#relativischrijftheorie
Explore tagged Tumblr posts
Text
Hoe we thuiskomen
We weten niet meer hoe we thuis moeten komen waar de kronkels in het pad zitten wat er in de struiken
hoe het eruitzag toen iemand zei: ‘kwijtraken is soms een keuze’
of het verdrietig klonk of opgetogen wie dat toen was
waarom we het begin niet omcirkelden een stip op de wereldkaart hebben gezet
van daar naar hier een onzekere streep trokken.
Pas als we leren dat de kortste weg altijd een rechte lijn is
graven we dwars door de kromming van de tijd een tunnel
naar de andere kant van de aarde.
29 notes
·
View notes
Text
Noem het een verzachtende omstandigheid: ik weet niet hoe het moet, dat oeverloze leven.
Er is geen houvast geen land in zicht. Geen kust om aan te spoelen geen perken om binnen te blijven.
Alleen tussen twee kaften houd ik me staande maar na de eerste pagina komt altijd weer een laatste.
Ik ben een karper en tegelijk de nachtvisser die beetheeft ik span met het ene deel van mezelf samen tegen het andere.
Soms denk ik: was ik maar doodgegaan die keer in het golfbad toen ik de slappe lach had en er bij elke ademhap een nieuwe golf kwam.
6 notes
·
View notes
Text
Ik fantaseerde dat ik dakloos was geworden en mijn leven zonder verdere plichtplegingen van zijn behuizing was ontdaan.
Gewillig had ik alles meegegeven, mijn favoriete titels aangewezen, slappe koffie gezet voor de ontruimers en bij het weggaan voor de laatste keer niet eens meer omgekeken.
Op straat ontmoette ik een gevallen trapezeartiest, viste afgedankte poëzie uit containers en wees verdwaalde toeristen de verkeerde weg, ik wist niet beter.
Nergens kwam ik te laat of ongelegen. In het winkelcentrum deelde ik patat met mayonaise met een duivin, ze vertelde over het glazen plafond en haar steeds sneller aftakelend verenkleed. Ceremoniemeester wilde ze worden.
‘s Avonds was er een schermutseling: het portiek waarin ik sliep bleek bij nader inzien een museum, ik werd omkaderd door een gouden lijst, passanten bleven staan of kwamen dichterbij om de penseelstreken op mijn huid in kaart te brengen, maakten foto’s, noemden me een meesterwerk.
Ik vond een ansichtkaart van een binnenhuisarchitect, er zaten bruine vlekken op het interieur, een brandgat waar de keuken had gezeten en een heel klein scheurtje in de zetel.
Op een middag sloot ik vriendschap met een ernstige scholier die niet naar huis kon, we spijbelden samen, gooiden steentjes in het water van de vijver in het park.
Ik dacht: je hebt geen voordeur nodig om te wonen, om ergens thuis te zijn
16 notes
·
View notes
Text
Zoals de vouwvorm van een kubus zes grensvlakken, op de juiste manier in elkaar gefrommeld, hierin bewaar je alles wat eenmaal ontvouwd geen daglicht verdragen kan, verbazing
want zoveel massa en toch zoveel ledigheid daartussen, als al dat niets zoveel ruimte in beslag neemt waar stop je dan het verheugen
dat je ribbenkast vult als een luchtballon, dat het stijgen mogelijk maakt en als atomen zo bang zijn voor elkaar als er afstanden bestaan waar het licht al jaren over doet hoe
moet je dan een stilte overbruggen die makkelijk twee onwetende mensenlevens omspant, ja, als ik jou in elkaar frommel en jij mij ontvouwt
hoe verhoudt zich dan de ruimte, hoe verdraag je het grensvlak en vouwvorm bijeen te houden, beloof me nu dat je steeds weer mijn kubus zult ontrafelen en de gaten in jezelf oneindige ruimte geeft het ledige te laten varen,
massa betekenis te geven.
5 notes
·
View notes
Text
We kregen een huis en hebben het ingericht
aan de muren hingen we alle dingen die we voor ogen hebben in prachtige lijsten, in het juiste licht
en we kochten kasten met laatjes
stopten die vol met uitgekomen dromen
deden ze nooit meer open vergaten waar ze lagen.
2 notes
·
View notes
Text
Wees toch waakzaam: mijd de snode geleedpotigen. Niet iedere overwinning betekent een zegetocht als je te vaak de strijd aanbindt verander je voor je dertigste in een verbitterde sidderaal.
Denk aan de optimum kromme, er zijn immers engerlingen die jaren onder de grond blijven voor ze verpoppen, een ander woord voor de heilige pillendraaier is mestkever.
Vergeet het uitgangspunt, na een juniwende lengen de nachten terwijl de zomer nog moet komen, dergelijke tegenstellingen zijn minder spaarzaam dan je zou denken en dan nog dit:
in elke natuurbeschermer woont een stroper.
1 note
·
View note
Text
Problemen zijn als onkruid: ongewenst en overdadig
maar onmiskenbaar een teken van vruchtbare aarde.
2 notes
·
View notes
Text
Je glimlacht
Je glimlacht naar conductrices, naar havenmeesters en parkeerwachters naar alles wat weer iets anders handhaaft,
naar wantrouwig spiedende, oude mannetjes, naar onbeholpen obers, naar onderwijzers die het vergrijzingsproces allang niet meer aan de kinderen wijten, met op elkaar
geklemde kaken naar je natuurlijke vijand, je glimlacht naar je voortdurend uit het veld geslagen vader, naar stratenmakers en buschauffeurs, naar jachtige makelaars
en naar krasse portiers naar ontheemde etalagepoppen, naar een scherm in je hand, naar Herman Van der Zandt, ‘s avonds bij Met het mes op tafel.
Soms glimlach je (uit gewoonte) naar je spiegelbeeld je spiegelbeeld schudt het hoofd, misnoegd.
5 notes
·
View notes
Text
Een tafel is ook maar het verlengde van de vloer, en toch kunnen we niet zonder.
2 notes
·
View notes
Text
Geluk
Op een dag loop je geluk tegen het lijf. Kwart over vijf, je slaat de hoek om, in je hand een tas vol boeken. Je ziet het, en je denkt: het heeft bijkans iets zachts, iets van vroeger.
Moet je het groeten? Zal het je herkennen? Het is zo lang geleden. En wat zal het wel niet denken, je hebt al jaren niets meer laten weten.
Van tevoren wist je dat dit zou gebeuren. Geluk is altijd in de buurt, ook als je het niet verwacht. Maar ach, je dacht dat het wel los zou lopen, hoopte stiekem dat het op visite kwam. Nu sta je daar, een mond vol tanden, de tas met boeken in je rechterhand en denkt:
Laten we maar op huis aan gaan, ze wachten met het eten. Aan het einde van de straat kijk je nog eens om en ziet met spijt hoe geluk zich steeds verder verwijdert.
17 notes
·
View notes
Text
Wat zich samenpakt komt des anderen daags onverbiddelijk naar beneden,
laat zich niet kaderen in weerkaarten, drijft over wanneer water node gemist wordt
stort uit over grasland dat amper meer vocht verdragen kan, al dat groen
dat bloeien en snoeien en wieden en bewateren, bemesten
steken laten vallen omdat dit geen plek is voor een bloemenperk met wilde gewassen
je wilde dat ik een struik was die tussen al het andere onkruid niet op zou vallen
zodat je me ongezien kon stekken maar net zo goed kon laten staan, bewaren voor later als het water
dat er dan niemand op het idee kwam dat wat beregening nodig heeft om vooruit te komen
gewoon alle seizoenen in de voortuin staat.
4 notes
·
View notes
Text
Je leeft als een kip zonder kop, maar dat je geen vogel bent, gevleugeld noch gevederd hoeft geenszins te betekenen dat je nooit jezelf kunt overtreffen
dus, verlaat het perspectief ga door je knieën, negeer het knikken haal je kop uit het zand verman jezelf nou eens, benut de toppen van je tenen, verken de randen van het nest en ontdek
wat onontgonnen is gebleven waar geen mens nog stappen heeft gezet de verse sneeuw, het rimpelloze water
maar opgepast, klim niet te hoog wat je naar boven bracht is broos
een flinterdun en vederlicht geloof.
2 notes
·
View notes
Text
Ja, ik klamp me met alles wat ik heb, godallemachtig krampachtig vast aan het ochtendgloren. Aan jou. Omdat het al tijden zo verdomde donker is en ik weet hoe ongezond dit is en ik weet hoe ik knijp, hoe ik smoor, hoe je gebukt gaat onder mijn liefhebben, maar je bent alles wat ik heb en zonder jou blijft er niets van me over. Zonder jou ben ik leeg, ga ik nergens heen, is thuiskomen onmogelijk.
3 notes
·
View notes
Text
Jongens zoals jij
Het is je tweede natuur: als een krankzinnige vallen voor alles wat het leven ontdoet van zwaarte,
meestal surrogaten, maar dat is ondergeschikt het verschil tussen doen alsof je bestaat en werkelijk bestaan is verwaarloosbaar, dit is een voorbeeld van niets, maar je snapt wat ik bedoel, ook jij lacht altijd naar het kassameisje
ook het kassameisje doet alsof ze denkt dat je het meent, maar ze weet wel beter, ze hoort de zwaarte donderden in je kop,
daar helpt geen glimlach tegen, toch praat je aardig amicaal over de smaak van kip uit blik,
vegetarische, ze vraagt je naar je bonuskaart maar ze bedoelt: ik hoop dat je een schouder vindt al is het een replica,
als die het leven maar wat lichter maakt je zegt: nee, sorry, die ben ik vergeten jij hebt er vast wel eentje.
Het kassameisje veinst een lach, betrapt, ze is net zo kunstmatig als de vegetarische kip uit blik, wordt ook net zo vaak gekozen
door jongens die de wereld willen redden door jongens die daarvoor een meisje nodig hebben door jongens zoals jij
ze toetst razendsnel een code in, maar de cijfers op het scherm weigeren te wijken
en jij, het is je tweede natuur, valt als een dwaas voor deze schouderreplica.
#relativischrijftheorie#langgeleden#nederlands#schrijfsel#poëzie#gedicht#triaspolitica#triumviraat#vervalsing#ikbeneenreplica
3 notes
·
View notes
Text
Het is pas ochtend, en de kou trekt nu al schaamteloos door onze botten.
En we moeten nog zo lang
2 notes
·
View notes
Quote
Sorry, maar ik pas voor: wassen beelden, vlekken in mijn jas, waarzeggers die zich op wetenschap beroepen. Te krappe schoenen. Negerzoenen. Ochtenden waarop het gras, nog natter is dan ik al dacht. Kleffe handen schudden. Praten om een stilte op te vullen. Praten in het algemeen. Gedempte stemmen in wachtkamers. Antwoorden van één lettergreep. Tuinkabouters op een balkon. Oppervlakkig converseren in het openbaar, sites die vragen naar je burgerlijke staat. Eigenlijk alle vragen die een eerlijk antwoord eisen. Weifelen. Niet op het juiste woord kunnen komen. Paardenrennen en op paardenrennen wedden. Humorloze circusclowns. Zout op slakken leggen, zand in iemands ogen (strooien). Mieren penetreren, risicobeheersing. Hoge ogen gooien. Pepernoten strooien, want traditie. Struikelen over woorden of gemeen opstaande stoeptegels. Met jezelf geen raad weten. Ambitie tonen, verzanden in lethargie. Wanneer je gaat plassen en iemand zegt: ‘dat moet je zelf doen’. Eigenlijk alle standaardgrappen. Iemands favoriete neger zijn. Het woord negerin. Het mannenbrein, mannen in het algemeen. Alle dagen met een -d erin, maar alleen tussen zonsopkomst en de avondschemering. Kassa’s zonder kassiers, alcoholvrij bier. Dames van lichte zeden, die dat doen omdat de toekomst zoveel zwaarder weegt dan eender wat voor heden. Om over het verleden maar te zwijgen. Dichten zonder rijmen, al is het maar voor de helft.
7 notes
·
View notes