Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
Overwegen van de dingen doen we op de hoek van een straat
We schillen een mandarijn,
staren bij onszelf naar binnen.
Vandaag zijn we voor één keer niet aanspreekbaar.
Je bent een vluchtend volk, dat zie ik.
Meer nog dan een volk op de vlucht,
besta je uit twijfels.
Soms is het goed de andere kant op te kijken.
We doen het veel
te weinig.
Hoe zou het zijn je hoofd op haar schouder te leggen?
Een man vraagt de weg.
Mijn hoofd maakt er een vrouw van.
Ik denk aan zeldzaamheid van bolle navels,
om toch maar niet de hand te moeten voelen
hoe het prikt achter de ogen -
de scherpe geur
Zou haar huid meedeinen?
Alleen de vrouw die richting vindt,
beweegt alsof er elders iets is
dat zou kunnen weglopen.
Als alles hetzelfde blijft, zal niks ooit veranderen
Ik begin alvast te tellen.
10 notes
·
View notes
Text
Op zondag denken we onszelf binnenstebuiten
Die ochtend, de confituurpot draaide mijn hand een kwartslag naar rechts.
'Het had anders gekund', zweeg ik (het vel strakker rond de pezen), 'tussen ons.'
We smeerden een glimlach van melk naast onze mondhoeken.
Wat moesten we anders dan doen alsof we goed waren in het doen alsof
- naast elkaar zitten?
Ik dacht aan een beeld in de verte (een opgedroogd meer aan de top van een
berg; het pigment van een uitgesmeerde iris tegen de vlakte), vroeg me af hoe
we tot het compromis waren gekomen over de goudvis en ons geloof dat vissen
uitblinken in het vergeten, als was het een voorbode van ons breken, zich
voltrekkend in die verte; de uitdroging, het nefaste levensloze en de man die
moedeloos toekeek van bovenaf.
Het getik van uw gekromde middenvinger tegen de purperen bodem,
waarna het geluid van lucht onder het deksel en
gij die vroeg hoe ik de dag had ontmoet,
eerder dan hoe ik had geslapen,
brachten me terug
- heel even.
1 note
·
View note
Text
Ik besluit te bestaan om de mooie dingen
Over vriendschap kunnen
we spreken
wanneer het over moeders gaat,
trek je een lijn:
tafelrand - daar waar het boek te lang blijft liggen -naar je oor
Ook al is je jas altijd recht,
ik zie kreuken in je stem
die als een rode loper over de trap
evenwijdig met mijn krakende ogen
rolt
Daar staan we dan, in het niks, met iets schoons in de handen - net gekocht -
ons afvragend wat het met ons doet te praten over derden die er niet zijn.
Maakt het ons goed of slecht en wat dan met het broze wankelen daartussen?
Je zegt dat het goed is te huilen,
maar ik besluit te bestaan om de mooie dingen;
cilinders - alles waar je door kunt kijken - zilverpapier - gespikkelde kleuren.
De rest dekken we toe met bloemen,
want in bloemen zijn we goed
en in vrienden worden we groot.
1 note
·
View note
Text
Hij hield van blauwe bloemen en van ‘Rozane’ en we waren dankbaar om elkaar.
0 notes
Link
0 notes
Link
0 notes
Text
Soms doet het pijn aan onze ruimte, soms aan onze tijd, alsof we ons te goed herinneren
wie we zijn, maar niet waar precies we aankwamen wanneer het zal ophouden en of het voorbijgaat
als ik naar je kijk doe je met je mond alsof het je spijt
dat de pijn van ruimte en die van tijd samenvallen maar je zwaait met je handen dat het goed is zo
dicht bij me en tegelijk buiten bereik
4 notes
·
View notes
Photo
3 notes
·
View notes
Photo
2 notes
·
View notes
Text
Uren waren we aan het klimmen
Je vingertoppen op je gezicht en daarna in je ooghoeken om het vel vaster aan te drukken, is dat jouw manier van denken? Wat een prachtige, stille plek. Hoe moet het verder, denk je. In de vallei klopt ochtendmist zich boven de rivier op. Verlangen in iets te verdwijnen wat er altijd zal zijn. Het gras is hier zo anders. Hoe moet het verder met ons? Fluister je. Bloemen met verglaasde kelken. Ik ga met gespreide armen op sterrenmos liggen. Hoe zou jij dat noemen, verlangen naar iets moois? Je schudt je hoofd. Naar iets wat er altijd zal zijn, fluister je. droom je weg, je pink streelt je mond en ergens moeten nu verdrietige vormen ontstaan van glimlach, magnolia, halsbandparkiet. Onverwoestbaar vanzelfsprekend en onzinnig tegelijk lijkt de vallei van hierboven.
2 notes
·
View notes
Text
Het kraken van zijn diepe rokersstem en hoe hij aan elke zin ‘toch?’ toevoegde, alsof hij zocht naar mij en harmonie.
2 notes
·
View notes