#gouden sociale gemeente
Explore tagged Tumblr posts
Photo
Amsterdam
Het is vandaag op 27 oktober precies 745 jaar geleden dat de oudste vermelding van de stad Amsterdam werd gemaakt. Deze vermelding is opgesteld door graaf Floris V in het jaar 1275 waarin Floris de bewoners van Amsterdam tolvrijheid verleent. Dit document stamt enkele decennia voordat Amsterdam stadsrechten kreeg. Wanneer Amsterdam precies stadsrechten heeft gekregen is niet geheel duidelijk maar dit zou hoogstwaarschijnlijk rond het begin van de 14de eeuw zijn geweest, 1300-1301.
De bewoningsgeschiedenis van Amsterdam is veel ouder. De oudste sporen dateren van de Nieuwe Steentijdperk, ongeveer 4600 jaar geleden. Dit waren jagers en verzamelaars die woonden in hetzelfde gebied waar nu Amsterdam ligt. Tijdens werkzaamheden onder het huidige Damrak en Rokin zijn ontzettend veel voorwerpen te voorschijn gekomen uit de steentijdperk.
De oorsprong van de stad Amsterdam zoals wij die nu kennen ligt echter rond het jaar 1000. Verschillende boeren en vissers begonnen zich te vestigen rond de rivier de Amstel die uitmondde in het IJ. Deze kleine nederzetting begon zich langzaam uit te breiden met de bouw van kerken en huizen. Eén van deze kerken, de oude kerk (die gebouwd werd tijdens de laat 13de eeuw), bestaat nu nog steeds en is de oudste nog bestaande gebouw van Amsterdam.
Ook besloten de bewoners om een dam te plaatsen in de rivier de Amstel tussen 1250-1275, dit is dan ook waar de naam van de stad vandaan komt, Amstelerdam nu Amsterdam. Door deze dam ontstond er ook een perfecte open plek voor een zeehaven, de Damrak, en een plek voor een binnenhaven, Rokin. Rondom lag een groot marktplein wat nu de Dam wordt genoemd. Deze combinatie zorgde ervoor dat Amsterdam zich kon ontwikkeling tot een belangrijke handelsstad.
Rond het begin van de 14de eeuw, waarschijnlijk het jaar 1300 of 1301, kreeg Amsterdam haar stadsrechten van de Utrechtse bisschop. Deze rechten zorgden ervoor dat de bewoners nu tol konden opleggen aan inkomende goederen. Dit bleek winstgevend te zijn aangezien de Oostzeehandel, moedernegotie, snel groeide en Amsterdam lag op de perfecte plek voor handel met de Scandinavische landen.
Amsterdam beleefde een ware boom door deze handel en groeide snel uit tot de belangrijkste handelsstad van Holland. De stad zelf werd uitgebreid met extra ringvormige grachten en grote pakhuizen voor handelsgoederen. Deze ringvormige grachten zijn nu nog steeds duidelijk zichtbaar als je kijkt op een kaart van Amsterdam, deze dienden ter bescherming tegen het water en tegen vijandelijke troepen.
Er was wel een groot nadeel aan de locatie van Amsterdam. Deze nederzetting lag precies op de plaats waar veel veen is afgegraven waardoor de grond langzaam inklinkt en zeer drassig is. Hierdoor werden alle huizen in Amsterdam op een fundering van lange houten palen gebouwd. Dit was op zich een goede oplossing maar het zorgde er wel voor dat Amsterdam kwetsbaarder was voor stadsbranden waarvan één zelfs 3/4 van de hele stad heeft verwoest in 1452.
De start van de gouden eeuw werd veroorzaakt door de Spaanse bezetting van Antwerpen, wat in de 16de eeuw nog de belangrijkste handelsstad van de lage landen was. Amsterdam sloot zich in 1578 aan bij de opstand tegen Spanje waardoor alle handel die eerst via Antwerpen ging, nu via Amsterdam verliep. De bewoners van Amsterdam zagen ook wel in dat dit ontzettend winstgevend kon zijn voor hun stad en voor Holland, dit is dan ook de grootste reden waarom Amsterdam zich aansloot bij Willem van Oranje.
De gouden eeuw duurde voort tot rond 1670. Tijdens deze eeuw maakte Amsterdam een ongekende groei door, niet alleen op het gebied van handel maar ook op het gebied van kunst, wetenschap en ontdekking. Veel grote wetenschappers trokken naar Amsterdam toe tijdens deze periode omdat Amsterdam ook nog eens bekend stond als een zeer liberale stad, hier kon men veilig wetenschap beoefenen zonder dat de kerk je ervoor op de vingers tikte.
Handelaren begonnen uiteindelijk steeds exotischere handelsroutes te ontdekken om zo nieuwe handelscontacten te maken. Dit leidde uiteindelijk tot de vorming van de VOC in 1602. Amsterdam speelde hierin een belangrijke rol omdat het één van de grootaandeelhouders was. De VOC is eerste naamloze vennootschap ter wereld die met aandelen werkte. Ook werd rond deze periode de wisselbank opgericht waardoor Amsterdam dé financiële centrum van heel Europa werd. Dit is de meest glorierijke geschiedenis van de stad die wereldberoemde werken en mensen voortbracht zoals Rembrandt van Rijn en P.C.Hooft.
Uiteindelijk begon de groei en bloei van Amsterdam langzaam te stoppen. De 18de eeuw was een ware omwenteling niet alleen voor deze stad maar voor de rest van Holland. Aan het einde van de gouden eeuw, telde Amsterdam rond de 200,000 inwoners maar dit aantal daalde sterk naar rond de 140,000 inwoners in het begin van de 19de eeuw.
Deze dip die overal in Nederland voelbaar was, werd veroorzaakt door de lange oorlogen tussen Engeland en Frankrijk. Veel handelsroutes werden verspert door de Engelsen, die de Hollanders als hun grootste bedreiging zagen voor de Engelse handel. Hierdoor brak er een nationale economische crisis uit waardoor veel mensen vertrokken uit de steden.
Wat natuurlijk ook niet hielp voor Amsterdam was de Franse bezetting tussen 1795-1815. Amsterdam kwijnde als het ware een beetje weg onder het gezag van Napoleon Bonaparte. Napoleon had Amsterdam overigens wel tot derde hoofdstad van het Franse rijk genoemd. Helaas was zijn continentale blokkade van handel een ware doodssteek voor de Hollanders die leefde van de handel tussen Engeland en andere Noordzeelanden.
Na de val van Napoleon, bloeide Amsterdam eindelijk weer op. De tijd van de industriële revolutie was aangekomen, 1860-1910. Treinbanen werden aangelegd, handel met de koloniën werd weer volledig opgepakt en met de komst van fabrieken en machines kon Amsterdam eindelijk weer produceren en handelen. Deze verandering trok een enorme hoeveelheid mensen aan die massaal van het platteland naar de steden trokken. Amsterdam groeide weer van 140,000 inwoners in 1815 tot 520,000 inwoners rond het jaar 1900.
Deze arbeiders die naar Amsterdam trokken waren meestal enorm arm en daarom moest er dus nieuwe wijken worden gebouwd die werden beheerd door een van de eerste woningcoöperaties. Deze coöperaties hadden het doel om de levensomstandigheden te verbeteren voor deze arme arbeiders. Een concept die wij nu nog steeds terug zien in de sociale huur.
Tot de dag van vandaag blijft Amsterdam gestaag doorgroeien, waardoor het ook omliggende gemeentes annexeerde zoals Nieuwendam, Ransdorp, Watergraafsmeer. Amsterdam is een populaire plek voor multinationals en hoogopgeleide jongeren. Ook door haar prachtige historische verleden, het wat mindere glorierijke drugsbeleid en prostitutiebeleid, is Amsterdam de belangrijkste toeristische bestemming voor bezoekers aan Nederland. Hierdoor is Amsterdam nog steeds economisch een belangrijke stad.
Hier zijn afbeeldingen van:
Kaart van Amsterdam in het jaar 1538, Kaart van Amsterdam in het jaar 1688, Kaart van Amsterdam 21ste eeuw, Schilderij van het oude stadhuis in Amsterdam door Abraham Beerstraten, 1658, Schilderij van de Dam door Gerrit Adriaensz Berckheyde 1674, Schilderij Napoleon's intocht in Amsterdam door Mattheus Ignatius 1812,
1 note
·
View note
Text
Burger "hackt" communicatie embargo van @GemeenteLeudal
Burger “hackt” communicatie embargo van @GemeenteLeudal
Door @doofpotwmo | 5 september 2017
Vandaag om 19:45 uur tweette ik: #BREKEND | Krijg zonet stapel prachtige full color afdrukken van mijn blog & sommatie initialen & ‘n paar vergeten namen weg te halen.
Dat ziet er zo uit
Met een begeleidend schrijven ondertekend door de Gemeentesecretaris en Burgervader (ik heb het getest met de welbekende spuugvinger: de vulpeninkt liep zowaar uit!) van…
View On WordPress
#anonimiseren#Burgemeester#burgers#censuur#de Limburger#Doofpot#doofpot wmo#embargo#gemeente leudal#gemeenteraad#gouden sociale gemeente#hack#heythuysen#imago#klachten#leudal#managementteam#managers#meedenken#onderzoek#rapport#renM/Matrix#slechte score#wethouders#wmo#zorg
0 notes
Text
HET MYSTERIE VENRAY
Toen ik 10 jaar geleden in Venray kwam wonen wist ik weinig van deze plaats, behalve dat er al meer dan een eeuw krankzinnigen woonden en er bovengemiddeld veel varkens en kippen werden gehuisvest.
Een decennium later ben ik niet veel wijzer. Dat wil zeggen Venray openbaarde zich wel aan mij, en wel gul en onbekrompen, maar tegelijkertijd week de essentie steeds meer, als die al bestaat.
Dat begint met de naamgeving. Ambtenaren bedachten ooit dat Venray een centrumgemeente is, maar ik weet niet goed wat dat betekent. Zeker ligt Venray centraal, dat wil zeggen de kern, met een heksenkring van kerkdorpen eromheen gevleid, te midden van onafzienbare buitengebieden van een ongemene verscheidenheid.
Maar Venray is ook zowat het uiterste puntje van Noord-Limburg. De waste lands van de Peel zijn niet ver weg, de jeugd gaat in het weekend met de bus uit in het mythische Horst-America, en de Maas waarlangs ik 70 kilometer zuidelijker opgroeide verstopt zich zorgvuldig aan de rand van deze grootste plattelandsgemeente van Nederland. Ook andere vormen van water liggen buiten de actieradius van mijn gemutileerde lichaam.
Met ruim 40.000 inwoners is Venray een kleine stad te noemen, maar de autochtone mensen hebben een dorps, nuchter karakter, en de nieuwe wijken een soms verrassend grootsteedse allure.
Op steenworp afstand van mijn huis ligt het met voorsprong mooiste en strakst vormgegeven industrieterrein dat ik ooit in mijn leven aanschouwde, waar de zo vermaleide verdozing van Nederland een architectonisch wonder blijkt op te leveren, van een bijna duizelingwekkende schoonheid.
Het veelgeprezen centrum - Venray bloeit, luidt de gemeentelijke slogan – is niet veel meer dan een in de oorlog kapotgeschoten reeks ex-ruines, de decennia daarna haastig en slordig geplombeerd met foeilelijk wederopbouwvastgoed maar soms ook met verrassend goed gelukte appartementencomplexen.
Symptomatisch is het Gouden Leeuw-plein, dat oogstrelende architectuur van hipster Berlijn-niveau bijna schaamteloos combineert met een amorfe doos vol zeer gewenste sociale huur die schreeuwt om sloop.
Dat bijna schizofrene contrast zie ik wel vaker in Venray. Op 50 meter afstand van mijn huis begint de bijna jaloersmakend goede wijk Jeruzalem, waar zo´n beetje alles klopt, en ik vraag me nog steeds af waarom ik die buurt pas een jaar geleden goed ontdekte en leerde omarmen.
Nog dichter bij mijn huis echter ligt een rotonde met een veel te dominant gifgroen publiek kunstwerk, van een dermate gruwelijke en bijna aanstootgevende lelijkheid dat ik me al 10 jaar afvraag waarom de gemeentelijke commissie die hier groen licht voor gaf geen enkeltje strafkamp heeft gekregen.
Ook dat is Venray.
Als boerenzoon vind ik het best schattig dat Venray ooit een schapendorp was. Hele kuddes werden naar Parijse markten gedreven, een bronsje in het centrum getuigt ervan.
Tegelijkertijd is het me een raadsel waarom de honderdduizenden varkens en miljoenen kippen in deze centrale periferiegemeente weggeklierd moeten worden door vaaghazen zonder verstand van zaken, terwijl we het toch hebben over een economisch verdienmodel van jewelste dat misschien wel het eigenlijke hart van Venray vormt, al kun je discussieren over stankcirkels.
Venray, dat zijn de 6000 inwonende Polen en nog wat meestal voorbeeldige Oost-Europeanen, gezien hun geboortecijfer erg welkom namens de gemeente. Verder wordt hun bestaan, geloof ik, liefst zoveel mogelijk ontkend door het plaatselijke contingent nette mensen en hun onvermijdelijke handlangers en meelopers.
Venray, dat is de surrealistisch goede nieuwbouwwijk Landweert, met de leukste Vietnamese loempiakraam van Nederland, al zag ik er nooit klanten. Venray is de vet romantische beeldentuin aan de te smalle Raadhuisstraat, een racebaan die schreeuwt om nog meer dodelijke slachtoffers.
Die beeldentuin - ik zie de zoenende stelletjes op een kermisavond al voor me - is na zonsondergang dan weer hermetisch afgesloten voor ieder publiek, al begrijp ik niet waarom.
De plaatselijke vandalen schijnen zich graag uit te leven in het Odapark, al kunnen ze redenen hebben die zich onttrekken aan cameratoezicht.
Al karrend door Venray met mijn rolstoel stuit ik op een zee van supersonische en dus peperdure speelvoorzieningen voor kinderen die vrijwel nooit gebruikt worden. Als dat wel zo is, heb ik steeds de neiging drie kwartier ademloos te blijven staren naar de volmaaktheid van het gebodene, inclusief precies de goede opa’s en verstandige vaders en moeders die hun voordeur de hele middag open laten staan opdat de kroost en hun vriendjes en vriendinnetjes vrijelijk in en uit kunnen rennen.
Je vraagt je af waarom dat niet meer gebeurt.
Het antwoord op die vraag kan ook het mysterie Venray vermoedelijk niet alleen beantwoorden. Ook daarom al wil ik hier de rest van mijn leven blijven wonen, en trouwens ook sterven.
0 notes
Text
Schiedamse Scoutinggroepen sturen open brief aan gemeenteraad over subsidie
Schiedam – Al eerder gaven de Schiedamse scoutinggroepen aan niet goed te passen in de subsidieregeling die de gemeente Schiedam enkele jaren geleden invoerde. Nu die regeling er toe leidt dat de scoutinggroepen hun laatste restje subsidie kwijt raken sturen zij een open brief aan de gemeenteraad.
Naar voorbeeld van de gemeente Breda voerde de gemeente Schiedam enkele jaren geleden een nieuw subsidiebeleid in. Daarin moesten alle organisaties in de sociale zorg deelnemen aan tafelgesprekken, waarbij de organisaties onderling hun (zorg)projecten op elkaar afstemmen en onderling afspreken wie welke subsidie krijgt. In de praktijk is de subsidieregeling een zeer ingewikkelde en tijdrovende klus.
“Tot onze grote verbazing moesten de scoutinggroepen, als kleine vrijwilligersverenigingen, hier ook aan mee doen, ook al zijn wij geen zorg-organisaties. Opeens zaten onze vrijwilligers aan tafel met beroepskrachten van grote instellingen als Humanitas, Yets of Dock. En daar moesten onze vrijwilligers vaak nog vrij voor nemen ook, want de overleggen begonnen steeds vaker om 16:00 uur. Dat was om rekening te houden met vrijwilligers, maar ook om 16:00 uur moeten onze mensen eerder van hun werk komen”, aldus een van de bestuursleden.
Al drie jaar geleden vroegen de scoutinggroepen aan de gemeente om als sportvereniging aangemerkt te worden. De hoeveelheid ‘bewegen’ wat de leden van de scoutinggroepen elke week doen rechtvaardigt een dergelijke indeling zeker. De gemeente wees dit verzoek af, met de toezegging te gaan kijken of al die andere zaken die bij scouting horen, maar niet onder ‘zorg’ vallen, ook meegeteld kunnen worden bij de subsidiebeoordeling. “Scouting doet tenslotte heel wat meer dan ‘zorg’. Natuurlijk bewegen, maar we zijn bijvoorbeeld ook veel in de natuur waardoor de kinderen en jongeren hier veel van leren en de natuur leren respecteren. We hebben wel eens de havens van Schiedam met kano’s van afval ontdaan en een scoutinggroep was bijna winnaar van de Gouden Kliko. Dat is praktische educatie op het gebied van afval. Allemaal zaken die de gemeente zegt te willen ondersteunen, maar die nu niet worden meegenomen omdat de tafeloverleggen alleen op de zorg gericht zijn”.
Hoewel de scoutinggroepen jaarlijks aangaven hier tegen aan te lopen, loste de gemeente haar toezegging dit wel mee te nemen in de beoordeling nooit in. “In Breda liepen ze tegen hetzelfde aan, en daar is Scouting al lang uit de tafeloverleggen gehaald. Juist omdat Scouting helemaal niet in dat smalle zorgplaatje past. Schiedam heeft het meeste van wat Breda doet overgenomen, maar deze aanpassing nu net niet”, aldus Richard Spruit, voorzitter van een van de scoutinggroepen.
De scoutinggroepen hebben nu een open brief gestuurd aan de gemeenteraad. “Wij vragen ons af of dit wel is wat de gemeenteraad beoogde toen de tafeloverleggen werden ingesteld. We snappen dat binnen het tafeloverleg het lastig is zaken mee te nemen die niet onder zorg vallen, maar juist de gemeenteraad heeft als taak zaken in hun samenhang over beleidsterreinen heen te bekijken, en in te grijpen als de uitwerking van een regeling onredelijk is”. In hun open brief hebben de scoutinggroepen de gemeenteraad gevraagd juist dat te doen.
Bron: Schiedamse Scoutinggroepen
0 notes
Text
Haarlem gaat de strijd aan met Leiden bij het NK Tegelwippen
Op dinsdag 30 maart is het jaarlijkse Nederlands Kampioenschap Tegelwippen van start gegaan. Ook de gemeente Haarlem doet als een van de veertig gemeenten in Nederland mee in de competitie: welke gemeente verruilt de meeste (tuin)tegels voor groen? De gemeente Haarlem is hiervoor uitgedaagd door de gemeente Leiden. Wethouder Michel Rog (Beheer Openbare Ruimte): “Haarlem moet groener worden om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen en de biodiversiteit te vergroten. Maar dat kan de gemeente niet alleen. We vragen Haarlemmers om zoveel mogelijk tegels in hun tuin te vervangen door groen en bomen. Het zou geweldig zijn als Haarlemmers groener zijn dan Leidenaren! Ik heb mijn Leidse collega’s al gemeld dat wij die strijd willen winnen.” Wethouder Ashley North van de gemeente Leiden: “Haarlem en Leiden zijn vergelijkbare steden en helaas ook allebei vrij versteend. De Leienaars vergroenen al flink om onze stad nóg mooier te maken. Haarlem heeft Frans Hals, maar Leiden is de stad van Rembrandt, wij gaan de hele stad groen schilderen. Laten we er een mooie wedstrijd van maken!” Klimaatadaptief en biodivers Door de nu al opborrelende sportieve rivaliteit tussen wethouders in het hele land biedt deze competitie een ludiek alternatief voor de (door corona) nog onzekere sportcompetities. Maar er is ook een hoger, gemeenschappelijk doel. Wanneer in heel Nederland tegels plaatsmaken voor gras, bloemperken en geveltuinen, worden onze steden en dorpen meer klimaatadaptief en biodivers. “Haarlemmers kunnen hun resultaten zelf invullen en met een foto plaatsen op www.nktegelwippen.nl,” aldus Michel Rog. ”Natuurlijk zie ik graag de filmpjes van tegelwippende Haarlemmers op social media verschijnen met @gemeenteHaarlem.” Gouden Tegel en Publiekswipper Het NK Tegelwippen wordt voor het tweede jaar op rij georganiseerd en er strijden ruim veertig gemeenten mee van 30 maart tot 30 september. Tijdens het NK worden in heel Nederland tegels vervangen door groen om zo wateroverlast te voorkomen, koelte te bieden in tijden van hitte, water vast te houden bij droogte en de leefruimte voor planten en dieren te vergroten. In heel het land wippen fanatieke wethouders de eerste tegel van hun gemeente – begeleid door een enthousiaste sportcommentator – om vervolgens bewoners op te roepen hetzelfde te doen. Tegels worden automatisch opgeteld bij de Tegelstand en tellen mee voor de Nationale Tegelteller. Het NK is onderdeel van de campagne ‘Een groener Nederland begint in je eigen tuin!’. De gemeente die de meeste tegels per inwoner wipt wint de prestigieuze Gouden Tegel. Ook actieve bewoners die hun (gevel)tuin transformeren maken kans op een prijs: de Publiekswipper die begin oktober wordt uitgereikt. Read the full article
0 notes
Text
Verandering is het enige constante
Voor het vak levensbeschouwing schrijf ik een artikel waarin ik terugkijk op vijf ervaringen uit mijn leven. Deze ervaringen staan voor gebeurtenissen die mijn leven hebben veranderd. Ik schrijf dit artikel, omdat het belangrijk is om eerst naar jezelf te kijken, voordat je met kinderen start aan het vak levensbeschouwing. Als je eerst naar jezelf hebt gekeken kun je makkelijker vragen van de leerlingen beantwoorden, omdat je dan weet hoe je er zelf over denkt. Ik vind het vak levensbeschouwing erg nuttig, omdat er veel verschillende levensstijlen, culturen, normen en waarden zijn die je leert kennen door dit vak. Ik ben zelf christelijk opgevoed en ik ging ook naar een christelijke basis – en middelbare school, dus ik heb zelf al vaak levensbeschouwelijke lessen gehad. In dit artikel wil ik vijf ervaringen uit mijn leven beschrijven die van invloed op mij zijn geweest.
Dankbaarheid
In de zomervakantie van 2017 ben ik met ons gezin naar Kenia gevlogen. We gingen daarheen omdat mijn moeder in Stichting Help Afrika zit, maar ook omdat mijn ouders ons altijd al vertelden dat ze ons mee zouden nemen naar Kenia als we oud genoeg waren. De eerste week van de vakantie in Marigat (Kenia) hebben we geholpen bij verschillende projecten van de stichting, zoals bijvoorbeeld voedsel uitreiken en helpen op basisscholen. Door deze projectweek ben ik mij echt gaan beseffen hoe dankbaar ik mag zijn dat ik in Nederland woon. Dat ik een dak boven mijn hoofd heb en altijd genoeg te eten krijg. Want het verschil tussen Nederland en Kenia is enorm groot, en dat heb ik dus die week met mijn eigen ogen kunnen ervaren. En daar ben ik dus dankbaar voor, want dit heeft mijn kijk op mijn eigen leven veranderd.
Ik ben mijn ouders enorm dankbaar dat ze mij mee hebben genomen naar Kenia en mij een totaal andere cultuur hebben laten zien. Doordat mijn ouders ons meenamen ben ik gaan nadenken of ik later mijn eigen kinderen ook Kenia of Afrika willen laten ontdekken. Dit zou ik erg graag willen, want zo kunnen ze een andere cultuur, levensstijl en omgeving ontdekken en hopelijk ook inzien hoe welvarend Nederland is.
De waarde die ik aan deze belevenis koppel is dus dankbaarheid. De term dankbaarheid is op twee manieren uit te leggen; of we waarderen iets of iemand of we voelen voldoening door een eigen daad. (Lifewize, 2014)Dankbaarheid laat je ook inzien wat je wel hebt, daarvan te laten genieten en je erover te verwonderen. (Vermaas, 2014)Dit is wat dankbaarheid voor mij voornamelijk inhoud.
Het domein die het beste bij mijn ervaring past is: de maatschappij. Ik vind dit bij mijn ervaring passen, omdat ik in Kenia nieuwe mensen heb leren kennen met andere normen en waarden in een andere maatschappij. Onze samenleving kent het minimumloon en verschillende uitkeringen, maar dit is totaal verschillend van wat ik heb gezien in Kenia. We worden geboren uit en opgevoed door andere mensen. Daarmee zijn we opgenomen in allerlei groepen: een gezin, meestal meerdere families, een straat, een dorp of een stad, een land, een continent (De Schepper, 2017, p. 28)Dit bepaalt allemaal hoe we naar het leven kijken en dat is dus erg verschillend tussen Nederland en Kenia. Een mooi voorbeeld hiervan is een vraag die mij werd gesteld op een basisschool in Kenia. De vraag was: hoeveel stammen zijn er in Nederland?. Ik vond dit een lastige vraag, want wij zijn een multicultureel land. Mensen van over de hele wereld wonen in Nederland. Wij hebben geen stammen en dat vonden de basisschool kinderen in Kenia heel apart.
Het aspect wat ik aan mijn ervaring koppel is: het moraal. De moraal verwijst naar regels voor het gedrag, ook wel een geheel van normen. (De Schepper, 2017, p. 43)Ik vind het moraal goed bij mijn ervaring passen, omdat mijn normen zijn veranderd door mijn reis naar Kenia. Ik kijk anders tegen dingen aan. Zoals dat mijn buurman de gemeente heeft gemaild om eens te kijken naar onze straat. Als ik onze bestrating vergelijk met die van Kenia is onze bestrating nog in ideale staat. Wat jij dus belangrijk vindt in het leven leidt dus tot een bepaalde manier van leven, waarden leiden tot normen voor je gedrag. (De Schepper, 2017, p. 43)
(Tillema, 2017)
Op dit beeld zie je drie dankbare meisjes uit groep 1 in Kampi Turkana. De overheid had alle basisscholen 80 tablets gegeven. De leerlingen waren er enorm blij mee, wat ook te zien is in deze afbeelding. Beelden spelen een belangrijke rol, want ze zijn vaak krachtiger dan theoretische teksten.(De Schepper, 2017) Dit beeld heeft een beeldend verhaal, omdat je uit de foto een duidelijke boodschap kan halen. In dit geval dus dat de drie meiden dankbaar zijn voor de tablets.
Ook is dankbaarheid te herkennen tijdens mij stage in groep 1 en 2. Zo zag ik op mijn eerste stagedag dankbaarheid na een rekenopdracht. De kinderen moesten eerst een sommetje oplossen waarin ze kikkers moesten kopen. Zodra ze de juf genoeg hadden betaald mochten ze de kikkers houden en konden ze er een spel mee spelen. De leerlingen zeiden misschien geen dankjewel, maar de dankbaarheid was te merken zodra ze na de som bezig gingen met het spel. Mijn mentor leert de kinderen dus dat als ze wat voltooid hebben ze hier wat voor terug kunnen krijgen, dit hoeft niet altijd, maar is erg leuk voor de kinderen. Dankbaarheid is een waarde wat mijn mentor graag terugziet in de klas.
Zorgzaamheid
Zorgzaamheid is een waarde wat heel veel is voorgekomen in mijn leven en wat zich nu nog steeds afspeelt. Mijn ouders zijn altijd erg zorgzaam geweest voor mij in verschillende manieren. Een van deze manieren heeft een groot effect gehad op mijn leven en waar ik nu erg dankbaar voor ben. Mijn ouders hebben mij altijd geprobeerd aan te sporen en aan te moedigen voor activiteiten waar ik anders zelf nooit aan mee had gedaan, omdat ik het niet durfde. Een paar activiteiten waar ik door hun aanmoediging aan mee heb gedaan zijn The Voice kids, Kinderen voor Kinderen, kunstkamp, optreden en presenteren tijdens Feestweek Stedum. Doordat mijn ouders mij zijn blijven aanmoedigen hieraan mee te doen is mijn zelfverzekerdheid enorm gegroeid. Door deze groei van mijn zelfverzekerdheid uit ik nu makkelijker mijn eigen mening en let ik minder op hoe anderen over mij denken.
Zou ik nu minder zelfverzekerd zijn geweest als de aansporing van mijn ouders nooit had plaatsgevonden? Ik ben van mening dat ik dan nu inderdaad onzekerder zou zijn geweest en minder zou durven. De aanmoediging van mijn ouders spoort mij ook aan om dit later zelf ook te doen bij mijn kinderen. Ik vind dat ik er zelf door ben gegroeid en daar ben ik erg blij mee.
Mijn ouders zijn dus mijn hele leven al en nog steeds erg zorgzaam voor mij. Zorgzaam zijn is het zorgen voor een ander met als doel dat een ander zich op zijn gemak zal voelen. Zorgzaamheid zit vaak in iemand zijn karakter (Redactie Ensie, 2012)Doordat mijn ouders mij dus aanspoorde heb ik uiteindelijk dingen gedaan die ik super leuk vond, en dit gaf hun ook voldoening. Je leven zal je echter een stuk meer voldoening geven als je rekening houdt met de gedachtes en gevoelens van anderen. (Wikihow)Ik ben het hier erg mee eens, als ik iemand kan helpen door bijvoorbeeld alleen luisterend oor te bieden geeft dit mij vaak voldoening.
Het domein dat bij deze ervaring past is: Ik. Dit domein vind ik er goed bij passen, omdat het ook gaat over in hoeverre je over jezelf kan beslissen en of je wordt beïnvloed. (De Schepper, Ik, 2017)En ik weet zelf altijd wel wat mij leuk lijkt, maar echt de stap zetten doe ik meestal zelf niet en mijn ouders dus wel. Mijn ouders hun mening was en is voor mij erg belangrijk. Het geeft mij een stukje zekerheid en het gevoel dat ze achter mij staan.
Het aspect wat ik bij deze ervaring koppel is sociale verbanden. Als je jong bent , bepalen de mensen die je opvoeden grotendeels je levensbeschouwing en als je ouder wordt ga je langzamerhand steeds vaker zelf keuzes maken. (De Schepper, 2017)Hoe ouder ik werd hoe steeds meer nieuwe mensen ik leerde kennen en hoe meer contacten ik kreeg. Dit kwam natuurlijk ook door de komst van het internet. Je kon elkaar zo even een bericht sturen in plaats van afspreken of opbellen. De vraag of het contact door het internet minder sociaal is geworden vind ik moeilijk om te beantwoorden, want door het internet zie ik ook dingen van mensen voorbij komen die ik anders niet had geweten.
Nieuwe Tijd – Daniël Kist
Balans, en steunpilaren zorgen samen voor structuur De wind, en regenbuien bewerken paden op den duur
Maar als het water niet kan stromen en de wind niet langer waait Je niet kan functioneren, niks nieuws meer kan creëren
Trek dan je cape uit de kast en vlieg van die wolk Die je kende als plek van zekerheid Alle zorgen opzij en ga voor de bijl Windt je klok opnieuw op en start de nieuwe tijd
Verdwaasd, maar vastberaden Krom je je tenen om die gouden rand De tijd, van overweging Blijkt toch niet meer interessant
Je zet af en je gooit jezelf richting doel Harde wind door je haar en je krijgt het gevoel Dat wat nu bestaat doet niemand kwaad
Trek dan je cape uit de kast en vlieg van die wolk Die je kende als plek van zekerheid Alle zorgen opzij en ga voor de bijl Windt je klok opnieuw op en start de nieuwe tijd
(Kist, 2016)
Ik vind de tekst van de Nieuwe Tijd van Daniël Kist erg goed bij mijn ervaring passen. De eerste zin “balans en steunpilaren zorgen samen voor structuur” koppel ik aan mijn ouders. Zij waren mijn steunpilaren. De rest van het lied gaat over het nemen van een nieuwe stap, wat ik kan koppelen aan de activiteiten die ik heb gedaan door de steun van mijn ouders.
Ik zie ook zeker zorgzaamheid terug in mijn stageklas. In groep een en twee komen af en toe nog wel ongelukjes voor zoals bijvoorbeeld vallen. Tijdens een gymles viel er een leerling erg hard op de grond, ik en mijn mentor hadden het niet zien gebeuren. Een paar klasgenootjes waren haar meteen gaan troosten en helpen. Dit vind ik een mooi voorbeeld van zorgzaamheid. Mijn mentor vindt dit erg mooi, want zo leren de leerlingen er voor elkaar te zijn en het verbeterd de sfeer in de klas.
Betrouwbaarheid
Mijn hele leven was mijn moeder degene aan wie ik mijn verhalen in vertrouwen kon vertellen. Ik vond het lastig om het aan vrienden of vriendinnen te vertellen, omdat er wel eens wat door wordt verteld. Daarom vertelde ik mijn verhalen in vertrouwen aan mijn moeder. Totdat ik in 2016 mijn vriend ontmoette op de middelbare school. Toen wij een relatie kregen kon ik al mijn verhalen en geheimen bij hem kwijt. Ik vind betrouwbaarheid een van de belangrijkste eigenschappen van een relatie. Dit vind ik zo belangrijk omdat, je elkaar moet respecteren en steunen. Omdat ik mijn vriend vertrouw en hij mij ook dingen toe vertrouwd is onze relatie naar mijn mening erg sterk. Ook is mijn zelfverzekerdheid erg gegroeid in de afgelopen twee jaar door mijn vriend. Ik ben veel steviger in mijn schoenen gaan staan en durf nu veel beter mijn eigen mening te laten horen. Hij heeft zeker mijn leven een veranderd. Door hem zit ik beter in mijn vel en heb ik nu nog iemand, naast mijn moeder, om mijn verhalen in vertrouwen aan te vertellen.
Zou ik me nu hetzelfde voelen als nu als ik mijn vriend nooit was tegengekomen? Ik weet bijna wel zeker dat ik dan nu heel anders zou zijn. Ten eerste was mijn moeder nu dan nog steeds de enigste aan wie ik alles kan vertellen in vertrouwen. Ten tweede verwacht ik dat nog erg onzeker zou zijn over mezelf.
In relationele zin betekent betrouwbaarheid, dat je er op kan vertrouwen dan een ander een belofte of een toezegging nakomt.(Wikipedia, 2018)Ik ben het hier mee eens, als ik iets in vertrouwen aan mijn vriend vertel, ga ik er altijd vanuit dat het tussen ons tweeën blijft. Betrouwbaarheid is de mate van eerlijkheid of geloofwaardigheid van een persoon. Een beeld van de betrouwbaarheid van iemand krijgt men door middel van de omgang met iemand, waarbij levenservaring een belangrijke rol speelt. (Ensie, 2015)Ook in deze betekenis van betrouwbaarheid kan ik mij erg vinden. Ik vertrouw pas iemand als ik hem of haar eerlijk vind en geloofwaardig, als ik zie dat de verhalen die dit persoon aan mij verteld niet helemaal geloofwaardig zijn, dan weet ik al dat ik dit persoon mijn verhalen niet toevertrouw.
Het domein wat ik goed bij betrouwbaarheid vind passen is de andere mensen. Hoe groot de verschillen tussen mensen ook zijn, toch zoeken we op allerlei manieren contact met elkaar. We willen het leven delen met andere, ook al vraagt dat soms veel en lukt het vaak niet. (De Schepper, 2017) Ik zou inderdaad mijn verhalen met mijn vrienden willen delen, maar dit lukt gewoon niet, omdat ik niet elke vriend volledig vertrouw. Maar er zijn dus ook mensen zoals mijn moeder en mijn vriend, die ik dus wel volledig vertrouw.
Het aspect wat hier goed bij te koppelen is, is het aspect opvattingen. Mensen zoeken samenhang in hun denken. (Schepper D. , 2017)Wat ik herken bij mij in mijn vriend, wij zoeken hetzelfde in een relatie, namelijk een vertrouwenspersoon. Iedereen heeft weer een andere opvatting over waar een goede relatie uit moet bestaan, dit ligt net aan wat jij zoekt in een partner.
(Carnevale)
Ik heb dit beeld uitgekozen bij mijn ervaring, omdat dit beeld mij vertrouwen laat zien. Het beeld is een schildering. De twee handen rijken naar elkaar uit, ze zoeken elkaars steun en vertrouwen. Deze foto kan je misschien erg bekend voorkomen. Het is namelijk het kunstwerk van Domenico Carnevale ‘De schepping van Adam’. Hij tekende Adam en God die hun hand naar elkaar toe rijken. (Wikipedia, 2018)
De betrouwbaarheid die ik terug zie tijdens mijn stage is voor al het vertrouwen wat de kinderen zoeken bij de juf. Juf Margreet is er natuurlijk elke dag en heeft een duidelijke dagverdeling. Ze vertrouwen de dagindeling van de juf en als er iets gebeurt is de juf natuurlijk degene waar ze meteen naar toe willen. Juf Margreet vindt het zelf ook erg belangrijk dat de kinderen haar vertrouwen, dat geeft haar ook een fijn gevoel. Toen we gingen gymmen met de klas vonden sommige leerlingen het eng om over de trapeze te klimmen, als ik ze een handje gaf durfden ze het wel. Dit liet mij zien dat ze mij ook vertrouwden.
Verantwoordelijkheid
Verantwoordelijkheid is wat veel mensen van je vragen en verwachten, hoe ouder je bent hoe verantwoordelijker je vaak moet zijn. Sinds drie jaar heb ik mijn eigen dansschool in he dorp waar ik woon, Stedum. Mijn dansschool heet The Legacy Stedum. Ik ben een uitbreidingslocatie van de dansschool in Delfzijl, waar ik zelf al tien jaar dans. Dansles geven deed ik eigenlijk op de basisschool al. Tijdens de overblijfuren had ik cd’s mee en leerde ik dansjes aan vriendinnen aan. Toen ik 15 was, kwam ik op het idee om danslessen te gaan geven. Omdat ik helemaal alleen les geef in Stedum ben ik erg verantwoordelijk voor de lessen, de administratie en de veiligheid van de dansers. In het eerste jaar hebben mijn ouders mij natuurlijk wel geholpen, om alles een beetje op orde te krijgen. De ouders van de dansers verwachten ook een veilige dansomgeving voor hun kinderen, dus dat is best een grote verantwoordelijkheid. Ook moet ik de huur van de danszaal betalen, en de administratie van de contributie bijhouden. Ik vind dit allemaal erg leuk om te doen, maar ik ben hier wel veel mee bezig. De dansschool is dus over het algemeen best een grote verantwoordelijkheid. Omdat de dansschool al drie jaar lang goed loopt, geeft mij dit ook een trots gevoel en veel voldoening. Het kost veel voorbereidingstijd maar je krijgt er echt hele leuke danslessen met de kinderen voor terug.
Zou ik van mijn danslessen geven mijn vaste baan willen maken? Het lijkt me erg leuk, maar ik zie het liever als een bijbaan. Voor de klas staan op de basisschool lijkt mij toch leuker. Het zijn langere dagen en je leert de kinderen beter kennen, omdat je ze vaker ziet. Het lijkt mij leuk om leerkracht te worden en daarnaast één keer in de week danslessen te geven.
Verantwoordelijkheid is de verplichting om te zorgen dat iets goed verloopt. (Wiktionary, 2018)Met deze definitie van verantwoordelijkheid ben ik het eens. Zo voelt mijn verantwoordelijkheid voor de dansschool ook. Ik moet ervoor zorgen dat alles verloopt zoals van mij wordt verwacht. ‘Hoe meer verantwoordelijkheid ik neem voor mijzelf, hoe meer vrijheid ik ervaar.’ (Morris)In deze quote kan ik mijzelf goed vinden. Als ik namelijk de verantwoordelijkheid bij mij leg, ben ik niet afhankelijk van anderen. Ik heb misschien wel veel verantwoordelijkheid, maar daardoor kan ik wel mijn eigen planning maken. Het klinkt misschien zwaar, maar omdat ik alles zelf kan beslissen voelt dat als veel vrijheid. Ik ben dus onafhankelijk en heb vrijheid, omdat ik mijn eigen keuzes kan maken.
Het domein wat erg goed bij verantwoordelijkheid past is het domein ‘Het geheel’. Bij het geheel bestaan de domeinen niet naast, los of onafhankelijk van elkaar. Ze gaan in elkaar over en roepen elkaar op. (De Schepper, 2017)Hierdoor ontdek ik wie ‘ik’ ben en welke plaats ik inneem in het geheel. (De Schepper, 2017)Bij deze ervaring ben ik dus een vrij belangrijke rol, omdat ik verantwoordelijk ben voor mijn dansschool. Zonder andere mensen of bijvoorbeeld de maatschappij heb ik geen dansschool. Het vormt samen één groot geheel.
Het aspect wat ik bij verantwoordelijkheid kan koppelen is ‘het moraal’.Het moraal is het geheel van gedragsnormen, deze normen vragen om zelfstandig ethisch denken en om het toepassing van opvattingen en waarden in concrete omstandigheden. (De Schepper, 2017)Door veel verschillende normen en waarden van kinderen bij de danslessen, ben ik verantwoordelijk om er voor te zorgen dat de lessen goed verlopen. Er ontstaan soms wel eens botsingen tussen dansers, of tussen een danser en mij. Dit kan komen door verschillende normen en waarden. Ik ben verantwoordelijk om dit snel op te lossen, zodat de danslessen er niet onder lijden. Daarom vind ik dit aspect goed bij mijn ervaring passen.
(Gogh, 1890)
Ik heb het schilderij van Vincent van Gogh uitgekozen bij de relationele waarde: verantwoordelijkheid. Het is een beeldend verhaal, omdat je uit het schilderij een verhaal van de bijbel kan opmaken. De barmhartige Samaritaan helpt hier de beroofde man, terwijl de eerste twee voorbijgangers de man voorbij gingen. Dit beeld laat verantwoordelijkheid zien. Je bent ook verantwoordelijk voor elkaar, om elkaar te helpen en te steunen. Daarom past dit beeld goed bij mijn ervaring. Het laat goed de verantwoordelijkheid zien.
Ook is er veel verantwoordelijkheid in mijn stageklas. Een voorbeeld hiervan is dat een leerling uit groep twee een leerling uit groep een helpt met een taakwerkje. De leerling uit groep twee is dan deels verantwoordelijk dat het taakwerkje goed wordt gemaakt. Ook is de klas soms verantwoordelijk voor elkaar, bijvoorbeeld wanneer de juf naar de wc gaat en de klas dus even alleen is. Ze zijn dan zelf verantwoordelijk en moeten problemen zelf proberen op te lossen. De juf vindt het soms wel goed om ze even alleen te laten, omdat ze zo dus leren om zelf uit bepaalde situaties te komen.
Aandacht
Toen ik naar de middelbare school ging mocht ik mijn eerste mobiele telefoon uitzoeken. Dit vond ik natuurlijk hartstikke leuk. Al mijn klasgenootjes hadden ook een mobiele telefoon gekocht, dus wilde ik er natuurlijk ook een. Omdat steeds meer mensen van mijn leeftijd een telefoon kregen, kon ik makkelijker met ze praten. Door de social media platformen: WhatsApp, Facebook, Instagram en Snapchat kwam je sneller in contact met elkaar. Mensen zetten berichten online, waarvan je anders misschien nooit had geweten dat ze die activiteiten hadden gedaan. Je kan elkaar aandacht geven door te reageren op hun berichten of ze te liken. Als ik zelf iets deel op social media vind ik het ook leuk als ik veel reacties en likes krijg. Het is een soort van aandacht dat je krijgt via social media. Mijn telefoon en alle social media platforms hebben mijn leven best veranderd. Met social media kun je elkaar aandacht geven en aandacht krijgen, dit is iets wat ik erg leuk vind.
De levensvraag die hier voor mij bij hoort is:Zou ik nu nog zonder mijn telefoon kunnen en social media?. Ik weet bijna wel zeker dat ik het heel moeilijk zou krijgen als ik geen telefoon meer zou hebben. Je sluit je als ware namelijk van de social media platforms af en ook van de activiteiten van je vrienden. Ik ben dan bang dat ik veel dingen zal gaan missen van mensen in en buiten mijn omgeving. Ook is contact zoeken met mensen van veraf zo een stuk lastiger. Schoolopdrachten samen met klasgenoten worden ook lastiger om te maken. Je moet dan in het echt gaan afspreken in plaats van dat je elkaar even op belt. Natuurlijk is een gesprek in het echt wat persoonlijker, maar samen afspreken is niet altijd zo makkelijk. Dit komt denk ik omdat iedereen het steeds drukker heeft. Ook zal het contact met mijn vriend dan erg verminderen, wij zien elkaar meestal één keer in de week, omdat we het allebei druk hebben en ook nog eens ver van elkaar af wonen. Ik denk dus niet dat ik zonder mijn telefoon kan, ik zou me misschien zelfs heel slecht gaan voelen.
Het begrip aandachtheeft vaak voor iedereen een andere betekenis. Bijvoorbeeld, aandacht geven betekend dat je niet met meerdere dingen tegelijk bezig bent (Wal, 2010)Met deze mening ben ik het eens, want ik vind het fijn als iemand mij zijn volle aandacht geeft, wanneer ik wat wil delen met dit persoon. Een andere betekenis die aan aandacht kan worden gegeven is, dat aandacht dé manier is om je te verbinden met anderen, jezelf en je omgeving. De relatie die je hierdoor aangaat zorgt voor betekenis in je eigen leven. (Haeften, 2016)Ook in deze betekenis van aandacht kan ik mijzelf wel vinden. Doordat je aandacht geeft aan de mensen om je heen, zorgt dit voor een verbonden gevoel. Je weet wat de mensen om je heen mee maken en leert ze zo ook beter kennen. Voor mij betekend aandacht, dat je naar iemand kan luisteren wanneer dit persoon dat nodig heeft, bewust of onbewust. Je geeft elkaar hierdoor een fijn gevoel en je raakt op deze manier meer met elkaar verbonden.
Het domein wat ik goed bij mijn ervaring vind passen is: de wereld van ‘de dingen’. Ik vind de mobiele telefoons en de social media platformen een goed voorbeeld van dingen uit de wereld. Soms voel je jezelf een vreemde in deze wereld, op een ander moment kun je je intens verbonden voelen met dezelfde wereld. (De Schepper, 2017, p. 27)Doordat je een telefoon hebt kom je soms achter dingen, waar je anders niks van had geweten. Door de telefoon kun je je dus erg verbonden gaan voelen met de wereld. Er is nieuws over de hele wereld beschikbaar en je kunt hierdoor dus goed op de hoogte blijven.
Het aspect wat ik koppel aan mijn ervaring is het aspect: rituelen. Ik vind dat de mobiele telefoon bijna een ritueel is geworden. Iedereen verwacht van je dat je bereikbaar bent via een mobiele telefoon. Je wordt misschien zelfs raar aangekeken als je vertelt dat je geen mobiele telefoon hebt. Het is zo normaal geworden op sommige plekken in de wereld, zoals bij ons in Nederland. Soms lijken rituelen een gewoonte te zijn. (De Schepper, 2017, p. 41)
Hieronder heb ik als beeld bij mijn ervaring een gedicht gekozen. Het gaat over de waarde bij de ervaring.
AANDACHT
we hebben elkaar nodig
dat is toch zonneklaar
want mensen willen warmte
en aandacht voor elkaar
waarom niet even praten?
waarom geen lieve lach?
zo zorg je voor een lichtpunt
ook op een donkere dag
zo laat je een lichtje schijnen
bij mensen die in stilte kwijnen
iemand die naar je luistert
iemand die met je praat
dat is nu juist datgene
waar 't bij mensen om gaat
(Nieuwburg, 2016)
Aandacht via mobiele telefoons zie ik nog niet erg terug in mijn stageklas. Dat komt denk ik, omdat ze zelf ook nog geen telefoon hebben. Ze waarderen het wel als de juf of ik een foto maakt van het werkje wat ze hebben gemaakt. De leerlingen vragen wel veel persoonlijke aandacht, ze vinden positieve opmerkingen over hun taken en houdingen erg fijn. Zodra ze een compliment krijgen, komt er een grote lach tevoorschijn op hun gezicht. Mijn mentor merkt dat de leerlingen dit erg fijn vinden. Ze geeft dus ook vaak een complimentje, zodat het zelfvertrouwen van de leerling groeit.
Ik ben zelf erg blij dat de vijf ervaringen die ik beschreven heb zijn gebeurd. Ze zijn vrijwel allemaal positief. Deze opdracht heeft mij wel flink aan het denken gezet. Je staat soms versteld van het effect van de ervaring, omdat het al snel erg gewoon wordt. De opdracht heeft mij laten zien waarvoor ik dankbaar mag zijn.
0 notes
Text
Jonge theatermakers gaan aan de slag met Meppeler erfgoed
Studenten van kunstopleiding Artez vouwden lakens en zongen hun blekerslied in de passage van de Swaenenborgh. © Daan Prest
Door Bert Jansen op vrijdag 23 maart 2018 10:24
Meppel - ‘De zonneschijn in ’t middaguur verbleekt al het lijnwaad. Alvorens men met volle manden terug op huis aan gaat.’ Met deze strofe uit een zelf gecomponeerd lied, bliezen zes Zwolse studenten van kunstopleiding ARTEZ deze week de eeuwenoude traditie van het lakenbleken nieuw leven in.
In vroegere jaren kwamen de dienstbodes en huishoudsters niet alleen thuis van Blekerseiland met hagelwitte lakens, maar ook met de smeuïgste roddels en laatste nieuwtjes. Op dezelfde wijze verzamelden de Artez-studenten deze week de mooiste verhalen over nijver Meppel. De kunstacademie-studenten, van het profiel sociaal-artistiek, brengen projectmatig oud- en nieuw Meppel in kaart, met straatinterviews, monumentenbezoeken en stadswandelingen. De verzamelde informatie verwerken de studenten in een Meppeler erfgoed-verhalenroute. Alle kinderen uit de basisschoolgroepen 4 en 5 bezoeken deze voorstellingsroute tijdens Puppet International 2018.
De erfgoedroute sluit naadloos aan bij de Canon van het Erfgoedproject, dat Scala Centrum voor de Kunsten aanbiedt aan de scholen. De Artez-studenten werken in opdracht van Puppet International een kunstzinnig canonvenster uit, rondom het thema Stad en Nijverheid. ‘Dat mondt komend najaar uit in een grote voorstelling of een route met meerdere kleine spelmomenten,’ vertelt docent Ingrid van Leeuwen. De theatervoorstelling gaat in première als Puppets Meppeler verhalenroute (voorheen de Erfgoedroute) in oktober dit jaar. ‘Het verzamelde lesmateriaal is nog jaren bruikbaar in de lesmethodes over Meppeler erfgoed,’ verwacht stadshistorica Garry Wiersema, die de jonge theatermakers met feitelijke adviezen bijstaat.
Stadsgidsen
Deze week waren de Artez-studenten te vinden in de Meppeler binnenstad. Enthousiast en nieuwsgierig, wandelde het zestal mee met stadsgidsen Jan de Vos en Edward de Vries. Woensdag stonden de studenten lakens te bleken op Bleekerseiland, in vroegere jaren de vaste plek waar bedienend personeel samen de lakens te bleken legde. Het was de plek waar de nieuwtjes werden verteld en waar de roddels los kwamen.
Aan de koffietafel op de Stoombootkade kwamen de theatermakers in contact met passerende Meppelers. ‘Zo wist een oudere Meppelse, ons het verhaal over het “lakenrekken” te vertellen', zegt een studente uit Meppel. Beddengoed, tafellakens en ander wit textiel werd na het bleken opgepakt door twee huishoudsters. In een tijd dat het machinaal strijken nog niet was geïntroduceerd, wapperden en trokken de dames hard aan de doeken om ze vervolgens netjes op te vouwen.
Op het moment dat de twee naar elkaar toe stapten om de punten op elkaar te leggen, werden de praatjes gemaakt: ‘He-j ut al ‘eurd?’ De huishoudsters en dienstmeisjes werden door de even nieuwgierige mevrouwen op het hart gedrukt vooral goed te luisteren. Doek bleken als sociale activiteit, zo ontmoetten ook de Artez-studenten tal van Meppelers en legden de basis voor hun project. Na het het bleken op Blekerseiland herhaalden de jongeren het ritueel in winkelcentrum de Swaenenborgh. In de overdekte winkelpromenade vestigden zij de aandacht op hun onderwijsproject. ‘We werken samen met de lokale gemeenschap, waardoor het project mensen echt met elkaar verbindt,’ verklaart Ingrid van Leeuwen.
Gildenhuis
Het Artez-project belandde niet zomaar in de Swaenenborgh. Het winkelcentrum staat immers op de locatie waar vroeger het gildenhuis stond. Alle gilden, zoals schrijnwerkers, zilversmeden, schippers of wevers, hadden het gildenhuis als hoofdkantoor in gebruik. Hier werd vergaderd, gefeest en werden de fraaiste meesterstukken bewaard. Voor de industriële revolutie fungeerden gilden als vakbonden en brancheorganisaties. Gezinnen van een overleden vakbroeder werden onderhouden, het vakmanschap werd gestimuleerd en gilden hadden bovendien een belangrijke stem in het stadsbestuur, zo kwamen de studenten deze week te weten.
Urgentie
‘Welke gilden waren er? Heeft het gilde nog een actuele betekenis? Bestaat er tegenwoordig nog een soort meester-gezel relatie? Is het misschien tijd voor nieuwe gilden in Meppel?’ vragen de studenten zich af. Hoewel de gilden in 1795 werden afgeschaft, zoeken de projectmakers nu opnieuw naar de urgentie van het thema. Eén beroemd Meppeler gilde, dat van de wevers, riepen de studenten gisteren in herinnering. Na het lakenvouwen, zetten zij zich met een mini-weefgetouw en weeframen aan de koffietafel in supermarkt AH.
Dit bijzondere schouwspel trok meteen de aandacht van winkelende Meppelers, die spontaan in gesprek raakten met de jonge theatermakers. Alle opgedane kennis en alle anekdotes legden zij vast in geschreven rapportages, met foto’s, video en vlogs. Begin april ronden ze dit onderdeel af. Op basis van het verzamelde materiaal maakt een grote groep studenten half augustus een theatervoorstelling. Het Bleekerseiland zou daarvoor de mooiste locatie zijn, vinden de studenten. Op Bleekerseiland komen veel gilden, zoals die van de schippers en wevers, samen. Meppeler wevers vergaarden in de Gouden eeuw veel roem met hun kwalitatief hoogstaande eversdoek, waarvan de VOC ijzersterke scheepszeilen liet maken.
Leerlijn Cultuur Meppel
De nieuwe erfgoedroute komt voort uit een samenwerking van Puppet International, Artez en Scala Centrum voor de Kunsten. Het project sluit aan bij de Canon van Meppel. Dit erfgoedprogramma wordt ontwikkeld door Garry Wiersema. De directies van Meppeler basisscholen, Scala Centrum voor de Kunsten tekenden vorige week de overeenkomst Leerlijn Cultuur Meppel, bestaande uit workshops en lesmateriaal. De leerlijn is een vervolg op het succesvolle Cultuurmenu. Deze voorstelling wordt - naast een breed publiek bij Puppet International - ook als ‘erfgoedles’ voor groepen 4 en 5 opgenomen in Scala’s Leerlijn. Het jaarlijkse cultuuraanbod voor alle Meppeler basisscholen, wordt gecoördineerd door Scala. Garry Wiersema stelt op persoonlijke titel het cultureel erfgoedprogramma samen, in samenwerking met basisscholen in de gemeente Meppel. Wiersema: ‘Daar waar Puppet International het thema artistiek laat invullen, zoek ik in het door mij te ontwikkelen lesmateriaal meer de aansluiting met de door scholen gebruikte lesmethodes. Puppets ‘erfgoedles’ is eenmalig, mijn lesmateriaal is nog meerdere jaren bruikbaar. We versterken elkaar over en weer. Ik verheug me op de eindresultaten.’
https://www.meppelercourant.nl/nieuws/meppel/532079/jonge-theatermakers-gaan-aan-de-slag-met-meppeler-erfgoed.html
0 notes
Photo
Goirle Goude Sociale Gemeente
Op 29 juni werd gevierd dat de gemeente Goirle is verkozen als een van de elf Gouden Sociale Gemeenten van Nederland. Dit gebeurde met de revue Gôols Goud waarin de sociale burgerinitiatieven van Goirle zich presenteerden. Stichting Annetje van Puijenbroek heeft in de afgelopen periode een groot aantal van deze initiatieven ondersteund. Deze verkiezing is een groot compliment voor de inwoners van Goirle en Riel, de gemeente en ContourdeTwern en wij zijn heel blij daar een bijdrage aan te kunnen leveren.
0 notes
Text
Nieuwjaarstoespraak 2017 burgemeester Sjraar Cox
Het kan u onmogelijk ontgaan zijn: 17 december jongstleden was het precies 100 jaar geleden dat Toon Hermans geboren werd in Sittard. De man die zichzelf een clown noemde, maar wat mij betreft veel meer was dan dat. Natuurlijk had hij de lach aan zijn kont hangen, zoals dat heet, maar zijn humor was in feite een overlevingstactiek.Toon had het vermogen, om ondanks de armoedige situatie waarin hij als jongeling verkeerde, toch overal de lol van in te zien. En dat heeft hem ver gebracht.
Wat mij de afgelopen maanden is bijgebleven, is dat hij hier in déze omgeving geïnspireerd is geraakt. Hij is geïnspireerd geraakt door mensen en door verenigingen. Hier zette hij de eerste stappen op weg naar het grote carré. Zo schreef hij al op jonge leeftijd de revue voor de Uule uit Geleen.
Dames en heren, ik permitteer me een gedicht van hem voor te lezen: het gedicht heet STADJE .
In het stadje uit mijn jeugd gebeurde weinig
men vond weleens een zatte zwerver in het gras
of op het marktplein zag je mensen samendrommen
als er ergens eens een fiets gestolen was
de krant vermeldde weleens treurige berichten
âoude vrouw vannacht gestikt in kolendampâ
âân jongen zakte door het ijsâ, en dat soort zaken
héél, héél af en toe een nationale ramp
soms werd een kalf geboren met zes poten
maar het leven kabbeldâer gezapig voort
en werd er plotseling iemand overhoop geschoten
dan was ineens de zoete rust totaal verstoord
op zân fietsje reed de dokter naar een zieke
en het ziekenhuis stond lang niet zo centraal
soms kon de torenklok wel onheilspellend luiden
en er viel weleens een kindje in �t kanaal
maar wij zagen deze wereld zo veranderen
en we vonden zoveel âclevereâ dingen uit
aan de ene kant vooruit, maar aan de andere
holt de wereld in recordtijd achteruit
toch geloof ik dat er andere tijden komen
en de rust terugkomt op een goeie dag
ik heb vertrouwen in een hele nieuwe wereld
en in de mensen zélf⦠als ik het zeggen mag.
– Op blote voeten lopen, Toon Hermans
Het stadje van Toon toen is een stad geworden. De gezapigheid, zoals Toon die weergaf, hebben we ingeruild voor een jonge dynamische gemeente. Een centrumstad.  Maar het is ook een gemeente met een schaal waarbij nog heel veel aandacht is voor sociale samenhang, voor een krachtig verenigingsleven. Een gemeente waar top- en breedtesport hand in hand gaan. Een gemeente waar in alle dorpen en wijken voorstellingen plaatsvinden waarvan Toon toen eigenlijk alleen maar kon dromen.
We komen ook nu nog af en toe een zatte zwerver in het gras tegen, maar we laten hem  niet meer liggen. We proberen nieuwe opvangmogelijkheden te creëren, zoals we ook proberen verwarde personen een plek van rust te bieden om zodoende ook hun omgeving te ontlasten.       Â
Buiten kijf staat dat iedereen de zorg moet krijgen die nodig is. En we weten, en dat is zeker vergelijkbaar met de periode van Toon, dat kwetsbare burgers ook geholpen kunnen worden door hulp uit het eigen netwerk en de eigen omgeving. Mantelzorgers zijn niet meer weg te denken, maar ook zoiets ogenschijnlijk kleins als een keer boodschappen doen voor een buurman die daar zelf niet toe in staat is, kan al heel waardevol zijn. Alle beetjes helpen!
Wij stimuleren mensen hun eigen kracht optimaal te benutten om zodoende regie over hun eigen leven te krijgen. Het participatiebedrijf is daarvan een voorbeeld. Iedereen in onze stad en regio moet kunnen meedoen en we hebben bovendien gewoonweg iedereen nodig om de groei van de economie te kunnen vasthouden.
De totstandkoming van de nota openbare ruimte is daarnaast een uitstekend voorbeeld van hoe wij u, de mensen in de wijken en dorpen, kunnen stimuleren om mee te denken over de inrichting van de eigen woonomgeving. Een aanpak die op vele andere terreinen zoals veiligheid en de zorg, gevolgd wordt of nog nadere invulling dient te krijgen.
En de krant vermeldt nog altijd treurige berichten. Dat is ook logisch gezien de vele misstanden die er in de wereld zijn  De strijd in Aleppo met zoveel burgerslachtoffers. De terroristische aanslag in Berlijn bij de kerstmarkt waarbij mensen, die gezelligheid en warmte zochten op een koude winteravond, zomaar het leven ontnomen werd. En slechts enkele dagen geleden de aanslag in Istanbul. Het zijn maar drie voorbeelden en helaas had ik er veel meer kunnen opsommen.
Ook dichter bij huis worden we niet gespaard. Voor sommige stadgenoten geldt dat men dit nieuwe jaar in is gegaan met verdriet, bijvoorbeeld vanwege het recente wegvallen van een dierbare. Soms was dit verwacht, soms plotsklaps. Soms betrof het iemand op leeftijd en soms ook iemand die nog in de bloei van zijn leven moest komen⦠Dramaâs.  Laten wij de achterblijvers troosten waar we kunnen, hen niet alleen laten met hun verdriet.
Even terugkomend op het gedicht over onze stad: âop het marktplein zag je mensen samendrommen als er ergens eens een fiets gestolen wasâ en over âiemand die overhoop wordt geschotenâ. Â
Wat toen was , geldt nu onverkort ook nog. Mensen schrikken op wanneer de veiligheid in hun directe omgeving wordt aangetast. Terecht dat naar de overheid en zeker naar de burgemeester gekeken wordt om adequaat op te treden.
We weten dat we prioriteiten moeten stellen, zoals het tegengaan van overlast rond de coffeeshops. Politie en de boaâs hebben puik werk geleverd, zoals we nu nog elke dag kunnen constateren.
De aanpak van drugsoverlast, van hennepplantages, het voorkomen van overvallen, van straatroof, van overlast in woonsituaties en inbraken zal absolute prioriteit blijven houden. Veel kunnen we samen en het is aantoonbaar dat de buurtpreventieteams en de Whats-appgroepen hierbij een belangrijke rol vervullen. Samen met de actieve rol van de wijkagenten leveren zij ook een positieve bijdrage aan het veiligheidsgevoel van onze mensen.
Toon zou trots zijn op zijn stad, omdat er veel âclevereâ dingen worden uitgevonden.
Dat is een van de redenen waarom het goed gaat met Sittard-Geleen.
Neem nu de Brightland Chemelot Campus, waar studenten van MBO tot universitair , kenniswerkers, provincie, universiteit, DSM en vele andere bedrijven de toekomst uitvinden. Wetenschappers en bedrijven uit de hele wereld vinden onze stad interessant. De opening van het Center Court afgelopen jaar was een hoogtepunt maar er komen er nog veel meer.
Ook bij VDL-Nedcar gaat het hard. Er wordt in twee âsjichtenâ gewerkt en de parkeerterreinen staan bomvol met een fantastisch Zuid-Limburgs product dat naar consumenten over de hele wereld gaat.Â
Er werken bijna 5.000 mensen, die ervoor zorgen dat er in hoog tempo prachtige nieuwe MINIâs van de band rollen. Veel van onze burgers zijn nu trotse medewerkers van VDL-Nedcar. Daar gaat onze stad de vruchten van plukken. Toon zou er trots op zijn.
We staan misschien wel op de drempel van een Zuid-Limburgse Gouden Eeuw. Dat idee voelt ook wel wat ongemakkelijk, want het is alsof we daarmee de goden verzoeken. De kerstdagen helpen dan wel als je de tijd hebt om een boek te lezen en wat te relativeren. Ik las âJan Sixâ, het laatste boek van historicus Geert Mak.Â
De volgende tekst in zijn boek zette me aan tot denken.bIk citeer:
âHet was één grote kluwen van provinciale en stedelijke territoria, lokale regels en politieke fracties. Voortdurend waren er conflicten: over de soevereiniteit van al die verschillende gemeenten en regioâs, over de belangen van de economie en over het geld.â
Dit citaat [1] gaat over de ondergang van de Gouden Eeuw van Holland ruim 300 jaar geleden. Â
Geert Mak verzucht dat het einde van de voorspoed in de Gouden Eeuw hem doet denken aan de hedendaagse Europese Unie.
De situatie die Geert Mak schetst, doet mij ook denken aan het hedendaagse Zuid-Limburg.
Samenwerken heeft Zuid-Limburg gebracht waar we nu staan. Bedrijven, universiteit, hogescholen, provincie, steden en regiogemeenten werken met elkaar samen. Menige andere regio in het land is er jaloers op. In de crisisjaren vanaf 2008 is die samenwerking gegroeid. Dat was niet zo moeilijk, omdat de samenwerking uit nood geboren was. Nu het beter gaat met Zuid-Limburg wordt samenwerking moeilijker. Een blijkbaar eeuwenoude bestuurlijke reflex komt bovendrijven. Sommigen gaan voor het eigen succes en samenwerking is alleen gericht op eigen voordeel. Dat zou wel eens de hoge drempel kunnen zijn die ons ervan weerhoudt om een Zuid-Limburgse Gouden Eeuw binnen te treden.
Ik roep op om de Zuid-Limburgse samenwerking een nieuwe impuls te geven en de belangen van onze 600.000 inwoners boven individuele bestuurlijke belangen te plaatsen. Samenwerking op basis van gelijkwaardigheid en samenwerking gericht op concrete resultaten.
Ook van belang om verbindingen vanuit de bedrijven naar de stad te leggen, of de veiligheid voor onze inwoners te garanderen, zorg te dragen voor een goede woonomgeving, of het mkb ook mee te laten profiteren van de groei.
Niemand is in deze samenwerking de baas en elk partij levert concrete bijdragen om over de drempel van een Zuid-Limburgse Gouden Eeuw te treden.
Hoe krijgen we het voor elkaar om – nu het nodig is – echt samen te werken in Zuid-Limburg. Wat mij betreft gaan we het in 2017 nog meer hebben over de dingen die er werkelijk toe doen, en gaan we met humor en zelfspot met elkaar om. In de kern gaat het er om dat wij in Zuid-Limburg de juiste Toon vinden.
Dames en heren, u kent mij inmiddels hopelijk: ik ben van het samenzijn en het samenwerken. Thuis, bij de kookclub, bij de tennisclub, in het college, in de raad, langs de lijn, waar ook in de stad.
Samen ons verhouden in onze stad, ten opzichte van de rest van Limburg, Nederland, Euregio, en zo kunnen we verder âuitzoomenâ, tot aan Rusland en de Verenigde Staten aan toe. De USA, waar een president aan de macht komt van wie we vermoeden dat hij nu juist niet gericht is op samenwerking. Wat mij betreft moet hoe dan ook voorkomen worden dat mensen tegen elkaar opgezet worden en polarisatie in de hand gewerkt wordt. En ik ben een witte man van middelbare leeftijd, maar geen boze witte man, en dat scheelt…! Verdeeldheid komt niemand ten goede. Ik vrees dat het effect daarvan namelijk is dat het nóg meer ieder-voor-zich wordt. Toon maakte deze tekeningen.
Ik deel de opvatting van onze koning, zoals hij die uitsprak in zijn kerstboodschap:
âZoekend naar zekerheid graven groepen zich in hun eigen gelijk in. Dat maakt een open gesprek onmogelijk. Velen hebben het gevoel in een land zonder luisteraars te leven. Wie twijfelt over de toekomst idealiseert vaak het verleden.â
Ik prefereer een samenleving waarin we meer één zijn samen, waarin je anders mag zijn en er tòch bij hoort, waarin voor iedereen die zich gedraagt een plekje bestaat. Een pluriforme en solidaire samenleving, met ruimte voor het individu om eigen ideeën te mogen hebben. We moeten ruim baan maken voor nuance en compromis, op zoek naar verbinding.
U kunt in maart mee bepalen hoe onze samenleving zich de komende jaren zal ontwikkelen: dan gaan we weer naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. Ik roep u dus op om vooral te gaan stemmen dit voorjaar. Want ook al wordt in de opinie volop gesproken van de teloorgang van de democratie: voorlopig hebben we nog geen alternatief voorhanden.
Dames en heren, Toon was niet van de boodschap zo heb ik de afgelopen maanden vaak gehoord, maar wat is feitelijk nog mooier met te eindigen met de laatste regels uit zijn gedicht over onze stad Sittard-Geleen:
Ik heb vertrouwen in een hele nieuwe wereld
En in de mensen zelfâ¦.als ik het zeggen mag.
Het zouden mijn woorden kunnen zijn. De mensen om mij heen weten dat ik af en toe flink kan knoteren (zoals we dat in Limburg zeggen), over bestuurders die meer de verschillen benadrukken dan hetgeen ons allemaal bindt. Over politici die maar weer een nieuwe partij oprichten omdat zij en zij alleen denken daarmee een bijdrage te leveren aan de democratie. Over de media, die nu ook nog te maken krijgen met nepberichten. Er wordt wat afgeknoterd in die 365 dagen.
Beschouw mijn gemopper als een misschien wat eigenaardige manier van communiceren: het komt voort uit een diepe overtuiging dat we het met zân allen waard zijn om zo goed mogelijk met elkaar het leven te leven. En dat gun ik stiekem vooral die onder Susteren, en boven Beek, en die tussen Urmond en de Selfkant: de inwoners van onze prachtige stad. Daar hebben we er om precies te zijn 93.325 van.
Ik wens u, namens de gemeenteraad en het college, een Zalig Nieuwjaar!
[1] Paginaâs 176 en 177
from Nieuwjaarstoespraak 2017 burgemeester Sjraar Cox
0 notes