#rituelen rondom de dood
Explore tagged Tumblr posts
Text
Dollende doden en dolende dollen. Laat niet met je sollen. Laat die dolle doden je altaar niet mollen! Heks brandt wierook met tranen naast bloemen en kaarsen. Goede reis, meisje meis, wel thuis in jouw zielshuis.
Dollende doden en dolende dollen. Laat niet met je sollen. Laat die dolle doden je altaar niet mollen! Heks brandt wierook met tranen naast bloemen en kaarsen. Goede reis, meisje meis, wel thuis in jouw zielshuis.
Toen mijn voormalig verloofde en beste vriend zich van het leven beroofde werd ik ‘nachts wakker, omdat hij op mijn piano zat te spelen. Ik wist zeker, dat hij het was, want hij kon helemaal geen piano spelen. Op dat ene liedje na. Slechts een paar akkoorden. Altijd dezelfden. Ik had hem dit eindeloos horen spelen, als we met collega’s aan het doorzakken waren in de kroeg, waar ik lang geleden…
View On WordPress
#altaar voor de doden#backflow wierook brander#Bardo#contact met overledenen#de dunne scheidslijn tussen levenden en doden#dode komt afscheid nemen#doorgewinterde alcoholistische vrienden#eind aan zijn leven gemaakt#hele foute zwarte grappen#Hij heeft zelfmoord gepleegd.#je verhangen#kaarsje branden#Kleine performances#lichtlichaam#Mahakatyayana#overgangsperiode van 49 dagen ook wel &039;bardo&039; genoemd#overlijden#pil van Drion#prevelementen te brabbelen#rituelen rondom de dood#schateren in ons geestesoor#spoken#suïcidaal#suïcide#troetelnaampje#wierrookkegel#zelfmoord plegen
0 notes
Text
Armarons Slangentong
Het geschiedde zo dat op een dag een duivels monster het koninkrijk van Lithenus binnenkroop. Boodschappers lieten de koning weten dat een gigantisch serpent zich een weg baande door het koninkrijk. Een onnatuurlijk wezen dat vuur over de dorpen heen spuwde en er zowel de inwoners als het vee levend verslond. De koning zond manschappen op onderzoek uit. Daar waar ooit beschaving stond, vonden zij nu enkel nog hopen van as, verkoolde stenen en lichamen. Daar zagen ze de onmiskenbare sporen van een groot ongoddelijk schepsel dat in het puin had gewroet. Sommigen van de koningsmannen kwamen het monster tegen in de bossen en zij getuigden over een grote gevleugelde hagedis die bomen omver duwde, de grond deed schudden en vuur kwijlde. Dat gedrocht achtervolgde hen, en het beet, brulde en krabde als de duivel. Wie aan de tanden kon ontsnappen, verging in de vlammen. Van veraf kon men het beest horen krijsen en sissen in verafgelegen valleien.
In al zijn dapperheid verklaarde de koning de oorlog aan de duivel. Hij zond legers van zijn beste soldaten naar het beest toe maar alles was teniet toen ze allen verdampten in de adem van het beest. Geen leger groot genoeg en geen held dapper genoeg kon het monster tegenhouden.
Verstoorde vluchtelingen wiens thuis was verwoest onder de woede van het monster, trokken als nomaden door het land en krankzinnig van wanhoop en verdriet vertelden of schreeuwden ze de vreselijke verhalen over de draak. Het hele land leefde in angst en nadat zijn leger was uitgeput, kreeg de koning te horen dat het monster zich richting het paleis bewoog. Het was toen dat de koning in wanhoop tot zijn volk sprak. Hij beloofde om de persoon die de draak kon doden rijkelijk te belonen met een beloning naar wens.
- - -
Het was toen dat hij verscheen. Armaron. Voor al dat de inwoners van Lithenus wisten bestond hij voorheen enkel nog maar in verhalen, maar op die dag stond hij plots in de troonzaal. Druipnat van de regen en met de punten van de wachters' hellebaarden tegen zijn lichaam gedrukt, sprak hij de koning met geheven stem aan. Hij kon de koning de dood van de draak beloven, als de koning hem iets anders kon beloven.
Aan Armaron's vermogen om de draak te doden twijfelde de koning niet, want ook hij had Armaron's naam al in vele verhalen gehoord. Armaron werd door velen gevreesd.
Men vertelde dat zijn mond, tanden, speeksel en tong in staat waren tot goddeloze dingen. De spreuken en bezweringen die zij hadden uitgesproken, hadden keer op keer tot waanzin en terreur geleid. Met zijn slangentong kon hij meer verrichten dan een koning kon met de macht van een heel land.
Zijn stem kon haast sluipen, zo zacht kon het fluisteren dat de zinnen om iedereens oren heen kropen en zich enkel lieten horen aan wie het moest horen. Maar zijn stem kon ook evengoed brullen, zo luid dat het donder overtrof en het tot kilometers ver zou galmen.
Hij kon woorden uitrekken tot trage geluiden die klonken als gezang of geruis. Maar hij kon ze ook uitspuwen aan zo'n onmogelijke snelheid dat een mens het nauwelijks kon verstaan.
Hij kon spreken in honderden talen, waarvan sommigen al eeuwen lang dood waren. Soms begreep niemand wat hij zei, dan kon enkel het heelal de tovenaar verstaan.
Hij kon meerdere zinnen tegelijk spreken. Hij kon gefluister verstoppen achter luidere woorden. Hij kon tegen verschillende mensen tegelijk spreken, over verschillende onderwerpen, in één enkele adem.
Onopgemerkt weerklonken er altijd kwade bedoelingen in de echo van zijn stem. Hij kon de wereld rondom hem doen dansen met zijn woorden. Hij kon de omgeving waar zijn eigen lichaam door waadde, doen gehoorzamen aan zijn bevelen.
Als God ooit iets over deze wereld te zeggen had, dan sprak Armaron Hem tegen.
Als de duivel ooit iets van plan was, dan volgde het op Armaron's woord.
Als Armaron ooit iets wou, dan zou Armaron er om vragen en de wereld zou buigen, de aarde zou springen, het heelal zou zwoegen tot als Armaron had gekregen waar hij om vroeg.
Want jaren geleden had Armaron het universum zijn slaaf gemaakt en nu was hij een machtige tovenaar op een eindeloze zoektocht naar nog meer macht. Armaron wist altijd wat hij deed. Hij wist altijd wat er gaande was. Hij was altijd iedereen te slim af. Hij kon iedereen bedriegen. De Duivel zou nog trots op hem zijn geweest, als Armaron niet ook Hem beduveld had.
En nu sprak deze man met zijn slangentong de koning aan, bood hij de koning de enigste oplossing aan die er was. En de prijs ervan.
Tovenaars zoals Armaron zoeken geen goud. Ze zoeken geen land. Ze zoeken geen geluk. Ze zoeken meer macht. Of een onsmakelijk object, een ingrediënt dat ze nodig hebben voor hun ongoddelijke rituelen of duivelse spreuken. Armaron's prijs was duurder dan een mensenleven. In feite, het was een mensenleven. Een mensenleven dat zo dierbaar was. De koningin sprak fel tegen. Zij zag liever het koninkrijk ondergaan in de vlammen van het beest. Maar de koning dacht aan zijn volk. En met woede en verdriet in zijn stem gaf hij toe aan de tovenaar. Zo geschiedde het. De tovenaar verdween.
- - -
Er wordt verteld dat twee dagen later Armaron de draak had bereikt. Dat de draak had vuurgespuwd, dat Armaron zijn bezweringen de hemel in had geschreeuwd en de draak was opgegaan in zijn eigen vlammen. Sindsdien was er geen teken meer van de draak te vinden. Het beest was verdwenen.
- - -
Weer twee dagen later stond Armaron opnieuw voor de koning en eiste hij zijn beloning op. De koningin werd het zwijgen opgelegd en de koning droeg de beloning tot aan Armaron, maar voor hij het kon overhandigen werd het te veel voor hem. Hij zakte tot op zijn knieën en huilde over zijn dochter, het kleine kind dat hij in zijn armen hield, de beloning die hij moest overdragen aan Armaron. Plots beviel hij zijn onderdanen om Armaron buiten te gooien en een kar te vullen met goud om die als beloning met Armaron mee te geven. Schreeuwend van woede werd de tovenaar door de bewakers naar buiten gesleurd. Terwijl hij tierde en vloekte sprongen de ramen in de troonzaal en vlogen de gordijnen in brand. De kandelaar stortte naar beneden en sommige bewakers geraakten behekst en stierven terplekke. Maar uiteindelijk werd de tovenaar buitengezet en werden de deuren gesloten. De bewaking werd overal in het kasteel versterkt. Armaron was buitengesloten. Na een aantal uren zagen de bewakers vanop de muren hoe Armaron van het paleis wegwandelde. Hij had zijn kar vol goud voor de kasteelpoort laten staan.
Die nacht sliepen de koning en koningin dicht bij hun éénjarige kind. Bewakers waren voor de slaapkamerdeur geplaatst. Maar in de slaapkamer kwam Armaron uit de schaduwen gestapt. In stilte nam hij de prinses uit haar bed. De koning ontwaakte en zag Armarons grijns in het duister. De koning schreeuwde nog maar met het kind in zijn armen verdween Armaron voor goed.
1 note
·
View note
Text
Levenslang - door Hayat
In mijn eerste blog vertelde ik kort iets over mijn spierziekte, SMA type 2. Rondom deze spierziekte is sinds december 2016 wereldwijd ineens veel te doen. 34 jaar lang beheerst deze ziekte mijn leven en dat van mijn ouders toen ik jonger was. Alsof het gisteren was, zie ik mijzelf als vierjarig kind met mijn vader in de spreekkamer bij de dokter. Ik zat op de grond te spelen aan een tafeltje vol speelgoed. Mijn vader was in gesprek met de arts; ze keken allebei mijn kant op. Ik hoor de arts tegen mijn vader zeggen: “uw kind wordt niet ouder dan 12 jaar, misschien dat nog niet eens”. “ Geniet van elkaar!” “Wij kunnen helaas niks voor u en uw kind doen”. Het volgende moment zat ik bij mijn vader op zijn nek en liepen we lachend en honderduit pratend het ziekenhuis uit. Ik had geen idee van wat ik zojuist had gehoord en totaal geen besef welke diagnose mij te wachten stond. Wat moet dat anders zijn geweest voor mijn vader op dat moment. Wat zou er door hem heen zijn gegaan?
Wat is SMA? Spinal Musclaire Atrofie is een erfelijke ziekte. De spieren worden steeds zwakker totdat je uiteindelijk verlamd raakt. Ook worden de spieren dunner en sterven de zenuwen langzaam af. SMA kent 4 varianten, type 1, 2, 3 en 4. Hoe jonger de diagnose vastgesteld wordt, hoe heftiger de vorm van de ziekte. Het tempo waarin de ziekte achteruit gaat is per type en zelfs per persoon verschillend. Naast spierzwakte kun je ook slik-, kauw- en ademhalingsproblemen krijgen.
Een dag uit mijn leven Voor mij persoonlijk betekent het een leven met veel beperkingen, ondanks dat ik hier allerlei oplossingen en trucjes voor heb ontwikkeld door de jaren heen. In de ochtend word ik geholpen bij de persoonlijke verzorging. Dit houdt in dat ik anderen vertel hoe ik bijvoorbeeld gewassen wil worden, welke kleren ik aan wil, of ze willen controleren of mijn kleren niet geplooid zitten om doorzitplekken te voorkomen, hoe voorzichtig ze moeten zijn met het aantrekken van mijn sokken en schoenen (omdat mijn voeten snel kneuzen), hoe ze de tilmat moeten aanbrengen zodat ik er niet scheef in kom te hangen, hoe ik in mijn rolstoel wil zitten (zodat ik dit de hele dag vol kan houden), hoe ik mijn haar wil hebben omdat ik dit niet meer zelf kan, welk luchtje ik op wil op en welke sieraden ik om wil. Na dit ritueel ben ik bijna klaar om naar mijn werk te gaan. Voor dat moment daar is, doet iemand mijn jas nog aan en mijn sjaal om. Ze hangen mijn laptoptas achter op mijn rolstoel en word ik nog even geholpen met het optillen van mijn theebeker, omdat het in de ochtend zelf niet lukt. Later op de dag weer wel. Een aantal van deze rituelen herhalen zich wanneer ik naar de wc wil en wanneer ik in de avond naar bed ga. Al deze handelingen kan ik niet meer zelf doen doordat de spierkracht ontbreekt in mijn armen en benen. Alles tegen de zwaartekracht in is onmogelijk geworden. Een griepje of verkoudheid is voor mij een directe dreiging en brengt altijd angst met zich mee. Angst voor een longontsteking, angst voor een IC-opname en vooral angst dat dit weleens een dodelijke afloop kan hebben. Ben ik hier dan elke dag mee bezig? Nee! Gelukkig niet. Het leven gaat door en al gauw val ook ik net als iedereen in de waan van de dag.
In mijn achterhoofd heb ik al die jaren onbewust de boodschap “we kunnen niks meer voor je doen” gebruikt als motivatie om te leven binnen de mogelijke grenzen. Lopend ging ik er niet komen dat was mij wel duidelijk, maar zittend en rollend kwam ik toch ook echt ver genoeg. Bij elke nieuwe uitdaging dacht ik gewoon proberen en ik zie wel of het lukt. Op die manier ging ik studeren, stagelopen, werk zoeken, op mezelf wonen en heb ik mijn rijbewijs gehaald. Al gauw ontdekte ik dat ik binnen die beperkingen van SMA nog zoveel meer mogelijkheden had. Vaak dacht ik als de ziekte nu zo blijft zoals het is, wil ik hier prima 100 jaar mee worden. Het is te doen, maar dan moeten er geen gekke dingen gebeuren. Toch?
Medicijndoorbraak in Amerika Zaterdag 24 december 2016 keek ik op mijn telefoon terwijl er een twitterbericht in beeld verscheen. FDA approves waren de twee woorden die ik snel kon lezen voordat het bericht uit beeld verdween. In mijn achterhoofd dacht ik meteen dat dit iets te maken had met SMA en opende het bericht uit nieuwsgierigheid. In het bericht stond dat de FDA (Federal Drugs Administration) in Amerika onmiddellijk goedkeuring heeft afgegeven voor het medicijn Spinraza voor behandeling van SMA. Ik heb het bericht wel 20 keer gelezen. Tegelijkertijd gingen er duizenden gedachtes door mij heen. Voor wie is dit mogelijk? Voor alle SMA-typen? Voor de allersterkste of juist de jongste? Ben ik niet al te oud? Wat doet het medicijn dan precies? Weten ze het wel zeker? SMA was toch niet te genezen? Is het wel te genezen? Kan dit ook in Nederland? Wil ik dit ook? En ga zo maar door.
Voor het eerst in mijn leven kreeg hoop een nieuwe betekenis. Niet omdat ik straks verwacht dat ik lopend door het leven ga maar dat de ziekte die niemand kent ineens erkenning krijgt. Hoop dat de progressiviteit gestopt kan worden, hoop dat er geen kinderen en volwassenen meer overlijden aan de gevolgen van SMA, hoop dat de kwaliteit van leven verbeterd kan worden. Bovenal hoop dat ik geen afscheid meer hoef te nemen van spieren die vandaag nog wel werken en morgen dood zullen gaan. De dagen erna beheerste dit bericht mijn gedachten en vooral mijn gevoel. Ik fantaseerde er lustig op los, in gedachten gooide ik mijn armen in de lucht, kon ik mezelf aankleden, verplaatsen en gaf ik iedereen die ik tegen kwam high fives.
Vier dagen na dit bericht ben ik met mijn broertje naar Düsseldorf gereden waar we samen gezellig de stad zouden verkennen. Voordat ik de auto in stapte om hem op te halen van zijn werk in Den Haag had ik het gevoel dat ik iets vergeten was. Ik liep, al rijdend naar hem toe, het lijstje af in mijn hoofd. Alle voorwerpen en dingen die ik nodig had om een paar dagen van huis te zijn had ik toch echt bij me? Eenmaal aangekomen in Den Haag was ik overtuigd dat ik alles mee had en vertrokken wij richting Duitsland. Na het inchecken gingen we naar onze kamer en viel mijn oog daar op het stopcontact en bedacht mij dat dat een perfecte plek is om mijn rolstoel later die avond aan op te laden. Terwijl ik dit dacht hoor ik mezelf zeggen ‘oh nee hè!’. Ineens viel het kwartje. Ik was het allerbelangrijkste vergeten mee te nemen, de rolstoellader. Lachend vertel ik mijn broertje wat ik nou vergeten was mee te nemen. Hij keek mij aan en zei: “Je was zeker al genezen hè!”. Met die opmerking stond ik weer met vier wielen op de grond. Ondanks het fijne gevoel dat het bericht mij gaf, heb ik nog steeds SMA en de bijhorende beperkingen en dus ook de nodige hulpmiddelen. In Nederland is levenslang 20 jaar. Hoe lang zou mijn levenslang met SMA zijn?
1 note
·
View note
Text
Het islamitisch verleden van Nederlandsch-Indië
Langzaam maar zeker wordt Nederlands-Indië écht verleden. De laatste Nederlanders die onze kolonie in de Oost zelf meemaakten, hebben inmiddels een respectabele leeftijd. En degenen die in de jaren dertig of eerder de kolonie in zijn ‘gewone’ functioneren hebben beleefd, zijn nog maar gering in getal. Je kunt niet zeggen dat voor mijn generatie - ik ben van 1951 - het Indisch verleden een grote rol gespeeld heeft. De Indische Nederlanders die ik gekend heb, waren over het algemeen weinig genegen herinneringen op te halen en leken Indië eerder te willen vergeten. Er was de rijsttafel natuurlijk, als culinaire folklore. Er was de Max Havelaar - een meesterlijk boek dat nota bene koloniale bestuursverhoudingen als uitgangspunt heeft. Zelf heb ik nog een overgrootvader die als militair in de Atjeh-oorlogen gevochten heeft - een Duitser die na zijn afzwaaien kennelijk Nederlander was geworden en naar Amsterdam verhuisd. Als kind heb ik zijn conduitestaat wel eens gezien - een officieel papier waarop precies stond aangegeven wanneer, waar en hoe hij hoeveel opstandige inlanders had omgebracht. Maar dat papier is helaas ergens in de gestie van de familiepapieren verloren gegaan.
Nee, ofschoon er over Indië veel is geschreven - door Rudy Kousbroek bijvoorbeeld - kun je niet zeggen dat voor iemand als ik, zonder mensen om mij heen die van heimwee last hadden, Nederlands-Indië levend verleden is. Er zijn natuurlijk de hete hangijzers van de koloniale oorlogen - de laatste, die lang vergoelijkend Politionele acties heetten, en de Atjeh-oorlog, nota bene een poging tot gebiedsuitbreiding van het Nederlands koloniaal gezag, die met onderbrekingen geduurd heeft van 1873 tot 1913. Terecht heeft de socioloog Bram de Swaan een aantal jaren geleden gewezen op het wonderlijk gebrek aan academische belangstelling voor de Atjeh-oorlogen, terwijl er in sommige fases van de strijd duidelijk sprake lijkt te zijn geweest van genocidale praktijken. Het lijkt soms net alsof in het Nederlands historisch bewustzijn (voor zover dat bestaat) eeuwen aanwezigheid in de Oost zoveel mogelijk als dood, afgehandeld verleden gelden, waarop men liever niet terug moet komen, en dat voor de verhoudingen in het huidige Nederland in ieder geval niet relevant is.
Toch is er tenminste één beleidsterrein waarop, naar mijn mening, de koloniale bestuurservaringen direct in het oog springen: de islam. Het primaat van religieuze voorschriften boven de burgerlijke wet, de afkeer onder sommige islamieten van ‘ongelovigen’, zelfmoordaanslagen, de neiging om een kalief te willen zien als hoogst gezag van de wereldwijde ‘oemma’, de plicht tot de heilige oorlog, de jihad - het zijn allemaal elementen uit de hedendaagse discussie. En het waren evenzeer discussiepunten in de XIXde-eeuwse koloniale bestuurspraktijk in Nederlands-Indië, en in die daarna. De bestuurlijke dilemma’s waren niet zo heel erg verschillend van die nu. Hoe ga je om met de islam, wanneer deze af en toe functioneert als een opstandige, het werelds gezag trotserende ideologie: tolereren, onderdrukken, manipuleren, negeren, vergoelijken? Ik zie eigenlijk niet in waarom er voor Nederland nu, ten goede en ten kwade, niet iets te leren zou zijn van de ervaringen op dit gebied in Nederlands-Indië. Want zoals Indonesië nog steeds, was ook de kolonie het grootste moslim-land ter wereld.
Met een zekere verwachting las ik dus Pelgrim, een zojuist verschenen levensbeschrijving van Christaan Snouck Hurgronje (1859-1936). De auteur daarvan is Philip Dröge, een schrijver en amateur-historicus (niet onaardig bedoeld want dat ben ik zelf ook). Snouck was een tot ver buiten ons rijk bekende arabist en kenner van de islam, die - grote zeldzaamheid - als Westerling die zich tot de islam had bekeerd, de heilige plaats Mekka heeft bezocht en daar zelfs een paar maanden woonde, in 1885. Pelgrim bevat een indrukwekkende bibliografie, en een alleszins prijzenswaardige verantwoording van bronnen. Maar een academische studie is het niet - eerder een spannende levensbeschrijving waarin de schrijver poogt - en met succes vaak - zijn onderwerp van vlees en bloed te laten zijn. Daarbij schuwt hij geenszins de introductie van vertelelementen - genre ‘ hij sloeg het boek dicht en wist nu wat hem te doen stond’. Pelgrim begint dan ook met een pakkende beschrijving van Snoucks besnijdenis.
Ik heb Pelgrim met veel plezier gelezen. Zoals velen wist ik wel dat Snouck de stoutmoedige reis naar Mekka had ondernomen, maar absoluut niet hoe dat in zijn werk was gegaan. Dröge vertelt een buitengewoon interessant verhaal. Snouck opereerde vanuit de havenstad Jeddah, bij Mekka, waar een Nederlands consulaat was gevestigd in verband met de pelgrims uit Nederlands-Indië - de Nederlands staat faciliteerde de bedevaart voor de onderdanen uit de Oost. Nadat een religieuze commissie zich had overtuigd van de Koran-kennis en oprechte bekering van Snouck (thans Abd-al-Ghaffar geheten) mocht hij met toestemming van het Ottomaans bestuur naar Mekka. Daar conformeerde hij zich zo veel mogelijk aan de plaatselijke gebruiken en rituelen: hij deed er vrienden op, en kocht zelfs een slavin voor in bed. Net voordat de hadj begon, werd hem echter vertrek aangezegd, maar toen had de ondernemende arabist al een schat van ervaringen opgedaan, waarover hij een leven lang zou publiceren.
Was de bekering oprecht? Dat is moeilijk te zeggen - Snouck zou zich in zijn latere leven nog vaker van zijn mohammedaanse alter ego bedienen. Zeker is daarentegen dat zijn onderzoekingen in opdracht van de Nederlandse regering waren, en in dat opzicht ook zeer succesvol: men wilde nader inzicht verwerven in de denkwereld van de moslims van Nederlands-Indië, en dan natuurlijk met name in het verschijnsel van de jihad, de heilige oorlog tegen de vijanden van de islam, die in Atjeh en ook elders op Java en Sumatra met enige regelmaat tegen het koloniaal bestuur werd afgekondigd en - leek het soms - ook door de kalief-sultan in Istanboel en de rest van de wereldwijde oemma van harte werd gesteund.
Dröge heeft, zoals gezegd, met zijn boek geen academische pretenties, maar dat betekent wel dat ik als lezer met veel onbeantwoorde vragen blijf zitten. Waar stond Snouck in de in deze tijd levendige internationale debatten over aard en wezen van de islam, en in de ook in Nederland bekende opvattingen van de Fransman Ernest Renan over de onverenigbaarheid van de islam met allerlei vormen van moderniteit, economische dynamiek etc.? Interesseerde hem dat niet en beperkte hij zich tot de bestuurlijke problematiek rondom Nederlands-Indië, en taal- en cultuurbeschrijving? Het gebrek aan wijdere context valt nog meer op wanneer Pelgrim zich met Snouck verplaatst naar Nederlandsch-Indië, waar de ondernemende geleerde in 1898 arriveert. Hij wil direct naar brandhaard Atjeh, maar moet aanvankelijk op Java blijven. Over het algemeen krijg je trouwens vaak de indruk dat de koloniale civiele en militaire autoriteiten in de Oost weinig geduld en waardering aan de dag legden voor de erudiete inzichten van deskundige Snouck.
Diens eerste studieobject in Indië is de stad Cilegon in de streek Bantam, waar zich juist een jaar tevoren een islamitisch gemotiveerde opstand tegen het Nederlands gezag heeft voltrokken, die aan de assistent-resident J.H.H. Gubbels en talrijke andere Europeanen het leven heeft gekost. Snouck bezoekt de gevangenis en treft daar een van zijn vrienden uit Jeddah aan, opgesloten als aanstichter van de opstand. In een artikel in de Gids in 1923 - hij was toen al jaren een wereldberoemde hoogleraar te Leiden - heeft hij een boekje open gedaan over zijn bevindingen. Bij de bestraffing van de opstandelingen was het Nederlands gezag vaak uitgegaan van onbetrouwbare verklaringen van een gevangen genomen Europese vrouw, wier leven door de opstandelingen was gespaard omdat ze zich tot de islam zou hebben bekeerd. Of de opstandelingen wellicht mede gemotiveerd waren geweest door gerechtvaardigde grieven tegen het Nederlands bestuur, speelde bij de repressie geen of weinig rol. Min of meer lukraak waren allerlei plaatselijke notabelen voor tientallen jaren uit Bantam verbannen naar de Oostelijke eilanden - het Siberië van Nederlands Indië.
Ook elders op Java steekt Snouck zijn licht op, nijver contact houdend met de inlandse bevolking en inlandse autoriteiten. Zijn vereenzelviging met de plaatselijke samenleving gaat zo ver, dat hij ook tot twee keer een islamitisch huwelijk met een inlandse dame aangaat. Tot leidt in de Europese gemeenschap de eerste keer tot enige opschudding, en Snoucks verzekering dat het hier slechts de studie van inlandse huwelijksrituelen betrof, is niet zeer overtuigend omdat hij bij beide vrouwen kinderen verwekt. Tenslotte belandt hij alsnog in Atjeh, leert Atjeehs en dompelt zich ook daar onder in de samenleving. Hij geldt als adviseur van generaal Van Heutz die, zoals bekend, met een politiek van massamoord en afbranden van dorpen poogt elk verzet op Atjeh te breken. Maar in hoeverre Snoucks adviezen gewicht in de schaal legden, blijft in Pelgrim eigenlijk wat onduidelijk. Ze worden in ieder geval zelden opgevolgd - Snouck heeft bijvoorbeeld uitgevonden dat de sultan van Atjeh in deze jaren nauwelijks meer gezag geniet en het verzet tegen de Nederlanders vooral religieus is, maar de formele onderwerping van de sultan blijft een van de hoofddoelstellingen van de Nederlandse strategie in Atjeh.
Ik kan niet beoordelen of de bronnen meer duidelijkheid zouden kunnen verschaffen over Snoucks verhouding tot Van Heutz en andere Nederlandse autoriteiten in Indië. Zeker is dat Van Heutz’ harde hand in Atjeh in Nederland op grote afkeer stuit, wanneer achteraf de bijzonderheden erover in het moederland zijn doorgedrongen. Snouck - in 1910 in Nederland teruggekeerd en spoedig daarna hoogleraar in Leiden - ontwikkelt zich tot pleitbezorger van de Leidse richting in het Indisch bestuur, die - zonder overigens onafhankelijkheid te overwegen - pleit voor meer beschaafde en democratische verhoudingen in Nederland-Indië, en meer inspraak voor de inlandse bevolking. De hooglopende meningsverschillen in het Nederlandse publieke debat - waarbij de Leidenaren voor Rousseau-achtige dromers worden uitgemaakt - vormen voor Dröge kennelijk in het geheel geen onderwerp. Dat valt hem, als auteur van een levensbeschrijving, niet kwalijk te nemen, maar het onderstreept wel dat een meer academische studie over Snouck Hurgronje, met meer aandacht voor context, nog node wordt gemist.
Het genoemde Gids-artikel uit 1923 - een prachtig stuk trouwens dat dankzij de Digitale Bibliotheek der Nederlandse letteren eenvoudig beschikbaar is - is feitelijk een aanklacht tegen de onmenselijkheid en de ruwe domheid en anti-intellectualisme die het bestuur in Nederlands-Indië vaak kenmerken. Aanleiding tot het artikel is dat Snouck een briefje heeft gehad van de vriend uit Jeddah die hij in de cel in Cigelon had teruggezien, en die nu na al die jaren verlof kreeg om uit zijn verbanning op de Oostelijke eilanden naar zijn vaderland Bantam terug te keren. En dat allemaal, stelt Snouck vast, vanwege een opstand in 1888 die kort daarna eigenlijk al uit het collectieve geheugen, ook dat van het Nederlands bestuur, was verdwenen, want er gebeurde zoveel in Indië. Het hardnekkig vergeten van Indisch verleden dat we anno 2017 kunnen waarnemen, is kennelijk al vroeg begonnen.
Philip Dröge: Pelgrim. Leven en reizen van Christiaan Snouck Hurgronje - wetenschapper, spion, avonturier. Spectrum 2017.
Het hierboven genoemde artikel van Snouck uit 1923 is HIER via DBNL te raadplegen.
Afbeelding boven: door het Nederlands gezag in Cilegon gevangen genomen opstandelingen in 1888.
Afbeeldingen onder: een vroeg portret van Christiaan Snouck Hurgronje, met Ottomaanse fez; proces in Cilegon tegen de moordenaars van assistent-resident J.H.H. Gubbels in 1888.
1 note
·
View note
Text
Blunder
Met een lichte paniek komt mijn collega aanlopen; "Wen, kun je me helpen? Volgens mij zit de catheter van mevrouw Gameren verstopt. Ik krijg enorme tegendruk met de blaasspoeling. Ik denk dat je een nieuwe moet gaan zetten." "Oh jee... En is haar zoon er ook?" "Wat een domme vraag wen. Natuurlijk, die wijkt geen dag of moment van moeders zijde." Antwoord collega. Samen lopen we naar mevrouw van Gameren. Een oude dame van over de honderd. Ze komt dagelijks nog maar een klein poosje het bed uit om met haar zoon te gaan wandelen. Mevrouw van Gameren zegt niet veel meer. Af en toe maakt ze een rijmpje. Haar enige en altijd bezorgde zoon staat naast haar bed. Hij komt iedere dag en verzorgd moeder volgens eigen bedachte rituelen. Want ze moet eten, ze moet drinken, ze moet eruit om te wandelen. De zorg rondom deze vrouw is een ethische kwestie geworden. Mag mevrouw weigeren? Mag zij zelf de regie nog hebben over hoeveel ze eet of drinkt? Of gaan we af op het dagelijkse verzorgingsplan van zoonlief, waardoor mevrouw haar leven wordt verlengd? Hij zegt het zelf tegen zijn moeder: 'moeder u moet dit eten, anders gaat u dood..... ' 'Mag ze?' Denk ik dan en ik houd dan mijn mond. Steevast heb ik spijt dat ik de discussie niet meer aan ga. Dat heb ik wel gedaan hoor, samen met vele anderen. Maar het helpt helaas niet. Het is niet professioneel maar wel menselijk: ik heb medelijden met mevrouw van Gameren. Ze is zo lief, maar ze is ook zo 'op'. Alles doet haar pijn als je haar verzorgd. En ik kan het al helemaal niet over mijn hart verkrijgen om mevrouw theelepeltjes thee, of wat dan ook, naar binnen te dwingen. Zoonlief staat boos aan het bed. 'Jullie kunnen ook niets. De catheter is 3 dagen geleden gezet en nu al lukt de blaasspoeling niet!' 'We proberen het nog een keer' zeg ik rustig. Mijn collega kijkt mij vastberaden aan als ze de blaasspoeling uit het warme water pakt en aansluit op de catheter. Ze probeert een onderdrukte zucht tegen te houden maar dat mislukt. Haar hoofd schud 'nee'. Met een schuin oog kijk ik naar het model zakje. Het systeem ken ik niet. Er zit een aanprik-tuitje op. Ik zie dat de kocher open staat. Mijn hoofd draait overuren. 'Volgens mij zijn dit andere zakjes dan dat wij gewend zijn, ik kijk even wat na.' zeg ik en nog voordat iemand kan reageren loop ik weg. Internet is soms mijn beste vriend. Want na even zoeken op productnaam zie ik dat wij fout doen. Er zit een pin op het uiteinde van het zakje die afgebroken moet worden. Ik krijg er spontaan een lachkriebel van. Wat een blunder! Ik warm vlug een nieuw zakje op en loop terug naar mevrouw van Gameren. Mijn collega kijkt me verward aan en sist in mijn oor 'mooie ben jij, weglopen' 'let op...' fluister ik terug. Ik koppel het oude zakje af, maak de catheter schoon, breek de pin af van het nieuwe zakje en sluit alles aan. De blaasspoeling loopt gelijk door. 'Hoe doe je dat?' Vraagt zoonlief met grote ogen. 'Geduld hebben' is alles wat ik zeg. Even later lopen mijn collega en ik gierend van de lach over de gang. 'Een pin afbreken, alleen maar een pin....wat een blunder!'
0 notes
Text
De lente en zijn rituelen en feestdagen
Vandaag alweer de laatste blog in de lente-reeks. Hopelijk zet het nog even door want het weer is prachtig! In de lente zijn ook veel feestdagen en rituelen te vinden. Dit komt voornamelijk omdat het seizoen wordt geassocieerd met vruchtbaarheid en nieuw leven. Maar zo zijn er rondom lente nog meer feesten en rituelen ontstaan. Denk hierbij aan carnaval en Pasen. Ik ben benieuwd naar de herkomst van deze feesten en rituelen en ging op onderzoek uit.
De lente wordt veelal geassocieerd met vruchtbaarheid en voedselproductie. In Europa worden in de lente de eenjarige voedselgewassen gezaaid. Door de effecten van de lente op de natuur wordt de lente vanouds gevierd met vruchtbaarheidsymbolen. Restanten hiervan zijn te zien in symbolen als de meiboom, de paashaas en zijn eieren, en de stok met het haantje bovenaan tijdens Palmpasen.
Carnaval en veertig dagen vasten
Het eerste waar je waarschijnlijk aan denkt is Carnaval. Carnaval heeft weliswaar van oorsprong met religie te maken maar heeft zich er eigenlijk los van geweekt tot een volksfeest zonder religieuze invloed. Oorspronkelijk was het een feest om nog eens flink uit de band te springen voordat de veertig dagen vasten begon die uitmondde in het paasfeest.Het was de laatste kans je te laten gaan in drank en voedsel. Iets waar je nu waarschijnlijk niet meer bij stil staat als je in de optocht staat ;-)
Pasen
Na het vasten van 40 dagen komt Pasen. Het paasfeest is uiteraard wel een christelijk feest waarbij de opstand uit de dood van Jezus Christus wordt gevierd. Het is naast Kerstmis een van de hoogtepunten uit de Christelijke feestkalender. Terwijl Kerstmis altijd op 25 december valt wordt Pasen telkens op een andere datum gevierd. Het bepalen van die datum gebeurt aan de hand van de stand van de maan. Dit jaar valt Pasen op 16 en 17 april.
Paashaas van chocolade
De paashaas hoort weliswaar bij de viering van Pasen maar is ook een typisch lenteverschijnsel. Volgens een mythisch verhaal voor kinderen draagt de paashaas een mandje met eieren op zijn rug. Hij verstopt die eieren ergens in de tuin of op een andere plek waar de kinderen ze mogen zoeken op paasmorgen. Om er echte lekkernijen van te maken zijn de eieren meestal van chocolade versierd met kleurtjes.
Daarnaast bestaat er met Pasen ook een traditie om gekookte eieren te beschilderen of om hele kunstcreaties te maken van chocolade-eieren verpakt in diverse kleuren zilverpapier. In ons buurland Duitsland zou de paashaas al in 1682 voor een volksritueel hebben gezorgd en toen in staat zijn geweest om gekleurde eieren te leggen.
Paasvuur
Een andere voorjaarstraditie is het organiseren van een paasvuur op de eerste of tweede paasdag. Weken en soms maanden tevoren wordt hout gesprokkeld om een groot vuur te kunnen maken wat, zodra het duister invalt, onder grote belangstelling wordt aangestoken. Er bestaat zelfs een officieel wereldrecord van het grootste paasvuur op naam van de Holtense buurtschap Espelo met een hoogte van ruim 27 meter.
April en Mei
Beltane en Walpurgisnacht worden gevierd op 30 april, net als de vrijmarkten tijdens Koninginnedag. Dit is de vooravond van 1 mei, het Engelse May Day of de Dag van de Arbeid. In de Middeleeuwen ontstond in Italië het gebruik om de maand mei toe te wijden aan de Heilige Moedermaagd Maria, "de Moeder Gods".
Dodenherdenking en Bevrijdingsdag
De Nationale Dodenherdenking vindt jaarlijks in Nederland plaats op 4 mei met onder andere twee minuten stilte om 20.00 uur. De landelijke herdenking op de Dam in Amsterdam wordt georganiseerd door het Nationaal Comité 4 en 5 mei, terwijl honderden andere plaatselijke comités eigen herdenkingen organiseren. In de oorspronkelijke opzet ging het hierbij uitsluitend om de Nederlandse slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog, maar sinds 1961 worden officieel alle oorlogsslachtoffers of omgekomenen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog herdacht.
Bevrijdingsdag is de nationale feestdag op 5 mei waarop de bevrijding van de Duitse bezetting in Nederland in 1945 wordt gevierd. Op deze dag wordt ook de bevrijding van het toenmalig Nederlands-Indië gevierd. Nederland staat op 5 mei ook stil bij de grote waarde van vrijheid, democratie en mensenrechten.
Moederdag
Moederdag wordt gevierd ter ere van het moederschap. De moderne Moederdag wordt meestal in maart, april of mei gevierd. Dit verschilt echter per land. In Nederland, België en vele andere landen valt Moederdag op de tweede zondag in mei. In Frankrijk is het Moederdag op de laatste zondag van mei - tenzij Pinksteren op die dag valt, dan is het de eerste zondag in juni. In Spanje wordt El día de la Madre de eerste zondag in mei gevierd. In het Verenigd Koninkrijk valt Moederdag op de vierde zondag van de vastenperiode, dus drie weken voor Pasen.
Hemelvaart
Op Hemelvaartsdag wordt binnen het christendom herdacht dat Jezus Christus naar Zijn vader in de hemel is gegaan, negenendertig dagen na Zijn opstanding uit de dood. De viering is onderdeel van de paascyclus en daarin telt Hemelvaartsdag als de veertigste paasdag.
Pinksteren
Met Pinksteren wordt de uitstorting van de Heilige Geest herdacht. Dit wordt omschreven als het neerdalen van de Heilige Geest over de apostelen en aanwezige gelovigen. Het is de negenenveertigste dag ná Pasen, of volgens een andere definitie de vijftigste dag ván Pasen. Met deze uitstorting wordt ook het begin van de christelijke kerk gemarkeerd.
Andere lentefeesten
Er zijn ook enkele lokale feesten in de lente of feesten die door de tijd zijn veranderd of verdwenen. Pinksterblom is ook een lentefeest. Dit feest was vooral voor jonge bruidegommen om een bruid te vinden en op sommige plaatsen in Nederland wordt het nog gevierd. In China wordt het Qingmingfestival gevierd met veel dans en drakenkoppen. Andere feesten in verband met de lente zijn Krakelingen en Tonnekensbrand, Krombroodrapen en Maske Begrave. Dit zijn plaatselijke lentefeesten. Welke lentefeesten komen er bij jou nog voor?
0 notes
Text
In memoriam Thich Nhat Hanh. Midden in wat misschien wel het begin is van de derde wereldoorlog wil ik mijn leraar gedenken. Deze voorvechter van vrede. Deze wijze zachte man. Onze geliefde Thay.
In memoriam Thich Nhat Hanh. Midden in wat misschien wel het begin is van de derde wereldoorlog wil ik mijn leraar gedenken. Deze voorvechter van vrede. Deze wijze zachte man. Onze geliefde Thay.
©Toverheks.com Upper Hamlet Een maand geleden alweer kom ik online bijeen met mijn Maudgalyayanafamilie. Gedurende anderhalf uur praten we bij, mediteren we en wisselen we uit. Het is een internationale familie. Met leden uit alle windstreken. Vandaag zijn we samen met met een echtpaar in Israël, een dame in Brazilië, een vrouw in de Verenigde Staten….. En een Hollandse Heks. De tijd vliegt…
View On WordPress
#5 uur durende ceremonie wordt gecremeerd#betekenis Thich Nhat Hanh voor mij#bodhisattva of great action#clan#gestoorde gek als Poetin#gitzwarte gisse oogjes#iedereen is je partner#in zijn kist wordt gestopt#kaak uit de kom#mensen zien in het licht van je hart#mishandeld nichtje#narcistische geliefde#NO MUD NO LOTUS#oorlog#overleden#peau is every step#rituelen rondom de dood van onze leraar.#Rohypnol#Thay#Thich Nhat Hanh#verkrachting#vrede#What happens when we die?
0 notes