#tsjilp!
Explore tagged Tumblr posts
Text
IN TSJILP! LATEN EPPIE DAM EN LIENKE BOOT VOGELS KWETTEREN EN KWINKELEREN
Ooit heb ik weleens meegedaan aan de nationale tuinvogeltelling. Daardoor weet ik dat het eigen erf diverse soorten gevederde vrienden herbergt. Heb ik zo een gedeelte van de dag iedere vogel gespot die mijn grondgebied betreed, ontdek ik opeens hoeveel leven de tuin eigenlijk kent. Daarvoor was het besef daarvan nauwelijks aanwezig. In de bomen en tussen de struiken is het een rumoer van belang wanneer je er aandacht voor hebt. Een arendsoog en een luisterend oor. Luister ik beter, zie ik meer. Want het tjilpt en piept, fluit en krast er niet alleen. Het zoemt en bromt, fladdert en vliegt er ook nog eens. De bloeiende bloemen trekken vlinders en bijen, muggen en andere insecten aan.
Met de tuinvogeltellijst in de aanslag deed ik het aantal vogels aanvinken. Misschien zag ik minder mussen dan een voorgaand jaar, maar meer mezen. Een vink nestelde zich op een tak en een kraai vloog over. Telt deze dan wel mee? Een gaai liet zich schuchter zien en de specht keek eerst de kat uit de boom. Geen vinkje. Er schijnen mensen te zijn die aan de zang de soort herkennen, want ieder vogeltje zingt toch altijd zoals het gebekt is. Het kwaken schrijf ik toe aan de wilde eend en het gekras aan de roek of kraai, maar verder reikt mijn klankenschat niet. Daarin ben ik ongeletterd.
Eerlijk moet ik toegeven dat veel van de 25 vogels die dichter Eppie Dam bezingt in de uitgave “Tsjilp!” mijn tuin nog nooit hebben aangedaan. En ook nooit zullen aan doen. Maar andere kan ik wel spotten door het jaar heen. De huismus en de spreeuw, de roodborst en de koolmees zijn vertrouwde gasten. De kauw daarentegen en de ekster zijn minder aangenaam. Voor het baardmannetje en de vink veer ik op van mijn stoel. De bonte specht en de vlaamse gaai maken mij meer dan enthousiast. Op mijn wandelingen met de hond tref ik dan de fuut, de zwaan, de waterhoen en de turkse tortel aan. Boven mijn hoofd cirkelen zilvermeeuwen die afkomen op het brood dat ik strooi voor de wilde eend. Gierzwaluwen pikken behendig insecten uit de lucht. In de verte hoor ik een grutto roepen: gritogriit. Hij heeft op zijn beurt een biddende torenvalk gespot en probeert deze af te leiden van zijn nest. Opeens wordt er krachtig aan de lijn getrokken en kan ik nog maar amper mijn arm in de kom houden. De hond heeft een reiger tussen het riet ontdekt en wil de vogel de stuipen op het lijf jagen. De ielreager wordt echter niet door Dam met een gedicht vereerd, wel de earrebarre - de ooievaar.
Het zijn vrolijke verzen die Eppie Dam aan de diverse vogels heeft toegedicht. Veelal zingt hij ze toe, maar ook eens trekt hij het verenkleed zelf aan. Is hijzelf de zanglijster die slakken op het aambeeld hakt. Is Eppie het pulletje van de fuut, dat bij onraad op de rug van moeder kruipt. En ziet hij zichzelf als ijsvogel in het spiegelbeeld van de sloot. Hij bevraagt de vogels retorisch omdat hij kennis wil over hoe en waarom. De vogels zullen niet antwoorden. Maar het zet de lezer wel tot nadenken. Of de ooievaar vanuit zijn hoge nest wel naar de grond durft te kijken en of het daarboven wel veilig is met een harde wind. Hoe vindt de vlaamse gaai zijn voorraad eikels terug in de harde wintergrond. En hebben zwanen gedachten. Waar heeft de kokmeeuw zijn kop in gestoken, in de stront of in de chocola.
En hij dicht een enkele vogel wel menselijke trekken toe. Zoals de kauw, die in het Fries kortweg Ka heet. K. als van het intitaal van een verdachte. Maar wat heeft K. misdaan. Een ieder getuigt dat hij op een paard zat om een haar te stelen en de wol van een slapend schaap pikte. Eppie Dam weet het eigene van de vogel in zijn spitsvondige gedichten te bevriezen. Het zijn geen koude constateringen, maar warme waarnemingen. Even speels en dynamisch als de vogels zelf zijn. Zij kunnen de verzen zelf bedacht hebben, zelf gezongen en gekwinkeleerd in de vroege morgen en de late avond. Dam verstond de taal en noteerde de spraak.
De zanglijster, de houtekster en de ijsvogel hebben een laagje aandacht meer nadat ik de woorden van Dam heb gespeld. Die woorden overkomen mij niet vreemd hoewel deze in geef Frysk zijn geschreven. Ik beheers deze minderheidstaal in luisteren, lezen en spreken. Het schrijven gaat mij slecht af en zal nooit zo helder zijn als het lyrische schrift van Eppie Dam. Door het gebruik van de Friese taal heeft deze uitgave een beperkte actieradius. Het grondgebied van de provincie Friesland en dan alleen nog de mensen die de taal kunnen lezen, want er is veel import die het Frysk niet machtig zijn. En dan is er nog een grote groep Friezen om utens die zich overal ter wereld bevinden. Maar er schijnt een vertaling in het Nederlands te zijn, hoewel deze aan levendigheid en kracht inboet. De memmetaal, de moerstaal waarin je denkt en leeft zoals Dam in het Fries doet, kan maar moeilijk in een vertaling de waarde krijgen die het van nature heeft. Want woorden en uitdrukkingen zijn taaleigen en laten zich niet of niet eenvoudig in een andere taal overzetten.
Goed beschouwd kan elk zich wel verlustigen in de gebonden “Tsjilp!”. De vogels twitteren en tjilpen, krassen en kwaken, roffelen en roepen in en door de gedichten van Eppie Dam. De betekenis van die woorden hoef je echter niet te kennen. Fonetisch zingen de verzen als vanzelf. Het Fries is naast een ruig boers dialect een lyrisch poëtische taal. Maar ik ben natuurlijk bevooroordeeld, dat is een ding dat zeker is. De kleurige afdrukken van de uit linoleum gesneden afbeeldingen daarbij kennen geen taalgrenzen. Deze zijn voor een ieder waar dan ook te beschouwen. De vogels stappen en scharrelen, zweven en zwieren door de composities en over de bladzijden van het boek. De platen zingen als het ware in het gehoor. Lienke Boot heeft de door haar afgebeelde vogels met aandacht bekeken en met vaste hand gesneden. Elke karakteristiek, oogopslag en beweging, is door haar vastgelegd in de meerkleurige afdrukken. Het maakt het boek naast leesbaar zeker kijkbaar.
Tsjilp! 25 fûgelgedichten foar grutte en lytse protters. Eppie Dam. Mei lino’s fan Lienke Boot. Utjouwerij De Ryp, 2017 – derde druk 2023.
1 note
·
View note
Photo
A comic (part 1/2) I made for the Dutch Highlife magazine that was published in 2020.
I couldnt ad the full comic in one post. Kinda long (: So the last 3 images I will put in the next post.
#comic#animals#comicart#marcspanjers#bats#kylie#oehoe#owl#worms#wroef#wrek#pigs#tsjilp#bird#keefkuifduiker#dabats#heavenshamsters#edilbertodelree#parrots#highlife#magazine#webcomic
0 notes
Note
17. tommy, caz
Send 🃏 And I’ll Generate An AU From The List Below!
Tommy: The man hadn't felt that he had been hurt in battle until it had long passed and he was walking back towards his home. The small village was nothing but a few huts put together and a long march from the main battlefield, but Thomas had found it his duty to fight. Fighting for his lord and because he was good at it. The trance was starting to wear off and the berserker once again turned into a man with his bruises and bloodied cuts. A sound alerted him and within moments his axe swung to the nearest tree, settling itself into the bark next to the head of the one who had followed him. "The next one is in your skull. Why are you following me?"
Caz: The druid was always travelling from one point of the realm to the other. He didn't like staying in one place for too long unless he was summoned by other druids. With his staff and his cloak firm about his body he stalked through the woods, off the main road. His feet didn't make any sound and the birds tsjilped on as he passed. He was their friend as of all all that grew. He heard someone shouting for help ahead and frowned, looking about himself until he found a woman hanging from a trap quite high up in the tree. Biting his lower lip he pulled out the small knife he carried for cutting his herbs. "Brace yourself." He told the other as he cut the rope, sending the woman to the ground. Caz winced. "I am so sorry... I couldn't get you down in another way. Are you hurt?"
@titanofthemoon
1 note
·
View note
Text
Expositie 'Twee zielen, één natuur'
Expositie ‘Twee zielen, één natuur’
19-05-2020 SLOTEN – Museum Sloten is maar wat trots op deze twee inwoners van de stad: samen maakten ze al eerder het boek Tsjilp! 25 fûgelgedichten foar grutte en lytse protters, en nu is hun werk van april tot en met oktober 2020 in het echt te zien in de expostie ‘Twee zielen, één natuur’.
Het idee van de dichter Eppie Dam is van boerenkomaf en opgegroeid met weilanden en vogels. Helaas is…
View On WordPress
0 notes