#middeleeuwse straf
Explore tagged Tumblr posts
Text
Een middeleeuwse straf voor Gökmen graag
Een middeleeuwse straf voor Gökmen graag
U hebt ongetwijfeld kennisgenomen van het walgelijk gedrag van tramterrorist Gökmen Tanisin de rechtszaal. Hij staat terecht voor moord op vier mensen in de Utrechtse sneltram, maar vindt zichzelf bijzonder geslaagd. Hij werpt kushandjes naar de vrouwelijke rechters, steekt herhaaldelijk zijn middelvinger op, spuugt naar zijn advocaat en kwetst de nabestaanden van de slachtoffers. Van enig berouw…
View On WordPress
#criminaliteit#Gedrag#Gokmen Tanis#middeleeuwse straf#middelvinger#ophangen#Radbraken#rechtbank#rechtsstaat#rechtvaardigheidsgevoel#sharia#straf#tramterrorist
0 notes
Text
Over cynisme, nihilisme en existentialisme
Aan de campus Letteren en Wijsbegeerte in Gent is het heel tof. De mensen zijn er heel aangenaam en open van geest. Iets wat ik wel vrij vaak aantref, zijn mensen die een of meer van deze platitudes aanhangen, waarin ik een soort brouwsel van cynisme, nihilisme en existentialisme zie (een platitude is ‘een platte of afgezaagde zinsnede’, laten we zeggen een veredelde dooddoener).
‘We leven maar eventjes en sterven dan en zijn voorgoed weg’
‘We hebben geen plicht om zorg te dragen voor de planeet, want uiteindelijk sterft alles toch en zelfs zonder de mensheid brandt de aarde over vijf miljard jaar op in de zon’
‘Uiteindelijk is alles zinloos want we gaan toch allemaal dood’
‘We leven in een onverschillig universum dat noch vijandig, noch vriendelijk is’
‘Het universum in zijn geheel is misschien zinloos maar we kunnen tenminste zin geven aan ons eigen, persoonlijke leven’
Hoe meer ik hierover nadenk, hoe meer ik tot de conclusie kom, dat dit abstracties zijn die niets met de dagdagelijkse menselijke ervaring te maken hebben. Hoogstens komen ze naar boven tijdens een melancholische bui (bij de ene al vaker dan bij de andere), maar dan zeggen ze eigenlijk meer over onze gemoedstoestand dan over de aard van de wereld en het zijn.
Ik zal mezelf nog even verduidelijken. Stel je voor: je bent een ambitieuze atleet, die jarenlang getraind is in het hardlopen. Op een dag mag je deelnemen aan de Olympische Spelen. Heel je familie kijkt vol bewondering toe, je voelt je onoverwinnelijk. Als bij mirakel win je uiteindelijk een gouden medaille. Als je daar dan staat met die medaille, zou er ook maar één haar op je hoofd zijn dat denkt: ‘Nou, dit is allemaal leuk en wel, maar het heeft geen enkele zin, want over 50 jaar ben ik toch dood en zal iedereen dit moment weer vergeten zijn.’
Nog iets: stel je voor, je wordt voor het eerst in je leven vader of moeder. Na een spannende periode en een nerveuze geboorte ben je ontzettend opgelucht dat het kind veilig en wel geboren is, en gezond is, en je hem of haar lief kan hebben. Denk je op het moment van de geboorte van je kind ook maar in de verste verte dat het uiteindelijk toch zinloos is, want ooit zullen jij en dat kind dood zijn?
Het hoeft ook niet zo uitzonderlijk, heus niet. Ook tijdens een wandeling in de zon, in het bos, kan je zo genieten van de natuur, dat je je volledig voelt opgaan in het moment. Of wanneer je heerlijke koffie drinkt. Of je geliefde zoent. Op zulke momenten zul je nooit denken als: ‘Mooi, mooi, leuke natuur hier, maar zelfs die zal ooit vergaan, net als ik, mijn vrouw, kinderen en al mijn vrienden.’ Neen, op dat moment geniet je gewoon van die natuur, en is het hele universum een zinvol geheel.
Mijn punt is...
... dat overtuigingen zoals ‘het leven is zinloos want we gaan toch ooit dood en het universum geeft er niet om’ niets ter zake doen in het dagdagelijkse menselijke leven. Mijn stelling is: de wereld heeft wel degelijk zin, want de wereld (onze ervaringswereld) is het enige wat we kunnen ervaren, en in de wereld ervaren wij zin, betekenis. (cf. Kants ‘noumenale wereld’, Heideggers in-der-Welt-sein) Maar ik moet mezelf wel wat verduidelijken. Het is nog niet omdat ons bestaan tijdelijk is en omdat we lijden dat het leven / de wereld zinloos is.
Een wakkere lezer zal wellicht al gedacht hebben: ja, maar hoe zit het dan met kindjes met kanker, met oorlogsslachtoffers in Syrië of joden in de Holocaust? Moeten zij het leven dan zinvol vinden? Hier kom ik later op terug.
Wat is de zin van zinloos/zinvolheid?
Dit alles komt volgens mij neer op een eenvoudig definitieprobleem. Het probleem is dat we niet dezelfde definitie van ‘zinvol’ en ‘zinloos’ hanteren. In het openingscollege van Johan Braeckmans (UGent) vak Historisch overzicht van de wijsbegeerte bijvoorbeeld, maakt Braeckman een scherp onderscheid tussen de zinloosheid van het universum als geheel en de zinvolheid van ons eigen, persoonlijk leven dat we zelf kunnen invullen. Vragen zoals ‘Wat is de zin van het leven?’ worden afgedaan als pseudo-vragen, en eigenlijk wordt de hele zin-vraag een beetje onder de bank geschoven als irrelevant in zijn cursus en het handboek. Braeckman ziet de geschiedenis van de filosofie immers als de zoektocht naar betrouwbare kennis. Dit is volgens mij een leegte die ingevuld wordt door Bart Vandenabeeles Geschiedenis van de hedendaagse wijsbegeerte - waarin de vraag naar betekenis en ervaring wel gesteld wordt.
Laten we even kijken wat Johan Braeckman en Etienne Vermeersch precies schrijven in hun interessante boek De rivier van Herakleitos. Op pagina 36, hoofdstuk ‘Het probeem van het lijden van de goede mens’, maken ze onderscheid tussen twee vormen van lijden:
Lijden dat zinvol is, omdat het ‘in bepaalde situaties vanuit een biologisch oogpunt voordelen biedt. Men onderscheidt spontaan goed van slecht voedsel, pijnreacties leiden tot handelingen die het lichaam beschermen, bepaalde lustgevoelens bevorderen de procreatie.’
Lijden dat zinloos is, want het is ‘volkomen nutteloos’. Verder schrijven ze: ‘Het lijden heeft in sommige gevallen een nuttige functie en in andere gevallen niet. Zo is dat nu eenmaal. [...]’
Samengevat stellen Braeckman en Vermeersch dat lijden zinvol is als het een functie heeft (bv. het lichaam beschermen), en zinloos als dat niet het geval is (bv. een terminale ziekte). Verder schrijven ze:
Het probleem is dat daar [de reïncarnatiegedachte of een eeuwige beloning of straf] nooit enig bewijs voor geleverd is [...] Een ‘rechtvaardige’ God die pijnigt zonder enige voorgaande schuld, handelt in strijd met zichzelf. Mede om die reden is de aanvaarding van een ‘onverschillige’ wereld waarin lijden soms een functie heeft, maar soms helemaal niet, meer bevredigend dan de gedachte aan een ‘God’ die bedoeld was om het lijden zin te geven maar die in feite verantwoordelijk blijkt voor zinloos lijden.
Volgens mij is deze passage problematisch, want ze maakt een vals onderscheid: ofwel geloof je in een antropomorfe, middeleeuwse god die de goeden beloont en de kwaden straft, ofwel geloof je in een atheïstisch-existentialistisch onverschillig universum. Maar hier ga ik nu niet verder op in.
Waarom zinvol niet (altijd) gelijk staat aan nuttig
Veel belangrijker is het problematisch onderscheid tussen ‘zinvol’ en ‘zinloos’ lijden - dat gelijkgesteld wordt met respectievelijk ‘lijden met een functie’ en ‘lijden zonder functie, zonder doel’. Dit is wel begrijpelijk, omdat ‘zinloos’ in het Van Dale-woordenboek inderdaad gedefinieerd wordt als ‘zonder betekenis of nut’. Toch is het problematisch om ‘zinvol’ met ‘nuttig’ gelijk te stellen. (Sinds wanneer vormt ‘Zo is dat nu eenmaal’ trouwens een goed filosofisch argument?)
Ten eerste zijn er veel dingen die geen onmiddellijk praktisch nut dienen, maar wel als zinvol ervaren worden: denk maar aan onderwijs, doneren aan een goed doel, vrijwilligerswerk, kunst, schoonheid, religie en ethiek. In principe kunnen we perfect overleven zonder deze zaken, maar toch doen we ze, en ervaren we dit als zinvol.
Omgekeerd zijn er talloze dingen denkbaar die wel nuttig zijn, maar niet als zinvol ervaren worden. Als je bijvoorbeeld (à la Charlie Chaplins Modern Times) de hele dag een vijs moet indraaien aan de lopende band, dan is dit werk nuttig in de zin dat je er geld mee verdient zodat je eten en dergelijke kan kopen, en nuttig in de zin dat je het bedrijf rijk helpt te maken, maar het wordt door jou als totaal zinloos ervaren.
Waarom worden sommige ‘nutteloze’ activiteiten dan als zinvol ervaren, en sommige ‘nuttige’ activiteiten als zinloos? Dit is de essentie: omdat de als zinvol ervaren activiteiten betekenisvol zijn: we ervaren er betekenis in, het laat ons niet onverschillig, we voelen emoties, we voelen dat we onszelf en/of anderen een gunst doen, dat we ze helpen. (zie ook: intentionaliteit van Franz Brentano.)
Dit staat eigenlijk nog los van de vraag of de ervaren betekenis positief of negatief is. En nu kom ik terug op het probleem van het lijden: hoe kan het lijden van een kind met kanker nu ooit als zinvol ervaren worden? Als we de (problematische, zie boven) definitie van ‘zinvol’ als ‘nuttig, met een functie’ hanteren, is dit lijden uiteraard zinloos. Maar als we de (betere) definitie van ‘zinvol’ als ‘betekenisvol, het laat ons niet onverschillig’ hanteren: dan is lijden wel ‘zinvol’ - want het lijden zou pas echt zinloos zijn als het ons onverschillig zou laten, als we bijvoorbeeld totaal onverschillig zouden blijven bij het verlies of lijden van dierbaren.
Ook wil ik ook nog opmerken dat veel mensen de tijdelijkheid van het bestaan opvatten als extra reden om het als zinloos te zien. Maar ook het feit dat iets tijdelijk is betekent niet automatisch dat het zinloos is - volgens velen is het juist de tijdelijkheid van het leven die er zin aan geeft, want een eeuwig leven zou pas moeilijk zijn. Denk ook even terug aan de afbeelding van wolken bovenaan het artikel. Wolken zijn tijdelijk en altijd veranderlijk, maar dat neemt niet weg dat we ze prachtig kunnen vinden.
Tenslotte wil ik ook opmerken dat het onderscheid tussen ons zogezegd zinvolle persoonlijk leven enerzijds, tegenover het kille, onverschillige, zinloze universum anderzijds compleet, welja, nutteloos is: het sluit immers totaal niet aan bij de menselijke ervaring. Het is een product van pure rede die niets met de echte wereld te maken heeft. Het impliceert immers dat we enerzijds een leven als mens hebben, en anderzijds eentje als geest die door een leeg en levenloos universum rondwaart - onzin natuurlijk. Wij kunnen slechts deze ene zinvolle wereld ervaren, hieruit volgt dat de wereld zinvol is, want een zinloze wereld kunnen wij zelfs niet ervaren.
Opmerking 1: hieraan moet ik toevoegen dat ik hier zeer schatplichtig ben aan de 17de eeuwse filosoof Immanuel Kant, die voor het eerst het onderscheid tussen onze zintuiglijke ervaring van de wereld (de fenomenale wereld) en de wereld zoals die los van onze ervaring is (de noumenale wereld), grondig uitwerkte.
Opmerking 2: Ik ga niet langer helemaal akkoord met de inhoud van de bovenstaande alinea. We kunnen immers wel degelijk zinnige uitspraken doen over het universum los van onze ervaring, bv. “Het universum is 13,7 miljard jaar oud en bevat minstens 10 miljard sterrenstelsels.”
Iemand die in een depressieve bui is, zou kunnen stellen dat, gezien het meeste lijden zinloos (functieloos) is, en er zo veel lijden in de wereld is, we kunnen concluderen dat de wereld als geheel zinloos is. Vaak wordt de tijdelijkheid van alles toegevoegd als argument voor dit nihilisme. Maar, met de nieuwe definitie van ‘zinvol’ indachte: uit het feit dat er lijden (en zelfs extreem lijden) in de wereld is, en uit het feit dat alles tijdelijk is, volgt niet dat de wereld zinloos is - hierin definieer ik ‘de wereld’ als de subjectieve wereld van de mens (cf. Kants ‘noumenale wereld’, Heideggers in-der-Welt-sein) - dit is immers de enige wereld die we kunnen ervaren. Wij kunnen dus niet zeggen dat het universum, als je het los van onze ervaring bekijkt, een zinloos universum is, omdat wij zelfs helemaal geen toegang tot dat ‘universum los van onze ervaring’ hebben (we zitten altijd ‘gevangen’ in onze zintuiglijke ervaring).
Een uitspraak als ‘het universum [los van onze ervaring] is onverschillig tegenover ons’ is al even onzinnig als bijvoorbeeld ‘het leven in de hemel heeft geen zin’ of ‘het is mooi weer vandaag in het Walhalla’: wij hebben immers geen toegang tot het universum los van onze zintuiglijke ervaring, evenmin hebben we zintuiglijke toegang tot eventueel een hiernamaals of andere dimensies. Daarom kunnen wij daar geen zinnige uitspraken over doen. (Sowieso is een uitspraak als ‘het universum is onverschillig’ problematisch, omdat we hiermee menselijke kenmerken toekennen aan iets niet-menselijks. Het is een beetje alsof je zou zeggen: ‘deze steen is boos op mij’ of ‘mijn boom is vrolijk vandaag’ - literair misschien leuk, maar het bevat geen waarheidswaarde.)
Conclusie
Nogmaals mijn conclusie opgesomd:
Zinvol is niet (altijd) gelijk aan nuttig. Zinvol is eerst en vooral gelijk aan betekenisvol, iets dat je niet onverschillig laat. Daarom definiëren we ‘zinvol’ als ‘betekenis hebbend’.
Het leven kan zowel verschrikkelijk als zeer aangenaam zijn, maar het is nooit zinloos: het heeft altijd een betekenis; we worden nooit totaal onverschillig, of het nu positief of negatief is.
Uit het feit dat iets tijdelijk is volgt niet dat het zinloos is.
Wij hebben enkel toegang tot onze menselijke belevingswereld, niet tot een of ander kil, onverschillig universum dat hier los van staat. (in-der-Welt-sein).
OPMERKING: van dit punt ben ik later teruggekomen. We kunnen immers wel degelijk zinnige uitspraken doen over het universum los van onze ervaring, bv. “Het universum is 13,7 miljard jaar oud en bevat minstens 10 miljard sterrenstelsels.”
Het leven is tijdelijk en bevat lijden, maar uit (1) en (3) volgt dat het niet zinloos is, en uit (4) volgt dat het onnozel is om een onderscheid te maken tussen een zinvol persoonlijk leven en een zinloos universum (zoals o.a. Braeckman en Vermeersch dat doen).
0 notes
Photo
22 Estland tot ziens
We verlaten Saaremaa met de veerboot van wederom Paaramid, de veerbootmaatschappij, die ook de andere overtochten naar en tussen de eilanden verzorgt. Dit keer is de boot oranje die komt aanvaren. We hebben al een rode en een blauwe gehad. Bij het loket koop ik een kaartje voor twee pensionairs (halve prijs) en een auto tot 3500 kg. Ik betaal met twintig euro en de sacherijnige dame in het hokje geeft me wisselgeld met de bonnetjes terug, maar niet goed in mijn hand, zodat het briefje van vijf wegwaait. Ik probeer het vergeefs te grijpen met mijn hand vol munten en bonnetjes. Ik duw de handel in Yvonne haar hand en wil de auto uit om het briefje van vijf te grijpen. Doordat ik uitstap zonder de auto in Parc te zetten, gaat een automaat als deze rijden. De loketveerbootdame heeft de slagboom nog niet geopend. Het gevolg laat zich raden. Met een luid gekraak rijd de auto de slagboom uit zijn scharnier. Voor ik hem kan stoppen ligt de boom onder het voorwiel. Krijsend komt de heks.., sorry vrouw, uit het hok en gebaart dat ik achteruit moet wat paniekerig getoeter van de auto achter mij veroorzaakt. Terug schreeuwt ze tegen deze niets vermoedende mensen in het Estonisch, tenminste dat denk ik. Als we de boom aan de kant hebben gelegd wil ik met haar de schade regelen. Ze gebaart dat ze me niet meer wil zien en gooit met een klap de deur van haar hok voor mijn neus dicht. Beteuterd rijd ik naar de boot, die met zijn gapende muil komt aanleggen.
Het is een korte overtocht, dus haasten we ons naar het lopend buffet boven. Yvonne vind dat de mensen die er al zijn te lang staan te treuzelen en besteld alvast twee warme maaltijden, terwijl ik met een dienblad pas bij de drankjes sta. Yvonne wenkt me en we zijn het eerst bij de kassa. Een beetje aso is dit wel Yvonne zeg ik, Mag ik ook eens, moeten ze maar opschieten. Zo ken ik haar niet. Misschien komt het door het slagboom incident, wie weet.
Pãrnu is de laatste stad in Estland die we aandoen. Het is een vrij grote stad, die tussen de zee met brede stranden en een rivier is gelegen. Het centrum met alle bezienswaardigheden zijn allemaal binnen een vierkante kilometer. Zeer overzichtelijk. Er is een winkelstraat die er dwars doorheen loopt, waar alleen voetgangers mogen komen. De zijstraatjes zijn afgezet met een bank en/of enorme bloemenbakken van twee meter hoog.
Er is een stadspoort, waar een vrouw middeleeuwse liedjes zingt, achter de deur. Een fantastisch pizzeria, waar het in de rij staan voor het terras wordt beloont met een heerlijke pizza en perfecte bediening. De restanten van onze pizza (want we konden het niet op) werden in een doos aan ons meegegeven.
Er zijn prachtige kerken en gebouwen.
Het meeste indruk maakte het moderne kunstmuseum, wat gehuisvest is in het voormalige geheime dienstkantoor. Niet dat dat zo'n geweldig gebouw is, maar omdat je kan proeven wat hier allemaal gebeurt is in die kamertjes waar zeil op de grond ligt en de kalk van de plafonds komt. Er staat in sommige kamers ook nog een bed met vlekken op de matras en een stoel bekleed met vinyl. Luguber vind ik het. Het is niet de bedoeling dat je in de gangen loopt, maar wij zagen wat deuren openstaan in de gangen en zijn toch nieuwsgierig.
De tentoonstelling Man Vrouw en de Zee, was de € 2 euro (pensionairs) beslist waard.
We overnachten op een parkeerplaats bij de rivier. Er is een toilet gebouw, waar een oud vrouwtje met krulspelden in veertig eurocent vraagt voor een toilet bezoek. Misschien zat ze hier al in de Sovjet tijd. Er is ook een douche, maar ik ben bang dat die niet veel gebruikt wordt en daardoor een legionellabacterie zich kostelijk kan vermaken en vermenigvuldigen. Ik neem het risico maar niet.
De weg naar Letland gaat langs de kust naar het zuiden door dennenbossen en dorpjes. We stoppen diverse malen om even over het strand, hier rand geheten, te wandelen. Maar voor we het weten zitten we in Letland. We rijden door zonder een verschil te zien, behalve dat de diesel hier onder de euro zit, en stoppen bij een mooi strand om weer even de benen te strekken.
Ik heb hier geen bereik op mijn telefoon en ook de mifirouter doet het niet meer. Maar natuurlijk, de 5 GB die ik eergisteren kocht werkt alleen in Estland. Dan maar even terug om de Gigabytes op te maken. We rijden weer terug naar de wilde camping die we eerder zagen in het dennenbos aan de zee, er zijn hier vuurplaatsen, picknicktafels, wc's en drinkwater dat je vrij mag gebruiken. We blijven hier tot de data op is. Dat is geen straf integendeel. Ik hoop dat de andere Baltische landen net zo zijn als Estland, Het land dat ons hart heeft gestolen.
0 notes