeld werken we per twee, vier is het maximum.
Als alles goed gaat, staan er twee of meer rolcontainers met blauwe pakjes op ons te wachten. Die moeten we scannen en in een metalen wandrek sorteren per rit. Als we de ritten onderling hebben verdeeld, leggen we de pakjes in onze elektrische bakfietsen. Dat zijn vier blauwe Urban Arrows, volledig bestickerd in Coolblue-stijl, die allemaal een gelabelde naam met een F hebben gekregen: Frankie, Fons, Freddie en Frits. We klikken een batterij vast, nemen een gsm die als gps zal dienstdoen en scannen onze route. 
Ten laatste om 8.40 vertrekken we, het grauwe West-Vlaamse landschap in, richting de streek van Roeselare, Menen, Waregem of Kortrijk. Onze gsm stuurt ons via drukke steenwegen of lege landweggetjes naar de eerste blije klant. Allemaal hopen we dat we niet zullen lekrijden, allemaal willen we stiekem ‘s middags als eerste terug zijn. Daarna eten we en na de pauze volgt rit twee. En allemaal doen, hopen en willen we weer hetzelfde. 
Tumblr media
Rond 16.15 uur, tot nu toe meestal vroeger, is onze werkdag afgelopen. We hebben de fietsen gepoetst, een checklist ingevuld en we klokken uit. Met meer dan 80 kilometer in de benen val ik thuis voldaan in slaap nog voor ik in bed lig.
0 notes
hippodroom · 3 years ago
Text
Een vraagteken
Mijn loopbaan bij Het Nieuwsblad zit er sinds deze week officieus op. Dat wil zeggen dat ik geen verplichtingen meer heb. Mijn collega’s zijn opgeleid, ze weten wat ze moeten doen en ze doen het.
Hoe het nu precies verder moet, lijkt niemand goed te weten. Ikzelf niet en blijkbaar ook de redactie niet. Er is geen gesprek gekomen waarin gevraagd werd of ik nu al duidelijkheid heb of ik nog iets zal schrijven voor de krant. Nieuwsmanager Kathy stuurt nog dagelijks een e-mail naar de collega’s waarin staat dat ik de dag nadien afwezig ben. Ik ben een vraagteken geworden. 
Het merendeel van de bazen en onderbazen zal het worst wezen. In mijn gedachten hebben ze iedere dag andere katten te geselen, een kattenasiel vol. Mijn afscheid had ik bovendien al drie maanden geleden aangekondigd. Kort daarna liet ik weten dat ik nieuw werk had: een deeltijdse job bij Coolblue, een move die wellicht wenkbrauwen deed fronsen. Ik regelde dat ik mijn collega’s niet zomaar in de steek zou laten en dat ik voor de krant zou blijven werken tot er vervangers waren. Toen die twee er waren, heb ik ze opgeleid. En nu is alles in stilte afgelopen.
Jan, de regiochef met wie ik het fijnste contact heb, heb ik gisteren ingelicht over de stand van zaken. Ik gaf mijn feedback over de nieuwkomers en vermeldde dat mijn verhaal als journalist voorlopig (?) ten einde is. Dat ik nu de tijd zal nemen om uit te dokteren welke richting ik uit wil met mijn bijberoep dat ik zal opstarten (tussen de regels bedoelde ik eigenlijk ‘met mijn leven’). 
Ik zei dat ik niet goed wist wat ik nog voor Het Nieuwsblad kon betekenen. Dat ik waarschijnlijk maar sporadisch iets zou kunnen schrijven. Ook bedankte ik hem voor de kans die hij mij had gegeven, intussen acht jaar geleden. Door zijn toedoen kon ik als zelfstandig journalist aan de bak, een van de weinige ambities die ik na mijn studies journalistiek koesterde. 
Zijn snelle antwoord op mijn e-mail maakte mij niet veel wijzer. Hij prees vooral mijn gedrevenheid en zei dat ik de tijd moest nemen om uit te zoeken waar ik naartoe wil. Als je in de toekomst een voorstel hebt, of een idee: contacteer ons zeker!, was letterlijk zijn voorlaatste zin.
Sindsdien ben ik een vraagteken vol vraagtekens. Blijf ik nu een medewerker van de krant of wordt mijn Swing-account om teksten te publiceren stopgezet? Blijf ik gewild deel uitmaken van de ‘WK-bende’, de journalisten die de kranteneditie van Kortrijk volschrijven, of durven ze mij gewoon niet meteen uit de WhatsApp-groep te gooien? En als ik blijf: zullen ze mij straks nog uitnodigen voor vergaderingen waar mijn aanwezigheid buiten wat extra gezelligheid niets kan betekenen? 
Het vervelende bij deze vragen is: ik weet zelf niet wat de toekomst brengt en de toekomst kan het mij helaas ook niet zeggen. Daarmee moeten we het allen voorlopig doen.
0 notes