Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
Deel 7: Sri Lanka
In Sri Lanka is het verstandig om vanuit het vliegveld direct naar Negombo te gaan. Colombo is de hoofdstad, maar er is niet zoveel boeiends te zien en het is duurder dan de rest.
In Negombo verblijf ik in het Sea Sands Beach hostel. Het ligt direct aan het strand. Het is niet super schoon, maar de eigenaar is heel aardig en het is niet duur. Ook ontmoet ik veel mensen, vooral veel Duitsers.
Een Duits meisje, Carina, is net begonnen aan haar wereldreis. Ze heeft een hoop plannen en allerlei doelen uitgestippeld en is van plan om 4 jaar te reizen. Poeh, dat is een hele tijd. Ik heb niet echt dingen gepland en uitgestippeld, maar ik zie wel wat er gebeurt. Ik hou niet zo van al dat geplan. We praten wat en ik vertel haar dat ik hierna naar Kalpitiya ga, naar het noorden. Daar ontmoet ik dan Marcio en dan reizen we samen verder. Zij wou eigenlijk eerst naar Kandy gaan, maar vraagt me de volgende dag of ze met ons mee kan reizen. Tuurlijk, geen probleem. We nemen de bus naar Kalpitiya en Marcio heeft zijn visum voor India afgerond in Colombo en volgt later op de dag ook. De reis kan beginnen!
In Kalpitiya nemen we een grote driepersoonskamer op het strand, bij het Windy Waves resort. Het is ruim opgezet en de omgeving is prachtig. Het toilet is buiten op het strand en de douchepijp komt uit een palmboom. De zee is heerlijk om in te zwemmen en veel schoner dan in Negombo.
Elke avond komen de vissers tegen het donker terug het strand op met hun vangst. Ik vraag ze welke vis het is, maar ze weten de naam er niet van.
Carins vraagt zich af of er geen sprake is van overbevissing. Volgens de vissers niet. Elke december vissen ze zich helemaal de pleuris en brengen per dag honderden kilo’s vis binnen. Het jaar daarop weer. Geen vermindering van het aantal vissen t.o.v. het jaar daarvoor. Zeggen ze.
‘s Ochtends doen we op Carins verzoek yoga op het strand en rondom ons verzamelen zich allerlei dieren. Honden, katten, koeien en ezeltjes. Het is een grappig gezicht. Daarna gaan we nog een stukje joggen over het strand en dan begint het al snel heel warm te worden. Nog even afkoelen in de zee en dan ontbijten. Allemaal heel relaxed hier.
Voor de rest is er alleen niet zoveel te doen. Ook lijkt het alsof ze geen toeristen hadden verwacht. Wij zijn inderdaad de eerste toeristen sinds 1,5 jaar vanwege de corona. Dit zullen we nog vaker meemaken op deze reis.
Na 2 dagen hebben we het wel gezien en vervolgen we onze reis naar Anuradhapura, dat eeuwenlang de hoofdstad van het land was. Het is een heilige plaats voor het Buddhisme en je vindt hier veel tempels. Die gaan we de volgende dag bezoeken met de Tuktuk.
Het is altijd even onderhandelen met de Tuktuk, dat hebben we in Egypte wel geleerd. Gelukkig heb je hier in Sri Lanka een app (PickMe) die prijzen weergeeft en een bestuurder aan je linkt. Zelfs als er geen bestuurder is krijg je zo wel een idee van de prijs. De hostel eigenaars zijn meestal ook aardig en bereid om te helpen. Eentje vertelt ons dat je moet rekenen met ongeveer 50 rupee per kilometer. Dat houden we aan.
De eerste tempel is een prachtige witte tempel die ondersteund wordt door olifanten. De mensen lopen rondjes rond de tempel en prevelen wat. Ze maken ook offers aan de tempel en aan de Buddha die er bij zit. Wij maken wat foto’s en worden aangesproken door een man die vertelt dat we niet goed staan. Je mag namelijk niet met je rug naar de tempel of naar de Buddha staan. Oké, geen probleem, wij draaien wel om. De mensen blijven maar rondjes lopen om de tempel en ik heb het er met Marcio over hoeveel tijd ze per week spenderen aan hun geloof. Als ze al die tijd nou eens spenderen aan werken zou het hier een stuk ontwikkelder kunnen zijn. Maarja, dat zal wel een hele Nederlandse opvatting zijn. Werken, werken, werken. Niet teveel relaxen en ook niet teveel tijd voor hemelse zaken. Efficiëntie is ons streven!
Als we naar de volgende tempels willen gaan, blijkt dat je daar ineens voor moet betalen. Een ticket kost 25 dollar. Hmmmm, dat geloven we wel. Zoveel anders kunnen die tempels niet zijn en we zullen nog zoveel tempels tegenkomen op onze reis.
We slaan de rest van de tempels over en gaan terug naar de stad om pasfoto’s te maken. We willen vanuit Sri Lanka een toeristenvisum aanvragen voor Thailand en daarvoor hebben we foto’s nodig. 200 rupees voor 4 foto’s, prima prijs.
Ondertussen hebben we hier ook al veel beestjes gezien. Veel vogels, pelikanen bijvoorbeeld en ook veel hagedissen, waaronder de kameleon!
Verder is er in Anuradhapura ook niet zoveel te doen, dus vervolgen we onze weg noordwaarts, naar Jaffna. We nemen de trein, wat een perfect transportmiddel is in Sri Lanka. Kaartjes zijn goedkoop en het is comfortabel reizen, een stuk comfortabeler dan de bus bijvoorbeeld. Verder laten ze de deuren open en gaat de trein niet zo hard, dus kan je een hoop zien. Onderweg naar Jaffna zien we vooral een hoop moerasland met vogels.
Eenmaal aangekomen in Jaffna merk je meteen dat het hier anders is. Er heeft hier een hele tijd oorlog gewoed en pas sinds een paar jaar is het rustig. Er zijn duidelijk veel meer invloeden uit India aanwezig, de tempels hier zijn bijvoorbeeld anders. Om er een binnen te gaan moesten Marcio en ik onze bovenkleding uittrekken. Apart, om alle andere tempels in het land binnen te gaan, moeten we ons juist bedekken.
Ook lopen er hier veel koeien op straat en wat ik het leukste vind is dat er hier een heleboel mensen fietsen. Doet me toch een beetje denken aan Nederland. Natuurlijk zijn wij hier ook langs geweest en we hebben onze sporen achtergelaten, vooral langs de kust. Daar zie je bijvoorbeeld nog Nederlandse forten.
We blijven een paar dagen in Jaffna en bezoeken een aantal dingen zoals de bibliotheek en het fort. Volgens mij zijn ze hier alleen niet zo gewend aan toeristen. Snap ik wel, als je net uit een oorlog komt.
De dieren vind ik hier ook bijzonder. We liepen op een gegeven moment terug van de ATM naar het hostel en er vlogen allerlei vogels over. Het was aan het schemeren en ik dacht eerst dat het kraaien of kauwtjes waren ofzo. Bij nader inzien bleken het hele grote vleermuizen te zijn. Ze waren zeker met een stuk of 30 en vlogen van boom naar boom. Zulke grote vleermuizen had ik nog nooit in het echt gezien.
Op een andere dag in Jaffna gingen we naar het strand, gelegen aan de Indische Oceaan.
Ik was een beetje aan het relaxen in de strandhut na een duik en Marcio was in het water. Ik keek een beetje naar hem en toen zag ik ineens achter hem een groepje vissen het water uit springen. Zo in een boogje. Ik kon mijn ogen bijna niet geloven. Ik bleef kijken en toen gebeurde het weer, een stuk of 50 visjes die gezamenlijk in een boog het water uit springen. Dat waren dus vliegende vissen. Die heb ik ook nog nooit van mijn leven gezien. Het zag er prachtig uit. Ik had mijn camera paraat voor als ze het nog een keer zouden doen, maar helaas geen geluk.
Jaffna was een interessante plek en zeker een aanrader voor mensen die naar Sri Lanka gaan. Het is er compleet anders dan in de rest van het land.
Hierna vertrokken we naar Sigirya, de jungle in om de rots te beklimmen en nog meer dieren te zien. Het was een busrit van 5 uur en daarna werden we opgepikt door de eigenaar van onze homestay. Dit was het beste verblijf in heel Sri Lanka! Het zag er prachtig uit en het eten was lekker, de eigenaar zorgde goed voor ons. Het heette de Riverside Homestay, tip!
De eerste dag gingen we een stukje wandelen en je zit midden in de jungle dus zie je gelijk een hoop. Op de weg terug kwamen we een olifant tegen die een bad aan het nemen was in de rivier. De eerste die ik deze reis tegenkom! Het is bijna onwerkelijk om te zien, alsof je in een film zit. Ze zijn zo groot en bewegen heel langzaam. Bij elke beweging zie je elke rimpel in hun huid bewegen.
De volgende dag relaxen we een beetje in de prachtige homestay. De eigenaar vertelt ons dat het heel mooi is om de zonsondergang te zien vanaf de rots dus vertrekken we aan het einde van de middag te voet daarheen. Er zijn twee grote rotsen hier, de Lion’s Rock en Pidurangala. De Lion’s Rock is groter maar kost 20 dollar en Pidurangala kost maar 500 rupees. Ook heb je vanaf Pidurangala uitzicht op de Lion’s Rock dus dat lijkt ons wel een betere deal. Het is een prachtige wandeling, onderweg zien we aapjes en vogels, olifanten en allerlei hagedissen. Als het begint te schemeren komen we aan bij de rots. Snel naar boven klimmen en nog net de zonsondergang meepakken. Op het einde is het nog een stukje klauteren met handen en voeten, maar het uitzicht is fantastisch.
Het uitzicht over de rest van de jungle is vanaf hier echt geweldig. Op de achtergrond zie je de Lion’s Rock. Na even rusten gaan we in het donker weer naar beneden. Op de weg terug waarschuwen mensen ons dat we echt een TukTuk moeten nemen omdat er loslopende olifanten zijn, maar dat geloven we inmiddels wel. We lopen in het donker terug en gaan voldaan naar bed.
De volgende dag nemen we de trein terug naar Colombo om onze visumzaken af te wikkelen. Marcio gaat zijn visum voor India ophalen en Carins en ik gaan ons toeristenvisum voor Thailand aanvragen bij de ambassade. Eenmaal aangekomen presenteren we al onze documenten en het lijkt in orde maar dan worden we later teruggeroepen. Ze kunnen onze bankafschriften niet lezen want die zijn in het Nederlands en Duits. Ik snap niet echt wat het probleem is aangezien je alleen de datum en het saldo moet kunnen lezen. De rest is niet zo boeiend. Maar ambassademedewerkers zijn ambassademedewerkers en die houden van mensen weigeren dus eisen ze een Engelse vertaling van onze bankafschriften. Heb je enig idee hoe belachelijk dat is? Heb je wel eens een bankafschrift gezien? Dat zijn geen fatsoenlijke zinnen ofzo. Het is eerder zoiets als NFTGY00008888 - MolliePayments Inzake Betaling GR2333. Ga dat maar eens allemaal lopen vertalen, hoe begin je daar überhaupt aan. Wij proberen ze nog duidelijk te maken dat onze banken Nederlands en Duits zijn en ze niet zomaar Engelse bankafschriften kunnen opsturen, en zeker niet op korte termijn. Maar ze willen niet luisteren. Oké, dan niet. Gelukkig kan ik 30 dagen visavrij Thailand in met mijn Nederlandse paspoort. Dan maar proberen in het land zelf te verlengen.
Marcio heeft gelukkig wel zijn visum voor India binnen, al is het maar voor één maand. Hij is er blij mee. We laten Colombo voor wat het is (niks te doen) en vertrekken naar Kandy, de oude hoofdstad in het binnenland. Onderweg zien we een hoop theeplantages, we betreden nu het gebied van de theeboeren. De oude naam van Sri Lanka is natuurlijk Ceylon, waar de Ceylon thee vandaan komt. We reizen trouwens altijd derde klas, voor 200 rupee per persoon. Goedkoop en de cabines zijn prima, de banken ook.
Vanaf Kandy nemen we weer de trein naar Ella, de mooiste treinreis van Sri Lanka. Het duurt ongeveer 7 uur omdat de trein heel traag is, maar je ziet wel prachtige theeplantages, bergen en veel groen.
Als we in Ella aankomen zien we meteen dat dit duidelijk een plek is waar meer toeristen zijn. Het is fijn om andere toeristen rond te zien lopen en het is ook wel eens fijn om wat anders te eten dan alleen rijst met curry (zie hieronder) of kottu.
In Ella gaan we vroeg naar bed want de volgende dag staan we om half 5 op om te wandelen naar de top van de little Adam’s Peak voor zonsopgang.
We zijn op tijd, maar door de bewolking is er niet zoveel te zien van de zonsopgang. Toch wel mooi om alles zo van donker naar licht te zien gaan. Langzamerhand komt de wereld tot leven en krijgt alles kleur.
Vanaf de top gaan we verder naar de Nine Arches Bridge die in de buurt schijnt te zijn. Het is toch nog wel een stuk lopen, maar wederom weer een mooi gezicht. Hier rijdt maar heel af en toe een trein over dus zie je vooral mensen rondlopen om foto’s te maken en wat stalletjes die kokosnoten verkopen.
Daarna gaan we afgepeigerd weer terug naar Ella. We komen er weer bovenop met een uitgebreid ontbijt en de rest van de dag doen we niet zoveel meer. Beetje relaxen en kijken hoe we het beste naar Udawalawe kunnen gaan. Dit is een nationaal park waar een hoop olifanten en andere dieren rondlopen. Er zijn een hoop nationale parken in Sri Lanka, maar deze willen we alle drie het liefste heen. Uiteindelijk regelen we wat via de eigenaar van het hostel en kunnen we voor 3000 rupee per nacht verblijven in de buurt van het park. We nemen de bus erheen en het moet gezegd worden dat de buschauffeurs in Sri Lanka als gekken rijden. Keihard, met de deuren open en continu inhalen en toeteren. Het schiet wel op, maar aan het eind van de rit ben je strontmisselijk.
Na aankomst bij de homestay droppen we onze spullen en lopen we direct naar de ingang van het park. Onderweg komen we langs de kant van de weg al wat waterbuffels en een olifant tegen. De mensen vertellen ons dat de olifanten die je alleen ziet lopen mannetjes zijn, vrouwtjes blijven in groepen. Nog wat andere olifanten feitjes:
- Ze eten ongeveer 150 kilo per dag en drinken ongeveer 150 liter per dag
- Het zijn de grootste landzoogdieren ter wereld
- Ze worden in het wild ongeveer 70 jaar oud
- Ze wegen bij geboorte ongeveer 90 kilo
- De zwangerschapsperiode is 18-22 maanden
- Ze kunnen mensenstemmen van elkaar onderscheiden
- Ze rouwen om hun doden
- Ze zijn één van de weinige dieren die zichzelf herkennen in een spiegel, zie dit filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=-EjukzL-bJc&ab_channel=ThinkElephantsInternational
Super intelligente en interessante dieren dus! Eenmaal aangekomen bij het park checken we de prijzen en vragen we wat mensen wat een safari kost. We hebben al een prijs gekregen van de eigenaar van het hostel, maar na wat onderhandelen krijgen we er nog 1000 rupee af. Vooruit. De volgende dag vertrekken we om 6 uur ‘s ochtends naar het park voor onze safari. Ik heb er zin in!
Het was een top safari! We zien een hoop dieren, van olifanten tot waterbuffels, pauwen, aapjes en een hoop vogels. Onder andere de Nimmerzat, pelikanen en ijsvogeltjes. De mooiste vond ik de Hornbill.
De volgende dag vertrekken we naar het zuiden, om daar onze laatste week in Sri Lanka door te brengen. We verblijven in Mirissa, lekker dicht bij het strand en het is het mooiste strand wat we tot nu toe hebben gezien. Bijzonder weer ook. Overdag is het heel warm en elke dag rond de zonsondergang is er een tropische bui. Elke dag precies hetzelfde. Het geeft wel een mooi effect als de wolken beginnen te komen en de zon is bijna onder.
We gaan ook nog een dagje surfen in het nabijgelegen plekje Weligama. Hier zijn alle surf scholen en kun je prima als beginner aan de gang. Nadat we eerst een uitgebreide instructie op land hebben gekregen mogen we het water in. De leraren helpen ons met timing, dit is echt moeilijk om zelf te doen. Na een aantal keer vallen lukt het ons na een tijdje om een paar golven te pakken. Super tof! Het is ook wel een lifestyle, een beetje lekker dobberen op je surfplank om zo nu en dan in gang te schieten en als een malle te gaan peddelen om een mooie golf te pakken. Als we het echt willen leren moeten we eigenlijk minimaal een week of twee elke dag aan de gang maar dat zit er niet meer in. Wellicht op een andere plek. Maar een hele leuke ervaring.
En dan zit het er alweer op. Het was een goed idee om deze laatste week in Mirissa te blijven en gewoon lekker te ontspannen. Als we hier in het begin heen waren gekomen, waren we misschien helemaal niet door het land gaan trekken, zo relaxed is het hier. Hier nemen we ook afscheid van elkaar, Carins neemt het vliegtuig naar Thailand en Marcio en ik blijven nog 2 dagen in Negombo. Dan ga ik naar Thailand en Marcio naar India. We zien elkaar later wel weer ergens in Azië.
Ik heb heel veel zin in Thailand, Kerst komt eraan en dan zie ik Hanna weer. Ik ben vandaag op 25 december gevlogen en zit nu op mijn kamertje in Bangkok in quarantaine, het resultaat van mijn pcr test af te wachten. Morgen komt Hanna en dan reizen we samen door Thailand verder.
Iedereen alvast een hele fijne Kerst!
Groetjes,
Thomas
0 notes
Text
Sinterklaasgedicht
Sint en Piet zaten eens te tanken
In Salou op het terras
Sint die had geen mijter op
En Piet liep in regenjas
-
Zij willen er ook wel eens tussenuit
En waren naar het zuiden gevlucht
Lekkerder weer dan in Nederland
En geen corona klucht
-
Incognito zaten zij
Maar dronken geen sap van fruit
Tempranillo, Rioja of Sangria
Het maakt Sint geen flikker uit
-
Als ie maar lekker zuipen kan
En veel paella kan vreten
En Piet lekker met hem meedoet
Dan heeft ie geen slecht geweten
-
Ze vreten en zuipen en schreeuwen in het rond
En aan het eind van de avond liggen ze op de grond
Uiteindelijk komt er een ambulance aan te pas
Met als gevolg, geen cadeau voor Thomas
...
Moet ie maar naar huis komen
0 notes
Text
Deel 6: Jordanië
Het hostel in Akaba heeft een bijzonder huisdier.
In het hostel ontmoet ik twee Kroatische meisjes. De eerste dag lopen we een beetje rond in Akaba, maar er is niet zoveel te doen. We halen wat gebakjes bij de lokale bakkerij, daar zijn er hier een hoop van. Lekker spul en niet duur!
We lopen over het strand en aan het einde staat een hele grote vlaggenmast die je vanuit de omliggende landen kan zien.
Misschien heeft de oplettende lezer het al gezien, maar dit is niet de vlag van Jordanië. Die heeft er namelijk een ster in zitten. Het is de Arabische Bevrijdingsvlag. De kleuren gaan terug op de Arabische Revolutievlag van 1916 en andere Arabische vlaggen die in dat tijdperk in gebruik waren. De kleuren wit en zwart zijn de kleuren van de profeet Mohammed, groen was zijn lievelingskleur en het symbool van het Islamitische geloof. In de Arabische Revolutievlag staan de kleuren voor de Abbasiden (zwart), de Omajjaden (wit), de Fatimiden (groen) en de Hasjemieten (rood). Wit staat ook voor daden, zwart voor strijd, groen voor de velden en rood voor de zwaarden. Het is ook de vlag van Palestina.
Israël (Eilat) en Egypte (Taba) zijn hier vlakbij en kan je van de overkant van het strand zien liggen. Aan de andere kant ligt Saoedi-Arabië (Haql).
De eigenaar van het Hakaia hostel is heel aardig en vraagt of we ‘s avonds mee willen eten. Wij stemmen allemaal in en hij maakt een heerlijke pan met gekruide rijst, groenten en kip. Hier eten ze ook yoghurt over de rijst. Achteraf vragen we hoeveel het mag kosten, maar we hoeven niks te betalen zegt hij. Erg gastvrij, ik kan dit hostel zeker aanraden. De volgende dag gaan de meisjes naar Wadi Rum en ik twijfel of ik mee moet gaan. Ik heb contact met Marcio en hij zegt dat het lastig gaat worden voor hem om Jordanië nog snel in te komen dus ik ga met de meisjes mee. De eigenaar van ons hostel heeft een goeie deal voor ons gemaakt, de eerste dag hebben we de hele dag een jeep tour door de woestijn inclusief lunch. Dan overnachten we in een bedoeïenenkamp en de volgende ochtend hebben we daar ook ontbijt.
De volgende ochtend staan we vroeg op en nemen we de taxi naar het dorpje in Wadi Rum. Het is goed om met z’n drieën te gaan en de kosten te delen, Jordanië is duurder dan Egypte. We hebben allemaal de Jordan Pass (aanrader) dus we kunnen gratis binnenkomen en dan gaan we naar het huisje van onze gastheer. Hier krijgen we wat thee en een versnapering en om 10 uur begint de jeep tour.
Twee andere jongens uit Denemarken zijn aangehaakt dus we zijn een groepje van vijf, prima. Onderweg stoppen we op veel verschillende plekken in Wadi Rum.
Het is hier prachtig. Door het rode zand heeft het wat weg van Mars en daarom zijn er hier een hoop films opgenomen, onder andere:
Lawrence of Arabia
Transformers
Star Wars
Prometheus
The Martian
Dune
Het is een dag van veel klimmen en veel wandelen. De gids is een bedoeïen die al zijn hele leven in de woestijn heeft gewoond en zijn familie daarvoor ook. Hij legt uit hoe ze met hun dieren trekken van waterbron naar waterbron en de droge plekken vermijden. De rotspartijen zijn imposant en af en toe groeit er ook een struikje of boompje tussendoor. Voor de lunch stoppen we ergens op een zandduin en begint onze gids met een vuurtje te maken. Alles is hier kurkdroog dus de takjes branden makkelijk. Hij zet een potje thee op en verwarmt onze groenten. Sapje erbij, prima lunch.
Voor de tweede helft van de dag rijden we verder en bezoeken we de plek waar Lawrence of Arabia is gefilmd. Hier hebben ze enorm veel van die rotsstapeltjes gebouwd die wandelaars gebruiken om de weg te vinden. Daarna vervolgen we onze weg naar de ‘Mushroom Rock’. Het is een grote rots die de vorm heeft van een paddenstoel. Mooi om te zien, maar ik vind de omliggende bergen nog veel mooier. Het is één ding om het op de foto te zien, maar in het echt is het nog veel indrukwekkender. Ik krijg ze ook niet helemaal op de foto omdat ze zo uitgestrekt zijn.
Zo rond half vijf begint de zon onder te gaan en zoeken we een geschikt plekje om de zonsondergang te bekijken. Met z’n zessen zitten we ergens helemaal alleen in de woestijn en maken we een vuurtje om thee te zetten. De zonsondergang is prachtig en we kunnen er lang van genieten.
Dan wordt het snel koud en vervolgen we onze weg naar het kamp. De bedoeïenen zijn al bezig met het maken van vuur en eten en ze laten ons onze tenten zien waar we die nacht zullen slapen. Ook hebben ze een eettent en een toiletgebouw. Het zijn de schoonste toiletten die ik in weken heb gezien en ze hebben ook toiletpapier. Wat een luxe.
Het eten maken ze in de grond en smaakt heerlijk. Er zijn aardappelen, rijst, groente, kip en een heerlijk dessert. Na het eten zitten we bij het vuur en spelen ze muziek en dansen ze rond het vuur. Zoals gewoonlijk drinken we hierbij hele zoete bedoeïenenthee. Na een tijdje hangen beginnen ze shisha te roken en luider te praten en zingen. Het ziet er gezellig uit, maar ik ga vroeg naar bed want de volgende ochtend wil ik vroeg opstaan om de zonsopgang te zien, zo rond 5 uur.
‘s Nachts is het heel erg koud in de woestijn. Gelukkig hebben ze ons 4 dekens gegeven, dus het komt wel goed, maar ik slaap onder deze dekens alsnog in mijn kleren. De woestijn is niet voor koukleumen.
De volgende ochtend sta ik om 5 uur op. Ik loop naar buiten en zie voor de rest nog niemand. Er komt nog wat licht van het vuur dus ik ga erheen en ik zie Achmed naast het vuur liggen. Ik zeg goedemorgen en hij reageert na ongeveer 10 seconden ook met een krakerig ‘Goeiemorgen’. Hij lag te slapen naast het vuur zie ik nu. Waarom ook niet. Het vuur is warm en de bedoeïenen jas ook. Als het gaat regenen kan hij richting de wand van de berg kruipen en schuilen.
Ik vraag hem waar we heen gaan om de zonsopgang te bekijken en hij wijst naar boven. Geen zonsopgang vandaag, het is te bewolkt. Vroeg opgestaan voor niks dus. Ach ja, nu ben ik toch wakker dus ik hang met Achmed bij het vuur. Vuurtje stoken is nog steeds een van mijn favoriete dingen om te doen dus dat komt wel goed. Theetje erbij en we vermaken ons wel. Langzamerhand komen er ook andere mensen bij zitten en rond 8 uur gaan we naar de eettent. Het ontbijt is wederom uitgebreid en heerlijk. Er is genoeg keus en we eten ons lekker vol.
Dan worden we afgezet in het dorpje en nemen we de toeristenbus naar Petra. We moeten hiervoor 10 dinar betalen wat aanvoelt alsof we genaaid worden, de gids zei namelijk dat het 8 dinar zou moeten kosten. Dit vertellen we de buschauffeur, maar hij heeft natuurlijk een verhaaltje paraat. 8 dinar is als de bus helemaal vol zit, anders is het duurder. Tuurlijk. Een hoop gelul, maar je doet er niks aan. We zijn onderweg naar Petra en komen daar na een paar uur aan. In het busje spreken we twee Duitse meisjes die ook naar Petra gaan en met z’n vijven komen we aan bij ons hostel. We hebben bedden geboekt in het Cabin Hostel en dat blijkt een prima keus. De bedden zijn goed en de wifi ook. Het ligt dichtbij de ingang van Petra dus we lopen er na een kleine lunch heen. Petra sluit om 5 uur dus we maken nog zoveel mogelijk van onze halve dag.
We lopen Petra binnen en meteen valt de grootte op. Het is een hele stad, volledig uitgehakt in de rotsen. De bedoeïenen wonen hier in grotten en voorzien de toeristen van informatie en toeristenrommel. Om de zoveel meter probeert er iemand je een gids aan te raden of een sjaaltje te verkopen. Zeker in de buurt van de Treasury. De Treasury van Petra is het meest bekende stuk, maar Petra zelf is dus nog veel groter. We lopen langs het pad en zien een zijweg naar de ‘Higher place of sacrifice’. Het ziet eruit als een interessant pad dus we beginnen te lopen en meteen worden we aangesproken door een gids die zegt dat we dit pad niet alleen kunnen doen. Het is veel te gevaarlijk en we hebben echt een gids nodig zegt hij. Hij zegt ook dat als we het toch alleen doen we later teruggestuurd zullen worden. De Duitse meisjes waarmee we zijn hadden al op internet gelezen dat ze dit zouden zeggen en negeren het gewoon, we volgen dit pad.
Onderweg komen we nog een hoop mensen tegen die dit pad volgen, niemand die ons terugstuurt. Ook zijn er wat mensen die paarden en ezeltjes aangesmeerd krijgen en op deze manier het pad volgen. Ik heb meer medelijden met de dieren die deze lui moeten dragen dan met de mensen die zogenaamd niet kunnen lopen, omdat het zo steil en ver is.
De wandeling is mooi en eenmaal aangekomen bij het eindpunt is het uitzicht spectaculair. Hier offerden ze vroeger dus voedsel (en wellicht andere dingen) aan de goden. We nemen wat foto’s en vervolgen onze weg langs een enorme trap uitgehouwen in steen. Onderaan komen we bij het theater. Hier beklimmen we het stukje berg tegenover het theater nog om wat mooie foto’s te kijken maar dan is het al half vijf en beginnen ze mensen naar buiten te sturen. Om 5 uur moeten de toeristen Petra uit zijn want dan beginnen ze met de voorbereidingen voor Petra by Night, een enorme tourist trap. Je betaalt er 17 JOD voor en dan zie je wat kaarsjes rond het pad en de Treasury staan. Leuk hoor. Gaan we dus niet doen. We lopen terug naar het hotel en eten daar bij het buffet. ‘s Avonds vroeg naar bed want morgen willen we de hele dag gebruiken om de rest van Petra te zien. We spraken wat Franse reizigers en die gaven ons de tip om een trail te lopen naar de achterkant van de Monastery. Normaal gesproken is dit het laatste punt aan het einde van de route door Petra, maar wij doen het dus andersom. Het enige is dat we een taxi moeten nemen naar het dorpje wat erachter ligt, maar dit is geen probleem en niet duur.
De volgende ochtend zijn we al vroeg aan het ontbijt en nemen we lunchpakketten mee. Taxi naar het dorpje en dan is het ongeveer anderhalf uur lopen naar de achterkant van de Monastery, een mooie wandeling.
Eenmaal aangekomen zien we de toeristen van de andere kant aankomen, puffend en blazend. Ze zijn een hele lange trap opgelopen die wij dus straks lekker naar beneden nemen.
De Monastery is mooi om te zien en we nemen hier een kleine rustpauze. Dan vervolgen we onze weg langs de trappen naar beneden terwijl we de verkopers proberen te negeren. Het is blijkbaar ook elk uur happy hour want dat roepen ze de hele dag door en alles is ook vandaag maar de halve prijs. Gisteren toevallig ook. We kopen niks en lopen door totdat we weer bij het theater komen. Een van de Duitse meisjes (Sabrina) voelt zich niet zo lekker dus zij rust hier wat uit. Met de ander (Katja) neem ik de Al Khubta trail naar boven, waar je blijkbaar het beste uitzicht op de Treasury hebt.
Na een uurtje lopen zijn we er. Een klein puntje, het beste uitzicht is vanaf een thee winkeltje en je moet natuurlijk wel wat bestellen om vanaf hier de Treasury te kunnen zien en foto’s te maken. Oké, geen punt. Wij maken onze foto’s en genieten rustig van onze thee als er in een keer een hele filmploeg binnen komt vallen. We vragen wat ze aan het doen zijn en ze vertellen dat ze van de BBC zijn en een programma maken voor BBC History over de ‘Nabateans’. Dit zijn de oorspronkelijke bewoners van Petra. Ze zetten hun spullen op en beginnen te testen (’Everyone nice and quiet please’). Na een aantal takes zit het erop en hebben we het verhaaltje van de BBC nou wel gehoord. Ik heb in ieder geval 1 take verpest omdat we doodstil moesten zijn en er op de achtergrond in een keer een ezeltje keihard begon te balken. Ik kon mijn lach niet inhouden, maar de crew kon er ook wel om lachen. Volgende take dan maar. Na ongeveer een kwartiertje gaan we weer verder en wensen we de BBC veel succes met hun verhaal. Ze vertellen ons dat we het terug kunnen kijken op BBC History. Wie weet zitten we ook nog wel ergens in een drone shot.
Teruggekomen bij het theater gaat het alweer wat beter met Sabrina. We bekijken nog wat grotten in de buurt en eentje ervan heeft een ezel als bewoner. Een klein bedoeïenen meisje komt naar ons toe en vertelt dat de ezel Shakira heet. Leuke naam. Ook doet ze nog wat make up op bij Katja, die ze van de stenen en water maakt. Ze vraagt niet om geld dus we hangen nog wat met haar rond.
Langzaam lopen we terug onderlangs de Treasury en we raken daar aan de praat met een bedoeïen die in Denemarken heeft gewoond. Waar in Denemarken vragen we en hij zegt in Kopenhagen, in Christiania. Een van de Duitse meisjes heeft hier blijkbaar wel eens onderzoek naar gedaan en herkent het. Het is een of andere vrijstaat in Kopenhagen waar iedereen wiet rookt. Hij vertelde dat het een goede tijd was en hij eigenlijk terug wilt. Na een tijdje met hem lullen nodigt hij ons uit om avondeten te hebben in zijn grot. Dit is wel een mooie kans dus we zeggen ja. Als iedereen rond half vijf weg begint te gaan uit Petra lopen wij met hem mee de andere kant op. Het wordt langzaam donker en het is erg mooi om Petra helemaal leeg te zien, de enige mensen die er nog zijn, zijn de bedoeïenen. Iedereen kent iedereen hier blijkbaar dus mensen stellen geen vragen waarom we blijven. Na een tijdje komen we aan bij zijn grot. Hij steekt wat kaarsjes aan en hier blijven we een tijdje, pratend over van alles en nog wat. Na een uur of twee komt er een jong ventje binnen met een schaal met eten. Rijst met kip en groenten en yoghurt. Typisch bedoeïenen voedsel. We eten met onze handen en het smaakt heel goed.
Na het eten leidt hij ons nog de grot uit en stuurt hij zijn neefje met ons mee om ons naar de uitgang te leiden. Natuurlijk pikken we gratis nog Petra by Night mee. Het is alleen niet zo boeiend dus na een tijdje gaan we weer terug naar het hostel. Het was een goeie dag vandaag, veel gewandeld en gezien!
De volgende dag gaan de Kroatische meisjes naar Amman, ze hebben minder tijd dan ik en de Duitse meisjes. Wij willen vertrekken naar Dana, omdat je daar blijkbaar goed kan hiken. De aanbiedingen van de chauffeurs die we krijgen zijn echter veel te hoog, 60 dinar, 50 dinar, 40. We besluiten om te gaan liften. We lopen eerst een stuk naar de hoofdweg en maken een bordje met Dana erop. Na een tijdje beseffen we dat de hoofdweg nog teveel in de stad ligt, we moeten buiten de stad gaan staan, op de weg die naar Dana leidt. Ook is het voor de chauffeurs misschien niet zo duidelijk waar we heen willen omdat we Dana in ons schrift hebben geschreven, niet in het Arabisch. We nemen een taxi voor zo weinig mogelijk geld naar het randje van de stad en passen ons bordje aan. Na een kwartier tot een half uur liften zijn er een hoop mensen gestopt, maar alleen om te vragen wat we aan het doen zijn. Niemand gaat naar Dana en neemt ons dus mee. Een aantal taxi’s zijn gestopt en hebben ons wat aanboden gedaan maar nog geen goeie. Dan stopt er een taxi die wat met ons kletst. Na een beetje babbelen lijkt het alsof hij ons wel mee naar Dana wil nemen voor 17 dinar. Dat is een goeie deal. Maar misschien kunnen we er nog wat afkrijgen. We praten nog wat met hem en zeggen dan dat we toch nog gaan proberen te liften. Hij doet 15 dinar als laatste bod en wij gaan met hem mee. Goeie deal. In Dana verblijven we in het Dana Tower Hostel, met uitzicht over de bergen. We regelen een driepersoonskamer en hebben nog tijd om een klein wandelingetje door het dorp te maken. Veel zwerfhonden hier, in Egypte waren het vooral zwerfkatten. We bekijken de prachtige zonsondergang in de bergen en dan wordt het snel kouder.
Het eten wordt pas om 7 uur geserveerd dus we hebben 2 uur om te doden in de kou en het donker. Gelukkig is er een gezamenlijke kamer waar ze een kacheltje hebben aangezet. Daar ontmoeten we de rest van de mensen die in het hostel verblijven. Na een potje kaarten tikt een Spanjaard me aan omdat ik naar het schaakbord zit te kijken. We spelen 2 potjes, de eerste win ik en de tweede wint hij. Dan is het tijd om te eten. Het is een buffet voor 7 dinar per persoon, helemaal niet verkeerd. Er is een hoop keus en natuurlijk worden we voorzien van zoete thee. Daarna relaxen we nog wat buiten bij het vuur en gaan we naar bed. De nacht is koud, maar we hebben genoeg lakens.
De volgende ochtend staan we vroeg op om de Wadi Ghuweir trail te lopen. We moeten nog wel zien hoe we daar komen, het beginpunt van de trail is op ongeveer 50 minuten rijden van ons hostel. Aan de ontbijttafel zitten een groepje studenten. Na een babbeltje te maken blijkt dat ze Erasmus exchange studenten zijn uit allerlei Europese landen en ze studeren een half jaar in Athene. Zij gaan ook de Wadi Ghuweir trail lopen en hebben 3 auto’s! We vragen of wij mee mogen en het wordt wel een beetje proppen maar dat komt allemaal goed. Zij gaan na de trail wel direct door naar Petra dus dan moeten we weer een lift terug vinden. Maar voor nu zijn we in ieder geval onderweg.
Na een steile bergrit komen we aan bij het beginpunt van de trail. Het is een klein stroompje dat door een ravijn loopt. Aan weerszijden mooie gesteenten.
We beginnen met lopen en langzamerhand wordt het steeds ietsje groener. Wat meer begroeiing en later ook palmen. Het is een prachtige tocht.
Onderweg komen we andere mensen uit ons hostel tegen. De Spaanse mensen gaan die avond wel terug naar het hostel en we vragen of we mee terug kunnen rijden. Zij hebben nog plek! Perfect. We komen net op tijd terug voor wederom een prachtige zonsondergang. Daarna weer wat potjes schaak, ditmaal win ik 2x van de Spanjaard. Ik moet hem wel te vriend houden want je weet maar nooit.
De volgende dag vertrekken de dames naar de Dode Zee, maar al mijn spullen moeten nog gewassen worden. Ik besluit nog een extra dag in het hostel te blijven en mijn spullen te wassen. Ik maak wat praatjes met mensen en kom erachter dat de Spanjaard met wie ik schaak de volgende dag vertrekt naar de Dode Zee. Ik vraag hen of ze nog plek in de auto hebben en ze zeggen natuurlijk! Mooi!
Na een dagje relaxen en kleren drogen vertrekken we de volgende dag naar de Dode Zee. Ik leer dat de Spaanse man een brandweerman is, uit het dorpje Castellón, in de buurt van Valencia. Xavi vertelt me dat hij een bijzonder rooster heeft. 24 uur werken, dan 4 dagen vrij en dan weer 24 uur werken. Zo gaat dat blijkbaar bij de brandweermannen die vast in dienst zijn. Niet slecht. Zijn vriendin Carine komt uit Frankrijk en samen maken ze veel tripjes. We doen er ongeveer 2 uur over om bij de Dode Zee te komen en ik vraag ze of ze bij het gratis strand kunnen stoppen, dit ligt dichtbij het uitkijkpunt dus dat is geen probleem. Zij gaan later op de dag naar een resort voor hun laatste dag in Jordanië en dan hebben ze een privéstrand, maar ik heb geen zin om 40 dinar te betalen voor een dipje in de zee. We kleden ons om en klauteren langzaam naar beneden, richting de zee.
Beneden aangekomen zien we enorme zoutkristallen die ook erg puntig zijn. Mensen waarschuwen ons dat we voorzichtig moeten zijn als we het water ingaan. De bodem bestaat namelijk ook uit deze kristallen en het is heel makkelijk om je te snijden en kleine wondjes te maken. Dit doet heel veel pijn in het zoute water. Het schijnt dat de het water in de Dode Zee voor zo’n 40% uit zout bestaat, dit is ongeveer 10x zoveel als de gemiddelde zee. Het is trouwens helemaal geen zee maar een meer. Nog wat feitjes:
- De oppervlakte van de Dode Zee is 423 meter onder zeeniveau, waardoor het de laagste plek op aarde is.
- De Dode Zee is deel van de lange grens tussen Israël en Jordanië.
- Door het extreme zoutgehalte leeft er niks in de Dode Zee. Vandaar de naam.
We gaan voorzichtig het water in en proberen een stukje te zwemmen, maar dat blijkt lastig. Omdat het zoute water zo zwaar is drijven je benen continu naar boven. Het ziet er nogal komisch uit. Ik draai op mijn rug en krijg onbedoeld een spatje water in mijn oog. Het brandt als de tyfus! Snel terug zwemmen naar de kant en mijn oog uitspoelen met water. Je moet wel zelf wat water meenemen om je mee af te spoelen na het bad anders vreet het zout al je kleren op en lekker op je huid is het ook niet echt.
Na het bad lopen we een beetje rond om wat modder te vinden om ons mee in te smeren. We moeten een beetje graven, maar dan vinden we de zwarte modder. Het stinkt als de pest, maar schijnt heel goed te zijn voor de huid. We laten het er 10 minuten opzitten en wassen ons dan af. Je houdt er inderdaad een babyhuidje van over.
Daarna gaan mijn vriendelijke chauffeurs verder naar hun resort. Ik heb geen zin om de bus te nemen voor 10 dinar en we zijn al redelijk dicht bij Amman dus ik vraag of ze me af kunnen zetten bij een tankstation aan de weg naar Amman. Vandaar ga ik wel liften. Ze zetten me af en ik loop direct naar binnen en spreek wat mensen aan of ze naar Amman gaan. Een man vertelt me dat hij niet naar Amman gaat, maar hij me wel af kan zetten bij de lokale busstop. Vanaf daar gaat er een bus naar Amman voor 1 dinar. Prima. Na een tijdje wachten bij de busstop stap ik in met alle locals. Ze kijken me een beetje vreemd aan, maar als ik een paar keer Amman roep is alles goed. Op Google Maps volg ik het traject van de bus en het lijkt alsof we helemaal niet naar Amman gaan, maar eromheen. Heh!? Ze hebben me toch niet genaaid he. Ik doe wat navraag bij de mensen in de bus en het lijkt erop dat we toch naar Amman gaan. We stoppen alleen bij allerlei dorpjes in de buurt en maken een hoop omwegen om mensen op te pikken. Ach ja, wat wil je ook voor 1 dinar. Na ongeveer twee uur rijden komen we aan in Amman (ritje van 40 minuten eigenlijk). Van tevoren heb ik een tip gekregen van iemand in Wadi Rum over het Wanderers hostel in Amman. Ik stap zo dicht mogelijk bij het hostel uit en loop de rest, met mijn bepakking. Het lijkt een kort stukje lopen, maar Amman is een bijzondere stad die op allemaal verschillende heuvels ligt. Ik moet dus nog flink omhoog. Met puffen en zweten kom ik uiteindelijk bij het hostel aan en vraag of er nog bedden beschikbaar zijn. Die zijn er! Helemaal top. ‘s Avonds is er lokaal eten voor 6 dinar dus daar doe ik mooi aan mee. Verder doe ik niet zoveel meer die dag, lekker uitrusten.
De volgende dag verken ik in mijn eentje Amman. Ik heb de Jordan Pass dus ik kan gratis naar de Citadel, vanwaar ik mooi uitzicht heb over de rest van de stad.
Onderaan de Citadel ligt er nog een theater uit de Romeinse tijd. In de tijd dat dit theater gebouwd werd, viel Amman onder het Romeinse bewind en heette het Philadelphia.
Na mijn tourtje door Amman kom ik terug bij het hostel en regel ik wat dingen voor mijn trip naar Sri Lanka. Een PCR test, vervoer naar het vliegveld, visum voor Sri Lanka, dat soort dingen. Hierna heb ik nog 1 dag in Jordanië en ik wil graag nog Jerash zien. Ik spreek met wat mensen van het hostel en zij hebben hetzelfde idee, dus vertrekken we de volgende dag naar Jerash. Iris uit Amerika heeft zelfs een auto gehuurd en vindt het fijn om te rijden dus rijden we lekker met haar mee.
Jerash ligt in het noorden van Jordanië en was in de oudheid bekend als Gerasa. Het wordt beschouwd als één van de belangrijkste Grieks-Romeinse-Byzantijnse steden in het Midden-Oosten. De stad was één van de Dekapolissteden. Het is nu een uitgebreide archeologische site. Deze site kunnen we wederom bezoeken met de Jordan Pass (aanrader!).
De wandeling door Jerash begint bij de poort van Hadrianus. Deze poort werd in 129 gebouwd ter ere van het bezoek van keizer Hadrianus. Wanneer je hier voorbij bent heb je aan de linkerkant een renbaan (Hippodrome). Hier worden nog steeds wagenraces georganiseerd waar ongeveer 15.000 toeschouwers naar kunnen kijken.
Die gast in het gele shirt is een Deense gast die onderzoek heeft gedaan naar de mafia in Sicilië. Hij heeft daarvoor een jaar in Sicilië gewoond en gewerkt met de anti-mafia. Hij vertelt er veel over en blijkbaar heeft de mafia in Sicilië nog steeds de touwtjes in handen. Verder bestaat ons gezelschap uit Tom (journalist uit Londen) en Iris (advocaat uit Seattle). Na wat rondgelopen te hebben in Jerash lunchen we hier en hebben we nog wat tijd over. We besluiten om nog verder te rijden naar Ajloun om daar het kasteel te bezoeken.
We komen net voor zonsondergang aan bij het kasteel in Ajloun, want we moesten onderweg nog tanken. Benzine is hier goedkoper dan Nederland, ongeveer 1,1 dinar per liter. Ze willen ons eerst niet het kasteel binnenlaten omdat het al laat is, maar dan komen we toch binnen als we onze Jordan Pass laten zien. Het kasteel ligt bovenop een grote heuvel en dat is een van de redenen waarom het nooit ingenomen is. Het uitzicht is ook prachtig en we nemen een foto met de zonsondergang.
De zon gaat onder en de Deen vertelt me over ‘The Blue Hour’. Dit is blijkbaar een periode net na zonsondergang wanneer het nog niet echt donker is, maar de lucht meer een soort donkerblauwe kleur heeft. Het ziet er heel mooi uit en is ook op de een of andere manier rustgevend. Ik heb er geprobeerd een foto van te maken, maar dat lukt niet, je moet het toch echt zelf ervaren.
We rijden terug naar Amman en nemen nog wat laatste lekkernijen van de bakkerij voordat we naar bed gaan.
De volgende dag vertrek ik naar het vliegveld van Amman. Na een beetje gedoe bij het inchecken (ze konden mijn visum voor Sri Lanka niet lezen ofzo) zit ik op mijn eerste vlucht naar Koeweit met Al-Jazeera. Het is een korte vlucht dus ik krijg niks te eten of drinken. Geen probleem, dat zal ik op de lange vlucht wel krijgen. Na mijn overstap is het ongeveer 5 uur vliegen van Koeweit City naar Colombo. In deze 5 uur is het enige wat ik gratis krijg een klein flesje water. Gierig! Ze willen me wel allerlei vliegtuig voedsel verkopen, maar ik weiger uit koppigheid. Op een vlucht van 5 uur moet je toch wel wat te eten krijgen? Ik gun ze geen cent, eet later wel.
Ik kom midden in de nacht (2 uur Sri Lankaanse tijd) aan in Colombo en kom makkelijk overal door. PCR test check, visa check en m’n bagage is goed aangekomen. De douane vraagt me nog of ik wat lekkers heb meegenomen uit mijn land (some weed for us? we like to smoke!), wat inmiddels standaard is geworden bij elk land dat ik binnenkom. Ik regel een simkaart voor Sri Lanka en pin wat cash. De Uber app werkt hier ook dus ik rij voor weinig geld naar Negombo, waar mijn hostel is. De eigenaar is er echter niet, terwijl ik hem mijn aankomsttijd heb doorgegeven. Ik bel hem op en hij zegt sorry, 5 minuten later komt hij aan op een scootertje en geeft me een bed. Ik ben bekaf en val gelijk in slaap.
Marcio is al een paar dagen in Colombo, hij is bezig om zijn visum te regelen voor India. We treffen ons een paar dagen later in Kalpitiya. Een fijn weerzien!
Jordanië was prachtig, in 10 dagen heb ik zoveel gezien. Ik kan het iedereen aanraden. Het is een wat duurder land om in te reizen dan bijvoorbeeld Egypte, maar ook een stuk schoner en beter georganiseerd.
Iedereen alvast fijne feestdagen en de groeten uit Sri Lanka!
2 notes
·
View notes
Text
Deel 5: Egypte
Mijn laatste paar dagen in Ayia Napa waren echt nog heel goed. Ik verbleef in het Nissus House hostel, het beste hostel waar ik in Cyprus ben geweest. Relaxte mensen, goeie bedden en andere voorzieningen, goeie wifi. Dichtbij het strand. Echt top. De eerste dag ben ik met wat mensen van het hostel naar het strand geweest, beetje zwemmen en hangen. De volgende dag besluiten we om naar de Sea Caves te gaan. We nemen de bus voor 1,50 en het is ongeveer een half uurtje rijden. Het ziet er indrukwekkend uit.
Mensen springen ook vanaf de kant in het water. Dat moet ik dan ook wel even proberen natuurlijk. Volgens onze vriend van het hostel is het ongeveer 10 meter. Niet teveel nadenken en gewoon doen. Het was echt top! Daarna zwem je verder naar de kant en zie je allemaal visjes en koraal.
Er komt tegen het einde van de dag ook nog een bootje kijken. Ik snap wel dat je hier wilt rondvaren. Heerlijk.
De laatste dagen in Cyprus waren heerlijk om te ontspannen, maar nu is het tijd om verder te trekken. Ik zat eerst te denken om naar Turkije te gaan, maar daar wordt het alweer kouder en ik wil de zon volgen. Egypte ziet er goed uit. Ik boek een vlucht en de eerste 3 dagen in een hotel in Giza, met uitzicht op de piramides. Ik kom 's avonds aan dus ik besluit ook maar te betalen om iemand van het hotel me te laten ophalen van de luchthaven in Caïro. Dit blijkt achteraf een goeie beslissing.
Nadat ik geland ben in Caïro moet ik een hoop controlepunten afwerken. Vaccinatiebewijs, paspoort, visum kopen. Nadat ik denk dat ik alle controlepunten heb afgewerkt neemt een man me apart. Hij bekijkt mijn paspoort en dan fluistert hij: Netherlands.... you bring anything from home ey? some weed maybe? drugs? Ik zeg nee natuurlijk niet. Hij zegt oké welkom to Egypt. Vaag gedoe allemaal.
Als ik het vliegveld in Caïro uitloop ben ik blij dat ik de taxi van het hotel geregeld heb. Het is een totale chaos. Overal schreeuwen mensen Taxi! Taxi! Taxi! en iedereen loopt door elkaar heen. Gelukkig zie ik de taxi van mijn hotel. Hij houdt een telefoon omhoog met daarop mijn Whatsapp profiel foto hahaha. Tijdens de rit naar het hotel besef ik pas echt hoe chaotisch Caïro is. Iedereen rijdt door elkaar heen en toetert de hele tijd. Er zijn geen stoplichten of rijbanen. Alles is toegestaan, zolang je elkaar maar niet raakt. Ik besef me nu dat ik echt in een andere wereld ben beland. Eenmaal aangekomen bij het hotel ben ik doodmoe. Het lukt nog om naar boven te lopen naar het dakterras en een foto te maken van de piramides bij nacht. Dan snel naar bed.
De volgende dag kan ik de piramides mooi zien vanaf het dakterras.
Aan het ontbijt ontmoet ik twee Poolse dames, moeder en dochter. Zij zijn ook van plan de piramides te bezoeken vandaag dus we lopen er samen heen. Maar 5 minuten lopen vanaf het hotel, helemaal prima.
Zodra we binnen zijn worden we gebombardeerd door Egyptenaren die ons van alles aan willen bieden. Heyyyy! Where you from? You want horse ride? Camel ride? Carriage ride? Good price for you my friend, Egyptian price. No? Maybe later?
Het is om gek van te worden, maar we negeren het maar gewoon. De piramides zelf zijn wel echt indrukwekkend. Ik kan me niet voorstellen hoe ze dit destijds hebben gebouwd. De piramide van Cheops (de grootste) bijvoorbeeld wordt geschat op 4500 jaar oud. Ongelofelijk.
We gaan ook nog naar binnen in de middelste piramide. Het is een krap gangetje en binnen zijn er een aantal kamertjes. Ik zie geen hiërogliefen, maar er ligt wel een grafkist. Die is leeg. Alle piramides zijn leeg trouwens, de mummies liggen in het museum. Dat is onze volgende stop van de dag.
Het Egyptian Museum in Caïro ziet er van buitenaf indrukwekkend uit. Binnen vinden wij een aantal hele mooie sarcofagen en ook een hoop mummies. Het ziet er griezelig uit. Zeker als je bedenkt dat we naar dooien zitten te kijken.
Deze kleine vaasjes worden samen met de mummie in de tombe begraven en bevatten zijn/haar organen.
Na de hele dag wandelen rond de piramides en in het museum zijn we moe en gaan we terug naar het hotel. We zijn te laat om de lichtshow bij de piramides mee te maken, wellicht morgen.
De volgende dag vertrekken we naar Caïro om de grote bazaar te bezoeken en wellicht een aantal moskeeën. Het is super druk op de bazaar en we worden continu aangesproken. My friend, come inside. Just look, just look. Het wordt ons al snel teveel dus vertrekken we naar de moskee om uit te rusten. We komen aan bij de Al-Azzar moskee en na eventjes wachten mogen we naar binnen om te kijken. Schoenen uit natuurlijk. We krijgen zelfs een gratis tour van de gids van de moskee. Een gratis tour in Egypte, hierna maak ik dit ook niet meer mee. De gids is super aardig, spreekt goed Engels en weet een hoop. Het is een prachtige moskee en we mogen ook foto's nemen. Ik vraag hem nog wat hij doet als hij wil bidden, maar hij de richting van Mekka niet weet. Hij zegt dat hij dan gewoon een kompas gebruikt. Logisch.
's Avonds zijn we dit keer wel op tijd terug voor de lichtshow op de piramiden. Het is wel aardig om te zien van ons dakterras. Waarschijnlijk mooier van dichtbij, maar dan moet je weer een hoop betalen en we zijn toch al moe dus we houden het maar voor gezien.
Voordat ik vertrek uit Giza heb ik nog een Egyptische simkaart nodig. Dat is wel zo handig. Iemand van het hotel gaat met me mee naar een Vodafone winkel en we kopen een simkaart. Of eerder gezegd, zij kopen een simkaart en ik geef ze geld. Ik doe dit liever zelf, maar ze dringen erop aan dat je een Egyptische ID nodig hebt om dit contract af te sluiten en ik dit dus niet zelf kan doen. Hmmm, oké. Uiteindelijk komt het neer op 170 EGP voor de data en 270 EGP voor het kaartje zelf. Duurder dan ik had verwacht, maar ik heb die kaart nodig dus ik betaal. Ik heb eindelijk internet en neem een Uber naar het treinstation.
Tip! Als je de trein naar Luxor wilt nemen, neem hem vanaf het Ramses station in Caïro. Niet vanaf het station in Giza. In Giza heb je de zogenaamde tourist police die ervoor zorgen dat je geen enkel ander ticket kan kopen dan een sleeper ticket, wat betekent dat je een bed hebt in de trein. Deze tickets kosten alleen wel 80 dollar. Maar deze tourist police laten je er niet door als je een ander ticket hebt. In het Caïro station koop ik een ticket naar Luxor voor 245 EGP. Een stuk goedkoper. Het is eerste klas met airco en weliswaar geen bed maar de stoel is redelijk comfortabel. De nachttrein naar Luxor duurt officieel 10 uur, maar doe er maar gerust 2 uur aan vertraging bij.
De volgende ochtend kom ik aan in Luxor. Gelukkig is het hostel dichtbij het treinstation. Ik schud wat lastige taxichauffeurs van me af en kom aan bij het hostel. Ik krijg gelijk een gratis ontbijt, top! Eerst maar ff een dutje doen en later even kijken wie er allemaal zijn en wat er hier te doen valt. Als ik wakker wordt ontmoet ik 2 andere gasten in mijn kamer, Marcio uit Angola (Luanda) en Zac uit Engeland (Birmingham). We babbelen wat en gaan naar het dakterras. Daar zijn er nog meer luitjes. We raken aan de praat met een Amerikaanse gast die ook net uit Caïro komt. Hij is een skydiver en heeft de afgelopen 5 dagen elke dag geskydived boven de piramides in Giza. Met een groep hebben ze het Egyptische leger afgekocht zodat ze hun helikopters en vliegtuigen konden gebruiken. Hij laat de filmpjes zien en het ziet er echt indrukwekkend uit. Ik wil zeker ooit nog een keer skydiven. Het blijkt een hele interessante gast, hij werkt voor NASA in Houston en vertelt ons een hoop over hun ruimteprogramma en plannen voor de toekomst.
De volgende dag vertrekt er een busje van het hotel naar de Valley of Kings (Westbank). We zijn de hele dag op pad met onze gids Aladdin en bezoeken een hoop tempels. Aladdin heeft moeite met het bekijken van onze ID's want een van zijn ogen werkt niet. Dit vanwege diabetes. Diabetes is een groot probleem in Egypte, een hoop mensen nemen teveel suiker in, bergen suiker in hun thee, softdrinks en zoete desserts. Een operatie of medicijnen zijn vaak erg duur.
Als eerste bezoeken we de tempel van Ramses III. De mummificatie tempel welteverstaan, niet de tombe. Deze hele tempel is dus alleen gebouwd om Ramses III te balsemen. Daarna ging ie lekker naar z'n tombe in de Valley of the Kings waar hij kan rusten. Nogal veel gedoe voor hoe kort hij hier eigenlijk is geweest. Maarja, het ziet er wel mooi uit. Het speciale aan deze tempel is blijkbaar hoe diep de hiërogliefen zijn. Deze moesten de tand des tijds doorstaan en dat hebben ze ook gedaan.
Vervolgens gaan we naar de tempel van Hatsjepsoet. De gids zegt dat als je dit te moeilijk vindt om uit te spreken dat je moet denken aan 'hot chicken soup'. Oké, duidelijk.
Het is een ander soort tempel, de bouwstijl is anders en hij heeft 3 verdiepingen. Ook is hij in de berg gebouwd. Achter deze tempel ligt de Valley of the Kings waar we nu heen gaan.
Onderweg naar de Valley rijden we langs een klein dorpje. Aladdin geeft aan dat de overheid de mensen uit dit dorpje weg wil krijgen omdat het zo dicht bij de Valley ligt en er wel eens waardevolle dingen onder hun huizen kunnen liggen. De mensen willen echter niet weg. In plaats van dat de overheid ze andere huizen aanbiedt hebben ze besloten de watertoevoer af te snijden. Deze mensen moeten nu dus elke dag uren lopen om vers water te halen. Leuke overheid.
Je moet hier trouwens niks negatiefs over de overheid zeggen en al helemaal niet over de koning. Aladdin vertelt dat als je dat toch doet je zal belanden in de Valley of the Tourists ("with airconditioned tombs").
In de Valley of the Kings bekijken we 3 tombes. We kunnen ze niet allemaal bekijken want dat zijn er teveel en sommige zijn gesloten of liggen erg ver uit elkaar.
De mooiste vind ik die van Ramses III. Het is fascinerend hoe de originele kleuren van deze hiërogliefen nog bewaard zijn gebleven. En alles is in zo'n goeie conditie. Prachtig.
Op de terugweg rijden we nog langs de kolossen van Memnon. Ook al zo indrukwekkend.
Al met al hebben we vandaag een hoop tempels en standbeelden gezien. Morgen ga ik in mn eentje rondkijken op de Eastbank, daar heb je onder andere de tempel van Karnak die heel mooi schijnt te zijn. Luxor is echt een open museum wat dat betreft, er is zoveel te zien.
De tempel van Karnak ligt op ongeveer 45 minuten lopen van het hostel. Natuurlijk probeert iedereen (waaronder de eigenaar van het hostel) je te overtuigen dat je het echt niet kan lopen en je echt een taxi moet nemen maar dat doe ik niet. Onderweg word ik ook nog door allerlei taxichauffeuren en lui met paarden en kamelen aangesproken, maar we lopen gewoon rustig verder en uiteindelijk komen we bij de tempel aan. Het is inderdaad een mooie tempel, vooral de zuilen vind ik indrukwekkend. Zo hoog en volledig bedekt in hiërogliefen.
In het hostel spreek ik ook wat Egyptische mensen en die geven aan dat ik genaaid ben met mijn simkaart in Giza. Ik zou ongeveer 15 dollar moeten betalen voor deze simkaart of minder en ik heb ongeveer 25 betaald. Ze hebben me dus voor 10 dollar genaaid. Ik laat een review achter voor het hotel waarin ik dit vermeld (en het feit dat de wifi nauwelijks werkte) en ik krijg direct een berichtje van de eigenaar van het hotel in Giza. Ohhh sorry, we maken het verschil naar je over, het spijt ons. Ik zeg hem dat hij dat kan doen, maar ik ga de review niet aanpassen. Wat er is gebeurd is gebeurd en gedane zaken nemen geen keer. Dan slaat hij een andere toon aan en vertelt hoeveel ze wel niet voor mij gedaan hebben en blablabla. Niks mee te maken, de review blijft staan. Achteraf erg dom van hen, 10 dollar verdiend maar een slechte review gekregen. Die review weegt veel zwaarder.
Luxor is goed te doen in twee dagen, dagje westbank en dagje eastbank en het wordt tijd om weer verder te kijken. Ik koop een treinticket voor 70 EGP naar Aswan. Ik weet niet zo goed wat ik daar zal tegenkomen, maar ik wil in ieder geval de Aswan dam zien en het Nasser meer. De treinrit zou 3 uur duren maar hij is een uur vertraagd en tijdens de rit komt er nog een uur bij dus ik kom 5 uur later aan in Aswan. Geen probleem, dit ben ik inmiddels al wel gewend. Ik heb een hostel op Elephantine Island, een eiland in het midden van de Nijl dat bewoond wordt door Nubiërs. Deze cultuur komt in dit gedeelte van Egypte meer voor omdat het dichter bij de grens met Sudan ligt. Ik betaal 5 EGP voor de veerboot naar Elephantine Island en met de hulp van een vriendelijke bewoner vind ik het hostel. Het ziet er allemaal prima uit en erg relaxed bovendien. 's Nachts stikt het er wel van de muskieten, gelukkig heb ik Deet mee :D
De volgende ochtend word ik wakker en spreek ik wat mensen bij het ontbijt. Samen besluiten we als eerste naar het Nubian Museum te gaan en dan verder rond te kijken in Aswan. Het Nubian Museum heeft een overzichtelijke kaart van de Nijl en de plekjes die eraan gelegen zijn.
Aswan
Luxor
Caïro
Ook geeft het een overzicht van de geschiedenis van dit gebied en de loop van de Nijl.
Een maquette van de Philae tempel waar we later heen gaan.
En nog allerlei andere zaken.
“Wachtend op de kabinetsformatie” (2021)
Na het museum lopen we naar de Onvoltooide Obelisk. Hierbij moet gezegd worden dat het nog steeds erg heet is in Aswan in november. Zo’n 36, 37 graden Celsius. In de zomer moet je hier dus niet komen want dan is het rustig tegen de 50.
De Onvoltooide Obelisk ligt midden in de stad en is uitgehakt in een groot blok steen. Ik vraag me af of ze deze ooit nog gaan afmaken of ze hem gewoon laten liggen als “Onvoltooide Obelisk” en het een toeristen attractie laten. Opzich wel slim gedaan. Ik vraag me af of dat bij ons ook zou werken. Stel dat het monument op de Dam maar voor de helft was afgemaakt. Zouden mensen er dan ook naar komen kijken? Hmm.
Hierna pakken we een taxi naar Philae. Dit is een tempel op een eiland in het midden van de Nijl dus na de taxi moeten we ook nog een bootje pakken. Iedereen vertelt ons dat we hier echt heen moeten gaan als we in Aswan zijn dus dat doen we dan maar.
Geen spijt hiervan. Philae tempel is echt prachtig, een van de mooiste die ik in Egypte heb gezien. En de enige op een eiland in de Nijl.
De Fransen zijn hier ook nog geweest, te herkennen aan de inscriptie R.F. (Republique Française).
Na deze lange dag relaxen we wat in het Bob Marley hostel op Elephantine Island. Hier kan je lekker eten en drinken en spelen ze Bob Marley muziek. De eigenaar heeft ook wel wat van hem weg. Met een uitzicht over de Nijl is het hier genieten.
Onderweg terug naar het hostel ruik ik rook. Ze verbranden het suikerriet hier op het eiland, gewoon midden op straat.
De volgende dag heb ik niet zo veel meer te doen in Aswan. Het enige wat ik nog wil is de Aswan Dam bezoeken. Ik regel een taxi en na wat onderhandelen over en weer komen we tot een redelijke prijs.
Wat feitjes:
De Aswan High Dam is een dijkdam die in de jaren tussen 1960 en 1976 over de Nijl in Egypte is aangelegd. De Aswan High Dam is 3,830 meter lang, 980 meter breed aan de basis, 40 meter breed op de top en 111 meter hoog. Het bevat 43,000,000 kubieke meters materiaal, ongeveer 17x zoveel materiaal als er voor de piramides van Giza is gebruikt.
Het is indrukwekkend om te zien, maar lang blijf ik er niet hangen. Ik wou het gewoon even met mijn eigen ogen zien.
Meer is er niet echt te doen in Aswan, behalve Abu Simbel (tempel van Ramses II), maar de mensen in het hostel vertellen me dat het er altijd erg druk is, het ver weg is en erg duur. Ik heb opzich al wel genoeg tempels gezien dus die sla ik maar even over.
De volgende ochtend pak ik mijn laatste ontbijtje aan de Nijl en neem ik afscheid van mijn relaxte hostel op Elephantine Island.
Eerst was mijn plan om naar Hurghada te reizen en een paar daagjes aan zee te vertoeven. Beetje zwemmen en snorkelen en daarna de ferry naar Sharm el Sheihk te pakken, en vanaf daar de bus naar Dahab. Na met wat mensen te spreken blijkt dat deze ferry helemaal niet vaart vanwege problemen. Oké, dan moet ik wat anders verzinnen. Ik heb geen zin om terug te gaan naar Caïro dus ik besluit een trein helemaal naar Alexandrië te nemen. Dat heb ik tenslotte nog niet gezien.
De trein duurt als alles goed gaat 17 uur, maar het blijkt uiteindelijk 20 uur te duren. Als we aankomen in Alexandrië ben ik helemaal kapot. Ik loop naar het hostel en plof direct neer in bed.
Gedurende mijn reis in Egypte heb ik goed contact onderhouden met Marcio die ik in Luxor ontmoet heb. We spreken af in hetzelfde hostel in Alexandrië en besluiten samen verder te reizen na Alexandrië, naar Dahab. Maar nu eerst Alexandrië. Het voelt aan als een relaxtere stad dan Caïro en ook een stuk moderner. Meisjes dragen jeans en make-up. Er is meer reclame op straat en meer Amerikaanse muziek.
Met wat mensen van het hostel besluiten we de catacomben te bezoeken. We sluiten aan bij een groep die een rondleiding krijgt en het blijkt heel interessant. Hier hebben de catacomben zowel Egyptische als Griekse en Romeinse invloeden. Het is dus niet vreemd om bijvoorbeeld een tombe te zien met hiërogliefen erop en daarnaast bijvoorbeeld het hoofd van Medusa. Hier een foto van een tombe en eentje met onze gids, die ook een YouTube kanaal heeft: Egytourina.
Er is in de stad ook nog een serieus Forum Romanum, een beetje zoals in Rome maar dan kleiner.
En voor de fans van Jantje Smit is er ook een Egyptische versie! Of beter gezegd een Duitse versie die optreedt in Egypte.
We zijn erg tevreden met onze gids dus besluiten we haar te vragen of ze ons de volgende dag rond wil leiden in de (nieuwe) bibliotheek van Alexandrië. Ze stemt in en de volgende morgen vertrekken we op pad.
De bibliotheek is het mooiste moderne gebouw wat ik in heel Egypte heb gezien. Zowel vanbuiten als vanbinnen ziet het er gelikt uit. De oude bibliotheek van Alexandrië was met tussen de 400.000 en 900.00 boekrollen een van de belangrijkste bibliotheken uit de geschiedenis. Na de brand is bijna alles hiervan verloren gegaan.De nieuwe bibliotheek is bedoeld om het oude werk in ere te herstellen. Het gebouw telt 13 verdiepingen en kijkt uit over de Middellandse Zee.
Na de tour van bibliotheek nemen we nog een sapje (suikerriet) en een hapje (Kushari) en eindigen we de dag.
Hier nog wat foto’s van Alexandrië, de mensen die we ontmoet hebben en het eten wat we hebben gegeten.
Na Alexandrië vertrek ik samen met Marcio naar Dahab voor onze laatste dagen in Egypte. Dahab is een heel rustig klein plaatsje in de Sinai. Je kan er blijkbaar goed duiken en snorkelen. De bus van Alexandrië naar Dahab duurt ongeveer 12 uur en onderweg zijn er talloze checkpoints. We worden in het midden van de nacht uit de bus gehaald door het leger en al onze tassen worden bekeken. Dit gebeurt een paar uur later nog een keer en tussendoor zijn er continu paspoortcontroles. Een beetje overdreven als je het mij vraagt. Ze kunnen van de vorige controle toch wel even bellen naar verderop en aangeven “bus blablabla van Gobus is gecheckt en oke”. Naja. Uiteindelijk komen we aan in Dahab. Een klein stukje lopen naar het hostel en we zijn er. Het ziet er allemaal relaxed uit.
We doen een klein dutje en verkennen de boulevard.
De volgende dag gaan we met wat mensen van het hostel naar het strand. Een relaxed stranddagje. Er zijn veel kitesurfers hier.
Wij gaan zelf wat zwemmen en snorkelen en dat is hier echt goed te doen. Na ongeveer 30 meter zwemmen zit je al op het koraal en zie je allerlei exotische visjes. Pas wel op, er zijn een hoop zee-egels hier dus niet zomaar je voeten neerzetten.
Aan het einde van de dag bekijken we de zonsondergang over de bergen. Dit is echt heel lekker ontspannen na alle hectiek van de rest van Egypte.
De volgende dag zou er een dokter langs het hostel komen om een PCR test af te nemen. Wij willen namelijk de dag erop de ferry van Nuweiba naar Akaba nemen om naar Jordanië te gaan. We wachten en wachten maar in het hostel en uiteindelijk komt de dokter pas om kwart over 3 aan. Halve dag verpest. Naja, we hebben dit nodig dus de test gedaan en nog een beetje rondgehangen in het stadje en onze laatste maaltijd gegeten.
De volgende ochtend vroeg nemen we de bus van Dahab naar Nuweiba. Als we daar aankomen gaan we direct naar het ticketoffice om de tickets te kopen. Ondanks wat er online staat kun je niet betalen met creditkaart, ze willen alleen cash. Ook moet je per se betalen voor een PCR test op de boot. Ook al ben je gevaccineerd en heb je al een PCR test laten doen voordat je aan boord gaat, willen ze er per se nog een aan boord doen. Zucht. Dat moet dan maar. Nadat we de tickets hebben gekocht vertellen ze ons dat we snel naar de boot moeten omdat hij bijna gaat vertrekken. We spoeden ons erheen en stuiten weer op allerlei controles. PCR test, vaccinaties, paspoort, ticket. Koffers door de X-ray. Alles bij elkaar zeker wel 5 checkpoints. We komen overal doorheen en zijn uitgecheckt uit Egypte. In de verte zien we de boot en een douane beambte van Egypte begeleidt ons erheen.
We ademen uit, gelukkig is alles gelukt en zijn we aangekomen bij ons transport. Als we op de boot aankomen zit daar nog de Jordaanse douane. Ze checken weer onze paspoorten. Marcio heeft een paspoort van Angola en eentje van Kaapverdië, waar zijn moeder vandaan komt. De douane snapt hier niks van, ze kennen het land niet eens. Na een hoop gebel over en weer en allerlei vragen die ze ons stellen, verandert hun toon ineens. De boot moet vertrekken en ze hebben geen zin meer om te wachten. Ze vertellen Marcio ineens dat hij niet mee kan naar Jordanië! Wij hebben alles in orde, PCR testen, tickets, paspoorten en de Jordan Pass. En toch willen ze hem niet mee laten gaan! We protesteren en vragen waarom, maar ze gaan er niet in mee. Ze geven een of andere vage reden omtrent zijn paspoort. Ik snap hier werkelijk niks van. Ze sturen hem de boot af en de boot vertrekt meteen. Ik moet bijna huilen. Ineens zit ik in m’n eentje op de boot. Ik snap er echt helemaal niks van. Wij zijn precies hetzelfde, twee reizigers die een weekje in Jordanië willen rondkijken. We hebben allebei genoeg geld en alle andere vereisten op orde. Het enige is dat ik uit Nederland kom en hij uit Angola. Dit is dus paspoort privilege. Schandalig. Hij stuurt me nog een laatste foto van de boot die vertrekt.
Ik ben inmiddels aangekomen in Akaba en heb een prima hostel gevonden. Heb contact met Marcio en hij probeert nu wat te regelen in Egypte zodat hij alsnog hierheen kan vliegen en we samen verder kunnen reizen. Wordt vervolgd....
3 notes
·
View notes
Text
Deel 4: Kreta en Cyprus
Op Kreta ben ik vooral om te relaxen dus de eerste paar dagen doe ik niet zoveel. Ik ben van mijn Airbnb naar Knossos gelopen, waar je de overblijfselen van het paleis van koning Minos kan bekijken. Het blijkt een enorme toeristische trekpleister te zijn. Bussen vol met mensen stoppen hier en er worden aan de lopende band souvenirs verkocht. Ik kijk eventjes binnen, maar het is 15 euro entree. Ik geloof het wel. Het schijnt dat ze de prijzen voor dit soort attracties flink omhoog hebben gegooid, omdat de toeristische sector flink geraakt is door Covid. Het Parthenon in Athene is bijvoorbeeld ook 20 euro entree (tenzij je onder de 25 bent, dan is het gratis). En maar geld lenen van de EU. Mocht je geïnteresseerd zijn in hoeveel geld Griekenland wel niet heeft geleend en hoe dit precies in elkaar zit: https://www.cfr.org/timeline/greeces-debt-crisis-timeline
Verder is er in Heraklion niet zoveel te doen dus ik vertrek na een paar dagen naar Chania. Ik verblijf in het Kumba hostel en ik moet zeggen dat dat het beste hostel is waar ik tot nu toe ben geweest. Op 5 minuten lopen van het hostel ligt een klein strandje dus ik neem direct een duik. Het water is heerlijk van temperatuur en mooi helder ook.
De volgende dag maak ik een wandelingetje langs de oude haven van Chania waar een schoolklasje zeilles krijgt.
Ik vraag me af of Aster zeilles zal krijgen op het Veerse Meer. Waarom ook niet eigenlijk.
Op Kreta kom je een hoop Venetiaanse invloeden tegen, ook in de haven van Chania.
De haven is erg mooi en ik zal er de komende dagen nog een paar keer langs komen. Het lijkt erop dat ze in de haven iets van een Tv-show aan het voorbereiden zijn, dus ik vraag iemand wat er aan de hand is. Blijkbaar is het voor Masterchef Griekenland of Masterchef Kreta of zoiets. Wie weet kom ik er vanavond nog langs.
Terug in het hostel kom ik 2 Belgen tegen, Peter en Pim. Ze reizen samen en hebben een auto gehuurd om een paar weken op Kreta door te brengen. Ze willen het eiland verkennen en Pim is een surfer dus wellicht wil hij ook nog gaan surfen hier. Blijkbaar heb je daar goeie plekken voor op Kreta. We drinken een paar biertjes en spelen een paar potjes schaak. Het wordt langzaam avond en er schuiven nog wat mensen bij ons aan in het hostel. Chrisos (half Grieks half Duits) en Mike (Duits). Met z’n vijven gaan we de stad in om wat lekkers te gaan eten. Hanna heeft me een tijdje terug verteld dat ik Dakos moet eten op Kreta en ik heb het nog steeds niet gegeten dus ik zal het vanavond proberen te vinden. Na wat geschuifel door gezellige kleine straatjes vinden we een mooi plekje en gaan we zitten. Ze hebben ook Dakos dus dat bestel ik als voorgerecht. Het ziet er prima uit en smaakt net zo lekker.
Het is soort van de Griekse variant van Bruschetta.
Na het eten lopen we naar de haven om nog wat te gaan drinken en komen we langs waar ze vanochtend de Tv-show aan het opzetten waren. Het blijkt inderdaad een soort Masterchef te zijn.
De volgende dag is alweer mijn laatste dag in Chania en Kreta en ik hang een beetje op het strand met Chrisos. Hij heeft het goed voor mekaar. Hij is een zogenaamde ‘digital nomad’ wat wil zeggen dat hij vanaf elke plek in de wereld kan werken. Hij werkt voor een Duits IT bedrijf maar hij heeft alleen maar zijn laptop nodig dus hij werkt lekker vanuit Cyprus. Goed bekeken. Hij vertelt me dat je in Thailand zelfs voor 250 euro in de maand een net appartement kan hebben in Bangkok, slaapkamer, woonkamer, badkamer en goeie Wifi (belangrijk!). Stel dat je dan nog 450 euro in de maand uitgeeft aan eten en drinken, wat makkelijk kan in Thailand, ben je voor 700 euro in de maand rond. Met een Duits salaris hou je dan nog een hoop over. Het zet me wel aan het denken. Wat voor soort baantjes kun je doen als digital nomad? En Thailand is goedkoop natuurlijk, maar hoe zit dat dan met het tijdsverschil? Hmmm. In ieder geval interessant hoe dit werkt. Ik zeg gedag tegen Chrisos en hij zegt dat hij me misschien nog wel op komt zoeken in Cyprus.
Eenmaal op het vliegveld aangekomen gaat alles vlotjes. Ik ben binnen no time ingecheckt en door de douane heen. We stappen het vliegtuig in (van Ryanair) en dan wordt er wat omgeroepen in het Grieks. Iedereen begint te zuchten en te roepen en ik heb geen idee wat er gebeurt. Ze blijven wel zitten dus ik blijf ook maar zitten. Een kwartiertje later weer een omroep. Wederom alleen in het Grieks. Meer zuchten en mensen beginnen nog meer te roepen. Ik spreek een stewardess aan en vertel haar dat er twee oproepen in het Grieks zijn geweest, maar geen in het Engels. Wat is er aan de hand?
Ze biedt haar excuses aan. Even later klinkt de stem van de piloot: “Excuses, ik dacht dat we alleen met Grieken aan boord waren”. Er is blijkbaar iets met het landingsgestel. We ,moeten allemaal het vliegtuig uit en wachten op een nieuw vliegtuig dat moet komen van Thessaloniki. Ik zou om 9.50 uur vliegen en we vertrekken uiteindelijk om 14.00 uur.
Een kleine anderhalf uur later land ik op Paphos airport in Cyprus. Eerder in de week kreeg ik te horen dat Daniëlle en Frank toevallig die week ook nog op Cyprus zijn. En nog in Paphos ook! Wat een toeval. We gaan die avond wat eten en drinken en maken plannen om de volgende dag een hike te doen. Biertjes hier op Paphos zijn 63 cl, dat heb ik nog niet eerder meegemaakt. Dat is nog groter dan een Engelse pint.
Frank en Daan hebben een auto gehuurd, wat erg handig is op Cyprus. Zo kom je gemakkelijk op alle mooie plekjes. Ik moet nog wel wennen aan het feit dat er hier links wordt gereden. Rotondes zijn vooral verwarrend.
Eerder hebben we besloten om de Akamas trail te lopen, ten noorden van Paphos. Het blijkt een hele mooie wandeltocht. Hier wat impressies.
Onderweg komen we een aantal berggeiten tegen en zelfs een boomgeit.
Na deze mooie hike is er gelukkig een strandje dichtbij en koelen we lekker af in de zee. Onderweg terug naar Paphos ziet Daan nog iets in zee liggen. We rijden er langs en het blijkt een half gezonken schip te zijn. Blijkbaar laten ze die hier liggen en maken ze er duikplekken van. Wie weet nog eens leuk om terug te komen nadat ik mijn PADI heb gehaald.
De volgende dag relaxen we een dagje op het strand en de dag daarop gaan Daan en Frank alweer terug naar Nederland. Ik weet niet zo goed wat ik moet doen, maar iemand van het hostel raadde me aan om naar Limassol te gaan. Ik vind het best. Ben toch van plan de zuidkant van het eiland af te gaan, want op een gegeven moment moet ik in Larnaca zijn.
In Limassol boek ik een bed in het White Hostel, vanwege de lage prijzen. Achteraf gezien had ik dit beter niet kunnen doen. Het is nogal een raar hostel, volledig gerund door Russen en niemand spreekt echt fatsoenlijk Engels. Ik heb ook geen idee wie er nou eigenlijk de manager is, want er zitten de hele tijd verschillende mensen achter de balie. Een gast zit er de hele dag door te gamen (GTA San Andreas) en te schelden tegen de computer. Er waren op een gegeven moment nieuwe gasten binnen gekomen en hij vroeg ze nogal agressief: Wie heeft jullie binnengelaten? Blijkbaar had hij één van hen ook midden in de nacht wakker gemaakt omdat diegene de keuken niet opgeruimd had na het eten. Achteraf bleek dat hij de verkeerde persoon had. Al met al was het geen fijne sfeer in dit hostel en dat heb ik ook laten weten in de review. Dus, als je naar Limassol gaat, ga niet naar het White Hostel. In Limassol is er überhaupt niet zoveel te zien, ik snap niet wat die gast van het hostel er zo bijzonder aan vond.
Hierna boek ik een hostel in Larnaca. Erger dan dit kan het niet worden denk ik. In het hostel in Larnaca maak ik echter nog raardere dingen mee. Ten eerste merk ik bij binnenkomst meteen op dat er kakkerlakken rondlopen. Ik vertel dit tegen de mensen die er werken en ze beginnen meteen met schoonmaken, maar toch. Dat zie je toch zelf ook wel.
Naast mij op de kamer ligt een Russische oudere man en een Syrische jongen met twee tattoos onder z’n ogen. Het ziet er raar uit. De Russiche man herkent mij uit het vorige hostel in Limassol en we maken een praatje. Althans, via Google Translate want hij spreekt geen Engels. Hij vertelt me dat hij uit Vladikavkaz komt, vlakbij de grens met Georgië. We praten wat over koetjes en kalfjes en ik vraag hem wat hij op Cyprus doet. Gewoon aan het reizen zegt hij. Dan laat hij wat foto’s zien van zijn huis in Rusland. Het ziet er mooi uit. Er vallen nog wat foto’s tussenuit, van zijn gezin denk ik, en ineens begint ie te huilen. Ik snap het niet, maar geef hem wat klopjes op zijn rug. Hij loopt naar buiten om een sigaret te roken. Als hij terug komt vertelt hij dat hij niet wist dat hij deze foto’s bij had. Nu snap ik het helemaal niet meer. Zou hij op de vlucht zijn ofzo? ‘s Avonds gaan we wat eten bij een visrestaurant. Ik zie dat hij het ergens moeilijk mee heeft, aan zijn gedrag. Hij laat me weer een bericht zien op Google Translate. Hij zegt dat hij in een moeilijke periode in zijn leven zit en of ik hem met me mee kan nemen naar Nederland. Hè? Ik had wel verwacht dat er iets aan zat te komen, maar dit is wel heel direct. Ik zeg hem dat ik dat niet kan, ik heb zelf een reisplan en ik ben voorlopig niet van plan naar Nederland te gaan. Bovendien reis ik alleen. Hij zegt dat hij het snapt. Na het eten wil hij koste wat kost de rekening betalen, maar ik vertel de ober dat ik apart wil betalen. Hij begint Russisch te praten met de ober en uiteindelijk betaalt hij toch zelf. Ik wil hem geld geven voor mijn eten maar hij wil het niet hebben. Ik ben toch ouder dan jij, zegt hij. Ik snap het niet, maar ik hou er niet van om mensen iets verschuldigd te zijn. Je bent me niks verschuldigd zegt hij. Oké, dit ga ik niet winnen.
Na een vroege nacht word ik de volgende ochtend wakker met een kleedje over me heen. Ik snap er niks van, ik heb een slaapzak, die is warm genoeg. Blijkbaar heeft de Rus een kleedje over me heen gelegd toen ik sliep. Ik vind dit nogal raar en het gaat me te ver, we moeten nodig even praten. Als hij de kamer binnenkomt wil ik hem dit vertellen, maar hij begint als een bezetene zijn spullen in te pakken en het ziet ernaar uit dat hij vertrekt. Mooi, denk ik. Het is een emotioneel afscheid, voor hem althans. Ik snap er niks van, we kennen elkaar nog geen dag. Dan is hij ineens weg.
Opgelucht ga ik weer liggen en rust ik nog wat uit. Ik ga een stukje wandelen om ergens een ontbijtje te scoren. Aan de boulevard vind ik een plekje waar ze voor €4,50 een full English breakfast serveren. Niet slecht. Ik ga zitten en begin te eten als ik iemand mijn naam hoor roepen. Thomas! O nee hè, het is die Rus weer. Hij wil niks eten dus hij zegt dat hij op me wacht buiten het restaurant tot ik klaar ben. Ik weet niet waarom, maar goed. Na het eten zie ik hem zitten en praten we nog even kort. Ik zeg dat ik naar het museum ga en hij vraagt of ik hem mee wil nemen. Ik zeg nee, ik reis alleen. Hij zegt oké en laat het erbij.
Ik ga naar het museum in Larnaca in het middeleeuwse fort aan de kust. Het stelt niet zoveel voor, maar het is fijn om even iets toeristisch te doen en niet te denken aan alle rare dingen van de afgelopen dagen. Dit duurt echter niet lang. Als ik terugkom in het hostel is er consternatie. De Syriër op mijn kamer rookt blijkbaar binnenshuis en daar zijn ze niet van gediend. Hij heeft het al meerdere keren gedaan en wil blijkbaar niet luisteren. Ze willen zijn spullen pakken om hem eruit te gooien en vinden wiet in zijn bed. Wiet is hier strikt verboden dus een van de mensen van het hostel zegt dat hij direct moet vertrekken. Een ander vindt het geen probleem en zegt dat hij kan blijven zolang hij maar niet binnen rookt. Onenigheid binnen het hostel. Hij heeft blijkbaar al langer te maken met de Syriër en zegt dat het niet goed met hem gaat en hij alleen probeert te relaxen. Het is allemaal behoorlijk onprofessioneel hier, niemand neemt de leiding of gooit hem eruit.
De volgende ochtend word ik wakker en zie ik dat de Syriër niet meer in mijn kamer ligt, maar er nu een meisje ligt. De wisseltruc zal vannacht plaats hebben gevonden want ik had niks door. Ik spreek nog met de mensen van het hostel en ze zeggen dat hij vannacht vertrokken is. Ik ben opgelucht want het was nogal een rare gozer. De eerste dag dat ik binnen kwam vroeg hij of hij mijn Nederlandse paspoort mocht zien. Ik vind dat nogal een rare vraag om aan iemand te stellen, als je hier niet werkt althans. Ik heb hem niks laten zien natuurlijk.
Het meisje blijkt wel een normale kamergenoot te zijn (eindelijk). Ze komt uit New York maar heeft een paar maanden in Parijs gewoond. Nu is ze aan het reizen en heeft ze afgesproken met een vriendin in Cyprus. We gaan naar het strand en praten over New York en reizen en wat voor soort werk we gedaan hebben. Het is fijn om weer eens een normale conversatie te hebben en niet de hele tijd op mijn hoede moet zijn.
De laatste avond in het hostel vind ik een reis boek van Karl Pilkington. Mijn favoriet! Ik moet het nu wel snel uitlezen, want de volgende dag vertrek ik. Ik begin direct.
‘s Nachts weet ik ongeveer de helft van het boek te lezen en de volgende ochtend de andere helft. Ik heb een paar keer hardop moeten lachen, dat doet me goed.
Limassol en Larnaca waren allebei niet zo boeiend dus ik besluit om de natuur wat meer op te zoeken. Ik boek een hostel in Protaras en hoop vanaf daar de natuur aan de oostkust van het eiland te zien. Net voordat ik uitcheck in Larnaca krijg ik een telefoontje van de eigenaar van het hostel in Protaras. Het is erg rustig dus biedt hij me een gratis upgrade aan, naar een privé cabin. Natuurlijk neem ik dat graag aan, eindelijk weer eens een meevaller. Daar zal ik wel goed kunnen uitrusten voor de laatste paar dagen in Cyprus.Ik neem de bus voor €1,50 en word vlakbij het hostel in Pernara afgezet. Ik check in en het ziet er allemaal goed uit. Gelukkig. Eindelijk even rust.
De volgende dag wil ik naar Cape Greco gaan. Blijkbaar gaan de bussen niet omdat het Ochi Day is en ze de onafhankelijkheid van Griekenland vieren. Het heeft te maken met de weigering van de Grieken om de Italianen toegang te verlenen tot Griekenland om strategische posities in te nemen, in 1940.
Dan maar wandelen. Ik vertrek naar Cape Greco, het oostelijke puntje van Cyprus. Iemand vertelt me dat hier aan de kust de eerste zonsopgang van Europa is. Het zou zomaar kunnen. Onderweg kom ik langs de Konnos nature trail en mooie stranden waaronder Konnos beach.
Het heeft hier zeker al tijden niet meer geregend, want zelfs de cactussen zien er uitgedroogd uit.
Na de Konnos nature trail volg ik het pad naar de Aphrodite trail. Er zijn een hoop paden op Cyprus vernoemd naar Aphrodite en deze zijn goed aangegeven rond het eiland. Leuk om een keer helemaal te doen, nu doe ik een stukje.
Onderweg kom ik een hoop van deze beestjes tegen.
Ook kom ik een soort tafeltje tegen met allemaal centjes erop. Er staat niet precies bij wat het nou is, maar ik heb al een hele tijd Bulgaarse centen op zak, nog uit Sofia, dus die kan ik er mooi bij leggen. Zijn we daar ook weer vanaf. Misschien heeft iemand anders er nog wat aan.
Langzamerhand kom ik dichter in de buurt van Cape Greco. Ik word gepasseerd door mensen op quads, in strand buggy's en op fietsen, maar ik ben blijkbaar een van de weinige wandelaars. Dan zie ik het in de verte liggen.
Dit is blijkbaar het puntje van Europa. Op dit schiereilandje staat nog een Brits radarstation en een vuurtoren. Die hoef ik niet per se van dichtbij te zien, ik vind het wel goed zo. Het is nog een hele wandeling terug ook. Het was wel een mooie wandeling en ik ben blij dat ik wat natuur heb gezien na al die steden de afgelopen dagen.
Op de terugweg kom ik weer langs het tafeltje met de centen. Er staat iemand bij en ik zie diegene centen van het tafeltje pakken en in zijn zak stoppen. Ik vraag hem wat precies de bedoeling is van dit tafeltje. Het is tafeltje voor geluk zegt hij, als je veel geluk hebt in je leven laat je wat achter voor de mensen en als je wat nodig hebt pak je wat. Heb jij veel geluk gehad in je leven? vraagt hij. Ja eigenlijk wel zeg ik. Ik ben in Nederland geboren. Hij moet lachen en hij zegt oké, meer heb je niet nodig.
Ik heb nu nog een laatste avond in mijn cabin in Pernara en ik heb zojuist een hostel geboekt voor de twee laatste nachtjes in Agia Napa. Het is wel fijn om tot rust te komen in een eigen cabin, maar alleen eten ‘s avonds is wel saai. En je komt ook niet zo makkelijk mensen tegen. Iedereen zit in zijn eigen cabin. Nog eventjes in Cyprus dus en dan vliegen we naar Egypte. Een paar dagen in Caïro en dan hoop ik de Nijl af te dalen. We gaan het zien. Joejoe! Tot de volgende.
4 notes
·
View notes
Text
Deel 3: Athene
Na onze hike op de Olympus hebben we wel wat ontspanning verdiend. Ik wil door naar Athene en Josh besluit met mij mee te gaan. Luisa van het hostel rijdt ons naar het treinstation van Litochoro en zet ons daar af. Over het algemeen zijn de Grieken die ik ben tegengekomen hele aardige mensen en behulpzaam bovendien.
De trein vertrekt te laat (dit gaat vaker gebeuren in Griekenland), maar uiteindelijk zijn we met al onze natte spullen onderweg naar Athene. De treinreis verloopt vlotjes en onderweg zien we een hoop bergen. Die natuurlijk niet zo hoog zijn als de Olympus, want dat is de hoogste berg in Griekenland.
We komen aan op het treinstation in Athene. 7 sporen, vrij magertjes voor een hoofdstad maar oké. We gaan verder naar het hostel en kunnen gelukkig al onze spullen direct wassen en drogen. Dit voelt zo goed, eindelijk weer droge spullen. We eten een gyrosje en hangen nog wat met de mensen van het hostel. Het valt me wel op dat hier opvallend veel jonge mensen zijn. Met jong bedoel ik dan zo 19-24 jaar oud.
De volgende dag lopen we naar de Akropolis. Het ziet er toch wel bijzonder uit, zo van dichtbij. De Akropolis is trouwens de heuvel en niet het gebouw, het gebouw is het Parthenon.
Akropolis betekent in het Grieks het hoogste punt van een stad en hoewel het staat op een hoge heuvel in Athene, is het niet het allerhoogste punt van de stad. Dat is de Lycabettus. Vanaf de Lycabettus heb je vanzelfsprekend een mooi uitzicht over Athene en het Parthenon.
Ik besluit de volgende dag weer mee te gaan op de free walking tour en we komen langs een aantal interessante plekken in Athene, waaronder het stadion van de eeuwige vlam.
Dit is voor zover de gids weet het enige stadion in de wereld wat volledig uit marmer bestaat en hieronder worden de olympische toortsen bewaard. Vanaf hier wordt de toorts ook elke Olympische Spelen vervoerd naar het gastland. Afgelopen jaar kwam de Japanse delegatie hem hier dus ophalen.
Vanuit het stadion loopt er een blauwe lijn de straat op. Deze blauwe lijn is precies 42.195m lang en eindigt in het plekje Marathon. Dit is de originele marathon en deze wordt nog steeds gelopen. Wie weet gaat Mario hem nog wel een keer doen.
We stoppen ook bij de Academie van Athene. Op de voorgrond zitten twee figuren op een sokkel. Het zijn Socrates, met zijn vuist tegen zijn kin omdat hij de denker is en Plato met zijn pen en papier (of althans, de voorloper daarvan) omdat hij de student is.
Plato was dus de student van Socrates. Aristoteles was de student van Plato en de student van Aristoteles was..............? Alexander de Grote.
Na de tour besluit ik om naar het Nationaal Archeologisch Museum te gaan. Er zijn hier standbeelden van tot wel 600 jaar voor Christus. Het bijzondere vind ik hoe goed deze standbeelden gemaakt zijn en hoe groot ze wel niet zijn. Dit is er bijvoorbeeld een van de oudste.
Probeer maar eens na te maken thuis. Lukt je niet. Ook omdat je geen marmer van de Griekse eilanden hebt, maar toch. Een stukje vakwerk. Enkele andere bekende standbeelden zijn:
Poseidon 125-100 BC
Aphrodite, Pan en Eros (niet Ramazotti) 100 BC
Niels Lieblie 400 BC
Aan het einde van de dag ben ik nogal moe van alle Oudheid en besluit ik terug te gaan naar het hostel. Het weer in Athene is oké, maar ik heb behoefte aan wat meer rust en zon, dus besluit ik een ticket te boeken naar Kreta. Met de veerboot weliswaar, niet met het vliegtuig.
Er is vast en zeker nog een hoop meer te zien in Athene, maar ik moet even de drukte uit. Het hele hostel leven begint ook aardig vermoeiend te worden. Ik hoef geen verhalen meer te horen van kids van 19 die zichzelf aan het “vinden” zijn en proberen “1 met de aarde” te zijn terwijl ze liedjes spelen op de gitaar in het hostel. Het zal allemaal wel. Vind jezelf maar lekker in stilte. Ik boek een lekker airbnbtje voor mezelf op Kreta. Heerlijk.
Ik neem de metro naar Piraeus en vanaf daar de veerboot naar Kreta. In de rij voor een ticket word ik aangetikt door een jonge jongen die me zijn metro ticket geeft. Ik weet nog net Efharisto! uit te kramen, maar hij is alweer weg. De Grieken zijn aardige mensen.
De veerboot vertrekt om 9 uur ‘s avonds en doet er 9 uur over. We zouden dus om 6 uur ‘s ochtends in Heraklion aan moeten komen. Hij vertrekt natuurlijk later, dat had ik kunnen weten. Vooraf moet ik een gezondheidsformulier invullen en wordt er gevraagd naar de naam van mijn vader. Ik snap er niks van, maar vul het toch maar in.
Achteraf gezien bedoelden ze gewoon mijn achternaam. Waarom zetten ze dan niet gewoon ‘Family name’? Zo doen ze dat overal toch. Naja, ik kom ermee aan boord.
Gelukkig heb ik niet de allergoedkoopste zitjes genomen want dan zit je buiten op het dek. 9 uur lang in de nacht. Het wordt dan ook nog flink koud. Naast me zit een jongen met zo’n klein armpje. Ik heb geen idee hoe dat officieel heet, maar ik zoek het op. Focomelie heet het blijkbaar. Oudere lezers kennen dit wellicht nog van het softenon drama van de vorige eeuw. Hij heeft een t-shirt aan van Jurassic Park met op de voorkant een T-Rex met ook van die kleine armpjes. Blijkbaar kan hij er de humor wel van inzien.
Na een bootreis van 9 uur waar ze de lichten in de kamer aan lieten en de tv’s ook, met continu reclame daarop (geen idee waarom?) komen we aan in Heraklion. Vanaf de haven is het een wandelingetje van 30 minuten naar mijn Airbnb. Onderweg zie ik de zon opkomen. Heerlijk. Nu een weekje lekker ontspannen op Kreta, niet al teveel doen en daarna door naar Cyprus. Tot de volgende, joejoe!
1 note
·
View note
Text
Deel 2: De Olympus
In Thessaloniki ga ik naar de free walking tour (https://thessalonikifreewalks.com/) en ontdek een hoop over de stad. Dit doe ik trouwens in elke grote stad, geleerd van Ramesh. De gids is Giorgios, een Griek die geboren en getogen is in Thessaloniki. De tour duurt ongeveer 3 uur en kan ik aanraden, je leert een hoop over de geschiedenis van de stad, Grieks-Turkse relaties van toen en nu en over het Byzantijnse rijk.
Om alles te vertellen zou te lang duren, maar een paar dingetjes vermelden is wel leuk. Zo staat het geboortehuis van Kemal Atatürk in Thessaloniki. Geboren in Griekenland dus! Hier heb je ook een museum over hem als je er alles over wilt weten.
Een minder bekend onderdeel van de tour is een mozaïek in een klein kerkje in de ‘upper town’. Kerken zijn trouwens overal in Griekenland, het is een erg religieus land en overal waar je kijkt zijn kleine kerkjes terug te vinden. Deze is speciaal omdat er een mozaïek hangt van een baardloze Jezus.
Ik krijg hem er niet helemaal op, maar je zou het in het echt moeten zien. Normaal ben ik niet zo van de religieuze kunst, maar het is een enorm mozaïek, iets van 4 bij 3 meter ofzo en het is heel erg gedetailleerd. Het is ook gemaakt door een artiest die erg bewust was van zijn tijd, want het verbeeldt de overgang van de oude (paganistische) goden naar de nieuwe (christelijke) goden. De gids kan je er nog veel meer over vertellen. Wat het helemaal bijzonder maakt is dat tot op de dag van vandaag niemand weet wie het gemaakt heeft. Het mysterie van de baardloze Jezus.
Tijdens de tour wisselt de gids af tussen geschiedenis van de stad, muziek, het Thessaloniki van nu en af en toe maakt hij een grapje, zoals: Wat is het verschil tussen een Griek en een Turk?.........De Griek heeft een baard en de Turk een snor.
Na afloop van de tour neemt hij ons nog mee naar het beste uitzicht van Thessaloniki. We zijn net op tijd voor de zonsondergang.
Ik vertel Giorgios over mijn plan om de Olympus te beklimmen en hij zegt meteen dat ik dat nu moet doen, anders is het te laat. Het liefst morgen zegt hij. Dat haal ik niet, maar voor de dag erop boek ik een hostel aan de voet van de berg. Daar zal ik wel mensen tegenkomen die de beklimming maken.
De volgende dag drink ik nog een kopje thee in Thessaloniki en wandel ik wat langs de haven. Ze hebben hier van die kleine tafeltjes om ‘s ochtends je koffie of thee aan te drinken, het ziet er wel grappig uit.
Zo klein dat je er geen ontbijt aan kan eten, alleen een kopje drinken op zetten.
In de haven probeer ik nog wat visjes te spotten, maar ik zie niks. Wel zie ik op een gegeven moment een kwal die ik niet ken. Iemand enig idee wat dit voor kwal is? Het lijkt alsof ie allemaal kokkels aan zijn tentakels heeft hangen onderaan. Geen idee wat het is.
Ik check uit bij mijn hostel en stap op de bus naar Katerini, waar ik weer overstap op een bus naar Litochoro, aan de voet van de Olympus. De bus rijdt echter naar het dorpje Olympus en komt niet langs mijn hostel, dat aan zee ligt. Ik heb dit te laat door en moet nu dus helemaal van het dorpje terug naar de zee lopen, ongeveer 1,5 uur met beide tassen. Ach ja, goeie voorbereiding voor de hike van morgen en overmorgen.
Ik kom aan in het hostel en blijk helemaal alleen te zijn. Ik word begroet door Luisa, 2 grote honden en een zootje katten. Ze checkt me in en vraagt of ik wat wil eten. Jazeker! Ze maakt een pompoensoep voor me en een Griekse salade. Heerlijk, ik heb nog nooit zelfgemaakt eten gekregen bij een hostel.
Ik probeer de laatste zonnestraaltjes op het terras nog op te vangen als ik even later de honden weer hoor blaffen. Bezoek. Het blijkt Samy (22) uit Parijs te zijn. Hij is een student Medicijnen die er eventjes een weekje tussenuit is. We kunnen het meteen goed met elkaar vinden en hij vertelt me dat hij vandaag de berg is opgeklommen, maar te laat begon. Hij kon daardoor niet de mountain refuge op 2100 meter halen en is terug gekomen. De volgende dag is hij van plan naar Thessaloniki te reizen. We hangen een beetje op het strand en praten over van alles en nog wat en ik probeer hem over te halen om het de volgende dag nog een keer te proberen en met mij de berg op te klimmen. Ik zie dat hij er stiekem wel zin in heeft.
Na een tijdje lopen we terug naar het hostel om wat te drinken en er is een derde gast gearriveerd, Josh (23) uit Bremen. Hij was vandaag wel op tijd vertrokken van Prionia (1100m), maar het werd hem op een gegeven moment te zwaar en hij is terug gegaan. Hij was ook in zijn eentje. Hij wil het morgen ook nog een keer proberen en samen overtuigen we Samy om met ons mee te gaan. Het lukt! We spreken af de volgende ochtend vroeg op te staan en vanaf Litochoro helemaal onderaan te beginnen.
Na een korte nacht maken we de zonsopgang mee bij het hostel en pakken we onze spullen en sandwiches van Luisa en vertrekken we naar Litochoro. Hier de zonsopgang met Samy, Luisa en Tula de hond.
Vanaf Litochoro is het (als je alles goed doet) 5 uur lopen naar Prionia. Vanaf Prionia is het als alles meezit dan nog 3 uur lopen naar refuge A Spilios Agapitos op 2100 meter. 8 uur moet te doen zijn in 1 dag.
We beginnen met mooi weer en goede moed om 9 uur ‘s ochtends aan onze tocht. We zijn niet de meest voorbereide hikers (hierover later meer), maar we hebben in ieder geval nu nog de goden aan onze zijde.
Het eerste stuk van de hike is prachtig, we zien een hoop van de natuur en vullen onze flesjes met vers water uit de bergen.
Na een tijdje worden we ingehaald door een blauwe schim. Hij zegt even snel hoi en loopt ons snel voorbij. Als we denken ongeveer halverwege onze klim naar Prionia te zijn, komt hij teruglopen. Hij geeft aan dat dit niet de weg naar Prionia is en dat hij helemaal naar een andere top is gelopen om hierachter te komen. Gelukkig zijn wij hem nog tegengekomen. Het blijkt Mario (30) uit Porto te zijn. Een ingenieur die werkt aan aerodynamica van helikopters en in zijn vrije tijd marathons loopt. Hij ziet er een stuk fitter uit dan ons. Beter voorbereid ook. We besluiten om samen terug te lopen en onze weg naar Prionia te vervolgen.
Onderweg terug naar het punt waar we verkeerd zijn afgeslagen komen we een stel tegen, 2 Russische game developers, Tatiana en Artemi. Zij dreigen ook verkeerd te lopen en nadat we dit uitleggen zijn we nu met een groep van 6. Prima om de Olympus mee te bedwingen. We vervolgen onze weg en komen om 3 uur aan in Prionia. Een uur later dan gepland vanwege onze verkeerde afslag. Hier besluiten we een half uur te rusten, eten en drinken.
Om half 4 vervolgen we onze weg naar refuge A. We moeten voor 8 uur binnen zijn, anders worden onze bedden weggegeven. We hadden ‘s ochtends gebeld om 3 bedden te reserveren en dat kon, maar dan moeten we wel op tijd aankomen. Moet lukken. Voor 7 uur zou ook wel fijn zijn want anders moeten we in het donker hiken.
Op de berg komen we de pony’s (of paarden of half/half?) tegen die het voedsel en drinken naar de mountain refuges brengen. Even overwegen we om met de pony’s omhoog te gaan, maar we besluiten toch verder te lopen. Minder goed verhaal als je de helft op de rug van een pony hebt gedaan.
Het laatste stukje van dag 1 is een stuk zwaarder dan het eerste stuk omdat het recht omhoog de berg op is. Er worden minder grapjes gemaakt en er wordt minder gepraat dan voorheen. Minder pauzes genomen ook. We moeten op tijd bij de refuge aankomen. Wel komen we onderweg berg salamanders tegen. Ik weet niet precies wat voor diertje dit is, maar het ziet er mooi uit.
Na 2 uur en 50 minuten lopen (binnen de 3 uur ey ;) ) komen we aan bij refuge A. Iedereen zit er behoorlijk doorheen en het is ook al koud en mistig geworden.
Binnen is het lekker warm! Yes! Er zijn slippers voor iedereen dus kunnen we onze wandelschoenen uitdoen en er zijn weer zelfgemaakte maaltijden! Helemaal top. We bestellen allemaal spaghetti met gehaktballen en het smaakt ons allemaal bijzonder goed. Ook hebben ze mountain tea met honing, lekker om mee op te warmen. Voor de rest is de mountain refuge vrij basic. We slapen allemaal naast elkaar op de slaapzaal en het licht gaat om 10 uur uit. Iedereen moet de volgende dag vroeg op om de klim naar de piek te maken. Als dat überhaupt mogelijk is. De receptie geeft de volgende ochtend aan welke pieken wel en welke pieken niet mogelijk zijn, afhankelijk van het weer.
De toiletten zijn geen normale toiletten maar gewoon gaten in de grond waar je boven moet hurken. Er zit ook geen slot op de deur. Handig. Er is één douche voor iedereen om te delen en die wordt gevuld met smeltwater van de bergtop. Ik besluit toch maar te douchen, liever ijskoud en schoon dan slapen in je eigen zweet. Het is inderdaad ijskoud water, maar achteraf voel ik me een stuk beter en klaar voor de volgende dag.
Het licht gaat uit om 10 uur en iedereen probeert direct te slapen. Wat niet lukt natuurlijk want er snurken altijd mensen en je ligt allemaal bij elkaar. Naja, we doen ons best. Om kwart over zes (!) ‘s ochtends gaan ineens alle lichten weer aan. Blijkbaar staat iedereen om deze tijd op. Wij dan ook maar. We nemen een licht ontbijtje en informeren over de weersomstandigheden. De hoogste top, Mytikas (2917m) wordt ten strengste afgeraden. Skolio (2911m) eigenlijk ook. Wij gaan dan maar voor Skala (2866m).
Na een niet ideale nachtrust en tegenvallend weer (regen, wind, kou en mist) beginnen we langzaam. Het is de kortste hike van de Olympus (2 uur), maar ook de zwaarste. Niemand praat. Het uitzicht is in het begin mooi, maar na een tijdje wordt de mist dichter en wordt het kouder en natter en heeft niemand meer zin om te stoppen. We moeten ook in beweging blijven om warm te blijven.
De mist wordt dichter en na een tijdje passeren we ook de boomgrens. Vanaf nu is het alleen nog maar rots en wordt het nog iets zwaarder. Ongeveer halverwege de tocht kan Josh het niet meer aan en besluit hij op te geven. hij wil terug naar beneden, maar vindt het te gevaarlijk om in zijn eentje te gaan. Niemand van ons wil mee omdat we allemaal de top willen halen. We zitten met een dilemma. Ik stel voor dat hij op zijn eigen tempo probeert met ons mee te lopen. Er zijn mensen voor ons vertrokken naar de top en als die dan terug komen kan hij met hen mee. Hij gaat akkoord.
Langzaam vervolgen we ons pad naar de top en er komen inderdaad twee Duitse meisjes terug naar beneden lopen. Josh is dolblij en gaat met ze mee terug.
Wij komen aan bij de top waar de wind het sterkst is en zien bijna geen hand voor ogen. Het sneeuwt hier ook nog eens. We vieren kort met elkaar dat we het hebben gehaald en maken direct rechtsomkeert.
Onderweg terug naar de refuge komen we Josh tegen. Hij gaat het toch nog een keer proberen en passeert ons naar de top. Ongeveer een half uur later komt hij achter ons aan lopen. Het is hem toch niet gelukt. Geen schande, de omstandigheden zijn nou niet bepaald ideaal. Ik zie zelfs Mario trillen als een rietje. Het is ook geen weer voor een Portugees hierboven.
We komen samen aan bij de refuge en zijn superblij om hier weer te zijn. We hebben het gedaan!
Nu even snel opwarmen en verder afdalen naar Prionia. Het weer wordt alleen maar slechter dus we kunnen niet te lang wachten. Mario verblijft nog 1 nacht in de refuge om morgen hopelijk een ander plateau te kunnen beklimmen. Die gast is niet kapot te krijgen. Wij dalen door de regen af naar Prionia en regelen vanaf daar een ritje terug naar het hostel. Na in totaal 16 uur hiken hebben we het wel gehad. In het Summit Zero hostel is de stemming goed en hebben ze een warme douche! Geweldig. Onze natte kleren trekken we uit en stoppen we weg. Een biertje hebben we nu wel verdiend. Vanavond lekker slapen en dag erop naar Athene.
Tips achteraf voor het beklimmen van de Olympus:
- Ga niet in oktober, maar ergens tussen juni en september voor de beste omstandigheden
- Breng goeie regenkleding mee
- Oefen alvast met wat kleinere hikes, voordat je begint
0 notes
Text
Het begin
Je moet ergens beginnen. Na afscheid te nemen van Hanna in Berlijn
en Nederland
en bijna alle andere mensen, vertrek ik met mijn ouders naar Kroatië. We vliegen op Split en daarna zijn we van plan de Dalmatische kust af te gaan.
De vlucht verloopt goed, onze corona certificaatjes worden gescand en we mogen Kroatië in. In Split komen we aan bij ons appartementje. Het is 4 hoog zonder lift, maar is wel prima gelegen en het heeft eigenlijk alles wat we nodig hebben. We rusten uit en de volgende dag ontdekken we een klein strandje waar de locals hangen. Heerlijk om te zwemmen. De Kroaten spelen allemaal een soort handbal in kniediep water. Niet handbal zoals wij het kennen maar met zo’n klein rubberen balletje dat ze naar elkaar overslaan. Het ziet er wel grappig uit. Het terrasje aan dit strand is mooi gelegen en een halve liter kost er 18 kuna (7,5 kuna is 1 euro). Prima.
Voor de rest is het in Split vooral een beetje strandhangen, zwemmen en we hebben nog het eilandje Brac bezocht met de veerboot.
Qua begroeiing heb je hier een hoop olijf en granaatappelbomen.
Ook hoor je de hele tijd het geluid van cicaden, net als op het nieuwe album van Lorde.
Na Split dalen we af naar Makarska met de bus. Eenmaal aangekomen in Makarska in ons mooie appartementje merk ik dat ik mijn secrid met daarin al mijn pasjes kwijt ben. Eerst kan ik het niet geloven, maar eventjes later vervloek ik mezelf dat ik zo dom kon zijn. Het kan niet anders dat die in de bus blijven liggen is. Misschien is die bus al wel doorgereden naar Dubrovnik ofzo. Pfff. Snel maar naar het busstation gegaan. De vrouw van het loket zegt dat de buschauffeur al naar huis is, maar de bus op het terrein van het busbedrijf Promet staat. Aan de rand van de stad ongeveer een half uur lopen. Wij spoeden ons daarheen, onderweg vervloek ik mezelf nog een stuk of 100 keer. Op het terrein staan er een hoop bussen. Ik spreek iemand aan en het blijkt de baas te zijn. Ik laat hem het kenteken zien en hij gaat met me mee de bus in. Ik zie mijn secrid direct liggen. Alles zit er nog in. Wat een opluchting! Pfff. Na een poging van mijn vader om me erop te wijzen dat ik altijd alles goed in de gaten moet houden (Jahaa dat weet ik wel) gaan we een drankje doen om bij te komen en ‘s avonds lekker uit eten (Cevapcici en vis aan de haven). Hèhè, dat ging maar net goed allemaal.
De volgende dag in Makarska besluiten we de berg te beklimmen omdat er bovenin een botanische tuin ligt. Het blijkt een zwaardere klim dan verwacht, maar uiteindelijk wel een mooie tocht.
Na Makarska vertrekken we noordwaarts naar Zadar. Dit plekje heeft ook een prachtige oude stad (net als Split) en twee interessante kunstwerken. Het eerste is een getijdenorgel, wat dus geluid maakt op basis van de inkomende golven (zal hem hieronder apart toevoegen want ik weet niet hoe je filmpjes moet invoegen in een blog post).
Het tweede is een zonnekunstwerk. Overdag schijnt de zon erop en laadt het op. ‘s Avonds geeft het een enorme lichtsjoo.
Onze laatste bestemming aan de kust is Rijeka, de grootste haven van Kroatië. Op een uurtje rijden van Rijeka met de bus is er een groot natuurpark waar we gaan wandelen. Blijkbaar is dit park enorm populair om te klimmen. We komen mensen uit heel Europa tegen die hier gaan klimmen. Wellicht ook leuk voor de klimmers onder ons? (Thijs, Maud)
Onze laatste bestemming samen is Zagreb. We verblijven hier wederom in een top appartement en verkennen de stad. Zagreb kent een hoop musea waaronder ook hele aparte musea zoals het Museum of Broken Relationships en het Museum of Hangovers. Het laatste kan ik zeker aanraden als je goeie verhalen wilt lezen.
Ook is Kroatië de geboorteplaats van Nikola Tesla en dat is natuurlijk wel reden voor een standbeeld.
Mocht je minder nieuwsgierig zijn naar de cultuur van het land en het liever dicht bij huis houdt, bij ons om de hoek was er een coffeeshop, maar in plaats van dat je naar binnen moest, hadden ze gewoon een automaat.
Veel plezier ermee.
In Zagreb nemen we afscheid en vertrekken mijn ouders naar Sibenik om nog wat dagen aan de kust te vertoeven. Ik vertrek naar Sofia en begin aan het solo gedeelte van mijn reis.
In Sofia kom ik ‘s avonds aan en net voor het hostel zie ik iemand die er ook nogal backpackerig uit ziet. Going to the Hostel Mostel? vraag ik. Ben jij een Nederlander? reageert hij. Blijkbaar is m’n Engels dan toch niet zo accentloos. Kevin komt uit Amsterdam en samen hangen we de komende dagen wat rond in Sofia. Hij maakt een klein Oost Europees tripje, Budapest, Zagreb en Sofia. Hier zijn wij met onze gids bij de bekendste kathedraal van Sofia, met gouden dak.
Ook hebben we allebei nog een typisch Bulgaars ontbijt, mekici. Het smaakt naar olliebollen en is prima om de dag mee te beginnen.
Bulgarije is trouwens de armste lidstaat van de EU, het minimumsalaris is ongeveer 320 euro in de maand. Gemiddeld ligt het salaris op zo’n 6 a 700 euro per maand, maar je verdient meer in het bedrijfsleven als bijvoorbeeld medewerker van een callcenter dan als leraar voor een publieke basisschool. Dit is weinig geld voor ons Nederlanders. We verbazen ons er continu over dat alles zo goedkoop is. Een halve liter bier in een Bulgaars restaurant is bijvoorbeeld 2,1 lev (ongeveer 1 euro en 5 cent)
Voordat we allebei vertrekken hebben we nog de Vitosha berg beklommen, net buiten de stad. Sofia heeft een aantal mooie gebouwen in de oude stad, maar voor de rest voelt het een beetje beklemmend aan. Er zijn niet veel grote open ruimtes en ‘s nachts wordt het niet zo goed verlicht. Wel fijn om even buiten de stad te zijn en adem te halen dus. We zijn niet helemaal tot de top geklommen, maar wel tot de waterval. In het echt ziet het er indrukwekkender uit dan op de foto, maar hier toch nog een fotootje (gastje rechtsonder voor schaal).
Na onze klimtocht komen we terug in het hostel en is de eigenaar ruzie aan het maken met een vrouw. Het lijkt erop dat ze niet wil betalen. Ze klaagt over het geluid en dat het niet schoon genoeg is, maar dit valt reuze mee in dit hostel. Waarschijnlijk is het gewoon een trucje om niet te hoeven betalen. Ze roepen een tijdje naar elkaar totdat de vrouw vertrekt (zonder te betalen). De eigenaar van het hostel loopt boos naar achteren, ik hoor hem nog net “f*cking gypsies” mompelen.
De volgende dag vertrekt Kevin terug naar huis en neem ik de bus naar Thessaloniki. De bus vertrekt een uur later dan gepland van het busstation en van een andere plek waar hij had moeten vertrekken. De buschauffeur ziet er ook nogal vaag uit. Tijdens de rit slingert hij regelmatig over de weg en oja, hij was ook nog ff vergeten te tanken dus toen we aankwamen bij de grens met Griekenland draaide hij om en reden we een heel stuk terug Bulgarije in om te tanken.
Bij de grens gelooft de Bulgaarse vrouw bijna niet dat ik het ben op mijn paspoort. Oké, ik heb bijna geen haar meer op mijn kop maar toch, voor de rest zie ik er niet zo anders uit. Ze vraagt wel 3x om mijn naam en bekijkt me van top tot teen. Blijkbaar heb je in dit gebied veel vluchtelingen, maar een vluchteling met een Nederlands paspoort, Nederlands rijbewijs, Nederlandse bankpas en een museumjaarkaart met mijn kop erop lijkt me toch wel sterk. Uiteindelijk mag ik erdoor. Aan de Griekse kant kijkt er een vent een halve seconde naar me en zegt Joeeeee kom maar door. Tip voor vluchtelingen naar West Europa, ga na Griekenland niet via Bulgarije maar probeer een andere route. Wellicht Noord-Macedonië?
De buschauffeur stuntelt nog een beetje verder maar uiteindelijk komen we aan in Thessaloniki. Blijkbaar zaten de Bulgaarse medereizigers al de hele reis op hem te zeiken, dat hij niet kon rijden. Hij reageerde met, dan rij je volgende keer toch lekker zelf?
Enfin, we zijn in Thessaloniki en het voelt meteen een stuk gezelliger. Mensen zitten buiten op het terras, het weer is beter en er zijn een hoop open ruimtes. En het ligt aan zee natuurlijk. Top. Het hostel ziet er ook beter uit en ik heb een bottom bunk in plaats van een top bunk zoals in Sofia. Yes!
Ik ben hier de komende dagen en daarna wil ik graag de Olympus beklimmen. We zullen zien of dat een beetje te regelen is. Voor nu neem ik een gyrosje en een biertje (Mythos) en breng ik later weer verslag uit. Joejoeee
2 notes
·
View notes