#de creatieve mens
Explore tagged Tumblr posts
Text
FRITS KLEIN - DE KUNST VAN HET BEELD
Museum Heerenveen heeft een kleine tentoonstelling ingericht over het omvangrijke oeuvre van Frits Klein. De in 1924 geboren creatieve geest wilde kunstenaar zijn, maar werd de eerste Heerenveense reclameman. Vanwege het feit dat Klein in 2024 de eeuw zou aantikken, ware het niet dat hij in 2016 overleed, heeft het museum de tijd rijp geacht een kleine greep in zijn vele werken te doen. Men heeft een oproep gedaan particulier bezit in bruikleen te geven, zodat een kamer op de eerste verdieping van het oude gedeelte van het museum kon worden gevuld. Naar mijn idee een enigszins weggestopte uitstalling, want de tentoonstelling over het werk van Louis le Roy krijgt beneden ruimschoots aandacht: 100 jaar is niets. Le Roy is van hetzelfde bouwjaar als Klein, stierf vier jaar eerder, dus dat schept een band. Ze kenden elkaar, hadden weinig contact: de één prominent aanwezig, de ander meer bescheiden op de achtergrond. Hun werk wordt nu parallel in het museum gepresenteerd, maar het was een uitdaging geweest om deze markante Heerenveense kunstenaars te combineren in een enkele tentoonstelling.
Met Frits Klein onderhield ik een vriendschappelijke band. Vooral in de jaren nadat zijn geliefde vrouw Immie was overleden. Ik bezocht met hem diverse musea in de regio, en dan kwam altijd zijn blauwe bolide met de uitstekende muziekinstallatie daarin voorrijden. Hij was trots op zijn sportwagen en reed daarmee met mij op de passagiersstoel graag een extra rondje voordat we op de plaats van bestemming waren. Eerder al kende ik Klein en kwam wel bij hem thuis aan de Pastorielaan en de Woudsingel. Hij was mijn mentor toen ik, warm van de kunstacademie, een muurschildering in het toen nieuwe bijgebouw van de Gereformeerde Kruiskerk moest maken. In januari 2007 had ik een kort interview met hem voor mijn rubriek Kunststukjes in de offline Heerenveense Courant.
“Och-och-och, wat is het een hoop werk geweest!” Frits Klein komt van Oranjewoud en heeft een lang en productief leven achter zich. Niet echt in de kunst, zoals hij dacht het te kunnen maken. Een kind van voor de oorlog heeft erna geen rode cent. Dus een vakopleiding zat er niet in, maar wel een glanzende carrière in de reclame. Hij werd vormgever en tekenaar, maar nauwelijks schilder.
“Ik heb mooie tekeningen kunnen maken zo door de tijd. Veel boeken geïllustreerd en verschillende strips gemaakt. Kort werkte ik met striptekenaar Hans Kresse, ik maakte zijn achtergronden – natuur en architectuur. Wij pasten qua stijl goed bij elkaar. Hij bood mij een vaste baan aan, maar ik wilde mijn zelfstandigheid niet kwijt.”
Reclame is zijn vak en het vrije werk doet Frits ertussen door. En dat kan van alles zijn, van glas-in-lood tot muurschildering en van standbouw tot het ontwerpen van schepen.
“Ik heb eigenlijk teveel verschillende dingen gedaan. Misschien had ik me moeten specialiseren, maar in een kleine provincie als Friesland verdien je dan niets. Ik vind het fijn om te tekenen. In het voorbijgaan pak ik het wezen van de mens op. Aan de stijl zien de mensen direct dat het een tekening van mij is. (…) Ik weet hoe je een penseel moet vast houden. De technieken, ik ken ze allemaal. Maar voor de rest moet je het toch zelf doen.”
Voor de reclame nam hij een schriftelijke cursus, maar veel moest hij zelf nog in de praktijk uitvinden. Technisch heeft Klein het hele vak doorlopen.
“Het is een vak dat je uitoefent. Het is versierend vakwerk. De impressionisten vind ik geweldig. Die nieuwe realisten kunnen mooi schilderen. Het is de verbeelding van de werkelijkheid en dat vind ik een loffelijk streven. Het is wat het is. Ik vind abstract wel mooi, maar ik zie het niet als geweldig groots en geweldig mooi en schitterend en prachtig, het is gewoon sierkunst. Een versiering aan de wand, zo zie ik het. Kunst gaat dieper, het moet je grijpen. Je moet, of je wilt of niet, er steeds naar kijken. Je hoofd omdraaien en ernaar kijken. Het moet indruk maken, dan is het kunst. Dat gebeurt bij mij bijna nooit. Ik heb bewondering voor veel grote schilders, maar er zijn zoveel grote schilders. Het ambachtelijke zit er altijd achter. Ik heb ook wel veel versieringen gemaakt. Ik kom uit die stijl van de Jugendstil en Art Nouveau. In die stijl heb ik geleerd om versieringen te maken. Als je daar van uitgaat kom je niet gauw tot de abstractie. Pas na de oorlog begonnen ze te smijten met verf, dat kon ik niet. Dat lag me niet. Maar wat is er nu? Het is doodgelopen op dat abstracte en op dat vreselijke versieren. Sommigen vallen terug op het superrealisme. Wat is dat een monnikenwerk om zoiets te maken. Zo precies, zo zuiver! Surrealistisch zuiver, maar waar is het leven van die impressionisten? De Haagse school, dat is het! Dat is mooi. Het leeft, dat doet je iets.”
Frits Klein is van alle markten thuis maar maakt nergens een kunstje van. “Vroeger ben ik eens psychologisch onderzocht: wat is het karakter van deze mens. Dat werd aan de hand van mijn handschrift gedaan en dat had onder meer als uitslag: sterk gevoelig voor originaliteit. Hij wil toch graag altijd iets uit niets maken, wat anders maken. Dat heb je in de reclame ook, dat moet. Je moet steeds nieuwe dingen uitdenken. Vernieuwend bezig zijn. Veel geld verdienen ten koste van de kunst, dus met een eens uit gevonden en aangeslagen maniertje – dat is geen kunst.”
Kunst is een verbeelding voor de mensheid, zo dat ze het leven beter begrijpen. “Ik ben over de tachtig, maar ik heb nog nooit één keer mijn werk geëxposeerd. Ze vroegen me te gidsen in het oude Heerenveen. Want ik ben hier opgegroeid, ik ben een kind van voor de oorlog. Ik heb het hier helemaal zien groeien. Maar ze kennen me niet als kunstenaar, als iemand die iets leuks maakt. Ze weten wel dat ik van alles gedaan heb, ze kennen me wel. Maar ik denk toch dat het allemaal ligt aan het feit dat ik reclame deed en die strips gemaakt heb.”
In 2014 heeft Tresoar belangstelling voor het werk van Frits Klein. Welhaast zijn hele oeuvre, althans wat hij nog thuis heeft liggen, wordt door de schatbewaarders van het Friese verleden overgenomen. Hij krijgt een tentoonstelling in het Fries Landbouw Museum waarvan hijzelf nog de opening heeft mogen meemaken. En nu is er dan een uitstalling in Museum Heerenveen. Hoewel klein van omvang doet het enigszins recht aan waarmee Klein tijdens zijn leven zoal heeft gewerkt. Het geeft aan hoe veelzijdig hij was, maar toch worden zijn muurschilderingen daarbij node gemist. Er zijn al vele verdwenen doordat gebouwen zijn afgebroken of in handen van een andere eigenaar zijn gekomen. Ook mis ik het figuurtje waarmee Frits bekend is bij het grote publiek en dat nog iedere dag commentaar geeft in de Leeuwarder Courant. Hoewel verbannen van de voorpagina, is het nog voortdurend een vaste rubriek in de krant. Het mannetje liet zich wel zien bij Tresoar maar is afwezig in Heerenveen. Wel zijn er de onlangs aan het museum geschonken oorlogstekeningen te zien. Daaruit blijken het scherpe oog en het treffende handschrift van Frits Klein. Een opmerkelijke Heerenvener.
Frits Klein - Eeuwig creatief. Tentoonstelling bij Museum Heerenveen, Minckelersstraat 11 in Heerenveen. 28 september 2024 tot en met 19 januari 2025.
2 notes
·
View notes
Text
Pauzerende arbeiders bezig met een potje kaarten in de Radiostraat bij de Merwehaven, 1963. 🆕️
De Radiostraat dankt zijn naam aan de nabijgelegen Marconistraat, genoemd naar de pionier van de radio.
De Merwehaven werd aangelegd op buitendijks gronden van de gemeente Rotterdam, waarvan het overgrote deel was gelegen binnen de gemeente Schiedam. De noodzakelijke grenswijziging werd van kracht op 24 december 1925. De aanleg van de Merwehaven was al gestart in 1923 en voltooid in 1930. De aanleiding voor de aanleg was de grote vraag naar terreinen voor de overslag van stukgoed. In tegenstelling tot de andere Rotterdamse havens van die leeftijd is de Merwehaven nog volop in gebruik. Destijds, vóór de aanleg, stond ze bij Gemeentewerken, het gemeentebestuur en andere betrokkenen, bekend als het 'driehavenplan'. In 1925 werd aan de plannen de aanleg van de Vliethaven toegevoegd.
De Merwehaven is aangelegd als stukgoedhaven. Ook is hier altijd fruit overgeslagen. In 1971 werd een complex van fruitloodsen geopend met een opslagcapaciteit van 400.000 colli. Vanaf 1985 werd dit complex uitgebreid. Tegenwoordig is de totale omvang 43.000 m² aan geklimatiseerde loodsen.
Samen met het Vierhavensgebied wordt dit gebied tegenwoordig aangeduid als het Merwe- en Vierhavensgebied, oftewel M4H. Door de terugloop van de havenactiviteiten in dit gebied ontstaat ruimte voor de vestiging van nieuwe bedrijven in combinatie met woningbouw, horeca en andere stedelijke functies. De gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam streven hier naar een concentratie van creatieve, innovatieve maakbedrijven. Samen met het aan de overzijde van de Maas gelegen RDM-gebied spreekt men ook wel van 'Het Makers District'.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
0 notes
Text
Optimize Your Workspace with Monitor Arms and Studio Lamps
Het creëren van een efficiënte en comfortabele werkruimte is essentieel voor productiviteit, vooral in onze steeds digitaler wordende wereld. Het gebruiken van hulpmiddelen zoals monitorarmen (monitorbeugel), pc-monitorarmen, studiolampen en drievoudige monitorarmen kan een lange weg gaan in het verbeteren van uw werkruimte.
Monitorbeugel: verbeter uw kijkervaring
Een monitorbeugel of monitorbevestiging stelt u in staat om het scherm op ooghoogte te brengen, wat een essentiële factor is in ergonomie. Het gebruik van een monitorbeugel kan helpen om rommel op het bureau te verminderen en het werk gemakkelijker en efficiënter te maken. Sommige van hen zijn verstelbaar om de monitor te kantelen, te draaien of zelfs te roteren om de gewenste positie te bereiken. Het stelt u ook in staat om uw werkomgeving te optimaliseren en nek- en rugklachten te minimaliseren, zodat u langer kunt zitten en werken, wat de productiviteit verhoogt.
PC-monitorarmen: flexibiliteit binnen handbereik:.
Een pc monitor arm is qua functionaliteit vergelijkbaar, maar kan extra's bevatten vanwege zijn focus als een multifunctioneel accessoire. De meeste PC-monitorarmen zijn ontworpen om meer dan één scherm te dragen, wat het erg handig maakt voor werkende personen. Deze functie maakt het mogelijk om de juiste werkhoek en -hoogte in te stellen voor verschillende werkbehoeften, zoals coderen, ontwerpen of zelfs het bijwonen van een vergadering via de computer. Deze opstelling zorgt voor een efficiëntere werkvolgorde en helpt afleidingen te voorkomen, waardoor men aan ingewikkelde opdrachten kan werken.
Studiolampen: perfecte verlichting voor elke taak
Verlichting is net zo belangrijk als de juiste monitorinstelling. Studio lamps bieden uitstekende verlichting die uw werkomgeving aanzienlijk kan verbeteren als ze correct worden gebruikt. Of u nu te maken hebt met videoconferenties, fotoshoots of grafisch ontwerp, de perfecte verlichting is een game changer.
Studiolampen zijn echter dimbaar, dus de helderheid en kleurtemperaturen kunnen worden aangepast, afhankelijk van wat u moet doen. Deze flexibiliteit kan u helpen de belasting van uw ogen te minimaliseren en uw productiviteit op het werk te verhogen.
Monitorarm voor drie schermen: ultieme productiviteit
Voor degenen die meer ruimte nodig hebben voor beeldschermen, is een monitor arm 3 schermen perfect voor het onderbrengen van drie monitoren. Een dergelijke configuratie is vooral handig voor handelaren, analisten en andere creatieve werknemers die meerdere applicaties tegelijkertijd moeten bedienen.
Een drievoudige monitorarm optimaliseert ook uw werkgebied en biedt de mogelijkheid om elk scherm aan te passen aan de gewenste hoek. Bovendien draagt het bij aan de verbetering van de efficiëntie en de virtuele onderdompeling van de werkomgeving.
Conclusie
De aankoop van monitorbeugels, pc-monitorarmen, studiolampen of drievoudige monitorarmen kan u helpen een comfortabele en productieve werkplek te creëren. Wanneer u zich richt op ergonomie en verlichting, wordt u efficiënter op het werk en wordt uw tijd op kantoor aangenamer.
0 notes
Text
Wat? Women te Go, #2 (sinds 2005) door Matilde ter Heijde en Restrisico (2009) door Peter Bux
Waar? Kunstkammer Gegenwart, Residenzschloss, Dresden
Wanneer? 5 augustus 2024
Na een bezoek aan het Historisches en het Neue Grünes Gerwölbe met hun duizenden uiterst kostbare kunstvoorwerpen duizelt het me. En ik kan, al zeg ik het zelf, behoorlijk wat kunst op een dag aan. Maar na het zien van deze gigantische collectie, neig ik naar het Bauhaus-motto: ‘Less is more’.
Gelukkig kent kunst vele vormen en de volgende afdeling van het Residenzschloss is de Kunstkammer, een klein museum voor hedendaagse kunst. Even weg uit de wereld van barok vol zilver, edelstenen en ivoor.
Eerst denk ik in de museumwinkel te zijn terechtgekomen, want ik zie kaartenmolens met ansichtkaarten. Een kassa ontbreekt echter, want bezoekers zijn uitgenodigd kaarten uit te zoeken en mee te nemen. Het gaat om een kunstproject van Matilde ter Heijde (1969-): Women to Go, #2. Elke kaart toont op de voorkant een foto van een vrouw, waarvan naam en identiteit ons inmiddels niet meer bekend zijn. Op de achterkant van de kaart beschrijft ze de levensgeschiedenis van een andere vrouw van wie we in deze tijd nog wel iets weten. Op deze manier wil de kunstenares vergeten vrouwen uit de geschiedenis zichtbaar maken. Aan de andere kant laat ze zien hoe weinig er ook nu nog wordt verteld over prestaties van vrouwen in de eeuwen voor ons.
Peter Bux (1964-) speelt op creatieve wijze met de elementen vuur en water. Brandblussers zijn in eerste instantie bedoeld om vuur te doven. Wanneer ze echter op de bodem van de zee hebben gelegen, zoals bij deze exemplaren het geval lijkt, verliezen ze hun functie. Ze eroderen en dienen als hechtingsobject voor mosselen. De kunstenaar thematiseert veiligheid en gevaar. Water is essentieel voor het menselijk leven, maar kan ook levensgevaarlijk zijn. Vuur kan zorgen voor warmte die mensen helpt overleven, maar is ook in staat leven te vernietigen. De mens probeert de natuurmachten onder controle te houden, maar er blijft altijd een restrisico.
0 notes
Text
Krachtige technieken om het aantal duiven te beheren en muggen onder controle te houden
Vooral als het gaat om het uitroeien van muggen en het beheersen van het aantal natuurlijke vijandige duiven, is de behoefte aan efficiënte plaagbestrijdingsmethoden een topprobleem in stedelijke omgevingen en daarbuiten. Hoewel ze klein zijn, veroorzaken deze insecten grote milieu- en gezondheidsproblemen die aandacht en oplossingen behoeven.
De voortdurende uitdaging van muggen:
Muggen gaan verder dan louter ergernis. Tot de meest dodelijke ziekten die de mens kent, behoren malaria, knokkelkoorts, het zikavirus en het West-Nijlvirus. Het doel van het doden van muggen is zowel volksgezondheid als comfortgerelateerd. Chemische sprays, larvicide vissen, technieken voor milieubeheer die bedoeld zijn om stilstaand water uit te roeien waar muggen zich ontwikkelen, en andere benaderingen worden gebruikt bij de bestrijding meelmot van muggen.
Stedelingen en hun invloed: duiven
Op een ander front zijn de alomtegenwoordige verschijningen in stadsgezichten natuurlijke vijandige duiven, vaak als zodanig bekend vanwege hun opdringerige karakter en de problemen die ze veroorzaken. Hoewel duiven zelf niet gevaarlijk zijn, kunnen hun uitwerpselen en nestgedrag structuren aantasten, ziekteoverdracht veroorzaken en ander ongedierte aantrekken. Effectief beheer van duiven van natuurlijke vijanden omvat meestal het veranderen van leefgebied om het fokken te ontmoedigen, het gebruik van vogelpinnen of netten, en soms zorgvuldig gereguleerde voedingsprogramma's om hun aantal op humane wijze te verminderen.
Nieuwe oplossingen voor ongediertebestrijding:
De combinatie van conventionele technieken en technologie biedt creatieve ideeën om muggen te doden en natuurlijke vijandige duiven te bestrijden motten. In sommige gebieden worden recentere technologieën getest, zoals steriele, genetisch gemanipuleerde insecten die zich daardoor niet kunnen voortplanten voor muggen. Op dezelfde manier beweren ultrasone gadgets dat ze duiven ontmoedigen door pijnlijke geluiden te produceren voor de vogels, maar onhoorbaar voor mensen.
Duurzame methodologieën komen vooruit:
Onder de toenemende milieuproblemen winnen milieuvriendelijke methoden om natuurlijke vijandige duiven onder controle te houden en muggen te doden steeds meer populariteit. Voor muggen betekent dit de inzet van natuurlijke vijanden zoals vogels en vleermuizen die ze opeten. Het gebruik van roofvogels mislukt meestal voor duiven, wat een natuurlijke belemmering vormt voor hun aantal, vooral in steden waar conventionele benaderingen minder praktisch of succesvol kunnen zijn.
Publieke deelname aan ongediertebestrijding:
Inspanningen om muggen uit te roeien en natuurlijke vijandige duiven te beheersen, zijn voor een groot deel afhankelijk van samenwerking binnen de gemeenschap. Cruciaal is dat publieke onderwijsinitiatieven die de lokale bevolking leren hoe ze afval op de juiste manier kunnen beheren of stilstaand water van hun land kunnen verwijderen, de aantrekkingskracht van duiven helpen voorkomen. Betrokken en goed opgeleide gemeenschappen kunnen een grote bijdrage leveren aan het in stand houden van lagere niveaus van deze plagen.
Om de problemen van duiven en muggen aan te pakken, is een mix van slimme planning, creatieve uitvindingen en gemeenschapswerk nodig. Of het nu gaat om conventionele technieken of hedendaagse innovaties, het doel is altijd om stads- en plattelandsbewoners een betere, duurzamere omgeving te bieden. Bezoek bureauplaagdierpreventie.nl om de diensten voor complete oplossingen voor specifieke vereisten te onderzoeken; Professionele hulp en ervaren advies zijn slechts één consult verwijderd.
0 notes
Text
Waarom zou ik investeren in het kunstenaarschap van schilder Rhoon?
Een reis naar het sublieme is gegarandeerd als u investeert in de artistieke capaciteiten van Painter Rhoon. De creaties van Rhoon vangen gevoelens, verhalen en tijdloze schoonheid op die verder gaan dan eenvoudige esthetiek. Elke penseelstreek op canvas is doordrenkt met passie en intentie, waardoor diepe introspectie wordt geïnspireerd en de geest wordt aangewakkerd. Rhoon's vaardigheid ligt in het inkapselen van menselijke ervaringen, gevoelens en landschappen en deze om te zetten in visuele symfonie'n.
Examining the Creative Visions of Painters Barendrecht and Rhoon Door de diepten van menselijke expressie en verbeelding te onthullen, fungeert kunst, in al zijn vormen, als een schakel tussen het materi'le en het immateri'le.Schilder Rhoon en Barendrecht zijn twee opmerkelijke figuren in de schilderwereld onder de vele kunstenaars wier werken galerijen sieren en het publiek boeien. Deze kunstenaars hebben hun naam in de archieven van de kunstgeschiedenis gedrukt met hun karakteristieke stijlen, unieke standpunten en onwrikbare belofte aan hun vak. De visie van schilder Rhoon
De artistieke carrière van schilder Rhoon getuigt van de kracht van passie en toewijding. Het werk van deze kunstenaar weerspiegelt een diepe waardering voor de natuurlijke wereld en de menselijke ervaring, met wortels in de pittoreske landschappen en het rijke culturele erfgoed vanSchilderwerken Rhoon . Om composities te cre'ren die een diepgaande connectie maken met de kijkers, combineren kunstenaars in elke penseelstreek elementen van licht, kleur en emotie om een verhaal te vertellen. Via zijn schilderijen neemt Rhoon de kijker mee naar serene weiden, vorstelijke bossen en schilderachtige landelijke landschappen. Rhoon's vermogen om de essentie van deze landschappen vast te leggen door middel van nauwgezette aandacht voor detail en een scherp oog voor compositie, stelt kijkers in staat zichzelf te verliezen in vredige, contemplatieve momenten. De schilderijen van Rhoon roepen een gevoel van levendigheid op, of ze nu de zachte gloed van de schemering of de schitterende tinten van de zonsopgang vastleggen.
Barendrecht the Painter's Artistry
De stedelijke omgeving en de hedendaagse gevoeligheden hebben daarentegen een duidelijke invloed op de schilderstijl vanSchilder Barendrecht . Het werk van deze kunstenaar weerspiegelt een samensmelting van traditie en innovatie, nostalgie en vooruitgang, en is geïnspireerd door de drukke straten, dynamische stadsgezichten en diverse gemeenschappen van Barendrecht.
Schilderwerken Barendrecht tonen scènes boordevol activiteit en barstensvol verhalen die wachten om verteld te worden, waardoor het ritme en de vitaliteit van het stadsleven perfect worden vastgelegd. Barendrecht brengt de diversiteit en moeilijkheid van de moderne wereld in beeld via zijn schilderijen, die een kijkje bieden in de caleidoscoop van de mens, van de levendige kleuren van straatmarkten tot de stompe contrasten van torenhoge torens. Harmoniseren van creatieve visie
Ook al komen Schilders Rhoon en Barendrecht uit verschillende plaatsen en hebben ze verschillende inspiratiebronnen, ze zetten zich in om emotie uit te lokken, conventies uit te dagen en de grenzen van de kunst te verleggen. Door de creatie van hun individuele schilderijen nodigen deze kunstenaars toeschouwers uit voor een odyssee van onderzoek en leren, waarbij ze hun ogen openen voor nieuwe perspectieven en interculturele relaties bevorderen. Een financi'le investering in het artistieke talent van Schilders Rhoon en Barendrecht is een investering in schoonheid, inspiratie en de blijvende kracht van menselijke creativiteit. De creaties van deze kunstenaars zijn een bewijs van hun visie en van de universele taal van de kunst, waarbij elke creatie een moment uitbeeldt dat in de tijd is vastgelegd.
Ten slotte
De creaties van schilders Rhoon en Barendrecht zijn stralen van hoop en inspiratie in een wereld waar dingen voortdurend veranderen en onzeker zijn. Deze schilders inspireren ons om stil te staan, na te denken en dankbaar te zijn voor de wonderen van de wereld door onze aandacht te vestigen op de aangeboren schoonheid die overal om ons heen is.
0 notes
Text
Vroeger sprak men over het onderscheid tussen geneeskúnde en geneeskúnst. De kunde was kennis die was opgedaan tijdens de opleiding. De kunst was het creatieve proces, de ervaring en de intuïtie, waardoor een professional wist wanneer iets al dan niet te doen. ‘Timing is everything,’ gold toen ook nog als een ongeschreven regel in de zorg. Welke zorgprofessional werkt nog aan zijn timing? Er wordt vooral gestuurd op het vermijden van fouten en moed is aan het uitsterven als professionele deugd. ~ Bram Bakker
#hsp#lifecoaching#rebirthing#highsensitivity#thehague#love#breaththerapy#intuition#healing#hooggevoeligheid#ademwerk#zorg#zorgverlening#coaching#emoties#gevoelens#somatischetherapie#somatic experiencing#psychologie
0 notes
Text
Want er is geen tijd om te wachten op meer waardering, meer geld, meer tijd en ruimte om eens rustig en overzichtelijk te herstructureren. Soms denk ik, in de meest pessimistische bui, dat het geen zin heeft: het verminderen van de werkdruk en eisen vraagt een complete herziening van decennia aan structuren en werkwijzes die niet zo makkelijk te veranderen zijn, al is het maar omdat we er nooit aan toe zullen komen omdat de theater- of dansvoorstelling, de expositie, het evenement of festival, het boek, of welk culturele eindproduct dan ook de voorrang krijgt, en omdat we nou eenmaal in een kapitalistisch systeem leven waarin alles productief en nuttig moet zijn, ook, of juist, dat waarvan het nut telkens weer bevraagd wordt.
Er wordt teveel opgehangen aan de voldoening van iets realiseren en teweeg brengen, waarin het doel de middelen en de mensen heiligt en het uitputtende proces naar de achterkant wordt geschoven omwille van een resultaat. Ik ben er bang voor dat pleiten voor minder me over doet komen als lui en ongemotiveerd. Er is niet per se iets mis met hard werken: iets mag ook tijd en moeite kosten, dat is inherent aan een creatief proces, en maakt het waardevol. Ik bedoel eerder dat we wat we doen, goed moeten doen. En hoe goed kan iets zijn als het alleen tot stand kan komen als we collectief continu over onze grenzen gaan? We moeten meer tijd nemen en wellicht iets minder willen. (Het lastige hieraan is dat tijd geld is, en dat we niet binnen afzienbare tijd gaan veranderen dat er meer geld naar de culturele sector en diens mensen gaat. Het is helaas waarschijnlijker dat er weer flink bezuinigd wordt. Tegelijkertijd is de afgelopen jaren de aandacht voor fair pay toegenomen. Terecht, maar als er niet meer middelen bijkomen, betekent dat dat hetzelfde bedrag over minder mensen verdeeld kan worden. Ze werken dan tegen een eerlijkere beloning, dat wel, maar als we alsnog niet iets veranderen aan de ambities en werkdruk, betekent het uiteindelijk alleen dat we ons in een burn-out blijven werken, zij het tegen een marktconform tarief.
Daarnaast roept dit de vraag op: als er minder wordt geproduceerd, wie mag dat dan doen? En wie gaat daarover? Als er minder ruimte is voor iedereen, werkt dat privilege in de hand. Hierin is dus ook iets te behalen vanuit de overheden, fondsen en subsidiënten, die enerzijds (zeggen te) luisteren naar het veld, maar ook het systeem in stand houden door zoveel eisen en voorwaarden te stellen dat, om het geld te krijgen, je als gezelschap of instelling eigenlijk niet anders kan dan hoog in te zetten op je beloftes, vervolgens door een overvraagd budget niet alles gehonoreerd krijgt en op een onhoudbare manier hard aan het werk moet om alsnog het aantal speelbeurten of bezoekers te behalen, zodat je geen risico loopt de wel toegekende subsidie weer in te moeten leveren.) Ik wil rustig, beleefd, helder en beargumenteerd schrijven, maar diep van binnen kan ik soms wel gillen van frustratie. Ik vat dit onderwerp persoonlijk op en het raakt me: het gaat immers om mijn vrienden, en om mezelf. Hierin kan het informele van de culturele sector een meerwaarde zijn en ik heb het dan ook steeds vaker met anderen in de culturele sector over deze persoonlijke overwegingen, moeheid en ontevredenheid. Toen ik laatst een van mijn opdrachten stopzette omdat ik merkte dat ik er fysiek aan onderdoor ging, was daar alle begrip voor. Er is meer aandacht voor fair pay, voor sociale veiligheid en het bevragen van machtsposities. Er wordt echt wel gesleuteld aan de kaders die soms zo muurvast lijken. Ik waardeer het dat de culturele sector niet zo winstgedreven is, al is dat niet echt een keus, maar gericht is op de mens, op samenwerking, op de creatieve geest, de mogelijkheden en op de menselijkheid. Het frustrerende hierin is dat we dus die menselijkheid kwijt te lijken raken, dat mensen worden ingezet als middel om een creatief of maatschappelijk einddoel te bereiken. Terwijl de individuele burn-out te voorkomen is als we daar collectief voor zouden kiezen. Laten we dus weer wat meer uitkijken voor elkaar en de focus op de mens terugbrengen in een sector die daar zo goed in is, die ons spiegelt wat het is om mens te zijn op een zwevend en draaiend stuk rots in een oneindig uitdijend universum.
0 notes
Text
Terugschrijven Martin van Amerongen Vogelaar
Jacq Vogelaar ontmoette ik voor het eerst in 1984, op de kerstborrel van De Groene Amsterdammer, het weekblad waarbij ik een paar dagen later in dienst zou treden. Hij leunde tegen een deurpost en sprak de woorden: ‘Nou, en wij gaan er zeker allemaal uit?’
Hij doelde op Anthony Mertens, Cyrille Offermans en hemzelf, de literaire troika die in die dagen in de kolommen van De Groene de literatuur beheerde. Gelukkig voor hen was ik helemaal niet van plan wie dan ook De Groene uit te gooien, uit principe en uit gemakzucht. Dus zei ik Vogelaar dat het liquideren van de zittende literatuurredactie het laatste was waaraan ik dacht in een land waarin iedereen, behalve hij en zijn geestverwanten, dezelfde recensies schreef, zodat ik juist blij was dat De Groene op dit terrein een eigen geluid liet horen.
Ik voegde daaraan waarschuwend toe: ‘Maar als ik morgen de aandrift voel een stuk te maken waarin ik beweer dat Remco Campert de beste schrijver van Nederland is, zal er geen mens zijn die me tegenhoudt.’
‘Campert? Dat is verdedigbaar,’ zei Vogelaar.
Toen dacht ik nog dat hij probeerde tactvol om te springen met de man die straks de declaraties ging tekenen.
Inmiddels weet ik dat hij het meende.
Een paar maanden later bracht dezelfde Campert het boekenweekgeschenk Sombermans Actie op de markt, bij welke gelegenheid ik hem toch maar zelf portretteerde, in de vrees dat 's mans breekbare proza en poëzie ondanks alles niet tegen een historisch-materialistische tekstanalyse opgewassen zou zijn.
Er was iets in die drie mannen, Vogelaar, Offermans en Mertens, dat ik niet prettig vond. Dat was het feit dat zij bij elkaar over de vloer kwamen, elkanders boeken bespraken en op elkaar promoveerden. Ik hou daar niet van. Ik ben allergisch voor alleen al de schijn van inteelt en nepotisme, zodat ik nu al tien jaar bezig ben uit te leggen dat Arthur van Amerongen, de Groenecorrespondent in het nabije Oosten, níet mijn zoontje is, zelfs niet mijn neef, maar een keurige christenjongen uit Ede (Geld.), zonder enige band des bloeds. Tegelijkertijd heb ik begrip voor ‘zij die in Raster schrijven’. Vriendschap en geestverwantschap laten zich niet beteugelen. Verder was er gelukkig veel dat mij in die mannen wél beviel. Zij zijn echte intellectuelen, die niet alleen boeken lezen, maar daarover ook zinnig kunnen oordelen. Oók in de tijd dat zij nog met de Hegelianen, marxisten en Frankfurters de
Over dit hoofdstuk/artikel
AUTEURS
Martin van Amerongen
over Jacq Firmin Vogelaar
[p. 51]
zwijnen hoedden en via - mij enigszins te ingewikkelde - theorieën probeerden de arbeidersklasse aan het leesplankje te krijgen, een streven waarvan ik reeds toen vermoedde dat het op een idealistisch misverstand berustte. Ik zat in een eigenaardige positie. Tenslotte kwam ik uit de school van Vrij Nederland, waarvoor door de Raster-school bekritiseerde mannen als Maarten 't Hart en Gerrit Komrij werkten, die op hun beurt niets zagen in ‘de akkumulatie van het autobiografies materiaal die het bedrijfskapitaal vormen waarmee deze schrijvers de schijn van nonkonformisme weten op te houden’. Ik parafraseer Komrij die natuurlijk nooit veel in Vogelaar c.s. heeft gezien. Zelf nam ik de tussenpositie in van een lezer die een hersenen-krakend auteur niet uit de weg gaat en ondertussen zelf uit wil maken of ik de betreffende avond met Thomas Mann hetzij met Suske én Wiske en desnoods met tante Sidonia naar bed wens te gaan.
Zij, Vogelaar, Offermans en Mertens, waren de exponenten van het experiment en tegenstanders van de onverplichte lectuur die men voor zijn genoegen leest en waarover slechts ‘in kulinaire termen’ te spreken valt, ‘kortom, een restauratie van de literatuur, gelijk opgaand met de restauratie van politieke rust en orde.’
Ik sta al een leven lang op de vooruitstrevende vleugel van het maatschappelijk spectrum en verdedig de creatieve vrijheid van Sybren Polet en Marc Insingel met het ware Voltaireiaans vuur. Maar met hetzelfde vuur verdedig ik de rechten van de schrijvers die hun boodschap met de traditionele middelen van de optimale verstaanbaarheid wensen uit te dragen, zonder daarbij het serieuze karakter van het gebodene geweld aan te doen. Het blijft een positief gegeven dat er schrijvers als Jacq Vogelaar zijn die de literatuur bepleiten van schrijvers die verder gaan dan de boeken waarin de held op pagina één wordt geboren om uiteindelijk tweehonderdvijftig pagina's verder dood te gaan. De gelaagdheid van schrijvers als Kafka en Nabokov is een geaccepteerd en gerespecteerd gegeven. Maar het experiment, in de terminologie van de jaren zestig, is mislukt. Met alle sympathie voor de experimentelen kunnen wij tot geen andere conclusie komen. Ik heb geen zin om de jonge Vogelaar tegen de wat minder jonge Vogelaar uit te spelen. Niettemin, de romans waarmee hij op het ogenblik zoveel furore maakt, zijn klassiek van opzet, met een kop en een staart, met een filosofie en een moraal, al zal zijn percentage lezers onder de stratenmakers en betonvlechters nog steeds bescheiden zijn.
En plotseling moet ik denken aan Lidy van Marissing, een werkelijk ongelofelijk aardige vrouw, behalve op donderdag als zij de weekbladen voor de Volkskrant besprak. Ook zij was een van diegenen die voor Raster schreven.
[p. 52]
Dus werd de geestverwante Groene Amsterdammer alinea's lang de hemel in geprezen, terwijl van Vrij Nederland, tot ergernis van ons, VN-redacteuren, in twee schampere bijzinnen gehakt werd gemaakt. Toen ik in 1985 de overstap van de ene krant naar de andere krant maakte, had zij de verantwoordelijkheid voor die weekbladrubriek inmiddels, tot mijn spijt, aan een ander overgedragen. In literaire zin ken ik haar voornamelijk van een ‘antiroman’, waarin bewust van hoofdletters en dynamische tekens is afgezien, want dat zijn immers de demagogische instrumenten van het mensenverachtende kapitalisme. Zo stond het zo ongeveer in het voorwoord, waarbij mijnerzijds moge worden opgemerkt dat in dit inleidende hoofdstuk wél die kapitalistische hoofdletters en mensenverachtende dynamische tekens werden gehanteerd, omdat de schrijfster er prijs op stelde zo goed mogelijk te worden begrepen.
Het was in de jaren dat het woord profetisch als profeties, het woord polemisch als polemies en het woord proletarisch als proletaries werd geschreven. Met vertedering herlees ik een van Jacq Vogelaars eerste bijdragen aan De Groene Amsterdammer, een stuk over de positie van de ‘proletariese literatuur’ in het domein der schone letteren. Daarin was sprake van een in Nijmegen (waar anders?) belegd congres over de politieke implicaties van de materialistische literatuurtheorie (wat anders?). Er werd gedebatteerd, begrijp ik, over de functie van de literatuur als medium voor de burgerlijke macht versus de literatuur die het wapen voor de arbeidende massa moest worden en verder werden er nog wat meningen verkondigd over het drukwerk dat ‘ter wille van de sociale vrede een massaal vals bewustzijn van alle loonafhankelijken levensnoodzakelijk is geworden voor het kapitalisme’. Jong waren zij, maar aardige jongens. Het is het aangename van een rijke en liberale natie als het Koninkrijk der Nederlanden dat je er pakweg vijftien jaar lang kunt jeugdorakelen, om vervolgens, iets ouder en iets wijzer geworden, te bewijzen dat je wel degelijk iets in je mars hebt.
Anthony Mertens is inmiddels uitgever en heeft, na zijn proefschrift over Jacq Vogelaar te hebben voltooid, het schrijven voorlopig gestaakt. Cyrille Offermans is inmiddels een der beste essayisten des lands, zij het tot mijn spijt niet meer in de kolommen van De Groene Amsterdammer. Jacq Vogelaar tref ik daarentegen nog met regelmaat in het front van de redactionele boekenkast waar de recensie-exemplaren staan. Daarvan stopt hij er dan een aantal in zijn tas en schrijft daar thuis, temidden van al die andere boeken, in alle rust en kalmte een geleerde en gewaardeerde beschouwing over.
Martin van Amerongen is hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer.
0 notes
Text
LUISTER, HILDA KLAASSEN FLUISTERT HAIKU
De haiku, dat is Japanse mysterie. Cryptisch dichtsel uit het land van de rijzende zon. In zo weinig mogelijk woorden een groots verhaal vertellen. Dichten met minder lettergrepen dan bijvoorbeeld de limerick, maar schurend aan het elfje. Schrijven is schrappen. In de haiku gedijt het kill your darlings. Om de kern te raken geen omstandige uitleg. Geen verbalisme, geen omhaal van woorden. ‘op eigen wijze / deelt het kustlicht de nacht in / zolang het opvalt’ (*)
Hilda Klaassen laat het verbale aspect achterwege, wanneer zij de natuur wil laten spreken. Want wat zijn de woorden van flora, van takken en bloemen? Welke taal bezigt de boom, welk lied zingt het bos. De roos heeft geen weet van poëzie, de kamperfoelie kent niet het geheim van de haiku. ‘zwervende vogels / verward in hun schaduwen / voorbij willemsduin’ (*)
Het is de kunstenaar die spreekbuis is van stamper en meeldraad. Het is de mens die betekenis geeft aan wat en wie geen mond heeft om zich uit te drukken. Door takken en bloesem te rangschikken volgens de regels van de haiku, 5-7-5, geeft Klaassen het idee een natuurtaal gevonden te hebben. Een spraak waarmee het leven buiten de mens om kan communiceren. ‘takken en tekens / heeft de natuur hier een taal? / geheimzinnigheid’ (**)
Maar natuurlijk ordent de natuur zichzelf niet naar de idee van een Japanse dichtvorm. Het is de hand van de mens, in dit specifieke geval de kunstenaar, die abstracte woorden toedicht aan een bundel takken en een bos bloemen. Het is een creatieve variatie op het thema, die als installatie gelezen dient te worden. De beschouwer kan er zelf woorden aan geven, in gedachten er een verhaal van maken. ‘luister naar de wind / of vlagen van gedachten? / fluisterende roos’ (**)
Niet meteen valt het op dat er een haiku is gecodeerd, de geoefende blik heeft in tweede instantie oog voor het gedicht in geheimtaal. Er zijn geen woorden vuil te maken aan het drieregelige takkengedicht of het bloemkroonvers. Pas wanneer de kunstenaar zich ontpopt, of beter verpopt in dit geval, en opbloeit als poëet kan zij taal geven aan de natuur. Een taal die als aaneengeregen woorden begrijpelijk kan zijn. Echter het weglaten van uitleg, om kort en bondig te spreken, geeft het natuurlijke jargon een abstract karakter. Klaassen spreekt gevoel uit en maakt sfeer, een stemming die naadloos aansluit bij de installatie of de tekening, het kunstwerk. ‘druipnat verbonden / raken buigzame takken / voelen het water’ (**)
Maar het is geen lezing van of commentaar op de afbeelding, het maakt onderdeel uit van de gehele creatie, het eindproduct. Het kan los van elkaar gedijen, maar is juist op de plek wanneer het samen wordt gepresenteerd. Die presentatie heeft plaats gevonden in een art press bundel, met paktouw bij elkaar gebonden vellen aquarelpapier in een beperkte oplage. In eigen beheer uitgegeven door de kunstenaar. Foto's van installaties en tekeningen worden ondertiteld door gedichte woorden, poëtische taal.
Het heeft een tentoonstelling gehad in Galerie Bloemrijk Vertrouwen in Aldtsjerk. Gecombineerd met keramische objecten van Tjabel Klok vormde het de opening van het nieuwe seizoen, het 35e inmiddels want de kunstgalerie startte in 1989. Speciaal voor de ruimte van GBV had Hilda Klaassen een zaal-vullende expositie gemaakt, die dus in essentiële vorm zijn weerslag heeft gevonden in de art press bundel. Deze gedichtenbundel is in de galerie te koop. Eigenaresse Gerhild van Rooij is schatbewaarder van het gedachtengoed van kunstenaar Jan Loman. Vandaar dat ik in dit artikel een aantal van zijn haiku’s citeer. ‘bij opkomend tij / werden tekens uitgewist / indrukken bleven’ (*)
Kunst maken betekent voor Hilda Klaassen kijken en tekenen. Voor haar is poëzie dichten benoemen en schrijven. "Het observeren van lijnen en vormen in de natuur en een onderzoek op papier", schrijft zij achterop het bundeltje papieren. "Het samengaan van beelden met een relatie tot de eigen gevoelswereld." Ze neemt waar, bespiedt en inspecteert het grote geheel van de natuur maar vooral details op macroniveau. De bevindingen zet zij op papier, want het kijken en zien doet iets met haar, roert haar. Die emotie, dat gevoel bij het zichtbare, moet vorm krijgen - haar interpretatie van de werkelijkheid.
De beeldende figuratie maakt door haar pen een vertaalslag in woorden, in poëtisch geplaatste zinnen waarin de idee van de lezer de leegtes vult. Klaassen laat weg en doet zodoende een beroep op het kijken. Zien wat niet is afgebeeld en lezen wat niet is opgeschreven. De tekeningen zijn niet zodanig uitgewerkt dat ik een compleet beeld krijg. De leemtes vul ik in met wat mijn ervaring bij een eerder gezicht mij voor ogen brengt. De abstractie vul ik interactief aan met mijn vermoeden van wat ik denk te zien. Dat is het fijne van kunst, dat er antwoorden op vragen gegeven dienen te worden om het beeld te begrijpen. Maar die reactie, deze respons, dient de beschouwer op de kwestie die het werk voorlegt zelf te geven. Wat je ziet zit in je hoofd, de gedachte vult het beeld aan. Het gedicht daarbij, in geval van Hilda Klaassen, zet dan de puntjes op de i of is de kers op de taart. Het geeft taal aan het beeld, terwijl het beeld vorm geeft aan de taal. Die vorm is het gevoel bij het zichtbare, de emotie bij hoe het leven ook geïnterpreteerd kan worden. Deze kunst geeft geen uitleg, maar is de verklaring zelf. Het fluistert de natuur, ik luister aandachtig.
luister fluister – art press bundel – dichtbundel met foto’s van werk op papier. Hilda Klaassen. Eigen uitgave in beperkte oplage, 2024.
(*) Haiku van Jan Loman uit de leporello “eigenwijze”. Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, 1999.
(**) Haiku van Hilda Klaassen uit “luister fluister”. Eigen uitgave, 2024.
1 note
·
View note
Text
Het Lijnbaancentrum gezien vanaf de kant van het Binnenwegplein, 1987.
Uit het NRC van 2 december 1970:
Met ingang van maandag zal Rotterdam beschikken over een unieke ruimte voor kunst en recreatie: het Lijnbaancentrum. Het zit, om het met de woorden van architect prof. J. B. Bakema te zeggen, als een spin in een stedebouwkundig netwerk van winkels, horeca- en bank-, kantoor- en woonruimte en een garage, en heeft behalve expositiemogelijkheden een kleine, door Kho Liang Ie schitterend ingerichte bioscoop.
Het Lijnbaancentrum, als een brug ingeklemd tussen, de panden van Ter Meulen en De Klerk — en van daaruit ook rechtstreeks toegankelijk — bezit in totaal vier ingangen, waaruit blijkt hoe de ontwerpers zich alle mogelijke moeite hebben gegeven om een eventuele drempelvrees bij het publiek bij voorbaat weg te nemen. Maar ook de programmering die voor het kunstcentrum onder leiding: van de heer Felix Valk werd ontworpen is erop gericht een zo breed mogelijke belangstelling te trekken.
Onder de titel Welkom, komt om te beginnen een verscheidenheid aan creatieve ideeën aan bod, zoals mode-ontwerpen, een verzameling oude foto’s in sterk vergroot formaat, een enorme, gedeeltelijk eetbare, taart van Carla Kaper,’ borduurwerk van de zondagsschilder Siebe Glastra, muzikale robots van Roger Spear, en een collectie tanks van R. Evers, lid van de eerste Nederlandse organisatie van tank-hobbyisten. Op de eerste thematische tentoonstelling zullen alle Nederlandse striptekenaars worden getoond en voor de tweede thematische expositie wordt onderhandeld met groeperingen van Zuid-Molukkers en gastarbeiders. Het ligt in de bedoeling dat het publiek op allerlei manieren betrokken wordt bij wat er in het Lijnbaancentrum te zien en te doen is. Zo beschikt men over video-apparatuur, geluidsbanden en camera ‘s waarmee in een afdeling vrijuit geëxperimenteerd zal kunnen worden.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het NRC van 2 december 1970.
2023
1 note
·
View note
Text
De vreugde van tuinieren
Tuinieren is niet alleen een hobby; het is een passie, een kunstvorm en een manier van leven voor velen over de hele wereld. Met zijn therapeutische voordelen, creatieve uitlaatklep en de mogelijkheid om een persoonlijke band met de natuur te ontwikkelen, is het geen wonder dat tuinieren een geliefde activiteit is voor mensen van alle leeftijden en achtergronden.
Een van de meest opvallende aspecten van tuinieren is de rustgevende aard ervan. Het werken met de aarde, het planten van zaden en het zien van nieuwe groei bieden een gevoel van voldoening en verbondenheid met de natuur. Het ritme van het tuinseizoen, van het voorbereiden van de grond in het voorjaar tot het oogsten van de vruchten van je arbeid in de herfst, brengt een gevoel van orde en continuïteit in ons hectische leven.
Een tuin is ook een bron van inspiratie en creativiteit. Het kiezen van planten, het ontwerpen van lay-outs en het spelen met kleuren en texturen stelt tuiniers in staat om hun persoonlijke stempel op de buitenruimte te drukken. Van weelderige bloementuinen tot strakke moderne ontwerpen, er zijn eindeloze mogelijkheden om een unieke en uitnodigende omgeving te creëren.
Bovendien biedt tuinieren een schat aan gezondheidsvoordelen. Het buiten zijn in de frisse lucht en het zonlicht is goed voor zowel lichaam als geest. Het werken in de tuin is een vorm van lichaamsbeweging die zowel kracht als flexibiliteit bevordert, terwijl het ook stress vermindert en de stemming verbetert. Bovendien kunnen zelfgekweekte groenten en fruit een gezonde en voedzame toevoeging zijn aan ons dieet.
Voor degenen die tuinieren als een uitdaging beschouwen of die simpelweg niet de tijd of interesse hebben om zelf in de tuin te werken, is er altijd de mogelijkheid om een beroep te doen op professionele hulp. Hoveniers in de regio zoals Creatura-Tuinen staan klaar om te helpen bij het ontwerpen, aanleggen en onderhouden van tuinen van elke omvang en complexiteit. Of het nu gaat om het snoeien van struiken, het aanleggen van een nieuw gazon of het creëren van een weelderig landschap, deze deskundige vakmensen kunnen de droomtuin realiseren waar men altijd van heeft gedroomd.
In conclusie, tuinieren is een bevredigende en lonende activiteit die zowel plezier als voldoening biedt aan mensen van alle leeftijden en achtergronden. Of je nu een ervaren tuinier bent of net begint, het koesteren van een groene oase buiten je deur kan een bron van vreugde en inspiratie zijn voor vele jaren die komen.
0 notes
Text
Groots dromen voor morgen
De Duitse kunstenaar Anselm Kiefer houdt van groot, groter, grootst. Het liefst maakt hij kunstwerken die de grootte van een expositieruimte of zijn eigen atelier ontstijgen, laat staan dat ze boven de bank in de woonkamer gehangen kunnen worden. De intentie van de kunstenaar is dat zijn werken indruk moeten maken. Niet alleen wat thematiek betreft, maar met name door de omvang. De Volkskrant schreef onlangs in een artikel over ‘artistieke obesitas’ en gebruikte termen als ‘impact art’ en ‘gigantisme’ om de megalomane creaties van enkele beroemde kunstenaars te duiden, waaronder ook de werken van Anselm Kiefer.
Enkele keren stond ik oog in oog met Kiefers werk en met terugwerkende kracht kan ik de bovenstaande krachttermen beamen. Zijn immense doeken stralen een soort strijd uit waarbij de intentie om het werk te willen begrijpen en gegrepen worden door de artistieke grootsheid om voorrang wedijveren. Een schilderdoek is in handen van Kiefer namelijk niet alleen een plat vlak waar na verloop van tijd vormen en kleuren op verschijnen, maar een object om op te bouwen. Meestal in letterlijke zin, want zijn creatieve overredingskrachten beperken zich niet tot het gebruik van alleen maar verf. Hij gebruikt alles wat maar voor handen lijkt te zijn, zoals bijvoorbeeld stro, hout, glas, ijzer en haren, om zijn kunstwerken zoveel mogelijk gelaagdheid en doorleefdheid te geven. Zelf zegt hij hierover in NRC dat hij ruïnes produceert. Want een ruïne is voor hem altijd ‘het begin van iets anders’.
Aan de basis van Kiefers kunst staat het einde van de Tweede Wereldoorlog en de puinhopen die achterbleven. Hij werd geboren in de kelder van het ziekenhuis in Donaueschingen. Hun huis werd diezelfde avond gebombardeerd. De gedachten aan het verdriet en de onmacht maakten hem later strijdbaar, op z’n eigen manier. Het bouwen op ruïnes, in de breedste zin van het woord, stond aan de basis van zijn latere werken. Hij wilde grootse kunst maken om te imponeren en te overrompelen. Noem het overdaadkracht: een vermenging van grootsheid in overdaad en daadkracht.
De hedendaagse belangstelling voor het werk van Kiefer en de achtergronden van zijn oorlogsverleden zijn momenteel bijzonder actueel. Op grote delen van de wereld is er oorlog en zijn de gevolgen hiervan uitzichtloos, niet te bevatten en van een onverwerkbare grootte. Het is moeilijk om je voor te stellen wat leven in tijden van oorlog met een mens doet. Wanneer het aanwezige gevaar van geweld, bommen en aanslagen je angst bepaalt, leven in vrede de grootste wens is en slapen een doodvonnis kan zijn. Uitkijken naar de gezonde dag van morgen lijkt het hoogst haalbare op de korte termijn. Vechtlust houdt je op de been, ook al is schreeuwen niet meer mogelijk. Wanneer we zouden kunnen beseffen dat dit leven van ons samen is, hoeft niemand meer alleen of bang te zijn. Dan is er hoop voor morgen, een nieuwe toekomst, en ja, vast ook het begin van iets anders.
waar moet je heen / met geweld om de hoek / en aanslagen achter je huis / die onverwachts plaatsvinden / als in een nare droom / juist wanneer je hoort te dromen / over zorgeloosheid / en morgen
waar moet je heen / wanneer bommen je laten schrikken / en kogels je laten rennen / voor je leven / wanneer je ontwaakt uit een droom / en je zorgeloosheid / plots is gevlucht
waar moet je heen / als je alleen ontwaakt / en er geen vluchtplan is / omdat paniek een laatste kans biedt / om alle kanten op te gaan / in de hoop dat je kiest voor / de enige goede
waar moet je heen / als je gedachten schreeuwen / maar je stem dat niet meer kan / omdat je je zorgen inslikt en sterk moet blijven / om te kunnen hopen / dat je vroegere zorgeloosheid / niet enkel een droom is / voor morgen
0 notes
Text
HIP Classics: Een wereld vol bijzondere vertalingen
Uitgeverij Classics was al een tiental jaar bezig met verschillende uitgaven zoals Classics Illustrated, Sheriff Classics, Tarzan, enz. toen het zich in 1966 eindelijk aan de superhelden comics van Marvel ging wagen. Dat deden ze met ‘HIP Comics’, waarin afwisselend verhalen van Spiderman en de Fantastic Four zouden verschijnen. Later kregen ze nog het gezelschap van Daredevil, Hulk, Avengers, X-Men enz. Omdat de lezers in Nederland en Vlaanderen destijds nog niet zo vertrouwd waren met het Engels, werden de namen van zowat alle personages vertaald. En dat leverde enkele creatieve pareltjes op. 😅😉 Een overzicht 👉
Spider-Man = Spinneman
Spider-Man behield een vrij letterlijke vertaling als 'Spinneman'. Nog niet zo verkeerd eigenlijk. Bij de vijanden was het vaak wél lachen geblazen. Zo werd de Green Goblin de Groene Kabouter, wat toch nét iets minder dreigend klinkt. En wat te denken van maffiabaas Kingpin die in de HIP Classics ‘de Kegelkoning’ werd?
Wel opvallend trouwens dat Juniorpress later wél de originele naam zou overnemen, maar dan zonder het streepje: 'Spiderman' dus in plaats van 'Spider-Man'.
Fantastic Four = Vier Verdedigers
De Fantastic Four kregen met de ‘Vier Verdedigers’ een naam die toch wel een andere betekenis heeft. Argument pro voor deze vertaling is dat je met de ‘VV’ wel iets gelijkaardigs hebt als de ‘FF’.
Maar de pret begint pas echt bij de individuele personages. Dat Thing het ‘Ding’ wordt, is nog best logisch. Johny Storm, de Human Torch, moest het in de Classics echter de doen met de naam ‘Menstoorts’. 🤔 Helemaal leuk wordt het met de nevenpersonages. Wat dacht je van de Zilveren Zwerver (Silver Surfer) en de On-Mensen (Inhumans) met oa. Mondklem (Lockjaw)? 😅
X-Men = X-Mannen
X-Mannen is een naam die bekender in de oren klinkt, omdat Juniorpress deze vertaling jarenlang heeft verdergezet. Pas toen Z-Press de reeks overnam in 2007 werd de naam aangepast naar het originele X-Men.
De opvallendste naam bij de nevenpersonages is hier wat mij betreft ‘Moloch’ als vertaling voor de Juggernaut.
Avengers = De Wrekers
‘s Werelds machtigste helden kregen bij Classics een letterlijke vertaling met de ‘Wrekers’. Later zou Juniorpress dat aanpassen naar het iets meer poëtische ‘Vergelders’.
Bij de leden van de Wrekers niet zo’n heel gekke namen. Zo werd Iron Man braafjes Ijzerman. Een van de meer opvallende namen hier is die van Yellowjacket, die ‘Geeljak’ werd. 😎
Hulk = Rauwe Bonk
En jawel hoor, dan komen we bij één van de bekendste (of het meest beruchte? 🙈) vertalingen van Marvel superhelden door Classics: de Hulk. Hoewel de Nederlandstalige lezers uit de jaren ‘60 die naam waarschijnlijk perfect hadden kunnen lezen en de betekenis of het gevoel van die naam ook zo wel was overgekomen, werd hier gekozen voor… ‘Rauwe Bonk’. Uiteraard een naam die de brute kracht van het personage weerspiegelt, maar kom, ‘Hulk’ bekt toch nét iets lekkerder. Gelukkig besefte Juniorpress dat ook en behielden zij in hun latere uitgaven wél de originele naam.
Daredevil = Durfal
Nog een van dé klassiekers onder de HIP Comics vertalingen is natuurlijk 'Durfal' voor Daredevil. Als je erover nadenkt is dat natuurlijk niet zo’n heel gekke vertaling. Voor hetzelfde geld hadden ze er de ‘Durfduivel’ van gemaakt. 😅
Maar goed, los van al die vreemde vertalingen was HIP Comics van uitgeverij Classics (en daarom dus ook vaak 'HIP Classics' genoemd) wel gewoon een hele leuke reeks die barst van de sleutelmomenten uit de vroege Marvel geschiedenis. Bovendien heeft ze ook voor een blijvende introductie van Marvel superhelden in het Nederlands gezorgd. 🙌
Leestip: de creatieve vertalers van Classics lieten zich ook gaan met de namen van enkele tekenfilm comics.
0 notes
Text
Week 34
Aangenaam allemaal,
Wat was het weer een turbulente week, er was veel afleiding en er was zeker geen reden om je te vervelen. Afgelopen week had ik de eer om in de 3FM studio een avondje mee te draaien. Wat natuurlijk een fantastische ervaring was, alleen ik moet iets van mijn hart... Ik heb iets gedaan wat sommige mensen niet helemaal als ethisch zouden beschouwen. Sterker nog, ik denk sommige zelfs als onethisch. Het was een Malafide actie, maar ik kon het niet laten. Ik heb namelijk iets gestolen van 3FM. Het is een mok van serious request met een foto van een kindje dat heel zielig in de camera kijkt en een foto van zijn ouders in zijn handen heeft. Deze mok is gemaakt om aandacht te krijgen voor de goede reddingsacties van het Rode Kruis. Dus door het stelen van deze mok haal ik eigenlijk geld uit de handen van het Rode Kruis, waardoor deze misschien een reddingsactie minder kunnen financieren, en zo een gezin minder kunnen samenbrengen. Ik hoop niet dat er mensen na dit verteld te hebben er een heksentoer van gaan maken om mij te vervolgen.
Ik snap dat sommige mensen nu de neiging krijgen om mij de kleren vol te schelden. Voor jullie zal ik alvast de blusdeken uitspreiden. Ik vind het namelijk volledig terecht dat jullie mij uitschelden, maar ik zou wel willen voorstellen om creatieve scheldwoorden te gebruiken en niet terug te vallen op de alledaagse uitingen van frustratie. Ik ben er achter gekomen dat de scheldwoorden het meeste kracht hebben als ze goed in de mond liggen en dan maakt de betekenis niet eens zoveel uit. Zo heb je bijvoorbeeld het woord Dwarsfluit of Zakkenwasser. Deze woorden hebben beide geen schokkende betekenis maar er zit wel een grote kracht achter deze woorden. In tegenstelling tot het woord Nufje wat heel vriendelijk klinkt, maar een betekenis heeft die de diepste en donkerste krochten van de Nederlandse taal een zonnige plek laten lijken.
De Twistappel van de laatste weken was toch wel dat men onderdak moet vinden voor asielzoekers. Dit proces gaat allemaal nog niet van het leien dakje. Politici trekken alles uit de kast. Zoals de knuffelallochtoon (ideale voorbeeld van een Nederlander met niet westerse migratieachtergrond) om gemeenten lekker te maken met een vluchtelingenkamp in hun achtertuin. Toch blijven deze gemeenten nogal terughoudend met het voederen van al deze arme mensen. Een ding is zeker, en dat is dat de volwassenen onder ons hier niet snel uit zullen komen.
Een heel ander nieuwtje dat een frituurvuur van media aandacht over zich heen riep. Was de weerman Gerrit Hiemstra van de NOS die stopt met zijn verslag voor het nieuws gebaseerd op de meteorologische (officieel het moeilijkst te articuleren woord uit de nederlandse taal) instrumenten van de KNMI. Ik hoop dat dit laatste nieuwtje niet aanvoelt alsof ik een aderlaat over jullie uitstrooi.
Ik wens iedereen nog een fijne week tegemoet!
0 notes
Text
(Dutch below, Nederlands beneden)
Doel, a some-what deserted village in East Flanders, Belgium. It used to be a nice village until 1960 they wanted to expand the industry, removing Doel. Everyone could leave in exchange for money, many left but others protested. Some say there is a lot of criminality in Doel, especially at night. There are still people living there, old people. Refusing to leave, which I admire. When I was there in 2015, the town was nice. There were a lot of creative projects. The village was well guarded by police as well, there was a café where you could drink something.
I made this video to put inside a time capsule, which I did. I recently found this video again on one of my hard drives. I decided to upload it online. Not only can everyone see it now, it is better archived when it is on the internet at multiple places. Thanks for watching. :)
DUTCH / NEDERLANDS:
Doel, een enigszins verlaten dorp in Oost-Vlaanderen, België. Vroeger was het een aangenaam dorp, totdat men in 1960 de industrie wilden uitbreiden en Doel wilden verwijderen. Iedereen kon vertrekken in ruil voor financiële steun, velen vertrokken, maar anderen protesteerden. Sommigen zeggen dat er veel criminaliteit is in Doel, vooral 's nachts. Er wonen nog steeds mensen, oude mensen. Ze weigeren om te vertrekken, wat ik bewonder. Toen ik er in 2015 was, was het een leuke stad. Er waren veel creatieve projecten. Ook werd het dorp goed bewaakt door de politie, er was een café waar je iets kon drinken. Ik heb deze video gemaakt om in een tijdcapsule te plaatsen, wat ik ook heb gedaan. Ik heb onlangs deze video opnieuw gevonden op een van mijn harde schijven. Ik besloot het online te uploaden. Niet alleen kan iedereen het nu zien, het wordt ook beter gearchiveerd als het op meerdere plaatsen op internet staat. Bedankt voor het kijken. :)
#doel#belgium#belgian#haven#industry#deserted#village#post apocalypse#dark#sad#empty city#empty#art#nederlands#dutch#life#graffiti#street art
0 notes