#ondernemersklimaat
Explore tagged Tumblr posts
Text
Derde cohort Surge programma met 32 bedrijven
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/3631c5893761050b4134a16ff0772e7b/f6630886aede3c12-a1/s540x810/5707f2886ce8b5af43c913e6eaabce97891c5dc1.jpg)
32 bedrijven hebben vandaag een subsidie overeenkomst van het Suriname’s Growth Enterprises (SURGE) getekend in de congreshal. Het project is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie, gefinancierd door de Wereldbank . Dit programma is bedoeld om Surinaamse micro-kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen. Minister Rishma Kuldipsingh benadrukte dat dit moment niet alleen een hoogtepunt is voor de bedrijven, maar ook voor de bredere economische toekomst van Suriname. President Chandrikapersad Santokhi geeft aan dat kleine ondernemers zo de kans krijgen om te groeien tot een grotere onderneming. Hij gaf ook aan dat de regering verschillende inspanningen pleegt om een goede basis te creëren voor economische groei. Minister Kuldipsingh benadrukte dat er nog een vierde cohort van het surge programma zal volgen. Tot nu toe hebben 56 bedrijven een subsidie gehad van het surge programma, aan wie ruim 6.2 miljoen Amerikaanse dollar is gegeven als subsidie. Directeur ondernemerschap op het departement en voorzitter van de evaluatiecommissie van het project, Karishma Mathoera, zegt dat de getekende overeenkomst en de matching grant van vandaag een bijzondere gelegenheid is waarbij door intensieve programma's van het ministerie het ondernemersklimaat bevorderd wordt. Ze geeft aan dat het project veel bijdraagt aan de productiviteit van de ondernemers die in aanmerking zijn gekomen voor een subsidie. “Het project draagt bij aan de ontwikkeling en diversificatie van de economie van Suriname op een duurzame manier waarop jong, vrouwelijk en ondernemerschap vanuit de inheemse en marron gemeenschap centraal staat.” Mathoera benadrukt verder dat Suriname rekent op het succes van de ondernemers die in aanmerking zijn gekomen voor subsidie. Ze stelt dat het ministerie de grote partner zal zijn voor de zakenmensen om hun succes te bereiken. De aanwezigen hadden na het formeel gedeelte een netwerksessie en een mini tentoonstelling waarbij producten van de ondernemers zijn tentoongesteld. Read the full article
1 note
·
View note
Photo
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/8d72cd4832f9f4f63b19160d9494c2cc/e9d27766b6321df3-ba/s400x600/d82599e9caa1ab74a77d78e4e9c189ed3be0c9e4.jpg)
Buitenlandse Investeerders Uiten Bezorgdheid over Nederland | CeBoz.com
Buitenlandse investeerders maken zich zorgen over Nederland en het ondernemersklimaat. Verzekeraars waarschuwen voor toenemende bezorgdheid onder buitenlandse aandeelhouders.
0 notes
Text
De BV Nederland bestaat niet
Als er één uitdrukking zo snel mogelijk uitgebannen moet worden, dan is het wel “de BV Nederland”. “De BV Nederland” is wat je tegenwoordig een frame noemt; een manier van zeggen waarmee je doelbewust allerlei associaties mee naar binnen smokkelt, het hoofd van de toehoorder in. Een BV moet winst maken, meer verkopen dan inkopen, de concurrentie verslaan, lean and mean zijn, het huishoudboekje op orde hebben, rendement maken op investeringen en zo voort.
Maar een land is geen bedrijf. Een land hoeft dat allemaal niet.
Een land concurreert niet met andere landen, een land drijft handel met ze. Landen zijn geen concurrenten, ze zijn elkaars afnemers en toeleveranciers. Als het goed gaat met Duitsland, of met China, is dat goed voor ons, niet slecht. Een land hoeft op die handel ook geen “winst” te maken. Een overschot op de handelsbalans is niet beter of slechter dan een tekort. En als er landen zijn met een overschot, moeten er ook landen zijn met een tekort, want alle landen samen hebben een saldo van nul - we handelen immers niet met Mars. Een langdurig handelstekort is voor een land evenmin goed als voor een bedrijf, dat is waar. Maar ook een langdurig overschot, zoals Nederland kent, is niet gezond. Het betekent dat je jezelf tekort doet. Je zou je hogere lonen, meer bestedingen en meer importen kunnen permitteren. En je ontneemt je handelspartners een afzetmogelijkheid.
Het idee dat landen concurreren leidt ook tot veel te veel aandacht voor het vestigingsklimaat. Alle zeilen worden bijgezet om een paar hele grote bedrijven te bewegen hier hun hoofdkwartier of Europees distributiecentrum te vestigen. Maar (afhankelijk van hoe je precies meet): 70 tot 90 procent van de werkgelegenheid in Nederland zit bij het zeer honkvaste mkb. Het ondernemersklimaat is voor onze economie veel belangrijker dan het vestigingsklimaat. Onderwijs, infrastructuur, rechtszekerheid, een toekomstbestendig stelsel van sociale zekerheid en, niet te vergeten, een bevolking met geld in de portemonnee, zijn allemaal veel belangrijker dan verlaging van de vennootschapsbelasting.
Nog zo’n associatie bij “de BV Nederland” is het idee dat Nederland monolitisch is. Dat wat goed is voor Shell automatisch ook goed is voor u en mij. Maar dat is niet zo; dat gaat niet automatisch. Daarvoor is een overheid nodig die herverdeelt, door belastingen te heffen en uitgaven te doen die aan iedereen ten goede komen. Gebeurt dat onvoldoende, dan neemt de ongelijkheid steeds verder toe. Maar in een BV Nederland past zo’n overheid niet. Daar heb je het liefst een hele kleine overheid, die niet in de weg loopt. Een zakenkabinet!
Kortom, een BV Nederland is een Nederland dat vooral de belangen van grote bedrijven dient en zich laat gijzelen door de angst dat “we” anders verliezen in de internationale concurrentiestrijd. Hoog tijd om na te denken over een betere metafoor. Een metafoor waarin samenwerking, gemeenschappelijk belang en mee-delen een plek hebben.
Ik geef toe, de Coöperatie Nederland bekt minder lekker, maar het komt wel een stuk dichter bij wat we nodig hebben.
Dit stuk verscheen eerder in NoordZ, de maandelijkse ondernemersbijlage bij het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant.
0 notes
Text
Groeten van de Grondstroom, deel 2: een golfclub in Beveren.
De verkiezingen wenken. Op zoek naar de grondstroom, naar wat de Vlaming écht denkt, trok ik door het Vlaamse hinterland. Zonder vragenlijstje, maar mét een open blik. Deel 2: golfen met ondernemers in Beveren.
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/d34703c8de797bce74366181b01c3b0d/tumblr_inline_pdppspU7Do1t2cy7a_540.jpg)
Zijn onze ondernemers tevreden met hun leven hier? Of is Vlaanderen te klein voor mensen die groot denken? In een golfclub vroegen we een aantal entrepreneurs om het hart op de tong te leggen. "In Dubai bouwen ze op vijf dagen tijd een nieuwe rotonde. Hier duurt dat godverdomme vijf jaar."
Toestemming krijgen om in een golfclub met ondernemers te gaan praten: het is qua moeilijkheidsgraad wellicht te vergelijken met binnen geraken op een statusmeeting van de Mossad. Vijftien golfclubs belde ik. Bij de twaalf eerste kreeg ik te horen dat hun leden tijdens het putten niet gestoord willen worden door een lid van het journaille. Bij clubs dertien en veertien zeiden ze zoveel als: 'Zet uw verzoek even op mail, dan kunnen wij het makkelijker negeren." Alleen de communicatieman van de vijftiende club zei: 'Met onze ondernemers babbelen? Geen probleem, kom maar af.'
Die laatste club was Golfclub Beveren: een nog relatief jonge vereniging die zich schuilhoudt op een lap poldergrond tussen het Antwerpse havengebied en de gemeente Kallo. Zowat vierhonderd van de achthonderd leden van de club zijn ondernemers. De parkeerplaatsen worden er gesponsord door bedrijven als Bekx Interieuren De Clerck Ramen & Deuren: succesvolle kmo's die van de Vlaamse industrieparken Bobbejaanlanden van bedrijvigheid maken. Het kan haast niet anders: vandaag zal ik de hardwerkende Vlaming in hoogsteigen persoon ontmoeten.
Op het terras van het clubhuis raak ik aan de praat met Gino, de tweeënvijftigjarige zaakvoerder van een Peugeot-garage in Kieldrecht. Wanneer ik vraag wat hem bezighoudt, windt hij er geen spreekwoordelijke doekjes om: "Ik heb stress, jongen. Peugeot heeft onlangs beslist om één derde van zijn dealernetwerk in België op te doeken. In het Waasland zullen nog maar twee van de acht garages overblijven. Wij behoren tot de overlevers, maar we zullen met evenveel personeel meer moeten presteren. En de werkdruk is nu al zo hoog."
Ook de politiek maakt zijn job er niet makkelijker op, zegt Gino. "Wist je dat vervuilende auto's in Wallonië minder zwaar belast worden dan in Vlaanderen? Dat is toch een vorm van oneerlijke concurrentie? Eén land, één regel: zo zou het moéten zijn. Maar blijkbaar is dat in België teveel gevraagd. Onze politici dienen veel belangen, maar niét het algemene."
Ondernemers en politici: ze zien elkaar ongeveer even graag als Donald en Melania, zo blijkt. Zowat alle bedrijfsleiders die ik spreek, noemen het ondernemersklimaat in ons land ronduit belabberd. Onder hen ook Bert: prille vijftiger, beginnende golfer en oprichter van een bedrijf dat vluchtsimulators ontwikkelt.
"Mocht ik een buitenlandse ondernemer zijn, ik zou mij nooit in België vestigen", zegt hij. "Onze loonkost is te hoog en onze infrastructuur te ouderwets. Ik heb lang gedacht dat Italië op het gebied van infrastructuur het meest achterlijke land van Europa was. Maar we hebben de Italianen ondertussen helemaal bijgebeend. De mobiliteitsproblemen op de Antwerpse ring bestaan al dertig jaar en ze zijn nog altijd niet opgelost. Dat is toch krankzinnig? Wat heb je een aan een fantastische haven als je niet op een fatsoenlijke manier goederen uit die haven kan transporteren?"
"België houdt niet van ondernemers, denk ik. De dag waarop ik mijn bedrijf oprichtte, wierf ik meteen mijn eerste medewerker aan. Eén dag later kreeg ik al bezoek van de arbeidsinspectie. Ze kwamen even checken of ik mijn werkkracht wel goed behandelde. Dat zegt alles. De Belgische overheid controleert wel de zelfstandigen en de kleine kmo's, maar laat de grote bedrijven ongemoeid. In Singapore, waar ik dertien jaar gewerkt heb, is het precies omgekeerd: daar laten ze de kleinere spelers met rust en zorgen ze ervoor dat vooral de multinationals hun belastingen betalen. Een stuk efficiënter, als je het mij vraagt."
Laisser faire-mentaliteit
Efficiëntie: het woord zal nog een keer of tachtig vallen, meestal voorafgegaan door het voorvoegsel in-. "Het Belgische overheidsapparaat is hopeloos inefficïent", zegt Peugeot-man Gino. "Neem nu onze sociale zekerheid: volgens mij moéten we helemaal niet langer werken om die te kunnen blijven betalen. We moeten gewoon heel de sociale zekerheid binnenste buiten keren en ontdoen van alle vormen van misbruik. Ik ken iemand die 3.000 euro per maand verdient en toch een sociale woning heeft. Dat zou niet mogen."
Ook op het gebied van migratie - dat andere thema dat spontaan de gesprekken binnensijpelt - regeert de politieke inefficiëntie, vinden de ondernemers van Golfclub Beveren. "We hebben migranten heel hard nodig", zegt Bert. "Maar we trekken niet de júiste migranten aan. De vraag die we potentiële nieuwkomers moeten stellen is: 'Op welke manier kunnen jullie ons land beter maken? Wat kunnen jullie dat wij niét kunnen?' Nu laten we nog te veel mensen toe die enkel komen profiteren van onze uitkeringen. En dat kan je niet eens die mensen zélf verwijten. Het zijn onze politici die misbruik moeten uitsluiten."
Volgens Peter, oprichter van een internetbedrijf en eigenaar van een Dave Grohl-sikje, zouden we ons beter focussen op de herkomstlanden van de migranten. "Veel Marokkanen komen naar hier in de hoop dat ze in de landbouw zullen kunnen werken. Maar dat is onze contreien niet bepaald een florerende sector, hè. Het zou slimmer zijn om ervoor te zorgen dat die Marokkanen in hun eigen land aan de slag kunnen in plaats van hen in onze werkloosheidsstatistieken te verwelkomen."
Bart, veertiger en zaakvoerder van een optiekketen, vraagt me om even te noteren dat hij geen racist is. Vervolgens wil ook hij iets kwijt over de migratieproblematiek. "Er heerst in Vlaanderen een laisser faire-mentaliteit ten opzichte van migranten. En dat stoort mij. Ik woon in Sint-Niklaas. Tegen de allochtonen die in hun opgefokte auto's over de weg scheuren en daarbij belachelijk veel decibels produceren, treedt de politie zelden of nooit op. Maar de brave burger die bij wijze van uitzondering een straat oversteekt op een plaats waar geen zebrapad is, wordt onmiddellijk beboet. Dat vind ik niet okee."
Bart komt over als een goede, maar behoorlijk strenge huisvader. "Ik verwacht een minimum aan respect van migranten. Maar blijkbaar is dat een probleem. Ik zie het ook in onze winkels: de dames en heren met de lange gewaden zeggen amper goeiedag als ze binnenwandelen en taxeren ons aanbod zonder ons ook maar één keer aan te kijken. Nog afgezien van het feit dat dat redelijk onbeleefd is: hoe kunnen wij die mensen dan helpen? Door - zoals Wouter Torfs - allochtone winkelbedienden aan te werven die hen op hun gemak moeten stellen? Dat ga je mij niet zien doen. Ik vind dat migranten zich aan ons moeten aanpassen. Niet omgekeerd."
Denkt daar enigszins anders over: Manu (23), marketingverantwoordelijke in het verhuisbedrijf van zijn vader. "We moeten migranten hélpen. Anders blíjven we maar naast elkaar leven. Bij ons werken nogal wat chauffeurs van Iraakse, Iraanse en Poolse afkomst. Wel, ik ben blij dat het ABVV taalcoaches naar ons bedrijf stuurt om die mensen een spoedcursus Nederlands te geven. Niet alleen omdat ze dan beter hun job zullen doen, maar ook omdat het hen zal helpen om te blenden met de rest van Vlaanderen. Want de multiculturele samenleving kan wel degelijk functioneren. Ik heb in Londen gestudeerd, in een school met studenten uit meer dan zestig landen. Ondanks alle verschillen in waarden, normen en klederdracht verliep het samenleven daar zonder al te veel problemen."
Luie millenials
Ik verlaat het clubhuis en ga om onderzoeksjournalistieke redenen wat rondkuieren op het golfterrein. Het parcours bestaat uit negen holes: ideaal voor ondernemers die door hun bedrijf niet gedurende achttien holes gemist kunnen worden. Ik probeer gespreksflarden op te vangen die de maatschappelijke ziel van ondernemend Vlaanderen verder ontbloten. Maar al gauw blijkt dat entrepreneurs tijdens het demonstreren van hun flop, lop en punch shots niet veel praten. Een golfer is bezig met de bal, niet met de dysfunctionele kantjes van onze samenleving.
Terwijl ik terug naar het clubhuis wandel, moet ik glimlachen om het reclamebord van een optiekketen langs de driving range, het oefenterrein van de club. De juiste boodschap op de juiste plaats verkondigen: het is een kunst als een andere.
Aan de eigenaar van het reclamepaneel - opticien en zaakvoerder Bart - vraag ik even later waarover hij met collega-ondernemers zoal praat. "Over de work-life balance", zegt hij. "Niet zozeer over míjn work-life-balance, hoewel die ongetwijfeld beter kan, maar over die van mijn medewerkers."
Bart, een vertegenwoordiger van generatie X, heeft wat moeite met het arbeidsethos van de millenials op zijn payroll. "Ze willen allemaal minder werken en meer genieten. En ik, als ondernemer, heb me daaraan aan te passen of ik kan de boeken dicht doen, zo simpel is het. Eén van mijn medewerkers vroeg me onlangs of hij tijdelijk vier vijfde mocht werken zodat hij een paar privéprobleempjes kon oplossen. Ik heb dat toegestaan. Maar vind ik het normaal? Eigenlijk niet. Ik had het op mijn 24ste in ieder geval niet aan mijn baas moeten voorstellen. Maar vandaag is dat allemaal een kwestie van vraag en aanbod. Een groot deel van de vacatures in de Vlaamse kmo's raakt niet ingevuld. Nogal logisch dat jonge mensen erin slagen om flexibele arbeidsvoorwaarden te onderhandelen."
"Wat ik wel jammer vind, is dat mijn werknemers mij voor mijn flexibiliteit nooit eens bedanken. Millenials vinden alles vanzelfsprekend. Ze beseffen niet dat als wij, de ondernemers, ermee zouden ophouden, ook hún jobs niet langer zouden bestaan. Dat ontgoochelt mij, het verantwoordelijkheidsgevoel moet van twee kanten komen."
Manu, de twintiger die in het verhuisbedrijf van zijn vader werkt, is zelf een millenial. Ik vraag of ook zijn arbeidsopvattingen weleens botsen met die van zijn vader. "Ik vrees dat mijn vader mij besmet heeft met zijn eigen arbeidsethos", lacht hij. "Als kind moest ik zelfs tijdens vakantieperiodes om zeven uur opstaan: ik moest helpen, was het niet in het bedrijf, dan wel bij ons thuis. Ook vandaag kan ik nog altijd niet tot negen uur in bed blijven liggen zonder het gevoel te hebben dat de helft van de dag al voorbij is. Mijn leeftijdgenoten zijn daarin nonchalanter. En daar erger ik me weleens aan. Als je in het leven alle kansen krijgt - en dat geldt niet alleen voor mij, maar ook voor veel van mijn collegamillenials - dan moet je daar iets tegenover stellen, vind ik."
Wég engagement
"Drinken we er nog ene of niet? Allez kom, nog ne laatste. Het moet hier maar niet zo plezant zijn. "In het clubhuis druppelen steeds meer golfers binnen, de sfeer wordt met de minuut uitgelatener. Temidden van de joligheid maak ik kennis met Pim, de bedaarde eigenaar van een expertisekantoor. Hij is net zestig geworden, maar dat is de laatste van zijn zorgen. "Negen jaar geleden is één van mijn vier kinderen in een verkeersongeval om het leven gekomen. Dan ben je niet met je leeftijd bezig."
Ook aan zijn nakende pensioen denkt Pim niet, "al kraakt en piept het soms." Maar over het huidige pensioendebat heeft hij wél een mening. "Ik vind het compleet geschift dat de jongeren moeten opdraaien voor míjn pensioen. In Nederland moet je vanaf een bepaald inkomensniveau een beroep doen op een privéverzekeraar. Daar zorg je - tenzij je echt te weinig verdient - zélf voor je pensioen. Dat systeem zal ook wel zijn nadelen hebben, maar op zijn minst doet het de jongere generatie niet betalen voor de oudere."
Pim is de goedmoedigheid zelf en beschikt over een glimlach die in staat moet worden geacht om zelfs Theresa May te doen ontdooien. Maar hij maakt zich zorgen. "Ik zie overal een groot gebrek aan engagement. In 1978 weigerde Johan Cruyff naar het WK voetbal in Argentinië te gaan omdat de militaire junta de mensenrechten aan zijn laars lapte. Vorige maand zaten de tribunes in Rusland vol met politici die het blijkbaar geen probleem vinden dat de Russen voortdurend holebi's discrimineren en straffeloos de MH17 uit de lucht hebben geknald. Dat is zorgwekkend."
"De wereld wordt me wat te opportunistisch. Veel mensen zeggen A, maar doen B. Ze uiten op sociale media hun verontwaardiging over een doodgeschoten leeuwin, maar gooien tien minuten later wél ongegeneerd hun rommel op straat. Of ze zamelen centen in voor Ouders van Verongelukte Kinderen, maar drinken wel doodleuk een paar pinten voor ze met hun auto weer naar huis rijden. Dan ben je niet écht geëngageerd, natuurlijk."
Een felle windstoot blaast één van de parasols op het terras van het clubhuis omver. Wanneer niemand aanstalten maakt om het ding weer rechtop te zetten, zegt Pim al lachend: "Kijk, dát bedoel ik, dus. Zelfs in de golfclubs is er een gebrek aan engagement." Hij staat op en helpt de parasol dan maar zélf weer in zijn voetstuk.
Politics matter
Waar de grondstroom van de Vlaamse ondernemers ons naartoe voert, vraagt u? Moeilijk te zeggen. Sommigen willen Vlaanderen Vlaamser zien worden, anderen vinden het belachelijk om je in een geglobaliseerde wereld op jezelf terug te plooien. Sommigen klagen over maatschappelijke betutteling, anderen betreuren dat we nergens nog voor lijken te staan.
Wat in ieder geval duidelijk is geworden, is dat ondernemers tot de politiek meest betrokken burgers van het land behoren. Al was het maar uit welbegrepen eigenbelang. "Het beleid van onze politici - of het gebrek eraan - heeft een grote impact op wat wij doen", zei bedrijfsleider Bert. "Als ondernemer relativeer je het politieke immobilisme van vandaag toch net iets minder dan als gewone burger."
1 note
·
View note
Link
Interview in NRC Handelsblad over art. 13 van de EU Copyright Reform. Ons kantoor MusicaJuridica adviseerde het Europees Parlement over het nieuwe Copyrightpakket en de Digital Single Market. Over amendementen en alternatieve compensatiesystemen. Het Commissievoorstel dreigt uit te monden in een onwerkbaar compromis, met onzekere implicaties voor de stakeholders.
Dat komt doordat de drie doelstellingen ervan in de huidige marktconstellatie niet goed verenigbaar zijn, te weten toegang tot legale content voor consumenten (1), een innovatievriendelijk klimaat voor startups (2) en handhaving van auteursrechten (3). Het Hof van Justitie EU zal het ons na invoering en implementatie allemaal mogen uitleggen.
Een vruchtbaar ondernemersklimaat creëren met voldoende ruimte voor technologische vernieuwing is ons inziens op de lange termijn óók gunstig voor auteursrechthebbenden. Zeker in combinatie met een evenwichtig (=eerlijk) vergoedingsmechanisme waardoor de value gap wordt gedicht. Op wetgevend vlak zou ook naar de mogelijkheden en de impact van ACS (alternative compensation systems) moeten worden gekeken. Voor een dergelijke wende dient voldoende politiek draagvlak te zijn.
Telkens wanneer er door technologische evolutie een nieuw distributiemedium het levenslicht ziet, thans het internet 2.0 met online access en UGC-platforms, breekt er lichte paniek uit. Net zoals toen de radio werd uitgevonden. Of het cassettebandje. Zonder een innovatievriendelijk startup-klimaat waarin bedrijfsvoering mogelijk is, c.q. zonder het op genuanceerde en verantwoorde wijze wegnemen van bepaalde marktbarrières zal de nieuwe Google nooit uit Europa komen. Maar wel uit China.
Voor de (adequate) technologische maatregelen oftewel het onderscheppen van user uploaded content met een CRT-systeem geldt: mogelijk in strijd met elementaire grondrechten waaronder privacy en de vrijheid van meningsuiting. En duur. To Big Brother or not to Big Brother…
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/18/het-internet-is-al-een-tijdje-stuk-a1607013
#Mauritz Kop#MusicaJuridica#MuziekenRecht.nl#startups#auteursrechthebbenden#interview#Hof van Justitie EU#EU Parlement#Europese Commissie#Google#value gap#China#CRT#UGC-platform#internet 2.0#BigBrother#innovatie#technologie#online access#evolutie#EU Copyright Reform#consumenten#bedrijven'stakeholders#grondrechten#vrijheid van meningsuiting#vergoedingsmechanisme#ACS#alternative compensation systems#NRC Handelsblad#Marc Hijink
1 note
·
View note
Text
Invoering vergunningplicht voor bedrijven
Invoering vergunningplicht voor bedrijven
Dit gaat steeds vaker gebeuren; de burgemeester wil met de vergunningsplicht een onveilig en malafide ondernemersklimaat tegengaan. Dat heeft ondermijning. Foute bedrijven aanpakken door in een straat of gebied voor alle bedrijven of winkels een vergunningplicht in te voeren. In de aanvraagprocedure gaat de aanvrager dat door de Bibob toets heen. De goeden lijden onder de kwaden. Gaat dat wel…
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/05de07dc0aac57217d42f00063652cea/d313e64b4d44b425-98/s540x810/c2c03de6cd8da8486b2b67e88349de0cf8c66937.jpg)
View On WordPress
#Bibob formulier#ondermijning#vergunning en Bibob-procedure#vergunningplicht#vergunningplicht autoverhuurbranche
0 notes
Text
Waarom groeit de economie maar investeert het MKB niet?
clubgreen.nl - Voor het groene nieuws!
Het Midden- en Klein Bedrijf is binnen Nederland de drijvende kracht achter de economie. Het gaat momenteel goed met de economie in Nederland en daarvan wordt het MKB als fundament gezien. Onder het Midden- en kleinbedrijf vallen ondernemingen. Die een jaarlijkse omzet van minder dan 50.000.000 euro genereren en daarbij minder dan 250 werknemers hebben. Of ondernemingen met minder dan 43.000.000 euro balanstotaal en minder dan 250 werknemers. Ondanks het feit dat het goed gaat met de Nederlandse economie. Blijft het MKB de uitgaven laag houden en worden er weinig investeringen gedaan.
De economie groeit
Het bruto binnenlands product blijft groeien. En het MKB is daarbij verantwoordelijk voor 71% van de werkgelegenheid. Bovendien blijft het MKB op alle fronten groeien:
De werkgelegenheid groeit met 2,9%
Het aantal bedrijven groeit met 5,1%
De toegevoegde waarde groeit met 5,3%
De arbeidsproductiviteit groeit met 2,4%
Waardoor wordt het MKB geremd?
Er zijn ook verschillende factoren geconstateerd die het structurele groeivermogen van het MKB remmen. Zo worden er lage investeringen gedaan en nemen de bedrijfsinvesteringen niet toe. De investeringsquote van het midden- kleinbedrijf daalt zelfs met 3% vergeleken met 2011. Toen de economie er een stuk slechter voorstond. Daarnaast heeft ongeveer een kwart van de ondernemers te maken met een tekort aan personeel. En tegelijkertijd zijn de lonen in veel sectoren niet gegroeid en achter gebleven. Bij de ontwikkelingen van arbeidsproductiviteit. Hierdoor blijft arbeid relatief goedkoop en de arbeidsmarkt is daardoor krap. Om deze reden voelen veel ondernemers er minder voor om te investeren. In arbeidsbesparende technologieën. Deze investeringen zijn nou juist vaak de drijvende kracht achter de stijging van arbeidsproductiviteit.
Overige hindernissen
Bij de analyses over de staat van het mkb worden nog enkele obstakels geconstateerd. Er bestaan grote verschillen binnen de productiviteit. Binnen verschillende bedrijfstakken lopen de groei en de arbeidsproductiviteit sterk uiteen. Kleinere bedrijven zijn gemiddeld minder productief dan grotere.
Het groeien naar een hogere grootteklasse
Daarnaast groeit slechts een klein deel van het MKB door naar een hogere grootteklasse. Er zijn voortdurend bedrijven die starten en groeien. Net als er bedrijven ook krimpen en stoppen te bestaan. Deze dynamiek zorgt dan ook voor vernieuwing binnen de economie. Bestaande bedrijven worden uitgedaagd wanneer nieuwe bedrijven met nieuwe verdienmodellen toetreden tot de markt. Maar 5% van de MKB-bedrijven is naar een hogere grootteklasse gegroeid die in 2010 bestonden. Het is lastig om de productiviteit van het MKB als geheel te laten groeien. Gezien schaal een grote rol speelt. Per saldo groeien er maar weinig bedrijven door.
Conjunturele schommelingen
Een groot percentage van het MKB blijft kwetsbaar voor conjuncturele schommelingen. Ondanks de hoogconjunctuur is de investeringsquote van het MKB niet gegroeid maar juist gedaald. Vergeleken met veel buitenlandse MKB-bedrijven. Financieren ondernemers in Nederland veel investeringen uit intern vermogen. Waardoor mogelijkheden voor externe financiering onbenut blijven. Ook lopen de rentabiliteits- en solvabiliteitsratio van het MKB op. Hieruit kan opgemaakt worden dat ondernemers momenteel weinig investeren in de groei van hun bedrijf. Vergeleken met het buitenland liggen de financieringsaanvragen dan ook een stuk lager.
Grote transities
Er wordt door het MKB weinig geïnvesteerd in grote transities zoals digitalisering, globalisering en verduurzaming. En dit vormt voor veel ondernemers een grote uitdaging. Cijfers laten zien dat slechts een zeer klein percentage investeert in internationalisering. Innovaties en digitalisering. Daarnaast investeren kleine bedrijven vaak weinig in de ontwikkeling van hun werknemers. Bij grootbedrijven volgen ongeveer 19,4% van de werknemers een cursus terwijl dit bij het MKB maar 13,6% is.
Hoe kan een duurzame groei van het MKB gestimuleerd worden?
MKB-bedrijven moeten productiever worden. Indien dit niet gebeurt dan dreigt de groei stil te vallen en zal de concurrentiepositie achteruit gaan. Op korte termijn zouden meer MKB-ondernemers blijvend moeten investeren in eigen verdienvermogen. Hiervoor heeft het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap een model voor duurzame productiviteitsgroei geïntroduceerd. Hierbij is duidelijk te zien voor ondernemers hoe zij hun verdienvermogen kunnen vergroten. Daarnaast wordt het voor beleidsmakers duidelijk welke factoren belangrijk zijn. Voor het vergroten van het verdienvermogen van MKB-bedrijven. En dus ook het structurele groeiproces.
Het model zet de volgende sectoren centraal:
Ondernemerschap: Missie, visie en strategie, bedrijfscultuur, leiderschap en communicatie en netwerken.
Managementpraktijken: monitoring, personeelsmanagement en doelen- en procesmanagement.
Human Capital: vaardigheden, aantrekking en behouden, leven lang ontwikkelen.
Productinnovatie: marktgedreven, duurzame groei en partners en kennisinstellingen.
Procesoptimalisering: Datagedreven sturing en besluitvorming, digitalisering en het verbeteren van werkprocessen.
Hogere investeringsambitie
MKB-bedrijven hebben baat bij meer investeringsambitie. In periodes van hoogconjunctuur doen ondernemers er juist goed aan om meer te investeren. Dit geldt vooral voor investeringen in menselijk kapitaal en de manier waarop zij hun bedrijf runnen. Hiermee wordt de productiviteit van het bedrijf verhoogt. En sterkt dit tevens structureel de Nederlandse economie.
De overheid en de groei van het MKB
Om het groeivermogen van MKB-bedrijven meer te stimuleren liggen er ook een aantal taken voor overheden. De volgende aandachtspunten zijn belangrijk volgens het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap.
Voor het beleid van nationale en regionale overheden:
Een gezonde marktdynamiek stimuleren door beleid te voeren. Dat specifiek gericht is op doorgroei en waarbij fiscale prikkels niet in de weg staan.
Het beleid zou niet alleen op de koplopers gericht moeten zijn. Maar ook op het gedeelte waar het grootste deel van het MKB zich bevindt. Daar kan de meeste impact op het groeivermogen gerealiseerd worden.
Op MKB-brede en grootschalige investeringen in menselijk kapitaal zou ingezet moeten worden. MKB initiatieven die gericht zijn op de ontwikkeling van werknemers zouden ondersteund moeten worden. Op deze manier kunnen werknemers hun vaardigheden blijvend marktconform houden. Hierbij zou niet de baan centraal moeten staan maar juist de mens. Bovendien hebben werknemers en ondernemers hier zelf ook verantwoording in. Er zijn dan ook al veel marktinitiatieven. Waarin de overheid een initiërende en aanvullende rol kan spelen.
Het stimuleren van doorgroei
De analyses wijzen uit dat bedrijven niet genoeg investeren om door te kunnen groeien. Dit is ondanks de hoogconjunctuur van de afgelopen jaren. Een zeer beperkt percentage van de MKB bedrijven groeit door. Terwijl doorgroei juist erg wenselijk is gezien grotere bedrijven een stuk productiever zijn dan kleinere. Daarnaast houdt een gezond ondernemersklimaat ook in dat bedrijven. Die niet productief genoeg zijn. Makkelijk kunnen stoppen en niet gehinderd moeten worden. Bij een tweede kans. De doorgroei van MKB-bedrijven wordt door veel overheidsmaatregelen beïnvloed. Doorgroei kan onder andere gestimuleerd worden door:
De arbeidsmarktwetgeving richten op het aantrekkelijk maken van het aannemen van werknemers en de werkgeverslasten verlagen.
Fiscale regelgeving zou prikkels moeten bieden om doorgroei te stimuleren. Zonder dat er obstakels ontstaan om op te starten of waardoor het vestigingsklimaat benadeeld wordt.
Er zou een eerlijke verdeling moeten bestaan van de belastingdruk tussen het MKB en grootbedrijf. Hierdoor wordt er een eerlijk speelveld gecreëerd voor ondernemers.
De overheidsdienstverlening zou makkelijk vindbaar moeten zijn. De dienstverlening die betrekking heeft op financiering, innovatie, internationaal ondernemen. En ontwikkeling van personeel zijn het belangrijkst. Dit kan gerealiseerd worden door doorverwijzing tussen instanties te laten plaatsvinden.
Beleid en wetgeving zouden consistentie en stabiliteit moeten bieden voor een aantrekkelijk investeringsklimaat. In tijden van onzekerheid waarin onduidelijke beleidswijzigingen doorgevoerd worden. Zullen veel MKB-ondernemers zich afwachtend opstellen.
Het faciliteren van betere toegang voor ondernemers voor investeringen in structurele groeiplannen. Het gaat hierbij vaak om investeringen waarbij de ondernemer niet direct zekerheid kan bieden. Zoals investeringen in menselijk kapitaal. Dit soort investeringen zijn cruciaal voor het mee kunnen gaan. In transities en het benutten van kansen die groei genereren.
De fiscale behandeling tussen eigen en vreemd vermogen dient nader geanalyseerd te worden. Wat kan bijdragen aan betere toegang tot financiering.
Beleid gericht op het ontwikkelen van vaardigheden
Binnen het MKB wordt het zogeheten ‘leven lang ontwikkelen’ nog maar weinig toegepast. Slechts 14% van de werknemers binnen de economische sector volgt scholing binnen het MKB. Echter neemt de noodzaak van het beschikken over nieuwe vaardigheden en kennis steeds meer toe. En moet concurrentievoordeel vooral gehaald worden uit menselijk kapitaal.
Digitale en technische vaardigheden worden voornamelijk steeds belangrijker. Informeel leren op de werkvloer zijn van belang maar vaak niet voldoende om verschil te kunnen maken. Daarom is een mkb-brede en grootschalige inzet nodig dat gericht is op ‘leven lang ontwikkelen’. Het overheidsbeleid is op dit gebied steeds meer in ontwikkeling. De aandachtspunten vragen om overheidsmaatregelen. Die zich vooral richten op het stimuleren van de ontwikkeling van het individu. Zo worden werknemers in staat gesteld. Om de eigen persoonlijke ontwikkeling te sturen. Dit betekent ook dat werknemers investeren in werkzekerheid. En zich bij cursussen en scholing niet alleen richten op hun huidige baan.
Werknemers kunnen hier zelf verantwoordelijkheid voor nemen door het te spenderen ontwikkelingsbudget. Te gebruiken voor het trainen van vaardigheden voor een nieuwe functie. Zowel binnen als buiten het bedrijf. Bovendien is het van belang dat ondernemers ook voldoende tijd indelen voor het ontwikkelen van hun eigen vaardigheden. Voor het implementeren van verschillende beleidsinterventies. Is een experimentele aanpak vereist om vast te kunnen stellen welke effectief blijken. Deze zouden goed gemonitord moeten worden. Om vast te kunnen stellen of het MKB op deze manieren voldoende in zijn groei gestimuleerd wordt.
Het bericht Waarom groeit de economie maar investeert het MKB niet? verscheen eerst op clubgreen.nl.
source https://www.clubgreen.nl/waarom-groeit-de-economie-maar-investeert-het-mkb-niet/
1 note
·
View note
Text
Waarom groeit de economie maar investeert het MKB niet?
clubgreen.nl – Voor het groene nieuws!
Het Midden- en Klein Bedrijf is binnen Nederland de drijvende kracht achter de economie. Het gaat momenteel goed met de economie in Nederland en daarvan wordt het MKB als fundament gezien. Onder het Midden- en kleinbedrijf vallen ondernemingen. Die een jaarlijkse omzet van minder dan 50.000.000 euro genereren en daarbij minder dan 250 werknemers hebben. Of ondernemingen met minder dan 43.000.000 euro balanstotaal en minder dan 250 werknemers. Ondanks het feit dat het goed gaat met de Nederlandse economie. Blijft het MKB de uitgaven laag houden en worden er weinig investeringen gedaan.
De economie groeit
Het bruto binnenlands product blijft groeien. En het MKB is daarbij verantwoordelijk voor 71% van de werkgelegenheid. Bovendien blijft het MKB op alle fronten groeien:
De werkgelegenheid groeit met 2,9%
Het aantal bedrijven groeit met 5,1%
De toegevoegde waarde groeit met 5,3%
De arbeidsproductiviteit groeit met 2,4%
Waardoor wordt het MKB geremd?
Er zijn ook verschillende factoren geconstateerd die het structurele groeivermogen van het MKB remmen. Zo worden er lage investeringen gedaan en nemen de bedrijfsinvesteringen niet toe. De investeringsquote van het midden- kleinbedrijf daalt zelfs met 3% vergeleken met 2011. Toen de economie er een stuk slechter voorstond. Daarnaast heeft ongeveer een kwart van de ondernemers te maken met een tekort aan personeel. En tegelijkertijd zijn de lonen in veel sectoren niet gegroeid en achter gebleven. Bij de ontwikkelingen van arbeidsproductiviteit. Hierdoor blijft arbeid relatief goedkoop en de arbeidsmarkt is daardoor krap. Om deze reden voelen veel ondernemers er minder voor om te investeren. In arbeidsbesparende technologieën. Deze investeringen zijn nou juist vaak de drijvende kracht achter de stijging van arbeidsproductiviteit.
Overige hindernissen
Bij de analyses over de staat van het mkb worden nog enkele obstakels geconstateerd. Er bestaan grote verschillen binnen de productiviteit. Binnen verschillende bedrijfstakken lopen de groei en de arbeidsproductiviteit sterk uiteen. Kleinere bedrijven zijn gemiddeld minder productief dan grotere.
Het groeien naar een hogere grootteklasse
Daarnaast groeit slechts een klein deel van het MKB door naar een hogere grootteklasse. Er zijn voortdurend bedrijven die starten en groeien. Net als er bedrijven ook krimpen en stoppen te bestaan. Deze dynamiek zorgt dan ook voor vernieuwing binnen de economie. Bestaande bedrijven worden uitgedaagd wanneer nieuwe bedrijven met nieuwe verdienmodellen toetreden tot de markt. Maar 5% van de MKB-bedrijven is naar een hogere grootteklasse gegroeid die in 2010 bestonden. Het is lastig om de productiviteit van het MKB als geheel te laten groeien. Gezien schaal een grote rol speelt. Per saldo groeien er maar weinig bedrijven door.
Conjunturele schommelingen
Een groot percentage van het MKB blijft kwetsbaar voor conjuncturele schommelingen. Ondanks de hoogconjunctuur is de investeringsquote van het MKB niet gegroeid maar juist gedaald. Vergeleken met veel buitenlandse MKB-bedrijven. Financieren ondernemers in Nederland veel investeringen uit intern vermogen. Waardoor mogelijkheden voor externe financiering onbenut blijven. Ook lopen de rentabiliteits- en solvabiliteitsratio van het MKB op. Hieruit kan opgemaakt worden dat ondernemers momenteel weinig investeren in de groei van hun bedrijf. Vergeleken met het buitenland liggen de financieringsaanvragen dan ook een stuk lager.
Grote transities
Er wordt door het MKB weinig geïnvesteerd in grote transities zoals digitalisering, globalisering en verduurzaming. En dit vormt voor veel ondernemers een grote uitdaging. Cijfers laten zien dat slechts een zeer klein percentage investeert in internationalisering. Innovaties en digitalisering. Daarnaast investeren kleine bedrijven vaak weinig in de ontwikkeling van hun werknemers. Bij grootbedrijven volgen ongeveer 19,4% van de werknemers een cursus terwijl dit bij het MKB maar 13,6% is.
Hoe kan een duurzame groei van het MKB gestimuleerd worden?
MKB-bedrijven moeten productiever worden. Indien dit niet gebeurt dan dreigt de groei stil te vallen en zal de concurrentiepositie achteruit gaan. Op korte termijn zouden meer MKB-ondernemers blijvend moeten investeren in eigen verdienvermogen. Hiervoor heeft het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap een model voor duurzame productiviteitsgroei geïntroduceerd. Hierbij is duidelijk te zien voor ondernemers hoe zij hun verdienvermogen kunnen vergroten. Daarnaast wordt het voor beleidsmakers duidelijk welke factoren belangrijk zijn. Voor het vergroten van het verdienvermogen van MKB-bedrijven. En dus ook het structurele groeiproces.
Het model zet de volgende sectoren centraal:
Ondernemerschap: Missie, visie en strategie, bedrijfscultuur, leiderschap en communicatie en netwerken.
Managementpraktijken: monitoring, personeelsmanagement en doelen- en procesmanagement.
Human Capital: vaardigheden, aantrekking en behouden, leven lang ontwikkelen.
Productinnovatie: marktgedreven, duurzame groei en partners en kennisinstellingen.
Procesoptimalisering: Datagedreven sturing en besluitvorming, digitalisering en het verbeteren van werkprocessen.
Hogere investeringsambitie
MKB-bedrijven hebben baat bij meer investeringsambitie. In periodes van hoogconjunctuur doen ondernemers er juist goed aan om meer te investeren. Dit geldt vooral voor investeringen in menselijk kapitaal en de manier waarop zij hun bedrijf runnen. Hiermee wordt de productiviteit van het bedrijf verhoogt. En sterkt dit tevens structureel de Nederlandse economie.
De overheid en de groei van het MKB
Om het groeivermogen van MKB-bedrijven meer te stimuleren liggen er ook een aantal taken voor overheden. De volgende aandachtspunten zijn belangrijk volgens het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap.
Voor het beleid van nationale en regionale overheden:
Een gezonde marktdynamiek stimuleren door beleid te voeren. Dat specifiek gericht is op doorgroei en waarbij fiscale prikkels niet in de weg staan.
Het beleid zou niet alleen op de koplopers gericht moeten zijn. Maar ook op het gedeelte waar het grootste deel van het MKB zich bevindt. Daar kan de meeste impact op het groeivermogen gerealiseerd worden.
Op MKB-brede en grootschalige investeringen in menselijk kapitaal zou ingezet moeten worden. MKB initiatieven die gericht zijn op de ontwikkeling van werknemers zouden ondersteund moeten worden. Op deze manier kunnen werknemers hun vaardigheden blijvend marktconform houden. Hierbij zou niet de baan centraal moeten staan maar juist de mens. Bovendien hebben werknemers en ondernemers hier zelf ook verantwoording in. Er zijn dan ook al veel marktinitiatieven. Waarin de overheid een initiërende en aanvullende rol kan spelen.
Het stimuleren van doorgroei
De analyses wijzen uit dat bedrijven niet genoeg investeren om door te kunnen groeien. Dit is ondanks de hoogconjunctuur van de afgelopen jaren. Een zeer beperkt percentage van de MKB bedrijven groeit door. Terwijl doorgroei juist erg wenselijk is gezien grotere bedrijven een stuk productiever zijn dan kleinere. Daarnaast houdt een gezond ondernemersklimaat ook in dat bedrijven. Die niet productief genoeg zijn. Makkelijk kunnen stoppen en niet gehinderd moeten worden. Bij een tweede kans. De doorgroei van MKB-bedrijven wordt door veel overheidsmaatregelen beïnvloed. Doorgroei kan onder andere gestimuleerd worden door:
De arbeidsmarktwetgeving richten op het aantrekkelijk maken van het aannemen van werknemers en de werkgeverslasten verlagen.
Fiscale regelgeving zou prikkels moeten bieden om doorgroei te stimuleren. Zonder dat er obstakels ontstaan om op te starten of waardoor het vestigingsklimaat benadeeld wordt.
Er zou een eerlijke verdeling moeten bestaan van de belastingdruk tussen het MKB en grootbedrijf. Hierdoor wordt er een eerlijk speelveld gecreëerd voor ondernemers.
De overheidsdienstverlening zou makkelijk vindbaar moeten zijn. De dienstverlening die betrekking heeft op financiering, innovatie, internationaal ondernemen. En ontwikkeling van personeel zijn het belangrijkst. Dit kan gerealiseerd worden door doorverwijzing tussen instanties te laten plaatsvinden.
Beleid en wetgeving zouden consistentie en stabiliteit moeten bieden voor een aantrekkelijk investeringsklimaat. In tijden van onzekerheid waarin onduidelijke beleidswijzigingen doorgevoerd worden. Zullen veel MKB-ondernemers zich afwachtend opstellen.
Het faciliteren van betere toegang voor ondernemers voor investeringen in structurele groeiplannen. Het gaat hierbij vaak om investeringen waarbij de ondernemer niet direct zekerheid kan bieden. Zoals investeringen in menselijk kapitaal. Dit soort investeringen zijn cruciaal voor het mee kunnen gaan. In transities en het benutten van kansen die groei genereren.
De fiscale behandeling tussen eigen en vreemd vermogen dient nader geanalyseerd te worden. Wat kan bijdragen aan betere toegang tot financiering.
Beleid gericht op het ontwikkelen van vaardigheden
Binnen het MKB wordt het zogeheten ‘leven lang ontwikkelen’ nog maar weinig toegepast. Slechts 14% van de werknemers binnen de economische sector volgt scholing binnen het MKB. Echter neemt de noodzaak van het beschikken over nieuwe vaardigheden en kennis steeds meer toe. En moet concurrentievoordeel vooral gehaald worden uit menselijk kapitaal.
Digitale en technische vaardigheden worden voornamelijk steeds belangrijker. Informeel leren op de werkvloer zijn van belang maar vaak niet voldoende om verschil te kunnen maken. Daarom is een mkb-brede en grootschalige inzet nodig dat gericht is op ‘leven lang ontwikkelen’. Het overheidsbeleid is op dit gebied steeds meer in ontwikkeling. De aandachtspunten vragen om overheidsmaatregelen. Die zich vooral richten op het stimuleren van de ontwikkeling van het individu. Zo worden werknemers in staat gesteld. Om de eigen persoonlijke ontwikkeling te sturen. Dit betekent ook dat werknemers investeren in werkzekerheid. En zich bij cursussen en scholing niet alleen richten op hun huidige baan.
Werknemers kunnen hier zelf verantwoordelijkheid voor nemen door het te spenderen ontwikkelingsbudget. Te gebruiken voor het trainen van vaardigheden voor een nieuwe functie. Zowel binnen als buiten het bedrijf. Bovendien is het van belang dat ondernemers ook voldoende tijd indelen voor het ontwikkelen van hun eigen vaardigheden. Voor het implementeren van verschillende beleidsinterventies. Is een experimentele aanpak vereist om vast te kunnen stellen welke effectief blijken. Deze zouden goed gemonitord moeten worden. Om vast te kunnen stellen of het MKB op deze manieren voldoende in zijn groei gestimuleerd wordt.
Het bericht Waarom groeit de economie maar investeert het MKB niet? verscheen eerst op clubgreen.nl.
Source: https://www.clubgreen.nl/waarom-groeit-de-economie-maar-investeert-het-mkb-niet/
1 note
·
View note
Text
Waarom groeit de economie maar investeert het MKB niet?
clubgreen.nl - Voor het groene nieuws!
Het Midden- en Klein Bedrijf is binnen Nederland de drijvende kracht achter de economie. Het gaat momenteel goed met de economie in Nederland en daarvan wordt het MKB als fundament gezien. Onder het Midden- en kleinbedrijf vallen ondernemingen. Die een jaarlijkse omzet van minder dan 50.000.000 euro genereren en daarbij minder dan 250 werknemers hebben. Of ondernemingen met minder dan 43.000.000 euro balanstotaal en minder dan 250 werknemers. Ondanks het feit dat het goed gaat met de Nederlandse economie. Blijft het MKB de uitgaven laag houden en worden er weinig investeringen gedaan.
De economie groeit
Het bruto binnenlands product blijft groeien. En het MKB is daarbij verantwoordelijk voor 71% van de werkgelegenheid. Bovendien blijft het MKB op alle fronten groeien:
De werkgelegenheid groeit met 2,9%
Het aantal bedrijven groeit met 5,1%
De toegevoegde waarde groeit met 5,3%
De arbeidsproductiviteit groeit met 2,4%
Waardoor wordt het MKB geremd?
Er zijn ook verschillende factoren geconstateerd die het structurele groeivermogen van het MKB remmen. Zo worden er lage investeringen gedaan en nemen de bedrijfsinvesteringen niet toe. De investeringsquote van het midden- kleinbedrijf daalt zelfs met 3% vergeleken met 2011. Toen de economie er een stuk slechter voorstond. Daarnaast heeft ongeveer een kwart van de ondernemers te maken met een tekort aan personeel. En tegelijkertijd zijn de lonen in veel sectoren niet gegroeid en achter gebleven. Bij de ontwikkelingen van arbeidsproductiviteit. Hierdoor blijft arbeid relatief goedkoop en de arbeidsmarkt is daardoor krap. Om deze reden voelen veel ondernemers er minder voor om te investeren. In arbeidsbesparende technologieën. Deze investeringen zijn nou juist vaak de drijvende kracht achter de stijging van arbeidsproductiviteit.
Overige hindernissen
Bij de analyses over de staat van het mkb worden nog enkele obstakels geconstateerd. Er bestaan grote verschillen binnen de productiviteit. Binnen verschillende bedrijfstakken lopen de groei en de arbeidsproductiviteit sterk uiteen. Kleinere bedrijven zijn gemiddeld minder productief dan grotere.
Het groeien naar een hogere grootteklasse
Daarnaast groeit slechts een klein deel van het MKB door naar een hogere grootteklasse. Er zijn voortdurend bedrijven die starten en groeien. Net als er bedrijven ook krimpen en stoppen te bestaan. Deze dynamiek zorgt dan ook voor vernieuwing binnen de economie. Bestaande bedrijven worden uitgedaagd wanneer nieuwe bedrijven met nieuwe verdienmodellen toetreden tot de markt. Maar 5% van de MKB-bedrijven is naar een hogere grootteklasse gegroeid die in 2010 bestonden. Het is lastig om de productiviteit van het MKB als geheel te laten groeien. Gezien schaal een grote rol speelt. Per saldo groeien er maar weinig bedrijven door.
Conjunturele schommelingen
Een groot percentage van het MKB blijft kwetsbaar voor conjuncturele schommelingen. Ondanks de hoogconjunctuur is de investeringsquote van het MKB niet gegroeid maar juist gedaald. Vergeleken met veel buitenlandse MKB-bedrijven. Financieren ondernemers in Nederland veel investeringen uit intern vermogen. Waardoor mogelijkheden voor externe financiering onbenut blijven. Ook lopen de rentabiliteits- en solvabiliteitsratio van het MKB op. Hieruit kan opgemaakt worden dat ondernemers momenteel weinig investeren in de groei van hun bedrijf. Vergeleken met het buitenland liggen de financieringsaanvragen dan ook een stuk lager.
Grote transities
Er wordt door het MKB weinig geïnvesteerd in grote transities zoals digitalisering, globalisering en verduurzaming. En dit vormt voor veel ondernemers een grote uitdaging. Cijfers laten zien dat slechts een zeer klein percentage investeert in internationalisering. Innovaties en digitalisering. Daarnaast investeren kleine bedrijven vaak weinig in de ontwikkeling van hun werknemers. Bij grootbedrijven volgen ongeveer 19,4% van de werknemers een cursus terwijl dit bij het MKB maar 13,6% is.
Hoe kan een duurzame groei van het MKB gestimuleerd worden?
MKB-bedrijven moeten productiever worden. Indien dit niet gebeurt dan dreigt de groei stil te vallen en zal de concurrentiepositie achteruit gaan. Op korte termijn zouden meer MKB-ondernemers blijvend moeten investeren in eigen verdienvermogen. Hiervoor heeft het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap een model voor duurzame productiviteitsgroei geïntroduceerd. Hierbij is duidelijk te zien voor ondernemers hoe zij hun verdienvermogen kunnen vergroten. Daarnaast wordt het voor beleidsmakers duidelijk welke factoren belangrijk zijn. Voor het vergroten van het verdienvermogen van MKB-bedrijven. En dus ook het structurele groeiproces.
Het model zet de volgende sectoren centraal:
Ondernemerschap: Missie, visie en strategie, bedrijfscultuur, leiderschap en communicatie en netwerken.
Managementpraktijken: monitoring, personeelsmanagement en doelen- en procesmanagement.
Human Capital: vaardigheden, aantrekking en behouden, leven lang ontwikkelen.
Productinnovatie: marktgedreven, duurzame groei en partners en kennisinstellingen.
Procesoptimalisering: Datagedreven sturing en besluitvorming, digitalisering en het verbeteren van werkprocessen.
Hogere investeringsambitie
MKB-bedrijven hebben baat bij meer investeringsambitie. In periodes van hoogconjunctuur doen ondernemers er juist goed aan om meer te investeren. Dit geldt vooral voor investeringen in menselijk kapitaal en de manier waarop zij hun bedrijf runnen. Hiermee wordt de productiviteit van het bedrijf verhoogt. En sterkt dit tevens structureel de Nederlandse economie.
De overheid en de groei van het MKB
Om het groeivermogen van MKB-bedrijven meer te stimuleren liggen er ook een aantal taken voor overheden. De volgende aandachtspunten zijn belangrijk volgens het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap.
Voor het beleid van nationale en regionale overheden:
Een gezonde marktdynamiek stimuleren door beleid te voeren. Dat specifiek gericht is op doorgroei en waarbij fiscale prikkels niet in de weg staan.
Het beleid zou niet alleen op de koplopers gericht moeten zijn. Maar ook op het gedeelte waar het grootste deel van het MKB zich bevindt. Daar kan de meeste impact op het groeivermogen gerealiseerd worden.
Op MKB-brede en grootschalige investeringen in menselijk kapitaal zou ingezet moeten worden. MKB initiatieven die gericht zijn op de ontwikkeling van werknemers zouden ondersteund moeten worden. Op deze manier kunnen werknemers hun vaardigheden blijvend marktconform houden. Hierbij zou niet de baan centraal moeten staan maar juist de mens. Bovendien hebben werknemers en ondernemers hier zelf ook verantwoording in. Er zijn dan ook al veel marktinitiatieven. Waarin de overheid een initiërende en aanvullende rol kan spelen.
Het stimuleren van doorgroei
De analyses wijzen uit dat bedrijven niet genoeg investeren om door te kunnen groeien. Dit is ondanks de hoogconjunctuur van de afgelopen jaren. Een zeer beperkt percentage van de MKB bedrijven groeit door. Terwijl doorgroei juist erg wenselijk is gezien grotere bedrijven een stuk productiever zijn dan kleinere. Daarnaast houdt een gezond ondernemersklimaat ook in dat bedrijven. Die niet productief genoeg zijn. Makkelijk kunnen stoppen en niet gehinderd moeten worden. Bij een tweede kans. De doorgroei van MKB-bedrijven wordt door veel overheidsmaatregelen beïnvloed. Doorgroei kan onder andere gestimuleerd worden door:
De arbeidsmarktwetgeving richten op het aantrekkelijk maken van het aannemen van werknemers en de werkgeverslasten verlagen.
Fiscale regelgeving zou prikkels moeten bieden om doorgroei te stimuleren zonder dat er obstakels ontstaan om op te starten of waardoor het vestigingsklimaat benadeeld wordt.
Er zou een eerlijke verdeling moeten bestaan van de belastingdruk tussen het MKB en grootbedrijf. Hierdoor wordt er een eerlijk speelveld gecreëerd voor ondernemers.
De overheidsdienstverlening zou makkelijk vindbaar moeten zijn. De dienstverlening die betrekking heeft op financiering, innovatie, internationaal ondernemen en ontwikkeling van personeel zijn het belangrijkst. Dit kan gerealiseerd worden door doorverwijzing tussen instanties te laten plaatsvinden.
Beleid en wetgeving zouden consistentie en stabiliteit moeten bieden voor een aantrekkelijk investeringsklimaat. In tijden van onzekerheid waarin onduidelijke beleidswijzigingen doorgevoerd worden zullen veel MKB-ondernemers zich afwachtend opstellen.
Het faciliteren van betere toegang voor ondernemers voor investeringen in structurele groeiplannen. Het gaat hierbij vaak om investeringen waarbij de ondernemer niet direct zekerheid kan bieden, zoals investeringen in menselijk kapitaal. Dit soort investeringen zijn cruciaal voor het mee kunnen gaan in transities en het benutten van kansen die groei genereren.
De fiscale behandeling tussen eigen en vreemd vermogen dient nader geanalyseerd te worden. Wat kan bijdragen aan betere toegang tot financiering.
Beleid gericht op het ontwikkelen van vaardigheden
Binnen het MKB wordt het zogeheten ‘leven lang ontwikkelen’ nog maar weinig toegepast. Slechts 14% van de werknemers binnen de economische sector volgt scholing binnen het MKB. Echter neemt de noodzaak van het beschikken over nieuwe vaardigheden en kennis steeds meer toe. En moet concurrentievoordeel vooral gehaald worden uit menselijk kapitaal.
Digitale en technische vaardigheden worden voornamelijk steeds belangrijker. Informeel leren op de werkvloer zijn van belang maar vaak niet voldoende om verschil te kunnen maken. Daarom is een mkb-brede en grootschalige inzet nodig dat gericht is op ‘leven lang ontwikkelen’. Het overheidsbeleid is op dit gebied steeds meer in ontwikkeling. De aandachtspunten vragen om overheidsmaatregelen. Die zich vooral richten op het stimuleren van de ontwikkeling van het individu. Zo worden werknemers in staat gesteld om de eigen persoonlijke ontwikkeling te sturen. Dit betekent ook dat werknemers investeren in werkzekerheid. En zich bij cursussen en scholing niet alleen richten op hun huidige baan.
Werknemers kunnen hier zelf verantwoordelijkheid voor nemen door het te spenderen ontwikkelingsbudget. Te gebruiken voor het trainen van vaardigheden voor een nieuwe functie. Zowel binnen als buiten het bedrijf. Bovendien is het van belang dat ondernemers ook voldoende tijd indelen voor het ontwikkelen van hun eigen vaardigheden. Voor het implementeren van verschillende beleidsinterventies is een experimentele aanpak vereist om vast te kunnen stellen welke effectief blijken. Deze zouden goed gemonitord moeten worden. Om vast te kunnen stellen of het MKB op deze manieren voldoende in zijn groei gestimuleerd wordt.
Het bericht Waarom groeit de economie maar investeert het MKB niet? verscheen eerst op clubgreen.nl.
Source: https://www.clubgreen.nl/waarom-groeit-de-economie-maar-investeert-het-mkb-niet/
1 note
·
View note
Text
Waarom groeit de economie maar investeert het MKB niet?
clubgreen.nl - Voor het groene nieuws!
Het Midden- en Klein Bedrijf is binnen Nederland de drijvende kracht achter de economie. Het gaat momenteel goed met de economie in Nederland en daarvan wordt het MKB als fundament gezien. Onder het Midden- en kleinbedrijf vallen ondernemingen. Die een jaarlijkse omzet van minder dan 50.000.000 euro genereren en daarbij minder dan 250 werknemers hebben. Of ondernemingen met minder dan 43.000.000 euro balanstotaal en minder dan 250 werknemers. Ondanks het feit dat het goed gaat met de Nederlandse economie. Blijft het MKB de uitgaven laag houden en worden er weinig investeringen gedaan.
De economie groeit
Het bruto binnenlands product blijft groeien. En het MKB is daarbij verantwoordelijk voor 71% van de werkgelegenheid. Bovendien blijft het MKB op alle fronten groeien:
De werkgelegenheid groeit met 2,9%
Het aantal bedrijven groeit met 5,1%
De toegevoegde waarde groeit met 5,3%
De arbeidsproductiviteit groeit met 2,4%
Waardoor wordt het MKB geremd?
Er zijn ook verschillende factoren geconstateerd die het structurele groeivermogen van het MKB remmen. Zo worden er lage investeringen gedaan en nemen de bedrijfsinvesteringen niet toe. De investeringsquote van het midden- kleinbedrijf daalt zelfs met 3% vergeleken met 2011. Toen de economie er een stuk slechter voorstond. Daarnaast heeft ongeveer een kwart van de ondernemers te maken met een tekort aan personeel. En tegelijkertijd zijn de lonen in veel sectoren niet gegroeid en achter gebleven. Bij de ontwikkelingen van arbeidsproductiviteit. Hierdoor blijft arbeid relatief goedkoop en de arbeidsmarkt is daardoor krap. Om deze reden voelen veel ondernemers er minder voor om te investeren. In arbeidsbesparende technologieën. Deze investeringen zijn nou juist vaak de drijvende kracht achter de stijging van arbeidsproductiviteit.
Overige hindernissen
Bij de analyses over de staat van het mkb worden nog enkele obstakels geconstateerd. Er bestaan grote verschillen binnen de productiviteit. Binnen verschillende bedrijfstakken lopen de groei en de arbeidsproductiviteit sterk uiteen. Kleinere bedrijven zijn gemiddeld minder productief dan grotere.
Het groeien naar een hogere grootteklasse
Daarnaast groeit slechts een klein deel van het MKB door naar een hogere grootteklasse. Er zijn voortdurend bedrijven die starten en groeien. Net als er bedrijven ook krimpen en stoppen te bestaan. Deze dynamiek zorgt dan ook voor vernieuwing binnen de economie. Bestaande bedrijven worden uitgedaagd wanneer nieuwe bedrijven met nieuwe verdienmodellen toetreden tot de markt. Maar 5% van de MKB-bedrijven is naar een hogere grootteklasse gegroeid die in 2010 bestonden. Het is lastig om de productiviteit van het MKB als geheel te laten groeien. Gezien schaal een grote rol speelt. Per saldo groeien er maar weinig bedrijven door.
Conjunturele schommelingen
Een groot percentage van het MKB blijft kwetsbaar voor conjuncturele schommelingen. Ondanks de hoogconjunctuur is de investeringsquote van het MKB niet gegroeid maar juist gedaald. Vergeleken met veel buitenlandse MKB-bedrijven. Financieren ondernemers in Nederland veel investeringen uit intern vermogen. Waardoor mogelijkheden voor externe financiering onbenut blijven. Ook lopen de rentabiliteits- en solvabiliteitsratio van het MKB op. Hieruit kan opgemaakt worden dat ondernemers momenteel weinig investeren in de groei van hun bedrijf. Vergeleken met het buitenland liggen de financieringsaanvragen dan ook een stuk lager.
Grote transities
Er wordt door het MKB weinig geïnvesteerd in grote transities zoals digitalisering, globalisering en verduurzaming. En dit vormt voor veel ondernemers een grote uitdaging. Cijfers laten zien dat slechts een zeer klein percentage investeert in internationalisering. Innovaties en digitalisering. Daarnaast investeren kleine bedrijven vaak weinig in de ontwikkeling van hun werknemers. Bij grootbedrijven volgen ongeveer 19,4% van de werknemers een cursus terwijl dit bij het MKB maar 13,6% is.
Hoe kan een duurzame groei van het MKB gestimuleerd worden?
MKB-bedrijven moeten productiever worden. Indien dit niet gebeurt dan dreigt de groei stil te vallen en zal de concurrentiepositie achteruit gaan. Op korte termijn zouden meer MKB-ondernemers blijvend moeten investeren in eigen verdienvermogen. Hiervoor heeft het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap een model voor duurzame productiviteitsgroei geïntroduceerd. Hierbij is duidelijk te zien voor ondernemers hoe zij hun verdienvermogen kunnen vergroten. Daarnaast wordt het voor beleidsmakers duidelijk welke factoren belangrijk zijn. Voor het vergroten van het verdienvermogen van MKB-bedrijven. En dus ook het structurele groeiproces.
Het model zet de volgende sectoren centraal:
Ondernemerschap: Missie, visie en strategie, bedrijfscultuur, leiderschap en communicatie en netwerken.
Managementpraktijken: monitoring, personeelsmanagement en doelen- en procesmanagement.
Human Capital: vaardigheden, aantrekking en behouden, leven lang ontwikkelen.
Productinnovatie: marktgedreven, duurzame groei en partners en kennisinstellingen.
Procesoptimalisering: Datagedreven sturing en besluitvorming, digitalisering en het verbeteren van werkprocessen.
Hogere investeringsambitie
MKB-bedrijven hebben baat bij meer investeringsambitie. In periodes van hoogconjunctuur doen ondernemers er juist goed aan om meer te investeren. Dit geldt vooral voor investeringen in menselijk kapitaal en de manier waarop zij hun bedrijf runnen. Hiermee wordt de productiviteit van het bedrijf verhoogt. En sterkt dit tevens structureel de Nederlandse economie.
De overheid en de groei van het MKB
Om het groeivermogen van MKB-bedrijven meer te stimuleren liggen er ook een aantal taken voor overheden. De volgende aandachtspunten zijn belangrijk volgens het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap.
Voor het beleid van nationale en regionale overheden:
Een gezonde marktdynamiek stimuleren door beleid te voeren. Dat specifiek gericht is op doorgroei en waarbij fiscale prikkels niet in de weg staan.
Het beleid zou niet alleen op de koplopers gericht moeten zijn. Maar ook op het gedeelte waar het grootste deel van het MKB zich bevindt. Daar kan de meeste impact op het groeivermogen gerealiseerd worden.
Op MKB-brede en grootschalige investeringen in menselijk kapitaal zou ingezet moeten worden. MKB initiatieven die gericht zijn op de ontwikkeling van werknemers zouden ondersteund moeten worden. Op deze manier kunnen werknemers hun vaardigheden blijvend marktconform houden. Hierbij zou niet de baan centraal moeten staan maar juist de mens. Bovendien hebben werknemers en ondernemers hier zelf ook verantwoording in. Er zijn dan ook al veel marktinitiatieven. Waarin de overheid een initiërende en aanvullende rol kan spelen.
Het stimuleren van doorgroei
De analyses wijzen uit dat bedrijven niet genoeg investeren om door te kunnen groeien. Dit is ondanks de hoogconjunctuur van de afgelopen jaren. Een zeer beperkt percentage van de MKB bedrijven groeit door. Terwijl doorgroei juist erg wenselijk is gezien grotere bedrijven een stuk productiever zijn dan kleinere. Daarnaast houdt een gezond ondernemersklimaat ook in dat bedrijven. Die niet productief genoeg zijn. Makkelijk kunnen stoppen en niet gehinderd moeten worden. Bij een tweede kans. De doorgroei van MKB-bedrijven wordt door veel overheidsmaatregelen beïnvloed. Doorgroei kan onder andere gestimuleerd worden door:
De arbeidsmarktwetgeving richten op het aantrekkelijk maken van het aannemen van werknemers en de werkgeverslasten verlagen.
Fiscale regelgeving zou prikkels moeten bieden om doorgroei te stimuleren zonder dat er obstakels ontstaan om op te starten of waardoor het vestigingsklimaat benadeeld wordt.
Er zou een eerlijke verdeling moeten bestaan van de belastingdruk tussen het MKB en grootbedrijf. Hierdoor wordt er een eerlijk speelveld gecreëerd voor ondernemers.
De overheidsdienstverlening zou makkelijk vindbaar moeten zijn. De dienstverlening die betrekking heeft op financiering, innovatie, internationaal ondernemen en ontwikkeling van personeel zijn het belangrijkst. Dit kan gerealiseerd worden door doorverwijzing tussen instanties te laten plaatsvinden.
Beleid en wetgeving zouden consistentie en stabiliteit moeten bieden voor een aantrekkelijk investeringsklimaat. In tijden van onzekerheid waarin onduidelijke beleidswijzigingen doorgevoerd worden zullen veel MKB-ondernemers zich afwachtend opstellen.
Het faciliteren van betere toegang voor ondernemers voor investeringen in structurele groeiplannen. Het gaat hierbij vaak om investeringen waarbij de ondernemer niet direct zekerheid kan bieden, zoals investeringen in menselijk kapitaal. Dit soort investeringen zijn cruciaal voor het mee kunnen gaan in transities en het benutten van kansen die groei genereren.
De fiscale behandeling tussen eigen en vreemd vermogen dient nader geanalyseerd te worden. Wat kan bijdragen aan betere toegang tot financiering.
Beleid gericht op het ontwikkelen van vaardigheden
Binnen het MKB wordt het zogeheten ‘leven lang ontwikkelen’ nog maar weinig toegepast. Slechts 14% van de werknemers binnen de economische sector volgt scholing binnen het MKB. Echter neemt de noodzaak van het beschikken over nieuwe vaardigheden en kennis steeds meer toe. En moet concurrentievoordeel vooral gehaald worden uit menselijk kapitaal.
Digitale en technische vaardigheden worden voornamelijk steeds belangrijker. Informeel leren op de werkvloer zijn van belang maar vaak niet voldoende om verschil te kunnen maken. Daarom is een mkb-brede en grootschalige inzet nodig dat gericht is op ‘leven lang ontwikkelen’. Het overheidsbeleid is op dit gebied steeds meer in ontwikkeling. De aandachtspunten vragen om overheidsmaatregelen. Die zich vooral richten op het stimuleren van de ontwikkeling van het individu. Zo worden werknemers in staat gesteld om de eigen persoonlijke ontwikkeling te sturen. Dit betekent ook dat werknemers investeren in werkzekerheid. En zich bij cursussen en scholing niet alleen richten op hun huidige baan.
Werknemers kunnen hier zelf verantwoordelijkheid voor nemen door het te spenderen ontwikkelingsbudget. Te gebruiken voor het trainen van vaardigheden voor een nieuwe functie. Zowel binnen als buiten het bedrijf. Bovendien is het van belang dat ondernemers ook voldoende tijd indelen voor het ontwikkelen van hun eigen vaardigheden. Voor het implementeren van verschillende beleidsinterventies is een experimentele aanpak vereist om vast te kunnen stellen welke effectief blijken. Deze zouden goed gemonitord moeten worden. Om vast te kunnen stellen of het MKB op deze manieren voldoende in zijn groei gestimuleerd wordt.
Het bericht Waarom groeit de economie maar investeert het MKB niet? verscheen eerst op clubgreen.nl.
Source: https://www.clubgreen.nl/waarom-groeit-de-economie-maar-investeert-het-mkb-niet/
1 note
·
View note
Text
Proces voor vergunningsaanvragen makkelijker
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/b3b5c3401d64802d5813042aaba6e350/de49f05e179857f7-4b/s540x810/a22990157b5acfd1ff00010860a6eadebba98f2b.jpg)
Het ministerie van Economische zaken, Ondernemerschap en Technologische innovatie, de United States Agency for International Development (USAID) en de International Development werken aan het versoepelen en vergemakkelijken van de aanvragen van bedrijfsvergunningen. De organisaties hebben gisteren in dit kader een workshop voor stakeholders georganiseerd in het Marriot hotel. Ambassadeur van de Verenigde Staten in Suriname, Robert Faucher, geeft aan dat er wegen geopend moeten worden om een beter investeringklimaat in Suriname te bewerkstelligen. Faucher geeft verder aan dat het moderniseren van vergunningaanvragen een must is. Hij stelt dat het vergemakkelijken van het proces vele voordelen met zich meebrengt, vooral op het gebied van de internationale handel en het ondernemersklimaat. Hij geeft aan dat niet onderschat moet worden wat het versoepelen van vergunningsvoorwaarden in de toekomst voor Suriname meebrengt. Hij stelt dat de workshop zoals die van gisteren veel positieve inzichten met zich zal meebrengen voor stakeholders die moeten bijdragen aan betere systemen om de business sector te verbeteren. Minister Rishma kuldipsingh van economische zaken stelt dat door het moderniseren van de vergunningsaanvragen door digitalisering er een beter investeringsmilieu tot stand zal komen. De minister benadrukt dat er een goede samenwerking bewerkstelligd is met de partnerorganisaties. Ze stelt dat er meer deuren geopend kunnen worden om economische groei te kunnen brengen voor Suriname. De bewindsvrouw geeft aan dat zij ingenomen is met de samenwerking met de Amerikaanse organisaties en zegt dat zij zeker een voorstander is om zich hard te maken voor het klaarstomen van nieuwe business mogelijkheden voor de markt in Suriname. Read the full article
1 note
·
View note
Text
Raderen in beweging
Om Noordoostpolder sociaal en economisch gezond te houden, gaan gemeente en ondernemers werken met een sociaal economische agenda (SEA). Concrete ideeën en activiteiten die bijdragen aan een goed ondernemersklimaat, een prettige leefomgeving, ruimte voor innovatie en bovenal: veel werkgelegenheid. Wethouder Hans Wijnants: “Er zijn vele factoren die invloed hebben op onze economische groei. Deze…
View On WordPress
0 notes
Link
BUCH-GEMEENTEN – De uitkomsten van de grootschalige, landelijke Burger- en Ondernemerspeiling 2019 zijn bekend.
Hieruit blijkt dat inwoners en ondernemers van de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo over het algemeen iets meer tevreden zijn over de dienstverlening door de gemeenten dan drie jaar geleden.
Het onderzoekt peilt hoe tevreden inwoners en ondernemers zijn over thema’s: de diensten die de gemeente levert, zorg en welzijn, de relatie met de gemeente en leefomgeving c.q. ondernemersklimaat.
De BUCH-gemeenten namen daaraan gezamenlijk deel, vanuit de BUCH-Werkorganisatie. De rapportcijfers kwamen in het algemeen uit op het landelijke gemiddelde.
De afgelopen twee jaren zette de BUCH-Werkorganisatie in op een betere dienstverlening via de balie, telefoon, post, e-mail, de website en via social media.
Door betere onderlinge afstemming kan de werkorganisatie vragen, verzoeken, voorstellen etc. sneller en efficiënter beantwoorden en informatie ook gerichter uitzetten.
De Burger- en Ondernemerspeiling 2019 maakt deel uit van het landelijke onderzoek ‘Waar staat je gemeente’. Het onderzoek bestaat uit een reeks van drie onderzoeken (2016, 2019, 2021).
Respondenten komen uit de steekproef van 2.000 inwoners per gemeente en alle ondernemers uit de vier gemeenten.
De ambitie is dat de vier gemeenten in 2021 net zo hoog scoren als de hoogst scorende BUCH-gemeente in 2016.
Op 25 september worden de resultaten aan de vier gemeenteraden gepresenteerd en toegelicht. De onderzoeksresultaten worden in oktober gepubliceerd op http://bit.ly/2kIyP10.
0 notes
Text
Communicatieadviseur Den Haag
Je ontwikkelt concepten voor voorlichtingsproducten, zoals infographics en video’s en stemt de inhoud ervan af met de beleidsafdelingen. Je verzorgt en onderhoudt de informatie op internet en intranet, zoals de Q&A’s op de website rijksoverheid.nl. Je houdt een communicatiekalender bij en bewaakt de voortgang van communicatieproducten op deze kalender. Je maakt annotaties voor ambtelijke overleggen tussen Rijk en regio. Hiervoor haal je alle informatie op bij beleidsdirecties die nodig is om te anticiperen op goede communicatieproducten. Je hebt een afgeronde hbo of wo opleiding, met voorkeur voor studierichting communicatie of vergelijkbaar. Je bent resultaatgericht en kunt goed plannen en organiseren. Je toont initiatief en kunt goed samenwerken. Je ziet wat er dagelijks nodig is en acteert pro-actief en servicegericht. Je hebt gevoel voor bestuurlijke, maatschappelijke en politieke verhoudingen. Je hebt een goede beheersing van de Nederlandse taal en bent communicatief sterk, zowel schriftelijk, in beeld als mondeling. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) staat voor een duurzaam, ondernemend Nederland. Het ministerie zet zich in voor een uitstekend ondernemersklimaat en een sterke internationale concurrentiepositie. Door de juiste randvoorwaarden te creëren en door ondernemers de ruimte te geven om te vernieuwen en te groeien. Door aandacht te hebben voor natuur en leefomgeving. Door samenwerking te stimuleren tussen onderzoekers en ondernemers. Zo bouwt het ministerie de topposities in industrie, diensten en energie verder uit en investeert in een krachtig en duurzaam Nederland.Consultant name: Özlem GoeneeConsultant phone: +31636593359 http://dlvr.it/Qp6zFm
0 notes
Text
Projectmanager Stedenbouw - Nootdorp
HerCor BV Voor een eindklant zijn wij op zoek naar een Projectmanager StedenbouwSTARTDATUM: 1 OKTOBER 2018EINDDATUM: 1 OKTOBER 2019UREN PER WEEK: 24LOCATIE: NOOTDORPDe gemeente Pijnacker-Nootdorp staat midden in de samenleving. Dagelijks zetten we ons in voor de belangen en het welzijn van onze inwoners. De gemeente Pijnacker-Nootdorp ligt in het groen, midden in de Randstad, tussen Zoetermeer, Rotterdam, Delft en Den Haag. De gemeente is vanuit alle richtingen goed bereikbaar. Pijnacker-Nootdorp telt ruim 52.700 inwoners. De gemeente staat bekend om haar aantrekkelijke woningbouwprojecten, zoals Ackerswoude en Keijzershof, en uitstekende woonkwaliteiten, zoals de vriendelijke sfeer, veiligheid, een rijk verenigingsleven, goede sportaccommodaties en overige voorzieningen. Alles dichtbij huis, met de grote steden binnen handbereik.De gemeente dankt haar stevige economische positie voor een belangrijk deel aan de glastuinbouw. Daarnaast zijn er diverse bedrijventerreinen. Het ondernemersklimaat wordt gekenmerkt door innovatieve ondernemers die vooruitlopen op het gebied van warmtetransitie en duurzaamheid. We werken de komende jaren aan grote projecten op het gebied van woningbouw, bedrijventerreinen, infrastructuur, voorzieningen, natuur en recreatie. Kortom: een dynamische gemeente waar het plezierig wonen en werken is.OpdrachtDe gemeente is voor de afdeling Ontwikkeling op zoek naar een ervaren projectmanager. Je komt te werken bij het cluster Projectmanagement van de afdeling Ontwikkeling. De afdeling Ontwikkeling bestaat daarnaast uit het taakveld Civiel, stedenbouw & ondersteuning en het taakveld Taakeenheid Economie, Grondzaken & Planeconomie. De afdeling is verantwoordelijk voor de realisatie van woningbouwprojecten, bedrijvenparken, maatschappelijke voorzieningen, infra projecten en natuur- en recreatiegebieden.WerkzaamhedenVooralsnog wordt gedacht je in te zetten op de volgende projecten:· Ontwikkeling woningbouwlocatie Keijzershof (uitbreidingslocatie voor ca. 2.300 woningen);· Ontwikkeling woningbouwlocatie in Delfgauw (betreft ca. 60 woningen).Concreet houd jij je bezig met de:· Dagelijkse leiding van het project en het aansturen van het projectteam;· Procesbegeleiding meerdere bouwstromen;· Procesbegeleiding plannen voor bouw- en woonrijp maken;· Onderhandelingen voor nieuwe bouwstromen;· Besluitvormingsproces herziene stedenbouwkundige visie.Kennis/Ervaring:Geef in het cv duidelijk aan in hoeverre jij aan de genoemde criteria voldoet.· HBO werk- en denkniveau;· Praktische en theoretische kennis van ruimtelijke projecten;· Beheersen van projectmatig werken;· Inzicht in de financiële, personele en organisatorische cq. uitvoeringsgerichte aspecten van projecten;· Vaardigheid in het opstellen van bestuur- en managementrapportages;· Ervaring in coördinatie en afstemming met diverse partijen, zoals civiele aannemers, bouwers, nutsbedrijven, gemeentelijke organisatie en bewoners.Minimaal een afgeronde HBO bachelor opleiding in het vakgebied bouwen (25 punten);Minimaal 5 jaar aantoonbare werkervaring in de afgelopen 7 jaar als projectmanager op het gebied van RO (35 punten);Aantoonbare werkervaring als projectmanager binnen een gemeentelijke organisatie, onderbouwd met minimaal 2 referenties, in de afgelopen 2 jaar (15 punten);Mondeling en schriftelijk communicatief;· Proactief; Overtuigingskracht; Klantgericht;· Oplossingsgericht; Teamspeler;· Flexibel; Resultaatgericht; Kwaliteitsbewust.WerkdagenDe opdracht wordt vervuld op de volgende werkdagen: in onderling overleg.PlanningDe gesprekken bij de gemeente zullen plaatsvinden in de periode van 14 t/m 21 september 2018..Overige informatieDe gemeente kan om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vragen. Het tarief dient niet te wijzigen gedurende de looptijd van de opdracht en is inclusief reis- en verblijfkosten en inclusief het gebruik van een mobiele telefoon.Aanvraag sluit op 6-9-om 11:00 uurAlleen als uw werkervaring overeenkomt met de aanvraag, ontvangen wij graag uw:- CV (word-document), maximaal 5 pagina's en geen logo;- Motivatie;- 2 referenties van een van de laatste relevante opdrachten (referenties worden pas na toestemming gebeld);- Uurtarief (indicatie);- Beschikbaarheid en geboekte vakanties;- Onder vermelding van vacaturenummer: 29083(goede beheersing van de Nederlandse taal in woord en geschrift).U kunt uw gegevens sturen naar [email protected] of bellen: 0174-235150.HerCor BV, Hoek van Holland. John van Herp 0174-235150 [email protected] of klik direct hieronder op de knop Reageren http://dlvr.it/QhR0z5
0 notes
Text
New Post has been published on Haarlem updates
Nieuw bericht op https://www.haarlemupdates.nl/2018/04/20/nieuwe-regels-voor-venten-op-straat-in-haarlem/
Nieuwe regels voor venten op straat in Haarlem
Verschillende partijen in de stad, waaronder de winkeliers, straatverenigingen en de wijkraden, ervaren hinder van straatverkoop en het werven van donateurs in de binnenstad. De gemeente wil een goed ondernemersklimaat bevorderen en de aantrekkelijkheid van Haarlem vergroten voor bezoekers,...
0 notes