#gietijzer en glas
Explore tagged Tumblr posts
Text
Hermans doorziet de wereld achter de Hallen
Centre Pompidou; bron beeld: blogspot.com Het is 1977 als onze (Nederlandse) meest besproken schrijver zich buigt over de komst van Centre Pompidou. W.F. Hermans (1921-1995; daar gaat dit stuk over) woonde in Parijs, was de polder, roddel en achterklap ontvlucht en kon zich concentreren op wat er in de Lichtstad gebeurde. De opening van culturele tempel, museum en bibliotheek, vernoemd naar de…
View On WordPress
#20-ste eeuws#architectonisch bouwwerk#beschouwend#bibliotheek#Buik van Parijs#Centre Pompidou#culturele tempel#Eugène Sue#Frans staatsman#gietijzer en glas#Hallen#hordes meisjes van lichte zeden#levensmiddelenmarkt#meest besproken#museum#Napoleon III#Romantici#schrijver#Victor Baltard#Victor Hugo#Zola
0 notes
Text
Foto 1: Het interieur van de Passage, boven de winkels waren woningen. De hoofdingang aan de Korte Hoogstraat lag op straathoogte. Aan de zijde van de lager gelegen Coolvest gaven trappen toegang tot de Passage, 1935. Stadsarchief Rotterdam
Foto 2: Passage met badinrichting aan de Coolvest, links daarvan het Erasmiaans Gymnasium en de molen de Hoop, 1905 - 1920. F.H. van Dijk
Foto 3: De hal van de Passage, 1890.
Met dit buiige weer is overdekt winkelen een echte luxe…
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De winkelgalerij werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
Rotterdammers waren diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan de overdekte straat lagen dertig winkels.
De winkelgalerij werd geprezen om haar bijzondere dak van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
Foto's en Informatie komen van Stadsarchief Rotterdam
1 note
·
View note
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
1 note
·
View note
Text
Het Interieur van de Passage.
Foto 1: Het interieur van de Passage, boven de winkels waren woningen. De hoofdingang aan de Korte Hoogstraat lag op straathoogte. Aan de zijde van de lager gelegen Coolvest gaven trappen toegang tot de Passage, 1935. Stadsarchief Rotterdam
Foto 2: Passage met badinrichting aan de Coolvest, links daarvan het Erasmiaans Gymnasium en de molen de Hoop, 1905 - 1920. F.H. van Dijk
Foto 3: De hal van de Passage, 1890.
Met dit buiige weer is overdekt winkelen een echte luxe…
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De winkelgalerij werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
Rotterdammers waren diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan de overdekte straat lagen dertig winkels.
De winkelgalerij werd geprezen om haar bijzondere dak van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
Foto's en Informatie komen van Stadsarchief Rotterdam
1 note
·
View note
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
0 notes
Text
Foto 1: Het interieur van de Passage, boven de winkels waren woningen. De hoofdingang aan de Korte Hoogstraat lag op straathoogte. Aan de zijde van de lager gelegen Coolvest gaven trappen toegang tot de Passage, 1935. Stadsarchief Rotterdam
Foto 2: Passage met badinrichting aan de Coolvest, links daarvan het Erasmiaans Gymnasium en de molen de Hoop, 1905 - 1920. F.H. van Dijk
Foto 3: De hal van de Passage, 1890.
Met dit buiige weer is overdekt winkelen een echte luxe…
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De winkelgalerij werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
Rotterdammers waren diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan de overdekte straat lagen dertig winkels.
De winkelgalerij werd geprezen om haar bijzondere dak van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
Bron, @Stadsarchief010
0 notes
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
0 notes
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
1 note
·
View note
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Stadsarchief Rotterdam, Rotterdam Van Toen
0 notes
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Stadsarchief Rotterdam, Rotterdam Van Toen
0 notes
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van toen, Stadsarchief Rotterdam
0 notes
Text
De 10 Foto's Met Een Lang Verhaal Staan in een blog, op Tumblr. 106
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
De Delftsevaart in 1936,
bij het begin van de restauratie van de St. Laurenstoren. Over die Laurenstoren doen heel veel verhalen de ronde. Maar wie goed op heeft gelet ziet op foto's van de stad tussen 1935 en 1939 dat de toren permanent in de steigers staat. Hij was namelijk behoorlijk bouwvallig geworden. De klokken zakten telkens uit het lood en het carillon hing aan verrotte steunbalken. Bovendien stond de toren scheef.Ten koste van honderdduizenden guldens en vier jaar handwerk werd de toren totaal gerestaureerd.Alle materiaal moest langs steigers aan de buitenkant worden vervangen. Het hout en de verweerde stenen werden vervangen door staal en beton. Twee nieuwe vloeren van beton werden in de toren gebouwd. De klokken werden hersteld. Verweerde pinakels en pijler bekroningen werden hersteld. Er werd een grotere carillonruimte gemaakt. En toen stond er een toren die zo stevig was dat hij zelfs de Duitse bommen en de daarop volgende brand in mei 1940 wist te doorstaan.Het is waar dat de Duitsers, als toppunt van cynisme, de Grote Kerk en de toren onder "Denkmalschutz" hebben gesteld. Na de oorlog is er binnen het gemeentebestuur over gediscussieerd of men de kerk zou afbreken en de alleen de toren zou laten staan. Tenslotte is er voor gekozen het geheel te restaureren.
Markt op het Schouwburgplein met op de achtergrond het Rijnhotel, 5 juni 1979.
Het Schouwburgplein is een auto- en fietsvrij plein in Rotterdam met de bioscoop Pathé Schouwburgplein (bekleed met golfplaten) met 7 zalen, en de Rotterdamse Schouwburg, en aan de noordkant het concertgebouw De Doelen. Eronder is een grote parkeergarage.
Voor de bestrating is gebruikgemaakt van materialen als epoxy, hout, rubber en metaal. Er zijn grote bewegende lichtmasten, lange banken, en afwisselend spuitende fonteintjes. Verticale ventilatiepijpen zijn per twee omgeven door hekwerk en vormen zo een soort torens.
Het Schouwburgplein is onderdeel van het Basisplan voor de Wederopbouw van Rotterdam uit 1946. Voor de oorlog was op de plaats van het Schouwburgplein een dichtbevolkte stadswijk. Door het bombardement op 14 mei 1940 brandde deze wijk af, op de bebouwing van de Mauritsweg na. In de oorlog werd in de open vlakte een noodschouwburg gebouwd van afgebikte stenen uit de binnenstad.
Vanaf 1962 verscheen aan de noordkant van het plein het concertgebouw De Doelen. Onder het Schouwburgplein werd in 1966 de parkeergarage geopend. Sinds die tijd is het Schouwburgplein bovengronds een autoloze en boomloze vlakte.
De westzijde van het Schouwburgplein is tussen 1980 en 1985 gevuld door het 'Woondok', een wooncomplex met winkels en kantoren op straatniveau. In 1987 is de noodschouwburg afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe. In 1996 is het plein geheel nieuw ingericht naar ontwerp van Adriaan Geuze. Het plein werd iets verhoogd en is volgens de architect een stadspodium. Op het plein werd dat jaar ook de bioscoop geopend.
De fotograaf is Lex de Herder en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Publiek zit op de trappen van het 'openluchttheater' het Kuipje in winkelcentrum Zuidplein, 1972-1973.
Het overdekte winkelcentrum Zuidplein is een van de belangrijkste werken van de Rotterdamse architect Hermanus Dirk Bakker (28 augustus 1915 - 12 oktober 1988) en was voor die tijd een zeer modern concept. Aan het winkelcentrum werd gebouwd van 1962 tot 1972 op een grotendeels braakliggend terrein tussen het metroviaduct en een aantal brede verkeerswegen. De Nieuwe kerk moest er echter voor worden gesloopt. In 1972 werd het winkelcentrum geopend door Mies Bouwman. In die tijd bestond een deel van het Zuidplein nog uit winkelkramen.
Tussen 1993 en 1995 werd het winkelcentrum in oostelijke richting uitgebreid met circa 11.000m² door architectenbureau Bakker & Partners i.s.m. Chiel Verhoeff. Tussen 1999 en 2003 werd het interieur gerenoveerd zonder noemenswaardige uitbreiding door JHK Architecten uit Utrecht i.s.m. Greig + Stephenson Architects uit Londen. Het onoverzichtelijke centrale plein werd rustiger gemaakt door de vervanging van de wirwar aan oude kiosken door twee nieuwe kiosken.
Met een oppervlakte van 55.000 vierkante meter is dit het belangrijkste winkelcentrum voor Rotterdam-Zuid en de gemeenten aan de zuidrand van Rotterdam. In 2017 had het winkelcentrum ongeveer 165 winkels. Het is één van de grootste overdekte winkelcentra van Nederland. Het winkelcentrum trekt ongeveer 10 miljoen bezoekers per jaar.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Panden aan de Hofdijk 31-43, 1910-1920 (geschat).
De Hofdijk herinnert aan de ridderhofstad Weena, die noordoostelijk van het huidige Hofplein was gelegen. De Hofdijk komt al in 1397 in bronnen voor. Het slot wordt reeds in 1306 vermeld. De oorspronkelijke Hofdijk stamde uit de 13de eeuw en strekte zich langs de Rotte uit tot het Zwaanshals en de Oudedijk. Het Hofplein ontstond in de eerste helft van de 19de eeuw nadat de Kolk of Gracht tussen de Delftse Poort en de Hofpoort was gedempt. Van 1853 tot 1875 was het plein als veemarkt ingericht. De oudste naam is Hofpoortplein naar de Hofpoort die daar stond en in 1833 is afgebroken. In 1908 werd aan het plein het station van de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij, de lijn Rotterdam-Scheveningen, geopend. Bij besluit B&W 13 september 1949 ontving het verkeersplein op het kruispunt Coolsingel, Weena, Schiekade, Pompenburg de naam Hofplein. Zie ook Weena.
De fotograaf is Frans van Dijk en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Overzicht van de omgeving van de Meent en Binnenrotte gezien vanaf het World Trade Center, 28 april 1988.
De Meent kan men identificeren met de in 1385 genoemde 'der Stede wech' en met de 'Poortweg', waarvan in 1404 sprake is. De naam Meent als straatnaam treft men niet aan vóór de tweede helft van de 16de eeuw. Aangenomen kan worden dat aan deze straatnaam de betekenis 'gemeene weide' ten grondslag lag. Dit blijkt onder meer uit een keur op de twee jaarmarkten uit de eerste helft van de 15de eeuw. De paardenmarkt moest toen gehouden worden 'in de Lombaertstrate upte meente neffens de capelle ende aldaer omtrent'. In 1531 en later komt 'Beestenmarkt' voor, daarna 'Varckenmart', 'Meent ende Varckenmarct' of 'Meent bij de Varckenmarct'.
Oorspronkelijk liep de Meent van de Botersloot naar de Oppert. Ten behoeve van het toenemende verkeer werd een plan ingediend voor de aanleg van een brede straat door de oude stad, die een verbinding tussen Coolsingel en Goudsesingel zou vormen. De Heerenstraat en de Meent zouden worden verbreed en in westelijke richting worden doorgebroken. Op 19 juni 1913 aanvaardde de raad het doorbraakplan. Toen in mei 1940 de oorlog uitbrak was de nieuwe Meent voor het grootste gedeelte voltooid. In de volksmond heeft de Meent enige tijd de Doorbraak geheten. De huidige Meent ligt op dezelfde plaats als de vooroorlogse straat van die naam. Alleen het noordelijke gedeelte tussen de Botersloot en de Goudsesingel, de vroegere Heerenstraat, heeft een iets andere loop gekregen.
De Binnenrotte, vroeger alleen bekend als Rotte, kreeg deze naam om het gedeelte van de Rotte dat binnen de stad liep aan te duiden. In de oudste bronnen wordt de naam Rotte of Rottesloot in de stad gegeven aan de Binnenrotte, tevens aan de wetering achter de Grote kerk, die de Slikvaart verbond met de Binnenrotte en daarom ook wel Kerkrotte heette en ook wel aan de Kipsloot, en de Achterkloostergracht. In 1868 is ten behoeve van de aanleg van het spoorwegviaduct door de stad een contract met het rijk gesloten tot demping van de Binnenrotte. Dit werk was in 1874 gereed. Daarna sprak men van de Gedempte Binnenrotte. Later is de toevoeging 'Gedempte' vervallen.
De fotograaf is Lex de Herder en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Een autobus (Leyland Leopard uit de serie 301-324) in dienst op lijn 46 Schiebroek-Terbregge aan de Molenlaan, 1967.
De Molenlaan is vernoemd naar de korenmolen 'De Vier Winden', gebouwd in 1776. De stichter van de molen was Pieter Klumpes. De Molenhoek was oorspronkelijk het zuidelijke gedeelte van de Molenlaan. Het Molenlaankwartier is een wijk in de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek. Het Molenpark is de groenstrook ten westen van de Terbregse Rechter Rottekade en ten noorden van de Molenlaan.
Schiebroek was oorspronkelijk een ambachtsheerlijkheid die reeds in het begin van de 14de eeuw bestond. Ze kwam in die tijd voor onder de naam Broek (moerasland). Later sprak men over Schiebroek vanwege haar ligging in Schieland. De heerlijkheid bestond uit een tussen 1772 en 1779 drooggemaakte polder en een woonbuurtje bij de Kleiweg. In 1941 werd Schiebroek door Rotterdam geannexeerd. Met uitzondering van de Schiebroekselaan en -straat liggen de bovengenoemde straten enz. in en bij de voormalige buurt. Het Schiebroeksepark is het recreatiegebied, dat ten noordoosten van de 'tuinstad' ligt. De Schiebroekse Ringvaart is het water dat ten tijde van de inpoldering van het moerasgebied in de 18de eeuw is gegraven. Van deze vaart bestaat alleen het gedeelte langs Ringdijk en Erasmussingel nog. Voor 1983 heette deze alleen Ringvaart.
Terbregge is een oude buurschap onder het voormalige dorp Hillegersberg. Ze is gelegen bij de brug over de Rotte, waaraan de naam is ontleend (Terbregge = Ter Brugge). Oorspronkelijk was het een kleine handelsnederzetting, die reeds in 1282 wordt genoemd. Later groeide ze uit tot een buurschap. In 1775 werd deze vrijwel geheel door brand verwoest en slechts op beperkte schaal herbouwd. Samen met Hillegersberg werd Terbregge in 1941 door Rotterdam geannexeerd. Alle hiernevens genoemde straten liggen in of nabij de oude buurschap. De Terbregse Rechter Rottekade was voor 1964 een onderdeel van de Bergse Rechter Rottekade.
De foto en informatie komen uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Gezicht op de Bentincklaan, 1946.
Willem graaf Bentinck (Whitehall in Londen, 6 november 1704 - Den Haag, 13 oktober 1774), heer van Rhoon en Pendrecht, na 1732 rijksgraaf Bentinck, oudste zoon uit het tweede huwelijk van Hans Willem Bentinck, graaf van Portland, was een Nederlands edelman en politicus. Hij had als lid van de Ridderschap van Holland zitting in de Staten van Holland en West-Friesland.
Willem Bentinck erfde vanwege het gebruikelijke fideï-commis geen goederen in Engeland. Hij deelde wel in het Hollandse bezit van zijn in 1709 gestorven vader en werd zo heer van Rhoon en Pendrecht en eigenaar van Huis Sorghvliet, het huidige Catshuis. Zijn jongere broer Charles erfde de oude landgoederen van de Bentincks in Overijssel en het kasteel Het Nijenhuis.
Willem Bentinck was een zeer gereserveerde en stugge aristocraat die desondanks de gave had om diplomaat te zijn. Hij werd een van de belangrijkste adviseurs van stadhouder Willem IV die aan Bentinck zijn verheffing tot erfstadhouder dankte. Er wordt verondersteld dat Willem Bentinck zo stug en gesloten was om praatjes te voorkomen; zijn vader was de favoriet en volgens vele tijdgenoten ook de minnaar van stadhouder Willem III geweest. Bentinck stond zichzelf niets joyeus en niets dat ook maar in de verte fatterig of verwijfd kon lijken toe.
In 1733 trouwde hij met Charlotte Sophie van Aldenburg. Het betrof hier een gearrangeerd huwelijk, met de bedoeling het bezit van de wederzijdse families te vermeerderen. Dit ongelukkig huwelijk hield slechts zeven jaar stand, waarna Charlotte Sophie van Aldenburg tevergeefs probeerde via gerechtelijke procedures haar vaders erfdeel, de Aldenburgse bezittingen in Noord-Duitsland, weer terug te krijgen.
De fotograaf is Gerard Roos en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Gezicht in de Proveniersstraat, 1946.
De naam van de Proveniersstraat is ontleend aan het nabijgelegen Proveniershuis aan de Schiekade. Oorspronkelijk was dit een Leprooshuis, waarvan het bouwjaar niet bekend is, doch dat reeds in 1438 bestond. Al in 1542 werden in dit huis proveniers of 'kostkopers' opgenomen. Het aantal leprozen werd steeds minder, zodat uiteindelijk alleen de proveniers overbleven. In 1806 werden de bejaarden uit het Oudemannenhuis aan de Hoogstraat in het Proveniershuis ondergebracht. Het oude huis aan de Schiekade werd in 1898 vervangen door een nieuw gebouw, het Heilige Geesthuis, aan de Gerard Scholtenstraat. Daarna werd het pand gesloopt.
Een Proveniershuis was een wooncomplex waar bewoners zich voor een eenmalig bedrag inkochten en vervolgens levenslang 'gratis' kost en inwoning genoten. De kost bestond meestal uit de meest noodzakelijke levensbehoeften. De bewoners van proveniershuizen heetten proveniers maar werden ook wel kostkopers genoemd. Provenier is een oud-Hollandse benaming voor 'iemand die van preuves leeft' waarbij preuves staat voor giften. Naast de inwoning en eenvoudige kost kregen de proveniers soms preuves in de zin van iets meer luxegoederen. Een provenier was meestal een man (de vrouwelijke vorm is "provenierster") voor vrouwen waren er hofjes. De kostkoper beschikte over één kleine kamer of woonde op een zaal, waarbij hij de beschikking had over een bedstede.
De fotograaf is Gerard Roos en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Gezicht in de Hooidrift, 1967.
De Hooidrift ligt op de plaats, waarvan men veronderstelt dat daar eens de bedding was van het water 'Hoydrift'. Dit water liep in 1334 door Schoonderloo en kwam via een sluis in de Nieuwe Maas uit. In 1466 komt een stuk land 'die Hoydrift' voor. Later droegen drie morgen land in de Coolsepolder in het ambacht Schoonderloo deze naam. Op een kaart van 1570 komt voor 'het noertdyep van de Maze geheeten de hoydrift, streckende van nieuw Matenesse tottet hoeft van Delfshaven'. Dit noorddiep begon bij een wetering ten westen van Delfshaven. Ten oosten van deze Hooidrift tot de Leuvehaven werd het noorddiep van de Maas, namelijk ten noorden van de Ruigeplaat, 'die Couse' genoemd.
Schoonderloo is een inmiddels verdwenen ambacht en gelijknamig dorpje tussen Delfshaven en Rotterdam. Het dorpje bevond zich aan de noordzijde van Schielands Hoge Zeedijk, ongeveer ter hoogte van de huidige Pieter de Hoochweg, een paar honderd meter ten oosten van de oude havenmond van Delfshaven. Het ambacht besloeg globaal het gebied ten westen van de Coolsingel, ten zuiden van de Beukelsdijk en ten oosten van het huidige Marconiplein.
De foto komt uit de collectie topografie Rotterdam en bevindt zich in het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
0 notes
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
0 notes
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
0 notes