#oud Bruin
Explore tagged Tumblr posts
Note
Ello! Soo I dog ek gaan sommer vir lekkerte een van my gunsteling verse in die Byble met jou deel😂 ek vind dit nogal snaaks.
Spreuke 16:31
"Grys hare is soos n pragtige kroon, n mens kry dit by persone wat reg lewe."
Ek vind dit snaak dat ou mense gewoonlik hulle hare wil kleur en dit nie meer grys wil he nie. Maar eindlik bewys dit dat die person reg lewe. Hulle kan maar kla maar djt in my oe is n eer om dit tot daar te maak.(tot om grys te wees)
As hierdie enige sin maak
Wel hoop jy geniet die onverwagste "ask".
Hai! Onverwagste asks maak my altyd baie bly, sals al vat dit my 100 jaar om te antwoord, jammer man 😅
Jy's reg, dit is so 'n voorreg om oud te word. Ek verjaar oor minder as 'n week (hierdie Dinsdag, ek word 17!) so miskien ek dink baie hier oor maar ja. Dit laat my baie dink aan my ooms en tannies wat dood is voordat hulle grys kon gaan. Die Here weet wat ons nodig het, want dit is 'n bietjie freaky dat jy hierdie gestuur het net vorday ek verjaar, haha.
Ek skryf al hierdie uit my hart uit, maar ek hoop nog steeds dat ek my bruin hare vir nog 'n klein rukkie kan hou 😂
Lekker bly!
3 notes
·
View notes
Text
17-6 Hamar
Gisterenavond werd het een pitabroodje met kebab, ui, tomaat en groene pepers, bedekt met een dikke laag witte en bruine smurrie. Calorierijk was het zeker, want ik heb afgelopen nacht geen honger gehad.
Op de camping heb ik nog wat gelezen in Terry Pratchett en met Mayke gebeld, die weer thuis is. ‘s Nachts begint het af en aan zachtjes te regenen en tegen de ochtend regent het stevig door. Zo om een uur of half tien begint de regen af te nemen, ik heb dan alles al droog ingepakt met uitzondering van de tent zelf. Ik vouw de natte lappen zo goed en kwaad als het gaat op, stop ze in de grote gele tas en off we go.
Het begint met een lange route over een oude spoorbaan langs het Mjøsa Meer en dat gaat goed totdat ik oo wegwerkzaamheden stuit. Deze
onverwachte tegenvaller bestaat uit een steile klim van 1,5 km, maar wordt beloond met een wegrestaurant op de top. Koffie! Helaas zijn alle koeken en cakes uitverkocht, maar als troost krijg ik de tweede bak gratis.
In Tangen sla de lunch in voor een picknick en als ik na een pittige klim over een gravelweg een picknicktafel zie, denk ik, hoera het hoogste punt, tijd voor de lunch. Maar wat een deceptie, het hoogste punt van vandaag ligt niet op 190 maar op 290 meter. En om daar te komen, moet je nog een lange golvende gravelweg volgen, bedekt met een verse natte laag bestaande uit een nog niet ingereden mengsel van zand en leem. Telkens korte steile hellinkjes, gevolgd door nog kortere afdalinkjes en dan weer omhoog ploegen door die zachte bovenlaag. Regelmatig duw ik de fiets omhoog omdat ik het gewoon niet trek. Maar aan alle ellende komt een eind en op een gegeven moment mag ik toch weer naar beneden glibberen.
In de buurt van Stange staat een 13e eeuwse kerk, helaas wel gerenoveerd in de 16e eeuw, maar met een bijzonder beschilderd gewelf. Het is een pelgrimskerk op de St. Olavsroute en binnen word ik vriendelijk begroet door een Noor die me wat te eten aanbiedt.
Dan is het nog drie kwartier naar mijn Airbnb, een tiny house in Hamar. En tiny it is, maar er zit een flinke zonnige tuin bij. Ik ata nog te prutsen met de sleutelkluis als Anton aankomt. Die is achteneenhalf uur onderweg geweest om hier te komen!
Gefietste afstand: 54 km
Gefietste tijd: 4,5 uur
Afstand tot de Noordkaap als je er met een katapult op mikt: 1.319 km
2 notes
·
View notes
Text
Nummulietenkalk
Wanneer je vanaf San Pere Pescador de N13 volgt richting St. Martin d’ Empuries, het eerstvolgende gehucht zuidwaarts, dan zie je vlak voordat je het bereikt aan je linkerhand iets dat lijkt op een steengroeve. Althans als je er oog voor hebt; mij viel het gelijk op.
Ik weet niet of we het mogen scharen onder het Pavlov-effect, maar zodra ik iets zie dat op een steengroeve lijkt, begint het bij mij te kriebelen. Dan moet ik er heen. Gewoon een beetje kijken. Vaak levert zo’n bezoek interessante informatie op over de geologie van de omgeving en met een beetje mazzel een paar leuke vondsten.
De Groeve tussen Viladalmat en Albons
Het bleek inderdaad een groeve. Of beter gezegd. Het waren er twee. Een waar nog actief wordt gegraven en een verlaten. De actieve groeve was gesloten voor onbevoegden, de verlaten niet. Daar kon je tot op zekere hoogte en diepte een bezoek aan brengen. Direct boven en onder de kliffen was het, waarschijnlijk vanuit veiligheidsoverwegingen, afgesloten verder kon je gaan en staan waar je wilde. En omdat het kon deed ik dat. Hetgeen behalve een fantastische uitzicht ook de nodige informatie opleverde over de ouderdom van het gesteente aldaar. Ik trof namelijk gesteente met nummulieten erin.
Stuk nummulietenkalk gevonden in de groeve.
Nummulieten
De eerste nummulieten (ik schreef er al eens over) dateren uit het Laat-Paleoceen zo’n 58 miljoen jaar geleden, maar vooral tijdens het Eoceen zijn de nummulieten een groot succes. Tegen het eind van het Vroeg-Oligoceen, sterven ze uit. Wat nu nog rest zijn de ontelbare skeletjes. Skeletjes die uitstekend gebruikt kunnen worden als gidsfossiel voor het Paleogeen. Door ze te bestuderen kun je dus behoorlijk precies bepalen hoe oud gesteente is. Althans als je ze tot op soort weet te determineren. Hetgeen een specialistenwerk is. Omdat ik geen specialist ben, kan ik het alleen globaal. Het betreffende gesteente is tussen de 60 en 28 miljoen jaar oud.
In de branding
Omdat het gesteente in de groeve eerder interessante dan mooie was en omdat alles op de rug gedragen diende te worden, nam ik slechts een exemplaar mee voor de verzameling. En dat was maar goed ook. Een dag later bleek namelijk dat je bij het strand van St. Marti met gemak veel mooiere exemplaren kon vinden. In de branding lagen ze voor het oprapen. Netjes gerold en wel. Al snorkelend pikte ik de mooiste eruit.
Kiezels van nummulietenkalk gevonden in zee.
Uiteenlopende kleuren en vormen
Op de zeebodem tussen de pier van St. Martin d’ Empuries en de restanten van de oude Griekse haven vond ik op de bodem stenen die qua kleur en samenstelling overeen kwamen met de steen die ik in de groeve vond. Precies de zelfde oker en bruin tinten en precies dezelfde nummulieten, maar met dien verschillen dat de stenen uit de branding prachtig gerold waren. Onderwater leek het wel edelgesteente. Maar dat was niet alles. Ik vond namelijk ook anderskleurige stenen met nummulieten erin. Grijze, bruine, rode en in die stenen trof ik nummulieten van verschillende grote en dikte. Terwijl ik ze verzamelde ontsproot mij het idee er cabochons van te maken. Met dat idee in het achterhoofd zocht ik nog wat geschikte modellen.
Verschillende soorten nummulieten. De platte soorten zijn uit ondiep water de bolle meer uit de diepte.
Droog
Eenmaal droog verloren de stenen door de ontelbare minuscule krasjes en oneffenheden op het oppervlak hun glans en veranderde de stenen in een doffe hoop kiezels. En dat is op zich niet erg, ik zou ze in een pot met water kunnen bewaren, probleem opgelost, maar voor een cabochon is dat wel onhandig. Ik moet ze, of in ieder geval een aantal, dus zien te polijsten. Hoe, dat moet ik alleen nog even uitzoeken.
Bronnen en verder lezen
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/nummulieten-geen-versteend-geld-maar-reusachtige-eencelligen/
8 notes
·
View notes
Text
'Het zwarte lichaam'
Het is 1951 als de zwarte Amerikaanse schrijver James Baldwin (1924-1987) naar het Zwitsers vakantiehuis van een vriend gaat. Zijn verschijning in het bergdorp Leukerbad wekt bij de bewoners openlijke verbazing en zelfs opwinding. “In dit alles, ook al moet ik toegeven dat er sprake was van de charme van echte verbazing en er zeker geen element van doelbewuste onvriendelijkheid in school, klonk op geen enkele wijze de suggestie door dat ik menselijk was: ik was eenvoudig een levend wonder.” schrijft Baldwin. Ik kwam het citaat tegen in het essay 'Het zwarte lichaam', waarin schrijver Teju Cole zestig jaar na Baldwin het dorp bezoekt. De titel lijkt me het prerogatief van een zwarte schrijver. Teju Cole is dan ook de schrijversnaam van de Nigeriaans-Amerikaanse Yemi Onafuwa.
In 1957 ga ik voor het eerst naar school. Daar word ik op mijn beurt een klein wonder. Het was natuurlijk de combinatie van mijn bruine huid, mijn zwarte haren en mijn perfecte Nederlands. Ik word de klassen rondgestuurd en mag verhaaltjes vertellen. Ik vind het leuk. Was ik zwart geweest en had ik krom Nederlands gesproken was ik een sprekend aapje.
In 'Stranger in the Village' dat Baldwin schreef over zijn verblijf in Leukerbad liggen onder die wat eerste onderkoelde uitspraak van hem veel schrijnender ervaringen. “De kinderen die 'Neger!' roepen, hebben geen idee wat dat bij me oproept.” En over de dorpsbewoners schrijft hij: “Vanuit het gezichtspunt van de macht kunnen deze mensen nergens ter wereld vreemdelingen zijn; feitelijk hebben zij de moderne wereld gemaakt, ook al weten ze dat niet. De meest ongeletterde onder hen is op een manier waarop ik dat niet ben verbonden met Dante, Shakespeare, Michelangelo, Aeschylus, Da Vinci, Rembrandt en Racine [–]. Uit hun hymnen en dansen komen Beethoven en Bach tevoorschijn. Als je een paar eeuwen teruggaat, zijn ze in volle glorie, terwijl ik in Afrika ben en de veroveraars zie aankomen.”
Zestig jaar later heeft zo'n uitspraak ook iets pijnlijks, of wanneer Baldwin beweert dat hij ondanks zijn liefde voor Shakespeare, Bach en Rembrandt, vergeefs op zoek zou kunnen gaan naar enige weerspiegeling van hemzelf. “Ik was een indringer: dit was niet mijn erfenis.” Die woorden, zegt Teju Cole, druipen van de droefheid. “Waar hij van houdt retourneert die liefde niet.” Als zwarte auteur van nu beweegt Cole zich vanzelfsprekend, elegant en zelfverzekerd door elke cultuur. Dertig jaar geleden werd Anil Ramdas er wel erg nadrukkelijk om geprezen. Iets is toch gewonnen.
Gisteravond zaten G en ik in de trein op weg naar een uitvoering van de Petite Messe Solenelle van Rossini. Tegenover ons zat een oude, Afrikaanse vrouw die met gedempte stem in haar telefoon sprak. Daarna sloot ze lang haar ogen. Ik liet mijn blik over haar scherp gesneden gezicht gaan, en dacht aan James Baldwin en aan Teju Cole.
'Vertrouwde en vreemde dingen' | Teju Cole | meerdere vertalers | uitgeverij De Bezige Bij | 2016
video link 'Un etranger dans le village'(Engelstalig): https://www.rts.ch/play/tv/documentaires/video/un-etranger-dans-le-village?urn=urn:rts:video:13529049
3 notes
·
View notes
Text
Flanders Red and Oud Bruin Comparison Tasting
Date: August 19th , 2023, 2PM-4PMVenue: “torne” Craft Beer BarAddress: https://goo.gl/maps/EuZuX6CEjx9UZLGE6Capacity: 10 peopleFB RSVP: https://fb.me/e/2KdMyDN2f Event’s samples. イベントサンプルです。 English below the event summary in…
View On WordPress
3 notes
·
View notes
Text
ruimte en tijd
Beste lezers,
Mijn volgende opdracht voor de Nederlandse les is om in te beelden dat de protagonist van mijn boek (Ik Geef Je De Zon) een waarzegger gaat bezoeken, en hier over een tekst schrijven. In dit boek zijn er 2 hoofdperonages, dus ga ik één van de 2 kiezen: Noah. Veel lees plezier!!
-----
Noah komt aan aan bij een kleine winkel, met een groot bord buiten met de tekst: WAARZEGGER.
"Dit moet het zijn," zegt Noah tegen zichzelf.
Hij trekt de deur open en ziet een oud vrouwtje zitten aan een tafel met een kopje thee in haar hand.
Waarzegger: "Goeiedag jonge man."
Noah: "Aangenaam, ik heet Noah. Heb ik het juiste adres, bent u de waarzegger?"
Waarzegger: "Je bent op de juiste plaats. Ga zitten en maak het jezelf gemakkelijk. Vertel maar, wat brengt z'on jonge man naar een oude waarzegger?"
Noah zit neer aan de overkant van de waarzegger. Hij denk even na, zonder te weten waar hij moet beginnen.
Noah: "Wel, ik heet Noah, Noah Sweetwine. Onlangs zijn er veel dingen gebeurd in mijn leven. Mijn hoofd is zeer actief en ik ben een overdenker, dus ik had gehoopt dat u mij kon helpen met het allemaal een beetje duiklijker te maken. Ik las over je in de krant, die leest mijn vader altijd, en besloot om even te paseren."
Waarzegger: "Prima Noah, dan zullen we eraan beginnen. Als het oké is dan zal ik beginnen met een paar vragen te stellen. Ten eerste zou ik graag willen weten hoe oud je bent en dat je uitlegt wie in je leven belangerijk voelt."
Noah: " Nou, ik ben 13 jaar oud. Mmh, ik moet even na denken... . Mijn zus Jude, ik hou heel erg van haar. Zij is de meisjesversie van mij. We denken exact hetzelfde, het is alsof we tweelingtelepathie hebben. Mijn oma is ook zeer belangerijk voor me, wel was. Onlangs is ze overleden en had had ze een boodschap voor mij en mijn tweelingzus. Haar boodschap was dat Jude en ik onze vooropleiding zouden doen bij de ASK, de Academie voor Schone Kunsen. Ik wil heel erg graag gaan, ik hou van tekenen."
Waarzegger: "Mooi zo Noah. Voordat ik begin wil ik je vertellen dat mijn voorspellingen niet altijd juist zijn, dus neem ze niet kwaalijk. Helaas zie ik voor jouw geen toekomst met kunst. Ik zie wel verraad, verraad van iemand die heel erg veel van je houdt, zonder dat je het verwacht. Maar wacht, ik zie ook dat je er niet zal achterkomen voor een lange tijd, maar ooit wel, ooit zullen ze het je vertellen."
Noah: "Verraad?? Dat had ik niet zien aankomen. Weet u van wie?"
Waarzegger: "Jammer genoeg kan ik dat je niet vertellen. Oh, ik zie wel iemand nieuw komen in je leven. Iemand die je nog niet goed kent. Je kent die persoon wel van zien en heb onlangs tegengekomen. Ze hebben bruin haar en bruine ogen. Ze zijn zeer betrouwbaar, en je onderscheidt je van de menigte voor hen.
Noah: "Waw. Misschien is het wel mijn zielsverwant. Weet u wanneer ze in mijn leven komt? Ik kan niet wachten tot als ik haar leer kennen!"
Waarzegger: "Zielsverwant... ja dat klinkt mij nog juist. Maar haar is het niet hoor Noah, het is volgens mij een jonge man. Hij komt langzaam meer en meer voor in jouw leven, en je zal het opmerken."
Noah: "Nee, je vergist je, het moet een meisje zijn. Het kan niet anders."
Waarzegger: "Nou ja, volgens mij vergis is me niet, maar dat is niet belangerijk. We doen voort."
De waarzegger zet haar hand op wat lijkt als een soort van wereldbol, maar dan zonder al de landen. Ze sluit haar ogen en Noah doet mee.
Waarzegger: "Oké Noah, ik zie dat je een groot geheim gaat krijgen, zonder dat je het wil geloven. Maar niet over jezelf, het is een geheim van iemand anders, iemand die je zal verliezen. Je zult dit geheim een paar jaar ontkennen, maar dan komt de waarheid aan het licht."
Noah: "Een geheim? Wat voor geheim? En wat bedoelt u met dat ik iemand zal verliezen? Bedoelt u dat iemand zal sterven?"
Waarzegger: "Rusig aan Noah. Dit geheim zal je hele leven veranderen, en ook die van jouw familie. Zou je mij nog een beetje kunnen vertellen over jouw familie situatie?"
Noah: "Tuurlijk, zoals ik al zei heb ik een twelingzus. Ik woon samen met haar en mijn ouders. Ze praten minder dan vroeger, mijn ouders. Maar het is niks, het komt volgens mij doordat mijn oma is overleden, maar mijn mama komt her wel door."
Waarzegger: "Ok dankuwel Noah. Ik kan je nog zeggen dat er iets gaat veranderen. Ik kan niet zeggen tussen wie, maar deze verandering zal je hele familie veranderen. Oh, ik kan ook zeggen dat dit iets heeft te maken met dat geheim van je."
Noah: "Ik ben helemaal in de war. Maar helaas moet ik ervan door gaan, ik heb school in een half uur."
Waarzegger: "Geen probleem Noah. Nog eens bedankt voor te passeren en hopelijk zie ik je snel weer!
Noah: "Zeker mevrouw. eel erg bedankt.
3 notes
·
View notes
Text
Oud bruin, a type of beer originating from Belgium.
…….
The irony is that I don’t drink 😀
What if when we were born we were each assigned a Wikipedia page like a social security number would that be fucked up or what
125K notes
·
View notes
Text
Het water sijpelt op m'n hoed bij de green canyon. Een waterval tussen de rotsen waar we in een bootje naar toe gevaren zijn. Na de tocht verdoe ik mij aan een jonge kokos. De smaak is niet te vergelijken met 'onze' kokos. Hier blijkt het een ware delicatesse te zijn. Oude kokos bestaat ook maar heeft geen wit vruchtvlees maar bruine, en wordt voor de soep gebruikt.
De boottocht was spectaculair maar wat ik 's-middags ga meemaken tart de grenzen. Ik ga met een gids op pad door grotten en de jungle!
De start begint rustig, al hoewel, vanaf de parkeerplaatsen komen grijze apen op ons af, die razendsnel door grote honden de bomen ingejaagd worden. Rondom op de oceaan maken vissers zich op voor de nacht. Tegenwoordig met bootjes uit materiaal van glas, maar tot midden jaren '80 waren het nog houten vaartuigjes waarbij geroeid moest worden. Eerst gaan we naar een Hindugrot waar het lekker ruikt naar wierook. Mijn gids Iwan legt uit dat het Hindoenisme de oudste religie van Indonesië is. Dan gaan we naar een grot waar je zowat kruipend en kronkelend door moet. Bij een hol lokt Iwan met pinda's een stekelvarken naar buiten. Stel je voor daar sta je opeens oog in oog met een stekelvarken! En toen waren er kleine vleermuizen te zien die zich rondom de pasgeboren vleermuisjes gegroepeerd hadden. In de jungle was het veelal doodstil, tot een kolibrie begon te fluiten. Over de stenen en boomstammen door, tussen het bamboe en de rotan bewoog zich in het water plots een varaan voort.
Iwan plukte een blaadje van een struik en wreef het in mijn handpalm. De kleur die daarbij vrij kwam leek wel bloed. Die blaadjes hebben in de Tweede Wereldoorlog nog een bijzondere functie gehad. Vrouwen die gevlucht waren naar de jungle gebruikten het als make-up!
De jungle uitkomend wordt het strand niet alleen bevolkt door badgasten maar ook door tal van apen. Als je uit de zee komt en zin hebt in een flesje bronwater, dan is dat pech want ik aanschouw hoe één van de apen een fles pakt, aan z'n bek zet en er gulzig uitdrinkt!
0 notes
Text
Turgen vallei (Tian Shan gebergte)
Maandag 19 augustus
Vroeg in de ochtend word ik wakker en de zon schijnt al volop! Wat een verademing na de grijze mist van gisteren.
De omgeving ziet er meteen een stuk mooier uit. Ik laat mijn matje weer leeglopen, rol mijn slaapzak op en begin mijn spullen in te pakken. Ik heb zin om op pad te gaan vandaag. Maar eerst ontbijten we met z’n allen in het zonnetje, terwijl onze tenten drogen door de combinatie van zon en een beetje wind. Dit gaat gelukkig snel.
De stemming is goed, iedereen heeft er zin in, hoewel Laura helaas ziek is geworden. Ze heeft de hele nacht overgegeven en moest zich terugtrekken op het ‘openbaar’ toilet. Waarschijnlijk komt het door het slechte water waar we gebruik van maakten. Terwijl we ons kamp opruimen, komen er plotseling een paar lokale nomaden aangereden op paarden: twee volwassenen en een kleine jongen. Ze hebben een geweer bij zich, want ze zijn op jacht, zo vertellen onze gidsen, die met hen kunnen communiceren. Het is grappig dat ze graag met ons op de foto willen, terwijl wij dat eigenlijk net zo graag met hen willen! Een paar van ons mogen zelfs op hun paarden zitten. Zelf ben ik wat huiverig voor paarden, dus ik houd wat afstand.
Net als wij willen de nomaden de rivier oversteken, die gisteren buiten haar oevers was getreden en helemaal bruin was geworden. Ze waarschuwen ons dat als hun paarden niet durven oversteken, wij dat zeker niet moeten proberen. Ze gaan het testen en inderdaad, de paarden weigeren de oversteek. Dat betekent voor ons dat we helaas niet hoger zullen klimmen om de gletsjers en meren – het hoogtepunt van de tocht – te zien.
We besluiten terug te lopen over het pad van twee dagen geleden, maar kiezen een alternatieve route door het Tian Shan-gebergte. Het uitzicht blijft grotendeels hetzelfde, maar de weg is nieuw voor ons, wat het toch interessant maakt.
Helaas voelt Laura zich te ziek om verder te gaan, dus een van de gidsen blijft bij haar, samen met Dieuwke. De rest van ons zet de tocht voort met de andere gids. We lopen nog een klein stuk samen, maar bij de rivier nemen we afscheid.
Over 2,5 dag zien we elkaar weer in Bathan, waar zij op ons zullen wachten. Voor hen wordt het een zware dag, want ze moeten de route die wij in twee dagen aflegden, in één dag teruglopen. We hopen maar dat alles goed gaat, gezien Laura's gezondheid.
De zon schijnt gelukkig de hele ochtend en middag, met af en toe wat wolken. Hoewel we een stuk over een bekend pad lopen, is het landschap prachtig.
Nadat we een paar rivieren zijn overgestoken, komen we in een gebied vol paarden, koeien en stieren. We moeten er dwars doorheen, en hoewel de dieren ruimte maken, kijken ze ons soms aan alsof ze willen zeggen: "Schiet op, anders kom ik achter je aan."
Na enkele kilometers door heuvelachtig terrein bereiken we een prachtig gebied met kleine meertjes en een stromende rivier, de perfecte plek om te lunchen.
Tot onze verrassing zijn we aangekomen bij het onderkomen van de nomaden die we eerder die ochtend ontmoetten. Ze nodigen ons enthousiast uit om aan de enige tafel – een oude ijzeren plaat – te lunchen. De nomaden maken de tafel schoon en we bereiden onze maaltijden. We krijgen van hen een klein bolletje kaas, gemaakt van koemelk. Het is keihard en ontzettend zout. Hoewel het niet mijn smaak is, neem ik het beleefd aan en geef het later aan onze gids Alek, die het heerlijk vindt.
Dennis mag nog een kijkje nemen in het huisje van de nomaden. Het is heel eenvoudig, met alleen de noodzakelijke dingen: een plek om te koken, een tafel, een stoel en een bed. Ze vertellen ons dat ze hier vooral in de zomer verblijven en 's winters terugkeren naar de bewoonde wereld. Wat een bijzonder leven, en wat een gastvrijheid!
Na deze geweldige lunch trekken we verder. We moeten meteen weer een rivier oversteken, nog maar een rivier hierna, belooft Alek. Het landschap blijft indrukwekkend en na een paar kilometer komen we bij onze kampeerplek aan. Hier zijn verschillende plekken voor tenten en er is zelfs een kampvuurplek. Dat is fijn, want de avonden worden snel fris.
Het is halverwege de middag wanneer we onze tenten opzetten. Esther en ik maken eerst een kop koffie en genieten van een snack. Kort daarna zitten we gezellig met z’n allen in de zon te eten en te drinken. Heerlijk! We besluiten meteen maar onze avondmaaltijd te bereiden, nu we toch bezig zijn.
Na het eten stelt Alek voor om tien minuten omhoog te klimmen, de berg op, voor een mooi uitzicht over de vallei en ons kamp. Niet iedereen gaat mee, en sommigen klimmen hoger dan ik, maar iedereen geniet op zijn eigen manier.
Eenmaal terug bij het kamp maken we de kampvuurplek klaar. De avond valt hier snel; om 19:00 uur is het al donker, dus we zitten op tijd rondom het vuur. We spelen een spelletje genaamd ‘I see the moon through the spoon’. Ik begrijp er niets van, terwijl de rest de clou allang door heeft. Een spel dat ik niet snap, is niet aan mij besteed, haha.
Rond tien uur kruipen we allemaal onze tenten weer in. Het was een heerlijke, en vooral droge, dag!
0 notes
Text
Bankieren draait om vertrouwen
Banking is all about trust, luidt een oude wijsheid van Wall Street en de City in Londen. Een klant die zijn bankier niet vertrouwt, stapt over op een andere bank.
Wie een buurvrouw heeft die nooit terug groet, zal haar op zeker moment negeren. Als je zoals ik wel eens iets verliest op straat, en ik vind het een uur of een dag later weer terug, weet dat hij omringd wordt door mensen die hij kan vertrouwen.
Dat soort mensen bestaat as we speak ook in Lombardije, Ossetie of pakweg Dortmund. Dat de meeste mensen op aarde min of meer leven zoals ik, begrijpt dat de mensheid een te weinig benoemde verworvenheid heeft geëvolueerd, laten we zeggen de afgelopen tweehonderdduizend jaar: vertrouwen.
Op zeker moment moet homo sapiens geleidelijk, en na vele pijnlijke leermomenten, zijn gaan inzien dat het minder bloederig is om samen te werken met de mensen van een nederzetting verderop, dan ze na een twist om een rund of schoon water uit te roeien of tot slaaf te maken.
Nu leren de Verenigde Naties, het parlement en veel media ons dat slecht nieuws verkoopt en weinig moeite kost. De meeste mensen echter zijn meestal niet bezig met Poetin die het oude Tsaristische Rusland wil restaureren en om die reden onvermijdelijk ook de Baltische Staten en Polen gaat annexeren.
Zeker houdt het verdeelde Europa (lees de NAVO, Amerika dus) hem tegen, maar Europa heeft behalve geld en de rentevoet geen ideologische agenda.
De mensen om me heen wel. In mijn dagelijks leven zie ik alleen maar effectuering van gedeelde belangen en gezamenlijke maar zelden benoemde waarden.
In de praktijk: zonder honger of slaag naar bed en gezond weer op. En niet piekeren over de vraag of de buren wel of niet hun fietspomp willen uitlenen of een oogje in het zeil houden als er kinderen op straat spelen.
Ik woon vijftien jaar in Venray en zie het met grote vanzelfsprekendheid gebeuren. Maar Venray is de wereld niet. De Maaskade in Venlo zuigt, in Roermond ken ik mensen uit de Kemp en in Maastricht was ik bevriend met een amfetaminedealer uit het Wittevrouwenveld die niet alleen erg aardig was, maar principieel geen speed aan me verkocht.
Toen al moet Leike mijn verslavingsgevoeligheid hebben gezien. De innemende dealer hield zich niet aan het adagium never get high on your own supply.
Leike zal 25 zijn geweest en al zijn tanden waren bijna weggevreten door de speed (acid, zeggen de Engelsen). Het droeg op een bepaalde manier bij aan zijn aantrekkelijkheid. Leike was een dreumes van 1:50, met sluik halflang bruin haar en de gloed in de ogen van de echte Sjeng (geboren Maastrichtenaar).
Wat mij betreft had hij zo de catwalk opgekund. De junkielook was en vogue in de jaren negentig. Donatella Versace joeg Iggy Pop de catwalk van Milaan op (hij droeg een spijkerbroek) en Kate Moss viel wel eens geladen uit een taxi met Pete Doherty of erger en zag er de volgende ochtend toch goed uit.
Maar Kate Moss werd vertrouwd door modellenbureaus die Leike uit het Maastrichtse Wittevrouwenveld nooit zouden casten.
Foto Donatella Versace. Ze is 69.
0 notes
Text
Che birra si abbina a un dolce con frutta? Una kriek o una oud bruine per me!
1 note
·
View note
Text
7-9 Søndervig
Ik dacht gisterenavond, waarom zou ik alweer pizza eten, ik bestel de kebabschotel. Van die lekkere sissende spiesen met vlees, uien en paprika. Maar helaas, er heersen hier toch andere opvattingen over wat kebab is en hoe je dat serveert, dan bij ons. Ik kreeg een bord patat met daaroverheen van die krullen bruin vlees en het geheel afgemaakt met een vette witte saus. Nou, morgen neem ik het heft in eigen hand en maak ik mijn eigen eten wel weer eens. Het wordt tijd voor een gezonde hap, zoals lekkere gevulde pasta.
Er staat al een pittige wind als ik opsta, iets achterlijker dan dwars op de route. Het eerste half uur vlieg ik over de weg en ik zie mezelf in gedachten vandaag al enorme afstanden afleggen. Maar dan verandert het asfalt in grind en het grind verandert in zand. Eerst nog hard zand, maar later ook mul zand, waar je met je fiets aan de hand doorheen moet ploegen. En als ik dan ook nog tegen het duin op moet, besluit ik om eerst maar even naar boven te lopen om te kijken hoe het pad er daar uitziet. Het lijkt begaanbaar, dus ik haal de bagage van de fiets. Sjouw eerst de tassen naar boven en daarna de fiets zelf. De tassen er weer op en daar ga ik weer, af en toe slippend door stukken met zacht zand, maar dankzij de wind in de rug hou ik de vaart erin.
Na Ferring volg ik een tijd de kustlijn, ik kom langs oude kerkjes die hun deuren vanwege de westenwind niet op het westen maar het zuiden hebben.
Om elf uur ben ik in Thorsminde en ik zie mezelf al aan de koffie zitten, maar helaas zegt de mevrouw van het café, om half twaalf gaan we open. Maar dat is toch idioot laat, denk ik, ga ik daar een half uur op wachten? Het alternatief is een pakje chocomel bij de Købmand. Ik laat me niet kennen, het is graag of niet en ik taai af naar de supermarkt.
Na Thorsminde verandert de route in een eindeloos lang grindpad door het open veld, dat is weer zwaar fietsen en de zon brandt nog feller dan gisteren. Ik smeer mezelf goed in, maar verbrand toch. Om de moed erin ge houden, luister ik naar de podcast Batavia, een hoorspel eigenlijk, over een reis naar Nieuw Oost Indië in de 17e eeuw, die gruwelijk uit de hand loopt.
In Søndervig stop ik bij de eerste camping, een enorm boomloos terrein zonder een vlekje schaduw. Gelukkig hebben ze er een soort huiskamer, waar ik een beetje beschut kan bijkomen. Eigenlijk is het enige voordeel dat dit weer biedt, dat ik elke dag wat kan wassen en dat alles ‘s avonds ook droog is.
Gefietste afstand: 72 km
Gefietste tijd: 5:45
1 note
·
View note
Text
Nationale natuurhistorie uit de kringloop
Uitdragerijen
Vroeger, toen ik nog in Zoetermeer woonde, slenterde ik regelmatig door de periferie van de Haagse binnenstad. Dat deed ik om de boel de boel te laten, de tram voor wat het was en gewoon een beetje te kijken. Ik wandelde dan op mijn dooie gemak van mijn werk in de Schilderswijk naar het centraal station. Onderweg deed ik standaard een aantal uitdragerijen aan. Niet zelden stapte ik aan het eind van zo’n wandeling met een mooi boek, een interessant relikwie of een antiek meubelstuk de trein in.
Tegenwoordig woon ik niet meer in Zoetermeer, fiets ik naar mijn werk en kom ik nog maar zelden in de Haagse binnenstad. Aan de uitdragerijen breng ik logischerwijs dus ook bijna nooit meer een bezoek.
Prijs in de kringloopwinkel
Door een productiefout in de kortelings aangeschafte skatebroek van mijn zoon, moest ik vandaag in de Haagse binnenstad zijn. De broek moest namelijk geruild worden. En omdat het een kleine moeite was, zo ben ik, zou ik dat wel voor hem doen. Om het onaangename met het aangename te combineren besloot ik de heenweg te gebruiken om enkele uitdragerijen te bezoeken. Van dat plan kwam echter niets terecht. Van alle uitdragerijen die mij heugden bestond en nog maar een. En die was gesloten! Enigszins teleurgesteld ruilde ik de broek en nam de kortste weg naar huis.
Amper op gang, viel mijn oog op een kringloopwinkel met een uiterlijkheid van een ouderwetse uitdragerij: bruin, stoffig en een etalage vol met zooi. Terstond stalde ik mijn fiets tegen de dichtstbijzijnde lantaarnpaal en stapte naar binnen. Eenmaal binnen bleek het opgeruimder dan gedacht. Alles was, zoals dat ik een kringloop winkel hoort, netjes uitgezocht en gerubriceerd. Er was zelfs een kast die dienst deed als antiquariaat. En in die kast vond ik tot mijn verbazing twee werken van Tiberius Cornelis Winkler (1822 - 1897) en een van Eli Heimans (1861 - 1914). Ik mocht het trits tot verbazing van de kasbediende en mijzelf voor vijf euro meenemen. Een habbekrats wanneer je bedenkt dat het werk betreft van twee ware coryfeeën van de Nederlandse natuurwetenschappen. Natuurhistorie van meer dan 100 jaar oud!
het Geologie-boekje en twee jaargangen van Kennis en Kunst.
Het Geologie-boekje van Eli Heimans
Het ‘Geologie-boekje’ uitgegeven in 1913 is het laatste werk dat Heimans voltooide voordat hij in 1914, tijdens een geologische excursie in het Duitse Gerolstein, plotseling overleed. Net als veel van zijn andere werken is het boekje een poging tot het populariseren van de natuurwetenschap.
De omslag en twee platen uit het Geologie-boekje.
Kennis en Kunst van Tiberius Cornelis Winkler
Ook Winkler had als doel de wetenschap aan de gewone man te brengen. Zijn geïllustreerde volksboeken ‘Kennis en Kunst’ waar ik jaargang 1867en 1868 op de kop tikte, zijn daar een treffend voorbeeld van. Winkler bundelt in deze boeken zeer uiteenlopende artikelen en verhalen over wetenschappelijke onderwerpen en kunst die voor een leek te begrijpen zijn. Er doorheen bladeren moet toen ter tijd een fantastische ervaring zijn geweest. In woord en beeld maakte je kennis met natuurschoon, cultuur, kunst en kennis van over de hele wereld. Ook nu is het een feest om doorheen te bladeren. En niet alleen vanwege het tijdsbeeld en de mooie afbeeldingen, maar ook wegens de productiviteit en bevlogenheid waarmee een man de wetenschap in zijn breedste zin promoot. Wat dat betreft heb ik als Brilmans nog een lange weg te gaan!
Enkele afbeeldingen uit Kennis en Kunst 1868.
Lees meer
Biografie van Eli Heimans (1861 - 1914)
Tiberius Cornelis Winkler
#Eli Heimans#Heimans#Winkler#T. C. Winkler#Boeken#books#scientific illustration#science#natuurwetenschap#natuurhistorie#kringloopwinkel#curiosa
3 notes
·
View notes
Text
Schuldig artefact
Hoeveel geschiedenis kun je aan? Ik kan me niet herinneren ooit zo ondergedompeld te zijn in mijn eigen geschiedenis, of liever die van mijn ouders, als in de afgelopen jaren. Het ene boek volgde het andere, tv-documentaires volgden elkaar op. Twee weken geleden zag ik in de nieuwste film over de Indonesische onafhankelijkheid en de rol van Nederland: 'Indië verloren'*. Het was een maandagmiddag en de kleine zaal zat behoorlijk vol. Veel grijs en wit, maar nu ook zwart en tinten bruin in het publiek. 105 minuten lang was daar weer dat bad van oude beelden, nieuwe beelden, oude feiten, nieuwe feiten. De ondertitel is politiek geladen: 'Selling a Colonial War'. Ik was na afloop verstild geraakt.
Wat mij zelfs aangeslagen maakte was schaamte, plaatsvervangende schaamte voor het berekenende, de starheid, maar vooral de schaamteloze arrogantie van de Nederlandse overheid. Dat alles was opnieuw zo confronterend dat het bijna onbevattelijk werd. En ergens in een uithoek van mijn denken besef ik ook nog eens dat wij mensen zeventig jaar later heus niet hoogstaander wezens zijn geworden.
En alsof dat alles nog niet genoeg is, zag ik gisteren 'De grote Indonesië tentoonstelling' in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ik weet niet zeker waarom ik daar naar toe wilde. Het werd deels een ander bad. De tentoonstelling toont de rijkdom van het eilandenrijk, de cultuur, de natuur, de geschiedenis in vogelvlucht, de artefacten, foto's. In de eerste paar zalen wordt nog een loflied gezongen op die cultuur, maar al snel kruipen daar de eerste koloniale beelden en informatie me tegemoet, steeds meer, soms met de zachtheid van een bijna onweerstaanbare nostalgie, maar meer en meer met harde feiten. Ergens aan het eind is er een tableau van oude foto's van slachtingen onder heel gewone mensen. Daar liggen ze in greppels, hun waterkruiken verspreid in de modder, vage contouren op een oude foto, naamloos opgelost in de tijd.
Tegenover het bijna onbevattelijke staat het concrete, het kleine, het ding, het artefact. Op tentoonstellingen kunnen voorwerpen verleiden en bijna spreken. Zo hangt er een prachtig rijk bewerkt danshesje. En dan lees je wat voor object het is: buitgemaakt na een zogenaamde 'puputan' in 1908. Om een oneervolle overgave te voorkomen koos een Balinese vorst met zijn hofhouding voor een rituele zelfmoord. Gekleed in wit en rijk behangen met sieraden schreden mannen, vrouwen en kinderen Nederlandse troepen tegemoet. De eerste zelfdodingen begonnen, vrouwen wierpen spottend hun sieraden naar de soldaten. Toen volgde een salvo van schoten. Honderden Balinezen vonden de dood. Dat met goud geborduurde fluwelen hesje is een zwart gat.
*'Indië verloren – Selling a Political War' | regie: In-So Radstake | 2023 | 105 minuten
4 notes
·
View notes
Text
Chemical Guys Total Extract Tire & Rubber Cleaner
Verwijder Bruine Banden Herstel de diepe, donkere kleur van je banden met de Total Extract Tire & Rubber Cleaner. Lelijke bruine banden of “blooming” kunnen je banden dof en oud laten lijken. Total Extract Tire & Rubber Cleaner gebruikt een snelwerkende, voedende formule die diep in het rubber doordringt, oude bruine banden nieuw leven inblaast en ze herstelt naar een diepzwarte OEM-look. Verjong…
0 notes
Text
Alles in het leven lijkt zich de laatste tijd steeds vaker te ontvouwen, maar waar ben ik in het hele verhaal? Waar vind ik mezelf, behalve op plekken waar ik nog nooit geweest ben, onder het gezelschap van mensen die ik eigenlijk niet ken.
Waar vind ik mezelf, behalve aan de waterkant op een kade aan een kanaal dat buiten dienst is, in de armen van een Belg die ik slechts één keer eerder had ontmoet in een pittoresk cafe aan de Oude Gracht in Utrecht? Waar het voelt alsof je een jaren zeventig huiskamer betreed waar zich enkel de meest excentrieke exemplaren van mensen bevinden.
En hoe kwam ik van het pittoreske cafe ineens achterop de fiets met mijn armen om de middel van een wildvreemde met halflange bruine krullen en een zwoel accent? En hoe lig ik dan nu ineens met mijn ontblote lijf naast hem, in slechts een klein zwart onderbroekje dat nauwelijks een centimeter van mijn lichaam bedekt?
Terwijl ik een hap neem van de licht zoete wilde perzik in zijn handen en mijn lippen zich vouwen om het stuk fruit, vindt het sap zijn weg naar mijn nek en vinden zijn ogen die van mij. Hij glimlacht en ik lach terug. Ik lik mijn lippen af en hij kijkt me intens aan, terwijl zijn blik mijn ogen en mijn lippen afwisselen om vervolgens nonchalant zijn blik weer af te wenden wanneer hij zelf een hap neemt van het stuk fruit dat we samen delen. Druppels water lopen langs zijn lichte huid en glinsteren in de zon; ik observeer hoe het water een weg waant over zijn borstkas.
Als ik mezelf dan ergens moet vinden, op een vreemde plek met vreemde mensen, dan maar liever zo.
0 notes