Text
We zijn weer aan het verbouwen (deel 4)
Toen hadden we even pauze. Tot afgelopen juli. In juli hebben we een maand ‘klusvakantie’ genomen.
Het is toch wel belangrijk dat de renovatieklus nu gaat afkomen. We merken allebei dat het ons heel veel energie kost. Dat er minder tijd is dan met de renovatie van ons huis acht jaar geleden. Ook dat de tuin aandacht nodig heeft. Maar… we zijn begonnen en we zien de studio nu al zienderogen opknappen. Er is nog wel ongelooflijk veel te doen. Maar vooruitgang te zien is goede motivatie om door te gaan.
Wat hebben we gedaan tot nu toe… Allereerst hebben we de gammele deuren vol kieren vervangen door twee prachtige openslaande deuren. Tweedehands gevonden, wel wat voor betaald, maar niet wat deze deuren nieuw gekost zouden hebben. Natuurlijk moesten we daar weer enorm veel stof voor maken, want het gat van de deur was namelijk veel te klein en veel te laag.
De vloer van de zolder was heel hoog, waardoor je boven nauwelijks kon staan. Om er een slaapetage van te maken moest dus de vloer zakken. We hebben daarvoor een nieuwe balkenlaag geplaatst.
De hoogte van de vloer was weer afhankelijk van de trap die we zouden vinden. We hebben een prachtige trap gevonden, gratis af te halen, die past alsof hij voor de ruimte gemaakt is. De oude vloerdelen van de zolder hebben we weer teruggelegd.
Met de isolatie die tussen de dubbele zoldervloer verstopt zat, hebben we de hele ruimte kunnen isoleren. Een deel van het dakbeschot is afgetimmerd met mooie tweedehands vloerdelen. De voorbereiding voor de riolering is aangelegd achter de nieuwe deuren.
Nu gaan we verder met wanden aftimmeren. Het tweede deel van het dakbeschot wordt nog wel een dingetje. Van de slaapetage hebben we een loft gemaakt. Waardoor het voorste deel van het dak ontzettend hoog is en vrijwel onbereikbaar met onze kamersteiger. Hoe we dat gaan doen is ons nog niet helemaal helder. We gaan wel een oplossing bedenken.
Er is nog heel veel te doen. Tweedehands materialen gebruiken, maakt het er ook niet makkelijker op, maar het is wel een mooie duurzame uitdaging. We zijn nu aan het opbouwen en dat maakt het renovatieproces wel heel leuk. Hopelijk kunnen we volgende zomer al logees ontvangen.
Wordt vervolgd!
3 oktober 2024
0 notes
Text
We zijn weer aan het verbouwen (deel 3)
Nu we zo voortvarend bezig waren, was het belangrijk dat de nieuwe ruimten droog zouden blijven. Het dak was niet waterdicht. We keken binnen tegen de onderkant van de dakpannen aan en konden op verschillende plekken licht zien. In september 2023 zijn we dus begonnen met een grote klus waar we allebei wel tegenop zagen.
Het dak vervangen was een zware klus. Vooral omdat het hoog was. Toch is het ons gelukt om in elf dagen tijd het dak van de schuur te vervangen. We moesten het zelf doen, want bouwvakkers inhuren voor deze dakrenovatie zou ons heel erg veel geld kosten.
Nadat de deuren aan de voorkant van de schuur erin zaten (deel 2) hebben we gebruik gemaakt van het prachtige weer en zijn we verdergegaan met de renovatie van het dak.
We hebben ongelooflijk lieve hulp van vrienden uit het dorp gekregen om de dakpannen eraf te halen en er later weer op te leggen. En ook met het leggen van de dakplaten heeft een vriend geholpen. Eric heeft weer flink stof gemaakt door de voor- en achterkant voor te bereiden voor de windveren. Overal lag oranje stof.
Het dak is nog niet helemaal klaar. De windveren, boeiborden en dakgoten moeten nog geplaatst. Door de hoge kosten van hout hebben we dit klusje nog niet gedaan.
3 oktober 2024
0 notes
Text
We zijn weer aan het verbouwen (deel 2)
In augustus 2023 was de voorkant van de schuur aan de beurt. De deuren binnenin de schuur, waardoor de schuur geluiddicht was toen Klaus Dinger hier nog musiceerde, wilden we naar de straatkant verplaatsen. Het waren hele mooie zware deuren die ook geschikt waren om buiten te gebruiken. Het was toch weer een flinke klus.
Eerst moesten we de oude deuropening aan de straatkant herstellen. De deuropening was dichtgemetseld met zandstenen die gedeeltelijk moesten verdwijnen. Heel voorzichtig hebben we het raam kunnen laten zakken en verwijderen. De oude geteerde planken hebben we kunnen redden en hergebruikt.
Een balk is in de muur geplaatst als latei en daarna is de loodzware deur van de achterkant naar de voorkant gesjouwd. Gelukkig had Eric de deur helemaal ongeschonden uit de schuur kunnen slopen.
De voorkant van de schuur is echt een plaatje geworden. Zo mooi hoe de dikke planken van de oude schuurdeur weer in ere hersteld zijn. Het resultaat mag er zijn.
Daarna was de binnenkant van de nieuwe werkplaats aan de beurt.
Met het parket dat over was van de opslagruimte hebben we de achterwand betimmerd. De wanden zijn gestukt met stucmiddel dat we nog hadden liggen. De muren hebben we geschilderd met een kleur die misgemengd was in de bouwmarkt. Soms zie je emmers staan die heel goedkoop worden aangeboden, omdat de kleur niet goed is. Het is zalmrose geworden.
Afgelopen januari hebben we de werkplaats kunnen verhuizen.
3 oktober 2024
0 notes
Text
We zijn weer aan het verbouwen (deel 1)
Zo, wat heb ik tegen de renovatie van de schuur opgezien. Het laatste stukje althans. Want heel stiekem hebben we de afgelopen twee jaar heel veel gedaan en zijn we al best ver gekomen. Dat heb ik me niet beseft. De laatste loodjes wegen het zwaarst wordt wel gezegd en dat klopt helemaal.
Ik heb ook al veel te lang niet meer geschreven over onze renovatiereis.
De schuur is nu ons ‘object’. De schuur is sinds acht jaar een ruimte waar we alles dat we kwijt wilden in hebben gezet. Wat er uiteindelijk in resulteerde dat je er geen meter meer in kon lopen. Letterlijk. Daarnaast was het een ontzettend vieze ruimte. Spinnenwebben, vocht door lekkage en ratten die er hun thuis van hadden gemaakt. Niet echt een plek waar je voor je plezier in vertoeft.
Bijna twee jaar geleden, in oktober 2022, zijn we begonnen met opruimen. Alles dat we echt niet meer nodig hadden, hebben we weggegeven. Een lastig proces van uitzoeken, nog een keer door je handen en uiteindelijk loslaten. Maar wat hielp is te weten dat spullen die je weggeeft een nieuw leven tegemoet gaan.
De schuur is een lang en smal gebouw en best bijzonder, want je ziet nog weinig van deze oude schuren op het eiland. Om de schuur handig te kunnen gebruiken, hebben we hem in drieën gedeeld. Voor we bij het eindresultaat zijn, hebben we de hele boel omgegooid. De werkplaats die nu aan de tuinkant is, hebben we verplaatst naar de straatkant, het midden is een schone opslagruimte geworden en de tuinkant wordt een ‘studio’, logeerplek of bed-&-breakfast.
Omdat we duurzaam willen verbouwen, hebben we ons tot doel gesteld om zoveel mogelijk tweedehands materiaal te gebruiken. Meestal zoeken we op Markplaats naar ‘gratis af te halen’ en dat lukt heel aardig. De wanden van de opslag zijn betimmerd met gratis vloerdelen, op de vloer ligt prachtig parket en de ruimte is ingericht met gratis opgehaalde handige Ikea kasten. Ook hebben we twee gratis deurkozijnen met deuren kunnen ophalen waardoor we nu makkelijk binnendoor van voren naar achteren kunnen lopen. Het is een mooie frisse ruimte geworden.
Het lijkt alsof we daarna een jaar niks gedaan hebben, maar we hebben tussendoor nog een poging gedaan om een permacultuur moestuin aan te leggen. Daarover heb ik al wel wat gedeeld. Door de droogte van 2023 is de moestuin niet geheel van de grond gekomen. En dit jaar hebben we geen tijd gehad om de moestuin serieus op te starten.
3 oktober 2024
0 notes
Text
Tjiftjaf… tjiftjaf…
Oh, wat een ontdekking heb ik gedaan. Zo mooi en spannend.
Als je de renovatie en aanbouw van ons huis hebt gevolgd, dan weet je hoe het huis geworden is en hoe de achterkant eruitziet. De achterkant is mooi open met veel glas. Het idee van het ontwerp was om buiten met binnen te verbinden, heel hip, en fijn.
Het heeft gewerkt, want het is een heerlijke plek om ’s ochtends koffie te drinken. Wat ook heel fijn is, is dat het huis in de winter opwarmt met zonnewarmte en het in de zomer heerlijk koel is door de grote hoeveelheid bomen die in onze bostuin staan. Want dat kun je onze tuin wel noemen, een bostuin.
Er is altijd wel iets te zien. Vooral in de lente vindt er een metamorfose plaats. Kunnen we in de winter tot bijna achterin de tuin kijken, in de lente verandert de tuin in een groene oase. Dan beperkt ons uitzicht zich tot de kruidentuin.
Die kruidentuin is het toneel van een klein wonder. Een tjiftjaf-echtpaar is een nestje aan het maken onder het groeiende zevenblad. Al een aantal keer zag ik een stelletje tjiftjaffen voor het raam van onze ochtendkoffie-plek langs vliegen. Ze zijn heel klein, tussen een winterkoninkje en een mus in, en een beetje grijzig, maar oh zo schattig. Ik hoor ze al jaren geluid maken in de tuin, maar ze zien was nog niet zo makkelijk. Blijkbaar moesten ze aan ons wennen, want nu zie ik ze heel vaak.
Ik heb gegoogled hoe tjiftjaffen hun nesten maken en dat blijkt dus op de grond te zijn. Ongelooflijk dat ze daarvoor de kruidentuin hebben uitgekozen. Het zevenblad staat nu ongeveer 20cm hoog. We maken er wel eens heerlijke pesto van, of roeren het door de pasta. Heel lekker. Maar voor ons de komende tijd dus geen zevenblad meer.
Zevenblad is best een nuttige plant. Naast dat je het kunt eten, zijn de schermbloemen gewild bij wilde bijen. En nu bouwt een tjiftjaf er ook nog eens zijn nest.
En wie zich zorgen maakt bij het zien van een snoozing Piet… onze katten hebben sinds maart huisarrest. Dat is ieder jaar zo tot het broedseizoen is afgelopen.
Wordt vervolgd.
Het Buitengenieten | 20 april 2023
0 notes
Text
De moestuin
Ja ja… de moestuin… in onze tuin was een stukje als moestuin bestempeld. Dat was voor onze komst ook al zo en dat hebben we zo gelaten. Eric heeft er ook al een keer of twee serieus geprobeerd om groenten te kweken.
Maar… als je loslopende kippen hebt, dan heeft een moestuin weinig kans. Kippen houden van schoffelen. Zelfs al plaats je een hek om je moestuin, met nog een extra hoger hek als bescherming, dan weten ze altijd een manier te vinden om in de moestuin te kruipen. En zijn de kippen de dader niet, dan heeft de woelmuis het gedaan. :-D
De moestuin is sinds vorig jaar een ‘zone 5’ geworden. Zone 5 staat voor het deel van de tuin waar je niet komt. Zone 1 is het deel van je tuin waar je het vaakst komt, bijvoorbeeld je terras. Hoe hoger het getal van de zone hoe verder weg van je huis verwijderd en hoe minder vaak je er komt. Zone 5 is dus min of meer een ongerept stukje natuur.
Vorig jaar kwamen we een advertentie tegen voor de huur van een stukje druivengaard op een volkstuincomplex in Colijnsplaat. We zijn wijnliefhebber dus de keus was snel gemaakt. De twee stukken voor en achter de druivengaard waren niet verhuurd en ook dat bracht ons op ideeën.
Een leuke uitdaging om serieus groenten te gaan kweken. En ik kon eindelijk een permacultuurmoestuin gaan ontwerpen. Want na de ontwerpcursus Voedselbos en Eetbare Tuin bij Martijn Ballemans ben ik verdergegaan met de jaaropleiding ‘Permaculture Design Course.’
We huren nu dus drie stukken volkstuin. Voor het achterste deel heb ik een ontwerp gemaakt dat gebaseerd is op Schijnbare Chaos. Lange bedden van 70cm breed met paden van 50cm. Zo hoef je nooit in je bed te stappen om iets te oogsten. In ieder bed komen drie soorten gewassen. Bij het maken van het plantplan heb ik gelet op structuur, geur en kleur van de bladeren, hoogte en vorm van het gewas en vorm en diepte van de wortels. Door zo’n combinatie te maken, creëer je verwarring onder plaagdieren waardoor die hun geliefde groente niet kunnen vinden. En er dus iets te oogsten valt voor ons. Alhoewel ik het niet erg vind om iets te delen…
De moestuin was kale dichtgeslagen grond en de omvorming was daarom best zwaar werk. Vooral ook omdat de moestuin helemaal aan het eind van het complex is. Maar na het legen van aanhangers vol met de inhoud van de geitenstal, graven van 18 paden, kleien van twee bijenheuvels, kruien van negen aanhangers met houtsnippers, en, voorlopig, één aanhanger met compost was de moestuin klaar voor de eerste zaadjes.
We hebben nu aardappels, tuinbonen, soja, wortel, kapucijners en knolselderij aan de grond toevertrouwd. Tomaat, peper, paprika, komkommer, meloen en pompoen is voorgezaaid in de kas. Ik ben een beginner dus of ik het goed doe weet ik niet.
Vol verwachting wacht ik af.
Het Buitengenieten | 25 april 2023
0 notes
Text
Tiny-foodforest
Tiny-foodforest ‘Het Buitengenieten’ is in de maak. Ik vind het nog ‘in de maak’ omdat we in december 2022 heel veel planten en bomen hebben geplant. Tussen alle bestaande beplanting in onze bostuin. Hoe het uiteindelijk zal uitgroeien is alleen in mijn verbeelding voor te stellen. En of ik het minibos zal zien uitgroeien tot een volwassen bos weet ik ook niet. Ik vind het heel spannend en kan alles wel de hoogte inkijken.
Vorig jaar ben ik begonnen met de ontwerpcursus Voedselbos en Eetbare Tuin van Martijn Ballemans van Puur Permacultuur. Ik was vooral geïnteresseerd in voedselbossen omdat de biodiversiteit enorm toeneemt in het groeiproces van een voedselbos. Onze tuin is minder dan een halve hectare groot en mag daarom officieel geen voedselbos heten. Ondanks dat onze tuin al behoorlijk volgroeid is, konden er nog heel veel meer planten en bomen bij, aldus Martijn. :-D
Onze tuin is in 1979 aangelegd door Klaus Dinger. Hij heeft een natuurvijver gegraven en met de vrijgekomen grond twee dijkjes om de vijver gemaakt. Onbekend is welke bomen hij zelf geplant heeft en welke zich er door de jaren heen vanzelf gevestigd hebben. Het zijn namelijk heel veel pioniersbomen zoals wilgen, abelen, berken en esdoorns, met als blikvanger een enorme treurwilg. Dat zijn bomen die zichzelf makkelijk uitzaaien. En mijn favorieten, een prachtige lindeboom en eik.
In mijn ontwerp heb ik gekeken naar hoe de looproutes lopen, waar verstopplekken zijn en waar bufferzones zijn of kunnen komen om zodoende nog meer verstopplekken te creëren. Wat Eric en ik belangrijk vinden in een tuin is dat je verwonderd en verrast wordt als je erdoorheen loopt. Onze pioniersbomen zijn nu iets meer dan 40 jaar oud. Om alvast vervanging te planten heb ik ook bomen gekozen die echt ouder kunnen worden, een moerbijboom, hoogstam kers en een tamme kastanje. En ondanks de hoeveelheid aan plantgoed kan er nog heel veel meer bij.
Maar wat zijn ‘pioniersbomen’ eigenlijk? In voedselbosjargon zijn pioniersbomen de bomen die zich als eerste laten zien als je een stuk grond onbewerkt laat, of overgeeft aan de natuur. Zij zijn de eerste ‘bewoners’, die vaak kale grond nodig hebben om te kiemen. Doorgaans worden pioniers niet zo oud. Ze bereiden de grond voor op de komst van climaxbomen die wel heel oud kunnen worden. Zo was onze tuin voordat Klaus ermee aan de slag ging kale landbouwgrond.
Landbouwgrond is over het algemeen jarenlang dichtgereden door zware tractoren en machines. Daardoor ontstaat op een bepaalde diepte (80cm) een ploegzool waar geen water meer doorheen kan. Zo krijg je in de winter ondergelopen akkers en tijdens droogte in de zomer uitgedroogde grond. Om de capillaire werking van de bodem weer te herstellen, dat water zich weer heen en weer kan bewegen van boven naar beneden en kan reageren als een spons) heb je planten en bomen nodig met diepe penwortels. Pioniersbomen vervullen die functie en maken de bodem weer open.
In voedselbossen staan veel eetbare cultivars. Dat wil zeggen de ‘gewone’ soorten bomen, maar dan met grotere eetbare bessen. Bijvoorbeeld gele kornoelje, olijfwilg, duindoorn en lijsterbes. Omdat er al zoveel inheemse planten en bomen in ons tiny foodforest staan, vond ik het geen probleem om juist meer cultivars te planten. In totaal hebben we 177 planten en bomen geplant.
Laat de groei beginnen.
Het Buitengenieten | 24 april 2023
0 notes
Text
Natuur in onze tuin
… iets anders kan ik niet bedenken als kopje voor deze post. Sinds Eric en ik imker geworden zijn is er een wereld voor ons opengegaan. De wereld van de wilde bij. Dat klinkt misschien heel gek. Dat is het niet.
Een bijenvolk is een landbouwdier. Het houden van honingbijen valt daarom ook onder landbouw. Vroeger werden bijenvolken gehouden om de professionele landbouw van bestuivingsdiensten te voorzien. Imkers reisden met hun volken door de regio, of door het land, om boomgaarden te bestuiven. Professionele imkers zijn er steeds minder. Het aantal hobby-imkers is echter wel toegenomen, maar nog steeds daalt het aantal bijenvolken in Nederland ieder jaar.
Als je hoort dat het ‘slecht gaat met de honingbij’ dan wordt vaak gedacht dat het plaatsen van een bijenkast in je tuin de oplossing is. Dat is het echter niet. Wat er al decennialang gebeurt, is dat er steeds minder onbeheerde ‘natuur’ (bermen, sloten, dijken… en dergelijke) te vinden zijn, waar inheemse wilde bloemen en kruiden ongestoord kunnen groeien. Dat is het voedsel van de wilde bij, een net zo belangrijke bestuiver als de honingbij.
Waar honingbijen afgaan op grote velden met één soort bloem en daarvoor makkelijk drie kilometer voor kunnen vliegen, heeft de wilde bij het lastiger qua voedsel. Zij vliegen korte afstanden, soms maar 500 meter. Als het om voedsel voor inheemse wilde bijen gaat, dan is de honingbij een bedreiging. Een honingbij vliegt namelijk op bijna alle bloemen. Bloeien de sneeuwklokjes, dan gaan ze daar massaal op af, evenzo op bloeiende wilgenkatjes. Terwijl de wilde bij juist afhankelijk is van een bepaalde soort bloem of kruid.
Van de 360 soorten wilde bijen staat de helft op de rode lijst en 46 is zelfs verdwenen. Door monocultuur, gebruik van landbouwgif, intensief maaibeheer van bermen, slootkanten en dijken en opruimwoede van burgers verdwijnen de inheemse wilde bloemen en kruiden (aka onkruid) uit ons landschap.
Maar waarom ben ik dit verhaal nou ook alweer begonnen? Ik heb soms de neiging om af te dwalen. (Sorry daarvoor). Oh ja... om de biodiversiteit te helpen is niet het plaatsen van bijenkasten de oplossing, maar het planten van voedsel voor de wilde bijen. En dan voornamelijk inheemse soorten. (Die krijg je vanzelf krijgt door minder te maaien en als je maait het maaisel af te voeren.).
We hebben drie bijenvolken in onze tuin staan. Dat is meer dan genoeg. Er vliegt ook een grote verscheidenheid aan wilde bijen, wespen en andere insecten rond. Omdat we onze tuin flink rommelig houden en er allerlei wilde plantjes in te vinden zijn. Als ik iets zie opkomen dat ik niet ken, dan laat ik het staan en wacht tot ik het kan determineren. Zolang een plant niet de pan uit woekert, is het welkom bij ons. Er is ook genoeg bloeiends te vinden, van het vroege voorjaar tot laat in het najaar (van sneeuwklokjes tot klimop).
Zo ontzettend veel te ontdekken… hoe mooi is die natuur… hoe mooi en eenvoudig kan de natuur zijn in je directe woonomgeving (hoe groot je tuin ook is.).
Dat dus.
Het Buitengenieten | 22 april 2023
0 notes
Text
Ecotuindagen van Velt
Het is zover! We doen eindelijk weer mee met ‘open tuinen-dagen’. Dit keer de Ecotuindagen van Velt. Jammer genoeg zijn we de enige tuin op Noord-Beveland die meedoet. Maar samen met de vijf tuinen op Walcheren kun je toch een mooi rondje tuinen bezoeken. En wie weet steken wij wel anderen tuinenthousiastelingen op het eiland aan om mee te doen voor komende jaren.
Wat heb ik het Verborgen Tuinen weekend in Rotterdam gemist zeg. Zeven jaar hebben we meegedaan. Het was zo leuk om onze verborgen tuin op de Grondherendijk met tuinliefhebbers te delen, in gesprek te raken en te inspireren. Nog iets dat ik gemist heb, is de deadline. Yay! Begin juni was altijd het moment dat de tuin piekfijn in orde was, voor zover onze rommeligheid dat toeliet.
Nu moeten we opnieuw hard aan de bak want er staat nog heel wat op mijn lijstje dat gedaan moet worden. (Onder anderen ook verder gaan met het opknappen van de schuur, maar of dat lukt…).
Vorig jaar heb ik de ontwerpcursus Voedselbos en Eetbare Tuin gedaan bij Martijn Ballemans van Puur Permacultuur. Ontzettend leuk om mee bezig te zijn en ik kan wel zeggen dat ik geïnfecteerd ben met het voedselbosvirus. Er viel niet veel te ontwerpen aan onze tuin omdat onze voorganger Klaus Dinger al een mooie basis heeft neergelegd. “Maar er kan nog veel meer bij”, aldus Martijn. Planten! Dus ben ik met een beplantingsplan aan de slag gegaan en eind december 2022 hebben we ons eigen ‘tiny-foodforest’ aangeplant. (Want je plek mag pas officieel Voedselbos heten als je bos minstens 0,5 hectare is.).
Nu loop ik dagelijks een rondje om te zien hoe alles ontluikt. Volop genieten om van alles te zien ontluiken. Ik hoop dat mijn beplantingsplan tot zijn recht komt en dat er iets van te zien is begin juni.
Onze tuin is open op zaterdag 3 en zondag 4 juni, van 10.00 tot 17.00 uur. Om het buitengenieten compleet te maken serveren we koffie of thee op één van de fijne verstopte plekjes in de tuin. (Kan ik eindelijk weer eens mijn kopjes- en theepottenverzameling uit de kast trekken!).
Meer informatie volgt…
Het Buitengenieten | 21 april 2023
0 notes
Text
De plattelandsillusie
Frisse lucht, weidse uitzichten, gezond buiten wonen, gemeenschapsbesef. Nah! Niets van dat alles op het platteland. De lucht is helaas niet ‘fris’ door het pesticiden- en mestgebruik van de boeren, de weidse uitzichten zijn pure armoede door het monocultuurlijk (is dat een nieuw woord?) landschap en het ontbreken van biodiversiteit en gezond is het daardoor ook niet. En ben je geen autochtoon, dan hoor je er niet bij, ook niet als je hier al vijfentwintig jaar woont. Dat belooft dus wat.
Het Boerengenieten is daarom veranderd in Het Buitengenieten. Want het ‘boeren‘ genieten bestaat niet meer. Al een hele tijd niet meer. (Weet ook eigenlijk niet waarom we ons blog ooit zo genoemd hebben…). Door alle onprettige ervaringen hier op het platteland is de lust tot schrijven me vergaan. Over die ervaringen kan ik inmiddels een boek schrijven. (Niet zo’n leuk boek als Poes poes poes!). Vandaar dat we ons ook niet meer willen associëren met ‘boeren’ in het genieten.
Sinds we op het platteland wonen, nu zeven jaar, lijkt het wel alsof er een beerput is opengegaan. Zoveel shit komt er bovendrijven. Wij stadse mensen zien met eigen ogen hoe weinig respectvol er met de bodem en de flora en fauna op het platteland wordt omgegaan. Er is niet voor niets een teruggang in biodiversiteit. (Natuur heet in Nederland alleen natuur als er een hek omheen staat waar mensen op hun vrije dag kunnen recreëren. Maar natuur dat zijn wij zelf ook, en ook onze directe omgeving is natuur. Maar dat is een ander verhaal).. Gelukkig zijn wij niet de enigen die zien wat er gebeurt en ontwaakt de wereld. Helaas wel met heel veel kampen.
Hoe gek is het dat je je als Nederlander ontheemd kunt voelen in Nederland. Nu ik op het platteland woon, ben ik praktisch gezien geen stedeling meer, maar op mijn huidige woonplek, het platteland, ben ik niet welkom. De tweede vraag die ons steevast gesteld wordt in gesprekken met ‘autochtonen’ van Noord-Beveland, als het een vraag is, ‘je komt hier niet vandaan he?’. Het is meer een constatering, één die je buitensluit, die een grens trekt tussen mensen ‘van hier’ en ‘mensen van daar’. Alsof je niet meetelt, omdat je niet van hier bent.
Als je in de stad woont, ben je gewend om met mensen samen te zijn die hun roots niet in Nederland hebben. Je ziet elkaars verschillen en leert daarvan. Ik heb nog nooit van mijn leven tegen een allochtoon gezegd ‘jij komt hier niet vandaan he?’. Want wat maakt het uit. Je hebt het met elkaar te doen. Ik denk dat een groot deel van de inwoners van Nederland niet meer op de plek woont waar hij of zij geboren is. Op het platteland word je er echter op afgerekend. Kom je hier niet vandaan, dan kun je maar het beste je mond houden. Zoals een boer ons ooit zei ‘jij wilt op het platteland wonen, dus pas jij je maar aan aan de boeren’. Doe je wel je mond open, dan word je ‘intolerant’ genoemd.
Het gekke is, dat we dat tijdens ons proefwonen in Colijnsplaat een totaal andere ervaring hadden. Jammer, want als ik geweten had dat ik hier niet welkom ben, dan had ik Noord-Beveland absoluut links laten liggen. Het is een leuke plek voor toeristen, maar niet om als Nederlander een toekomst op te bouwen. (Zoals Roompot het zo mooi zegt: ‘investeren in een plek waar je welkom bent…’ Oftewel op z’n Noord-Bevelands: ‘je bent eigenlijk niet welkom, maar je bent welkom om je geld te brengen'.)
Waar het kort op neer komt, is dat het ‘genieten’ op het platteland een illusie is gebleken. We wonen in een ‘agrochemisch industriegebied’. Waar kwistig gestrooid wordt met (kunst)mest en gespoten wordt met landbouwgif alsof het suikerwater is. Biodiversiteit is er op sterven na dood en de waterkwaliteit is om te huilen. Over andersdenkenden / mensen van elders wordt door de autochtone bevolking geroddeld. En vooral alles moet onder controle gehouden worden, de bermen, de hagen, de bomen, wilde dieren en vogels en elkaar.
Gelukkig hebben wij een oase gecreëerd in deze plattelandswoestijn, waardoor in onze tuin wel van alles zoemt, kruipt, huppelt en vliegt. Hoe het verder moet weet ik echter niet…
Het Buitengenieten | 20 april 2023
0 notes
Text
12 december 2019 | een brief aan mijn vader
Lieve pa,
Je bent er niet meer. Een maand geleden hebben we afscheid van je genomen. Een prater voor groepen ben ik niet en daarom heb ik zelf geen afscheid kunnen uitspreken. Een afscheid schrijven kan ik wel.
Iedereen zei altijd dat je een echte Boekhout was, je wist het vaak beter en je had hier en daar narcistische trekjes. Je was echter ook een sociaal mens, die altijd klaar stond voor een ander. De trap in de kelder van mijn huis, die vol met houtworm zat, verving je zonder morren. En mooi dat ie geworden was. Je hielp zakken zand en aarde door mijn huis te sjouwen naar de achtertuin. Je hielp ook je kleine zusje hulp vinden toen ze zo erg aan de drank was dat het thuis wonen onhoudbaar was. En ja, je had altijd een praatje klaar voor mensen op straat, of ze nou bekend waren of niet.
Als jonge jongen wilde je heel graag naar de HBS. Je was er zeker slim genoeg voor. Maar opa vond dat je een ambacht moest leren en je ging naar de ambachtsschool om het timmermansvak te leren. Wat heb ik een mooie vrolijke foto van je gevonden. (Net zoals je mij naar Schoevers stuurde, omdat ik daar als vrouw altijd wat aan zou hebben.).
Na verschillende dingen gedaan te hebben, timmerman, landmeter, je hebt zelfs een periode in Perzië gewerkt, kwam je uiteindelijk bij de gemeente Rotterdam terecht en daar was je in je element. Je was een kei in organiseren. Samen met een hecht team bij Sport en Recreatie, Ton, Anneke en Frida, organiseerde je veel mooie evenementen, Jeugdland, Kerstland, Meedoen in Rotterdam en de fietsvierdaagse. Ik groeide op in het magazijn van Jeugdland. Ik kan me dat nog als de dag van gisteren herinneren. Ik was er kind aan huis. Je stond met raad en daad de beheerders van de drie vakantiehuizen van de gemeente Rotterdam bij. Ik herinneren me de week dat je inviel als leider in Huize De Ginkel in Leersum, spannende nachtelijke droppings en ma stond ’s ochtends ineens ‘vreemde’ haren te kammen. En je was zelfs een jaar pleinbeheerder op het Pijnackerplein.
We waren een ondernemend gezin. Ik heb zoveel mooie herinneringen. Wandelen in het bos op zondagmorgen, en dan niks mogen zeggen want anders zagen we geen wilde dieren. Ravotten op de hei, waar ik een steunzool verloor waar je heel boos om was. Logeren in Drenthe in huize Nanja. Daar werd ik verliefd op een grote stinkende bok. Ma vond ‘m vreselijk en ik mocht niet meer naar hem toe. Dat deed ik stiekem toch en ik begreep maar niet hoe ma dat doorhad. Iedere herfstvakantie logeerden we in een huisje van Kees de Bok in Ouddorp. Ondanks dat de pissebedden langs de muren omhoog liepen in mijn slaapkamer heb ik er warme herinneringen aan. Zelfs Muis ging mee. En de kampeervakanties in Schotland, met schapen, beekjes en vliegende tomatensoep waren ook onvergetelijk.
Ma en jij waren heel creatief. Jullie deden de opleiding handvaardigheid en ik fröbelde heerlijk mee. De contacten met PTT op Jeugdland leidde ertoe dat we jarenlang een creatief team waren op het jaarlijkse bedrijfsuitje van PTT in Vierhouten. De mannen voetbalden, de vrouwen en kinderen hielden wij bezig. Jij was twee dagen aan het emailleren, ma knoopte erop los, Hjalmar Krimpie-dinkte en ik goot konijntjes van gips. Het was een jaarlijks uitje om naar uit te kijken.
Toen ma overleed in 1980 spatte ons gezin uit elkaar. Je zou denken dat zo’n verlies je samen brengt, maar niets is minder waar. Nooit heb ik me eenzamer gevoeld dan toen. Jij leek je geen raad te weten met de situatie, ook ik wist me geen raad. Dat een half jaar later een andere vrouw in je leven kwam, was voor jou de redding. Voor jou waren we weer een fijn gezin. Met mijn stiefzus klikte het echter niet en ik voelde me steeds meer niet gezien en buitengesloten. En dat is zo gebleven tot een week voor je overlijden. (En natuurlijk was het niet alleen maar kommer en kwel. We hebben ook echt wel fijne momenten gehad.).
Door de jaren heen hebben we onze strubbelingen gehad. We begrepen elkaar gewoon niet. Het enige compliment dat ik ooit van je kreeg, dat ik me kan herinneren, was toen Eric en ik klaar waren met de renovatie van Grondherendijk 22-24. We hadden iets moois neergezet en daar was je trots op. Jaren van elkaar regelmatig zien, wisselden elkaar af met lange perioden van elkaar niet zien. Zo ook de laatste drie jaar, een periode dat je meer en meer te kampen kreeg met dementie.
Een paar maanden geleden heb ik een paar familieopstellingen gedaan met coach Chantal waardoor ik eindelijk weer de warme liefde kon voelen die ik als kind voor je voelde. (Was ik niet altijd een vaderskind geweest?). Ik kon zien wie je was en je accepteren zoals je was. Mijn vader, uit wie ik voor de helft besta. Daardoor kon ik het eindelijk aan om bij je op bezoek te gaan in het verpleeghuis. We hebben elkaar maar kort gezien. Je sliep en was niet wakker te krijgen. ‘s Avonds was je heel even wakker. De uitdrukking op je gezicht was van onschatbare waarde en die zal me altijd bijblijven. Je blik van herkenning, je grote lach en je twinkelende ogen…
Een week nadat we elkaar gezien hebben, heb je deze wereld achter je gelaten…
Het leven is niet makkelijk geweest voor je pa. Dat je dat gevormd heeft als mens begrijp ik als geen ander. Je strijd is gestreden. Het is goed zoals het is. Ik hou van je.
Jolanda
1 note
·
View note
Text
14 november 2019 |“Weet waar je aan begint”… hoe het begon… en hoe het eindigde…
Het moment waarvan we hoopten dat het nog een tijdje uit zou blijven, is gekomen. Onze paarden Oscar en Krista zijn er niet meer.
Niet zo lang geleden (vier jaar) nog zei iemand tegen me ‘je weet niet waar je aan begint’ toen ik deelde dat ik Oscar ging adopteren en hem een thuis bij ons aan huis wilde geven.
Ik ontmoette Oscar in 2015 op de stal in Burgh-Haamstede waar ik buitenritten op hem maakte. Hij was al op leeftijd en omdat we gingen verhuizen naar het platteland zag ik een kans. De opmerking maakte me ook een beetje boos, want hoe moeilijk kon het zorgen voor een paard nou zijn. Een grote droom kwam er mee uit en ik had een grote klik met Oscar.
Toen ik een klein meisje was dagdroomde ik namelijk regelmatig dat ik een paard had. Ik had leren riemen in de kelder gevonden waarmee ik me inbeeldde dat het het halster van mijn paard was. Een vriendinnetje van school geloofde mijn droombeeld. Hoe schuldig voelde ik me toen ze erachter kwam dat mijn droombeeld niet echt was.
Pas vier jaar geleden werd mijn droom werkelijkheid. Oscar kwam in mijn leven. Hij was toen 23 jaar oud en was lichamelijk versleten van zijn leven als manegepaard.
Nu begrijp ik waar de opmerking vandaan kwam. De zorgen over Oscar’s gezondheid waren er. Hij had artritis, een slecht hart, was mager en wilde niks. Daarbij kwam ook nog dat we moedeloos en sikkeneurig werden van de goedbedoelde kritiek van stalgenoten op de pensionstal. We vroegen advies aan mensen die we vertrouwden en deden voor Oscar wat goed voor ons voelde. Het beste advies kwam van mijn buurvrouw op stal ‘hij is jouw paard, jij voelt het beste wat goed voor hem is’. En zo was het. (En van een mager scharminkel veranderde Oscar op zijn oude dag nog in een mooie stoere jongen.).
De eerste twee jaar bij ons heeft Oscar op een pensionstal gewoond en twee jaar geleden is eindelijk de inloopstal met paddock aan huis gerealiseerd. Toen kwam ook Krista, een lieve zachtaardige merrie die dertien veulens op de wereld heeft gezet, bij ons wonen.
De afgelopen twee jaar, die Oscar en Krista echt in onze stal aan huis hebben doorgebracht waren bijzonder, mooi, gezellig en, inderdaad, op momenten ook zwaar. Het was zwaar om alles zelf te moeten doen, vooral als het koud, nat en winderig was. De beloning was groot, het voelde heerlijk en vrij om op elke moment van de dag naar ze toe te kunnen lopen en van ze te genieten. Ik voelde me compleet en bevoorrecht met hun gezelschap. Ik heb Oscar zien veranderen van een ongeïnteresseerd paard in een lieve eigenzinnige brombeer.
Vorige week kon Oscar niet meer opstaan. Samen met paardenarts Marijn hebben we geprobeerd om hem in de benen te krijgen maar hij had geen kracht meer. Het was duidelijk te zwaar voor hem. We konden niet anders doen dan hem op dat moment te laten gaan. Hij is 27 jaar geworden.
Krista was ook al op leeftijd, bijna 28. Ondanks onze veelvuldige pogingen om Krista op gewicht te houden, was ze heel mager geworden. We zouden haar niet alleen kunnen houden omdat paarden kuddedieren zijn. Ze zou Oscar gaan missen. En we zijn niet toe aan een ander paard. Het was een moeilijke beslissing. Marijn is aan het einde van de dag teruggekomen om ook Krista te laten inslapen.
Nu Oscar en Krista op hun oude dag in mijn leven zijn geweest, ben ik blij dat ik nu pas voor een paard heb mogen zorgen. Eerder had ik dat nooit op een goede manier kunnen doen, een vrij leven in een inloopstal met paddock kunnen bieden. Ik denk dat ik daardoor eerder niet die diepe connectie had kunnen maken die ik nu beleefd heb met Os en Kris.
Ik ben dankbaar dat Oscar nog vier jaar pensioen heeft gekregen. Voor Krista was het veel te kort. Van mij had het voor allebei langer mogen zijn, maar in leven en dood hebben wij het niet voor het zeggen.
Rust zacht lieve mooie zielen...
“Denk dansend in de wolken, bevrijd van aardse meningen.” - Red Haircrow
Oscar 1 januari 1993 - 7 november 2019 Krista 7 juli 1992 - 7 november 2019
(met dank aan Marijn voor zijn goede zorgen en steun tijdens moeilijke momenten)
0 notes
Text
14 augustus 2019 | dag weide
“Dag prachtige weide…” Dat was het dan…
Hoe prachtig groen stond onze wei aan de overkant van de straat erbij… Het heeft ons twintig maanden tijd, liefde en paardengras- en kruidenzaad gekost om een stuk landbouwgrond te veranderen in een natuurlijke weide. Het begon er steeds meer op te lijken.
Twee weken geleden wilde onze huisbaas dat we maaiden omdat er teveel ‘sprieten’ groeiden. Venkel, cichorei, smalle weegbree, speerdistel, een soort van korte fluitenkruid, en nog veel meer planten waarvan ik de naam niet weet. En gras natuurlijk, paardengras om specifiek te zijn. Al deze planten zijn gezond voor de grond, voor insecten, voor vogels, voor beschutting van hazen en fazanten, en voor de paarden. Goed voor de biodiversiteit dus. (Iets wat zo actueel is na de uitkomst van het rapport van de IPCC, het klimaatpanel van de VN.).
De laatste keer dat ik er rondliep zag ik zoveel insecten rondvliegen, zoveel leven. Maar het zal niet lang meer duren of dit is allemaal weg. Alleen maar omdat het er ‘rommelig’ uitziet. Het excuus van onze overburen: ‘we zijn ook boeren…’. Onze overburen zijn ex-boeren en mini-campinghouders en houden van een golfbaan gladde grasmat.
Dit was niet de eerste keer dat ze ons sommeerden om te maaien. Vorig jaar hebben we hun maaiverzoek geweigerd. We hebben geprobeerd uit te leggen wat we aan het doen waren, wat ‘natuurlijk weidebeheer’ inhoudt. Ons ‘natuurlijk weidebeheer’ was hen een doorn in het oog.
Twee weken geleden was ik het echter beu. Ik heb geen geduld meer met mensen die geen snars geven om natuur en milieu. Die notabene kinderen hebben. Juist nu het zo belangrijk is om te veranderen. We hebben per direct de wei opgezegd dus.
Omdat de grond jarenlang landbouwgrond is geweest kwamen er als eerste ‘pioniersplanten’ op. Het verschijnen van pioniersplanten betekent dat de eerste stappen naar een stabiele biodiversiteit gezet zijn. Het begon vorig jaar met het verschijnen van kamille en klaproos en dit jaar zagen we nieuwe planten verschijnen, smalle weegbree, cichorei en een paar speerdistels.... ‘Sprieten’ dus. Pioniersplanten zijn meestal eenjarig en worden door veel mensen als onkruid gezien, zo ook door onze huisbaas.
Naast dat ‘natuurlijk weidebeheer’ beter is voor de grond, is het ook gezonder voor onze paarden. Paarden eten van nature alleen in het voorjaar kort energierijk gras. Kort gemaaid gras is veel energierijker dan gras dat is doorgegroeid. In de natuur teren paarden in de winter in op hun zomerreserves. Het nog korte voorjaarsgras hebben ze nodig om weer op krachten te komen na de winter. Langer gras is veel gezonder voor paarden omdat er geen overdosis aan voedingsstoffen in zitten.
De wei ligt er nu strak gemaaid bij. Een dag nadat we de wei opgezegd hebben, kwam de overbuurman met de maaimachine langs. Geen bloemen, geen insecten en geen beschutting meer. Het gaat me aan het hart, maar het is niet anders. We hebben ons best gedaan.
Nu begint het ‘gevecht’ echter opnieuw. Want ook onze buurman, waarvan we onze tweede wei huren, begrijpt niets van natuurlijk weidebeheer. Heeft al eens geopperd dat we kunstmest zouden moeten strooien. Er wil namelijk alleen bemestingsgras (Engels raaigras) groeien. Ons gezaaide paardengras is niet aangeslagen. Ook dat we het ‘onkruid’ moeten verwijderen, hebben we al herhaaldelijk gehoord. Zo’n grote angst voor onkruid. En dat terwijl de eerste pioniersplanten zich nog niet eens aangediend hebben.
Weer opnieuw en herhaaldelijk uit moeten leggen dat onkruid voedsel voor onze paarden is, is gruwelijk vermoeiend. Met de buien van de laatste dagen is de wei nu veranderd in een modderpoel. De grond is jarenlang dichtgereden door zware landbouwtrekkers. Maar ook dat is niet waar, want ‘de paarden lopen de grond dicht… ‘. Zucht...
Soms vraag ik me wel eens af waarom ik Oscar zo graag een goed pensioen heb gegund drie jaar geleden. Als ik dit, en de bemoeizucht van de Zeeuwen, allemaal van te voren geweten had, dan had ik er hoogstwaarschijnlijk niet aan begonnen. Want de lol van een paard hebben is er inmiddels al lang af.
Positieve conclusie is echter wel dat we nu beseffen dat ons stekje op het platteland niet voldoende groot is als je paarden, geiten en kippen hebt. Dus wie weet waar we nog eens zullen belanden.
0 notes
Text
Bezige bijen...
We hebben weer gezinsuitbreiding… eerst een zwerm van één van onze praktijkbegeleiders, toen een tweede onverwachte zelf geschepte zwerm uit de tuin van het huis dat we in 2014-2015 huurden in Colijnsplaat en toen nog heel laat op zaterdagavond een stadszwerm uit Middelburg… bijen, bijen, bijen dus…
Hoe komen we daarbij zul je misschien denken... Eric en ik zijn in januari begonnen met een opleiding tot imker. Het begin van opleiding in januari begon heel rustig. De theorielessen waren leuk en het leek allemaal vrij simpel. Tot mei… toen barste de bijenbom los. En wat een spektakel is het tot nu toe geweest.
De praktijklessen zijn niet van de lucht geweest de afgelopen anderhalve maand. Voorjaarsinspectie, vegers maken, zwermen scheppen, doppen breken, controleren op een leggende koningin...Het in maart opgestelde schema is al compleet uit de hand gelopen. Want bijen blijven wilde dieren en daar zijn meestal geen afspraken mee te maken. En het weer is grillig.
We zijn al helemaal meegezogen in het seizoen van de bijen, dat zich eigenlijk het meest beperkt tot het voorjaar, van april tot juni. Maar dan heb je het ook echt druk… tenminste… als je het niet aan de natuur wilt overlaten. En de ‘ouderwetse’ imker wil het niet aan de natuur overlaten, want dan vliegen zijn bijen weg.
We laten het allemaal over ons heen komen. Volgen zoveel mogelijk praktijklessen, en extra praktijklessen, om het zo goed mogelijk te leren en te zien. Hoe onze bijenteeltleraren het al 40 jaar doen en hoe modernere praktijkbegeleiders het doen. En laten onze gedachten gaan over hoe wij zelf willen omgaan met onze bijen.
Aan het begin van de cursus zei ik nog tegen Eric ‘maar we hoeven maar één volk hoor, want ik wil het samen doen’. En dat vooral zeggende vanuit mijn gevoel van jongs af aan over ‘steekbeestjes’. Panisch was ik, ben ik nog, als iets opdringerig vliegends me opzoekt. Toen ik elf jaar oud was, gooide ik tijdens het kamperen een beker tomatensoep door de tent toen er een wesp recht op me afvloog, en rende heftig om me heen slaand de tent uit. Mijn ouders waren daar niet blij mee. Het is een erfelijk ding, want mijn moeder had hetzelfde en verstarde altijd als die vervelende wespen juist haar het aantrekkelijkst vonden. Ik herinner me dat mijn vader dat uiterst lachwekkend vond. Bijen houden is voor mij dus wel een uitdaging. Je kunt je wel voorstellen dat ik voor kleding met de grootst mogelijke beschermfactor heb gekozen. Geen bij kan mij bereiken als ik mijn imkerpak aan heb. :-)
Met één kast bijen red je het eigenlijk niet. Zo vertellen alle imkers ons. Als je bijen de winter niet overleven, of er gebeurt iets met de koningin, dan mag je opnieuw beginnen. Met twee of drie volken kun je altijd problemen oplossen.
Inmiddels heeft Eric een eerste zelfgemaakte kast klaar. Een mooie witte ‘wbc’ (dubbelwandige) kast met een vierkante broedkamer waarmee we kunnen uitproberen of de bijen ‘koud- of warmbouw’ fijner vinden. Klinkt vast als abacadabra... oh... er is zoveel te vertellen over bijen...
Toch willen we het anders gaan doen. Zoveel mogelijk ‘natuurlijk’ bijen houden, voor zover dat mogelijk is. Voor ons betekent dat dat we de honing voor de bijen laten. Dat is tenslotte hun wintervoorraad. Alleen in het voorjaar slingeren we misschien wat honing. En ook dat is afwachten... Of er wel genoeg dracht is voor bijen om een goede voorraad honing aan te leggen. We wonen tenslotte op een agrarische steppe, waarin vrij weinig wilde bloemen te vinden zijn. Ook de natuurlijke voortplanting van de bijen, zwermen, willen we zoveel mogelijk laten gebeuren. Als we in het voorjaar een zwerm van onze eigen bijen in een boom aantreffen op klimhoogte, en we kunnen de zwerm scheppen, dan doen we dat. In onze bosrijke tuin kunnen ze ook zo hoog in een boom gaan hangen dat we er niet bij kunnen. Dan is het maar zo.
Er is wel een dilemma. We begonnen de opleiding vanuit onze liefde voor de natuur en omdat insecten langzaamaan aan het uitsterven zijn. Nu weten we inmiddels veel meer en rijst de vraag of onze bijen concurrentie zijn voor hommels en solitaire bijen in onze tuin… Één kast had wel gekund denk ik… nu we er drie hebben… dat is misschien wel veel…
We zullen zien hoe het gaat.
0 notes
Text
Toby
Vanmorgen, 6:45 in de ochtend, in een loods op een industrieterrein in Sint Annaland langs een stalen hek. Kijken naar hoe eerst een stuk of zeven varkens, aangemoedigd door de eigenaar, via een netwerk van sluizen naar hun toegewezen wachtkamer werden geleid. Het volgende deel van de trailer ging open en twee forse stieren legde dezelfde reis af. Wachten, op hun onvermijdelijke einde. Dat einde is vandaag, heeft de eigenaar bepaald.
En daar sta je dan, als "stadse" jongen. Bij een slachthuis, met je geiten-bokje achterin de auto. Toby heet 'ie.. en hem ondergaat zometeen hetzelfde lot.
Het lijkt zo onwerkelijk, hoe ben ik hier nou weer terechtgekomen? Ik was ooit die digitale nerd uit de grote stad die lekker buiten ging leven om van de rust en de ruimte te genieten. In de polder wonen is wel heel erg confronterend gebleken, nu pas zien we écht hoe ons voedsel wordt geproduceerd en wat dat doet met de wereld om ons heen. En hoe alles weer invloed heeft op al het andere. Jolanda heeft er al meer dan eens over geschreven: het kostbare akkerland lijkt overwegend te worden gebruikt voor friet, suiker en veevoer terwijl het mestoverschot groeit en met een oneindigde stroom aan vrachtwagens terug wordt aangevoerd. Ondertussen worden klimaatdoelstellingen keer op keer niet gehaald en staat de natuur onder zware druk staat van de almaar toenemende mechanisatie en schaalvergroting. De keuze om minder vlees te eten was voor ons vanzelfsprekend. En dan toch een plakje kaas op je boterham, van koemelk, die weer zo ver zijn doorgefokt dat ze extreme melkproductiemachines zijn en in het gunstigste geval "wel 100 dagen op de wei" mogen staan.
En wat blijkt, vlakbij ons bevindt zich een biologische melk-geiten-houderij. En zelfs een compleet circulaire onderneming (alle voedsel zelf produceren en alle mest op eigen land verwerken), iets om trots op te zijn. Dus dan is een overstap naar geitenkaas best logisch.
Maar wat blijkt, de Nederlandse geitenhouderij heeft ook een donkere kant. Om geiten te kunnen melken, moeten geiten lammetjes krijgen. En baby-meisjes-geitjes zijn superleuk en hartstikke nuttig, want die kunnen in de toekomst weer mooi melk geven. Maar dan moeten ze natuurlijk ook lammeren. Tot zover prachtig, alleen worden er óók bokjes geboren. En bokjes zijn nutteloos, want naast stinken (overigens een voor vrouwtjes woest aantrekkelijke geur :)) een beetje vechten en vrouwtjes bevruchten, zijn ze waardeloos. En met één bok kun je heel wat vrouwtjes zwanger krijgen, daar zijn bokken best goed in.
Dus, wat doe je met die tienduizenden bokken die jaarlijks geboren worden? In Nederland eten we traditioneel geen geitenvlees, dus de melkhouders hebben er niets aan en ze moeten "weg". Er is daarom een industrie ontstaan rondom bokjes opkopen, zo snel mogelijk opmesten, slachten en doorverkopen. Naar het buitenland, want rond de Middelandse Zee lusten ze wel bok. En die industrie gaat weer gepaard met bijkomende horrorverhalen over slechte leefomstandigheden, bokjes die het transport niet overleven en ziektes die welig tieren. Nou is het natuurlijk niet gezegd dat "onze" brave biologische melkgeitenhouder hier aan meewerkt, maar wij Nederlanders zijn hier wel schuldig aan. En die schuld voel ik ook. Wel lekker geitenkaas eten, maar het restproduct negeren en over de grens laten transporteren. Dan vind ik toch dat we op dat vlak ook circulair zouden moeten zijn. Dus gebruik dan het melk én het vlees. Of geen melk, kaas en ook geen vlees, nog een betere optie. Maar om nou meteen helemaal veganistisch te worden, oei. Wel zijn we resoluut gestopt met "anoniem" vlees kopen in de winkel, die industrie wil ik niet meer aan meewerken.
Dus, er worden hier vlakbij bokjes geboren als restproduct. Terwijl wij de ongeloofelijke luxe hebben dat we buitenaf wonen en redelijk wat ruimte hebben. Het ligt dus misschien wel voor de hand om te zeggen: kom maar hier met die bok. Er is hier genoeg liefde, aandacht, plek om buiten te zijn, te eten, klimmen, ravotten.. afijn, er is hier genoeg om fijn een bok te zijn.
Het begon als een gek idee, toen werd ik serieuzer en Jolanda was zo lief om me voor m'n verjaardag een restproduct-bokje cadeau te doen. En zo liepen er een paar weken later 2 geiten bij onze paarden. Een bok én een geit, zij was "op het verkeerde moment" geboren en kon niet meer mee in de opfok om melkgeit te worden. Nog een overtollig diertje die hetzelfde lot zou ondergaan.
Een bokkenopvang zullen we niet worden (geschat zo'n 40.000 stuks overbodige bokken per jaar), maar het leed verzachten en onze verantwoordelijkheid nemen, dat kunnen we wel. We houden ze dus voor de slacht, maar anoniem vlees is het zéker niet meer. Hij heet Toby, zij heet Whinnie. En voor hem was het vandaag tijd, zij mag en kan hier nog een tijdje blijven wonen.
Nog nooit heb ik zoveel geleerd en ervaren als de laatste periode hier in de polder. Het leven is er niet makkelijker op geworden, wel heel veel eerlijker. Ik kan iedereen die vlees lust van harte aanbevelen om eens op bezoek te gaan bij een slachthuis. Het is geen leuk uitje, maar wel eentje waar je geestelijk rijker van wordt. Afscheid nemen van Toby in het slachthuis is iets wat me nog heel lang zal bijblijven, wennen zal ik er wel nooit aan. Het troost me wel dat we hem een fijner leven hebben kunnen bieden dan hem boven het hoofd hing en we hebben samen écht een hoop plezier gehad.
1 note
·
View note
Text
Mail to self | 4 december 2018
We hebben gezinsuitbreiding! Yes! Teddy & Mies, twee lieve kittens van Stichting Zwerfkatten Rijnmond zijn bij ons komen wonen. Het is de afgelopen twee maanden zo’n genieten hier in huis dat ik het nog niet eens heb kunnen delen.
Het is ontzettend lang geleden dat we een kitten hebben kunnen kiezen. Voor mij was Jesse van vier maanden oud mijn laatste kat die ik heb geadopteerd uit het dierenasiel. Dat was in 1993. En Eric’s laatste kitten was Kees in 2000.
Tara, Black en Piet zijn in Rotterdam aan komen lopen en mochten blijven. In januari is Tara overleden. Door haar overlijden leek er een gat te zijn gevallen. Ondanks dat ons drietal niet heel hecht leek, was Tara toch meer een verbindende factor dan ik dacht. Het heeft wel een tijdje geduurd voordat we toe waren aan gezinsuitbreiding. In augustus heb ik de stap genomen om onszelf aan te melden voor de wachtlijst bij de stichting.
Op 4 oktober was het dan zover. We kregen bericht van de stichting dat we kittens mochten komen kiezen uit een nest van zes. Een week later was het dan zover, we mochten de zusjes ophalen. En zo zit je dus ineens met twee kittens van acht weken oud in huis.
Je zult je misschien afvragen waarom we gekozen hebben voor kittens van Stichting Zwerfkatten Rijnmond… Want hoe makkelijk zou het zijn geweest om op Zeelandnet en Marktplaats twee gratis kittens af te halen…Dat is natuurlijk weer een echte principiële ‘Jolanda & Eric’-actie.
Waarom… omdat Teddy & Mies zwerfkittens zijn die een mooie kans verdienen op een veilig, gezond en gelukkig leven. Ze zijn met hun moeder, zusjes en broertje van straat geplukt toen ze nog heel jong waren. Er zijn nu acht zwerfkatten minder die voor drie nestjes kittens per jaar kunnen zorgen.
In Zeeland is er in september veel ophef ontstaan toen de Provincie met een plan kwam om, voor overlast zorgende, verwilderde zwerfkatten te gaan afschieten. Afschieten heeft geen zin, want als je een zwerfkat uit zijn territorium haalt, dan wordt die lege plek weer opgevuld door een andere zwerfkat. En een belangrijke vraag: hoe kun je ‘s nachts, verwilderde katten jagen namelijk voornamelijk ‘s nachts, beoordelen of een kat verwilderd is of dat ie een eigenaar heeft...
Wat Stichting Zwerfkatten Rijnmond doet in Rotterdam, vangen, castreren en terugplaatsen, TNR, zou ook hier in Zeeland veel beter werken dan afschieten. De vos is hier in Zeeland al zondebok voor het afnemen van weidevogels en nu wordt ook de verwilderde kat hiervan beschuldigd. (Nog steeds ligt het afnemen van weidevogels niet aan de mest en pesticiden gebruikende landbouw...). Gelukkig is het plan ‘afgeschoten’. Overbodig te noemen: wij waren natuurlijk geen voorstander.
Veel beter zou het zijn als ‘boeren en burgers’ op het platteland zelf hun verantwoordelijkheid zouden nemen en hun dieren laten helpen voordat ze geslachtsrijp zijn. Veel boeren hebben boerderijkatten die ieder jaar een nestje met kittens krijgen. Heel leuk natuurlijk. Hoeveel van die kittens een thuis vinden… geen idee… Misschien zijn toeristen, Zeelandnet en Marktplaats wel afnemers. Maar dan toch is er ook een grote kans dat een aantal kittens verwilderd en gaat zwerven. Vandaar dat wij gekozen hebben voor zwerfkittens van Stichting Zwerfkatten Rijnmond.
Wil je meer weten over hoe het ‘zwerfkatten-probleem’ beheersbaar gehouden kan worden? Kijk dan hier.
Of Black en Piet nou zo blij zijn met de komst van Teddy & Mies…. Ik weet het niet... Het lijkt alsof ze soms lijken te zeggen ‘moest dat nou?’. Teddy & Mies zijn ook wel ontzettend druk. En dat kan voor twee heren op leeftijd wel heftig zijn.
Heel leuk druk zijn Teddy & Mies. Het moment dat ze voor het eerst los mochten uit de ren en naast me op de bank kropen om me met twee glanzende ronde oogjes verwonderd aan te staren, was magisch. Ze bijzonder om te zien hoe onbevangen en puur ze zijn. Ik kan enorm genieten van het geluid van hun rennende voetjes op de houten vloer. Minder leuk is dat de planten dagelijks gewied worden en dat ik een paar keer per dag met de stofzuiger in mijn hand sta. Maar ach… ook dat heeft een voordeel. Dan is het huis tenminste lekker schoon iedere dag. :-D
0 notes
Text
Mail to self | 26 oktober 2018
Met wegebbende emoties zat ik afgelopen woensdag op de bank… na beschuldigd te zijn van dingen op internet te delen over mijn familie ‘waar de honden geen brood van lusten’… Heh?! Wat, waar, hoe…? Als ik mijn familie moet geloven, dan schrijf ik heel veel dingen over hen hier op internet die niet door de beugel kunnen.
Ik heb altijd al meer met dieren gehad dan met mensen. Dat onze twee nieuwste gezinsleden me als voetenwarmers komen troosten na het absurde telefoongesprek met mijn stiefmoeder verbaast me dan ook niet.
Goh... ik maar denken dat mijn blog weinig gelezen wordt. Ik krijg nooit reacties op de verhalen over ‘het boerengenieten’. Er zijn dus mensen die mijn blog wel lezen. De manier waarop ik ontdekte dat er mensen zijn die mijn blog volgen was alleen geen prettige ervaring.
Iemand die mij niet persoonlijk kent, althans dat vermoed ik, en die ik ook niet persoonlijk ken, heeft het nodig gevonden om details uit mijn voorgaande blogpost te delen met mijn familie. Iemand die onbekend is met onze gezinssituatie, en die daar ook niets mee te maken heeft. Die persoon heeft niet het hele verhaal gedeeld, nee, slechts een aantal details. Waardoor het hele verhaal uit zijn verband is gerukt en het waarschijnlijk heel pijnlijk is geweest om te lezen.
Mijn familie is dan ook niet zo dat ze mij vragen naar het hoe en waarom. Of dat ze uitzoeken waar dat stukje tekst dan vandaan komt. Nee, ze trekken gelijk hun conclusies.
(Het kan ook zijn dat het door iemand is gedeeld die dichtbij staat en die ik wel ken. Die persoon mag zich dan heftig gaan schamen om halve verhalen te delen en zo gevoelens te kwetsen.).
Ik deel mijn persoonlijk verhaal op mijn blog... de verbouwing van ons huis, mijn ervaring van het leven op het platteland, verhalen over onze dieren, mijn wandelingen en ook over hoe ik in het leven sta en de depressie die zo nu en dan de kop op steekt… Zoals zoveel mensen dat doen.
Als je er goed over nadenkt, dan brengt dat een behoorlijk risico met zich mee. Mensen kunnen, delen uit, een verhaal gebruiken om anderen of mij mee te kwetsen. Dat is gebleken. Mensen kunnen misbruik maken van wat ik schrijf. Uit sensatie of misschien zelfs met goede bedoeling. Ik begrijp alleen niet waarom.
De details uit mijn blogpost zijn dus niet goed gevallen bij mijn familie. Ik denk er echter niet aan om te stoppen met schrijven. Dit blog is mijn dagboek, al schrijf ik minder vaak dan ik zou willen. En misschien dat er mensen zijn die zich herkennen in mijn levenservaringen. Ik vind namelijk geregeld steun in de ervaringen van anderen.
Na het moment van bezinning op de bank met Mies en Teddy blijft een zacht gevoel over. Over de gebeurtenis en over mijn familie. Ik hoef mij nergens schuldig over te voelen. Wat is dat is. Het is goed zo.
0 notes