#als ik morgen niet wakker zou worden maakt het me niet uit zo erg
Explore tagged Tumblr posts
Text
.
#het doet pijn om je te missen#het doet pijn dat dat niet wederzijds is#maakt het nog erger dat je dit wel voor een ander voelt#voel me voor de gek gehouden#een fucking half jaar lang#het doet zo fucking veel pijn#als ik morgen niet wakker zou worden maakt het me niet uit zo erg#ik voel me zo ontzettend erg gebruikt en afgedankt#ben kwaad
0 notes
Note
Ik wil dat je voelt dat er mensen zijn die lezen wat je schrijft en erdoor geraakt worden. Ik herken mezelf heel erg in jou, of ik ken vooral de gedachten die je benoemd.
Ik stuur dit bericht anoniem naar je. Misschien schrik je van hoe open het is, maar je hoeft niet te weten wie ik ben om te leren van wat ik heb gezien. Ik ben een vrouw net als jij, Nederlandse en drie jaar ouder.
Ik lees dat je 19 bent. Toen ik 19 was, verkeerde ik in een diepe depressie. Ik was net op vakantie geweest met een vriend, die niet goed voor mij was. Ik had een psychologe die me behandelde voor een trauma. Tijdens die sessies ontdekte ik ook dat ik over een gevoeligheid bezit die niet iedereen heeft.
Ik voel me naakt op de wereld. Misschien jij ook? Iedereen ziet mij, ziet door mij heen. Mensen komen dichtbij en kunnen me kwetsen. Ik heb ze nodig, maar ik wil alleen zijn.
Alleen is veilig, maar niet gezond.
Op Tumblr lees je soms over mensen die "neurotypical" zijn. Wij zijn dat allebei niet. Dat maakt het niet makkelijker op deze wereld.
Ik had het gevoel dat niemand me begreep. Ik lees dat jij ADHD hebt. Daar ben ik niet bekend mee. Ik heb een leerling, een meisje van 13 dat het ook heeft. Ik geef Engels op een middelbare school. Als ik in je posts lees dat je moeite hebt met de dagen, dan herinnert me dat er ook aan dat ik wat extra op de leerlinge let. Er zijn echt wel mensen die je willen begrijpen.
Een anoniem bericht van over de grens gaat je niet van je verdriet verhelpen.
Toen ik 19 was zat ik ik het tweede jaar van mijn lerarenopleiding. Mijn eerste jaar overleefde ik nauwelijks. Met een psychologenbrief voor de examencommissie lieten ze me doorgaan. Hier in Nederland moet je de school verlaten als je in je eerste jaar een negatief studieadvies krijgt door te weinig studiepunten.
Ik wist niet waarom ik het nog deed. Voor mezelf leefde ik al lang niet meer. In de ergste nachten lag ik in het duister in bed, suïcidaal. Hand op m'n borstkas, huilend.
Toch ging ik maar door. Wat is het alternatief? Het is grof maar een echt einde maken aan mijn leven was niet realistisch. Ik zou te veel mensen achterlaten.
En het werd beter. De pijn van wat ik had meegemaakt draag ik iedere dag mee. Maar het zorgde er ook voor dat ik verder kan kijken dan mezelf.
Je gaat door. Iedere seconde tikt verder weg en velen ervan zul je vergeten. Ieder stapje verder van de pijn die je gevoeld hebt.
Ik leerde dat sommige mensen niet goed voor mij zijn. Wees eens eerlijk en kijk naar de mensen om je heen. Nemen ze je serieus? Luisteren ze naar je? Wie neemt alleen je energie weg, maar geeft niets aan je terug?
Volwassen worden is leren omgaan met wie je bent en waar je mee geboren bent. We hebben onszelf niet gemaakt, maar we kunnen wel leren werken met wat we gekregen hebben. Wanneer voel jij je goed? Bij wie voel jij je op je gemak?
Ik zie dat je bijvoorbeeld prachtig Engels kan. Ja ik ben echt een juffrouw, dat beloof ik. Je kan mooi schrijven, bent gevoelig. Vier dat ook aan jezelf.
Vandaag was voor mij een moeilijke dag. Mijn emoties zijn ook over mij nog vaak de baas. Morgen ga ik naar de huisarts om hulp te zoeken. Beloof me dat jij ook denkt aan hoe je jezelf kunt helpen?
Omdat je me niet kent kan ik zonder ironie zeggen: leer voor je zelf te leven. Het leven is wel mooi. Dat zeg ik nu, na dezelfde dingen te hebben gedacht die jij schrijft. Op een dag wordt je wakker en denk je niet meer meteen aan verdriet. Zo wordt het steeds ietsje beter.
Je gaat nog zoveel mooie dingen zien, zoveel meemaken. Nog zoveel presteren, nog liefhebben, nog huilen, nog lachen.
Ik weet niet zo goed waarom ik dit schrijf. Misschien omdat ik mezelf herken en graag gehoord had dat ik destijds niet de enige was? Misschien moest ik ook even iets kwijt. Het helpt altijd om over dingen te praten :)
Ik ben maar een anoniem iemand uit een ander land, ik kan je nergens toe dwingen en dat wil ik ook niet. Ik hoop alleen dat je je niet zo alleen voelt als je dit leest. Er zijn mensen die willen luisteren.
Al het goede uit Nederland :)
lieve lieve lieve anoniem het spijt me zo voor mijn late antwoord. ik heb dit opnieuw en opnieuw en opnieuw gelezen de afgelopen dagen. ik moet nog steeds trillen als ik het lees
je hebt me zo bewogen & aangedaan & ik vind het moeilijk om onder woorden te brengen hoe veel dit voor me betekent. maar ik wil het toch proberen :p
“ik voel me naakt op de wereld”. ja ja ja 100x ja dat is altijd waar het op neerkomt, hè? en dat was ook het punt waarop ik bij mn eerste keer lezen in huilen uitbarstte
“Iedere seconde tikt verder weg en velen ervan zul je vergeten. Ieder stapje verder van de pijn die je gevoeld hebt”. ik ben zo ongelooflijk blij dat je op dit punt beland bent. dat je er zo wijs bent uitgekomen. dit klinkt als een mantra voor mij, en ik moet toegeven dat het al sinds ik het las in mijn hoofd zit - als het eerste beetje toekomstzekerheid dat ik in lange tijd heb. of toekomsthoop. dankjewel daarvoor
ik beloof dat ik beter ga kijken naar wat me echt helpt ipv wat me gewoon goed doet voelen maar uiteindelijk mijn eigen leven saboteert. ik beloof dat ik op tijd aan de alarmbel zal trekken. dat is het minste wat ik nu voor je kan doen; dat met m’n hele wezen beloven
je klinkt als een fantastisch, prachtig persoon. en het doet me goed om te horen dat je leerkracht bent, omdat je ongetwijfeld dagelijks kinderen/jongeren helpt op zowel kleine als grote manieren. en ik hoop dat je daar altijd warmte in kan vinden. ik hoop dat de mooie dagen zowel frequenter als lichter zijn, met al je dieptepunten achter je
het wringt dat ik niet meer kan doen om je te bedanken. je hebt me geholpen op een manier die ik nooit zal kunnen beschrijven. maar weet dat je op een manier mijn leven hebt gered hiermee, en dat je (zeker als leerkracht) kleine of grote stukjes leven van iedereen om je heen blijft redden. ik wou dat ik terug in de tijd kon gaan om jou iets soortgelijks te vertellen toen je even diep zat. mooie mensen als jij helpen de wereld verder
ik ga dit blijven herlezen opnieuw en opnieuw en ben je zo dankbaar maar volgens mij is dit nu lang genoeg om je beschaamd te maken (ik weet dat ik zo zou zijn 😉) dus ik wens je een prachtige dag toe. het wordt lenteweer!!!! geniet ervan, en van alle dagen daarna <3
8 notes
·
View notes
Text
Oh dierbaar België, ik moet leren zacht zijn voor mezelf
Vorige week schreef ik nog over hoe goed het hier ging en ik wil graag onderstrepen dat het nog steeds goed met me gaat. Ik ben heel gelukkig met de sprong die ik heb gemaakt en ik zou voor geen geld ter wereld dit willen missen. Alleen leerde ik deze week dat Erasmus ook draait om leren zorgen voor jezelf.
Het begon eigenlijk allemaal heel onschuldig, ik sliep vorige week een nachtje slecht waardoor ik de dag daarop weinig concentratie had. “Niet erg” dacht ik en ik maakte van die dag gebruik om mijn kamer op te ruimen en grondig schoon te maken. De nacht daarop sliep ik echter weer slecht, de nacht daarop ook en plots zijn we een week later en heb ik in totaal minder dan dertig uur slaap gehad op zeven nachten tijd. Eerst dacht ik dat ik mezelf gewoon het weekend rust kon gunnen en dat ik vanaf maandag dan weer in een normaal ritme kon raken. Mijn nachten bleven echter inkorten en ik weet nog steeds niet waarom.
Wat is er aan de hand? Ik val moeilijk in slaap, dat is niet vreemd aangezien ik eigenlijk al altijd een slechte slaper ben geweest maar nu ben ik ook elke morgen om half vier wakker en is er geen mogelijkheid om terug in slaap te vallen. Het resultaat is dat ik uitgeput ben, misselijk ben, het constant koud heb en geen hap door mijn keel krijg. Fun fact: als ik te weinig slaap dan worden alle negatieve aspecten van ADHD en autisme versterkt. Ik verdraag geen geluiden en licht meer en mijn concentratie is volledig zoek. Al het eten voelt verkeerd aan en mijn gemoed zakt heel ver onder nul.
Daarnaast heb ik door mijn vertrek even het privilege gehad om nog weinig aan corona te denken. Als alles in je omgeving nieuw is dan ben je vooral daarmee bezig. Ik was dus even immuun voor de irritaties en het missen dat een pandemie met zich meebrengt. Deze week heeft de coronacrisis me echter ingehaald want plots zakte ik in een rabbithole van herinneringen aan de Kunstbende, Memento, Letterzetter en Het Ding. Cultuur ligt straks een jaar stil en ik heb het serieus gehad met doen alsof via een computerscherm dingen maken even fijn is. Ik geef mijn koninkrijk om nog eens in de kelder van een conservatorium teksten te repeteren tot mijn keel droog voelt of gewoon nog eens koffie te drinken in een drukke boekenwinkel terwijl we door elkaars teksten gaan.
Ik wil hier geen klaagpost van maken maar voor de rest van het verhaal is het wel belangrijk dat ik de context meegeef. Hoe vervelend de situatie ook is, ik heb er wel een belangrijke les uitgeleerd. In de eerste dagen was ik namelijk heel zorgend voor mezelf, ik herschoof mijn planning en deed het minimum aan huishouden om ervoor te zorgen dat ik genoeg kon heropladen (wat een afgrijselijk woord is dat trouwens). Na het weekend had ik het echter serieus gehad met mezelf. Als ik wakker werd in het midden van de nacht schold ik mezelf uit voor alles wat lelijk is omdat ik wist dat er weer een dag van vermoeidheid zou volgen. Ik begon uren aan huiswerk in te plannen ‘omdat ik zoveel in te halen heb’ en hield daarbij geen rekening met mijn slechte concentratie en oververmoeid lijf. Gevolg: het werkte allemaal nog minder en ik raakte alleen maar meer gefrustreerd.
Dinsdagavond zat ik er volledig door, ik kon alleen maar huilen en ik voelde hoe ik tegen de middag al stress kreeg dat ik weer niet zou kunnen slapen. Deze keer besliste ik echter om niet een hele avond naar mijn huiswerk te staren (en dan steeds kwader te worden omdat ik niets op papier krijg). Ik vroeg Facebook om kattenfoto’s, zette één van mijn favoriete musicals op en liet mezelf toe om me niet goed te voelen. Ik werd die nacht opnieuw om halfvier wakker maar ik merkte dat ik er al minder boos om werd. De volgende dag kreeg ik ook meer huiswerk uit handen dan toen ik mezelf verplichte om er drie uur aan te zitten. Ik ging lief zijn voor mezelf en het werkte.
Ik slaap nog steeds te weinig en ik heb net mijn boterhammen weggezet omdat ik de structuur niet verdroeg maar ik heb ook drinkyoghurt gekocht dus dan heb ik toch iets binnen. Natuurlijk hoop ik dat ik zo snel mogelijk weer uit deze cyclus van weinig slaap en slechte dagen ben. In de tussentijd zorg ik voor mezelf, hetzij door soms streng te zijn, hetzij door soms zachter te zijn. Uiteindelijk draait alles om balans.
Foto: mijn lief legde een lijstje aan met dingen die ze me kan sturen als ik een slechte dag heb, kwestie dat ik niet vergeet hoe verschrikkelijk geweldig ze voor mij is
2 notes
·
View notes
Text
93. Geen pizza
13/05/2020
Alweer hallo vanuit het centrum. Het is 19:58 en ik had geen zin om te koken. Nu we het toch over koken hebben, dit had Kath gisteren gemaakt voor haar en Sophia:
Het is salade, met eigengemaakte yoghurt dressing, tomaten en rozijnen. Daarna brood gebakken in olie en iets genaamd "chick peas" (ik verstond automatisch Check, Please!), oftewel kikkererwten. Blijkbaar is het makkelijk om te maken, maar ik zei al dat ik mega snel onder de indruk ben, aangezien ik problemen heb met eieren bakken.
Maar dadelijk meer. Gisteren kwam ook het nieuws dat de gefilmde versie van Hamilton een jaar eerder wordt uitgegeven dan gepland. Guys, het is bijna de hele OBC (een paar ensemble mensen missen), dus dit is mega groot nieuws. Lin-Manuel Miranda, de maker van Hamilton, pleit altijd voor een grotere toegankelijkheid van theater en nu gaat hij zijn musical op Disney+ zetten.
Yup. Disney+. Ik heb geen Disney+, maar Leon wel.
Lin wilde de musical altijd als film uitbrengen, maar blijkbaar was er sinds 2018 een heftige bidding war voor de rechten. Het ziet ernaar uit dat Disney won, ook al ik liever gewild dat een theater service zoals BroadwayHD het kon doen.
Maar ja, meer mensen hebben Disney+, dus dan is het weer logisch dat Lin voor een bekendere streaming platform heeft gekozen.
Snel kwam ik er achter waarom Lin het “zo belangrijk vond on musical theatre toegankelijk te maken in deze tijden”. Gisteren werd aangekondigd dat Broadway dicht blijft t/m 6 september.
Wow. 12 maart t/m 6 september, dat is bijna een half jaar. Oh, dit is shit.
Ik heb wat Six posts in de reblog tag gegooid, want Six was één van de vele shows die niet open is gegaan wegens Corona. Het had open moeten gaan op de dag dat de Broadway shutdown begon. Gelukkig hebben ze wel previews gehad.
Dus dat is het theater nieuws. In beter theater nieuws: Ruthie Ann Miles heeft een gezonde dochter en Nick Cordero is wakker uit zijn coma ontstaan door Corona.
Verder heb ik gisteren voor de eerste keer in anderhalve maand de Sims gespeeld, nadat ik wat Dan and Phil Sims heb gekeken (.... rip) en mijn Sims zijn allemaal zeer gelukkig, bedankt voor het vragen. Dat was dus gisteren.
Vandaag was gevuld met *drumroll please* academische stress! Alle deadlines komen eraan en het is niet dat ik laat begonnen ben, maar alles is tegelijkertijd en ik sprong vandaag mentaal van onderwerp naar onderwerp naar onderwerp. Dan is het queer theory, dan is het male gaze, dan is het de dood, dan is het semiotics, dan is het art criticism... pfoe.
Het enige chille vandaag was mijn quest om mijn turnips te kunnen verkopen op het eiland van acteur Dylan Sprouse. Ik en meer dan 1000 anderen maakten kans, dus ik ben niet verbaasd dat het me niet is gelukt.
Eh, ik kon het proberen. Mijn eigen stonks gaan namelijk omlaag.
Toen ook nog een mindfulness module voor Professionalisering (lang verhaal) en ik was meer relaxt dan verwacht. I mean, mijn gedachten kunnen niet ophouden (brain has zero chill), maar lichamelijk was het beter dan verwacht.
En toen moest ik maar eens gaan eten. Ik wilde al sinds vorige week een pizza halen bij de pizzeria bij het universiteitsplein, dus ik ging naar Sophia om de fietssleutel te vragen. Blijkbaar hadden de anderen al andere plannen en er waren nog maar 3 fietsen, aangezien Aga de vierde had genomen en niemand wist wanneer ze terug zou komen.
Ik vond het niet erg. Dan maar de bus. De bussen rijden nu eenmaal weer. Ik moest wel weer geld zetten op mijn Urbana card (herinner je dat ding?) en ik besloot om niet mijn €20 maand abonnement te nemen, want [typ dit thuis] ik weet niet of ik veel met de bus ga reizen. Voor de lockdown nam ik elke dag de bus, soms wel meerdere keren, en dan haal je de €20 er wel uit, maar nu weet ik het niet. Een retour is €2,60, dus ik moet 10x gaan reizen om dat in de laatste twee weken van mei eruit te halen en ik weet niet of dat gaat gebeuren. Zeker nu dat ik (soms) een fiets heb.
Dus ik liep naar de bus en toen ik bijna bij het busstation kwam, kwam Aga fijn aanfietsen. Als ik dus ietsjes langer had gewacht, waren er genoeg fietsen geweest. Maar ja, ik wilde ook wel met de bus, gewoon om te kijken hoe het ging.
Plus, toen ik weg ging, riepen Anouk en Kath vanaf het balkon dat ze heel dankbaar waren dat ik de bus nam, dus dat was lief.
Maar hey, een bus! Wow, een bus!
Ik wist niet wat ik moest verwachten, maar ja de bus was leeg. Het ziet er naar uit dat alleen lange bussen worden gebruikt om meer afstand te creëren. Er waren misschien 4 of 5 anderen in de bus.
Natuurlijk kan je niet op alle zitplaatsen zitten.
Je kan dus niet voorin instappen en er hangt een flesje desinfectiemiddel vastgeplakt met duct tape. Het was een raar nostalgisch gevoel om alle busstations te horen.
Er was ook zo'n raar déjà vu moment naar de laatste keer dat ik in het centrum was. Toen ging ik met Caroline en Kath uit eten bij de Mexicaan en toen vonden we het zo raar dat de mega drukke lijn 6 gewoon leeg was. Nu ook weer. De buschauffeur reed langs zowat alle stops, want niemand hoefde in te stappen.
Er waren wel veel fietsers, dus dat speelde waarschijnlijk ook een rol. Het weer was goed, ook al had ik dat eerst niet door. Gelukkig ging ik voor vertrek uit Barbara’s raam hangen om te voelen, want ik had bijna een trui, een dik vest, een winterjas en handschoenen aangedaan.
Het was 20 graden.
Ik stapte uit en ik liep naar de afhaal pizzeria EN HET WAS DICHT.
WHAT THE-
Dan maar tijd voor een back up plan: de Hit Wok. Die zou vast wel open zijn. En dat klopt. Ik liep dus richting het populaire plein en wow guys, de toeristische accordeonist is er weer! Elke dag zat er een accordeonist op het plein typische Sloveense accordeon muziek te spelen, maar wegens de lockdown was hij er niet. Nu dus wel weer. Ik weet niet echt waarom, want voorlopig komen hier geen toeristen.
Toen naar de wok. Zie hier mijn eerste buitenshuize (???) Boni sinds midden 13 maart (oh, precies 2 maanden geleden):
Het is lekker, maar ik kom voorlopig niet meer terug. Het was best duur en dan kan je ergens anders veel meer krijgen dan dit. Ik was wel een idioot en ik zei dat ik geen appel of salade erbij wilde.
Het is best rustig in de stad, maar ik maakte deze foto een paar minuten geleden om te laten zien hoe leeg het is:
Maar nu, om 20:19, beginnen de straten drukker te worden. Misschien gaan mensen nu pas wat drinken.
***
21:59 en ik ben gedoucht en ik zit weer aan de thee. Ik heb mijn wokbox niet opgegeten, dus de restjes zijn in de koelkast.
Ik liep even rond door het centrum en dit gebouw was mooi belicht.
Het is een winkel met dure modemerken. Toen ging ik weer eens bij het standbeeld zitten en de lichten gingen ineens aan.
En oh OH GOD, ik zat daar dus en een meter verderop zat een Aziatische man met zijn dochtertje. Ineens kwam er zo’n vent die “nĭ hăo” riep, want je weet wel, mensen overal op de wereld zijn kut, dus ik zei “nĭ hăo” terug.
Toen keek die Aziatische man en hij begon Chinees met me te praten, maar toen moest ik weer uitleggen dat ik geen Chinees kan. Het was best wel grappig.
Een tactiek dat is soms gebruik is om op een mega serieuze manier Chinees te praten. Dan doe ik alsof ik oprecht een conversatie aan wil gaan en dat ik geen enkele andere taal kan spreken. Mensen die me lastig vallen worden dan mega oncomfortabel.
Helaas had dat nu geen zin, want anders had die Aziatische man een Chinese zin zoals “Mǎ bái bàba fàn huáng shuǐ shān lǎo shī yī' èr sān sì wǔ liù qī bā jiǔ shí shǒu ěr tù?” oftewel “Paard wit vader rijst geel water berg leraar één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien hand oor konijn?” moeten horen. Of het kleine, witte konijnenliedje. Of whatever.
Ik nam het geluid van de accordeon op om naar Sanne te sturen en toen was het tijd om naar de bus te gaan. Ik liep langs de Balkan grill van januari, maar aangezien dat restaurant in een kelder zit, is het dicht. Ik was bijna bij de bus en toen kwam bus 14 aan, dus ik begon te rennen terwijl ik mijn mondkapje op probeerde te doen en ik wees ook naar de bus, zodat de buschauffeur zou weten dat ik die bus nodig had.
Helaas zat er een gat in mijn plastic tas en mijn eetstokjes vielen op de grond en ik voel me zeer schuldig dat ik ze niet op heb kunnen rapen om ze in de prullenbak te doen, maar anders zou ik de bus missen en wegens de nieuwe dienstregeling is er een langere wachttijd.
Wow, dat was een lange zin.
Dus toen ging ik naar huis met bus 14 en alle bussen waren zo leeg. Dan moet je bedenken dat ze dus met 30% capaciteit rijden. Sommige bussen waren helemaal leeg.
De bus 14 ging ineens een totaal andere kant op, dus ik schrok. What the hell? Uiteindelijk kwamen we aan op een punt dat ik herkende en toen ging de bus verder via de normale route, maar waarom???? Ik was even bang dat ik helemaal de andere kant op zou gaan.
Dus hoera, Slovenië gaat goed. Brussel en andere vliegtuigen willen vanaf juni weer naar Ljubljana vliegen. Kasteel Bled wilt morgen weer open, maar het eiland waar het kasteel op ligt gaat pas op de 18e open. Geen idee hoe dat gaat.
Op de 11e was er 1 nieuwe besmetting en 0 nieuwe doden. Gisteren zijn er 2 nieuwe besmettingen en 1 dode bijgekomen.
Ik heb geen idee hoe het in Nederland gaat. Brb.
Slowakije heeft het goed zeg.
Ah.
Oké.
Yeah, I’m good.
3 notes
·
View notes
Text
Moeders zonder kinderen.
Dit stuk verscheen op zaterdag 11 mei in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Wat betekent moederdag nog voor moeders die hun enige kind verloren hebben? Hoeveel kroppen nestelen zich in hun keel wanneer de middenstand zijn 'Leve Mama!'-spandoeken ontrolt? Stef Selfslagh praatte met drie moeders zonder kinderen en peilde naar de elasticiteit van hun moederhart.
Hoe vier je moederdag als niemand je nog mama noemt? Doe je je ogen, oren en gordijnen dicht tot het moederdagalarm weer voorbij is? Of zoek je troost in herinneringen aan moederdagen die ooit geweest zijn? En behoud je ook zonder je kinderen de titel van mama? Of begraaf je samen met je nageslacht ook je moederschap?
Het zijn vragen die ik voorlegde aan drie moeders die tegen alle natuurwetten in hun kinderen overleefden. Mijn bandopnemer registreerde verdriet, maar ook opluchting: het deed de beproefde mama's duidelijk deugd dat ze hun hartzeer nog eens mochten omzetten in taal. Want, zo zeiden ze onafhankelijk van elkaar, er is maar één ding erger dan je kind verliezen: je overleden kind moeten doodzwijgen. Postume moederliefde: een moederdagtragedie in drie bedrijven.
Nina (29), mama van Andreas: "Mensen beseffen niet hoe ontwrichtend moederdag kan zijn."
Nina Nijs staat in een Leuvens ziekenhuis naast het bed van haar zoon Andreas (3) wanneer een groep dokters en verplegers de kamer komt binnengewandeld. Dat ze zo talrijk zijn, doet Nina vrezen dat ze haar slecht nieuws komen vertellen. Haar voorgevoel wordt binnen de minuut bevestigd: er is bij Andreas een brutale hersentumor vastgesteld. Nina loopt de kamer uit, rent door de gangen naar buiten en schreeuwt op de ziekenhuis-parking haar ongeloof uit. Een kind van drie jaar. Nooit ziek geweest. Altijd braaf. Wie bedenkt zoiets, godverdomme?
Gedurende twee weken ondergaat Andreas de ene operatie na de andere. Nina tolt van hoop naar wanhoop, van geloof naar angst. Tot de dokters een eindoordeel vellen: Andreas zal het niet redden. Het prille moederhart van Nina breekt in duizend stukken.
De eerste maanden na de dood van Andreas heeft Nina het gevoel dat er een gat in haar is geslagen. Ze probeert het te vullen door te eten. "Ik wou de leegte die ik voelde doen verdwijnen. Weer 'vol' zijn. Maar voedsel verteert, natuurlijk. Een paar uur na elke eetbui voelde ik me weer net zo uitgehold als voordien. Ik kwam qua verwerking geen stap verder."
Wat haar ook niet hielp, waren uitspraken als 'Je bent nog zo jong, Nina', 'Je gaat nog meer kinderen krijgen, Nina', 'Je kunt nog opnieuw beginnen, Nina.' Zelfs op de afscheidsplechtigheid van Andreas werd ze ermee om de oren geslagen. "Ik had het gevoel dat mensen me zeiden: 'Het is allemaal niet zo erg, je hebt nog een stralende toekomst.' Terwijl ik verdorie naar de kist zat te kijken waarin mijn zoontje lag opgebaard. Ik denk niet dat al die 'Je bent nog zo jong'-mensen zich realiseerden hoezeer ze mijn verdriet banaliseerden."
Acht maanden na het verlies van Andreas vertrekt Nina voor een maand naar New York. Alleen. Haar relatie met de vader van Andreas is inmiddels stukgelopen, ze wil weg. Weg van de Carrefour waar ze altijd weer ziet hoe Andreas in haar winkelkar het papiertje van zijn Kinder Surprise losprutste. Weg van alle vrienden en kennissen die niet goed weten wat ze tegen haar moeten zeggen en dan maar zwijgen.
"Ik was in België aan het vereenzamen. Ik werd hier voortdurend geconfronteerd met mensen die plots nog vanalles te doen hadden wanneer ik over Andreas begon. Die bijna in paniek sloegen als ik eens een traantje dreigde te plengen. Dat was zo pijnlijk dat ik op den duur niet meer buiten durfde te komen."
"In New York - op 6.000 kilometer van het graf van Andreas - heb ik betere gesprekken over hem gevoerd dan in België. Er werd mij daar vaak gevraagd: 'Wat heeft je hier naartoe gebracht?' Als ik die vraag vervolgens eerlijk beantwoordde - dat ik naar New York was gekomen in een poging om de dood van mijn zoontje een plaats te geven - was niemand geshockeerd. Het gesprek viel niet stil, het ging gewoon door. Je kan niet geloven hoe hartverwarmend dat was."
Brengt een dag als moederdag haar vijf jaar na de dood van Andreas nog aan het wankelen? "Je zal me in de aanloop naar moederdag niet gauw in een winkelstraat zien. Ik probeer de moederdagverzen van de lokale bloemist toch te ontwijken. (lachje) Maar het vervelendste aan moederdag is dat de meeste mensen er niet bij stilstaan hoe ontwrichtend zo'n dag voor mij is. Ik krijg elk jaar één of twee sms-jes met woorden van troost. En dan hebben we het qua moral support wel gehad. Tenzij ik zelf iets post op sociale media, dan krijg ik wel veel reacties. Maar die hebben niet dezelfde impact als een spontaan berichtje."
"Of ik me zonder Andreas nog altijd een mama voel? Ja, natuurlijk. Alleen maakt de wereld het mij zo moeilijk om mijn moederschap nog te beleven. Mensen die hun ouders verliezen, noemen we wezen. Mensen die hun partner verliezen een weduwe of weduwnaar. Maar voor mensen die hun kinderen verliezen bestaat er géén officieel woord. Het is alsof iedereen denkt: 'Je kind is er niet meer en dus ben je ook geen moeder meer.' Dat steekt."
"Ook bij het invullen van documenten - een personeelsfiche, een belastingbrief - word ik niet in mijn moederschap erkend. Er is een vakje voor 'kinderen ten laste', maar niet voor 'overleden kinderen'. Dat lijkt een detail, maar het doet pijn. Want ik zal tot de allerlaatste seconde van mijn leven de mama van Andreas blijven. En ik zou graag hebben dat iedereen dat zo ziet."
Na vijf jaar heeft Nina niet langer het gevoel dat ze haar leven on hold moet zetten omdat ze haar kind verloren heeft. "In New York heb ik mij voor het eerst gerealiseerd dat er in mijn leven nog vanalles mogelijk is. Dat ik het verlies van Andreas een betekenis kan geven. Door dubbel zo hard te leven. Door alles uit het leven te halen wat erin zit. Dat probeer ik sindsdien dan ook te doen. Al blijven sommige dagen gewoon moeilijk."
"Toen ik nog jonger was, droomde ik er van om een groot gezin te hebben. Nu denk ik: het leven van huismoeder heb ik al gehad, welke andere levens zijn er nog? Ik voel niet langer de drang om mij te settelen, ik wil op ontdekking gaan. Vandaar dat ik momenteel enkel tijdelijke jobs doe. Ik wil me voorlopig aan niks of niemand binden. Misschien zit ik volgend jaar wel in het buitenland."
"Of ik dan nooit meer moeder wil worden? Eerlijk gezegd: ik weet het niet. Ik vond het heerlijk om de mama van Andreas te zijn. Maar mijn kind verliezen, deed zo verdomd veel pijn dat ik niet weet of ik dat nog een tweede keer zou aankunnen. En de angst dat ik een tweede kind opnieuw zou kwijtraken, kan ik nog niet van me afschudden. We zien wel wat de toekomst brengt. Ik sluit niet uit dat ik op een dag pleegouder word. Misschien haal ik op mijn vijftigste wel twee tieners in huis." (lacht)
"Na de dood van Andreas was ik even bang dat kinderen me niks meer zouden doen. Ten onrechte, weet ik nu. Ik werk sinds kort in een buitenschoolse kinderopvang. Als ik daar een kind zie huilen, wordt mijn moederinstinct meteen weer geactiveerd. Dat is altijd een geruststelling."
"De essentie van het moederschap is: je over iemand willen ontfermen. Die behoefte ben ik niet kwijt. Alleen gaat mijn moederliefde nu naar kinderen die niet de mijne zijn. Of naar vrienden."
Ik vraag Nina waar je een moeder zonder kind op moederdag een plezier mee doet. "Met interesse", zegt ze zonder een seconde te twijfelen. "Vráág naar haar kind. Spreek haar erover aan. Als ze het te moeilijk vindt om te praten, zal ze het wel zeggen. Maar de kans is groot dat ze net blij zal zijn. Een moeder zonder kind wíl niks liever dan haar kind terughalen. Al is het maar met woorden. Al is het maar voor even."
Josiane (66), mama van Tom en Kathelijn: "Ik heb nog zoveel moederliefde over."
Josiane Van de Velde is tweeëntwintig wanneer ze, tien weken vroeger dan gepland, bevalt van een tweeling. Kathelijn weegt 1,5 kilogram, Tom 1,6. Ze krijgen de status van 'extreme prematuren' en wordenaan een verontrustende hoeveelheid slangetjes en apparaten gekoppeld. Josiane kan enkel toekijken en alle opperwezens die ze kent om een mirakel smeken.
Tom overlijdt op zijn geboortedag: zijn lichaam is nog te fragiel om buiten de baarmoeder te kunnen functioneren. De kleine Kathelijn spartelt zich wél een weg naar het leven. Twee maanden na haar geboorte, op moederdag 1974, mag Josiane haar dochter mee naar huis nemen.
Terwijl Kathelijn tot het peuterdom toetreedt, wordt Josiane nog twee keer zwanger: in 1976 en in 1977. Beide keren verliest ze haar baby al na zestien weken. Josiane is nog maar vijfentwintig en heeft al drie kinderen verloren. Ze besluit haar moederhart tegen nieuwe aanslagen van het noodlot te beschermen en laat zich steriliseren.
Flashforward naar 2009. Kathelijn, inmiddels 34, krijgt een hartinfarct. Ze wordt naar het ziekenhuis overgebracht, waar haar haperende hart de hulp krijgt van een hart-longmachine. "Wanneer je opnieuw wakker wordt, sta ik naast je bed", belooft Josiane haar dochter. Maar Kathelijn wordt niet meer wakker. De kortsluiting in haar hart heeft haar vitale organen onherstelbaar beschadigd. Op 14 februari wordt de hart-longmachine met een diepe zucht uitgeschakeld.
"Sindsdien is Valentijnsdag niet langer de dag van de geliefden, maar de dag waarop de wereld gestopt is met draaien", zegt Josiane. "Zolang Kathelijn nog leefde, kon ik het verlies van mijn andere kinderen nog dragen. Maar toen ook zij stierf, verloor het leven elke glans. Ik eet nog wel, maar enkel omdat mijn maag pijn doet als ik honger heb. Niet omdat ik ervan geniet."
"Kathelijn was alles voor mij. En ik voor haar. Haar papa, van wie ik ondertussen gescheiden ben, was heel afwezig. Kathelijn en ik waren op elkaar aangewezen. We werden soulmates. Als zij iets zei, had ik het al gedacht. En omgekeerd. Ze was buitengewoon lief. Ik denk nog altijd dat Tom haar gevraagd heeft of ze ook zíjn liefde aan mij wou geven."
Tom is nooit erkend als de zoon van Josiane. Ondanks het feit dat hij meer dan twaalf uur geleefd, gehuild en bewogen heeft, werd hij gecatalogeerd als 'dood geboren'. In het trouwboekje van Josiane staat onder de noemer 'kinderen' niet 'Kathelijn' en 'Tom', maar 'Kathelijn' en 'Levenloos, mannelijk.'
"Het moederschap van Tom is mij ontnomen", zegt ze. "En dat heeft het rouwen bemoeilijkt. Het enige bewijs dat ik van het bestaan van Tom heb, is een oude Polaroïd-foto waarop je hem van ver in de couveuse ziet liggen. Ik bewaar dat beeld in een speciaal hoesje om te vermijden dat de tijd het verkleurt."
Josiane komt op moederdag al tien jaar niet meer buiten. Ze weet niet hoe het moet, moederdag vieren zonder kinderen. Meestal blijft ze gewoon thuis om met Kathelijn een eenrichtingsgesprek te voeren. Maar dit jaar is het tien jaar geleden dat ze haar dochter verloor. En dat vraagt om een moederlijk statement. "Ik ga op moederdag met een deel van de as van Kathelijn een tatoeage laten zetten. Ik heb een tatoeëerder gevonden die as kan vermengen met inkt. Zo kan mijn dochter via mijn porieën terug in mijn lichaam komen. Dan is de cirkel rond. Ik denk dat ik voor een tekening van een vlinder ga. Vlinders zijn vrij en zorgeloos. Ik hoop dat Kathelijn dat hierboven ook is."
Ik vraag of Josiane zich na de dood van Kathelijn nog een mama noemt. Ze veegt een traan weg en zegt: "Toen Kathelijn pas gestorven was, dacht ik in een opwelling: 'Ik ben geen moeder meer en zal het ook nooit meer worden.' Maar de moederband is sterker dan de dood. Als ik aan de lakens ruik waarin Kathelijn haar laatste nacht heeft doorgebracht, vang ik haar geur nog op. Als ik op de sterfdag van Tom toevallig naar mijn horloge kijk, is dat altijd precies op het uur waarop hij overleden is. Het zegt iets over de kracht van het moederinstinct. Ik zal voor altijd de mama van mijn kinderen blijven."
"En toch ben ik voor een groot stuk mijn identiteit kwijt. Mijn moederliefde was mijn brandstof. Ik lééfde voor Kathelijn. Nu ze weg is, weet ik nauwelijks nog wie ik ben. Of wat mijn doel in het leven nog kan zijn. Als het mogelijk was om op je 66ste nog zwanger te worden, ik probeerde het meteen. Ik zou de moederliefde die nog in mijn hart ligt opgeslagen zo graag opnieuw een bestemming geven. "
"Het ergste is dat ook de buitenwereld mij niet langer als de mama van Kathelijn ziet. Haast niemand durft nog te praten over mijn dochter. Ik weet wel dat de mensen zwijgen omdat ze mij niet willen kwetsen. Maar het zijn net hun opeengeperste lippen die mij pijn doen. Hun onhandige pogingen om zo snel mogelijk van onderwerp te veranderen als ik iets over Kathelijn zeg."
Ondanks alles is er ook dankbaarheid, zegt Josiane. Voor de 34 prachtige jaren die ze met haar dochter mocht doorbrengen. En voor de bloeiende rozenstruik in haar tuin. "Meer dan twintig jaar lukte het me niet om hier rozen te doen bloeien. Welke soort ik ook uitprobeerde. Tot ik de rozenstruik die bij Kathelijn in de tuin stond in mijn eigen voortuin plantte. Plots had ik wél rozen. En het waren de mooiste die ik ooit gezien heb."
"De dood is zo prominent aanwezig geweest in mijn leven dat ik enorm gevoelig ben geworden voor alles wat leeft. Zie je dat vogelhuisje daar in de tuin? Ik ben altijd blij wanneer daar een pimpelmees in vliegt. Want dan weet ik dat er een nest gebouwd gaat worden. En dat er vroeg of laat nieuw leven uit mijn vogelhuisje zal fladderen."
Nancy (51), mama van Mike: "Ik ben de mama van een urne geworden."
Juni vorig jaar. Nancy Vantorre en haar man Filip zijn nog maar net geland op het Griekse eiland Cos wanneer ze telefoon krijgen. Hun zoon Mike (22) is overleden, zegt een mannenstem. Nancy vangt nog de woorden 'party', 'drugscocktail' en 'op slag dood' op, maar haar brein gaat in ontkenningsmodus. 'Mike dood? Nee. Dat moet een misverstand zijn'.
In het mortuarium van het ziekenhuis bevestigen de ogen van Nancy wat haar oren niet konden geloven. Ze begint te roepen, te wenen, te verschrompelen. Als ze niet elk besef van tijd en ruimte was verloren, was ze naast Mike gaan liggen en nooit meer opgestaan.
Haar enige zoon verliezen, was altijd al Nancy's grootste schrik. Voor Mike geboren werd, had ze een miskraam gehad. Ze was zich maar al te goed bewust van de broosheid van het leven. Ooit sprak ze haar existentiële moederangst in het bijzijn van Mike uit. 'Mama. Waar jíj nu aan denkt', reageerde hij. Als je jong bent, ben je nog onsterfelijk.
Nancy had een hechte band met haar zoon. Ze knuffelden elkaar vaker dan in West-Vlaanderen gebruikelijk is. En Mike deed zelfs in het bijzijn van zijn vrienden geen enkele moeite om te camoufleren hoeveel hij van zijn moeder hield. 'Love you, mama', zei hij altijd voor hij met zijn maten de deur uitging.
Toch wist Nancy niet dat haar zoon drugs gebruikte. "Ik wist dat hij nu en dan een jointje rookte. Maar dat hij ook aan het zwaardere spul zat, was voor iedereen een complete verrassing. Zowel thuis als op het werk was hij altijd heel attent, heel toegewijd. Misschien heeft hij zijn drugsgebruik voor me verzwegen omdat hij wist hoezeer ik drugs verfoei."
Tegen beter weten in stuurt Nancy Mike nog elke dag Messenger-berichtjes. Dat ze geen antwoord meer krijgt, doet haar hart iedere keer een slag overslaan. Het leven zonder Mike kraakt en wringt. "Ik ben helemaal veranderd. Vroeger was ik net zoals Mike: heel sociaal, altijd een glimlach om de lippen. Maar nu... Als mijn mondhoeken aanstalten maken om naar boven te krullen, denk ik meteen: 'Hoe kan je nu lachen als je kind er niet meer is?'"
"Mijn ouders zeggen dat ik mezelf dat soort gedachten niet mag aandoen. Dat ik nog lang te leven heb en een manier moet vinden om de tijd die mij nog rest draaglijk te maken. Maar in mijn binnenste denk ik: 'Als ze mij morgen komen halen, is het ook goed.' Niet dat ik mezelf iets ga aandoen. Ik wil de mensen om me heen niet met nog meer verdriet opzadelen. Maar mijn leven hoeft geen veertig jaar meer te duren."
Wanneer ik Nancy vraag hoe ze haar eerste moederdag zonder Mike gaat doorbrengen, kijkt ze me radeloos aan. Haar verdriet is recent en rauw. "Moederdag telt niet meer voor mij. Ik ben geen moeder meer. Of toch niet van die lieve jongen die altijd naast mij in de zetel kwam liggen en mij eens goed vastpakte. Ik ben de mama van een urne geworden. Van een foto. Tot vorig jaar keek ik op moederdag altijd uit naar de rozen die Mike voor mij kocht. Maar nu is moederdag synoniem voor verdriet."
"Iemand zei me: 'Als je je ouders verliest, verlies je je verleden; als je je kind verliest je toekomst.' Dat is de nagel op de kop. Ik zal Mike nooit naar het altaar begeleiden. Ik zal nooit op zijn kinderen babysitten. Ik zal nooit samen met zijn gezin op reis gaan. De lijst met dingen die ik nooit zal doen, is eindeloos. Tien maanden geleden was er nog zoveel toekomst. Nu lijkt het alsof er alleen maar een verleden is."
"Om ons op te beuren, zeggen vrienden: 'Jullie hoeven met niemand meer rekening te houden, misschien moeten jullie wat vaker op vakantie gaan.' We hebben dat geprobeerd: in februari zijn we een paar dagen naar Tenerife gegaan. Maar toen we daar rondliepen, dachten we alleen maar: 'Wat doen wij hier in godsnaam?' Je kan je verdriet niet opbergen in een locker op de luchthaven. Je draagt het overal mee naartoe."
Zondag zal Nancy, zoals alle dagen sinds Mike dood is, in de kamer van haar zoon gaan zitten. Alles is er nog precies zoals het was voor hij stierf. Ze praat er vaak tegen hem, dat doet haar deugd. "Maar het zou me nog zoveel meer deugd doen als ik hem gewoon weer in zijn bed zou zien liggen."
"Wat mij rechthoudt, is de overtuiging dat ik Mike ooit terug ga zien. Ik heb vijf jaar geleden een tijdje in een coma gelegen. Daaraan heb ik het gevoel ontleend dat dit leven niet het eindpunt is. Dat er meer is. Daar klamp ik me nu aan vast. Op een dag zal ik Mike opnieuw in mijn armen sluiten. 'Love you, Mike', zal ik dan zeggen."
Met dank aan Petra Heremans, mama van Amelie* en Pieter, en contactpersoon van de vereniging Ouders Van Overleden Kinderen. www.ovok.be
1 note
·
View note
Text
Hoe werden we beoordeeld? Krijgen we loon naar werken of slaan we de bal volledig mis?
Maandag
Zoals vorige week, werd ik ook vandaag naar school gebracht door Lydia en Jessie. Jammer genoeg hadden de leerlingen van grade 4, die ik wiskunde zou gaan geven, een test en kon ik geen les geven.😕 In plaats daarvan heb ik dus weer een uurtje extra remedial gedaan. Ik heb een de groepjes een beetje aangepast zodat het niveau weer beter bij elkaar aansluit. Ik heb ervoor gekozen om Shivinda en Mugeri samen te zetten en Whitness in haar eentje bijles te geven😊. Ik begon dan vandaag ook met Whitness, en het volgende uur met de 2 jongens (Boiki en Rondelela). Bij whitness herhaalde ik het alfabet nog eens heel goed met behulp van het spelletje van de voorbije week en startte ik met ‘THRASS-reading’. Een heel moeilijke opgave, zo bleek🤔. Hoewel ze het alfabet intussen redelijk goed kan opzeggen, bleek lezen toch nog heel erg moeilijk. Weer kwam die lange lip van haar naar boven, intussen denk ik ook dat ik weet hoe het komt. Ze wordt altijd heel stil en werkt niet meer mee vanaf het moment dat het moeilijk wordt. Jammer genoeg draait het bij remedial erom dat we de leerlingen net datgene bijbrengen waar ze het moeilijk mee hebben😕. Ik ging dus weer een stapje terug (naar het alfabet) om daarna opnieuw te gaan lezen. Donderdag is er nog 1 les remedial en vrijdag leggen we de testen af! Ik ben eens benieuwd hoe dat gaat lopen...🤞
De volgende groep was Boiki en Rondelela. De drukste groep, maar vandaag deed tenminste één van de twee zijn uiterste best om mee te werken🎉 Rondelela werkte goed mee, terwijl Boiki weer voor de boerderijgeluiden zorgde. Gelukkig probeerden ze met het lezen goed mee te werken en uiteindelijk werd het nog een heel productief uurtje!😃
Als laatste hielp ik Lydia nog met Engels in grade 4. Het was een leesles en in het begin was iedereen redelijk rustig en ging de les goed😊. Lydia tekende een paar dingen op het bord en dat trok duidelijk hun aandacht. Eens dat we met de leestekst begonnen, was die concentratie al weer verdwenen zoals sneeuw voor de zon🤔. We hadden het nog juist voor elkaar gekregen dat iedereen zijn boek op de juiste pagina nam en de eerste vraag nog zo goed mogelijk invulde, maar toen werd het één grote speeltuin...😅 Iedereen begon te roepen, met tafels te schuiven, op te staan... Alleen de eerste rij en nog een handvol andere leerlingen werkte goed mee. Lydia probeerde verder te gaan met haar les, terwijl ik iedereen probeerde te gaan laten zitten en zwijgen. We hebben meerdere leerlingen buiten gezet, maar ook dat kon de rest niets schelen😮. Ze bleven gewoon verder doen met wat ze bezig waren. Toen Lydia haar les had gezien, zijn we bij de leerlingen die wel goed meewerkte even gaan kijken of alles in orde was en gelukkig ging daarna de bel. Dit was een van de drukste lessen die we tot nu toe al hebben gegeven.🤔
Vervolgens vertrok ik al naar de campus omdat de andere twee nog tot 13u40 moesten blijven en ik al klaar was om 12u. Ik werkte aan mijn les voor morgen, want ik ga een andere les geven omdat ik vandaag geen les heb kunnen geven. Het wordt een herhalingsles over vermenigvuldigen van 10-tallen met 10-tallen. Hier zijn we al enkele lessen mee bezig en ik hoop dan ook dat het redelijk vlot gaat! 🤞😊
Nadat ik enkele ideeën op een rij had gezet, ging ik Lydia en Jessie op school halen om daarna naar de winkel te gaan. We aten nog een ijsje, deden de inkopen en vertrokken weer naar de campus. 😊
Eens aangekomen, maakte ik mijn les volledig af🎉. Als inleiding gaan we een oefening uit het boek maken, als middenstuk heb ik 2 dobbelstenen. Ze moeten met beide dobbelstenen gooien en deze twee cijfers vermenigvuldigen, dan doen we dat nog eens. De twee uitkomsten die we dan krijgen vermenigvuldigen we opnieuw. Hopelijk vinden ze het eens tof om niet de oefeningen in hun boek te maken, maar eens iets nieuw. Als slot had ik dan nog een raadseltje:
Write the number of the month in which you were born.
Multiply this number by 2.
Add 5.
Multiply by 50.
Add your age.
Take away 250.
The last numbers tell your age. The first 2 numbers tell the month in which you were born.
Zeker eens het proberen waard! Hopelijk gaat het voor de leerlingen lukken, want ik kan niet voor iedereen apart de hele berekening op gaan schrijven! Ookal zeg ik het zelf: ik vind dit mijn best les in Zuid-Afrika tot nu toe!😃
Woensdag zijn het verkiezingen in Zuid-Afrika en in tegenstelling tot in België is dat iets heel groots hier. Zo waren er vandaag op de universiteit enkele optochten, die de studenten zelf hadden ingericht, van bepaalde partijen.
Vervolgens deed ik, zoals elke dag intussen, mijn blog bijwerken en RZL leren, we kookten de pasta nog die we hadden met de groenten die we nog hadden. ‘s Avonds deed ik nog wat voor onze bachelorproef en kroop ik weer mijn bedje in.😴
😘
Dinsdag
Vandaag was de grote dag: onze mentoren kwamen ons beoordelen op onze stage! Echt stress had ik niet, maar ik was toch benieuwd wat zij er van vonden! We moesten pas om 10u beginnen waardoor ik in de ochtend nog alles even kon nakijken.😊
Zoals ik gister vertelde, was ik best trots op mijn les en hoopte ik dat de leerlingen dit ook tof vonden. Ik startte met een ‘saaie’ oefening uit het boek om even te herhalen hoe we nu ook alweer 10-tallen met 10-tallen moesten vermenigvuldigen. De meeste leerlingen zijn er echt wel mee weg, waardoor ik met een gerust hart naar de dobbelstenen kon gaan.😁
Eerst gooide ik zelf met de dobbelstenen om de leerlingen een beetje rustig te kunnen houden. Ze vonden het geweldig en iedereen, wat ik voor de eerste keer zag, deed actief en enthousiast mee!🎉🎉 Na enkele oefeningen gedaan te hebben, wat verrassend vlot ging, startte ik met het raadsel. De leerlingen vonden het heel leuk, maar wat ik vreesde, werd ook wel een beetje de waarheid. De leerlingen die niet helemaal mee waren met de leerstof begonnen een beetje rumoer te maken. De jongens in de hoek begonnen elkaar weer eens uit te dagen en voor ik het wist sloeg de ene de andere alweer. Gelukkig had ik dit net gezien en heb ik sommigen vooraan in de klas gezet en de rest uit elkaar gehaald. Toen we deze oefening af hadden, want de meeste waren sneller klaar dan ik had verwacht, maakte we nog enkele oefeningen met de dobbelstenen. Deze keer liet ik de kinderen zelf gooien. Dat vonden ze natuurlijk wel tof waardoor er weer een beetje meer lawaai kwam. Gelukkig werd het ook snel weer rustig en was de les alweer voorbij.😊😃🎉💪
De mentor zei dat ik niets te vrezen had en dat ze het een goede les vond. Ze vond het raadseltje ook heel tof! Voor de uitgebreide feedback krijgen we hopelijk nog een mail, maar het officiële document gaat naar de UCLL, waar wij het hopelijk ook te zien gaan krijgen. Ik kan dus wel zeggen dat ik op deze les geslaagd ben en dat ik mijn laatste les voor de volledige klas heb doorstaan.😃
Eens we terug op de campus waren, hebben Lydia en ik nog wat dingen geregeld over het vervoer voor onze tafels en stoelen. Normaal zouden we dit op vrijdag gaan doen, maar door omstandigheden kunnen we pas op woensdag vervoer hebben. Geen probleem voor ons, dan doen we woensdag gewoon alles! Iedereen vond het wel super leuk wat wij doen voor het schooltje, zo willen ze zelfs dat er een artikel over geschreven wordt en enkele verantwoordelijke willen ons ook komen helpen om alles in orde te maken. Ze willen er een heel ‘evenement’ van maken. 🎉😃🎉
Nadat dat weer gedaan was, begon ik aan de remediallessen van donderdag. Ik ga met hen een memory spelen met de woorden en afbeeldingen van THRASS-reading. Ik begon dus weel te knippen en alles voor te bereiden. 💪
Net zoals gister waren er ook vandaag weer optochten voor de verkiezingen. We kookten weer en natuurlijk kon de afwas niet ontbreken.😅😂 Omwille van de verkiezingen morgen hebben we weer een vrije woensdag. We kunnen dus weer een beetje langer slapen, maar zoals ik al zei, zijn de verkiezingen hier een groot evenement en is het al de hele avond een groot feest. Er is veel kabaal, dus zullen we misschien wel gewekt worden door het lawaai.😉
Morgen hier meer over!😝
😘
Woensdag
In tegenstelling tot wat ik had verwacht, heb ik vandaag tot 8u30 kunnen slapen.🤗 Het was tegen alle verwachtingen in een rustige nacht en ochtend. Eens ik uit mijn bed was gekomen, ben ik direct aan mijn schooltaken kunnen beginnen. Ik heb mijn poster afgewerkt, mijn landenfiche is helemaal af, mijn individuele opdracht voor connecting worlds is tot in de details afgewerkt, mijn blog is weer bijgewerkt... Een productieve dag dus!💪
‘s Avonds maakten we snel croque monsieurs klaar en ik keek nog even naar een film. 😊
Nu kunnen we vol spanning wachten op de uitslag van de verkiezingen, die morgen bekend wordt gemaakt. Laten we hopen dat er geen stakingen van komen en dat we onze laatste weken nog goed kunnen afsluiten!🤞
Tot morgen!😴😘
Donderdag
Oepsie... De wekker liep om 6u30 af, maar deze had ik duidelijk niet gehoord!😳 Om 6u55 schoot ik wakker en zag ik dat ik mij een beetje had verslapen!😮 Ik heb me dan maar snel snel klaar gemaakt, voor eten was geen tijd meer en we konden uiteindelijk toch nog om 7u10 vertrekken! 🤗
Het eerste uur gaf ik remedial. Dit was de laatste groep die ik nog MOEST zien. Ik heb met hen de THRASSwoorden gelezen en daarna proberen te schrijven. Jammer genoeg was dit een klein fiasco en ben ik terug gegaan naar het lezen.🤔 Na enkele keren oefenen, ging het lezen al veel beter en had ik er al wat vertrouwen in dat het op de test ook wel ging lukken. 💪
De volgende 2 uren zou ik de 2 zwakste groepen nog een extra keer begeleiden, maar zij kwamen niet opdagen omdat ze niet uit de les konden. Ik had dus 2 uur verplicht vrij. 😝
Na de lessen gingen we naar de winkel voor de laatste inkopen voor de komende week. We deden dit vandaag al, want vandaag werd de verkiezingsuitslag bekend gemaakt en als dit een beetje verkeerd zou uitdraaien, werd er misschien weer betoogd en gestaakt.😩
MAAR we hebben geluk! Er zijn geen stakingen, noch betogingen geweest en we hebben een heel rustige dag gehad! 🎉🎉
‘s Avonds bakten we nog pannenkoeken en skypten we nog even met de groep van bachelorproef en daarna kropen we weer in ons bedje!
😴
Vrijdag
Deze ochtend konden we tot 7u30 slapen en dat deed toch weer even goed.😉 We printten de testen voor remedial teaching uit en we konden de testen afnemen. We besloten om alle groepen tezamen in 1 lokaal te zetten en dan de testen af te nemen.🤣 Na een uurtje besloot ik om mijn leerlingen de test af te laten geven en naar hun klas terug te sturen. Het was precies een groepswerk aan het kabaal te horen. Ik stuurde de leerlingen, op 2 na, terug naar hun klas. Met deze 2 leerlingen maakte ik de test opnieuw, in stilte. De overige leerlingen maken hun test maandag opnieuw.🤗
Terug op de campus maakten we een groot spel voor maandag. We willen met onze remedial leerlingen leuk afsluiten en dit gaan we dus doen met een grote speurtocht.😃
We maakten voor de laatste keer kip met rijst... GELUKKIG!🎉 De kip met rijst komt bijna door mijn oren terug naar buiten. 😅
Het was een van de friste dagen tot nu toe (het was 22°) waardoor onze kamer goed is afgekoeld!😊 Na een aflevering van ‘The Voice’ kroop ik weer in mijn bed en kan ik hopelijk lang in bed blijven liggen, zonder gewekt te worden door licht en/of lawaai!
😴😘
Zaterdag
De laatste zaterdag op UNIVEN vandaag, dat voelde toch ook weer een beetje vreemd. Dat wilt dus ook zeggen nog minder dan 7 keer slapen op deze matras, mijn rug zal dankbaar zijn! Ook al kijk ik er enorm naar uit om naar huis te gaan, toch wil ik tegelijkertijd hier niet weg gaan. 😕
Ik werd rond 7u30 wakker en stond rond 9u op om al eens te kijken wat er nog allemaal in mijn koffer moet. Toen iedereen wakker was, hebben we ons spel dat we maandag met alle remedialleerlingen gaan spelen, vorm gegeven. We hebben 11 opdrachten die de leerlingen moeten uitvoeren. Om de opdracht te kunnen uitvoeren, moet elk groepje eerst het papiertje met de opdracht gaan zoeken. Als ze de opdracht goed hebben uitgevoerd, krijgen ze een woord van ons. Met alle woorden kunnen ze dan een zin vormen. De zin geeft aan waar we een verrassing hebben verstopt (onze auto). 🎉😊😃
Toen we dit gedaan hadden, heb ik nog wat voor school gewerkt en nog even gelezen.
‘s Avonds keek ik nog een film en ging ik weer slapen, een rustige dag dus!🤗😴
Zondag
Ik werd ook vandaag weer wakker door de rugpijn van ons bed hier. 😩 In de voormiddag werkte ik weer voor mijn examen van ‘religie, zingeving en levensbeschouwing’.
‘s Middags aten we de overschot van gister op. Deze namiddag gaan we even een kijkje nemen op een soort van marktje dat er elke dag staat en om ons laatste weekend hier leuk af te sluiten, gaan we nog een lekker ijsje eten.
Deze avond eten we nog soep en bel ik nog even naar huis (ook hier denk ik aan moederdag).
Morgen start onze laatste week hier. De volgende update gaat er dus één zijn die ik alweer vanuit België heb gepost! Zoals iedereen die mijn kent wel weet, kijk ik er nu al tegenop om weer uren op dat vliegtuig te zitten😩, maar gelukkig heb ik nu een goed vooruitzicht!😉
Tot volgende week voor een volgende blogpost (of weer in levende lijve!)
😘😘
0 notes
Text
Deel 3 Marokko
Zondag 26 feb.
Vandaag niks speciaals gedaan. Heerlijk boek gelezen, wel komen er ’s middags een aantal Nederlandse campers binnen waaronder de reisleider en ass. reisleider. Zijn gaan op het veldje achter ons staan en komen vragen of het niet leuker is om daar ook te komen staan, het moet niet maar anders hoor je er niet echt bij hè. Ja, dat is misschien wel zo dus pakken boeltje in en verkassen. Het is wel gezellig zo met elkaar en er is al een stel waar we een klik mee hebben.
Maandag 27 feb.
We hebben het plan om wat boodschappen te gaan doen want er wordt verteld dat er aan de overkant bepaalde dingen niet te krijgen zijn?? Waaronder natuurlijk wijn. “maar je mag 1 l. pp meenemen” zeg ik. Ach dat luistert niet zo nou zeggen een aantal. Dus toch maar het nodige ingeslagen. Nog een ander stel wil ook boodschappen doen en vragen of wij met hun mee rijden. Hun camper is wat korter dus makkelijk parkeren. En zo kwamen we tegen de middag terug en bleken er weer nieuwe campers bij te zijn gekomen. Ja, morgen moeten we compleet zijn want dan hebben we ons gezamenlijke maaltijd, en briefing hoe we de volgende ochtend naar en op boot gaan.
Dinsdag 28 feb
Wakker geworden met een licht bewolkte hemel maar het is niet echt koud. Het wordt steeds drukker om ons heen en het wordt wel gezellig moet ik zeggen. Een paar stellen waar we gelijk een klik mee hebben. Zo is er ook een dame bij die banjo en ukelele speelt en een prachtige stem. Zij kwamen aan rijden en zagen Rob gitaar spelen en kwam gelijk met haar hele instrumenten verzameling en standaard voor iPad om naast Rob te gaan spelen. Volgens mij moest haar man zelf de camper verder installeren. Maar dat beetje muziek wat ze samen maakte klonk al prachtig.
Via een whiteboard voor de camper van de reisleider werd bekend gemaakt dat er om 17.00 een welkom borrel is met aansluitend een etentje.
Er werd verteld we in de haven moesten enz. En ’s avonds in een restaurant aan overkant van de weg gingen we eten. Het is, voor zover je eerste indruk bepalend is, een gezellige groep, variërend van 85 jaar tot 48 jaar. Rond 23.00 duiken we ons mandje in.
Woensdag 1 maart
Vandaag is het stralend weer en er wordt een camper versiert met ballonnen omdat die persoon jarig is en wordt er ook nog gezongen. Ik heb voor de jarige tijdens de reis een klein kadotje, nml een papieren wensballon waar je een wens kan opschrijven en het lijkt me leuk om tijdens ons verblijf in de woestijn ze met elkaar op te laten. We vertrekken direct na het ontbijt want we moeten om 10.00 uur in de haven zijn en het is nog even rijden. Daar sta je dan met z’n alle in de rij. Er staat ook een kleine bestelwagen die bovenop zoveel heeft liggen dat je zou denken bij de volgende bocht kiept hij om.
Tegen 11.00 uur begint het te rijden maar gaat heel langzaam. Ineens gaat het heel snel want het is bijna 12.00 uur en dan moet de boot varen. Als we eindelijk aan boord zijn moeten we gelijk in de rij voor een loket om ons paspoort te laten stempelen, zo’n chagrijn die man, die heel gewichtig op mijn reeds goed ingevulde formulier mijn naam doorstreepte en precies hetzelfde er boven schreef, hij smeet gewoon mijn paspoort naar mij toe. Toen we eindelijk klaar waren zagen we de haven van Tanger Med al. Pff. Maar dit was nog niet alles. Bij het afrijden moeten we onze camper invoeren. Een formulier in 3 delen die door 1 man met pet werden opgehaald en die vervolgens naar een andere pet moet lopen om daar afgestempeld te worden. En maar wachten tot die alles gestempeld heeft, wat weer door een andere pet verzameld wordt en die aan ons weer 2 delen terug moet geven. Maar ze hebben een hele stapel dus per camper moeten die formulieren weer uitgezocht worden. Hoe onhandig kan je het maken. Alles bij elkaar hebben we 2 uur gewacht voordat we onze stempels hadden en door de slagboom mochten. Onder het wachten zie ik een oud busje dat ook bovenop zo vol geladen was dat die vast omkiept in de bochten en die werd gecontroleerd. Het hele busje moest leeg maar bovenop mocht blijven zitten. Wat een gedoe. Maar goed dat weet je als je naar dit soort landen gaat.
Volgens de kaart en de routebeschrijving van ons vakantieboek komen we uiteindelijk op onze camping. De leiding was al blij dat we dit met daglicht konden bereiken. We rijden door glooiende groene heuvels. Langs de weg staat het vol met mimosabomen die net beginnen te bloeien, en de heggen tussen de weilanden zijn allemaal cactussen. Zo weet je zeker als beest dat je niet even naar de weide van de buurman gaat. Uiteindelijk moeten we ook door een stuk van de voorstad van Tanger. Wat een gekkenhuis was dit zeg, ze knijpen je aan alle kanten en van een 2-baansweg maken ze rustig 3-baans. Maar er lopen ook gewoon mensen op de autoweg waar je 120 km mag rijden. We komen op de camping, nou ja, wat er voor door moet gaan.
Het onkruid staat kuit hoog en we worden kriskras door en voor elkaar gezet. Nou we horen het wel of de buurman vannacht erg snurkt. Maar ook dit kneuterige heeft wel wat. En de groep is geweldig onder elkaar. We helpen elkaar waar nodig is. Bijvoorbeeld met Dirhams pinnen bij de grens, worden de oudjes spontaan geholpen en ze rijden achter ons aan als ze niet zeker zijn van hun tom tom. De eerste die ter plekke waren zaten bij elkaar op een zonnig plekje aan de borrel. Bij het ondergaan van de zon loop je in 5 min naar de grotten van Hercules en daar zien we de zon in de zee zakken. Prachtig om te zien.
Donderdag 2 maart
We worden wakker met een stralende zon maar je voelt wel dat de nacht koud en vochtig was. Er komt een mannetje brood brengen voor 20 cent en lekker. We zetten koers naar Moulay Bousselham, maar onderweg zijn er diverse dingen te zien. We kunnen naar een berg oude stenen, of naar soukh en een markt. Wij kiezen voor de soukh en markt. Komen in Asillah en daar gaan de door een oude stads poort naar de soukh. Mijn hemel wat een gekrakeel van mensen dieren en spullen. Overal rijden ze met handkarren (2 fietswielen met een plateautje ertussen) door de nauwe straatjes vol met mensen en koopwaar. Veel oude vrouwtjes (met tandeloze bekkies en strohoed met een vel gekleurde pompoentjes aan de rand) op de grond achter een kleed zitten met groenten en fruit uit eigen tuin. Op tafels torentjes van alle mogelijke kruiden, gedroogde zaden/noten/vruchten/rijst/macaroni en zelfs losse waspoeder. Rob raakt aan de praat met een Ned/Maroccaan en die helpt ons met wat boodschappen. Er lagen bv hele kammen bananen, kan ik ook 4 bananen kopen? En wat voor soort vis kan ik nemen. Hij hielp ons prima op weg. Ik het volgende plaatsje Larrache zijn we de soukh in gegaan. Ook prachtig om te zien maar ook een hoop armoe. Zo heb nog nooit zoveel mensen in een dag gezien met een gebrek, zoals mank lopen of scheef gegroeid of helemaal niet kunnen lopen, en zoveel bedelaars. Ja dat weet je in dit soort landen, maar weten en zien is toch wel een verschil. En dan die oude vrouwtjes die op een kleedje op de grond zitten ach zo zielig. Eind van de middag komen we onze camping aan. Ziet er prima uit en voor vogel liefhebbers een walhalla want we zitten aan een lagune met veel moeras om ons heen en veeel muggen.
Vrijdag 3 maart
Vandaag is het bewolkt. Een deel van de groep gaat vandaag varen door de lagune. Dat zijn de plaatselijke vissers die na het vissen nog een keer uitvaren. Vooral de mensen die graag vogels spotten doen daar aan mee. Wij zijn even naar de telecom winkel geweest om een Marokkaanse telefoonkaart te kopen. Dit wil de leiding graag voor het geval er onderweg iets gebeurt met iemand kunnen we elkaar bellen. ’s Middag gaat het regenen en waaien maar we maken het gezellig met elkaar en vanavond gaan we met een stel naar een visrestaurant hier in het dorp.
1 note
·
View note
Text
PhenQ Dieetpillen Herziene
Hey, Dit is mira, en je bent het lezen van mijn ongecensureerde mening over wat ik echt nagedacht over de PhenQ dieetpillen.
Houd er rekening mee dat dit een beoordeling, maar als u op zoek bent naar PhenQ officiële website, klik hier om de officiële PhenQ site te bezoeken.
Waarom schrijf ik dit?
Nou, toen ik zat te denken over het kopen van PhenQ, waren er niet veel echte reviews, dus ik dacht dat ik zou een snelle één voor één van jullie die in dezelfde positie als mij te helpen schrijven.
Maar wees voorzichtig, ga ik in de goede punten en de slechte punten te gaan, dus als dat is iets wat je misschien niet wilt horen, dan kunt u nu vertrekken.
Dus, laten we beginnen deze review …
PhenQ
4,9 van 5 Gebaseerd op 87 meningen
Prescription gratis
PhenQ is een pil voor gewichtsverlies die is goedgekeurd door GMP & FDA Laboratories, waardoor de kwaliteit ervan onbetwistbaar is en het waard is om in uw medicijnkastje te zijn.
De PhenQ-dieetpillen zijn sinds medio 2016 de bestverkopende optie om af te vallen.
Maar Desalniettemin:
Voordat je besluit om ze te krijgen, laat me je het precies vertellen
1. Hoe PhenQ werkt en hoe het u kan helpen. 2. Ingrediënten die in PhenQ worden gebruikt. 3. Bijwerkingen.
Dus u vermijdt de onzekerheid en weet dat PhenQ geschikt voor u is.
Trouwens, het maakt niet uit of je een man of een vrouw bent. PhenQ werkt prima voor beide geslachten.
Hoe werkt PhenQ?
PhenQ is in principe een 3-in-1 oplossing voor gewichtsverlies. Het tast het overtollige vet in je lichaam op 3 manieren: –
Verminder eetlust PhenQ is een geweldige eetlustremmer dus het maakt je een voller gevoel zodat je minder calorieën eten.
Vetverbrander. Verhoog uw metabolisme en verbrand meer calorieën dan normaal om meer vet te verbranden en energieker te voelen.
Het vermindert de opslag van vet in je lichaam, maar dit effect is erg klein.
Bezoek de officiële website nu
Actieve ingrediënten in PhenQ en hoe ze werken
Het goede aan PhenQ is dat het natuurlijke ingrediënten bevat. En de combinatie van deze ingrediënten zorgt voor een synergetisch effect dat uw lichaam helpt meer vet en calorieën te verbranden.
Dus,Wat zit er in deze afslankpillen?
Cafeïne (142,5 mg) (verbetert de thermogenese)
Capsimax poeder (15,5 mg) (vetverbranding)
Nopal (20 mg) (eetlustremmer)
Chroompicolinaat (10mcg) (controleert de hunkering naar koolhydraten en suiker)
Calciumcarbonaat (625 mg) (Helpt bij het handhaven van een optimaal gewicht)
L-Carnatine Furmarate (150 mg) (Verandert vetten in energie)
α-Lacys Reset ® (reductie en oxidatie van cellen)
Elk ingrediënt is geweest gecertificeerd als volledig veilig voor menselijke consumptie.
Wetenschappers hebben deze ingrediënten gebruikt om een ongelooflijke vetverbrander (PhenQ) te maken die je helpt overtollig lichaamsvet te verplaatsen dat zich op de meest irritante plaatsen ophoopt, zoals de buik, dijen en heupen.
Dus samen helpen de ingrediënten in PhenQ:
Voorkom dat je honger hebt, onderdrukt je eetlust zodat je minder tussendoortjes eet en minder eet.
Ontgrendel je opgeslagen lichaamsvet, zodat het begint te branden voor energie.
Er doorheen thermogenic helpt calorieën te verbranden 20% sneller dan normaal.
Verhoog energie.
Klik hier te bezoeken de officiële website PhenQ
Mijn resultaten na het gebruik van PhenQ
Dus ik verloor eigenlijk 69,5 pond (31 kilo) tijdens de 7 maanden dat ik hem innam. Hier zijn mijn PhenQ resultaten.
Dat vermindert een totaal van 10 pond (4,5 kilo) per maand en ik voel me niet alsof het was zo moeilijk.
Alles wat ik deed was oefening voor 20-30 minuten per dag en ik nam PhenQ dat hielp me uitknippen van de snacks.
Ik heb het gevoel dat ik kon zeker meer verloren als ik had uitgeoefend voor langer en verminderde mijn calorieën een beetje meer.
In feite heb ik waarschijnlijk wat gewicht links te verliezen, maar ik ben blij dat ik ben niet zo overgewicht.
De voordelen van gewichtsverlies zijn talrijk. Dit zijn enkele van de dingen die ik heb gemerkt sinds ik gewicht verloren.
Ik voel en ik kijk jonger.
Ik ben gelukkiger en ik ben meer ontspannen.
Ik heb meer energie.
Ik heb meer vertrouwen.
Mensen behandelen me beter.
Mijn huid en mijn haar zijn gezonder.
Ik ben meer gerespecteerd op het werk.
Ik ben niet meer zo bewust van mezelf.
Ik ben meer sociale
Ik draag mooie kleren, want ik voel me beter over mezelf.
En ik denk dat het leven is veel beter na het verliezen van gewicht dankzij PhenQ.
Ik denk dat als je het nemen en doen wat regelmatige lichaamsbeweging en de controle van uw calorie-inname, dan zul je snel gewicht te verliezen.
Het is het enige wat ik heb gevonden dat echt heeft me geholpen gewicht te verliezen.
Dosis
Een fles PhenQ bevat 60 pillen. Daarom moet je 2 pillen per dag te nemen. Een in de ochtend en een in de middag met de lunch.
Klik hier om PhenQ nu te bestellen
Tijdelijke aanbieding: koop 2 flessen en ontvang 1 gratis fles
[Beste voorstel] Kopen online PhenQ dieetpillen
Bestellen 3 kolven + Get 2 gratisBeperkte tijdaanbieding: 379.75 € 174.95 €
Klik hier om te bestellen PhenQ dieetpillen
60 dagen gegarandeerd geld terug
Gratis en quickenvoted voor iedereen
Ahorroporcompras al Mayor
Reguliere prijzen
1 fles 75.95 € 65.95 € (Klik hier)
2 flessen 227.85 € 129.95 € (Klik hier)
Merk op dat:
De effecten van gewichtsverlies die door een aanvulling zijn strikt complementair.
De afslankpillen om gewicht te verliezen mag nooit optreden als substituten voor elementaire dingen zoals voeding en het beheer van calorie-inname, werk en andere vormen van fysieke activiteit, motivatie en toewijding aan het proces van gewichtsverlies.
Echter, als je PhenQ toe te voegen aan uw gewichtsverlies programma, u verwachten dat een extra 8-12 pond van lichaamsvet te verliezen in de komende 2 maanden.
De voors en tegens van PhenQ
Dus ik zal beginnen met de CONS ..
Neem het niet ‘s nachts in – Op een dag besloot ik PhenQ om 22.00 uur te nemen omdat ik vergat het tijdens de lunch in te nemen.
Nou, die nacht was ik wakker tot 3 uur ‘s morgens omdat het een energiebooster en een stimulerend middel is. Domme fout van mij.
Dus als je van plan was om PhenQ te nemen voor je avondworkout, dan is het waarschijnlijk geen goed idee, want je bent de hele nacht wakker.
Ik raad niet aan om na 18.00 uur te nemen als je wilt gaan slapen!
Hoofdpijn – Af en toe kreeg ik hoofdpijn na het nemen van PhenQ. Dit kan zijn door minder te eten, waardoor mijn bloedsuikerspiegel daalde.
Na het innemen van een paar paracetamol voelde ik me goed. Om eerlijk te zijn, ik heb altijd last gehad van hoofdpijn, dus ik weet niet of het echt iets met PhenQ te maken had.
Laten we nu eens praten over de PRO’S.
Het is een krachtige eetlustremmer – De belangrijkste reden dat ik had gekregen, zodat overgewicht is omdat ik zat op mijn bureau de hele dag eten.
Nadat ik begon met PhenQ ik was nogal verrast om te ontdekken dat ik bijna helemaal gestopt met eten omdat ik gewoon niet hongerig was.
Dit hielp me ook mijn calorieën te verminderen door een enorme hoeveelheid die waarschijnlijk een grote reden waarom ik verloren gewicht.
Meer energie – Binnen 10-15 minuten van het nemen van het ik denk dat het echt stimuleert en maakt u zich meer alert en energiek. Energiek is niet echt hoe de meeste mensen me zou beschrijven, maar na het nemen van dit merk ik een echte verandering in mijn energie-niveaus voor een paar uur.
Nu heb ik gestopt met eten en ik heb meer energie, heb ik gewerkt meer.
En met alle energie die het geeft me, heb ik regelmatig te oefenen, die ik ben er zeker van heeft geholpen met gewichtsverlies.
Verandering van niet uit te oefenen om te doen ongeveer 25 minuten per dag. Ik had nooit de energie voor om iets te doen, dus dit toont alleen hoe krachtig PQ is.
Je zou denken dat je zou lage energie niveaus hebben door het verminderen van de calorieën die je nam, maar het tegenovergestelde daadwerkelijk is gebeurd.
Vetverbranding – Dus het belangrijkste voordeel is dat het echt doet wat het zegt dat het gaat doen en dat is om vet te verbranden. Je echt het gevoel van de effecten na het nemen van het en ik heb net zo veel gewicht verloren met het ik denk eerlijk gezegd is het een krachtige vette brander.
Iedereen kan het gebruiken – Ik heb geprobeerd deze trainingsprogramma’s in het verleden, dat waren gewoon zo moeilijk voor een normaal persoon te doen. Ik heb geen tijd om uren te besteden elke dag oefenen of koken speciale maaltijden.
Ik vind dat alles wat gedaan moet worden met PhenQ is om het te nemen in de ochtend en tijdens de lunch en het zal uw eetlust te onderdrukken en geef je energie. Met deze energie dan kun je een beetje oefening.
Om eerlijk te zijn, ik denk dat ik zou gewicht te verliezen, zelfs als ik niet uit te oefenen alleen maar omdat je eet minder en helpen vet te verbranden.
Het werkt echt – Maar over het algemeen denk ik dat de belangrijkste reden waarom ik het leuk vind is omdat het werkt. Ik heb geprobeerd allerlei manieren om gewicht te verliezen voor, met geen echt succes, maar ik begon te verliezen gewicht zeer snel na het innemen van PhenQ.
Geld terug garantie – Om eerlijk te zijn, ik weet niet veel over dit, omdat ik niet eens na te denken over het vragen voor mijn geld terug volgens de website die een 67 dag geld terug garantie als u niet tevreden bent dus dat is vrij goed.
Sommige getuigenissen van echte gebruikers van PhenQ
Haal je PhenQ hier at phenQ.nl
Moet je kopen PhenQ of niet?
Alleen als je serieus nadenkt over het verliezen van gewicht.
Dus velen van ons kopen pillen en trainingsplannen en dan nooit gebruiken of wanneer het echt komt neer op dat we liever wat taart eten dan gewicht te verliezen.
Het is niet een wonder pil en ik heb niet verliezen 36 pond ‘s nachts. Gemiddeld verloor ik een paar pond per week.
Dus het kost tijd.
Maar als je serieus nadenkt over het verliezen van gewicht, dan zou ik zeker aanraden het kopen van PhenQ.
U zult meer energie en verminderen uw eetlust om u te helpen stoppen met eten en eten.
En het werkt echt als je blijft met het!
Dus als je eindelijk klaar om gewicht te verliezen dan nog wat PhenQ ik heb geen twijfel dat je gewicht zal verliezen ook.
Klik hier om nu te kopen PhenQ
Ontvang 20% off-gratis wereldwijde verzending
Veel gestelde vragen over PhenQ
#1 – Werkt het voor mannen en vrouwen?
Ik zou zeggen ja. Ik heb gezien getuigenissen van mannen en vrouwen en ikzelf als een vrouw hebben verloren gewicht met PhenQ. Het maakt niet uit als je een man of een vrouw, kun je gewicht verliezen met hem.
#2 – Zal het werk voor mij?
Everyone I have given PhenQ has reported the same impulse energy and appetite suppression effects. I’m such a fan and a believer now that I know it works. I think it will work for everyone. So yes, it will work for you too.
#3 – Hoeveel gewicht kan ik verliezen met het ?
Nou, ik persoonlijk verloren ongeveer 13 pond per maand gemiddeld en ik denk dat ik meer zou hebben verloren als ik had uitgeoefend voor meer dan 25 minuten per dag en als ik had verlaagd mijn calorieën nog meer. Dus ik zou zeggen dat tussen de 10-20 pond per maand mogelijk is.
#4 – Wat zou ik eten ?
Persoonlijk aanhangen ik me niet aan ieder bepaalde dieet. Sinds ik heb met PhenQ neem ik zelden snacks en ik gewoon niet zo veel te eten. Als ik eet, ik probeer zo gezond mogelijk, weet je, groenten en fruit en vis te eten, maar ook als het voedsel dat ik graag, zoals pizza en dingen die er van tijd tot tijd, want het is niet een groot ding om een lekkere maaltijd een keer in de zoveel tijd als je gezond eet 90% van de tijd.
#5 – Hoeveel moet ik bestellen om de beste resultaten te krijgen?
Studies hebben aangetoond dat het duurt gemiddeld 66 dagen om slechte gewoonten te doorbreken en vormen nieuw en goed, dus ik raad vragen voor een twee-maand levering van PhenQ. Beter nog, als je twee flessen PhenQ koopt, krijg je een derde gratis pot!
#6 – Hoe te PhenQ nemen?
Neem gewoon één PhenQ-pil bij uw ontbijt en één bij uw lunch. De aanbevolen dosering niet overschrijden. Omdat PhenQ cafeïne en andere ingrediënten bevat die zijn geformuleerd om je energieniveau te verhogen, raad ik af om na 15.00 uur PhenQ te nemen om te voorkomen dat je je slaappatroon onderbreekt. Als u gevoelig bent voor cafeïne, ik raden u aan uw inname van koffie en andere dranken die cafeïne bevatten, terwijl het nemen van PhenQ beperken.
#7 – Wie zou PhenQ niet moeten nemen?
Zwangere en lacterende vrouwen, en kinderen jonger dan 18 jaar moeten PhenQ vermijden. Als u momenteel een voorgeschreven medicijn gebruikt of een reeds bestaande medische aandoening heeft, dient u uw gezondheidsdeskundige te raadplegen voordat u PhenQ inneemt.
#8 – Heeft PhenQ interageren met eventuele medicatie?
Omdat PhenQ is gemaakt van natuurlijke ingrediënten, voor zover ons bekend is, werkt het niet samen met medicatie. We raden u echter aan om uw arts of zorgverlener te raadplegen voordat u PhenQ gebruikt als u medicatie gebruikt.
#9 – Waar kan ik PhenQ kopen?
Momenteel u alleen kopen PhenQ van de officiële phenq.com website. Wij accepteren betalingen met Visa, MasterCard, American Express en Skrill. Gelieve niet proberen om PhenQ te kopen van andere websites zoals Amazon of eBay in de hoop op besparing op de aankoopprijs. Deze producten zijn goedkoop en namaak oplossingen en ze zijn niet PhenQ.
#10 – Is PhenQ geleverd in mijn land?
PhenQ wordt wereldwijd geleverd. PhenQ biedt gratis verzending overal in de wereld. PhenQ wordt verzonden vanuit haar magazijnen gelegen in de USA, het United Kingdom en Germany, en uw bestelling zal worden verzonden vanaf de dichtstbijzijnde winkel naar u om ervoor te zorgen levering wordt zo snel mogelijk. Alle bestellingen worden binnen 24-48 uur verzonden en zullen in een discrete verpakking worden afgeleverd.
#11 – Does PhenQ have a money back guarantee?
Ja, PhenQ biedt een 60 dagen niet-goed-geld-terug-garantie, dus je hebt niets te verliezen, maar je gewicht. Gewoon terug ongebruikte PhenQ in de originele verpakking binnen 67 dagen na ontvangst van uw bestelling en zij zullen u een volledige terugbetaling, exclusief eventuele verzendkosten.
Powered by HTML5 Responsive FAQ
Dat is alles wat ik te zeggen heb over PhenQ.
Blijf gewoon op de hoogte en als je hulp nodig hebt, laat hier een reactie achter en ik zal mijn best doen om al je vragen te beantwoorden.
En vergeet niet om terug te komen en laat ons weten hoeveel gewicht je hebt verloren! Ik hou van het luisteren naar succesverhalen.
Laat een reactie achter
from Wonder Pillen https://wonderpillen.com/phenq-dieetpillen-herziene/
0 notes
Text
Biohacks
Heb je wel eens zo een tip gehoord waarvan je in het begin dacht: wat is dit voor een grote grap!? Dat de tip misschien tegen al je overtuigingen inging en je dacht, dit ga ik nooit uitvoeren? Maar wanneer je je er dan verder in ging verdiepen je steeds meer begon te twijfelen over je eerste gevoel.
Een voorbeeld hiervan kan zijn, alleen eten tussen 12 en 6 uur savonds. Waarschijnlijk hebben je ouders je altijd verteld dat ontbijten goed is (wat hen weer is verteld door ontbijtproducten in hun advertenties en PR). En misschien denk je ook wel dat je dat helemaal niet kan of dat je dan alleen maar honger hebt en niet kan presteren.
Maar hoe meer je erover leest en hoe langer je erover nadenkt, hoe meer je begint te twijfelen of dat wel echt zo is. Misschien probeer je het dan toch een keer en ben je dan heel enthousiast en veranderen je overtuigingen. Wat Charlie Munger (partner van Warren Buffett) zei: “Change one belief every year”.
In deze mail gaat precies zoiets komen. Iedereen waaraan ik het voor de eerste keer vertel, moet lachen of verklaart mij voor gek. Maar degenen die openstaan om ook de andere kant van het verhaal te horen en verder te luisteren, komen er toch steeds meer achter wat voor positieve impact het heeft op je leven. Dus daarom hoop ik dat je voor deze ene keer een open mindset kan houden en buiten je comfort zone durft te gaan.
Wat ik hier ga vertellen komt rechtstreeks uit de mond van Dave Asprey, een Silicon Valley entrepreneur. Hij had het erg druk. Door zijn gezin en het runnen van zijn bedrijf kwam hij weinig toe aan slapen en sporten. Hierdoor merkte hij dat zijn prestaties achteruit gingen. Daarom is hij jarenlang gaan zoeken naar dingen die hij Biohacks noemt. Dit is een heel cool woord voor iets wat je vroeger bij GTA en Age of Empire deed: bepaalde cheats invoeren waardoor het allemaal veel makkelijker en leuker werd.
Deze biohacks hebben hem geholpen om naast al zijn bedrijven en zijn gezin een goedlopend blog, boek en product op de markt te zetten en met 4 uur slaap en af en toe 4000 (gezonde) calorieën op een dag te consumeren en zonder te sporten ontzettend veel energie te hebben én een sixpack tevoorschijn te toveren.
Na het lezen van zijn boek “the bulletproof diet” zijn er twee biohacks die ik graag met je wil delen, want sinds ik deze toepas merk ik geweldige resultaten in mijn energieniveau en hoe ik me over het algemeen voel.
De eerste is het zoutwaterdrankje……
Dit is misschien een van de meest smerige dingen die je op de dag gaat drinken (behalve als je het aanmaakt met limoen). En daarom deel ik maar weer een van mijn favoriete quotes all time van Jerzy Gregorek: “Hard choices, easy life. Easy choices, hard life” of “It’s always the hard part that makes the difference” (ik weet niet meer van wie die laatste quote is dus mocht je het weten...).
Maar waarom zou je het zoutwaterdrankje drinken
- Er zijn online ontzettend veel onderzoeken te vinden waarin staat dat dit een goede detox is voor je lichaam en het je lichaam schoonmaakt van alle stofjes die er niet horen;
- Omdat je hierdoor meer vocht opneemt, krijg je meer adrenaline en energie gedurende de dag;
- Het verbetert je mineralenbalans wat goed voor de cellen is;
- En wanneer je brak bent voel je je daarna weer stukken beter omdat je meer vocht opneemt.
Nu kan je waarschijnlijk niet meer wachten tot je twee grote slokken zeewater mag drinken. Wacht toch nog maar even. Want het beste is dat je het elke ochtend doet. Direct als je wakker wordt. Ook is het belangrijk dat je geen keukenzout gebruikt maar zeezout of andere zouten van hoge kwaliteit (zoals himalaya of pink zout).
En na die slok zeezout kan het eigenlijk alleen nog maar beter worden… en dat wordt het ook. Namelijk, met de tweede biohack. Dit is wat Dave Asprey de bulletproof coffee noemt. En ik kan je beloven dat dit een heerlijke kop koffie is en daarnaast ook nog veel andere voordelen heeft. Het is namelijk koffie met kokosolie (deze doe ik), MCT olie of boter (van grasetende koeien) erin. Het is ideaal om deze koffie net na de ochtend workout te nemen omdat koffie na de workout ervoor zorgt dat de koolhydraten sneller door je lichaam naar de spieren worden gepompt. Mocht je niet in de ochtend sporten zou ik het gewoon aan het eind van je fast doen, dus rond 12 uur. En naast dat het heerlijk smaakt zijn er natuurlijk nog meer voordelen:
- Het zorgt ervoor dat je lang vol zit, dus mocht je willen afvallen hoef je erna weinig te eten.
- De vetten in de koffie maken ketones aan wat door de brein sneller gebruikt kan worden dan koolhydraten of suikers, waardoor je scherper na kan denken.
- Het zorgt voor meer energie gedurende de hele dag zonder een insulinepiek.
Dus mocht je morgen nog beter willen presteren dan vandaag, harder willen werken, studeren en sporten, probeer dan deze twee biohacks. En nee, natuurlijk gaat alles niet van de een op de andere dag je hele leven veranderen zoals in een sprookjesboek. MAAR, wanneer je er een happy ritual van maakt, zal het je leven zeker weer een stukje mooier maken!
0 notes
Text
Opdracht Middeleeuwen
Lorenzo Baldi 4B
Korte samenvatting van de inhoud
De hoofdpersoon is Karel de Grote en zijn tegenspeler is Elegast.
Koning Karel de Grote wordt in de nacht voor zijn hofdag gewekt door een engel. Deze engel beveelt Karel om te gaan stelen, maar Karel doet dit niet. Pas na de derde keer gelooft Karel het en sluipt ongemerkt het kasteel uit.
Op een gegeven moment komt hij een hoofdridder tegen. Beiden willen niet zeggen wie ze zijn en er ontstaat een gevecht. Na een hevig gevecht noemt de onbekende ridder zijn naam: Elegast, dit was een vroegere leenman die Karel verbannen had.
Samen besluiten ze om bij Eggeric (dit is de zwager van Karel) in te breken. Elegast wilde absoluut niet ingaan op het voorstel van Karel, om bij de keizer te gaan stelen, hieruit blijkt de onvoorwaardelijke trouw van Elegast, die ondanks dat hij verbannen was achter de keizer blijft staan. Tijdens het inbreken gedraagt Karel zich erg onhandig. Hij blijkt echter ook geen goede dief te zijn door te willen inbreken met een ploegijzer. Door een wonderkruid in zijn mond te stoppen kan Elegast verstaan wat de dieren zeggen. Hij hoort dat de keizer in de buurt is, maar gelooft hen niet. Ook Karel gelooft niet wat Elegast beweerd en krijgt het kruid in zijn mond geduwd. Ook hij hoort de dieren zeggen dat de koning is, maar plotseling raakt Karel het kruid kwijt.
Elegast neemt een flinke buit mee uit het huis van Eggeric maar als extraatje wil hij nog een kostbaar zadel uit de slaapkamer van Eggeric stelen. Eggeric en zijn vrouw worden wakker van het gerinkel van de bellen van het zadel en Elegast verstopt zich onder het bed. De vrouw vraagt waarom Eggeric nu al een aantal dagen niet kan slapen en eten, waarop Eggeric aan zijn vrouw vertelt dat morgen koning Karel vermoord zou worden. Eggeric’s vrouw is Karels zuster en als zij tegen hem uitvalt omdat hij de keizer wil vermoorden, slaat Eggeric haar in het gezicht. Ze heeft een bloedneus en ook haar mond bloedt.
Elegast vangt wat van haar bloed op in zijn handschoen als bewijs en tovert daarna op een magische manier iedereen in slaap en vlucht het kasteel uit. Buiten het kasteel aangkomen vertelt hij alles aan Karel. Elegast weet echter niet dat de echte keizer voor hem staat.
Karel begrijpt nu de reden dat hij van God moest gaan stelen. Karel belooft aan Elegast dat hij de keizer zal inlichten, omdat Elegast het niet durft omdat die ruzie had met de Karel. Zo gaan ze uit elkaar. Door deze nachtelijke tocht ontdekt Karel dat Elegast, ondanks dat hij verbannen is, toch heel trouw aan zijn keizer is gebleven. Niet alleen Elegasts trouw maar ook de ontrouw van Eggeric komen aan het licht.
Op de hofdag worden alle samenzweerders gevangen genomen. Er komt een tweestrijd tussen Eggeric en Elegast. Diegene die de waarheid spreekt zal met behulp van God de strijd winnen. Elegast wint na een heel lang gevecht de tweestrijd. Eggeric wordt gedood en Elegast wordt in eer hersteld. Later krijgt Elegast Karels zuster, de weduwe van Eggeric, als vrouw.
Gebeurtenissen
Nu geef ik een samenvatting van de tekst:
Mariken gaat boodschappen doen voor haar oom Gijsbrecht in Nijmegen. Het is de bedoeling dat ze overnacht bij haar tante in Nijmegen omdat haar oom bang is dat Mariken in het donker iets overkomt. Haar tante doet echter heel bot en stuurt haar weg. Mariken rent weg en besluit zich van niemand iets aan te trekken. Ze roept om hulp. Of deze van God komt of van de duivel maakt haar op dat moment niets uit, zo wanhopig is ze. De duivel hoort deze woorden. Hij belooft Mariken de 7 kunsten te leren en van haar de knapste vrouw te maken die ooit heeft geleefd als ze met hem meegaat. Mariken is overgehaald, maar de duivel wil wel dat ze haar naam verandert en ze moet beloven nooit meer een kruisteken te maken. Uiteindelijk stemt Mariken in en laat zich vanaf dan Emmeken noemen. Mariken en Moenen (de duivel) reizen af naar 's Hertogenbosch.
Het verhaal gaat verder bij oom Gijsbrecht, die zich afvraagt waar Mariken blijft. Hij gaat naar z'n zus. Die zegt dat Mariken is vertrokken en is niet bepaald vriendelijk. Gijsbrecht vertrekt. Later hoort haar oom dat Marikens tante haar ziel heeft verkocht aan de duivel en haar keel heeft doorgesneden nadat ze heeft gehoord dat hertog Arend is vrijgelaten nadat hij was opgesloten door zijn zoon Adolf.
Emmeken en Moenen zijn inmiddels doorgereisd naar Antwerpen. Daar gaan ze wijn drinken en komen in contact met twee drinkeboeren. Emmeken draagt een gedicht voor en vele mensen verzamelen zich. Moenen zorgt voor een opschudding en er wordt iemand vermoord. Emmeken en Moenen besluiten te gaan wonen in de Gulden Boom en dankzij hun toedoen worden er dagelijks allerlei misdaden gepleegd. Emmeken krijgt een beetje spijt van haar zondig leven, maar ze denkt dat het al te laat is om tot inkeer te komen. Na 6 jaar (en vele misdaden) wil Emmeken haar familie opzoeken. In Nijmegen aangekomen is er een wagenspel dat ieder jaar terugkeert: het spel van Masscheroen. Emmeken haalt Moenen over te gaan kijken, maar Moenen doet dit met tegenzin. Hoe langer Emmeken naar het spel kijkt, hoe meer spijt ze krijgt. Ze krijgt berouw en keert zich tegen Moenen. Moenen wordt kwaad en neemt haar mee naar boven, heel hoog om haar vervolgens te laten vallen. Oom Gijsbrecht staat ook tussen het publiek bij het wagenspel en ziet Emmeken naar beneden vallen. Oom Gijsbrecht maakt een gebed waar Moenen niet tegen op kan.
Hij wordt woedend maar kan niets doen. Haar oom is blij dat Mariken weer terug is maar is wel geschrokken. Hij helpt haar met vragen van vergiffenis aan God. Uiteindelijk wordt Mariken vergeven na dat ze haar berouw heeft getoond.
De gebeurtenissen en gevoelens spelen beide een grote rol in het verhaal. De hoofdgedachte van het verhaal is, dat ongeacht de grootte van je zonden, God je kan vergeven als je berouw toont.
De inhoud van het boek
Samenvatting:
Mariken woont met haar oom Gijsbrecht in een plaatsje, op ongeveer 3 mijl afstand van Nijmegen. Op een dag stuurt Gijsbrecht Mariken naar Nijmegen om boodschappen te doen. Hij vertelt haar dat als ze niet voor het donker thuis kan komen, ze bij haar tante en zijn zus in Nijmegen moet blijven slapen.
Mariken gaat naar Nijmegen, waar ze alles koopt wat zij en haar oom nodig hebben. Ze komt tot de ontdekking dat het nu te laat is om nog terug naar huis te lopen en besluit naar haar tante te gaan.
Mariken vraagt haar tante of ze een bed voor haar heeft, omdat het te gevaarlijk is om in het donker terug te lopen. Haar tante begint haar uit te schelden voor slet en zegt dat Mariken helemaal geen boodschappen heeft gedaan en ze niet bij haar mag blijven slapen.
Mariken is heel verdrietig door de beledigende opmerkingen van haar tante en ze vertrekt in het donker uit Nijmegen. Bij een grote struik gaat ze zitten huilen. Ze biedt zichzelf herhaaldelijk aan de duivel aan en dit hoort de duivel. Hij zegt bij zichzelf: “Dit levert me haar ziel op ”.
De duivel stelt zich voor als Moenen. Hij zal Mariken de zeven vrije kunsten leren (retorica, musica, logica, grammatica, geometrie, aritmetica en alchemie) en alle talen van de wereld als Mariken intiem met hem gaat samenleven. Ook moet Mariken haar naam veranderen in Emmeken, omdat Mariken hem te veel doet denken aan Maria. Mariken moet ook beloven nooit meer een kruisteken te maken. Dan gaan Moenen en Emmeken op weg naar ’s-Hertogenbosch.
Gijsbrecht begint zich als Mariken na enkele dagen nog niet thuis is zorgen te maken, Hij besluit naar Nijmegen te gaan. Hij gaat naar zijn zus en na lang aandringen vertelt deze dat Mariken bij haar was geweest en dat ze Mariken naar een herberg had gestuurd waar Mariken al de hele dag had zitten drinken. Gijsbrecht is kwaad over wat zijn zuster over Mariken heeft gezegd en hij vertrekt weer naar huis. Hij vraagt Maria, de moeder van God hem bij te staan. Later pleegt de tante van Mariken zelfmoord, omdat de oude Hertog Arend uit de gevangenis werd vrijgelaten. Moenen moedigde haar hierbij aan. Ze doodde zichzelf omdat ze bij haar partijkeuze wilde blijven, ze had gekozen voor de jonge Hertog Adolf.
Na enkele dagen in ’s-Hertogenbosch door gebracht te hebben, gaan Moenen en Emmeken op weg naar Antwerpen. Ze logeren in ‘De Gulden Boom”. In Antwerpen leven Moenen en Emmeken een zondig leven. Door hun toedoen wordt er elke dag wel iemand vermoord.
Na zeven jaar in Antwerpen geleefd te hebben, krijgt Emmeken toch enige spijt van haar zondige leven en wil graag haar familie opzoeken. Ze vraagt het aan Moenen en hoewel Moenen het niet leuk vindt, stemt hij toch toe. De volgende dag vertrekken ze naar Nijmegen. Ze komen daar op de dag van Maria-processie aan. Er wordt een wagenspel gespeeld ‘Masschroen’. In het stuk wordt verteld dat God iedereen altijd vergeeft, hoe slecht deze zich ook gedragen heeft, als deze berouw toont. Emmeken wil het stuk graag zien. Moenen geeft haar toestemming, ook al weet hij dat hij Emmeken hiermee kan verliezen, omdat ze berouw zou kunnen krijgen. En Emmeken krijgt berouw en vraagt als de tranen haar over haar wangen stromen: “oh, Heer der heren, is het mogelijk dat ik Uw genade zou ontvangen als ik tot inkeer zou komen?”. Moenen hoort dit en besluit nu haar ziel op te eisen, door het naar de hel te sturen. Hij neemt haar mee de lucht en laat haar van grote hoogte vallen, in de hoop dat Emmeken haar nek breekt.
Gijsbrecht is ook bij het wagenspel en ziet Emmeken uit de lucht vallen. Gelukkig is Emmeken niet dood, omdat haar oom al die tijd voor haar gebeden heeft. Emmeken vertelt al haar zonden aan haar oom. Haar oom zegt tegen haar: We gaan dagelijks de Bijbel lezen om Gods volmaakte heerlijkheid te verwerven; er gaat niets boven oprecht berouw op het laatste moment”. Samen gaan ze naar iedere priester in Nijmegen, maar niemand wil haar absolutie geven of een boetedoening opleggen voor haar vreselijke en onmenselijke daden. Ze besluiten naar Keulen af te reizen om te biechten bij de bisschop, maar ook hij kon haar geen absolutie schenken. Ze gaan van Keulen naar Rome, om daar de Paus om absolutie te vragen en de Paus geeft haar deze. Ze moet voor straf drie ijzeren ringen dragen, een om haar nek en de anderen om haar armen, totdat ze versleten zijn of vanzelf afvallen. Dan zijn haar zonden geheel vergeven.
Gijbrecht brengt Emmeken onder in een klooster in Maastricht en reist zelf verder naar Nijmegen.
Op een nacht komt er een engel van Jezus bij Emmeken en doet haar de ijzeren ringen af . De volgende ochtend
Is Emmeken hierover zeer verheugd. Hierna leefde Emmeken nog ongeveer tweejaar in Maastricht.
0 notes
Text
Hoe een nieuwe gezonde gewoonte aan te nemen (en eraan vast te houden!)
clubgreen.nl - Voor het groene nieuws!
Hey guys! Welkom terug in de Healthy Habits-serie!
Zoals ik in mijn laatste bericht heb genoemd, ben ik de laatste jaren volledig gedesillusioneerd geraakt door hardcore, angstaanjagende nieuwjarenresoluties die ik in het verleden ' Het was bekend dat ik mezelf aan het begin van elk jaar doorverbond. Dit jaar zeg ik hier weer doei en hallo tegen gezonde gewoonten. Het is iets waar ik me nu al een tijdje op concentreer, dus ik dacht dat het een goed moment zou zijn om enkele van de dingen die ik heb geleerd met je te delen. We gaan heel veel leuke dingen in deze serie bespreken, maar eerst, dus je wilt een paar nieuwe gezonde gewoonten aannemen voor je routine, maar weet niet hoe. Welnu, we zijn hier om met u te delen hoe u daarmee kunt beginnen … en hopelijk vasthouden!
Blijf bij één gewoonte
Het lijkt logisch om aan alle gezonde gewoonten tegelijk te werken tijd, maar de kans is groot dat je het langer volhoudt als je één voor één focust. Dat zal ook helpen om de druk op u te verminderen, wat belangrijk is om iets nieuws te doen. Zoals ik al zei, ben ik geneigd om grote zelf-revisies uit te voeren en tegelijkertijd elke gezonde gewoonte te implementeren, maar door ervaring, het werkt gewoon niet om je levensstijl zo belangrijk te veranderen, het maakt je eigenlijk gek , dus in plaats daarvan probeer ik deze slechts één voor één vast te houden.
Probeer het een maand uit
Ze zeggen dat het 20 dagen duurt om een gewoonte te vormen, maar laten we het zeker een beetje geven om het echt te laten verpozen. Er kunnen hier en daar een paar dagen zijn die je zult vergeten of andere prioriteiten hebt, maar als je 31 dagen blijft duren, is de kans groot dat je goed op weg bent om die gewoonte voorgoed te integreren. . En als je eenmaal de positieve voordelen van je nieuwe gewoonte begint te zien, zul je het zo gemakkelijk vinden om verder te gaan!
Ontwikkel je gewoonte naast een bestaande
Dit is een idee dat ik kreeg van een vriend van mij, die zei dat ze gemotiveerd was om eerder op te staan, nadat ze het concept van elke dag een soort van oefening (zelfs een lage impact) had aangenomen. Door de twee bij elkaar te brengen, was het gemakkelijker om ze te laten gebeuren en mocht ze ook twee belangrijke vakken aanvinken zodra ze wakker werd. Genius!
Verdun het in kleine stapjes
Voel niet dat je vanaf dag één 100% moet gaan, het is de kunst om je in een nieuwe gewoonte te verdiepen, dus het is niet zo'n grote schok voor je systeem. Dus als je eerder probeert te wekken, gebruik dan je 31 dagen om te acclimatiseren. Begin de eerste week 15 minuten eerder wakker te worden en de week erna nog eens 15 minuten, zodat je eindelijk een uur na een maand wakker wordt. Op deze manier zul je eraan wennen dat het een meer ongedwongen en ontspannen manier is.
Wees voorbereid op obstakels en verleidingen
Er zijn ongetwijfeld dingen die je van de wagen willen afduwen, dus een weg erheen is om vooruit te plannen – of dat nu betekent dat je gezonde snacks moet inpakken als je weet dat vijftien je hoofd naar de automaattijd is of al je sportspullen naast je bed plaatst als je waarschijnlijk omvalt als je zou moeten opstaan voor een wandeling. Maar maak je geen zorgen als je af en toe je gezonde gewoonte niet kunt doen, het doel van een gewoonte is dat het een lange termijn is, en daarom mag je af en toe wel eens vervallen. Ga morgen gewoon terug op het paard!
Deel jouw succes!
Net zoals ik hier ben om wat gedachten over gezonde gewoonten te delen om mezelf in de rij te houden, een geweldige manier om jezelf te motiveren is om je successen (en mislukkingen) met andere mensen. Nog beter? Zorg dat je een belangrijke ander, huisgenoot, ouders of wie dan ook samen met je bent op de gezonde gewoonte.
Werk je nieuwe gewoonte in je levensstijl
Denk aan je nieuwe gezonde gewoonte als onderdeel van je levensstijl, in plaats van een soort van hardcore Fad die je na 30 dagen weer zult opnemen. Als je je nieuwe gewoonte heel erg belastend vindt, moet je misschien iets meer haalbaar heroverwegen … Wees niet bang om toe te geven dat iets, in het bijzonder, niet voor je werkt.
Beloon jezelf wanneer Je bereikt je mijlpaal
Omdat je het verdient. Genoeg gezegd!
Om het nog eenvoudiger voor je te maken om aan je gewoonten te werken, hebben we deze eenvoudig te printen Habit Tracker samengesteld. Schrijf gewoon uw bestaande en nieuwe gezonde gewoonten opzij en controleer wanneer u ze doet! Je kunt de volledige kopie op A4-formaat hier downloaden. Je kunt het ook kleiner afdrukken en in je bullet-journaal plakken (ik begin dit dit jaar !!).
Zo vul je het in:
Blijf kijken voor meer gezonde gewoontenartikelen! [19659002] Illustratie en afdrukbaar door Natalie Ong
Bronnen
Het bericht Hoe een nieuwe gezonde gewoonte aan te nemen (en eraan vast te houden!) verscheen eerst op clubgreen.nl.
source https://www.clubgreen.nl/hoe-een-nieuwe-gezonde-gewoonte-aan-te-nemen-en-eraan-vast-te-houden-2/
0 notes
Text
Hoe een nieuwe gezonde gewoonte aan te nemen (en eraan vast te houden!)
clubgreen.nl – Voor het groene nieuws!
Hey guys! Welkom terug in de Healthy Habits-serie!
Zoals ik in mijn laatste bericht heb genoemd, ben ik de laatste jaren volledig gedesillusioneerd geraakt door hardcore, angstaanjagende nieuwjarenresoluties die ik in het verleden ' Het was bekend dat ik mezelf aan het begin van elk jaar doorverbond. Dit jaar zeg ik hier weer doei en hallo tegen gezonde gewoonten. Het is iets waar ik me nu al een tijdje op concentreer, dus ik dacht dat het een goed moment zou zijn om enkele van de dingen die ik heb geleerd met je te delen. We gaan heel veel leuke dingen in deze serie bespreken, maar eerst, dus je wilt een paar nieuwe gezonde gewoonten aannemen voor je routine, maar weet niet hoe. Welnu, we zijn hier om met u te delen hoe u daarmee kunt beginnen … en hopelijk vasthouden!
Blijf bij één gewoonte
Het lijkt logisch om aan alle gezonde gewoonten tegelijk te werken tijd, maar de kans is groot dat je het langer volhoudt als je één voor één focust. Dat zal ook helpen om de druk op u te verminderen, wat belangrijk is om iets nieuws te doen. Zoals ik al zei, ben ik geneigd om grote zelf-revisies uit te voeren en tegelijkertijd elke gezonde gewoonte te implementeren, maar door ervaring, het werkt gewoon niet om je levensstijl zo belangrijk te veranderen, het maakt je eigenlijk gek , dus in plaats daarvan probeer ik deze slechts één voor één vast te houden.
Probeer het een maand uit
Ze zeggen dat het 20 dagen duurt om een gewoonte te vormen, maar laten we het zeker een beetje geven om het echt te laten verpozen. Er kunnen hier en daar een paar dagen zijn die je zult vergeten of andere prioriteiten hebt, maar als je 31 dagen blijft duren, is de kans groot dat je goed op weg bent om die gewoonte voorgoed te integreren. . En als je eenmaal de positieve voordelen van je nieuwe gewoonte begint te zien, zul je het zo gemakkelijk vinden om verder te gaan!
Ontwikkel je gewoonte naast een bestaande
Dit is een idee dat ik kreeg van een vriend van mij, die zei dat ze gemotiveerd was om eerder op te staan, nadat ze het concept van elke dag een soort van oefening (zelfs een lage impact) had aangenomen. Door de twee bij elkaar te brengen, was het gemakkelijker om ze te laten gebeuren en mocht ze ook twee belangrijke vakken aanvinken zodra ze wakker werd. Genius!
Verdun het in kleine stapjes
Voel niet dat je vanaf dag één 100% moet gaan, het is de kunst om je in een nieuwe gewoonte te verdiepen, dus het is niet zo'n grote schok voor je systeem. Dus als je eerder probeert te wekken, gebruik dan je 31 dagen om te acclimatiseren. Begin de eerste week 15 minuten eerder wakker te worden en de week erna nog eens 15 minuten, zodat je eindelijk een uur na een maand wakker wordt. Op deze manier zul je eraan wennen dat het een meer ongedwongen en ontspannen manier is.
Wees voorbereid op obstakels en verleidingen
Er zijn ongetwijfeld dingen die je van de wagen willen afduwen, dus een weg erheen is om vooruit te plannen – of dat nu betekent dat je gezonde snacks moet inpakken als je weet dat vijftien je hoofd naar de automaattijd is of al je sportspullen naast je bed plaatst als je waarschijnlijk omvalt als je zou moeten opstaan voor een wandeling. Maar maak je geen zorgen als je af en toe je gezonde gewoonte niet kunt doen, het doel van een gewoonte is dat het een lange termijn is, en daarom mag je af en toe wel eens vervallen. Ga morgen gewoon terug op het paard!
Deel jouw succes!
Net zoals ik hier ben om wat gedachten over gezonde gewoonten te delen om mezelf in de rij te houden, een geweldige manier om jezelf te motiveren is om je successen (en mislukkingen) met andere mensen. Nog beter? Zorg dat je een belangrijke ander, huisgenoot, ouders of wie dan ook samen met je bent op de gezonde gewoonte.
Werk je nieuwe gewoonte in je levensstijl
Denk aan je nieuwe gezonde gewoonte als onderdeel van je levensstijl, in plaats van een soort van hardcore Fad die je na 30 dagen weer zult opnemen. Als je je nieuwe gewoonte heel erg belastend vindt, moet je misschien iets meer haalbaar heroverwegen … Wees niet bang om toe te geven dat iets, in het bijzonder, niet voor je werkt.
Beloon jezelf wanneer Je bereikt je mijlpaal
Omdat je het verdient. Genoeg gezegd!
Om het nog eenvoudiger voor je te maken om aan je gewoonten te werken, hebben we deze eenvoudig te printen Habit Tracker samengesteld. Schrijf gewoon uw bestaande en nieuwe gezonde gewoonten opzij en controleer wanneer u ze doet! Je kunt de volledige kopie op A4-formaat hier downloaden. Je kunt het ook kleiner afdrukken en in je bullet-journaal plakken (ik begin dit dit jaar !!).
Zo vul je het in:
Blijf kijken voor meer gezonde gewoontenartikelen! [19659002] Illustratie en afdrukbaar door Natalie Ong
Bronnen
Het bericht Hoe een nieuwe gezonde gewoonte aan te nemen (en eraan vast te houden!) verscheen eerst op clubgreen.nl.
Source: https://www.clubgreen.nl/hoe-een-nieuwe-gezonde-gewoonte-aan-te-nemen-en-eraan-vast-te-houden-2/
0 notes
Text
Spinsel 2.1
Zijn vingers leken wel vast te zitten aan het koffiebekertje. Normaal gesproken zou hij rond deze tijd naar de radio luisteren en zijn avondeten eten. Het leidde zijn gedachten af van werk en hij tikte dan met zijn vingers, of soms zelfs drumde hij met het bestek, mee met het ritme van de muziek. Maar niet deze keer. Hij was bekaf. Nog veel meer als tijdens de laatste keer. Hij probeerde zijn gedachten bij het werk te houden, maar vond dat behoorlijk zwaar. Een snelle blik op de klok boven de deur vertelde hem dat het 18.30 uur was en zorgde er alleen maar voor dat hij zich nog veel vermoeider voelde.
Morgen is het ten minste zaterdag…
Een schrale troost, maar eentje die hij zichzelf gunde op deze idiote dag. Hij was deze ochtend om zes uur uit zijn bed gekomen om de reis naar het noorden te maken, een reis van zo’n vier uur (of drie-en-een-half als hij echt mazzel zou hebben, wat tot nu toe nog nooit was gebeurd). Ze hadden erop gestaan dat hij aanwezig zou zijn, onder het mom dat deze vrijdagvergaderingen super hard nodig waren om een ieders gedachten te richten op “hetzelfde idee”. Daan, daarentegen, geloofde dat het alleen maar goed was voor twee dingen:
1. Verspilling van tijd.
2. Nog meer verspilling van geld.
Nu was dit niet echt zijn probleem. Als zij van hem verlangden dat hij aanwezig was, dan was hij dat… tegen zijn normale uurtarief. Dat had hij meteen vanaf het begin duidelijk gemaakt. Hij vond het best om te werken met informatie uit een document, waarin vermeld stond wat ze van hem nodig hadden, hoe hij de bestanden moest noemen, hoe het moest klinken en (niet geheel onbelangrijk) wanneer de deadline was. Dit alles had hij ze verteld toen ze elkaar voor het eerst ontmoet hadden. Daarna had hij een week lang niks meer van ze gehoord, tot de volgende donderdag toen hij per email het verzoek had gekregen er de volgende dag om tien uur ’s ochtends te zijn. Hij had toen gedacht dat ze een geintje met hem uit haalden en had ze meteen gebeld, alleen maar om zich door een overenthousiaste producer te laten vertellen waarom hij erbij moest zijn.
Die vrijdag had de tijd net zo goed stil kunnen staan. Hij zat daar de hele dag, zonder zelf iets te doen, luisterend naar alle mooie ideeën die de producers en de game designers hadden. Hoe geweldig het allemaal wel niet ging zijn! Het eerste uur was het nog wel te doen en hij had zichzelf zelfs enthousiast gevoeld. De andere zeven uren waren echter een stuk minder interessant geweest en hij had gewild dat hij dat van te voren al had geweten, maar klagen deed hij nog niet. Als zij hem wilden betalen om daar alleen maar te zitten niksen dan was dat maar zo, dacht hij. Hij zat de hele vergadering uit, werd tegen het einde mentaal weer actief genoeg om op te pikken dat de meeting ten einde kwam en verliet de vergaderruimte met precies evenveel kennis over het project als toen hij de ruimte binnen stapte. Toen hij eenmaal zijn auto was ingestapt kwam hij er pas achter dat het ondertussen al zeven uur in de avond was geweest en hij had besloten ergens halverwege te stoppen om iets te eten.
Tegen een uurtje of negen had alles wat eetbaar was in zijn auto zijn weg naar binnen gevonden en kon hij niet meer doorrijden zonder eerst een hapje te eten, dus was hij halverwege de reis ergens bij een lokale pub gestopt. Het was maar een klein dorpje waar hij terecht was gekomen en de kroeg was nog eens kleiner, maar ze hadden wat te eten gehad en de barman had hem, na eerst toe te hebben gezien hoe hij maar half aanwezig en nietsziend vooruitstarend het eten naar binnen had geschoven, gevraagd hoe het kwam dat hij een zombie was met een voorkeur voor een normale maaltijd. Daan had hem toen verteld over de vergadering en de reis die hij ervoor gemaakt had en waarvan hij het laatste stuk nog moest maken.
‘Bloody hell! Je moet wel helemaal gek zijn om dat hele stuk te rijden voor zoiets!’
Gek… en wanhopig op zoek naar geld. Maar dat was te veel om de beste man mee op te zadelen. Hij had betaald voor het eten (dat belachelijk lekker was geweest) en was zijn auto weer ingestapt, zich maar half klaar voelend voor de laatste twee uur van zijn reis.
Dat alles was nu drie weken terug. De donderdag erop hadden ze hem weer gebeld en hij had ze verteld dat hij er weer zou zijn, maar dat hij ook weer zijn uurtarief zou rekenen met daarbij de reiskosten. Het was allemaal geen probleem voor ze. Ze wilden hem er echt bij hebben. Ze wilden hem er elke vrijdag bij hebben en de producer die hij aan de telefoon had gehad had benadrukt hoe belangrijk dat was. Die vrijdag hadden ze zowaar wat informatie gehad. In ieder geval genoeg informatie om hem iets te geven waaraan hij kon werken… voor maar een dag.
De week erop was echter precies hetzelfde geweest als de eerste sessie en nu, na weer zo’n nutteloze sessie, begon Daan zichzelf af te vragen of dit het wel waard was. Ja, het betaalde. Maar hij zou er graag ook daadwerkelijk iets voor willen doen, iets anders dan een reis van acht uur maken en stilzitten. Vandaag had de vergadering vooral bestaan uit “het zou geweldig zijn als we dit konden doen” en “we gaan een geweldig team worden!”. Het kwam nog geen beetje in de buurt van hoe het daadwerkelijk voelde en Daan vroeg zich af of hij er goed aan had gedaan om speciaal voor deze klus naar Engeland te emigreren.
Dat was één van de eisen geweest die ze hem hadden gesteld en het had hem een mooie kans geleken. Hij liet niks achter in Nederland behalve dan het voor de hand liggende, geen werk dat daadwerkelijk goed betaalde en toen ze hem verteld hadden dat ze alles wat ze konden regelen voor hem zouden regelen had het hem een mooie carrièrestap geleken. Toen ze het hadden gehad over zijn uurtarief hadden zijn gedachten zelfs een blijheidssprongetje gemaakt.
Vandaag zorgde ervoor dat hij dat alles in twijfel trok. Dit was doelloos en hij was zich meer en meer gaan frustreren gedurende de vergadering, luisterend naar de producers die maar doorzaagden over alle dingen die ze konden gaan doen terwijl zijn enige afleiding in die ruimte het roerstaafje in zijn koffie was. Hij zat daar niet om dit aan te horen. Hij was hier om het te hebben over technische problemen, om zaken te ordenen en een tijdpad uit te zetten. Het betaalt per uur, dacht hij, zijn eigen gedachtegang niet herkennend als van hemzelf en toen de vergadering eindelijk ten einde kwam haastte hij zich naar buiten, ver voor de anderen uit.
‘Daan! Wacht!’
Een van zijn vrouwelijke collega’s, waarschijnlijk één van de 2D ontwerpers, had hem nageroepen maar hij schonk er geen aandacht aan. Niet nu. Hij was vastberaden om zo snel mogelijk hier weg te gaan. Voordat ze de hal door was gekomen en de hoek om was gegaan naar de lift had hij al zijn weg naar beneden gevonden en was hij halverwege het gebouw van vijftien verdiepingen, in de lift. Hij stapte uit in de parkeergarage onder het gebouw en smeet grof zijn bezoekerstag neer op de balie van de conciërge, waarna hij de parkeergarage instapte. Zijn auto stond ergens in het midden van de garage en hij sloeg de deur luid dicht. Heel even rustte hij zijn hoofd tegen de hoofdsteun, zuchtte, en probeerde de motor te starten.
Niks.
Nog een poging. Weer niks.
Door het raam zag hij nu wie hem naar beneden gevolgd was. Het was Nataly. Hij had een vermoeden van het gesprek dat hij nu zou gaan hebben en geïrriteerd opende hij de deur van zijn auto.
‘Daan… Godsamme… ‘ Ze moest op adem komen om zichzelf verstaanbaar te maken. Kennelijk had ze toch voor de trap gekozen.
‘Daan, het spijt ons allemaal heel erg van vandaag. Als we dit geweten hadden, hadden we je verteld niet te komen. Dit was waanzin, zelfs voor ons! En jij moest voor dit helemaal hier naartoe komen!’
‘Het is al gebeurd, Nataly. En natuurlijk konden jullie dit niet weten… maar misschien is het een goed idee om de volgende keer even te controleren waar de producers het over willen hebben. Als ik kom, wil ik wel iets zinvols kunnen bijdragen en niet alleen maar een beetje rondhangen en aanhoren hoe goed en geweldig we allemaal wel niet zijn.’
‘Ik begrijp het. We voelen ons allemaal zo. We zullen met ze praten.’
Succes daarmee… ‘Dat zou geweldig zijn. Laten we hopen dat dat dan ook een verschil maakt… Kan je in ieder geval iets voor me doen en wat omgevingen naar me doorsturen? Wat afbeeldingen of een klein videofragment? Dan kan ik alvast een beetje een verzameling van geluiden aan beginnen te leggen. Ik ben bang dat het anders niet gaat werken voor mij. Als ze me alles op het laatste moment gaan doorsturen, gaat het nooit mogelijk zijn voor me om dit alles te ontwerpen. Niet als ze iets willen dat ze ook kunnen uitgeven aan het publiek.’
‘Dat zal ik doen. Ik stuur je maandag een email.’
‘Dank je… Tot volgende week dan denk ik.’
‘Ja, tot volgende week.’
Ze leek iets meer gerustgesteld en liep naar haar eigen auto, een nieuwe rode VW Beetle, startte en reed de garage uit. Daan, blij dat het gesprek de kant van verontschuldiging op was gegaan in plaats van nog een rondje “Wij Zijn Geweldig” probeerde ook de motor te starten, die het blijkbaar nu wel tijd vond om wakker te worden, maar nog steeds redelijk onwillig de helling van de uitrit opreed, de garage uit. Een bocht naar rechts bracht ze op de straat en in het late verkeer. Twee uurtje en dan hebben we ten minste diner. Ik vraag me af wat ze vandaag hebben…
0 notes
Text
Dagboek
Maandag 01-01-2018
Opgestaan na een relatief rustige oudejaarsavond. Wel genoeg drank op uiteraard maar geen kater van noemenswaardige omvang, verder een lome dag moet ik zeggen. Het oudejaar schijnt overal rustig verlopen te zijn, relatief dat wel, want alleen al in Utrecht zijn er weer genoeg auto’s in brand gestoken om er een kleine kapitale villa van te kunnen kopen. Schijnt er bij te horen die autobranden en dus geen groot nieuws meer. Bovendien de verzekering betaald de schade en we hebben toch af en toe een andere auto nodig. Dag verder maar rustig voorbij laten gaan en naar het Nieuwjaars- concert en skispringen gekeken, Moest wel denken wat het verschil nu eigenlijk was met het televisie kijken op 1 januari 1960 en 1 januari 2018. Geen was mijn conclusie, ook toen was het nieuwjaarsconcert er al en ook het skispringen. Enige verschil wat was dat er toen nog in zwart wit werd uitgezonden en nu in kleur. Moet wel zeggen dat het toen meer indruk maakte.
Dinsdag 02-02-2018
Buiten is het op lange na nog geen winter, regen en storm zijn op komst i.p.v. sneeuw en ijs. Vandaag is ook de dag van niet opstappers. De PvdA heeft zich weer eens in de problemen gewerkt door fractielid Moorlag eerst te steunen toen bleek dat er een soort schijnconstructie was bij de sociale werkplaats waar hij toen werkte. Maar toen het partij bestuur hem toch weg wilde hebben draaide de fractie maar weer mee. Zoek het voorlopig nog maar even uit zei Moorlag en bleef zitten. Wordt vervolgt. Hadden we vandaag ook nog Eurlings die na zijn vriendin afgetuigd te hebben niet inzag dat er ook nog enig moreel gezag schijnt te zijn en er van opstappen geen sprake kon zijn. Maar ja hij komt van het CDA en daar houden ze wat betreft moreel gezag er heel andere normen en waarden op na dus dat zegt al genoeg, wordt ook vervolgd. Verder de dag maar uitgelummeld, wel tot mijn grote verdriet weer de oudejaarsprijs van de staatsloterij n iet gewonnen, chagrijn alom dat begrijp je wel.
Woensdag 03-01-218
Opgestaan en was zowaar even droog, maar morgen gaat het stormen volgens de weervoorspellers. Dus waar mogelijk vandaag maar weer eens een stukje wandelen. Vandaag wel volop in het nieuws onze vriend en rapper genaamd boef ( hoe kom je erop ) Hij heeft een aantal dames in te korte rokjes die hem wilden helpen kech genoemd. Schijnt in straattaal hoer te betekenen. Ik vraag me af hoeveel mensen dat wisten, maar goed de wereld is momenteel te klein. Boycotten en verbannen naar het verre buitenland zou ik zeggen maar toen kwamen alle meisjes van 12 tot 14 weer in geding, hij bedoelde het toch niet zo deze grootste artiest moesten we toch begrijpen. Enfin de media struikelde over elkaar heen van verontwaardiging maar uiteindelijk was boef de lachende derde zoveel gratis publiciteit had hij in jaren niet gehad en ook zijn jonge fans waren weer gelukkig. Uiteraard staan de kranten ook weer vol over hoe je moet afvallen na al die feestdagen. Tip doe net als ik stap de deur uit en ga een eind wandelen.
Donderdag 04-01-2018
Eerste najaarsstorm in januari weer gehad, fikse storm moet ik zeggen. Alle waterkeringen afgesloten om de angst voor hoog water en de daardoor mogelijk te ontstane schade. Bleek mee te vallen maar 25 miljoen schade dit keer, schrikken we al niet meer van temeer dat ik in de krant lees dat onze Virgil van Dijk uit Breda voetballend bij Southampton een middenklasser in Engeland verkast voor 84,5 miljoen naar Liverpool. De duurste verdediger die nou niet als erg opvallend te boek staat, maar in het voetbal kan alles dus waar praten we over. Het zal niet lang meer duren voor de eerste de beste amateur uit het derde elftal van buitenpost een overstap maakt naar het tweede van Lisse ook een miljoenen contract krijgt aangeboden. Boudewijn de Groot zong al “als hij maar geen voetballer wordt” ik denk dat hij nu spijt heeft van die tekst en er als hij het weer moest schrijven “ als het maar een voetballer wordt” van gemaakt zou hebben.
Vrijdag 05-01-2018
Redelijk geslapen vannacht, mocht ook wel weer eens na al dat gedoe van de laatste dagen. Zelfs het weer is redelijk dus vandaag maar eens een goede wandeling gemaakt. Hoewel het aanvankelijk wat koud was werd het later best wel goed te doen. Veel nieuws was er niet vandaag of het moet zijn dat D66 ook een onderzoek in de politiek wil naar intimidatie in de politiek, dit naar aanleiding van de #MeToo-discussie. Ze konden natuurlijk niet achterblijven en proberen goedkoop te scoren, buiten dat moet de aandacht een beetje afgeleid worden Pechtold en zijn gratis verkregen appartementje in Scheveningen. Lijkt op een mislukking uit te lopen. In de avond naar de film geweest, The Party, kreeg 4 sterren in alle kranten dus kan niet gemist worden. Het is een Britse tragikomedie over een stel vrienden die bijeenkomen om de promotie van een vriendin te vieren. Leuke film die wel 1uur en tien minuten duurde en als toneelstuk m.i. beter tot zijn recht zou komen. Ik vond hem wel aardig maar wel dat er een beetje over geacteerd werd. Maar ja 4 sterren in VK dan mag je hem niet missen natuurlijk. Desondanks een leuke avond gehad.
Zaterdag 06-01-2018
Saaie dag, in de krant zie ik dat Camiel Eurlings onder hevige druk van alles en iedereen toch is afgetreden als IOC lid. Hij snapt er helemaal niets van, een corrigerend pak slaag moet toch kunnen, waar maakt iedereen zich toch druk om. Bij een goede christen partij hoort wat kastijding toch?
Uiteindelijk is hij voor alles mislukt, de KLM, American Express, IOC je vraagt je toch echt af hoe hij bij het CDA als wonderkind te boek kon staan. Zegt heel wat over het CDA zou je zeggen. Ik mis het voetbal op zaterdagavond op tv want in Nederland hebben ze een winterstop. Dan hebben die arme jongens een paar weken vrij om met hun familie door te brengen denk je, maar nee gaan ze met zijn allen naar Spanje of Portugal op trainingskamp om daar een paar potjes te voetballen. Dan Engeland daar mogen ze dan wel exhibitionele salarissen verdienen maar ze blijven in december en januari wel doorvoetballen feestdagen of niet. Dat zijn pas bikkels.
Zondag 07-01-2018
Echt zo’n zondag waarop niets te beleven is. Was al vroeg wakker maar het is nog zo donker om op te staan, ik probeer het vol te houden tot het licht word. Moet je begin januari lang op wachten dus nog maar even naar vroege vogels geluisterd op de radio. Omdat me dat wel vaker overkomt op zondag en dus regelmatig naar vroege vogels luister ben ik al aardig thuis in wat zich in de natuur afspeelt. Zo moet ik volgens vroege vogels toch eens een ijsvogeltje zien te spotten want die is zo mooi, maar tot op heden is me dat niet gelukt. Ook volgens de vroege vogels is de wilde kat weer terug in Nederland. Laat ik nou gedacht hebben dat die er altijd al geweest was, als ik naar onze eigen kat kijk staat hij er niet ver van de wilde kat af. Ook was er in Uitgeest een hond die negen schapen had verwond en een gedood,.Volgens de eigenaar van de hond was hij zo lief en deed hij nooit wat, ja ja. Buitengewoon interessant dat programma, ik kan het aanraden. Rest van de dag wat lui aangelummeld, toch nog even naar buitenhof op tv gekeken. Was niets bijzonders want alle politici bleken op reces te zijn, politici zijn namelijk veel en graag op reces. Kerst reces, Paas reces, voorjaarreces najaarsreces. Je kunt het zo gek niet bedenken of ze hebben reces of anders wel bijna reces. Volgens onze krant minimaal 125 dagen per jaar en die hebben ze ook echt nodig want ze zijn moe van het vele vergaderen. Nou moet ik zeggen dat je van 4 dagen werken in de week je ook wel erg moe kan worden. Van de frontmannen ( vrouwen ) zal ik niet al te veel zeggen maar al die backbenchers lachen zich rot. Goed salaris opstrijken met alle onkostenvergoedingen erbij is dat behoorlijk riant lees ik overal maar ja dat heb je ook wel nodig want met zoveel vrije tijd moet je ook wel veel en vaak op vakantie want dat heb je wel nodig met zo een verantwoordelijke baan.
0 notes
Link
DRANKVERSLAVING, -------–----------------------------- Drank maakt meer kapot dan je lief is, het wordt vaak gezegd. En het is ook zo. Er zijn duizenden redenen voor een verslaving, maar sect gezien is er niet een legaal te noemen. En natuurlijk kun je zo je redenen hebben:*verdriet *angst *frustratie *groter leed *of drank verslaafd zijn om het drank verslaafd zijn. Dom natuurlijk. Maar goed. Wie ben ik om dat zo te kunnen stellen. Ik from niet, ik drink niet. Doe niets wat ongezond en verkeerd is. Kortom:ik ga liever gewoon dood.!! Miljoenen keren zie je op televisie of om je heen wat drank kan doen. En okee. Een drankje in de 4/5 of 6 weken. Ach, daar waag ik me ook nog wel eens aan. Een biertje als je chinees of Indisch eet. Of met Pasen, Pinksteren, kerst, oud&nieuw, verjaardag en trouwdag. 1 xper jaar dus. Likeurtjes vind ik dan over het algemeen het lekkerst. Het is mierzoet, en verdomd slecht voor je gezondheid, maar soms best wel heel erg lekker. Echt sterke drank doe ik niet aan. Er zijn een heleboel mensen, die zich echt opzettelijk aan gigaveel drank te buiten gaan, en uiteindelijk belanden in de cel om hun roes uit te slapen. De losers, degenen zonder ruggegraat, de immer en altijd dronken torren, die zakken vol met geld uitgeven aan drank. Die vaak hun volledige salaris eraangeven, met alle gevolgen van dien. Stupiditeiten, die nooit meer recht zijn te trekken. Of mensen die dit voor zichzelf verbergen, en tegenover de buitenwereld suggereren dat ze toch echt helemaal niet verslaafd zijn. Yeah right. Zo ken ik er ook nog een paar. Helaas krijgen dit soort mensen, netzoals jeugdzorg, dit van hun eigen ouders door. De verkeerde genen zeg maar. Ouders die ook echte zatlappen zijn, dit doorgeven aan hun kroost, die daar vaak al op jonge leeftijd mee beginnen, wat maar al te vaak eindigt met een snelle en harde dood. *drank in het verkeer. *korsakov syndroom als gevolg van jarenlang drankmisbruik. Niet meer normaal kunnen praten, geheugenverlies, etc..... Ik spreek helaas uit ervaring door notoire drank misbruikers om me heen. Zelfs in mijn directe omgeving. Ik heb het er nooit over. Maar als er iemand waar je van houdt, diep in de nacht thuis komt van een feestje met een kapot gezicht, armen, benen, etc, en dit vervolgens de volgende morgen afdoet als zijnde een"futiliteitje"als een "maak je geen zorgen, komt wel weer goed"sprookje, wat mij op de mouw gespeld wordt. Yeah right. Alsof ik daar als professioneel hulpverleenster ook maar een keer intrap. No way hose.!! Dacht het toch echt even niet.!! Ik zeg dit nooit zo open en bloot, vooral niet in de inktzwarte rotzooi waar we al 12 jaar lang in zitten, maar helaas is dit niet de allereerste keer. Mijn zwager heeft inmiddels dat bewuste korsakov syndroom door jarenlang drankmisbruik vanwege het opstandige, zwaar autistische gedrag van pappie lief, die wilde dat zoontje lief ook officier. V. Justitie zou worden vanwege beider fotografisch geheugen. Heeft vreselijk lopen dramkonten. En dan krijg je dus dit. En bedankt schoonpa. Idioot dat je er was.!! Tja.... En dan de rest nog. Ander zoontje lief erachteraan. Alleen was deze zoon niet zo, n hoogvlieger, dus die redde de hele studie niet. En gelukkig maar misschien. Ondanks dat had hij wel de drankmisbruik genen van zijn zakkerige pappie overgenomen. Wat heel lang nooit naar buiten is gekomen, maar ja, notoire drank misbruikers zijn kanjers in hun probleem heel erg lang te verbergen, zonder dat een ander dat ziet. Dus ja... Totdat de aap uit de mouw komt, en dit zichtbaar wordt voor anderen. Voor mij dus in dit geval. Ik heb al meerdere keren gezegd dat de man hulp nodig heeft, maar krijg dan een slap smoesje naar mijn hoofd gegooid vanBEMOEI JE ER NIET MEE, IK DRINK ALLEEN IN HET WEEKEND, DUS IK BEN NIET VERSLAAFD".!en ja, na gesprekken bij de ggz in Utrecht ging het inderdaad een tijdje goed. Maar met grootschalige problemen met wsg en justitie heeft het drankduiveltje weer toegeslagen en wisselen bier en wijn zich in een moordend hoog tempo af. Een tempo dat ik niet eens meer bij kan houden. En dat is niet het enige. Ook een autisme spectrum stoornis en drank gaan dus niet samen. Het gedrag van een drankmisbruiker is zodanig, dat ik afgelopen vrijdag echt op het punt stond om tabee te zeggen tegen 28 jaar huwelijk. Jarenlang standvastig en stabiel als een rots. Maar die rots dreigt nu in rap tempo af te brokkelen met alle gevolgen van dien. En ik als hsp, ster, zo overgevoelig en spiritueel als de pest kan hier echt niet langer meer tegen. Ik loop op mijn laatste tandvlees, en heb vrijdag en gisteren alleen maar zitten janken. Ondanks dat blijf ik, hoe idioot ook vrijk lachen, wat vaak ook maar een masker is om overeind te blijven, maar het wordt er allemaal niet makkelijker op. Sterker nog. Ik weet als professional alle hulp varken in geeft grtjes om aan de juiste hulp te komen voor iemand met een drankverslaving. Ik heb niet voor niets 15 jaar in de verslavingszorg gewerkt. Maar als het té dichtbij komt, dan klappen werkelijk alle luikjes dicht.!! Pfffff. Zwaar waardeloos deze situatie. Vooral ook het feit van hulp aanvragen, terwijl ik dondersgoed weet dat alles en iedereen met elkaar in verbinding staat, en dat zowel de wsg als justitie dan weer een reden hebben om hun ziekelijke getreiter weer te beginnen. Dus moeilijk, moeilijk, moeilijk.!! Als ik s, morgens wakker wordt, en de dikke, vette zwembandjes onder mijn ogen zie, en eruit zie als een verlopen lijk, dan erger ik me kapot aan mezelf. Beroepsmatig weet ik prima hoe ik anderen moet helpen en bijstaan in duizenden, zware situaties, die misschien nog wel zwaarder zijn dan mijn 12 jaar bakken ellende tot op de dag van vandaag. Maar hier thuis........ Zelfs mijn lijf gaat dan totaal op slot, want bij notoire drank misbruikers vallen al hun remmingen weg, dus ook het sexuele wordt daarbij zwaar overtrokken. Vaak als ik al lig te slapen, en er een flink aangeschoten het bed in komt, en strontvervelend gaat lopen doen. Huilen als een verwend snotjoch als hij door mij afgewezen wordt omdat mijn nachtrust voor mij meer dan heilig is, en dan lopen. Mauwen dat hij tekort komt. Pfffff. Soms heb ik dan de gemene neiging om te zeggen, dat hij dan maar aan zijn drankfles moet gaan lopen lurken. Dat dit beter is dan aan mij te lopen plukken. Ik weet dat dit eigenlijk niet kan, maar dan toch....... De volgende morgen is alles weer vergeten, en wordt er verbaasd een wenkbrauw opgetrokken als ik vraag naar het hoe en waarom van het middernachtelijk gespook. . Drank maakt meer kapot dan je lief is. Dat is inmiddels wel een ding wat zeker is. Ook de drank misbruik genen die doorgegeven worden van vader op zoon, of misschien ook wel van moeder op dochter. Drank misbruik is iets dagelijks. Ook hier geldt net als voor kindermishandeling door de wsg het gevleugelde zinnetje:"HET HOUDT NIET OP. NIET VANZELF, TOTDAT JE IETS DOET.!!
0 notes
Text
CUBA - De tekst
Dit is het verslag van een reis. Ik heb de foto’s er moeten uit laten. Die post ik onderaan. Als een zin vreemd lijkt, hoort er een foto bij.
Havana, 19/1/2017
Gisteren aangekomen bij Néstor en Elvira in de Calle B. Voor de taxi mij hier had gebracht, had ik mijn papier met het adres aan een kortgerokte douanebeambte op middelbare leeftijd in de luchthaven getoond en ze zei met enige bewondering: ‘Hmm, midden in het centrum.’ Ik had dan ook iets anders verwacht dan een nette, maar doodse straat in iets wat leek op Haren-Zuid, of wat ik mij van Haren-Zuid voorstel. Ik was er naartoe gevoerd in een gehavende Peugeot langs mooi geasfalteerde, maar verlaten avenues door een vriendelijke, onverwacht zwijgzame chauffeur. ‘Dertigduizend CUC’s’, zei hij, toen ik hem vroeg hoeveel zijn auto waard was. Dertigduizend Euro! En die Chevrolet van de jaren vijftig? Tienduizend. CUC’s zijn de peso’s voor toeristen.
Het uitzicht van mijn kamer. Ik vind dat het nog iets heeft.
De vlucht van Madrid naar Havana had 9.30 uur geduurd, plus twee uur wachten op de bagage. De douanebeambten waren bijna allemaal vrouwen, kortgerokt uniform dus, en daaronder helemaal vrij! Met ‘daaronder’ bedoel ik de kousen en de schoenen, héla! Eentje was wel héél kortgerokt, met zwarte fantasiekousen, die leken te bedoelen: relax! We zijn hier in een communistisch land, maar we doen toch wat we willen. Er stond reclame op de muren: Huawei-Gsm’s – met een camera van 5 MP – en Lucky Strike. Heel veel Lucky Strike, met een discrete overheidswaarschuwing over de gevaren van tabak. En reclame voor geneeskundige ingrepen, voor buitenlanders. Laat hier je ogen opereren!
Geld wisselen. Een lange wachtrij van euro-gestufte toeristen. Geen politie te bekennen, geen bewakingsagenten, geen militairen.
Nu zit ik hier om vijf uur in de ochtend, elf uur in België, op een groene sprei op mijn bed tussen groene muren en voor een ovale spiegel die mij star aankijkt. Twee hanen die tegen elkaar zitten te kraaien hebben mij wakker gemaakt. Alleen mij, want voor de rest hoor je hier niets, sporadisch een auto. Er staat in mijn kamer ook een televisie van het merk PARKER en een ijskast van het merk HAIER. De airco luister naar de naam FRIUS. Ik vond het toiletpapier niet, maar dat bleek ‘verwachtingsblindheid’ te zijn. Het hing achter de deur. En in overvloed!
Een zekere ‘Manolo’ had mij staan opwachten aan de deur van zijn huis, maar hij scheen slechts de tussenpersoon te zijn en ik had me te vroeg verheugd op zijn huis met balkon en Korinthische zuilen. Hij was de stroman. Mijn huis stond ernaast, bij de vermelde Néstor en Elvira, met een kamer op de eerste verdieping. Het zijn beiden mensen op leeftijd en ik zag mezelf als een jonge student, maar toen ‘vermande’ ik mij en bedacht dat ik misschien ouder was dan zij. Ik heb voorgesteld van meteen alle nachten te betalen, zodat ik weet hoe ik er voorsta. Néstor deed er een beetje schuchter over, maar ik merkte dat hij liever in euro’s betaald werd dan in CUC’s.
Alles is aftands, maar netjes. Ik ben een uitgebreid ontbijt beloofd, met eieren en tropische vruchten. Ik heb honger en zit in een kamer met vier gigantische potten Nutella en twee dozen pralines, die ik voor Leonel zal moeten sparen.
Op het vliegtuig heb ik aan mijn artikel over Junot Diaz zitten werken, zolang de batterij van mijn laptop het uithield. Mijn buurman deed een paar keer een poging tot conversatie, maar zijn adem rook niet naar rozen.
Havana, 21/1/2017
Gisteren heb ik 35.000 stappen gelopen. Mijn GSM was buiten adem. We hebben nog net mijn huisje gehaald. Ik was verloren gelopen en ik had de GPS nodig. Ik had een taxi kunnen nemen, maar dat is een ander verhaal. Toen ik de sleutel in het slot van mijn kamer draaide, was het al pikkedonker en ik had pas een paar kilometer langs ‘Havana profunda’ gelopen. Ik hoop tenminste dat dat het meest ‘profundo’ is dat ze mij kunnen aanbieden, want het was niet opbeurend. Voor zover ik het in het donker kon ontwaren. Er is hier weinig of geen straatverlichting. Terwijl ik er voorbijliep, was het alsof het licht dat uit de open ramen en deuren scheen de dagelijkse armoedigheid uitbazuinde van de habaneros. Televisies die permanent aan staan, terwijl de mensen op de drempel zitten, achter hen een opeenstapeling van zetels, stoelen, groen geschilderde muren, kadertjes en foto’s van gelijk wat.
Zij zullen het misschien ‘modestia’ noemen, ‘condiciones modestas’. Het is geen armoede, het is er een centimetertje boven. De straten liggen er niet echt netjes bij, maar meer door puin dan door echte ‘vuilnis’, wat wij resten van consumptie zouden noemen. Het is alsof hier geen consumptie is.
Er is weinig te ‘consumeren’. De zaak zit zo: er zijn hier twee soorten geld, de CUC’s en de CUP ‘s. De CU staat voor ‘Cuban’ – in het Engels, vreemd genoeg, want als het Spaans was zou het CCU en PCU moeten zijn –, de C staat voor ‘convertible’ en de P voor ‘peso’. De CUC’s zijn voor de buitenlanders, want die hebben hun deviezen ‘geconverteerd’ naar Cubaans geld. Een CUC is 1 Dollar of 1 Euro, of 25 CUP‘s. Als buitenlander betaal je met CUC’s of, als ze het willen aanvaarden, een vijfentwintigvoud aan CUP ‘s. Niet eenvoudig, want het zijn zowel aparte biljetten als aparte munten. Ik heb gemerkt dat stoute Cubanen brave toeristen daarmee in de luren willen leggen en je 5 CUC’s willen aanrekenen voor 5 CUP’s, waarmee ze dan een vijfentwintigvoudige winst maken.
Op Avenida 23 wou ik een exemplaar van Granma kopen, de enige nationale krant. Die kost drie peso’s, nationale peso’s uiteraard. Ik had geen gepast aantal CUP’s. ‘Wacht, laat me even kijken wat je daar hebt,’ en de slimmerik grist mij vijf CUC’s uit de hand. Zo werkt dat.
Het komt er eigenlijk op neer dat jij, voor hetzelfde, 25 keer meer moet neertellen dan een Cubaan. ‘Fair enough’, zou je zeggen, want zelfs dan is niks echt duurder dan in je thuisland, en de Cubaan verdient zo goed als niks. Slim systeem, denk je dan, want zo haalt de Cubaanse overheid deviezen binnen. Ja, maar er is bijna niks te kopen! Alleen eten, en alleen in restaurants. Tenzij je in de groezelige winkeltjes op straat een zoete aardappel en een banaan wilt kopen. Niet even een reep chocolade of een wafel wanneer er iets begint te knorren, want er zijn geen winkels. Op een paar plaatsen, niet echt veel, is er iets wat daarop lijkt, maar je moet het weten. Je moet die ‘winkels’ weten te herkennen. Het zijn zalen, met producten op rekken en een grote, U-vormige toog. Op de rekken staan producten als tomatenpuree, shampoo, detergent, in grote hoeveelheden van hetzelfde, die je door een overheidsbeambte tegen CUP’s worden aangereikt.
Er zijn ‘vrije’ producten, afhankelijk van de aanvoer, die je koopt met CUP’s, en producten die je krijgt in ruil voor tickets. Daarbuiten kan je als Cubaan een snack kopen aan straatwinkeltjes, die meestal niet meer zijn dan een raam met aan de buitenkant een rek met prijzen en wat je daarvoor krijgt. Gisteren een ‘pan con salchicha’ met een biertje geprobeerd, waarvoor de Cubaan zes CUP moet neertellen, en een buitelander zes CUC. Echt wel veel voor een droog broodje met een Zwan-worstje.
De Cubaan verdient weinig. Néstor zegt dat hij als beambte aan het Ministerie voor Buitenlandse Handel, waarvoor hij de hele wereld heeft rondgereisd, 470 pesos verdiende, zo’n 19 euro per maand.
Deze morgen stond ik in de rij om geld te wisselen in een CADECA, een officieel wisselkantoor. Ik dacht slim te zijn en CUC’s te wisselen voor CUP’s, om zo alles aan de Cubaanse prijs te betalen. Voor mij stond een man, een Spanjaard, met een vrouw die hij zijn ‘novia’ noemde, zijn ‘verloofde’. Ik vond dat ze nogal suggestief gekleed was, maar zo lopen ze hier wel meer rond. Hij begon honderduit over Cuba te vertellen, waar hij al 15 jaar om de twee jaar naartoe komt. Niet duidelijk of hij zijn ‘novia’ dan om de twee jaar ziet. Ik zei, ik had nog maar een uur in Havana rondgelopen, en ik had de indruk dat het allemaal vrij ‘nederig’ was, maar dat de mensen al bij al goed leefden. ‘Onzin’, zei hij, en hij hield zijn hand voor zijn mond op een manier alsof hij dacht dat hij gefilmd werd door een liplezer.
‘De mensen leven slecht. En het gaat niet snel veranderen. Ken je Ceaucescu? Wel, de man die nu aan de macht is, is bang dat hem hetzelfde lot wacht als hij de teugels viert. Die man moet eerst de baan ruimen. En dan zullen we nog zien. Wie hier goed verdient – en hij haalde even zijn hand van voor zijn mond om er op te tellen – dat zijn, één, mensen die een huis hebben om te verhuren, twee, taxichauffeurs, en drie – hij haalt zijn hand weer voor zijn mond – ‘prostitutas’. Maar dan riskeer je drie jaar cel.’ Hij haalt even adem. ‘Die vrouw hier voor ons, mijn ‘novia’, – en ik dacht ‘nee! zeg het niet!’ – verdient 14 dollar per maand’.
Hij had het niet gezegd.
Toen was het mijn beurt en ik stapte de CADECA binnen. Ik gaf drie biljetten af, 73 CUC, en ik kreeg zoveel CUP’s terug dat ik ze niet allemaal in mijn broekzak kreeg. Ik moest meteen plaats ruimen voor de volgende, dus het geld vloog in het rond. Niemand die er op afvloog.
De wandeling maakte mij euforisch. Overal kleine, en grote, paleisjes van rond 1900, met kolommen en nog meer kolommen, vele in slechte toestand, maar ook veel die ze aan het herstellen waren en in levendige kleuren hadden geschilderd. Ik liep op die grote avenue, de Avenida 23, die recht naar de zee afdaalde die ik al kon ruiken, maar niet kon zien. Niet erg veel auto’s, maar als ze echt zoveel kosten als de taxichauffeur mij gisteren zei, dan moeten die mensen toch een of andere bijverdienste hebben. De Chevrolets van de jaren vijftig rijden hier inderdaad nog rond, sommige zien er prachtig uit, maar het is lang niet de meerderheid. Je ziet vooral de verwachte Lada’s, een paar Renaults, een Hyundai.
De Malecón is de brede laan die langs de zee loopt, kilometers lang, en waarover ik 35 jaar geleden gelezen heb in Tres Tristes Tigres. Je zou hier bars kunnen zetten, tientallen, honderden, met prachtige terrassen, uitziend op een prachtige zee met prachtig helder water. Er is niets. Een paar luxehotels, heel discreet, om de vijfhonderd meter, waar het goed leven moet zijn met CUC’s.
De ene kant van de Malecón.
En de andere.
Een pet zou leuk zijn, bedenk ik, want de zon brandt op mijn schrale knikker. Even een pet gaan kopen. Nergens pet. Later loop ik door het toeristische Havana Antigua, waar een paar winkeltjes petten aanbieden. Allemaal dezelfde, drie soorten. Een met Cuba op, een met een rode ster en een met El Che. Je kan kiezen: kaki of marineblauw. Dan maar een panamahoed.
- Hoeveel?
- Tien CUC.
- Geen sprake van! En ik loop weg.
- Wacht, wacht! Vijf CUC! Het komt erop aan te verkopen.
De verkoper stelt me voor van te kijken hoe ik ermee sta in ‘el espejo del pueblo’, de ‘spiegel van het volk’. Hij leidt mij naar de vuile ramen van zijn buurman, waarin ik mij rustig kan bewonderen.
Ik loop nu door de stad met een panamahoed, die slecht is afgewerkt en de strootjes priemen zich ongenadig een weg door mijn schedelhuid. Ecce Homo.
Maar het Oude Havana is prachtig. Het is tamelijk uitgestrekt en hier en daar zijn ze de gebouwen aan het restaureren. Maar het zijn er heel veel, en er is blijkbaar decennialang niets aan gedaan. Er is geen geld. Ik ben langs een niet-conventionele weg naar Oud Havana gegaan en dan zie je bijna evenveel gebouwen die met houten palen worden onderstut als andere. In allemaal wordt nochtans gewoond.
Ik loop een toeristencafé binnen op zoek naar iets fris. Er staat een orkest. Na wat gedraal en gestommel wordt er gespeeld en het vliegt meteen de pan uit. De dwarsfluit fladdert in het rond, een jong mannetje, een jaar of 20, speelt alsof hij praat en lacht en fluit ter zelfder tijd. Maar de zangers hebben geen micro en moeten het de zaal inschreeuwen. Ik vraag een koffie. Melk hebben ze niet. Daarna gaan de zangers rond met een sigarendoos, maar ik heb alleen CUP’s. Ze kunnen een druilerige glimlach niet onderdrukken.
Ik kom voorbij een gebouw met grote ramen en ik zie binnenin schilderijen en een beeld. Ik loop binnen. Er is niemand, behalve de vrouwelijke suppoost. Ze vraagt of ik een gids wil. Ik aarzel, denk aan CUC en CUP, en zeg ja. Ze leidt me helemaal rond in wat het museum van de San Jerónimo-universiteit blijkt te zijn. Ze zegt dat ze nog in opleiding is, ze moet rond de 50 zijn, en ze doet het vol enthousiasme en heel accuraat, hoewel ze niet echt gestudeerd lijkt. Ik vraag haar van mee op de foto te staan, zij wil foto’s trekken met mij naast de voornaamste stukken uit de collectie. Er wordt gelachen. Na afloop besluit ik haar 50 CUP te geven, die ik plots en onvermoed uit mijn broekzak tover. Ze weigert resoluut en ik druip af met iets om over na te denken.
Op een bank zit Don Mariano. Hij is 72. Naast hem ligt een kruk. ‘Zet u even neer,’ zegt hij, en hij somt de weldaden van Cuba op. ‘Het is het veiligste land van de wereld,’ zegt hij. Ik treed hem bij, want ik heb tot hiertoe nog maar één politieagent gezien. ‘Ten eerste, zegt hij, is dat omdat het een eiland is. Dus wordt het niet bedreigd door zijn buren. Ten tweede, zijn er geen drugs. Ik hoop dat je er geen hebt meegebracht, want als ze je pakken met ook maar de kleinste hoeveelheid,’ en hij wrijft de vingers van zijn rechterhand opeen, alsof hij zelfs de naam van die dingen niet kent, ‘dan vlieg je meteen in de bak. Dan is je rekening gemaakt.’
Wanneer hij over de dood van Fidel spreekt, dreigen zijn oude ogen even nat te worden. Maar hij herstelt zich en kijkt langs me heen om niet opnieuw door de emotie te worden overmand. ‘Zijn as is van hieruit naar Santiago gevoerd en langs de hele achthonderd kilometer stond een haag van mensen.’
Het had een installatie kunnen zijn.
De Brazilianen raken elkaar meer aan dan de Belgen, maar de Cubanen kunnen niet van je afblijven. Zelf wanneer je iemand op straat de weg vraagt, moeten ze toch even je schouder vastgrijpen en daar eens goed inknijpen, net of ze willen weten dat je echt bent. Is de voodoo hier zo een alledaags fenomeen? Wie weet heeft het te maken met de santería, waarvan ik hier overal de tekenen ontwaar, omdat ik ze ken van de Braziliaanse candomblé. Je vindt geen privéwinkels buiten de souvenirshops, maar in de hele stad ben ik op winkels gestoten, ‘open deuren’ eigenlijk, in grijze, vervallen oude gebouwen, waar de felle kleuren van de kralen en de heiligenbeelden als vuurwerk uitsprongen. Toen ik gisteren verloren was gelopen, kwam ik voorbij een huis met luid getrommel en dansende mensen: de Cubaanse santería die met de Braziliaanse candomblé per tamtam communiceert.
Maar voor ik verloren was gelopen in de nacht, liep ik nog ‘gevonden’ rond in Havana. Ik besloot te gaan eten in een restaurant voor Cubanen. De prijzen zijn belachelijk. Vijftig eurocent, één eurocent. Je krijgt rijst en een stukje vlees en een kom zwarte bonen. Je krijgt ook een lepel en een vork, geen mes. Geen idee waarom niet. Naast mij komt een zwarte vrouw zitten, zonder boventanden. Ze raakt mij copieus aan, zegt tegen de serveuse dat ze geen lepel nodig heeft, want dat ze haar eigen lepel heeft. Ze haalt een plastic lepeltje boven. Ze vraag of ik niet kan bijleggen voor haar eten, wat ik graag doe. Ze zegt dat ze zeventig is, maar dat ze nog werkt. Ze veegt de straat, heeft drie kinderen, en maar één kleindochter. Haar dochter werkt ‘in een huis’. Ze kookt er. Ze hoeft alleen maar het eten te koken en dan mag ze gaan. Dat verbaast me, want dat betekent dat er families zijn die een meid kunnen betalen. Zijzelf woont in één kamer, maar ze is dan ook alleen. Ze eet alles netjes leeg, veegt haar wit lepeltje af aan een serviet en moet dan gaan werken. Ze omhelst me en geeft me een kus. Later zie ik ze van ver terug in Oud Havana, met haar borstel en haar kar. Ze heeft een lichtblauw gebloemde short aan en een wit hemd.
Ik kom een boekhandel tegen. Op de vitrine staan namen als Hemingway, Coleridge, Lyotard en zelfs Lyotard, dus ik denk hier moet ik zijn. Toch betreed ik het oude pand met een zeker wantrouwen, want eigenlijk staat er op het raam: Hemingway, Ernest; Coleridge, Samuel; Lyotard, Jean-François, alsof die hier samen op school hebben gezeten. In de grote zaal met een mezzanine gaat het bijna uitsluitend over de verwezenlijkingen van de Revolutie, over José Martí, en Che Guevara, of moet ik zeggen Martí, José en Guevara, Che? Er is geen spoor van Sarduy, van Carpentier, geen Cabrera Infante, geen Lezama Lima, geen Padura, zelfs geen García Márquez, laat staan Coleridge of Lyotard. Ik ben een moment verleid door een Crítica de la razón pura, maar vind het uiteindelijk te gek om naar Cuba te komen om Kant te kopen. Ik loop buiten met een bloemlezing Latijns-Amerikaanse liefdesgedichten van Mario Benedetti, die me bij een daiquiri veel genot verschaft.
Ik loop het Palacio van een of andere Graaf binnen. Ook hier leidt een vrouw mij rond. ‘Hij leefde niet bepaald in een cuartucho, in een miezerig kamertje,’ zeg ik lachend tegen haar. ‘In een cuartucho woon ik,’ zegt ze. ‘Maar je woont misschien alleen,’ zeg ik verzoenend. ‘We wonen daar met zeven, mijn kinderen, hun kinderen.’ Ze wil er niet veel over zeggen, maar wil haar ongenoegen toch wel kwijt. Het Palacio is pas gerestaureerd en de trompe-l’oeils op de muren van de trap zijn machtig mooi. Alleen de vrouw was geen trompe-l’oeil.
Ik sta voor een standbeeld, een van de velen, op een pleintje vol mensen. Ik probeer hem met mijn hand voor mijn ogen tegen het zonlicht in te ontwaren, wanneer er plots een lange zwarte jongeman in mijn gezichtsveld komt te staan. Hij vraagt waar ik vandaan kom en dan zegt hij knipogend ‘en de chicos?’ en hij kijkt daarbij naar mijn edele delen. Hij valt duidelijk zelf meer op chicos dan op chicas. Ik knijp mijn ogen dicht en zeg ‘hoezo de chicos?’. Hij kijkt betrapt en zegt berustend, maar teleurgesteld, alsof hij mij dan aan derden moet uitbesteden: ‘of de chicas?’.
Ik ben nog iets anders gaan bezoeken. Het Centro de Arte Contemporáneo Wilfredo Lam. Er zijn wel geen Wilfredo Lam’s te zien, maar alleen al het oude vrouwtje dat je graag rondleidt is al de moeite waard. Er was een tentoonstelling van Yannis Kounellis. Zoals mij wel meer overkomt met conceptuele kunst, wist ik niet altijd of ik naar de overblijfselen van een verbouwing aan het kijken was, een restje van de kuisploeg of een kunstwerk. Maar het vrouwtje zou me toch niet laten weggaan alvorens het mij allemaal uit te leggen, en mij bovendien op het hart te drukken van naar een ‘exposición maravillosa’ van Anish Kapoor te gaan kijken. Het was zo vreemd van die naam uit haar oude Cubaanse mond te horen komen. Hoe kon iemand in Cuba, en van die leeftijd, en met dat loon, met zoveel enthousiasme over conceptuele kunst praten, en over Anish Kapoor? ‘Je moet het allemaal zien als een vorm van ‘arte povera’, zei ze, en dan begrijp je het beter.’ Dat woord ‘povera’ uit die verrimpelde mond. Ik kan de twee niet met elkaar in overeenstemming brengen.
Het politiehoofdkwartier. Hier zou ik ook wel willen vastzitten.
Havana, 22/1/2017
Het is halfzeven en de haan is nog altijd aan het kraaien. Daarbuiten is het muisstil. Het is natuurlijk zondag, maar ik heb al gemerkt dat de Cubanen toch niet veel krakeel maken voor de zon is opgestaan. Havana is anders wel de stad van het krakeel. Wanneer je ‘s avonds door de straten loopt is het een lawaai van jewelste. Ook hier, in een buurt waarin helemaal geen bars zijn of winkels, voor zover die bestaan, stond op verschillende plaatsen de televisie aan, of de Cd-speler of wat het al moge zijn, en de een wou de ander overstemmen. Ik ben toch als een blok in slaap gevallen, na mezelf eerst naar een pizzeria te hebben gesleept. Jazeker, een pizzeria. Je hebt ze hier in twee soorten, van de Staat en privé. Het is nog altijd een idee waar je moeilijk aan went, een pizzeria beheerd door de regering. ‘Da Charles Michel’. Of beter ‘Da Carlo Michele’. Van Di Ruppo zou je het nog kunnen aannemen. Maar dit was dus een privé-pizzeria die ‘El Gusto’ heette. Iedereen moet hier spaarzaam zijn met elektriciteit, en dus zit je in het halfdonker, gezellig, tussen Cubaanse families die kip zitten te verorberen en zwarte bonen en rijst, net als in Brazilië, en Staatscola drinken.
Na de 25 km die ik eergisteren volgens mijn GSM heb gewandeld, deed mijn voet wat pijn en besloot ik een ‘shuttlebus’ te nemen, zo een die je langs de belangrijkste plekken van de stad brengt. Daar hebben ze geld in gestoken, want die zijn allemaal nieuw. De andere bussen die je hier ziet rijden en niet van een of ander internationaal reisagentschap zijn, zijn allemaal schenkingen. Je ziet er niet makkelijk twee dezelfde. Gisteren zag ik er een gele, zoals in Amerikaanse films, waar Écoliers op stond. De rondrit was een beetje teleurstellend, want de interessante punten liggen allemaal in Oud Havana, en daar kan je met een bus niet door. Ik stapte af aan het immense Gran Teatro Alicia Alonso, gebouwd tussen 1907 en 1914. Ik ben een geschiedenis van Cuba aan het lezen van Jean Lamore, en je vraagt je af hoe de Cubanen er in de loop van hun geschiedenis van de laatste 150 jaar in geslaagd zijn een gebouw neer te zetten als dit, gewijd aan de cultuur, of gelijk welk ander gebouw gewijd aan de cultuur. Een opeenvolging van bezettingen, eerst van de Spanjaarden, dan van de Amerikanen, en dan de dictators. Ik zag dat er een zarzuela wordt gespeeld de dag nadat ik van Santiago terug zal zijn. Ik vraag of ik een ticket kan kopen. ‘Pas vier dagen voor de voorstelling.’ ‘Ik ben op reis en ik kom pas de dag ervoor terug.’ ‘Geen probleem, het is opera.’
Tegenover het Teatro staat een even immens Museo Nacional de Bellas Artes. Er is een tamelijk grote collectie van zelfs vijftiende-eeuwse kunst, Vlaamse primitieven en het is zo vreemd van de geboorte- en sterfplaatsen van die mensen hier te zien: Brussel, Antwerpen, Mechelen. Hoe komen zij aan die werken als hier de ene dictator na de andere aan de macht is geweest – geen kunstminnend soort – en ze de laatste zestig jaar hebben moeten worstelen om het hoofd boven water te houden? Er zijn ook tal van antieke Griekse vazen, romeinse mozaïeken, en zelfs een Delacroix, een Courbet en een hele reeks Sorolla’s. Deze keer was er ook een tentoonstelling van Michelangelo Pistoletto, die een duidelijk verdediger van de Cubaanse Revolutie blijkt te zijn en in een lange video zijn visie op zijn eigen creaties uiteenzet. Pistoletto heet deze man dus, waarvan ik liever had gewaand dat hij het broodje had uitgevonden, in plaats van een uur lang te praten alsof hij Michelangelo was.
Deze kapper behoort tot een cooperativa no agropecuaria = die zich niet met ‘vee’ bezighoudt. Die zou ik ook verkiezen.
Naast de Teatro is er een ‘winkelwandelstraat’, de Calle San Rafael. Soms ‘mimeert’ Havana de kapitalistische wereld, en je trapt er bijna in. Je loopt door de San Rafael door een straat waarin de winkels elkaar opvolgen, er is zelfs een Adidas en een Nike te bespeuren, maar wanneer je binnenwandelt zie je dat het Staatswinkels zijn, met de grote U-vormige glazen toonbank waarin schaarse waar is tentoongesteld, drie fietssturen, vier vervangschroeven voor ventilators, twee bagagerekken, en daarachter grote verzamelingen van één merk deodorant, één merk afwasmiddel, één merk vloerzeep. Dat is allicht de reden waarom alles hier hetzelfde riekt. De straten wanneer iemand de vloer aan het kuisen is, de toiletten wanneer je je handen was, de vrouwen die voorbijwandelen. Hier en daar zijn er wel hele kleine winkeltjes waar je iets te eten kunt krijgen voor weinig geld. Ik zie een vrouw een kartonnen doosje vragen met wat ik denk chips te zijn en vlees. Ik vraag hetzelfde. Het is gebakken banaan en drie grote stukken kip, type KFC. Er zijn ook een paar stoffenwinkels, waarschijnlijk de reden waarom toch niet iedereen dezelfde kleren aan heeft. Want de kleren die je in de winkels kan krijgen zijn “lelijk en van slechte kwaliteit”, zoals Doña Elvira het gisteren verwoordde. Je kan ze dus beter zelf maken. Dan zijn er ook de plaatsen waar je in grote bazaars artesanía, ‘ambachtswerk’, kan kopen: het gebruikelijke lederwerk, uit hout gesneden souvenirs, tassen uit macramé, met de hand gemaakte schoenen die verschrikkelijk slecht moeten zitten. De straat geeft een “immediate insight into everyday life in economically challenged Cuba” zegt Lonely Planet. Dat is het ongeveer.
Gisterenmorgen moest Néstor vroeg weg, zodat ik Elvira heb uitgehoord. Het ontbijt is een stevige tortilla van ei en aardappel, fruit, brood, fruitsap. Ik krijg het niet op. Wanneer ik eet houden Elvira en Néstor zich discreet op in de keuken, die ik tijdens mijn verblijf niet te zien zal krijgen. Achter mij staat een aftandse sofa, met daarop een paar exemplaren van Granma en een Amerikaanse uitgave van Elle. Er staat ‘Elvira’ op geschreven.
Havana: veel moois, en ook wat lelijks.
Het valt mij op hoe de Cubanen, hoewel ze maar twee informatiebronnen hebben, de staatstelevisie en het dagblad Granma, goed geïnformeerd zijn. En de Granma bestaat maar uit acht bladzijden. Ze weten alles over Syrië, West-Europa, de Verenigde Staten. Elvira heeft overigens een zoon die bioloog is en in Philadelphia woont. Ze is er al tweemaal geweest. Zo vreemd, zei ze, we zijn Cubanen, we zijn gepensioneerd en we hebben maar één zoon, we vervullen dus alle rekwisieten om geen visum te krijgen, en toch hebben we er een gekregen. Al twee keer, en nu loopt het tot 2019.
Ze hebben een dochter verloren, dertig jaar geleden, toen ze dertien was. Er hangt een foto van een meisje op de ijskast, een kleurenfoto, waarvan ik dacht dat het een kleindochter was. Een auto-ongeluk. En dertig jaar geleden zullen er nog minder auto’s hebben gereden dan nu.
Elvira heeft me uitgelegd hoe het systeem hier werkt. Als je niet op de een of andere manier aan CUC’s geraakt, de ‘convertibele peso’s’ door toeristen of door familie die je geld opstuurt uit het buiteland, dan heb je het moeilijk. Haar man moet een vrij belangrijk ambtenaar van het Ministerie voor Buitenlandse Handel geweest zijn. Hij heeft over Egypte verteld en Libië, vroeger heel georganiseerde landen, heel veilig, maar ze beschouwden de vrouw als een ‘trapo’, een vod. Néstor krijgt 460 CUP aan pensioen, zij krijgt de helft. Dat betekent dat ze elke maand beschikken over een twintigtal euro. Samen. Ter vergelijking, ik heb gisteren mijn pizza 4 euro betaald. Je moet dus naar de winkel, van de Staat, en daar kan je ‘productos normados’ kopen en ‘productos liberados’. De laatste zijn vrij verkrijgbaar, voor de eerste heb je een rantsoenboekje nodig. Dan heb je recht op een pak rijst, een klein pakje koffie, enz. Per maand. En nu gaat het beter dan in de tijd van de ‘Período especial’, onmiddellijk na de val van de Berlijnse muur en het uiteenvallen van de Sovjetunie, toen elke voorkeursbehandeling door het Oostblok wegviel. Toen was er maar zes uur elektriciteit per dag. Néstor had een licht op batterij dat hij nooit heeft kunnen opvullen, omdat er nooit lang genoeg elektriciteit was.
De namen van de Karmelieten die als proefkonijn hebben willen dienen voor het eerste vaccin tegen de Gele koorts.
Opgelet voor impulskopen!
Santiago de Cuba, 23/1/2017
Mijn toilet heeft een bril. Ik ben deze morgen ingetrokken in mijn ‘Casa de Familia in Santiago, en mijn toilet heeft een bril. Ik heb gemerkt dat dit niet zo gewoon is in Cuba, want in de toiletten die we deze nacht hebben aangedaan tussen Havana en Santiago – een ander verhaal – waren er geen brillen. Er waren ook maar halve deuren en geen sloten. Het principe is simpel en eenvoudig en zou door de hele mensheid moeten worden overgenomen omwille van de besparingen in materiaal die een dergelijk systeem met zich mee zou brengen. De deuren van de toiletten reiken ongeveer tot borsthoogte. Wil je even je gevoeg doen? Snel een blik over de deur en je weet meteen of er iemand in zit. Ook een slot is op die manier overbodig, want waarom zou je binnen gaan en de plaats betwisten van iemand die er al zit? Ook de brillen worden uitgespaard, zoals ik deze morgen ook in het congreshotel heb kunnen constateren. Zonder bril, een besparing, maar de Belgische toiletten zien dan wel beter dan de Cubaanse. Of misschien omgekeerd.
Bij Odalys Turro.
Even terugkomen op het verhaal van deze nacht. Ik was stipt op tijd aangekomen o de luchthaven, een halfuur voor het tijdstip had Néstor de taxi geroepen, drie uur voor het vliegtuig en ik kwam dan ook twee uur en een half voor het vertrek aan. Check-in, de vrouw vraagt mijn ticket, kijkt er langdurig naar, vraagt mijn paspoort, kijkt er langdurig naar, schrijft eigenhandig een boardingpass en zegt mij dan “El vuelo fue cancelado”. De vlucht is afgelast. Er wordt een bus ingezet. ‘Maar dat zijn meer dan 700 km!’ zeg ik lachend. ‘Hij doet er twaalf uur over.’ Oké. Ik zet mij naast een stel Cubanen die opmerkelijk rustig blijven. Ze zeggen dat ze elke maand die vlucht nemen en dat het de eerste maal is dat zoiets gebeurt. Ik neem dat met een korrel zout, want dan zouden ze er niet zo gelaten bij zitten. Er wordt hard gelachen. ‘Het zijn best goeie bussen,’ verraadt de compañera naast mij zich. Het nieuws wordt via de luidsprekers herhaald: ‘El viaje se hará por vehículo terrestre.’ ‘De reis zal met een grondvoertuig worden uitgevoerd.’ Ik schiet in een lach, samen met mijn Cubaanse compañeros: “Ze noemen een guagua een ‘grondvoertuig’!” ‘Guagua’ is de Cubaanse naam voor ‘bus’. Op het uur waarop het vliegtuig zou moeten opstijgen daagt een Chinese bus op, heel comfortabel, maar toch een beetje een onaangenaam vooruitzicht om er de hele nacht in door te brengen. Ik zit naast een man die zich na enige tijd identificeert als een Mexicaan die ook naar het congres gaat. Hij is van de UNAM, van de Lerarenopleiding. Hij komt elk jaar naar Cuba. De Mexicaanse stranden zijn te gevaarlijk geworden. ‘Zijn’ strand is Acapulco. Niet meer te doen. ‘Mucha balacera,’ veel geschiet.
‘Jullie zouden beter iets aantrekken, zegt de chauffeur, want door de airco kan het koud worden.’ Ik schrik mij een bult, want ik heb toevallig wel een vestje mee, maar dat zit in de valies in de buik van de guagua. Ik ril al bij het vooruitzicht dood te vriezen naast mijn zorgvuldig ingeduffelde buur, maar wanneer ik merk dat als je moet plassen je gewoon maar vraagt aan de chauffeur om in het pikkedonker even te stoppen, vermoed ik dat hij in nood ook wel zal stoppen om mijn valies uit het ruim te halen.
Wanneer we dan een uur later stoppen om iets te eten en te plassen (cfr. supra) laat hij mij inderdaad mijn jasje nemen, en ik zal het later nodig hebben. Ik eet een sandwich met ham en kaas, even in het panini-toestel gestoken, die ik niemand aanraadt. Ook de grondstoffen lijden onder de goedbedoelde politiek van het regime. Ik zeg ‘goedbedoeld’, want het valt op hoe de Cubanen wel klagen, maar nooit de goede bedoelingen van de machthebbers in twijfel trekken. Het is bij wijlen aandoenlijk. De taxichauffeur die mij naar de luchthaven bracht had een diploma informatica. Daar kon hij niks mee doen, want je kan in Cuba geen bedrijf openen. Om een bedrijf te openen heb je geld nodig. Gesteld nog dat je het bijeenkrijgt – maar hoe? –, dan ben je al meteen een beetje verdacht, want geld ruikt naar kapitalisme en in Cuba moesten de klassen afgeschaft worden.
- Ze willen een maatschappij zonder klassen. Perfect. Mooi doel. Maar er zijn altijd klassen geweest. Er zijn altijd rijken en armen geweest. Waarom dan hier niet? Waarom mag ik alleen de toeristen rondrijden, maar mag ik zelf geen toerist zijn? Ik zou ook wel eens het vliegtuig willen nemen, naar het buitenland gaan, de Eiffeltoren zien.
Ik zit erbij en ik knik. Dat heeft in een taxi geen betekenis, want daar zit elk voor zich uit te kijken. Ik hoop dat mijn stilte niks zegt, want ik weet niet wat ik moet zeggen.
Het resultaat is dat Gustavo als taxichauffeur werkt, in een Chinese wagen die hij huurt van de Staat, waar hij de naft, herstellingen en onderhoud van moet betalen, maar die hem, na aftrek van belastingen, maar net genoeg opbrengt om een beetje beter te eten. Zegt hij. Niemand verdient in Cuba echt geld, zegt hij. Vijftien euro per maand is een normaal loon, een dokter verdient maximaal 50. Maar de geneeskunde is wel top en helemaal gratis. Zoals het onderwijs, kortom de dingen die we weten. ‘Maar waarom mag ik, als Cubaan, niet ook eens toerist zijn, niet ook eens een vliegtuig nemen? Ik mag de toeristen alleen maar overal rondrijden.’ Tot hiertoe zijn de meningen eensluidend. Allemaal goedbedoeld, geneeskunde en onderwijs oké, maar daarna?
Deze morgen heb ik Leonel ontmoet en hem vier kilo Nutella gegeven en een kilo pralines. Hij stelde mij ook voor aan zijn oudste zoon, die veearts is en er maar net twintig uitziet. ‘Gespecialiseerd in varkens,’ zegt hij.
’s Avonds mag ik, als VIP, naar restaurant Zum Zum gaan eten. Alleen voor een dertigtal ‘speciale gasten’. De Nutella was aan het opbrengen! De nutellocratie. Tien jaar geleden had ik Leonel leren kennen in Brazilië op een congres en de universiteit had toen alles voor hem betaald. Ik zit naast een Catalaans koppel. Het eten is uitstekend. Voor mij gaat een enorme man zitten, met een witte pet, witte schoenen en een witte riem rond zijn enorme middel. Hij houdt zijn blazer aan, ondanks de hitte, en zijn das. Hij kijkt wat hautain in het rond, drinkt een fruitsap, maar is duidelijk niet op zijn gemak. Pas later, wanneer hij al weg is, besef ik dat het de buschauffeur is. Ik heb spijt dat ik er niet mee ben beginnen praten. Na het eten wordt er uitbundig afscheid genomen en grijpt de joviale, gezette, nauw in het hemd gesneden broer van Leonel mij en mijn Catalaanse vrienden herhaaldelijk om het middel. ‘Hij zal jullie naar huis brengen,’ zegt Leonel, en ik verwacht dat zijn auto om de hoek staat. Maar we zijn in Cuba, en niemand heeft een auto en dus wandelt hij ons naar onze bedstee.
In Cuba geen gebrek aan mensen die de weg wijzen. Hulpvaardige mensen.
Santiago, 24/1/17
De naam van mijn nieuwe huisbazin is Odalys Turro. Het is een middelzwarte vrouw van middelbare leeftijd, die mij verschillende keren heeft vastgegrepen met de naam ‘mi amor’, mijn liefde, ‘mi vida’, mijn leven, en ‘cariño’, schat. Haar man is nochtans een, meer dan zakformaat grote zwarte en die stond erbij. Ik heb haar dan ook nog niet met gelijke munt betaald. Het huis is redelijk groot en de voorkamer, want die heeft ze, en dat is hier niet evident, staat vol met bibelots, waaronder een levensgrote porseleinen dalmatiër die ik hoegenaamd niet omver mag lopen. Het is duidelijk dat in die kamer niet wordt geleefd, maar wel in de achterkamertjes die allemaal open zijn en waar permanent een televisie opstaat die Chinese films vertoont, gedubd in het Engels, met ondertitels in het Spaans. Er loopt ook een oud vrouwtje rond dat voortdurend zit schoon te maken. Ik dacht eerst dat het haar moeder was die iets omhanden wou hebben, maar ik vraag me nu toch af of het niet de aloude Latijns-Amerikaanse traditie is van de empleada, de huisbediende, die hier opnieuw de kop opsteekt. Zou er dan toch een soort CUCokratie ontstaan zijn? Een elite van mensen die erin slagen beter te leven door de deviezen? Ik betaal 25 CUC per nacht, zonder ontbijt, en er zijn hier verschillende kamers. Zo haal je elke maand een klein Cubaans fortuintje binnen. Want, eerlijk gezegd, hoe kan je nu leven met 15 Euro per maand? Waarom ga je daarvoor naar je werk? Misschien alleen om van de ziekteverzekering, het onderwijs en de ‘libreta’ te kunnen genieten. Dat moet ik nog zien uit te vissen. Niemand heeft me dat tot hiertoe kunnen uitleggen, wat ook betekenisvol is[1].
In hetzelfde huis als ik zit Juan, een jonge Mexicaan. Hij zat op dezelfde ‘grondvlucht’ als ik. Hij sprak van de mogelijkheid om het geld van de vliegtuigreis terug te vragen, want een busreis kost uiteraard minder. Vreemd genoeg was dat niet eens bij mij opgekomen. Het leek mij niet bij de ‘spirit’ van het land te passen. Ik schijn mij daarin niet in te vergissen, want de helft van het congres zat op die bus en niemand denkt echt dat er een compensatie kan worden geëist.
Santiago, 25/1/17
Het is halfzeven, maar ik ben al een uur wakker, dank zij de hanen die zich, ook hier, als opdracht hebben gesteld van de Cubanen bij de les te houden. En de Belgen. Hoewel, als ik aan Brazilië denk, waar in de steden om vijf uur al veel activiteit waar te nemen valt, hoor je hier voor acht uur nog maar weinig tekenen van leven. Er zijn natuurlijk ook minder auto’s natuurlijk.
Gisteren was het de officiële opening van het congres. Er waren verwijzingen naar Fidel en citaties van Martí, maar het bleef kort en sober. Er was ook een eerbetoon aan de moeder van Leonel, die met deze congressen twintig jaar geleden is begonnen, maar het bleef even sober en kort. De toespraak werd gehouden door een zwarte vrouwelijke hoogleraar van de Facultad de Medicina de Guantánamo, een naam die bij ons natuurlijk iets anders oproept. Er was ook het optreden van een koor. Het was mooi. En even kort en sober. Het vreemde in Cuba is dat elke keer je tekenen van provincialisme zou tegenkomen, er net op tijd wordt gestopt. Dat is een heel merkwaardig fenomeen. Misschien door mijn ervaring in Florianópolis, denk ik op elk moment ‘nu gaat het komen’, en dan komt het toch niet. Je had gisteren even larmoyante als eindeloze toespraken kunnen verwachten, maar die bleven uit, stopten net op het moment dat het te veel was geworden. Je had bij het koor een heleboel gelegenheden gehad om er de provinciebeuk in te zetten, maar ook hier was dit niet het geval. De zangers waren feestelijk gekleed, maar niet overdreven. Het was geen imitatie van iets Amerikaans, het was muziek van eigen bodem, maar zonder inleidende revindicatieve commentaren. Dat de dirigent een zwarte vrouw was, zou in Brazilië evengoed onwaarschijnlijk zijn.[2]
Ze zouden hier alles hebben om op te kijken naar het Westen, naar Amerika dat op een boogscheut ligt, en ter zelfder tijd het ‘eigene’ te verheerlijken, op te scheppen met ‘eigen haard is goud waard’. Maar voor zover ik heb kunnen vaststellen, doen ze het niet. Zelfs in die enkele bars en restaurants die een ‘privébedrijf’ vormen, zie je ze niet imiteren. Misschien ligt dat ook eenvoudig aan het feit dat het contact met de buitenwereld heel miniem is. Eigenlijk alleen via de televisie, en daar tonen ze ook wat ze willen. Vreemd, een land zonder krantenkiosken.
Ik heb gisteren gepraat met Gema Valdés Acosta, een jaar of zeventig en evenveel centimeter hoog. Of laat ons zeggen, een meter. Ze hoorde dat ik Belg was en zij gaat regelmatig naar Congo. Ze is gespecialiseerd in Bantoetalen. Ze komt af en toe in Brussel, wanneer ze naar Kinshasa gaat en heeft contact met het Museum van Tervuren. Ik zei haar dat ik niet kon begrijpen dat de Cubaanse lonen zo laag waren en dat je daar niet van kon leven. ‘Ik verdien 40 dollar per maand, als hoogleraar. Ik betaal geen huur, want het huis is van de Staat. Ik betaal 1 dollar elektriciteit per maand, twee dollar aan vervoer. Dan schiet er 37 dollar over voor eten en kleren. Dat is genoeg.’
Ik zeg haar dat de manier waarop zwarten en mulatten hier naar je kijken anders is dan in Brazilië. Daar hebben de zwarten altijd iets onderdanigs in hun blik, moeten ze er ook altijd op wijzen dat ze zwart zijn, ‘maar trots!’. Hier vergeet je welke huidskleur de mensen hebben. Volgens haar zijn er nog altijd families waarin het niet wordt geapprecieerd als een blanke met een zwarte trouwt. Ze denkt dat het een minderheid is. Ik mag het hopen. Ze zegt ook dat de Cubanen in grote mate afhankelijk zijn van de ‘remesas’, het geld dat door familieleden, vooral in de VS, maar ook in Ecuador, naar Cuba wordt gestuurd. Ik weet dat in Brazilië ook veel Cubaanse dokters zitten. Die krijgen van de Braziliaanse Staat een loon uitbetaald van pakweg 5000 dollar, maar daarvan gaat 4000 dollar naar de Cubaanse Staat. Ik neem aan dat de ene dat al normaler vindt dan de andere. Van de ‘remesas’ had ik al horen praten. Blijkbaar wordt daardoor de kloof tussen blank en zwart toch weer groter, want er zijn minder zwarten die naar de VS emigreren dan blanken. Die krijgen in Cuba dus ook minder geld, waardoor er opnieuw een klassen- en rassenonderscheid komt te ontstaan. En het privé-initiatief? Kleine ondernemingen worden toegelaten, zegt Gema, maar je moet geld hebben om die op te starten. De banken geven leningen aan mensen die niet kunnen terugvallen op ‘remesas’, zegt ze. Grote privéondernemingen worden niet toegelaten, ‘want wij willen onze economie niet uit handen geven’. Ze kijkt heel beslist, want ze denkt dat ik sceptisch kijk.
Ik heb al veel mensen horen klagen, een beetje zoals in Brazilië, maar ik heb nog niemand horen zeggen dat zij moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen en de politici hun zakken volsteken. Maar er is dan ook geen vrije pers.
Gisteren heb ik toevallig een rol hechtpleister gevonden, om mijn strohoed van binnen af te bezetten. Ik kocht het van een oud mannetje op straat, dat naast het hechtpleister ook twee handen vol vijsjes, schroeven en elektrische onderdeeltjes verkocht. Het kost 10 CUP, 25 eurocent. Een vrouw kwam langs, vroeg hoeveel de rol kostte, en liep weg. Ik heb blijkbaar te veel betaald. Moeilijk, als Belg, om 25 cent veel te vinden.
’s Avonds zijn we een fort gaan bezoeken, dat in de vorige eeuwen Santiago tegen piraten en Engelsen moest beschermen. Er was een ‘ceremonie’. Een kanonschot dat het strijken van de vlag begeleidde. Een moeizame bezigheid. Vijf mannen, als historische figuren gekleed, deden er toch meer dan een kwartier over om het oude kanon te laden. Gelukkig waren er juist geen piraten! En de Engelsen bevonden zich in het publiek en waren te zonverbrand om in te grijpen.
De bus waarin we werden vervoerd hing met haken en ogen aaneen. Of juister: met ijzeren draadjes en hechtpleister. Misschien was het oude mannetje van gisteren wel hun leverancier! De rugleuning van mijn zetels schoot bij elke start naar achter. Een schommelstoel eigenlijk, met de knieën van mijn achterbuur als veiligheidsstop.
Daarna ging ik naar een ‘restaurant populaire’ met twee studenten uit Costa Rica en vier professoren uit de VS. Die hadden blijkbaar moeten kiezen uit een lijst van veertien redenen om Cuba te mogen bezoeken. Gelukkig stond er ‘educational’ bij. Bij terugkeer moesten ze een nauwgezet rapport opmaken waarin, uur per uur, hun bezigheden in Cuba stonden vermeld. ‘Ik ga me deze eerste keer toch maar aan de regels houden,’ zei Amanda, en ze bood mij vóór het eten een flesje met alcohol-gel aan. ‘We zullen toch maar de biefstuk nemen,’ zei ze tegen haar vriendin, die zich met gel insmeerde, ‘dat lijkt mij het veiligste.’ ‘Is het ijs gemaakt met mineraal water of met kraantjeswater?’ vroeg ze nog aan de serveerster. Ik bedacht dat ik de vorige dagen toch wel erg onvoorzichtig was geweest.
Amerikaanse Amanda ziet heel rood en ze blaast geregeld via haar onderlip naar haar voorhoofd. Ik weet niet of ze blaast omdat ze het warm heeft of omdat ze zich toch niet helemaal op haar gemak voelt. Amerika leeft tenslotte op een zekere vorm van oorlog met dit eiland. Maar ze praat heel goed Spaans, en ze zegt dat ze haar kinderen tweetalig wil opvoeden. Goede voornemens, Amanda. De Cubanen laten je deze keer met rust.
Dan duikt er een niet zo jonge man op met een niet zo jonge gitaar. Hij speelt en zingt. Prachtig. Heel het openluchtrestaurant raakt geanimeerd, maar de Cubaanse tafel, met wel vijftien aanzittenden, veruit het meest. Wij leggen wat CUC’s samen om hem aan te moedigen en we mogen de liedjes kiezen. Even nadenken.
- Silvio Rodríguez?
- Welk liedje?
- ¿Conoces ‘Ojalá’?
- Claro, ojalá supiera cantarla!
Santiago 25/1/2017
Deze morgen was er een plechtige zitting om Eloína Miyares, de moeder van Leonel en de stichteres van het symposium te herdenken. Lange redevoeringen, een geprojecteerde fototentoonstelling, tot slot een plaatselijke dichter met een toch wel lange ode aan Eloína. Ik dacht even dat iemand het moeilijk zou krijgen en een traan zou laten opwellen, maar neen. Iedereen hield zich sterk. Na afloop zegt een Baskische collega dat zo een intiem vertoon, met het tonen van familiefoto’s, in Baskenland onmogelijk zou zijn. Ik denk dat ik toch nog altijd wat Braziliaans ben, want daar zou het wat meer zijn geweest en had men voor brokken in de keel gezorgd.
Gisteren liep ik met Juan, mijn Mexicaanse huisgenoot, door het park naar het congres. Een straatveegster roept ons toe: ‘Daar komen ze, vader en zoon!’
Het is waar dat Juan mijn zoon zou kunnen zijn. Vind ik dat hij geflatteerd kijkt?
- Jullie komen hier elke dag voorbij en geven mij nog geen sandwich, zegt ze.
- Dat is waar! Hier hebt u een CUC.
- ¡Dios les bendiga!
Verwacht hier geen verguizing van de godsdienst, hoe lang ze hier ook al communist zijn.
Vandaag zijn we naar de Ciudad del Cobre geweest. Zoals de naam al suggereert, een vroegere mijnstad. Onderweg, in het veld, staat een vermaning: “Todo cubano tiene que saber tirar, y tirar bien!” ‘ Elke Cubaan moet kunnen schieten, en goed schieten!”
In heel Cuba één uniform voor de lagere school en één voor het middelbaar.
Ik wist niet precies waarom we naar El Cobre gingen, maar een van de redenen was dat we daar, met drie bussen congresgangers, de kinderen van Leonel gingen ophalen. Daar had ik zelf niets op tegen, want het zijn twee heerlijke, prachtige kinderen. Paulientje van 10, en Robbeke van 13. De moeder is van Kessel-Lo. ‘De kinderen wonen wel ver,’ zeg ik tegen Leonel. ‘Ja,’ zegt hij, ‘es por la madre. Muy complicado.’ Hij schittert van trots wanneer ik hem zeg dat de kinderen mijn Nederlands begrijpen. In Ciudad del Cobre staat een kathedraal waar de patroonheilige van Cuba wordt vereerd. En ja, daar zit Leonel op de eerste rij voor het altaar, met zijn kinderen en zijn broer, ingetogen. Katholicisme is belangrijk, zegt Gema, maar dat is voor na het leven. De santería, de Afrikaanse godsdienst, is veel populairder, want dat is voor nu. Ik had vorige zondag al mensen zien rondlopen, helemaal in het wit. Dat zijn de ‘ingewijden’, zij die het zuiveringsproces al hebben doorlopen en dat aan de wereld willen laten weten.
Zojuist gegeten bij Odalys 2, die van het ontbijt. (Waar ik woon is bij Odalys 1.) Ik was alleen. Het was kip, ‘uit Canada,’ zei ze, ‘of uit Brazilië’, en puree van kalebas. Ze wou eerst niet veel loslaten, maar uiteindelijk kwam ze er toch bijzitten. Ik lokte haar uit haar tent. Ze zei dat iedereen familie had in de Verenigde Staten. Ook zij. En niemand die weggaat komt nog terug. 'Zelfs niet op vakantie komen ze terug!' Haar zoon is informaticus. 'En wat doet hij?' 'Hij rijdt rond met de auto van zijn pa!!!' Ik heb haar op dreef gekregen.
'Ik ben zelf ingenieur. Ik heb dat 17 jaar gedaan. Weet je hoeveel ik verdiende? 17 CUC per maand. Ik ben ermee gestopt. Nu verhuur ik kamers.' Ik weet niet hoe ik het moet interpreteren, als verontwaardiging of als moedeloosheid. Zo heb ik al veel mensen horen praten. Cuba is overgekwalificeerd voor het geld dat voorhanden is. Ingenieurs hebben een B&B, informatici rijden met de taxi, dokters klussen bij als garçon. Het valt niet meteen op, omdat hier de ‘uiterlijke tekenen’ van het beroep ontbreken. Het is alsof het allemaal ‘eerste generatie intellectuelen’ zijn. Ze hebben nog niet de tierlantijntjes verworven die wij beschouwen als behorend tot de opleiding: niet alleen de wagen en het huis, maar ook de kleren, de houding in een gesprek, de manier van eten, de manier van lopen, wat al dan niet tot je waardigheid behoort. Het is alsof ze in Cuba alle waardigheden, en alle geld, in een blender hebben gestopt en het resultaat dan evenwaardig hebben uitgedeeld. De ingenieurs en de straatvegers, de blanken en de zwarten. Ze zouden wel meer WC’s met brillen mogen uitdelen.
In Odalys’ hall hangt een enorme spiegel van wel honderd jaar oud op een commode. Hij steekt leuk af tegen het Staatsporselein dat er voor staat.
Het congres. Je weet hier nooit zeker wanneer iets begint of eindigt. Iets staat geprogrammeerd om acht uur, maar dat wordt dan uiteindelijk halfnegen. Het kan ook omgekeerd. Iets moet beginnen om drie uur, maar begint vroeger omdat iemand niet is komen opdagen. Toch loopt alles op wieltjes. Op uitstap voelt iedereen zich een beetje verantwoordelijk voor iedereen. Ik heb niet gehoord dat er iemand was achtergelaten. En op de academische sessies hoor je wel eens van ‘wacht even, Maria moet nog komen’.
‘s Avonds, bij de Steel Band de Cobre, heb ik met Paulientje gedanst, het dochtertje van Leonel. Ze genoot er duidelijk van, want ik ben toch een beetje als de oom uit haar tweede vaderland. Ik genoot er ook van, want het is alweer tijd dat ik mijn kinderen terugzie.
Santiago 26/1/2017
Vandaag zijn we naar een strand geweest. Een Baskische ingenieur – een ingenieuze, want het is een vrouw – , Durval, een Cubaan, een chauffeur en ik. Er zouden nog twee mensen meegaan, maar een ervan is ziek en de ander zoek. Ik denk aan onze Belgische regels: veiligheidsgordels, vering, banden, terwijl ik in een auto zit die vijftien jaar geleden al niet meer door de keuring was geraakt. Ik ben in Cuba al een keer of vijf bijna overreden, omdat er geen zebrapaden zijn en zo weinig auto’s. Het ontwent. Het gaat in volle vaart over hobbelige wegen, misschien niet zo hobbelig, maar zonder vering voelt dat wel zo aan. Het landschap lijkt op Brazilië. De palmbomen, de jacaranda’s, de bougainville’s, de huizen.
Overal waar je reclame verwacht, zijn er stichtende boodschappen.
Eens op het strand aangekomen is er een meningsverschil tussen de Cubaan en de chauffeur. Die is gelukkig ook Cubaan. Taxichauffeurs bestaan er om mensen rond te rijden en om meningsverschillen mee te hebben en dan deel je best dezelfde nationaliteit. De chauffeur zal ons uiteindelijk toch binnen anderhalf uur komen ophalen. Het water van de zee is helder, maar om aan het water te geraken moet je wel eerst door een strook met scherpe stenen. De Cubaan blijkt een diploma Humanidades te hebben, zoiets als Letteren met Geschiedenis. Hij heeft een paar jaar lesgegeven, maar dat beval hem niet meer. Vroeger hadden de leerlingen en de ouders nog respect voor de leerkrachten, zegt hij, maar nu spreken ze tegen en vinden ze dat jij er verantwoordelijk voor bent dat hun kind slaagt! Belgische en Cubaanse leraars, Verenigt U!
Durval houdt zich nu bezig met het filmen van toeristische plekken met een drone. Na elke paragraaf uitleg tuit hij zijn lippen heel erg en knikt een paar keer heel ernstig van ‘ja’. Hij heeft een heel lang gezicht, wat hem doet lijken op de maskers die ze in Brazilië maken van palmboombladeren. Uiteindelijk blijkt dat hij helemaal niet deelneemt aan het congres, maar daar rondhangt om mensen rond te leiden. De Baskische en in kijken naar mekaar en beginnen ons mentaal al in te beelden hoeveel we hem gaan toesteken. Durval kan ook naar een van de restaurantjes gaan en daar eten voor ons bestellen. Terwijl we daarover aan het overleggen zijn, komt er nog een (zwarte) man aan die ons hetzelfde voorstelt. Het is duidelijk dat dat concurrentie is. Hij wordt snel afgewimpeld. Durval heeft het over ‘die rubio’. ‘Rubio’ betekent ‘blond’, dus het is ons eerst niet helemaal duidelijk over wie hij het heeft. ‘Rubio is voor ons een zwarte die echt zwart is,’ zegt hij. Ik denk aan mijn lezing van morgen, waar ik ga vertellen dat een van de problemen van de Dominicanen in Amerika is dat er daar geen fijne onderscheiden bestaan tussen kleuren van mensen en zij meteen gecatalogeerd worden als ‘zwart’. ‘Rubio’ kan niets anders zijn dan een, eventueel wrede, ironie. Een beetje zoals trigueño, dat afgeleid is van trigo, (blond) graan, en ‘kleurling’ betekent.
De verhalen over de drone zijn eindeloos, en over de fotoreportages die hij maakt, van de trouwfeesten en de ‘quinceañeras’. Ik heb mijn zwembroek meegebracht en probeer mij daar discreet in te worstelen. Het water is te transparant om er aan te weerstaan. Durval leent mij een klein zwembrilletje. Ik kan visjes zien. Zij mij niet, want ze hebben geen bril aan.
In het restaurant zitten wel meer toeristen. Daaronder een vreselijke bende Fransen, drie mannen en drie vrouwen. De vrouwen dansen. Ze schudden met hun borsten dat ik bang ben dat ze eraf gaan vallen. Hun achterwerk moet er ook af, denk ik, want daar schudden ze ook heftig mee. Zelfs tot tegen de edele delen van de Cubaanse garçons. Arme garçons, zo dicht bij de Franse vrouwen op middelbare leeftijd, en zo ver van God.
’s Avonds is het galaconcert. Ik, die al de hele week in lange broek rondloop, was gaan douchen en had een korte broek en een t-shirt aangetrokken. Ik had de ‘gala’ in ‘galaconcert’ niet goed gelezen en sta in de rij van de bus met uitgebreid aangeklede vrouwen met sjaals en oorbellen en mannen in kostuum.
Het concert is prachtig. Een koor met vrouwen in lange wuivende kleren en mannen in zwart pak van slechte kartonnen stof. Ze hebben hun liedjes ingekleed met discrete choreografieën, en daar is waar het ‘wuivende’ bij komt kijken. Ze kijken naar mekaar, kijven, knipperen, pinken, alle mogelijkheden geboden door een discreet gebruik van het lichaam. Ze zingen ook een negro-spiritual. Hun strijdlustige taal ten opzichte van Amerika beperkt zich tot de politiek.
Daarna deel ik het avondmaal met twee Argentijnse vrouwen uit Mendoza en een taaie inktvis. Zij, de vrouwen, leren mij een Argentijns gezegde: ‘Dios está en todas partes, pero atiende en Buenos Aires’, ‘God is overal, maar zijn kantoor is in Buenos Aires’. We nemen een taxi. Ik zit vooraan. Er staat een plastic fles aan mijn voeten en er hangt een scherpe benzinegeur. Plots valt de fles om en ik voel iets over mijn voeten lopen. De chauffeur verontschuldigt zich en zet de fles al rijdend terug recht. ‘Er was geen naft meer. Ik ben naar Guantánamo moeten gaan om er te halen en ik heb een fles bij, zodat mijn schoonbroer morgen tenminste kan vertrekken.’
Voor het slapengaan zet ik nog even de televisie aan. Het is een interview van de BBC met Che Guevara, ergens in de vroege jaren zestig. Blijkbaar was hij toen Minister van Economie. De journaliste spreekt hem aan met Major Guevara. Hij rookt een sigaar en heeft zijn legeruniform aan. Er zit een tolk bij die alles moet vertalen. Wanneer de journaliste afsluit met ‘Thank you very much,’, kijkt hij lachend en hulpeloos naar de tolk. ‘Ik weet helemaal niet wat ik moet zeggen, want ik begrijp geen Engels.’
Deze morgen had ik mijn ‘communicatie’ op het congres. Zoals altijd had ik ze de avond ervoor helemaal omgegooid en dan doe ik op het moment toch nog iets anders. Wat mij verbaast is dat ik nog geen enkele Cubaan heb zien voorlezen. Ze staan allemaal relaxed naast de computer en de tafel waar de moderatoren zitten en houden zich stipt aan hun 15 minuten. Ik heb dat ook maar gedaan. Gelukkig krijg ik het publiek snel aan het lachen, zodat ik minder zenuwachtig ben. De moderator is een hele bleke Cubaan van een jaar of veertig, heel schaars witblond haar, spaarzaam van achter naar voor over zijn schedel gedrapeerd. In België zou hij een bibliothecaris zijn, of een geestelijke hoogleraar bekend met oud-sumerisch. Hier klopt hij je op de schouder en lacht breed zijn witte pianotanden bloot. Hij stelt een vraag, die ik heel slim vind en dus niet kan beantwoorden. Ik beloof hem het antwoord voor binnen twee jaar, wanneer er een nieuw congres is.
Santiago 28/1/17
Vandaag zijn er geen eieren bij het ontbijt. ‘Los huevos se perdieron,’ zegt Odalys, terwijl ze van achter haar toog haar handen aan de keukenhanddoek afdroogt. Mijn Spaanse tafelgenoot en ik kijken mekaar aan, want in Standaard Spaans betekent dat zoveel als ‘de eieren zijn zoek geraakt’. ‘Hoezo?’
Ze had er overal gezocht, maar nergens gevonden. Dat gebeurt af en toe, dat je geen eieren vindt. Maar in de ‘Período especial’ was het nog veel erger. Toen was alles altijd schaars. De ‘Período Especial’ was de tijd na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, toen er aan alles gebrek was. Dat heeft tien jaar geduurd.
‘De tijd van de magere koeien,’ zeg ik.
‘In Cuba zijn er alleen maar magere koeien,’ antwoordt ze lachend.
‘Dus na de Período Especial kwam de Período Super-Especial, en dan de Período Excepcional?’
Ze schatert het uit. Zo’n dankbaar publiek! Ze heeft, in plaats van eieren, kip gemaakt.
‘We krijgen dus pre-huevo,’ zeg ik.
Weer geschater. ‘Of post-huevo!’ schatert ze terug.
Blijkbaar bestaat er een Eiermaffia. Van zodra de eieren aan de Staatswinkel worden geleverd, kopen zij ze allemaal op om ze dan duurder verder te verkopen. Handel in verdovende eieren!
Maar als je kritiek durft hebben op de manier waarop de zaken verlopen, wordt je al meteen bestempeld als ‘contrarevolutionair’, zegt Odalys. Het woord roept bij mij meteen Kerensky op, de Bestorming van het Winterpaleis, de Culturele Revolutie zelfs! Ik zie Odalys met een puntmuts en haar muiltjes door de straten van Santiago gevoerd. Ik verwacht dat ze zegt ‘en dan komen ze je meteen halen’, maar neen. Ze blaast – pff! – en zwaait in de lucht met haar vaatdoek. Ze mogen denken wat ze willen. Ik merk nu dat ‘contrarevolutionair’ hier als een soort scheldwoord geldt. Zo een beetje als ‘ouwe zaag’. Wat wij zouden zeggen tegen iemand die nooit tevreden is.
De vlucht terug naar Havana, van Cubana de Aviación, die eerst om 12.40 ging vertrekken was eerst naar 13.40 verzet en nu kom ik te weten dat het 18.40 wordt. Ik hoor het toevallig, en ik vraag om bevestiging. Ze sturen me een email, nadat ik er zelf om heb gevraagd. Onderaan hun email staat “EL QUE TIENE FE EN SI MISMO, NO NECESITA QUE LOS DEMAS CREAN EN EL. M. Unamuno.” “Wie in zichzelf gelooft, behoeft het geloof van de anderen niet. M. Unamuno.” Het straalt zelfvertrouwen uit, en daar kunnen we niet tegen zijn. Een mooie leuze voor een vliegtuigmaatschappij.
Op het congres begint bij alle congresgangers die op dezelfde vlucht zitten het vermoeden te rijzen dat het alweer een ‘landvlucht’ wordt. Voorlopig kan er nog genoten worden van een paar conferenties.
Het meisje dat tijdens de pauzes boeken verkoopt en oorbellen en magneten, blijkt in de namiddag ook nog een job als tolk te hebben. Ze werkt in een privébedrijf. Wanneer de Cubanen ‘privé’ zeggen, kijken ze altijd even van onder hun oogleden van ‘je weet wel wat ik bedoel’. Ik schrik dan een beetje en moet het weer binnen zijn Cubaanse context plaatsen. Ik denk dan al wel eens aan iets anders. Iber heet ze, of zo heb ik het toch verstaan, maar het zou ook gewoon Yvette kunnen zijn. Ze tolkt voor een toerismebureau, vooral voor Amerikanen, wat het extra pikant maakt. Ze is er wild van. Ik merk het. Ze zwaait met haar handen in het rond. Ze is ook wild van Che Guevara en van de juwelen die ze verkoopt. Ik koop meteen twee paar oorringen met edelstenen. “Misschien zijn de edelstenen wel geïmporteerd,” zegt ze verleidelijk. Zij is zelf nog nooit buiten Cuba geweest, maar spreekt vol enthousiasme over haar tolkopleiding aan de Universiteit van Havana. Alles was er prachtig, de stad, de studenten, de lessen die ze mocht geven toen ze afgestudeerd was. Ze lijkt een gedegen opleiding te hebben gehad. Ze spreekt ook Frans, zegt ze, maar ik besluit van haar niet te testen om mijn bewondering heel te houden. Ze pakt de oorringen in, maar ze heeft alleen een troosteloos wit papieren zakje. ‘Is het een geschenk? Dan zal ik er een bloemetje op tekenen.”
’s Middags eten bij Odalys, de casa waar ik ook altijd ontbijt. Ze had mij gisteren al verteld over de Italianen die ze over de vloer krijgt, en die allemaal voor chicas komen. Dat staat ze niet toe, ‘want anders wordt het hier een hoerenkot’. Er is alleen één Italiaan die mag, een die elk jaar komt en altijd met hetzelfde meisje. Hij is over de zeventig en zij is een jaar of 35. Ik zeg dat ik het moeilijk vind van zo iemand te begrijpen. Hij moet immers weten dat zij niet echt in hem zou geïnteresseerd zijn als ze zelf geld had. Ze heeft bovendien kinderen. En daar wandelt hij plots binnen, met de juffrouw! Hij lijkt op Picasso, is glad geschoren, ook zijn hoofd. Zij is frêle, verlegen, mulat. Ze kijkt een beetje beschaamd, hij niet. Hij spreekt zelfs goed Spaans. Oefening baart kunst.
Op de terugweg naar het congres sta ik stil voor een monument met een zestal kanonnen in een cirkel en in het midden een viertal enorme opengelegde ‘boeken’ in brons, met namen gegraveerd. De kanonnen zijn Spaans. Er staat Barcelona Agosto de 1768 op. Ik hoop dat dit niet de enige kanonnen waren die Spanje in 1889 in de oorlog tegen de Amerikanen ter beschikking had. Op de boeken staan de namen van de Amerikanen die hier gesneuveld zijn. Ze staan gerangschikt per regiment. Er is voor elk een kleine sectie ‘Killed’ en een hele grote ‘Died’. Er zijn toen veel meer soldaten gestorven aan gele koorts dan aan wapenfeiten.
Havana, 28/1/2017
Ik was al om zes uur wakker. Er is nog geen warm water. Gisteren was ik maar om halfeen ’s nachts thuis bij Néstor en Elvira. Op het vliegtuig reikte mijn buur mij meteen de hand, ‘Fernando, mucho gusto’, waardoor ik meteen wist dat ik mijn lang verlangde boek kon opbergen. De vlucht van Cubana was uiteindelijk om negen uur ’s avonds vertrokken. Fernando is Mexicaan en komt heel regelmatig naar Cuba. Hij zegt dat hij ingenieur is en dat hij in bijna alle landen van Midden-Amerika heeft gewerkt. Hij komt naar Cuba om uit te rusten. Hij praat over de prijzen van de restaurants en zegt dan ‘we hebben zoveel betaald, voor mij en mijn vriendin’. Soms zegt hij ‘voor mij en mijn novia’, wat zowel ‘lief’ als ‘verloofde’ kan betekenen. Als hij hier vaak komt zal het wel een speciaal soort vriendin zijn. Hij is al overal geweest en heeft een oplossing voor de armoede in de wereld. Hij wacht even, net of hij denkt ‘ga ik hem dat nu verklappen of niet?’.
Het is eigenlijk vrij simpel, maar ik weet niet of ze het gaan ten uitvoer brengen: iedereen mag maar één kind hebben. Dan is het meteen opgelost.’ Ik zit precies in het Eerste Hoofdstuk van het Tweede deel van Don Quichot, waarin de beroemde ridder de Spaanse Koning zal aanraden het Turkse Probleem op te lossen door er een handvol Dolende Ridders op af te sturen.
- Maar bedoel je dan één kind per persoon, of per koppel?
- Nee! Per koppel.
- Maar dan schiet er na een tijd toch alleen maar een meerderheid aan oude mensen over. Zoals in China nu.
Daar had hij nog niet aan gedacht, of hij wil mij zijn geheime oplossing niet vertellen. ‘Ja, maar je moet dat op lange termijn zien. En trouwens, ze gaan dat plan toch niet willen uitvoeren.’
Maar Fernando is een joviale kerel en de twee uur vliegen zijn snel voorbij. Hij kent het klappen van de zweep en regelt voor Pili, mij en hemzelf een taxi. Pili is nog een Spaanse ingenieur die ook op het congres was. Ze ziet er heel bleek uit, is een kop kleiner dan ik, en draagt drie zware zakken. Ik vermoed dat een daarvan uit louter medicamenten bestaat, want ze steekt af en toe sluiks iets in haar mond en ze snuift onophoudelijk. Ze komt uit San Sebastian. Ik heb haar op de luchthaven geërfd van een andere groep congresgangers. Ik had nochtans mijn boek al in de hand. We hebben het hele universitaire systeem van België en Spanje vergeleken, de financieringsmogelijkheden voor projecten, de selectiecriteria bij het aanwerven van academisch personeel, de sportfaciliteiten op de campus. Ik voelde mij verleid bewusteloosheid te fingeren, een coma, een harstilstand!
Havana, 29/1/2017
Gisteren loop ik naar het centrum van Havana en plots sta ik in een straat voor een kerktoren met een machtig Mariabeeld, helemaal van boven op de spits. Ik lees later dat het 7,5 meter hoog is en 8 ton weegt. Ik sta er overweldigd naar te kijken en vraag aan voorbijgangers hoe de kerk heet. Niemand weet het. Er is nochtans volk binnen. Ze kijken niet rond. Ze bidden. Ik zit op een bank wanneer er een jongeman achter mij neer komt knielen. Hij zegt dat hij student is aan de Universiteit van Havana en ik steek al meteen mijn hand in mijn broekzak om te voelen hoe ik niet te veel geld met een enkel gebaar te voorschijn kan toveren.
‘En wat studeer je?’ vraag ik ondertussen.
‘Dat is het nu juist. Ik studeer psychologie en ik heb binnenkort een examen. Kent u Sigmund Freud? Die heeft een boek geschreven en dat heet: La interpretación de – en hij vouwt zijn handen samen en legt er heel zacht zijn hoofd op te rusten – los sueños. Nu wil het toeval dat ik het boek al heb kunnen lokaliseren, hier dichtbij, maar het kost 6 CUC. Ik vroeg me af of u mij daarmee kon helpen?’
Ik geef hem twee CUC.
‘Daarmee ben ik al een eind op weg,’ zegt hij, toch met enige spijt in zijn blik.
Het reusachtige Mariabeeld op de toren van Nuestra Señora del Carmen.
Aan de muren van de kerk hangen heel mooie azulejos, keramiek met veel geel en blauw, en de plafonds zijn beschilderd met merkwaardige fresco’s, ik schat van na de Tweede Wereldoorlog. Daarna zijn ze een beetje aan hun lot overgelaten. Hier en daar is God verdwenen. Maria heeft geen Jezus meer op haar schoot, weggelopen met het water dat hier en daar duidelijk naar binnen sijpelt. Ik vraag aan een oud mals vrouwtje die ‘in charge’ is, of ik ergens een boekje over de kerk kan vinden en ze verwijst mij naar het klooster naast de kerk, waar het klinkt van de spelende kinderen. In het kerkwinkeltje zit, achter een tafel met heiligenbeeldjes en tweedehandsboeken, een proper gewassen jongeman. Er ligt ook een boek over baseball bij, dus heel strikt zijn ze niet. Mijn stereotypen verplichten mij van in de jongeman een seminarist in te zien. Een andere jongeman spreekt mij aan en vraagt mij waar ik vandaan kom. Hij is heel mager en lang en als hij geen tic had, want dat kan ik mij niet herinneren, dan zou die hem zeker niet misstaan hebben. Hij kijkt mij erg verlegen schuin aan. ‘België, zegt hij. Dat is waar tot voor kort Godfried Daneels kardinaal was van Mechelen. Nu is het De Kesel, of niet?’
Ik sta aan de grond genageld, en verdenk ook hem van ‘seminarietis’.
‘En daarvoor was het Suenens.’
Nu gaat hij te ver! Ik vraag hem meteen of hij ‘iets te maken heeft met de kerk, of met de Kerk?’
‘Neeeee, helemaal niet. Ik ben hier alleen mijn vriend komen bezoeken, maar ik ben pas Geschiedenis beginnen studeren aan de Universiteit en alles interesseert mij.’
Hij schaamt zich over zijn kennis, wat een goed teken is.
‘België is een interessant land, zegt hij, vooral Antwerpen, Gent, Luik en het ligt dichtbij Keulen – ken je de kathedraal daar? Echt? Moet mooi zijn. En dan is er Aken daar in de buurt en Dortmund. Maar ook Lille ligt vlakbij.’
Ik ben onder de indruk en vraag hem of hij daar al is geweest.
‘Neee!, ik ben nog nooit uit Havanna geweest. Die dingen interesseren mij gewoon, en het Zuiden van Nederland was vroeger katholiek, zoals België, al die steden, Maastricht, Breda. Ken je de Heilig-Hartkathedraal in Brussel?’ Er komt bij mij niets op. ‘Wie was nu weer de Belgische koning tijdens de Eerste Wereldoorlog? Ja, Albert, die is met de bouw ervan begonnen.’ Ik suggereer Koekelberg, maar wonder-boven-wonder kent hij die naam niet. Hij gaat verder met zijn quiz waarvan hij alleen de antwoorden geeft. Hij praat over Waailders in Nederland, en Le Pen in Frankrijk en gaat maar door. Hij heeft pas zijn legerdienst gedaan, zegt hij, twee jaar. Hij is nu 22 en wil snel zijn opleiding afwerken want hij weet graag veel. Hij krijgt met een lengte voorsprong de prijs van Merkwaardigste Cubaan van de Maand. ‘Gante of Gent, of zoiets, dat is toch waar dat drieluik hangt in de kathedraal, van Van Eyck?, geeft hij me nog als toemaatje mee, terwijl ik al met een been in de straat sta.
Ik loop snel naar mijn afspraak langs de drukke Avenida Zanja. Voor mij strompelt een oude zwarte man met een lang hemd en een grote plastic zak. Hij draagt een hoorapparaat. Maar misschien moet je in Brazilië gewoond hebben om dat te begrijpen.
Ik tref Pili. Ik zeg haar dat ik naar het Museo de la Revolución wil gaan, wat ik mij al vier keer heb voorgenomen, maar ik ben er nooit geraakt.
- Wat is daar te zien, vraagt ze.
- Ik denk dat de Granma daar staat, zeg ik.
- De ‘grama’? Wat is dat?
Ik schrik een beetje van haar vraag. ‘Granma’ is de naam van het schip waarmee Fidel en de zijnen in 1956 van Mexico naar Cuba zijn gevaren om de revolutie te starten. Het is ook de naam van het enige Cubaanse dagblad, van een baseball-club, een provincie, een Universiteit, een radiostation, en het staat op muren, petten, en is de naam van verenigingen allerhande. Even twijfel ik aan mijn rol in deze relatie: collega, reisgenoot, vader, leraar?
Ik besterf het van de honger en besluit actief te gaan zoeken naar een plaats waar je iets eetbaars kan vinden. Niet makkelijk. Toch ontdek ik een bakkerij. Ze was goed gecamoufleerd, maar ik heb ze toch gevonden. Het is gewoon een open raam dat uitgeeft op de stoep. Er zijn tralies voor, met een gat waardoor de bediende het brood aanreikt. Er is keuze: een groot brood, een klein brood, of koekjes. Ik vraag drie koekjes. Dat kost mij 3 centavos, 3/25 eurocent. Nu begrijp ik waarom die achter tralies moeten worden bewaard.
’s Avonds eet ik in een Chinees restaurant, ‘Het enige Chinees restaurant in Havana met een echte Chinese chef’. Een zwarte, bijzonder tandeloze Rastafari zorgt voor een geweldige muzikale omkadering. Er komen drie Chinezen binnen, die onder elkaar Engels praten. Ze kijken wat op de kaart, roepen er de dienster bij, die de chef haalt. Ze hebben het over pikant, of hij niet iets pikants heeft. De chef schudt het hoofd. Niks pikant. Dat krijg je hier niet te pakken. Hij heeft zelf maar een beetje dat hij gebruikt om te koken. En dat is ingevoerd uit Canada. Het Amerikaanse embargo werkt! Het Cubaanse regime is geen lang leven meer beschoren!
Op weg naar huis wandel ik langs een mortuarium. ‘SERVICIOS NECROLOGICO (sic)’ staat er op een plakkaat op de muur geschilderd. Aan het raam hangt een blad met een foto: ‘Se busca Barbara Jiménez Molina, Edad 57’. ‘Gezocht Barbara Jiménez Molina, 57 jaar oud’. Je moet al ten einde raad zijn om ze hier te komen zoeken.
Dan, op weg naar huis, even een moment van angst. Het is donker, de straten liggen er verlaten bij. De grote vochtvlekken op de huizen. Ze worden groter. Hier en daar staan containers uitpuilend met vuil. Ik ben plots in Brazilië, in Rio of São Paulo, of in een land dat ik niet ken. Waar zijn mijn bewijzen dat Cuba veilig is, of Havana, of dit deel van Havana? Ik heb deze weg al een paar keer genomen, ik voelde mij thuis. Ik bedenk dat ik alleen ben afgegaan op de afwezigheid van verhalen over dieven en moordenaars. Ik krijg pijn aan mijn knieën, ik kom aan de kruising van drie grote lanen. Ik verwar ze. Ik duizel. Gelukkig komt er een koppel voorbij, ik vraag of dit de Avenida Zapata is. In welke richting moet ik die nemen? Ik besluit het koppel op een discrete afstand te volgen. Mijn knieën doen alsmaar meer pijn, ik blijf achter. Het koppel loopt door. Aan een eetkraampje houden ze stil en draaien zich om: ‘Zapata loopt in die richting verder’. Ik loop nog honderd meter en herken dan de gigantische rubberboom op vijftig meter van mijn huis. Je laat één enkele slechte gedachte toe en alle andere keren zich van je af.
Havana 29/1/2017
Cuba zit erop. Het is bijna donker en ik zit op mijn bed, aan het wachten op de taxi. Voor de eerste keer heeft het hier geregend, mijn Belgische winterjas en mijn schoenen zijn doorweekt van de laatste wandeling. Cuba is zoals Brazilië zonder de rijken, maar eigenlijk ook zonder de armen. Ik heb zojuist nog drie CUC aan een bedelares gegeven, maar er zijn hier minder dan in Brussel en ik heb niemand op straat zien slapen. Er is meer lawaai. De tam-tam-speler ergens beneden bij de buren is deze morgen beginnen oefenen en is nog altijd bezig, hetzelfde monotone ritme, dat niet te rijmen is met het droeve druipen van de regen.
Omdat het regent en het koud is, ga ik niet meer de straat op en is mijn valies veel eerder klaar. Ik blijf wat praten met Néstor en Elvira. De man is in 70 landen geweest en weet er over te vertellen. Hij geeft Trump vooralsnog het voordeel van de twijfel. ‘Trump is een zakenman en als je bedenkt dat er, vóór de Revolutie, elke dag een ferryboot een hele lading goederen uit de VS bracht, dan begrijp je wel dat dat geld opbrengt.’
Elvira is zo klein en tenger dat hij ze in zijn broekzak kan steken als ze samen gaan wandelen. Maar ze heeft haar mening, ook over politiek. Néstor heeft een paar exemplaren van Cubaanse kranten voor mij verzameld. Nu ik een paar keer naar het Nieuws heb gekeken begrijp ik wel hoe hij met kennis van zaken over internationale politiek kan praten. Het nieuws komt langs de televisie en de Granma is daar maar een commentaar op. Papier, als grondstof, is duidelijk een probleem.
Rond een uur of zes brengt de taxi me naar de luchthaven. Het is een Renault die er nieuw uitziet. Hij is van de Staat en de chauffeur huurt hem. Hij staat ook in voor het onderhoud. De chauffeur heet Roberto. Hij is de domste van de familie, zegt hij. Al zijn broers hebben gestudeerd. Hij vertelt over de voordelen van het onderwijssysteem in Cuba. ‘Als een kind drie dagen niet naar school gaat, dan klopt de politie aan zijn deur.' Zijn dochter is neonatóloga en werkt op missie in Algerije. Daarvoor zat ze in Angola. Ze moet nog maar een paar maanden kloppen, dan komt ze weer naar huis. Ze is er niet graag, ze zit midden in de woestijn en het is een gevaarlijke streek. Ik ben verbaasd dat een taxichauffeur zo een moeilijk woord als neonatóloga kent, maar het is dan ook zijn dochter. En hij de trotse vader.
Niet vergeten mee te nemen :
- Cereal bars (je kan niet even een koek gaan kopen)
- Toiletpapier (alle papier is een probleem)
- Zakdoekjes (zie boven)
- Scheergerief
- Kranen
- Pleisters
- Chocolade
- Euro’s (25 per dag per persoon)
- Tandenborstel
- Flosdraad
- Tandpasta
- Muts, pet, hoed
- Stekkeradapter
- Extra batterij voor de GSM (GPS)
- Een toilet
Philippe Humblé, 9/2/2017
[1] Ik lees dit opnieuw twee weken later, en ik weet het nog altijd niet.
[2] Ik lijk veel belang te hechten aan de ‘kleur’ van de mensen. Het contrast met Brazilië is groot. .
0 notes