#ik wil m’n grapjes terug
Explore tagged Tumblr posts
Text
Lieve pap,
Ik zou willen dat ik hier niet hoefde te staan.
En ik weet eigenlijk ook niet goed wat ik moet zeggen, behalve dat ik je gewoon zo ontzettend erg ga missen.
Ik ga het missen om samen met je te koken zoals we vroeger altijd deden. Frieten bakken of de merengues maken die we op Masterchef Australia hadden gezien.
Ik ga het missen om je te kunnen facetimen of even te kunnen opbellen om te kletsen over vanalles en nog wat, soms terwijl je nog de laatste happen van het avondeten aan het wegkauwen was, want voor een belletje had je altijd wel tijd.
En ik ga alle dingen missen die je voor me hebt gedaan. Grote dingen zoals het volledige bouwen en in elkaar zetten van mijn oude slaapkamer en het eindeloos woordjes oefenen voor Frans toen ik op de middelbare zat. Het komen kijken vorig jaar tijdens mijn eerste “hardloopwedstrijd van 10km, en de tips die je me altijd gaf voor mijn fotografieklussen als “Je kan het beter van deze hoek maken, dan valt het licht mooier op de neus” en: “let op de achtergrond, het lijkt hier net alsof er een boom haar hoofd groeit”
Maar ook kleine dingen: dat je altijd even incheckt om te vragen hoe het is als ik een weekend weg ben, je flauwe grapjes en je typische gebruik van emoticons op whatsapp.
Ik ga je stem missen, het geluid van je lach en hoe je in elke situatie met een eigen unieke oplossing kwam en ik ga het gevoel van veiligheid en vertrouwdheid missen dat ik altijd bij je heb.
Ik ga het missen hoe je ons leidde tijdens het zeilen: overstag en de zeilen aantrekken of dat je het sturen aan mij of flies overliet. En dat je er was tijdens al onze mijlpalen: Toen ik op mezelf ging wonen hielp je met verhuizen, en toen ik voor m’n eerste baan ging en jou de vacature appte, stuurde je bemoedigend terug: ziet er top uit, dat kan jij, doen!
Ik zou willen dat je ook bij mijn en onze aankomende mijlpalen zou kunnen zijn.
Gelukkig weet ik ook dat je nooit ver weg bent. Je zit altijd in mijn hart en in alle dingen die ik van je heb overgenomen of geleerd.
Zo draag ik je altijd bij me, en herken ik jou in mijn creativiteit, zachtheid en mijn liefde voor fotografie, die jij weer van opa had.
Maar ook in de kleine dingen als het ritmisch tikken van mijn vingers, een stukje van mijn onhandigheid, en dat bij mij, net als bij jou mijn haargrens overloopt in een puntje in mijn nek.
Ik kan nog wel even doorgaan, ik ben tenslotte je dochter en altijd een mooie mix geweest van jou en mama.
Dus ik wil alleen nog tegen je zeggen dat ik van je hou en dat ik dat ook altijd zal blijven doen.
Ik zal je nooit vergeten, dag pap♥️
1 note
·
View note
Text
LGBT+
LGBT+ of zoals we het in Nederland noemen: LHBT+ LGBT+ staat voor Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender, etc. In het Nederlands is het Lesbisch, Homo, Biseksueel en Transgender. Maar wat houden deze namen nou allemaal in?
LGBT+ LGBT+ is de afkorting van LGBTTTQQIAA. Hier volgen de benamingen voor de letters; De L staat voor Lesbian - Lesbisch (Meisje die op zelfde geslacht valt.) De G staat voor Gay - Homo (Jongen die op zelfde geslacht valt.) De B staat voor Bisexual - Biseksueel (Een persoon die op zowel jongens als meisjes valt.) De T staat voor Transgender - Transgender (Iemand die zich zowel man als vrouw voelt en wisselt tussen de twee geslachten.) De T staat voor Two-spirit - Twee-gedachtes (Iemand die zich zowel een jongen als meisje voelt.) De T staat voor Transsexual - Transseksueel (iemand die in het verkeerde lichaam is geboren.) De Q staat voor Queer - Homo’s/dragqueens (Dit wordt ook wel gezien als een soort parapluutje voor alle benamingen.) De Q staat voor Questioning - Niet-zeker (Deze persoon is niet zeker over zijn/haar seksualiteit.) De I staat voor Intersex - Geen label (Iemand die niet als man of vrouw gelabeld wilt worden.) De A staat voor Ally - Vriend van LGBT+ (Deze persoon is vaak Hetero maar steunt en toont respect voor de LGBT+.) De A staat voor Asexual - A-seksueel (Iemand die geen tot weinig seksuele gevoelens heeft.) En zo zijn er eigenlijk nog veel meer termen.
Labels Er zijn best veel ‘labels’ tegenwoordig. Je hebt er nog meer dan dat er hierboven beschreven staan. Maar waarom zijn al die ‘labels’ er en waarom doen veel mensen na al die jaren nog steeds als of het een of ander taboe is?
De hoeveelheid labels maakt het misschien wat overweldigend en verwarrend. Het duurt vaak even voordat je er weet wat bijvoorbeeld het verschil is tussen Biseksueel en Panseksueel. Vaak zijn er namelijk verschillende definities voor bijna de zelfde namen. Maar waarom zijn er zo veel nodig? Een van de belangrijkste argumenten is dat het belangrijk is dat er een woord is voor hoe jij je precies voelt. Wanneer er een woord bestaat voor jouw gevoelens betekent dit automatisch dat jij niet de enigste bent die je zo voelt. Je bent dus niet de enigste en voor veel mensen maakt dat een groot verschil. Wanneer er een woord is voor jouw gevoel kun je ook veel makkelijker aan informatie komen over jouw gevoel. Maar voor sommige mensen is een label hebben ook deel van hun indentiteit: met een label kun je ook een deel van je indentiteit benoemen.
Voor iedereen is een ‘label’ natuurlijk anders. Het kan ook zo zijn dat jij het niet perse nodig vind om jezelf een label te geven. Maar je jezelf wel een label geeft voor je- omgeving. Het kan het makkelijker maken om uit te leggen hoe jij je voelt, maar dit wil niet zeggen dat jij je precies zo voelt, misschien voel je je misschien maar een deel zo. Hoe dan ook is het je eigen keuze of je een ‘label’ gebruikt of dat je dit juist niet doet.
Wat zijn dingen die je niet aan een LGBT+ persoon moet vragen/zeggen maar toch doet?
De bijbel: heel veel mensen beginnen vaak over het geloof als je uitkomt als LGBT+. Dit omdat ze vaak zelf gelovig zijn en het volgens hun van de bijbel niet mag.
Maak er geen grappen over: heel vaak maken mensen er een grapje over als ze iemand zien die LGBT+ is.
‘Waarom hebben wij geen vlag dan’: Fun fact: die is er wel.
‘Waarom hebben wij geen hetero dag?’
‘Wij hebben toch ook geen pride?’
Het verhaal van een transgender Ik wist dat ik geen meisje/vrouw was zo’n 4 jaar geleden. Ik was toen ongeveer 13/14. Het moment dat dat gevoel begon weet ik niet precies meer. Het moment van twijfel aan mijn gender, als je dat zo noemt, kwam merendeels door posts op Tumblr en Instagram. Daar stond dan een soort uitleg in over verschillende genderidentiteiten en daar herkende ik mezelf in terug. Ik heb dit een tijd weggestopt omdat ik me niet kon voorstellen om een jongen te zijn, in de manier van ‘dat is niet mogelijk’ en ‘ik ben zo niet gemaakt’. Ik ben gelovig opgevoed en mijn ouders hebben dan denk ik, zonder dat ik het vaak door had, ook wel dingen ontweken en mij dingen als een soort taboe laten zien. Het gedeelte van homo, lesbisch of bi zijn was dan best raar in hun ogen, het maakte hen dan ongemakkelijk. Ik snapte daar eigenlijk niks van, want wat moet het probleem zijn? Maar zij bleven er gewoon een beetje simpel in dat het eigenlijk niet de normaalste zaak was. Hetzelfde is dan ook met transgender zijn. Na een jaar twijfelen, identificeerde ik eerst als genderfluid. Dat houd in dat je wisselt tussen je een man, vrouw, beide, en geen gender voelen. Ik dacht ‘dit is niet iets waar voor ik uit de kast hoef te komen, dit is iets wat ik gewoon kan zijn zonder dat het een probleem veroorzaakt’ En dat was ook allemaal prima, ik had die periode ook nergens last van. Maar later werd het gevoel van het mannelijker eruit zien, klinken en zo aangesproken worden, steeds groter. Zo’n 1,5 jaar later kwam ik uit de kast naar mijn vriendin. Zij was de enige die hiervan wist, tot ik een half jaar later het aan andere vrienden vertelde. Hun reactie was gewoon positief en ze waren er om me te steunen, ik had me eigenlijk niks beter kunnen wensen op dat moment.
Ik heb het de laatste jaren ook moeilijk gehad met open zijn over mijn gevoelens en wat er allemaal in m’n hoofd afspeelt. Ik heb daarom ook bijna een jaar gewacht met het te vertellen aan mijn ouders. Ik was zo bang voor hun reactie en ik wilde dat niks zou gaan veranderen. Dat bouwde zo erg op dat ik zenuwachtiger werd met de dag, en tegelijk wilde ik zo snel mogelijk een verwijsbrief krijgen om verder te gaan in mijn transitie. Het- heeft me best veel moeite gekost. De grootste motivatie, of push, kwam door een vriend van me, die ook in hetzelfde traject zit, en mijn studiecoach op dat moment. Ik kon en kan goed over alles praten en dat had me toen ook een zet gegeven om die stap te nemen.
Ik was die dag echt zo zo bang om het te vertellen. Mijn moeder had me ooit eerder gezegd dat ik ook gewoon mijn gedachtes kon opschrijven ipv vertellen als dat makkelijker zou gaan, dus dat had ik toen ook gedaan. Ik schreef op dat ik me niet comfortabel voel in mijn lichaam, dat ik mezelf niet zie als het geslacht waarmee ik geboren ben. Ik vertelde waar ik me niet op m’n gemak bij voelde en dat ik graag verder wil gaan in de weg naar wie ik echt ben en wil zijn.
Mijn moeder vertelde me de volgende dag dat ze er wel mee naar de huisarts wilde en daar voor een verwijsbrief naar wilde vragen. Ze zei me ook dat het niet al te makkelijk licht bij haar en bij m’n vader, dat het zwaar is om er in 1x op in te gaan. En dat snapte ik ook. Het licht ook gevoelig aan de kant van het geloof, dat snapte ik ook. Dit bouwde en bouwt bij mij een soort muur, dat ik het geloof en mijn familie aan een andere kant zet dan waar ik zelf sta. Mijn moeder wil ook niet dat ik operaties aan ga voor mijn 18e, want dat zou voelen alsof het haar schuld is.
We zijn dus later ook naar de huisarts gegaan, hebben een verwijsbrief gekregen en op dit moment wacht ik nog steeds op een uitnodiging voor een gesprek bij het ziekenhuis. De wachtlijst is dan ook meer dan 200 dagen. Ik vind het gewoon jammer dat ze er zelf niet verder op in is gegaan na 5 maanden.
Al met al, het is nog steeds ongemakkelijk voor mij. Ik ben te bang om over dit onderwerp te praten. Omdat het hun zwaar ligt, omdat ik nooit praat over mijn gevoelen en ik niet weet hoe ik dat kan doen, en omdat ik me schaam voor wie ik ben. Zelfvertrouwen en kracht komt niet van hun kant. Dat is zelfs pijnlijk om te typen eigenlijk. Ik vertrouw hun en ik hou ook van ze, maar de steun in het zijn wie ik ben, komt van vrienden. Ik ben ook erg dankbaar voor hun hoe ze me hebben geholpen en hoe ze me nog steeds verder motiveren om te blijven wie ik ben en niet te stoppen met het vooruit kijken naar hoe mooi het allemaal kan worden.
Pride
Om de goede naam van Amsterdam als homo-uitgaanscentrum hoog te houden werd in 1996 voor de eerste keer de Amsterdam Pride gehouden. Dit was bedacht door Gay Business Amsterdam (GBA). Anders dan Gay Pride Parades in de wereld, was die in Amsterdam niet bedoeld als demonstratie of protest, maar puur als feest om de vrijheid en diversiteit te vieren. Het evenement heette om die reden "Amsterdam Pride", maar als snel werd het door de burgers"de Gay Pride" genoemd.
Ter onderscheiding van andere grote steden werd voor de Amsterdam Pride gekozen voor een parade van boten over de grachten, in plaats van de gebruikelijke optochten met versierde wagens. Het idee voor een gay-parade komt voor in het bidbook uit 1992, waarmee mensen de Gay Games van 1998 naar Amsterdam wilde halen. De GBA vond dat dit een parade door de grachten moest worden en voor de Amsterdam Pride werd het al twee jaar eerder uitgevoerd.
De acceptatie in de wet van Nederland 1811 - homoseksualiteit is legaal in Nederland 1983 - anti-discriminatiewetten in Nederland 2001 - huwelijk en adoptie voor homoseksuele koppels legaal in Nederland; eerste land ter wereld waar dit kan
Waarom doen mensen er nog steeds raar/moeilijk over? Mensen kunnen verschillende redenen hebben om homoseksualiteit niet te accepteren. Bijvoorbeeld omdat het in de bijbel staat dat het niet mag. Of omdat ze het onnatuurlijk/vies vinden. Deze mensen noem je homofoob/homofobisch. Dit betekent letterlijk ‘Angst voor homo’s’ In Nederland en België komt homofobie weinig voor, vergeleken met andere landen. Maar dat betekend niet dat het er niet is. Maar er is er zo’n 92% van de Nederlanders en 87% van de Belgen die vind dat homo’s mogen leven zoals ze willen.
1 note
·
View note
Photo
Buddy Guy is zo oud als ’ie klinkt.
"Sta je voor me klaar?” stamelde Kees aan de telefoon. In een flits zag ik ’m weer voor me uit door zijn gang strompelen met een slechtzittende luier, achter zijn rollator aan. Kees wist wanneer ’ie beet had, want zeg maar eens ‘Ik heb weinig tijd’ tegen een aan bed gekluisterde ex-ingenieur die één keer per week iemand op bezoek krijgt. Ik betrapte mezelf vaak op de gedachte dat ik zo toch niet oud wens te worden. Afhankelijk en eenzaam is een ongelukkige combinatie. Eenmaal in de woon-/slaap-/computerkamer wees hij me een stoel toe, alvorens te vertellen over hoe hij zijn rijbewijs in Amerika haalde in de jaren zestig, over het gesjoemel in het bestuur van de ingenieursbond én over het vervaardigen van boodschappenlijstjes in Microsoft Word. Vanilleyoghurt, volle melk, Cornflakes, vier krentenbroodjes, een rol beschuit, twee worstjes leverkaas, een flesje Maggi, zes bananen en zes mandarijnen, en dat was het dan weer. Maar niet voordat we hij uitgepraat waren was. Het ging heus niet alleen over hem. Kees stelde week na week dezelfde vragen over m’n afkomst (‘Heb je nog vlaai gegeten in Maastricht?’), de journalistiek (‘Heb je Trump al eens geïnterviewd?’), m’n voetbalteam (‘Heb je nog een doelpunt gemaakt?’) en vooral m’n afkomst (‘Ben je nog naar de kerk geweest?’). Kees probeerde me te koppelen aan verschillende dames van de Thuiszorg, die soms aanbelden terwijl ik op bezoek was. Dan moest ik haar binnenlaten via het intercomsysteem. “Is het die Afghaanse? Dat is een vrolijke lieve meid. En waarachtig sterk,” zei hij eens toen ik het vertrek binnenkwam om mijn vertrek aan te kondigen, maar niet voordat Kees zijn eigen voorzet binnengekopt had: “Dat krijg je van dat bommenwerpen.”
Ik had Kees al driekwart jaar niet gezien, sinds zijn vriendin terug was uit de Dominicaanse Republiek. Van de week belde hij dus. Ik was blij dat hij nog leefde en hoorde met liefde de standaardgrappen aan. “En hoe gaat het met de voetbal? Speel je al in het eerste? Van MVV? Of van Fortuna JC, of hoe heten die gekken uit Kerkrade?” Boodschappen hoefden er niet gedaan te worden. Kees wilde alleen weten of ik nog paraat stond voor hem, mocht de pleuris uitbreken. “Natuurlijk, Kees,” antwoordde ik plechtig. En dacht bij mezelf: ach, als ik op mijn zesenzeventigste nog mensen kan koeioneren met oubollige grapjes, dan wil ik best oud worden.
Ik zag Buddy Guy ooit live in Chicago. Dat was een onvergetelijke avond.
0 notes
Text
16 Maart: Dag 1.
. Een week geleden was alles anders. Een week geleden was ik nerveus voor het gesprek waar in ik ging bespreken met mijn leidinggevenden dat ik ging stoppen met werken in de ouderenzorg. Morgen, exact een week later, ga ik in gesprek om te bespreken op welke manier ik juist ingezet kan gaan worden. Wat er nu gaande is is groter dan mij, groter dan mijn ego, problemen en mijn persoonlijke voorkeuren. Juist nu telt wat ik kan en alle handen zijn nodig.
Voor de mensen die mij niet kennen; mijn naam is Romany. Ik ben 29 jaar, en creatiever en nieuwsgieriger dan goed voor mij is. Altijd zoekende naar wat voor mij werkt, wat ik nu écht denk te willen en hoe ik dat dan wil. Ik kan en weet veel, ik heb veel interesses en een te goed werken analytisch vermogen waardoor ik er inmiddels de nodige kunstacademies en andere studies op heb zitten, maar op een MBO4 in grafisch vormgeven en een propedeuse-certificaatje in kunsteducatie na heb ik niets afgemaakt. Een jaar geleden begon ik met een opleiding in de ouderenzorg (psychogeriatrie/ dementie) gefinancierd door mijn nieuwe werkgever. Dit bood mij ontzettend veel vooruitgang en ik was een tijdje oprecht gelukkig, tot het moment dat ik dat niet meer was. Ik begon slecht te slapen, kreeg zware migraineaanvallen en m'n relatie was ook bijna niet meer. Ik was niet meer gelukkig en miste wie ik ooit was; de spontane liefhebbende grapjas boordevol oplossingen die deed waar ze gelukkig van werd; dingen maken en entertainen. Op het moment dat het echt niet meer ging en er in een maand tijd een heel pakje 400mg Ibuprofen's doorheen ging trok m'n vriendin aan de bel; "ben je nog wel gelukkig?" ...-nee.
Dat is nu een paar weken geleden, en in de tussentijd is één van mijn dromen daadwerkelijk uitgekomen; werken voor een entertainmentbedrijf. Ik vond hen niet, zij vonden mij, en het bleek een godsgeschenk vermomd in een zwarte hoodie. De glinstering kwam terug in m'n ogen, en corona was een ver-van-m'n-bed-show, net zoals het meeste wereldnieuws.
Vandaag is het maandag 16 maart, de eerste dag van de Corona-lockdown in Nederland. Scholen, kinderdagverblijven en de horeca zijn dicht, veel winkels sluiten uit voorzorg hun deuren en buschauffeurs zetten hun 'stukje' bus af zodat ze niet in contact komen met anderen. Veel van mijn vrienden werken inmiddels vanuit huis; één van mijn vrienden werkt op een laboratorium waar synthetisch DNA wordt gemaakt. Hij werkt al weken over, het bedrijf kan de vraag naar synthethisch DNA voor onderzoek naar het corona-virus niet bijbenen. De machines draaien dag en nacht. Eergisteren stuurde hij me een whats-appje waarin hij grapte dat hij weer op het werk was, zodat hij thuis z'n wc-papier niet op hoefde te maken. Andere vrienden zitten daarintegen noodgedwongen en zonder werk thuis. Ze werken in de entertainment-industrie, en de ene na de andere boeking wordt gecanceld terwijl normaal rond deze tijd in het jaar juist de ene na de andere boeking in de mailbox verschijnt. Normaal, rond deze tijd, is iedereen zich volop aan het voorbereiden om optimaal te kunnen presteren wanneer het festivalseizoen losbreekt. Normaal, niet in tijden van corona. Ik heb absoluut de verkeerde tijd gekozen om m'n hart te volgen.
Vorige week, dinsdag 10 maart, had ik een gesprek met twee dames betreffende mijn wens tot stoppen. Formulieren werden ingevuld en er viel een last van m'n schouders. Ik zou het nog op school vertellen en dan zou het halverwege april basta zijn. Tot vandaag. Tot ik realiseerde dat ik keihard nodig ben wanneer niet het festivalseizoen losbreekt, maar coronaseizoen. Ik ben nooit van de paniek geweest en ontzettend nuchter als het gaat om aardse zaken, maar dit, dit is anders dan dat. Als een wild dier voel ik corona om Nijmegen heen tijgeren. Ik zou gaan stoppen, tot ik realiseerde dat er nu iets gaande is dat groter is dan mij, en ik mag daadwerkelijk nog gewoon naar m’n werk. Ik woon zeer dichtbij en hoef niet met het ov. Ik ken de bewoners, en zij kennen mij. Als de ellende losbarst kan ik bijdragen. Ik denk dat het belangrijk is om te weten wat er precies gaande is uit de eerste hand, vandaar dat ik dit schrijf.
Op dit moment heeft het zorgbedrijf waar ik voor werk al enkele weken flink wat maatregelen getroffen. In het begin werd er nog verzucht dat het 'slechts' een griepje en allemaal een beetje vergezocht. Het was allemaal letterlijk een beetje ver van ons bed en we vonden het allemaal een beetje paniekzaaierij, de maatregelen die van hogerhand kwamen, hoewel we er ons toch braaf aan hielden. Er kwam een sarcastische opmerking toen de hand-ontsmetter, die wij normaal gewoon kunnen pakken wanneer we die nodig hebben, ineens achter slot en grendel ging. Toen vorige week bekend werd dat wij niet meer naar onze opleider naast Nijmegen CS mochten vonden we het allemaal nog wel prima, vervolgens kwamen de 'Slag-bij-Albert-Heijn-omstreeks-2020'-memes en wc-papier-grapjes, en sinds gisteren (zondag) bekend werd dat er een lock-down plaats zou vinden is het ineens stil. Op straat, in de groep-whatsapp, in onze hoofden. We maken ruimte voor wat er komen zal.
Vandaag begon ik mijn dienst om 16:00. Ik kwam binnen, voorzag de bewoners van wat te drinken, ging aan de slag met het avondeten en liet de aardappelen overkoken. Ik zat veel in m'n hoofd, maar toen de partner van één van onze acht bewoners begon over de maatregelen vertelde ik over de toespraak die premier Rutte zou gaan houden aan het volk. De laatste keer dat dit gebeurde was vijftig jaar geleden, dus het zou nu al een historisch moment zijn. Nieuwsgierig als ik ben wilde ik eigenlijk wel horen wat hij te vertellen had, en m'n collega dacht er net zo over. We hadden een gezellig avondeten, collega en ik hadden het er even over wanneer ik weg ging maar dat wanneer nog niet zeker was. Dat ik al wel gestopt was met school, maar nog niet wist wanneer de definitieve datum was.
Op tijd zaten de bewoners met koffie en een plaatje cake klaar voor de televisie met volume 180. Op een "WEES GODVERREDOMME SHTILLLLLL!"uitbarsting (dit roept een specifieke bewoner soms, gebeurt wel vaker als hij zich irriteert) na was het doodstil. Dit is net zoals 9/11 zo'n moment dat niemand meer vergeet, iedereen weet wel waar hij of zij was en wat hij of zij deed. Ik liet Rutte's woorden op me inwerken en als een echte beeldanalyticus begon ik me af te vragen wat hij allemaal op de achtergrond had staan. Spulletjes, boeken, CD's, een portret en vage foto's, maar dat zou ik wel op gaan zoeken als ik thuis zo zijn. Eigenlijk leek het vandaag een dag zoals iedere andere, geen bijzonderheden, maar schijn bedriegt. Nu zijn al m'n collega's nog fit, hebben we nog genoeg materiaal om besmetting tegen te gaan en worden er gelukkig nog boodschappen geleverd. Medicatie voor de bewoners is nog op voorraad en de grootste zorg van de dag lijkt de stroomuitval van de andere huiskamer te zijn. Nu lijkt alles nog ok, maar dit kan ieder moment omslaan.
Ik denk niet dat onze bewoners begrijpen wat er aan de hand is, en dat is misschien maar goed ook. Psychogeriatrische patiënten leven niet eens per dag, maar per moment. Ze weten niet meer dat ze moeten eten en drinken om te leven omdat ze het gevoel van honger niet meer herkennen. Ze kunnen hun eigen sokken niet meer aantrekken vanwege vergroeide ledematen, en de sensatie van warm nat water op de huid is ook iets vreemds en onbegrijpelijks geworden. Soms hebben ze een moment van helderheid en vragen ze zich af waar hun man is, of hun man wel weet dat ze daar zijn, terwijl de dame in kwestie er al meer dan een half jaar woont. 'Ongepast' en 'beschamend' bestaan niet meer, de vraag "Wanneer gaan we dan vrijen?" verschijnt samen met de pot mayonaise op tafel, en als je pech hebt ook nog eens samen met de gebitsprothese uit de mond van meneer van Ham. Dan heb ik het nog niet eens over de letterlijke shit van anderen die je opruimt, inmiddels heb ik alle vormen en soorten en kleuren en geuren wel een keer meegemaakt. Deze mensen hebben vaak al lichamelijke klachten en dan komt er ook nog eens dementie, een verzamelnaam voor ongeneselijke hersenziekten overheen. Ze begrijpen de wereld niet meer, zijn lichamelijk en geestelijk ontzettend kwetsbaar. Dit zijn de mensen die kunnen overlijden door een gebroken knieschijf maar soms ook doodziek jaren kunnen overleven op een dieet van slechts sneetjes krentenbrood. In de grondwet staat dat iedereen het recht heeft zich veilig te voelen. Deze mensen kunnen niet zonder begeleiding, kunnen niet zonder de plek waar ze veilig kunnen en mogen zijn, wie en hoe ze zijn, zonder oordelen. Dat zijn de mensen waar ik voor zorg, tot het moment dat ze overlijden. De meeste mensen met dementie overlijden op een hartverscheurende manier aan de gevolgen van hun ziekte, onder zware rustgevende medicatie (lijden is niet nodig), maar gelukkig vaak in het bijzijn van hun familie of geliefden. Mensen met corona sterven alleen, zonder de aanwezigheid of aanraking van hun geliefde, het laatste vertrouwde dat er voor mijn bewoners soms nog is. Om 21:10 zat ik op de fiets naar huis. Eenmaal thuis knuffel ik wat met m'n vriendin, bel met m'n pa, en laat ik de dag bezinken. Open m'n laptop en begin met bij lezen over het virus. Ik hoor Rutte wederom "De realiteit is ook dat de komende tijd een groot deel van de Nederlandse bevolking met het virus besmet zal raken!" blaffen in m'n achterhoofd, maar de moed zinkt me toch écht in de schoenen als ik de volgende koppen van een paar uur geleden lees:
"Drie besmettingen in verpleeghuis in Beek"
"6 nieuwe besmettingen in Nijmegen, 2 in Wijchen" ...Shit.
0 notes
Text
C H A O S
De dag begon met 20 minuten zoeken naar mijn fiets, dus lichtelijk verstrooid (en een beetje verdrietig want: lievelingsfiets) kwam ik aan op school. Tijd voor de kick off. Waar ik dit weekend de tijd heb genomen om de studiegids goed te lezen, was het me nog niet helemaal duidelijk. Loopt de personal expedition parallel? en moet je hier een echte opdrachtgever voor hebben? Bijna alle vragen zijn de wereld uitgeholpen vandaag. Mijn hersenen ratelen weer over volle toeren. Ik vind het wel veel - vooral ook omdat ik op dit moment bezig ben met een afstudeerstage zoeken en een opdracht formuleren. Lastig om alle ballen hoog te houden en dat zal er niet gemakkelijker op worden. Het eerste idee voor de personal expedition wat me te binnen viel was kaartjes maken voor bejaarden. Ze zijn dol op post (ik werk in het bejaardentehuis) en weet hoe blij het ze maakt. Alleen wil ik ook nog steeds iets met video, omdat ik merk dat ik daar steeds op terug val en dat ik daar gewoon heel enthousiast van word. Dus voor nu ben ik nog even besluitloos en hoop ik dat ik morgen tijdens intervisie wat meer inzichten krijg. Voor Reach A Million heb ik verschillende ideeën, die ik nog niet genoeg heb laten bezonken om ze op papier (grapje, op m’n laptop) kan zetten. Ohja, mijn fiets stond gewoon in rek 7 trouwens. Kwam ik vanmiddag achter.
0 notes
Text
Ff bellen met... Amanda Scholtes & Inge Henkens
Amanda Scholtes (27) en Inge Henkens (26) zijn allebei jonge tandartsen die in 2015 aan het ACTA zijn afgestudeerd. Tijdens hun studie kwamen ze elkaar al regelmatig tegen, en ook nu kruisen de paden van deze ambitieuze dames elkaar weer: ze hebben zich namelijk beiden kandidaat gesteld voor de nieuwe ledenraad van de KNMT. Uiteraard juichen we het van harte toe dat startende tandartsen een stem binnen onze beroepsgroep krijgen. Een goede reden om even te bellen dus.
Amanda Scholtes
Inge Henkens
1. Dag dames, hoe gaat het met jullie?
Inge: ‘’Prima, lekker druk bezig maar voor dit interview maak ik graag tijd hoor!’’
Amanda: ‘’Hey guys! Goed hoor, drukke tijd zo tegen het einde van het jaar, maar ook een leuke tijd! Hoe gaat het met jullie?’’ [Ook uitstekend, red.]
2. Kunnen jullie wat over jezelf vertellen?
Inge: ‘’Ik ben in 2015 als tandarts afgestudeerd aan ACTA en heb daarnaast ook rechten gestudeerd. In 2016 heb ik een master Gezondheidsrecht behaald aan de UvA. Ik werk nu een aantal dagen in de week als tandarts en geef daarnaast patiënten en praktijken juridisch advies, schrijf artikelen en geef lezingen. Een mooie combinatie van twee werelden dus.’’
Amanda: ‘’Natuurlijk! Tijdens mijn studie heb ik veel leuke bijbaantjes gehad. Zo heb ik bij implantologie op ACTA gewerkt, bij kaakchirurgie en de Mondzorg Poli in het Slotervaartziekenhuis (waar ik later ook even als tandarts aan de slag ben geweest). Behalve dat zo'n zakcentje altijd mooi is meegenomen, heb ik er echt onwijs veel geleerd; ook dingen die ze je in de opleiding niet meegeven. Mijn masterscriptie heb ik in Indonesië gedaan, waar ik samen met mijn vriend Lawrence Dom een onderzoeksstage heb opgezet naar patiënten (voornamelijk kinderen) met schisis. Dat was ook een geweldige ervaring. Inmiddels werk ik nu in twee praktijken, in Amsterdam en in Utrecht. In de ene, een grotere praktijk, is alles superstrak gepland en in de andere, een kleine familiepraktijk, is het wat gemoedelijker. Beiden zijn dus erg verschillend waardoor het lekker afwisselend blijft. De woensdag is een dagje voor mezelf en voor een stukje administratie.’’
3. Hoe hebben jullie de eerste jaren van jullie tandheelkundige carrière ervaren?
Amanda: ‘’Februari 2015 studeerde ik af, daar had ik lang naar uitgekeken en vanaf toen zou alles makkelijker worden. Wat viel dat tegen zeg... Natuurlijk was ik al druk aan het solliciteren en dingen aan het uitzoeken in de laatste maanden naar het afstuderen toe. Maar toen bestond jullie website nog niet dus dat kostte toen een stuk meer moeite! Mede omdat ik m'n laatste jaar in het buitenland zat en daarna vijf dagen in ACTA Almere, had ik weinig kunnen werken. Dan begin je echt met nul en het duurt best een paar maanden voor je up-to-speed bent met werken, alles geregeld hebt en er wat geld binnen gaat komen. Je patiëntenbestand een beetje opbouwen, er was toch ook een auto nodig om bij m'n werk te komen, enzovoort. Zeker aangezien Lawrence toen net zijn eigen praktijk opstartte, was het nog even verder leven als studentje... Gelukkig is daar nu inmiddels verandering in gekomen!’’
Inge: ‘’ Omdat ik in mijn eerste jaar als tandarts ook nog rechten studeerde heb ik het rustig opgebouwd. Ik werkte maar twee dagen als tandarts en kan dat eigenlijk wel aanraden, omdat er dan niet teveel in een keer op je afkomt en je nog even een beetje kan wennen aan het werkende tandartsenleven. Vanaf mijn afstuderen als jurist heb ik het aantal uren aan de stoel uitgebreid en dat verliep eigenlijk heel soepel zonder teveel stress.’’
4. Wat viel mee en wat viel tegen?
Amanda: ‘’Zoals ik al zei, je moet echt wat opbouwen. Het komt niet aanwaaien als je bent afgestudeerd, daar moet je echt voor werken. Los van het regelen van bedrijfstechnische dingen (wat dat betreft is jullie site echt een zegen voor alle toekomstige collega’s) moet je ook het vertrouwen van patiënten winnen en zelfvertrouwen opbouwen in je behandelingen. Veel mensen doen wel alsof alles allemaal zo makkelijk is, maar ik wilde vanaf moment 1 vullingen leggen die ik na tien jaar nog met plezier zou bekijken én de patiënten met een prettig gevoel naar buiten laten gaan zodat ze nog eens terug zouden komen.’’
Inge: ‘’ Ik had nog weinig klinische ervaring, dus ik kon me van tevoren wel druk maken over bepaalde behandelingen. Soms viel dat dan erg tegen en dan had ik wat moeite om dat aan het einde van de dag los te laten. De diagnostiek en behandelplanning viel erg mee. Ik kon al vanaf het begin vrij zelfstandig bepalen wat ik het beste kon doen en in welke volgorde. Dat hebben ze me bij de KREST klinische verdieping goed aangeleerd.’’
5. Wat zijn jullie ambities?
Inge: ‘’Het is niks voor mij om 40 jaar lang alleen maar aan de stoel te zitten. Daarvoor vind ik het werk toch iets teveel van hetzelfde. Ik heb daarom ook nog een andere studie gedaan. Ik hoop met mijn kennis bij te dragen aan de kwaliteit van de mondzorg door iedereen goed te informeren over hoe je regels in de praktijk ook echt kan toepassen en klachten goed op te lossen en uiteindelijk zoveel mogelijk voorkomen. Daarom heb ik ook mijn eigen juridisch adviesbedrijfje Dentaxa en geef ik lezingen. Ook heb ik me kandidaat gesteld voor de ledenraad van de KNMT zodat ik hopelijk met mijn kennis de beslissingen van de vereniging wat kan beïnvloeden zodat ze praktisch ook haalbaar zijn.’’
Amanda: ‘’Naast goede zorg voor m’n patiënten en op termijn misschien een eigen praktijk, is m’n ambitie op dit moment iets te kunnen betekenen voor onze beroepsgroep. Ik bezoek namelijk al enige tijd afdelingsvergaderingen van de KNMT, maar wat mij vaak opviel, is dat er erg weinig jonge tandartsen waren. Veel oude garde, sommigen zelfs al (bijna) met pensioen. Inmiddels heb ik wel geleerd dat de nieuwe generatie tandartsen heel veel dingen anders aanpakt dan vroeger. Omdat de KNMT nu helemaal wordt gereorganiseerd kwam de oproep om je aan te melden voor de ledenraad. Dat was mijn kans! Blij te zien dat er meerdere jonge tandartsen zich hebben aangemeld, waaronder ook Inge.’’
6. Een mooi ambitie, die KNMT Ledenraad. Wat kunnen we van jullie verwachten als jullie worden gekozen?
Inge: ‘’Ik ga natuurlijk heel hard roepen wat ik allemaal weet en vind. Nee grapje, ik ken veel jonge tandartsen die allemaal als ZZP’er werken. De meesten daarvan zijn alleen maar lid van de KNMT omdat ze dan een klachtenregeling hebben, maar je kunt er nog zoveel meer uit halen en daar betaal je ook voor. Ik ga proberen ervoor te zorgen dat de KNMT bij het beleid ervoor zorgt dat we juridisch gezien goede mondzorg krijgen, maar dat die ook nog een beetje haalbaar is in de praktijk. Dus het is niet de bedoeling dat we straks allemaal de helft van de tijd informed consents van acht pagina’s aan het schrijven zijn, maar het moet wel gewoon goed zijn, zodat patiënten tevreden zijn. Hierbij zal ik natuurlijk steeds benadrukken dat we extra rekening houden met de manier waarop de ZZP’ers hierin staan.’’
Amanda: ‘’Zoals de meesten mij wel kennen kan ik behoorlijk kritisch zijn en ben ik niet iemand die over zich heen laat lopen. Als de KNMT dingen over een andere boeg wil gooien, ben ik daar helemaal voor en bereid mee te denken aan nieuwe wegen om ons beroep ook in de toekomst met plezier te kunnen blijven beoefenen. Want er komen best wat dingen op ons af die onze toekomst kunnen beïnvloeden zoals verzekeraars die steeds meer invloed krijgen, ketens, taakherschikking, tariefveranderingen... Ik vind dat er vooral moet worden opgekomen voor de jonge (startende) tandartsen, want wij moeten nog zeker 30 jaar werken! Natuurlijk sta ik altijd open voor ideeën van buitenaf (van jullie dus) en ben ik regelmatig te vinden op congressen, evenementen en natuurlijk ook op borrels. Wanneer is jullie volgende evenement eigenlijk? [Medio januari wordt ons eerste starterscafé in Amsterdam gehouden en maandag 21 mei vindt op Tweede Pinksterdag Kickstart 2018 plaats in Theater Amsterdam, dus save the date! Trouwens, iemand die zin heeft in een wintersport voor tandartsen? Want ook dat staat op onze verlanglijst, red.]
Ook de studenten hebben een stem in de KNMT Ledenraad in de persoon van Leslie Elenbaas (ACTA, links).
7. Heb je verder nog tips voor collega startende tandartsen?
Inge: ‘’Doe vooral rustig aan! Je hoeft niet gelijk in een keer vijf dagen fulltime patiënten snel en perfect te behandelen, dat moet je namelijk nog zo’n 40 jaar volhouden!’’
Amanda: ‘’Ten eerste voor de KNMT-ers onder ons: stem voor de ledenraad, liefst op een van ons natuurlijk. En ten tweede: laat je vooral niet gek maken door collega's die een dag na afstuderen in een dikke auto stappen en doen alsof ze gelijk mega-omzetten draaien. Blijf bij jezelf. De kwaliteit van je werk en de energie die je stopt in het behandelen van patiënten zorgen ervoor dat je met plezier blijft werken. De beloning zit 'm niet alleen in het geld, maar ook in de waardering van je patiënten en voldoening!’’
Het moge duidelijk zijn dat zowel Inge als Amanda uitstekend materiaal voor de KNMT Ledenraad vormen. Van de 9 kandidaten worden de 5 kandidaten met de meeste stemmen gekozen. Dus ben je stemgerechtigd? Grijp dan nu je kans aan om de jongere generatie tandartsen een stem te geven binnen onze mooie beroepsgroep!
Stem
N.B. Stemmen is mogelijk tot zondag 12 november.
Kickstart 2018 vindt plaats op maandag 21 mei (Tweede Pinksterdag) in Theater Amsterdam.
from Mondzorg http://ift.tt/2h6F3Ga
0 notes
Text
Boy oh boy. Beste lezer, you’re up for a treat.
Sinds vrijdag 10 maart is er ontzettend veel gebeurd, hahaha. Goed, het begon allemaal vrijdagavond. Maddy, Auriol en ik gingen naar een pizza tentje dat Camorra heet. De vibe van het restaurantje deed me heel erg denken aan Vrankrijk, oftewel aan een krakerspand. Super veel artsy jonge mensen, bier, pizza en gezelligheid: wat wil je nog meer? Niks dus. Camorra vinden was een hele uitdaging, want het zit verstopt op een shady binnenplaats, zo een waarvan je nou niet een-twee-drie zegt ‘Goh, daar ga ik als niet-Russisch-sprekende toerist die niks van de stad weet even rondkijken.’ Dat maakt het echter wel extra leuk, want ik heb een hekel aan toeristen. Ironisch. Voor ik verder vertel moet ik even vermelden dat ik al maanden geleden besloten had dat ik een tattoo wilde als aandenken aan deze reis. Ik wilde ergens op m’n lichaam een berenkop. In welke stijl, hoe groot en waar had ik nog niet bedacht, maar het zou een berenkop worden. Je raadt het al: sinds vrijdag wil ik iets anders. Het eerste wat ik zag toen ik binnenkwam was het logo van Camorra. Ik zal later nog even een afbeelding plaatsen, maar het is dus een stuk pizza met een dolk er doorheen. Super leuk, ook als tattoo. Toen ik dat al grappend aan m’n nieuwe vrienden vertelde, reageerden ze super enthousiast. ‘Dat is veel origineler en toffer dan die beer, moet je doen!’ Hm. Daar hadden ze wel gelijk in. A pinky promise was made: ik zou een tattoo gaan nemen van het logo, en ons bezoek aan Camorra zou een wekelijks ding worden. Ik besloot het te vertellen aan de barman. Hij dacht even diep na en verklaarde vervolgens dat hij dan wel een cadeautje voor me had, namens Camorra. Natuurlijk dacht ik dat hij een grapje maakte, of dat ik pas een cadeautje zou krijgen als ik daadwerkelijk de tattoo had. Maar nee hoor, toen wij met z’n drieën tevreden aan onze pizza kwam hij naar ons toe met een papieren tasje. In het tasje zaten twee canvas tasjes, een met het logo van Camorra en een met het logo van een biertje van de bijbehorende brouwerij. (foto’s komen later). Helaas is Camorra maar tot elf uur open. We hadden er zo tot diep in de nacht kunnen blijven, en vonden het jammer dat dat niet kon. Maddy besloot naar huis te gaan, Auriol en ik lustten nog wel een drankje. Vlak voor sluit lieten we de barman ons nog een paar goede bars aanraden, en daar gingen we dan. We belandden in Dead Poets bar, een enigszins pretentieuze bar met een jong publiek. Met een cocktail, wijn en een ontzettend goed humeur hadden we het echter prima naar ons zin. Uiteindelijk besloten we dat het toch tijd was om naar huis te gaan. Overal word je aangeraden de barman een taxi te laten bellen, dus dat deden we maar. Alles goed en wel: ik rekende onze drankjes af, stopte m’n pinpas terug in m’n portefeuille, legde ‘m neer om m’n spullen te pakken en draaide me weer om naar de tafel. Paniek; waar was m’n portefeuille!? Na een aantal keer paniekerig m’n zakken en tas checken kwam tot de conclusie dat hij kwijt was. Fuck. En nu? Blijkbaar vond de barman, die al de hele avond met me aan het flirten was, me wel heel leuk, want hij betaalde mijn taxi voor me. In de taxi besloot ik thuis nog een keer al m’n spullen te checken. Ik kon toch niet zomaar m’n portefeuille kwijtgeraakt zijn, dat was echt onzin. Helaas was dat wel het geval. Ik naar de bar bellen natuurlijk. Gestrest beschreef ik aan de man aan de andere kant van de lijn de barman die me geholpen had, waarop hij zei ‘Yeah, that’s me’. Oeps. Anyway, hij vertelde me dat ik beter morgen terug kon bellen. Hij zou voor me zoeken en de volgende dag om 2 uur mocht ik weer bellen. De volgende ochtend vertelde ik het hele drama aan Svetlana en Sascha, mijn gastgezin. Svetlana wilde dat ik direct de bank ging bellen, maar dat leek me niet zo’n goed idee. Niemand heeft wat aan mijn bankpas zonder pincode. Stel nou dat mijn portefeuille wel gevonden was en ik m’n pinpas geblokkeerd zou hebben – dan moest ik waarschijnlijk naar Moskou om een nieuwe pas te regelen bij het ING kantoor. Beter van niet dus, eerst maar eens het bellen met de bar afwachten. Stipt om 2 uur ’s middags pleegde Sascha het telefoontje voor me. Wat bleek? M’n portefeuille was al een halfuur nadat ik vertrokken was gevonden en apart gelegd.
Ik kan oprecht zeggen dat ik nog nooit in m’n hele leven zo in en in opgelucht ben geweest, haha. Snel aankleden en op naar Dead Poets dus! Sascha en ik haalden m’n portefeuille op bij diezelfde flirterige barman en bleven hangen voor een drankje en lunch (beste lamskoteletten van m’n leven, wauw). De barman deed nog een poging me te versieren, en toen het niet ging zoals hij wilde wendde hij zich tot Sascha. In het Frans legde ze uit dat hij haar had gevraagd wingman te spelen voor hem, en dat zij had gezegd dat dat geen optie was omdat ik een vriendje heb. Blijkbaar zei dat hem niet zoveel, want vervolgens zei hij tegen mij ‘I need your number.’ Waarop ik enkel ‘No, you do not.’ Antwoordde. Beteuterd voegde hij er nog ‘Ahw, but you’re so pretty’ aan toe. ‘Ja, en wat dan nog?’ Dacht ik. Mijn reactie was dan ook ‘Yeah. I know.’ Sascha schoot in de lach en de barman droop af. De zondag daarna heb ik de dag in bed besteed: m’n boek had me in z’n greep. Daarbij kan je ook niet je spullen kwijtraken als je de hele dag in bed blijft!
0 notes