#enge wezens
Explore tagged Tumblr posts
Video
youtube
Trick or treat op zee Halloween verhalen deel 2
0 notes
Text
We legden ons themaboek definitief vast.
Hoe mythisch is Manneke Pis?
Zijn mythes waargebeurd? Waaroms zijn mythes en legendes vaak eng? Wie schrijft of verzint dit? Wat is het verschil tussen mythes, legendes, sagen,... ? Welke bijzondere krachten hebben mythische wezens?
10 notes
·
View notes
Text
De Spontane Spin (toneelstuk)
Titel: De Spontane Spin
Personages:
Laura: Een angstige en neurotische persoon
Tim: Een nuchtere en rationele persoon
Spin: Een willekeurige spin die uit het niets verschijnt
Decor: Een eenvoudige woonkamer met een bank en een aantal andere meubels.
Act 1: Laura en Tim zitten samen op de bank te praten wanneer er plotseling een spin verschijnt op de muur. Laura ziet de spin en begint hysterisch te gillen en springt op de bank. Tim kijkt op en ziet de spin, maar reageert heel kalm. Hij probeert Laura gerust te stellen en zegt dat het gewoon een onschuldige spin is.
Act 2: Laura weigert de spin te accepteren en smeekt Tim om het te doden. Tim is het daar niet mee eens en probeert Laura uit te leggen dat de spin een nuttig dier is en dat ze gewoon moet leren leven met de aanwezigheid ervan. De spin kruipt ondertussen rustig verder over de muur.
Act 3: Laura wordt steeds neurotischer en raakt uiteindelijk in paniek. Ze rent de kamer uit en komt terug met een stofzuiger om de spin op te zuigen. Tim probeert haar tegen te houden, maar Laura is te koppig en begint de spin te achtervolgen met de stofzuiger. De spin lijkt echter meer en meer te willen ontsnappen.
Plottwist: Terwijl Laura en Tim ruziën over de spin, begint de spin plotseling te praten. Hij blijkt een buitenaards wezen te zijn dat op aarde is beland om te leren over het leven op deze planeet. De spin legt uit dat hij onschadelijk is en dat hij de mensen helemaal geen kwaad wil doen.
Act 4: Laura en Tim zijn geschokt door de plotselinge openbaring van de spin en beginnen vragen te stellen. De spin vertelt over zijn avonturen in de ruimte en over de verschillende planeten die hij heeft bezocht. Laura en Tim zijn gefascineerd door het verhaal van de spin en beginnen zich steeds meer op hun gemak te voelen bij hem.
Epiloog: Uiteindelijk laat Laura de spin met rust en laten Tim en zij de spin zijn avontuur voortzetten. Ze beseffen dat de spin niet zo eng was als ze aanvankelijk dachten en dat er misschien meer is tussen hemel en aarde dan ze ooit hadden gedacht. De spin verdwijnt en laat een onvergetelijke indruk achter op Laura en Tim.
0 notes
Text
De avonden zijn kort tegenwoordig. Tegen de nacht staan ze op mij te wachten om de dag te (her) beginnen terwijl ik nog stotterend na vertel wat we 2 uur daarvoor hadden gedaan. Ze zeggen dat het al 3 weken geleden was dat ik iets gezegd had en ik kijk hun met verbazing aan want we hadden het gisteren nog over de oorlog. 8 uur, 21 uur, enig uitzicht is eng. Ik probeer me te concentreren op hun gesprek maar alles loopt door mekaar heen. Ik probeer me te mengen in het gesprek wanneer ze plotseling vragen of alles wel oké is, en of ik genoeg heb geslapen en of ik wel weet hoe laat het is. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het al 2 uur in de nacht is. Ik sta hier al 6 uur te wezen zonder uitzicht, zonder besef. Ze hebben mijn besef afgepakt een paar weken geleden, en hebben me in plaats daarvan een melancholisch stuk ingeplant.
- schrijfsel
1 note
·
View note
Link
0 notes
Text
Mijn naam is Erik, maar tegenwoordig noemt iedereen me Grijze Erik. Net zoals ze Bart vroeger Wijze Bart noemden. Dan waren we tezamen de Wijze en de Grijze. Niet een heel vleiende naam voor me, maar ik heb het altijd als een vriendelijke koosnaam gezien. Ik ben dan ook erg grijs, al zal ik dan binnenkort de Kale moeten heten.
Maar in mijn jeugd was ik gewoon Erik. Achternamen of bijnamen gebruikten we toen nog niet, en we hadden ze ook niet nodig want iedereen kende elkaar. We waren toen nog niet met zo veel. De tijden waren dan ook simpeler. Er werd ons niet veel gevraagd, er werd ons nauwelijks iets uitgelegd en er werd bijna helemaal niets van ons verwacht. Enkel dat we op een dag ouder zouden worden, om dan te trouwen en kinderen te krijgen.
De meesten van jullie zullen wel al weten dat ik net als de anderen een ongewone jeugd heb doorgemaakt. Op verzoek van velen van jullie heb ik me aan het schrijven gezet. Ik draag dit werk op aan mijn kleinzoon, Bas, die binnenkort ook een vader zal zijn. Ik hoop dat hij en zijn toekomstige kinderen er veel aan zullen hebben en dat deze ongewone verhalen niet verloren zullen gaan voor de komende generaties.
Doorheen heel mijn jeugd had ik een zeker beeld van hoe de wereld in elkaar zat. Zonder me er ooit vragen bij te stellen. Ik wist dat we met met twintig waren. Tien meisjes en tien jongens, waaronder ik.
Ik wist dat we allemaal samen woonden in een groot houten paleis dat middenin een groot bos stond. Het was ons Huis.
Ik wist dat het Huis vol stond met boekenrekken. En dat die rekken volledig gevuld waren van boven tot beneden, met boeken maar ook met muziekplaten, films en nog veel meer. Tezamen vertelden ze zoveel verhalen, zo veel geschiedenissen die wij nog niet begrepen.
En ik wist dat Anna altijd bij ons was en dat ze voor ons zorgde. Ik kon me haast geen wereld zonder haar voorstellen.
...
De zeeslag
Het was een koude winterdag. De plassen waren bevroren, harde sneeuw lag nog op de takken van de bomen en ijzel bedekte de bosbodem. Iedereen was binnen gebleven om te genieten van de warmte van het Huis. Vanuit knusse warme zetels keken ze waarschijnlijk naar tekenfilms en speelden ze gezelschapsspelen met Anna. Maar wij - David, Bart en ik – waren toch naar buiten gegaan. Anna had ons dikke jassen doen aantrekken, had ons bijna gewurgd met wollige sjaals en had wanten aan koortjes uit onze mouwen gehangen. Ze had ons gevraagd om niet te ver weg te lopen, en wij hadden onoplettend ja geknikt.
Wij hadden niet veel nodig om ons buiten te amuseren. Het ijzige landschap had Barts verbeelding in gang gezet en David en ik gingen met hem mee. Zo kwam het dat we alle drie tezamen door het bos zwierven en systematisch bevroren ijsplassen stuk sloegen met stokken. Toen we het ijs van weer een nieuwe plas begonnen te breken, kwam Jeroen er plots bij. Hij verveelde zich waarschijnlijk ook daarbinnen, dus Anna had hem ook ingepakt en hem onze kant uit gestuurd.
“Hey! Wat doen jullie?” vroeg Jeroen.
“We kappen het ijs.” Zei ik.
“Waarom?” vroeg Jeroen.
“Om kristallen te verzamelen!” zei David.
Jeroen keek ons vreemd aan.
“Ja, we zijn ijskimo’s!” zei Bart enthousiast.
“Ijskimo’s?” vroeg Jeroen.
We knikten alle drie.
“Wat is een ijskimo nu weer?” vroeg hij.
David en ik beseften plots dat we het eigenlijk niet wisten, maar Bart legde het enthousiast uit.
“De ijskimo’s zijn een magisch noordelijk volk dat van ijskristallen leeft! We moeten ijskristallen mijnen om onze ijskimo-goden te behagen!”
“O oké.” Zei Jeroen.
Hij zocht zichzelf een stok en begon mee met ons op het ijs te kloppen. Maar hij hield het niet lang vol.
“Dit spel is stom.” Zei hij vrijwel onmiddellijk.
“Niet waar!” zei Bart.
David en ik waren ook niet akkoord, want om één of andere reden hadden we de tijd van ons leven met op die ijsplassen te slaan.
“Ik weet een beter spel.” Zei Jeroen, klaar om de boel naar zijn hand te zetten.
“Wij ijskimo’s hebben geen tijd voor jouw spelletjes.” Zei Bart. “Wij moeten ijskristallen kappen voor het jaarlijkse ijsfeest!”
En hij kapte plichtsbewust verder in het ijs met zijn stok.
“Maar het is belangrijk!” zei Jeroen.
“O oké dan.” zei Bart, en hij stopte met kappen.
We keken Jeroen verwachtingsvol aan.
“Ik weet waar hij is.” Zei Jeroen.
“Wie?” vroegen we allemaal tegelijk.
“De Schorsman.” Zei Jeroen op een dramatische toon.
Mijn mond viel open van verbazing. Die van David ook. Die van Bart ook, maar niet van verbazing. Uit verwarring.
Om te begrijpen waar Jeroen het over had, moet je eerst weten wat of wie de Schorsman was. De zogenaamde Schorsman was een magisch wezen dat door het bos zwierf. We noemden hem zo omdat hij van hout was. Of misschien omdat hij zich in bomen verstopte. Of omdat hij zich in een boom kon veranderen. Na al die jaren weet ik het niet meer goed, maar ik denk dat we toen ook niet goed wisten wat de Schorsman hoorde te zijn. Toch geloofden we allemaal dat de Schorsman bestond en dat hij ergens in het bos ronddoolde. Dat is waarom we altijd goed uitkeken in het bos, en waarom we bijna altijd stokken met ons meenamen. We geloofden dat de Schorsman plots uit een boom zou kunnen springen en dat wij ons zouden moeten verdedigen tegen dat monster. We waren bang van de Schorsman. Maar natuurlijk had niemand van ons de Schorsman ooit al eens gezien. Dat Jeroen nu beweerde dat hij wist waar de Schorsman was, was nogal een nieuws.
“Waar is hij dan?” vroeg ik aan Jeroen.
“En hoe ben je daar achter gekomen?” vroeg David.
“Dit ijs gaat zichzelf niet kappen.” Zei Bart die verveeld weer op het ijs begon te slaan.
“Hij zat op het Donkere Eiland!” Jeroen wees het bos in, naar waar hij hoopte dat het Donkere Eiland was maar hij wees eigenlijk de verkeerde richting uit. “Toen ik langs het meer liep heb ik hem daar horen huilen.”
“Hoe klonk dat?” vroeg David.
“Als een vreselijk gekrijs! Als het brullen van een monster! Hij had waarschijnlijk heel veel honger.”
“Was je bang?” vroeg ik.
“Nee natuurlijk niet.” Zei Jeroen. “Maar het had jullie waarschijnlijk wel bang gemaakt.”
“Ja, waarschijnlijk wel.” Herhaalde David gemeend.
“Ik denk dat hij daar woont.” Zei Jeroen. “Het is zijn basis. Vandaaruit doet hij allerlei boosaardige dingen.”
“Hoe geraakt hij van dat eiland af?” vroeg Bart sceptisch.
“Hij zwemt waarschijnlijk.” Bedacht ik.
“Nee, hij vliegt!” zei David.
“Hij neemt de boot!” zei Jeroen enthousiast.
We keken allemaal Jeroen raar aan en hij begreep dat hij iets te ver gegaan was.
“Of nee, hij zwemt waarschijnlijk.” Zei hij dan toch. “Hoe dan ook, ik denk dat het tijd is!”
“Tijd voor wat?” vroeg ik.
“Tijd!” zei Jeroen terwijl hij zijn stok de lucht in hief. “Om te vechten!”
“Vechten tegen de Schorsman?” vroeg David, alsof het onmogelijk was.
“Ja! We weten nu waar hij woont, dus hij is kwetsbaar. Dit is het moment voor ons om een verrassingsaanval uit te voeren en hem voor goed te verjagen uit ons bos.”
Het klonk eng. Het klonk gevaarlijk. Maar het klonk ook heel cool. Dus ik zag het wel zitten. Ik vergat het ijskimo-spel onmiddellijk.
“Je hebt gelijk.” Zei ik. “Tezamen kunnen we hem verslaan!”
“Daarom ben ik naar jullie gekomen.” Zei Jeroen terwijl hij het terplekke verzon. “Ik heb krijgers nodig om met me mee te gaan naar het Donkere Eiland en de strijd aan te gaan met het monster!”
Nu was David er ook klaar voor.
“Je kan op ons rekenen!” zei David.
Jeroen, David en ik stapten weg van de plas terwijl Jeroen verder uitlegde.
“Het wordt een grote aanval. We hebben zwaarden nodig, en heel veel sneeuwballen om het beest te bekogelen!”
David en ik gingen akkoord. Maar Bart bleef bij de plas staan en porde verder in de bevroren modder.
“Bart, ga je niet mee?” vroeg Jeroen.
“Nee.” Zei Bart.
Jeroen keek even bedenkelijk en dan vertelde hij:
“Weet je, ik heb gehoord dat de Schorsman soms het Huis binnensluipt en de veters uit schoenen haalt. En daarna verstopt hij de veters ergens in het bos waar niemand ze kan vinden. Vals hè?”
“En hij eet kinderen!” voegde David toe.
“Ja, dat ook.” zei Jeroen. “Hij is heel slecht. We moeten hem stoppen. Wil je ons niet helpen, Bart?”
Maar Bart zag er nog steeds de noodzaak niet van in.
“Nee, ik wil een ijskimo zijn.” Zei Bart.
Jeroen dacht verder na.
“Het is erg koud.” Zei hij dan. “Ik denk niet dat wij het eiland kunnen bereiken in deze vrieskou. We hebben iemand nodig om ons te leiden door al de sneeuw en het ijs. Een dappere krijger van het noorden die alle ijsobstakels voor ons uit de weg kan ruimen.”
Bart keek op. “Bedoel je zoals een ijskimo?”
“Ja! Een ijskimo! Dat is exact wat we nodig hebben!”
“Oké, ik denk dat ik dan nu genoeg ijskristallen voor mijn volk verzameld heb.” Zei Bart, blij dat hij twee spelen tegelijk kon spelen. “Ik zal als ijskimo jullie de weg leiden op jullie avontuur! En onderweg kap ik nog wat ijs.”
Daar gingen we dan alle vier, verder het bos in. Af en toe maakte Bart een omweg om ijspegels van de boomtakken te slaan. Zo beweerde hij dat hij de weg voor ons vrij maakte. Ondertussen legde Jeroen uit wat we moesten doen.
“We hebben betere zwaarden nodig.” Zei hij. “Behalve jij, Bart, want die van jouw dient om ijs te kappen en dat doet het al heel goed.”
We gooiden onze takken op de grond en zochten nieuwe betere takken. Na een tijdje hadden we allemaal andere stokken vast, behalve Bart die weer op een nieuwe ijsplek aan het slaan was. En ik was er ook vrij zeker van dat David gewoon mijn vorige stok weer van de grond had geraapt, maar niemand deed er moeilijk over.
“Mijn nieuwe zwaard is ook een geweer, want het heeft een handvat.” Verklaarde Jeroen.
Davids stok, mijn vorige stok, had ook een handvat dus David zei dat hij ook met zijn zwaard kon schieten. De mijne had zo geen handvat, maar ik wou ook een geweer hebben dus ik zocht even verder naar een nog betere stok. Uiteindelijk vond ik ook een stok met een gelijkaardige zijtak, en konden we verder.
“Nu hebben we nog sneeuwballen nodig! Heel veel!” zei Jeroen.
We zochten weer rond en schraapten alle sneeuw die we vonden van de boomtakken. Bart schraapte verder ijs uit een plas.
“Mogen het ook ijsballen zijn?” vroeg ik terwijl we sneeuw verzamelden.
“Anna zegt dat we niet met ijsballen mogen gooien. Enkel sneeuwballen.” Zei David vanop afstand.
“Ja, maar we gooien ze niet naar elkaar.” Zei Jeroen. “Enkel naar de Schorsman. Dan kan het geen kwaad. Dus ijsballen zijn wel goed.”
Terwijl we elk ons stapeltje maakten, trok Bart een uitzonderlijk grote plak ijs uit de modder.
“Ik neem dit mee om tegen het monster te vechten!” zei Bart.
We waren allemaal onder de indruk van de grootte van de scherf ijs.
“O cool!” zei David.
“Hoe ga je daarmee tegen de Schorsman vechten?” Vroeg Jeroen zich af.
Bart keek bedenkelijk naar het stuk ijs. Zo ver had hij er nog niet over nagedacht. Het was een platte schijf: Een heel slecht zwaard en niet iets dat hij makkelijk kon gooien.
“Met dit groot stuk ijs…” zei hij al denkend. “Zal ik hem… afschrikken?”
Hij keek ons vragend aan, op zoek naar bevestiging.
“O ja.” Zei David zonder enig sarcasme. “Zo’n groot stuk ijs ziet er best wel eng uit.”
We gingen allemaal akkoord. Het sprak voor zich. Met onze armen vol sneeuw- en ijsbrokken en onze stokken onder de armen, liepen we door naar het meer. Onderweg merkte ik dat David bezorgd in het rond aan het kijken was.
“Wat is er David?” vroeg ik.
“We zijn op weg naar de Schorsman, maar wat als de Schorsman hier is en ons zo ziet? Wat als hij kwaad wordt als hij ziet wat we aan het plannen zijn? Wat als hij ons plots verrast voor we bij het Donkere Eiland zijn?”
“Ach wel nee!” Zei Jeroen. “Hij zit nu in zijn basis. Ik ben er zeker van. Het is nu veel te licht voor hem om naar buiten te komen. Hij houdt niet van licht.”
“Ja.” Zei ik. “En je bent toch niet bang van de Schorsman, David?”
“Jij dan niet?” vroeg David.
“Nee hoor.” Loog ik. “En jij, Bart?”
“Ijskimo’s zijn nergens bang van. Behalve van hun gruwelijke ijskimo-goden die kwaad worden wanneer er niet genoeg ijs gekapt wordt.”
Dat deed hem er aan denken om onderweg nog wat meer ijspegels kapot te slaan. Maar eigenlijk was hij ook bang. We waren allemaal bang van de Schorsman, maar we waren veel te stoer om Jeroen’s spel niet mee te spelen. Enkel Jeroen sloeg er in om zo blindelings dapper te zijn.
“Daar is het.” Zei Jeroen toen we bij het meer aankwamen.
Het kleine meer was niet helemaal bevroren. Enkel rond de takken die bij de oever op het water dreven, was er dun ijs gevormd. In het midden van het meer lag het Donkere Eiland. Het eiland was redelijk groot. Het is te zeggen, er zat meer eiland in het meer dan water. Het meer was eigenlijk niets meer dan een brede natuurlijke slotgracht rond het Donkere Eiland heen. Op het eiland stonden dicht op elkaar gepakte bomen. Het woud was er zelfs zo dicht dat het er donkerder leek, vandaar de naam van het eiland. We konden ons direct voorstellen dat de Schorsman hier woonde, in een duister paleis van bomen omringd door een diepe gracht. Het was perfect.
“Hoera! We hebben het eiland bereikt!” vierde David al.
“Nog niet.” Zei Jeroen. “Eerst moeten we de ijszee nog oversteken!”
Hij knikte naar het kleine houten bootje dat naast een kleine pier dobberde. We hadden al vaker in dat bootje gezeten, tezamen met Anna. Tezamen roeiden we haar dan rond het eiland. Tot als we moe werden ten minste, dan roeide Anna ons weer terug naar het land. Het was altijd heel leuk, maar in deze kou vond ik het idee een stuk minder aantrekkelijk.
“Gaan we roeien?” vroeg Bart die niet helemaal mee was.
“Ja natuurlijk.” Zei Jeroen.
David, Bart en ik keken elkaar onzeker aan.
“Mogen we dat wel zonder Anna?” vroeg ik.
Jeroen dacht na.
“Heeft ze dan ooit gezegd dat het niet mocht?” vroeg hij.
We moesten toegeven dat Anna ons inderdaad niet verboden had om zonder haar met de boot te varen. Dus eigenlijk mocht het.
“Ik denk toch dat Anna het niet leuk zou vinden als we de boot namen.” Zei David.
“O komaan David. Hoe moeten we anders het eiland bestormen?” vroeg Jeroen.
“Misschien kunnen we beter gewoon hier blijven en vallen klaarleggen voor wanneer de Schorsman terug zwemt van het eiland.” Stelde David voor.
We overwogen het even, maar Jeroen wou naar het eiland en ik eigenlijk ook. Bart wou gewoon ijskimo van dienst zijn, en had dus ook geen bezwaar. Enkel David vond het geen goed idee maar in die tijd waren we allemaal nog te jong om de groep tegen te spreken, dus uiteindelijk draaide hij mee. We stapten over de oude houten pier en deden ons best om niet uit te glijden over de bevroren natte planken. Met een touw trokken we het bootje dichter bij de pier, en dan vulden we het met onze sneeuwballen. Het ding schommelde heen en weer op het koude water toen we er één voor één in sprongen. Twee houten roeispanen lagen klaar in het bootje. Ik nam een roeispaan en Jeroen nam de andere.
“Wie stuurt er?” vroeg Jeroen.
Een roeibootje heeft natuurlijk geen roer of stuur. Sturen doe je gewoon door te roeien. Maar het was bij ons de traditie dat er altijd iemand vooraan in de boot ging zitten, om met zijn handen te doen alsof die aan het sturen was. Meestal vroegen we aan Anna om dat te doen. En dan deden we het op terugweg allemaal tezamen.
“Ik!” riep Bart. “Ik weet de weg!”
We wisten allemaal de weg, maar Bart moest zijn zeevaart-kennis als ijskimo aantonen. Hij ging voorop op de boot zitten en hield zijn handen voor zich uit.
“Vooruit!” commandeerde hij.
En we begonnen te roeien. Jeroen en ik waren niet de beste roeiers. We roeiden niet goed op de maat en het bootje zigzagde over het water. Toch kwamen we steeds dichter en dichter bij het donkere eiland.
Hoe dichter we bij dat eiland kwamen, hoe groter het werd. Hoe griezeliger de takken van de enorme donkere bomen leken. Bij elke beweging van de roeispaan werd het eiland alsmaar enger en het water onder ons alsmaar dieper, de ontsnapping van het eiland steeds moeilijker. Toen we bijna bij het eiland waren blies er een plotse gure wind. Het blies door de boomtakken van het eiland en wij hoorden het gekraak en het gehuil van de schors.
Onbewust waren Jeroen en ik stiller beginnen roeien. Bart was een beetje scheef beginnen sturen in de hoop dat we misschien per ongeluk naast het eiland zouden varen. En David zat stil in zichzelf te jammeren achterop het bootje.
“Weet je.” Zei Jeroen dan. “Ik denk dat de Schorsman toch niet zwemt. Ja dat weet ik nu heel zeker! Hij kan niet eens zwemmen. Hij kruipt door een geheime ondergrondse tunnel die onder het water heen gaat.”
“Ja, dat is logisch. De Schorsman is bang van water. Want de Schorsman is ook bang van ijs, en water is gesmolten ijs.” Redeneerde Bart.
“Dus als we het eiland vanuit de boot aanvallen, dan kan hij ons nooit pakken. We moeten hen van hieruit bekogelen! Het is een zeeslag!”
Niemand van ons wist echt wat een zeeslag was, maar iedereen ging akkoord dat dit een beter een plan was dan naar het eiland zelf te gaan.
“Pak aan Schorsman!” Riep Jeroen en hij gooide een sneeuwbal naar het eiland. Het spatte tegen één van de vele oude boomstammen.
De rest volgde. We gooiden zoveel mogelijk sneeuwballen naar het eiland. We kletsten wild met onze stokken in het water en riepen “pang pang!” terwijl we ze in het rond zwaaiden. Zelfs David deed mee. Er kwam geen antwoord van het donkere eiland en Jeroen riep.
“Nu ben je bang hè? Schorsman!”
Ik kreeg het gevoel dat we de zeeslag aan het winnen waren en de anderen duidelijk ook want we bedachten allemaal steeds creatievere manieren om het eiland aan te vallen.
Jeroen probeerde een sneeuwbal over het water te kaatsen maar ontdekte dan dat dit niet lukte. Daarna probeerde hij een “sneeuwgezichtje” te tekenen op een boom.
David had één sneeuwbal heel ver gegooid en daagde ons uit om een sneeuwbal even ver te gooien, maar dat lukte niemand.
Ik deed mijn sjaal uit en probeerde het te gebruiken als een sneeuwbal-slinger om zo extra ver te gooien, maar dit werkte niet zo goed. Toen ik mijn sjaal weer aandeed werd mijn nek koud. Ik deed het dan maar los rond mijn nek, maar zo kreeg ik het overal koud.
Bart raapte zijn grote brok ijs op en wou het net naar het eiland gooien, toen het ijs plots uit zijn handen gleed en terug in de boot viel. Het ijs brak en Bart viel om. Hij viel gelukkig nog in de boot, maar dat deed het bootje erg schommelen. Jeroen, die net een nieuwe sneeuwbal ging gooien in een poging om David’s record te verslaan, verloor zijn balans en strompelde over de reling het water in.
In één grote, natte, koude plons was hij weg. In paniek staakten we de zeeslag en keken we overboord. Het duurde even voor Jeroen weer naar boven kwam, maar het gebeurde uiteindelijk wel. Hij hield diep adem en bleef dan wild spartelen en spetteren om boven te blijven. Hij schreeuwde dat hij niet kon zwemmen. Natuurlijk niet. Niemand van ons kon zwemmen. Ik stak een stok uit naar hem om vast te houden. Maar in zijn paniek rukte hij de stok gewoon uit mijn handen. Dan riep ik naar hem dat hij de boot moest vast houden en ik nam een roeispaan om naar hem toe te peddelen. De boot draaide echter enkel toertjes. Bart en David waren geen hulp. Zij waren allebei bang aan het krijsen en deden daarbuiten niets.
“Annaaaaaaaa!” Huilde David.
Dan sloeg Jeroen er toch in om naar voor te zwemmen en zich vast te grijpen aan de rand van de boot.
En dan plots bewoog de boot. Ik gooide uit reflex de roeispaan neer. Bang dat ik misschien te hard geroeid had. Maar dat was het niet. Iets anders deed de boot bewegen. De boot versnelde nu en ik viel om. Bart en David lagen ook in de boot. Het hele ding werd met Jeroen en al weggeblazen van het Donkere Eiland. Het gleed met een vaart over het water terwijl wij alle vier bang onze longen uitkrijsten.
De boot bewoog tot aan het piertje waar hij eerst lag en kwam daar dan tot stilstand. Ik keek op en zag dan Anna op de pier staan. Zwarte jurk. Handen in haar zij. Linkerschoen die op het hout tikte. Blonde lokken met daaronder een boze blik. Een blik waarvan we allemaal bang waren. Misschien was Anna’s woede nog erger dan de Schorsman zelf…
“Kom onmiddellijk uit die boot jullie!” zei ze streng.
We sprongen zo snel mogelijk over naar de pier. Dan wees Anna naar Jeroen die nog in het water zat. Haar wijsvinger ging omhoog en ook Jeroen werd plots uit het water gehesen. Hij zweefde eventjes over het water en landde dan op de pier. Hij trilde als een blad. Er waren al ijspegels gegroeid in zijn haar.
“Ach nee, Jeroen. Hoe overkomt dit jou ook altijd?” zei Anna. “Het is hier glad…”
“Van de pier af!” Zei ze dan tegen ons. “Maar voorzichtig. Niet lopen!”
Ze opende haar handen en een warm deken verscheen dat ze om Jeroen sloeg. Jeroen was aan het snikken maar Anna sloeg een arm om hem heen en zei: “Naar binnen met jou. Naar de haard.”
“En jullie ook. Genoeg buiten gespeeld!”
Verslagen wandelden we terug naar het Huis.
“Zomaar met de roeiboot vertrekken varen in dit weer. Waar zat jullie hoofd?” Preekte Anna onderweg.
“We wisten niet dat het niet mocht.” Jammerde ik tegen Anna.
“Maar je wist wel dat niemand van jullie kon zwemmen, toch?” Zei Anna. “Hoe lang nog ga ik jullie moeten vertellen wat mag en wat niet mag. Wanneer leren jullie eens voor jezelf denken?”
Ze merkte toen ook mijn sjaal op en met een knipper van haar ogen sloot plots mijn sjaal zich weer om mijn nek, maar nu was mijn sjaal plots niet meer zo koud en nat. Het was juist zalig warm. Anna toverde alleen zo veel wanneer ze heel blij of heel boos was.
“Bart waar zijn je handschoenen?” Vroeg Anna dan.
Bart dacht na en zei dan. “Dat weet ik niet. Misschien liggen die nog bij de grote ijsmijnen.”
Anna zuchtte.
“Ik kan ze gaan halen! Ik zal ze vinden met mijn ijskimo-“
“Nee.” Zei Anna. “Jullie gaan naar binnen. Ik vind ze wel.”
Bij het Huis deed Anna ons onze sneeuwlaarzen uit doen aan de voordeur. Ze hielp Jeroen met zijn laarzen en ging dan met hem verder naar de leeskamer terwijl wij nog onze jassen, sjalen en handschoenen weghingen. Ik hoorde hoe het haardvuur daar wild begon te wakkeren op Anna’s bevel.
“Stil nu maar Jeroen. Het was maar een ongeluk. Je zal het snel warmer krijgen. Wil je chocomelk?” Hoorde ik Anna zeggen.
Ik kwam wat later ook de leeskamer binnen. Daar vond ik Jeroen in zijn pyjama - hij was blijkbaar snel van kleren gewisseld, waarschijnlijk met de hulp van Anna’s toverkunsten – onder een dik deken bij de kaart. Anna kwam hem een warme tas chocomelk brengen.
Ik zag ook dat Elise in de hoek van de leeskamer stond.
“Waarom staat Elise in de hoek?” vroeg ik.
“Elise staat in de hoek omdat ze de andere meisjes niet mag slaan met het spelbord wanneer ze monopolie verliest.” Zei Anna.
Elise gaf me zijdelings een mokkende blik. Zo’n blik van kijk wat voor onrecht me hier wordt aangedaan.
“Als je dacht dat jullie vandaag mijn enigste zorgen zijn geweest met jullie zeeslagje, dan heb je het verkeerd. Ik heb hier een heel huis vol aapjes en als ik eventjes niet oplet brand het huis af.”
“Sorry Anna.” Zei ik.
Anna hurkte naast me neer en toonde me een warme glimlach.
“Het is niets Erik. Ik ben dol op mijn aapjes.”
Ze roefelde door mijn haar en stond dan op.
“Maar ga niet roeien in de winter. En vertel me in het vervolg dat je wilt gaan roeien. Ik was heel bezorgd. Nu moet ik gaan kijken hoe het met de meisjes zit in de spelkamer. Ze zijn opnieuw monopolie begonnen. Ik verwacht opnieuw een drama. Wat jullie in dat maf spel zien begrijp ik niet.”
Ze ging de kamer uit.
Ik keek naar Elise maar die staarde naar de muur. Ik keek naar Jeroen. Hij was nu al wat opgebeurd. Jeroen keek op en vroeg:
“Erik, denk je dat we de zeeslag gewonnen hebben?”
“Ja.” Zei ik. “Vast en zeker. We zullen de Schorsman niet snel terug zien.”
Jeroen grijnsde. Ik lachte terug.
1 note
·
View note
Text
Pálinkadag!
Woensdag 20 november 2019
Vandaag is weer een natte dag … maar we mogen niet klagen. De voorbije dagen waren echt wel mooi. Natuurlijk zijn de dagen wel korter. Voor het een beetje aangenaam van temperatuur is, mag je toch tellen dat het algauw 10 uur is. En rond 15 uur begint het flink af te koelen. Maar daartussen is er veel zon! De zonsopgang kan prachtig zijn!
En dus vliegen wij er weer in. Er zijn enkele zeer oude fruitbomen die helemaal op zijn. Met moeite kregen ze de voorbije jaren nog een beetje blaadjes en een enkele vrucht … Daarom hebben we besloten deze te verwijderen. Maandag was de oude kriekenboom achteraan aan de beurt. Dat moet met veel overleg gebeuren. Eerst de dikke takken eruit, dus Luc op de ladder met de kettingzaag … eng! En ik mag, voorzien van een lang koord proberen de tak dan in je juiste richting te laten vallen. En dat zonder dat er andere bomen of struiken onder lijden.
Daarna worden de dunnere takken door de hakselaar gehaald. We hebben intussen al een heel voorraadje klaar! De dikke takken die overblijven en de stam zelf, worden verzaagd en mogen drogen om later als brandhout gebruikt te worden.
De hondjes vinden het zalig wanneer we zo bezig zijn. Zeker Pipa en Xena kunnen dan echt van het zonnetje zitten te genieten, dicht bij ons in de buurt. Maar soms moet ik ze toch wegsturen als zo’n dikke tak of stam begint te kraken … Ze vinden het best wel een leuk spelletje!
Van dat werk krijg je het wel warm. Dus genieten we ’s middags van een lekker glaasje op de gaanderij. Daar is geen wind, maar schijnt de zon wel in onze snoet. Goed voor de vitamine D! Na de lunch kunnen we dan weer verder ploeteren!
Ook in Hongarije scoren we momenteel temperaturen die boven de normale waarden uitkomen. Ik hoorde op de radio dat vooral egeltjes het lastig hebben. Het is nog te warm waardoor ze niet in winterslaap geraken, maar er is te weinig voedsel te vinden om nog actief te blijven. Dat merken wij ook vooral aan de vogels in onze tuin. We zijn alvast begonnen met te voederen. De honger is groot … het stikt hier van de mussen en mezen! En drie Vlaamse Gaaien komen dagelijks heel dichtbij om zonnebloemzaden te zoeken.
Na de zomer hebben we veel kleine zonnebloemkopjes verzameld. Die zitten dan immers vol rijpe zaden. We lieten ze rustig indrogen. En nu bieden we telkens zo’n kopje vol zaden aan op de voedertafel. Het metalen schaaltje dat ik van Marleen kreeg met mijn verjaardag, is uitstekend geschikt daarvoor! Er zitten twee metalen vogeltjes op gelast en dat is prima om zo’n zonnebloemkopje onder te klemmen.
Ik geraak haast niet weg van achter het raam! Mussen, maar vooral mezen komen zich bevoorraden. Koolmezen, maar ook pimpelmeesjes en zelfs de zwart- of matkop kennen het plekje al heel goed. Zelfs Zorro, de boomklever komt met zijn dame geregeld een zaadje mee pikken. Veel insecteneters schakelen in de herfst en winter gedeeltelijk over op zaden en noten.
Het grappige is dat ze zelfs komen wanneer wij op de gaanderij zitten te babbelen (op zo’n 2 meter dus), maar van zodra ik mijn camera klaar hou, vertikken ze het. Net alsof ze niet op de foto willen! Gelukkig hebben ze niet door dat ik van achter het raam een even goed uitzicht heb!
Vandaag was het D-day voor Luc. Hij mocht naar de officiële Pálinkastoker met de 5 vaatjes gegist fruit. Het raspen en vergisten doen we zelf, maar het stoken laten we toch liever over aan een echte professional. We hebben dan ook de officiële papieren ervoor en de kwaliteit en smaak zijn veel beter.
De drie vaatjes appelen leverden 28 liter op. Dat is minder dan vorig jaar, maar toch heel mooi. De pruimen (Silva) echter leverden slechts 5,2 liter op. Dat is een echte tegenvaller. Maar de man wist te vertellen dat het bij iedereen veel minder is. Nu is dat resultaat nog steeds heel mooi hoor. Onze familieleden en vrienden zullen niets te kort komen! Een deel willen we ook verkopen. Luc drinkt het amper zelf, het was voor ons vooral de bedoeling om ‘iets’ te doen met al dat fruit …
Het zal Xena een zorg wezen … zolang ze maar lekker kan rollebollen in het gras, is ze helemaal tevreden!
3 notes
·
View notes
Text
Top vijf Braeckman-momenten van het semester
Het semester zit erop, laten we eens terugblikken op vijf hoogtepunten uit Johan Braeckmans colleges voor ‘Historisch overzicht van de Wijsbegeerte’ in 2019.
5. De Kantiaan en het rennende meisje
Toen Braeckman (aan razendsnel tempo) de ethiek van Immanuel Kant aan het toelichten was, had hij wel een heel eigenwijze metafoor om de limieten van die ethiek te illustreren. Iemand die Kants ethiek (deontologie) 100% adequaat opvolgt zou bv. nooit mogen liegen, omdat hij of zij geen gedrag mag stellen waarvan hij niet zou willen dat het een algemeen geldende morele wet zou worden. Als jij liegt, dan zou in feite iedereen het mogen, maar als iedereen liegt dan is er geen waarheid meer.
Om dat te illustreren verzon Braeckman dit verhaal: stel dat je in het park bent en je een meisje zeer vlug voorbij je ziet lopen. Iets later komt een enge man met een mes voorbij en hij vraagt je of je ergens een meisje hebt zien lopen. Dan moet je niet zeggen: “Oei ja, ik ben een Kantiaan en ik mag niet liegen, wel ik zag haar die kant op lopen”....
Opmerking: later ontdekte ik dat dit helemaal geen originele anekdote is door Braeckman, maar iets dat al veel langer gekend is onder de naam ‘The Inquiring Murderer’.
4. Paris Hilton prijst de nieuwste CD van Braeckman aan
Deze prachtige collage werd helaas niet opgenomen in de PowerPoints zoals op Ufora te vinden, maar hier toch een wazige gsm-foto van dit meesterwerk:
3. If a tree falls in a forest, is anyone around to *PLOF* it?
Braeckman was de intrigerende metafoor van de vallende boom in het bos aan het uitleggen. Als er een boom in het bos valt, en er is geen enkel intelligent wezen in de verste verte om het te horen (ook geen opname-apparatuur enz.), bestaat die val en het geluid dat ermee gepaard gaat wel? Zoals wel vaker plofte de microfoon van Braeckman zeer luid (*POP*) net op het moment dat hij zei dat een boom in het bos omviel. “Dat was voorbereid” voegde hij nog toe.
2. Motivational Braeckman
Braeckman kan studenten toch zo mooi warm maken voor het studeren. In de laatste les zei hij nog (ongeveer): “Oké, dan volgt er vanaf volgende week een toffe periode waarin jullie kunnen ontspannen en dat soort dingen en zo... (5 sec. stilte) Wacht nee, dat is enkel voor mij”. Ongemakkelijk gelach vulde het auditorium.
1. NEE
Braeckman voorzag tijdens zijn lessen de mogelijkheid om in de pauze een blaadje met een vraag op zijn bureau achter te laten. Deze zou hij dan voor de hele groep direct na de pauze beantwoorden. Wanneer iemand in het laatste college de lef had om hem te vragen of hij bij de loge (vrijmetselarij) zat, antwoordde hij heel luid en duidelijk: NEE. Bij deze een dikke proficiat aan de dappere held die dit blaadje achterliet op zijn bureau.
Wat was jouw favoriete Braeckman-moment van het semester? Laat het me (eventueel anoniem) weten, klik hier
1 note
·
View note
Text
Proloog
Zwart. Alles is zwart. Duisternis is het enigste dat ik zie. Wat is er aan de hand? Ben ik blind? Zijn de lichten uit? Ik voel mezelf bewegen. Hmm.. ik kan wel bewegen..? Ik trek mijn ogen zo wijd mogelijk open, maar mijn ogen ontvangen niets. Alleen duisternis. Ik stap langzaam vooruit. Stap voor stap. Ogen. Ogen staren mij aan. Twee blauwe gloeiende ogen. Met bange ogen staar ik terug. "Wat doe je?" De krakende stem komt van de glurende ogen. "H-huh?" "Draai je om." Voorzichtig draai ik me om en knijp mijn ogen vlug toe van het plotse licht. Als reflex van het plotse licht hou ik mijn armen voor me gezicht, om mijn ogen te beschermen van het felle witte licht. Waar komt dit licht vandaan? Nieuwsgierig gluur ik tussen mijn gespannen armen. Ik weet zeker dat er niet zoveel licht achter mij zat. Dat kan niet, dat zou ik toch opmerken? Geschrokken vliegen mijn ogen open en laat ik mijn armen zaken van het zicht dat ik voor mij zie: een reusachtig zwart (doorzichtig?) scherm met gloeiende witte omranding. Helemaal bovenaan op het scherm zie ik ook nog een eenzame kader ook met witte gloeiende omranding. Het lijkt wel net als iets dat je in een videogame zou zien. Het lijkt wel net een droom! Wacht.. is dit niet een droom? Maar het voelt zo echt..
In mijn ooghoek zie ik een donkere schaduw passeren en zich naast het scherm nestelen. "Dit, kind, is een save screen. Hoe jullie mensen dat ook noemen." Door de vlugge beweging en plotse geluid draai ik me vliegensvlug om naar de bron van het geluid. "Rustig! Het is ik maar! Je nieuwe beste vriend." "Wie ben jij?" Ik schrik van mijn eigen trillende stem. Rustig.. Er is hier niets dreigend. Alleen maar een groot eng pratend alien-wezen. Hmm.. Laat dan maar. "Wie of wat ik ben is niet belangrijk. Het enigste dat nu belangrijk is", met witte scherpe katachtige poten wijst het wezen naar mij, " is jij. "Ik?" "Hoor jij me niet goed of zo? Ja! jij!" Zegt het wegen met een spottende stem. Wat is er nu belangrijk aan mij? Niets! Hij heeft mij geen antwoorden! "Save screen? Is dat wat dat is? Bedoel je dan zoals in een game? "Ja! Net als een game.." Zachtjes laat het wezen een scherpe lach achter van zijn eigen woorden.
Wacht eens even.. Is dat niet hetzelfde wezen die ik zag voor ik hier opeens belandde? Ik begin me meer te concentreren op het uiterlijk van het bekende wezen. Hij is groot maar niet heel groot. Dezelfde grootte zoals dat van een grote hond, zou ik zeggen. Als hij op vier poten staat dan. Zijn vacht glanst fel wit nu dat het licht van de 'save screen' erop schijnt. Hij heeft ongewone lange smalle oren, bijna de lengte van de rest van zijn lichaam. Uit zijn smalle kop (hoofd?) steken twee kleine duivelse horens uit. Zijn snuit, small met twee blauwe gloeiende lichten die zijn zwarte lege ogen oplichten. Oeps. Hij- Heb ik net het geslacht van het wezen aangenomen? "Waar zit jij nu naar te staren? Nog nooit een redder in nood gezien?", zegt het wezen plots lachend. O-oeps! Zit ik nu echt al heel tijd als een maniak naar het te staren? Wat dom van mij! Vlug sleur ik mijn blik van het af en kijk ik de andere richting op. Stilletjes hoor ik het wezen giechelen van mijn plotse reactie. "U-uhm, neen? Uhh.. mag ik je iets vragen?" "Natuurlijk! Dat hoef je toch niet te vragen!" "Ben je een jongen of een meisje?"
...
Well, dat had ik dus beter niet gevraagd. "Wat denk je?" Voor het eerst ziet het wezen er ongeamuseerd uit. Ik voel me opeens veel te bang om die vraag te beantwoorden. Wat nu als ik het foute antwoord geef!! Ohh.. dat zou vreselijk beschamend zijn!! "Een jongen natuurlijk!!", begint het wezen voor dat ik maar kan antwoorden. "Dat is de domste vraag dat iemand mij ooit gevraagd heeft!! Waarom zou je zelfs twijfelen?!!" 'Dom' dat is precies hoe ik me nu voel.
Het wezen staart mij met strenge blik aan. "Laten we maar niet meer tijd verspillen." "Load" "Load?" Wat bedoelt hij daar nu mee? "Load." Langzaam steekt hij één van zijn scherpe poten uit naar het eenzame bovenste kader helemaal vanboven op het scherm dat nog steeds naast mij staat te gloeien.
Wil hij dat ik daar iets mee doe? Ik kan daar toch helemaal niet aan! Ik draai mijn blik weer naar de plek waar het wezen het laatst stond. Hij is.. weg? Inderdaad! Hij staat er niet meer! Is het door die domme vraag die ik stelde?? Ohh.. Ik had beter niets gezegd.. Ik heb nog zoveel vragen..
Langzaam zet ik een paar stappen dichter bij het gloeiend scherm. Twee lange draden die van bovenaf komen raken lichtjes de grond aan. Hoe heb ik die niet eerder opgemerkt? Ik staar naar boven, zoekend naar de bron van de twee draden. Ze hangen vast aan het kader. Het kader die ik moet 'loaden' volgens het wezen. Zachtjes trek ik aan het touw, bang om het te breken. "Trek harder" hoor ik iemand fluisteren in mijn oor. Te geobsedeerd in het touw om me af te vragen waar de stem vandaan komt, geef ik een harde ruk aan het touw. Het kader vliegt omlaag en staat nu recht voor mij. Er staan letters en cijfers op. "5/4/2019, file 1". Vijf April? Is dat niet de datum van vandaag? Langzaam laat ik mijn handen glijden over het gloeiende kader.
Alles begint te vervagen. W-wat? Ik kijk rond me heen, angst begint over mijn rug te kruipen. Wat gebeurt er? Het licht wordt donkerder, het vervaagt. Ik voel me vallen. Duisternis begint mij op te slokken. Donker, donkerder. Pijn. Mijn lichaam doet pijn. Pijn begint zich te verspreiden over mijn hele lichaam. Ik verdrink, in de duisternis.
"Maak je geen zorgen kleine vriend! Ik zal voor je zorgen. Ik zal je leven verbeteren. Ik zal je.. een tweede kans geven." De woorden echoën in mijn hoofd terwijl ik langzaam opnieuw verdwijn in de duisternis.
16 notes
·
View notes
Quote
Ik hou ervan om vreselijk rechtuit te zijn. Ik hou ervan om roekeloze berichtjes te versturen (want hoe roekeloos kan een vorm van digitale communicatie zijn?) en mensen vertellen dat ik ze graag zie en dat ze magische wezens zijn en ik niet kan geloven dat ze echt bestaan. Ik hou ervan om te zeggen, “kus mij harder” en “gij zijt een goede persoon,” en, “gij maakt mijn dag”. Ik leef mijn leven zo rechtuit mogelijk. Omdat je op een dag omvergereden kan worden door een bus. Klinkt misschien raar. Misschien eng. Maar het lijkt ronduit onmogelijk om gewoon – om mensen te laten weten dat je ze wilt, dat je ze nodig hebt, dat je je op dit eigenste moment voelt alsof je zal sterven als je ze niet ziet, ze wilt vasthouden, ze wilt aanraken op één of andere manier, of het nu je benen op hun schoot leggen is of jullie lippen die elkaar raken of jouw hart in hun handen. Maar er is niets mooier dan hopeloos zijn. En er is niets risicovoller dan doen alsof het u niets kan schelen. We zijn jong, we zijn mensen, we zijn mooi en we hebben niet zoveel controle als we denken. We weten nooit wie er ons nodig zal hebben. We weten nooit welke magie er kan ontstaan tussen onszelf en andere mensen.
We weten nooit wanneer die bus eraan komt.
61 notes
·
View notes
Photo
Er zijn nog veel meer kunstwerken die ons doen denken aan Marokko en de Arabische cultuur. Dingen die begraven worden in het zand zoals een kunstwerk dat ook een zandloper is, of de beelden van boraaks (dat zijn wezens uit de Koraan), hier hebben zij alleen de koppen van beroemde mensen gekregen. Sommige kinderen vonden deze beelden een beetje eng!
0 notes
Text
*trigger warning*: eten, lichaam, gewicht, calorieën, body positivity, afvallen, sporten, eating disorder, fat, vet.
dit is een verhaal dat ik altijd al heb willen schrijven, maar nooit heb kunnen schrijven. een verhaal over mijn lichaam en mijn relatie met mijn lichaam, gedurende mijn hele puberteit. een rollercoaster vol emoties, pijn, onzekerheid. het is een moeilijk verhaal voor mij om te schrijven. ik wil nog wel even zeggen: ik schrijf dit niet voor aandacht of medelijden. ik schrijf het omdat ik denk dat het een belangrijk verhaal is dat mensen moeten lezen.
het begon allemaal voor mij op de basisschool. vooral de laatste jaren van de basisschool, groep 7 en 8 ongeveer. ik was altijd een stil meisje, ik had niet veel vrienden. mensen mochten me eigenlijk ook niet heel erg. ik werd veel buitengesloten en 'gepest'. mijn basisschool was ook eigenlijk een grote toxic community.
wat mij werd aangeleerd, of in ieder geval wat ik altijd dacht door de mensen in mijn klas, was dat sport een soort van entree was naar populariteit. en dan vooral voetbal. alle 'populaire' mensen deden aan voetbal en waren over het algemeen goed in sport. ik was niet goed in sport. ik vond dingen als over een kast heen springen eng en ik had totaal geen balgevoel. ik deed wel aan sport trouwens, ik deed altijd een uurtje 'extra gym' op woensdagmiddag, waarbij je dus eigenlijk een soort tweede basisschool gymles meemaakte, en ik deed mee aan een uurtje streetdance op de vrijdagmiddag. beiden vond ik wel leuk eigenlijk. maar ik zat niet op een sport als voetbal of volleybal, terwijl de mensen om me heen dat wel deden.
ik was een heel onzeker meisje. ik probeerde alles om er bij te horen. ik dacht altijd dat de reden dat ik dat niet deed was omdat ik niet goed was in gym. de gymlessen waren echt niet zo prettig voor mij, ik keek er altijd tegen op. ik werd vaak als laatste gekozen, omdat ik toch niet goed was. daarnaast werd ik in de laatste jaren van de basisschool ook nog eens ietsje dikker. of nouja, 'voller' dan de rest. ik was zeker niet dik hoor, maar ik begon al iets bredere heupen te krijgen en voelde me daardoor altijd anders.
het lag uiteindelijk niet alleen aan mijn gewicht en het feit dat ik niet goed was in gym. het lag aan meerdere factoren, die eigenlijk ook nergens op sloegen. maar kinderen zijn gemene wezens, vooral als ze denken beter te zijn dan jij. maar goed, dat is een ander verhaal.
als er een ding is wat ik weet van zo'n basisschooltijd is dat het je hele zelfvertrouwen verpest. ik kwam op de middelbare school, alleen, met 0 zelfvertrouwen. en het werd dan ook alleen maar erger. want in de puberteit veranderd nou eenmaal je lichaam. je begint vormen te krijgen, en voor de meeste mensen geldt het dat je niet meer alles kan eten zonder enorm aan te komen. en ik kwam dus ook aan, en de gymlessen waren verschrikkelijk.
want ook hier waren de populaire mensen goed in gym, en ik, tja ik ontving vaak een 6je of 7tje voor m'n inzet. ik huilde vaak tijdens gymlessen omdat ik het zo verschrikkelijk vond. ik had in de eerste 4 jaar van de middelbare wel vrienden, maar behoorde volledig tot de onpopulaire en rare kinderen in de klas. mensen die je belachelijk maken, uitlachen, over je praten achter je rug om. nee, dat helpt ook niet met je zelfvertrouwen.
maar het ergste moment wat ik me nog kan herinneren, wat mijn hele gevecht met mijn lichaam echt begon, was het moment dat mensen tegen me zeiden dat ik dik was. 12/13 jarigen hebben geen filter en zeggen dat dus ook zonder schaamte of emotie. kinderen om me heen zeiden dat ik niet zo vaak meer naar de mcdonalds moest gaan. dat ik meer moest gaan bewegen.
en mijn eerste gedachte was: maar ik ga eigenlijk nooit naar de mcdonalds? en ik fiets iedere dag minstens 10km, wandel met m'n hond en ohja, ik was rond die tijd ook begonnen met tennislessen. ik snapte er niks van. maar ze hadden wel gelijk. ik was voller.
mijn lichaamsbouw is sowieso anders dan de 'norm'. hoewel nu veel meiden waarschijnlijk een moord zouden doen ervoor, was het toen raar. ik heb altijd bredere bovenbenen gehad, bredere heupen, brede schouders. maar toen was ik wel wat zwaarder. dat kwam gedeeltelijk door het eten thuis. ik at niet perse veel koekjes en chips, maar ons avondeten was vaak niet vers, zoals pasta met pastasauzen uit van die pakken zonder toegevoegde groentes, mijn ontbijt was een broodje met choco pasta of hagelslag en ik dronk veel dranken met veel suikers, zoals optimel en frisdrank. allemaal niet het beste voor je lichaam.
ik besloot mijn leven te 'veranderen'. het avondeten kon ik niet veranderen, maar de rest wel. ik begon alleen maar water, thee, koffie te drinken en tot op de dag van vandaag doe ik dat eigenlijk nog steeds. ik begon mijn ontbijt in te ruilen voor een bakje kwark met zomerfruit en zonnatura muesli. iets wat ik nog steeds dagelijks eet. het idee van een broodje, croissantje of iets dergelijks in de ochtend maakt me bang. iets wat ik enkel op vakantie doe of met feestdagen.
ik viel wel af, maar hoe goed ik was in sport veranderde natuurlijk niet. maar goed, door het afvallen begon ik wat meer vertrouwen te krijgen. maar nog steeds voelde ik me niet geweldig in m'n vel.
mijn moeder begon op een gegeven moment ook met een soort afval proces, waarbij ze gezonder ging koken in de avond. iets wat mij ook erg heeft geholpen. ze begon met het koken van maaltijden met verse ingrediënten, groentes, en naast dat het gezond was, was het ook nog eens super lekker.
tijdens de eerste weken van de pandemie had ik super veel tijd. en omdat er een tiktok trend begon over chloe ting workouts, begon ik zo'n two weeks abs program te volgen. en ik begon mijn normale, gezonde lunch, in te ruilen voor maiswafels met zuivelspread en worteltjes en tomaat. een totaal geen voedzame maaltijd, maar ik verloor kilo's in no time. een tijdje heb ik dit volgehouden, en ik was nog nooit zo smal. zo dun. nog steeds met bredere heupen, maar god, wat was mijn lichaam 'mooi'. de dagelijkse workouts hield ik twee maanden vol, totdat school weer terug kwam, en de lockdown weg viel rond de zomer. nog steeds deed ik denk ik rond de 4/5 keer een workout. het was een routine: uitslapen, dan een workout, douchen, kwark eten. ik had toch de tijd ervoor. ik voelde me wel heel fijn die zomer, en kon enorm genieten van het leven. maar eten was wel iets waar ik constant over nadacht.
het schooljaar daarna was weer compleet terug naar normaal. iedere dag of om de dag naar school gaan. hierdoor had ik geen tijd meer om die routine die ik zo leuk vond, weer op te pakken. mijn motivatie om te sporten werd ingeruild door stress. en rond die tijd werd ik best een stress eter, en een lui kind. ik kwam enorm veel aan. ik was blij dat in 2021 het weer tegenviel, want in een bikini lopen zou ik nooit durven. gedurende 2021 deed ik om de maand misschien een workout, maar ik was simpelweg te gestresst en te druk met mijn examenjaar dat de focus op mijn lichaam en sporten er niet meer was. of nou ja, nog wel op mijn lichaam. want ik voelde me alles behalve goed in mijn lichaam. ik merkte de extra kilo's enorm goed op, maar het lukte me simpelweg niet om iets te veranderen. ik had de puf er niet voor.
en nu is het 2022. en ik ben nog steeds bang om iets met veel calorieën te eten, of gun mezelf alleen iets lekker als ik de rest van de dag gezond ben geweest. maar ik ben ermee bezig om dat te verbeteren. ik heb het doen van workout weer opgepakt; 2 a 3 keer per week doe ik workouts met gewichten. cardio pak ik wel op via wandelen of fietsen, wat ik beiden minimaal 4 keer per week doe. ik ben niet zo dun als ik was in 2020. maar ik begin steeds meer oké ermee te zijn, nu ik ook merk dat die krachttrainingen ervoor zorgen dat mijn lichaam strakker wordt.
toch val ik snel weer terug in de oude routine, waarbij ik het liefst lunch skip of als ik honger heb het stil met water drinken. maar voor het eerst sinds een tijdje denk ik toch dat ik richting een verbeteringsproces kom. het heeft me alleen ongeveer 6 jaar gekost om überhaupt te kunnen denken aan een gezonde relatie met eten. want die heb ik al een tijd niet meer gehad.
1 note
·
View note
Text
‘CDHS’ -September 2021, potloden
Deze tekening heb ik gemaakt in het donker in een bos. Ik zag opeens vanuit mijn ooghoek een wezen dat de vier elementen van kaarten op hun gezicht had. Ik was hier zo gefascineerd door dat ik lang heb zitten staren naar het ding (hoe eng het ook was) en vervolgens nagetekend heb.
0 notes
Text
Halloween... vele enge wezens in onze klas vandaag! Bbrrrrr....
0 notes
Photo
~12 januari 2020~ De zondag is voorbij gevlogen! Vanmorgen even gezellig wezen buurten bij opa en oma! Papa en mama waren er ook dus 2 vliegen in 1 klap, altijd fijn🤗 Terug thuis gauw een boodschappenlijstje gemaakt en boodschappen gaan doen. Rond half 3 waren pap en mam er om koffie te drinken. Samen met mam en Jewel ging ik de bossen in richting de Maas. Onderweg tussen de weilanden klikte de lijn los en was Jewel een free elf.. In een split second moest ik nadenken wat ik moest doen. Klein maken hielp niet, vangen mag niet, dus toen besloot ik op te staan haar vertrouwen te geven en te gaan lopen. Ze vloog de weilanden in, rende heen en weer over het pad maar hield ons wel in de gaten ❤️ En toen ze ergens stond te snuffelen kon ik haar zo weer aanlijnen! Op het moment zelf dood eng, maar nu ben ik meer trots! Het kan dus toch 🤔 Binnenkort ga ik met papa in Budel het nog eens bewust proberen, kijken wat ze dan doet! We waren in ieder geval alle 3 goed moe van dit uitje. Toen ze weer naar huis waren maakte ik andijviestamppot met feta en spekjes. En daarnaast een gehaktbal met gyros kruiden. Mega lekker! Komende week zal ik het recept delen op @bijzus! De avond heb ik besteed aan een webinar kijken en nu ga ik de boterhammen smeren en richting bed. Jewel en kenneth liggen al op een oor, nu ik nog! Slaap lekker! . . . #chocotijd #diner #tomorrowsdiner #avondeten #watetenwemorgen #watetenwevandaag #whatsfordinner #onsavondeten #andijviestamppotmetspekjes #andijviestamppot #metfeta #gyros #gyrosgehaktbal #wateendag #avonturenmetjewel #loslopen #heelspannend #vertrouwenhebben #dagboek #onzezondag #visite #bijzusindekeuken #bijzus #instafoodblog #persoonlijkefoodblog (bij Reuver) https://www.instagram.com/p/B7PBvSJl1Px/?igshid=14lbh8p1p6gb
#chocotijd#diner#tomorrowsdiner#avondeten#watetenwemorgen#watetenwevandaag#whatsfordinner#onsavondeten#andijviestamppotmetspekjes#andijviestamppot#metfeta#gyros#gyrosgehaktbal#wateendag#avonturenmetjewel#loslopen#heelspannend#vertrouwenhebben#dagboek#onzezondag#visite#bijzusindekeuken#bijzus#instafoodblog#persoonlijkefoodblog
0 notes
Text
PlayStation Store
Dit zijn de nieuwe PlayStation Store releases deze week.
Hoogtepunten zijn onder andere Ni no Kuni: Wrath of the White Witch Remastered en Bus Simulator. We beginnen deze week met een gevarieerd aanbod aan PlayStation Store releases. Leer meer over de uitdagingen om buschauffeur te zijn in Bus Simulator, verken een dromerige arcadewereld in Sayonara Wild Hearts en versla een krachtige heks in Ni no Kuni: Wrath of the White Witch Remastered. Bekijk de hoogtepunten hieronder en ga naar de PlayStation Store voor meer informatie. Bus Simulator
bus simulator ps4 Waarom het op je radar zou moeten staan: Pas op voor kuilen! Kruip achter het stuur en verken 12 stedelijke districten met aanpasbare stadsbussen van populaire merken zoals Mercedes-Benz, Setra, MAN en IVECO. U moet ervoor zorgen dat uw passagiers veilig hun bestemming bereiken als u te maken krijgt met uitdagende situaties zoals veranderende weersomstandigheden, files en die vervelende ritten. Pre-order Bus Simulator in PlayStation Store. Sayonara Wild Hearts
Sayonara PS4 Waarom het op je radar zou moeten staan: Als je op zoek bent naar iets kleurrijks en anders, moet je dit dromerige arcadespel van Simogo eens bekijken. Sayonara Wild Hearts stuurt je naar een surrealistische wereld met een op maat geschreven pop-soundtrack en gameplay die varieert tussen motorrijden, skateboarden, dance battling, laserschieten, zwaardzwaaien en meer. Overland
Overland Waarom het op je radar zou moeten staan: Deze nieuwe turn-based survivalgame stuurt je op een reis door Amerika. Rijd over graslanden, woestijnen en bergen terwijl je op zoek bent naar middelen, overlevenden redt en probeert enge wezens te vermijden. Alle niveaus worden willekeurig gegenereerd, dus het is perfect voor degenen die op zoek zijn naar iets onvoorspelbaar. Vergeet niet om brandstof in de tank te doen! Ni no Kuni: Wrath of the White Witch Remastered
Ni no Kuni Waarom het op je radar zou moeten staan: De charmante RPG van Level-5 is terug en ziet er beter uit dan ooit met verbeterde visuals en prestaties. Herenig Oliver en zijn vrienden terwijl u een fantasiewereld verkent, tegen monsters vecht, familiars temt en geheimen vindt. Schakel vrij tussen personages in een vechtsysteem dat realtime en turn-based tactische elementen combineert. De nieuwe bèta's van deze week Call of Duty: Modern Warfare Beta https://youtu.be/bSO0CWrmWpg Call of Duty: Modern Warfare Beta Waarom het op je radar zou moeten staan: Als je nieuwsgierig bent naar het opnieuw opstarten van Modern Warfare van Infinity Ward, kun je een voorproefje krijgen van deze nieuwe voorstelling van een klassieke FPS. Duik in adembenemende geheime operaties, iconische locaties en een gevarieerde cast van gespecialiseerde medewerkers met de open bèta vanaf 19 september. Download Call of Duty: Modern Warfare in de PlayStation Store De nieuwe pre-orders van deze week Code Vein Waarom het op je radar zou moeten staan: Bandai Namco keert terug met een post-apocalyptische actie-RPG op 27 september met een boeiend verhaal, unieke gevechten en veel bloeddorstige monsters. Je bent een van de Revenants, een groep mensen met bloedgebaseerde superkrachten die weer tot leven zijn gebracht om te vechten tegen kwaadaardige monsters die bekend staan als de Lost. Werk samen met een AI-partner en ontketen uw bloedafvoeraanvallen op uw vijanden. Probeer gewoon niet toe te geven aan je bloedlust … Pre-order Code Vein in PlayStation Store Read the full article
0 notes