#Speelgoed autootje
Explore tagged Tumblr posts
Text
6 dingen die je kunt maken van kartonnen dozen
6 dingen die je kunt maken van kartonnen dozen
Ik moet eerlijk bekennen dat ik graag cornflakes eet. Evenals bestellingen, boodschappen, schoenen enz. zit cornflakes in een kartonnen doos. De dozen stappelen zich maar op. Je kunt je dozen en papier natuurlijk aan de weg zetten, maar wat kun je er nog meer mee? 1.Kattenschuilplaats Iedereen met een kat kan beamen dat ze gek op dozen zijn. Een doos zorgt voor bescherming en geborgenheid. Uit…
View On WordPress
#Accessoir kastje#afvalmateriaal#Cornflakes#Doolhof#dozen#Gitaar#Ijsstokjes#Karton#Katten#Muziekinstrumenten#Pepsi#Schuilplaats#Speelgoed autootje
0 notes
Text
Girard: op zoek naar de oorsprong van het geweld en de begeerte
DIT ARTIKEL, dat de theorieën van de sociale wetenschapper en filosoof René Girard op een toegankelijke manier uitlegt, werd oorspronkelijk geschreven op 10 december 2018.
In navolging van Frank Naert, mijn leerkracht godsdienst-gedragswetenschappen, werk ik in dit artikel de fascinerende filosofie van René Girard (1923-2015) uit. Girard werkte een fascinerende theorie uit over de oorsprong van het geweld en de cultuur, en waarom het geweld nu zo moeilijk te bestrijden is.
Het menselijk samenleven is een hachelijke onderneming. Wanneer we krant openslaan dan schreeuwen de koppen ons dit toe met veel zin voor sensatie. [...] Meer dan ooit worden we ermee geconfronteerd, iedere dag, via allerlei media, de televisie, de krant, enz... [...] Zowel individuen als groepen [...] dreigen elkaar te vernietigen en doen dit ook.
Met deze woorden opende Frank Naert in 1987 zijn eindwerk over het denken van René Girard (Naert 1987). Ruim dertig jaar later lijkt er weinig veranderd te zijn. Op zich is dit niet zo verbazend. Geweld zit toch in de aard van de mens? We kunnen er toch niet om heen? Girard (foto, linksboven) toont ons dat de dingen evenwel niet zo simpel zijn. Ik bespreek zijn denken aan de hand van een fantastisch eindwerk door Frank Naert, aangevuld door internetbronnen.
Partnergeweld, verbaal geweld, fysiek geweld, oorlogsgeweld, structureel geweld, er zijn er zo veel, te veel vormen van. We worden er indirect, en hopelijk al niet te direct mee geconfronteerd. Vandaar dat het nuttig kan zijn om over geweld na te denken om het te begrijpen en misschien zelfs onder de controle te krijgen. Eén filosoof die ons hierbij kan helpen is René Girard. De centrale stelling van z'n denken is even simpel als verregaand in haar implicaties.
Wat is mimetische begeerte?
In feite wéten wij niét wat wij echt zelf willen, ook al denken we dat dit niet zo is. Wij willen zélf die auto, zélf, die opleiding, zélf die droombaan, die geliefde, die saus op onze frietjes. In werkelijkheid ligt de situatie anders: mensen bootsen continu de begeertes van anderen na. Aristoteles wist het al: "De mens verschilt slechts van de dieren in het feit dat hij tot imitatie in staat is". (Girard in Naert 2017). Meer zelfs, volgens Girard is nabootsing (mimesis) de oorsprong van zowat elke menselijke begeerte. Toch denken wij in het alledaagse leven dat onze wil authentiek is, en los staat van anderen. Girard noemde deze denkfout de 'romantische leugen'. (Girard Studiekring [G.S.] z.d.).
We stellen dit gedrag makkelijk vast bij jonge kinderen. Vaak willen ze net dát autootje of dié pop waar de een ánder kind mee bezig is. Niet het speelgoed op zich, maar het feit dat een ander kind dat speelgoed wil hebben, maakt voor de andere kinderen toch zo aantrekkelijk. Als volwassenen denken we al beter te weten, maar niets is minder waar: we blijven gewoon voort mimetisch begeren.
Dus het is gewoon elkaar na-apen?
Je kunt het enigszins vergelijken met het sociaal leren: door anderen te observeren en te imiteren leren wij nieuwe gedragingen aan. Bekend is in dit verband het Bobo-doll experiment van Albert Bandura (Bandura, Ross & Ross 1963). Hierin werden aan een aantal kinderen een opname getoond van een volwassene die agressief gedrag stelde tegenover een soort clownpop. Nadien werden de kinderen alleen gelaten met de pop en nog ander speelgoed. Men had hen niet gezegd wat ze moeten. Toch bleek dat ze spontaan vlug geneigd waren het agressieve gedrag van de volwassene, het model, na te bootsen. Met het woord 'model' zijn we direct aanbeland bij een kernbegrip van de mimetische theorie: wij staan allen model voor elkaar en we nemen de begeertes over van bepaalde modellen.
(schema getekend door Frank Naert, 1987)
Gewelddadige mimesis?
Wat is nu het verband tussen mimesis en geweld? Welnu, hier ligt het cruciale verschil tussen het sociaal leren en de mimetische begeerte. In de theorie van het sociaal leren is de imitatie tussen mensen volledig onschuldig. Je zou kunnen stellen dat in 9 van de 10 gevallen, mimesis inderdaad niet tot geweld of strijd leidt. Dit is niet alleen het geval voor triviale zaken, zoals muziekvoorkeur of eten, maar ook nobele zaken: de Girard Studiekring noemt dit culturele overdracht. Onderwijs, filosofie, zich inzetten voor een goed doel, ... zijn ook dingen die mimetisch (want geïmiteerd van anderen) zijn, maar ze zijn juist goed in aard.
Problematisch wordt het pas wanneer de bedoeling wordt elkaar te overtreffen. Dan is er sprake van rivaliteit. We willen de begeerde het object ontnemen, want het is niet deelbaar (G.S. z.d.). Denk bijvoorbeeld aan (licht clichématige) voorbeeld van de driehoeksverhouding: twee mensen begeren dezelfde partner, maar die partner is slechts voor één van de twee beschikbaar, er ontstaat dus rivaliteit tussen de twee. Of meerdere mensen die allen één bepaalde job willen hebben. Er ontstaat een bittere concurrentie tussen de vele sollicitanten, die even hard dezelfde baan begeren.
Lang, lang geleden...
Girards theorie gaat echter nog verder. Volgens hem is het mimetisch begeren de oorsprong van alle menselijke cultuur en religie. Het lijkt waarschijnlijk dat de allereerste menselijke culturen - het beeld van de nobele wilde ten spijt - nogal gewelddadig waren. We zien bijvoorbeeld in statistieken van de psycholoog Steven Pinker dat er in zogenaamde 'primitieve' (d.w.z niet-moderne) culturen veel meer oorlogsdoden vallen dan in de (post)moderne West-Europa en V.S.
(Keeley, Lawrence (1996). War Before Civilization: the Myth of the Peaceful Savage. New York: Oxford University Press. geciteerd in Pinker, Steven (2002). The Blank Slate. New York: Penguin. p. 74.)
De ontdekking van prehistorische massagraven is in dit opzicht eveneens sprekend. (Mizaron Lahn in Cari 2016). Volgens Girard komt dit omdat de mens in zijn primitieve staat continu verwikkeld was in een strijd van allen tegen allen: er was mateloze begeerte, iedereen wilde wat de ander wilde, en dit leidde tot gewelddadige strijd. Echter, na verloop van enkele eeuwen leerden de eerste culturen het gewelddadig mechanisme van de begeerte onder de controle te krijgen.
Het geweld binnen de groep werd naar buiten gericht tot een bepaalde zondebok. Deze zondebok (in de vorm van een dierlijk of mensenoffer) werd vernietigd, waardoor de rust en vrede in de groep terugkeerde. "We gaan ons eigen geweld dus offeren. We plaatsen het buiten onze gemeenschap op een uiteindelijk willekeurig gekozen zondebok", schrijft Naert. Deze zondebok is zodanig belangrijk dat Girard stelde dat het de eigenlijke reden is waarom mensen dieren gedomesticeerd hebben (Achterhuis 2010). Dit verklaart volgens mij ook waarom het offer in bijna alle culturen onafhankelijk ontstaan is. Eeuwenlang slaagde het zondebokmechanisme erin het geweld onder de controle te houden. Tegenwoordig blijft het eveneens werkzaam, hetzij op een meer sluipende manier: denk bv. aan de 'migrantenkaravaan' uit Centraal-Amerika, die onlangs in Tijuana zowel door de lokale Mexicaanse bevolking als door de Amerikaanse grenswacht vijandig onthaald werd.
Twee voorwaarden
Volgens Girard zijn er twee noodzakelijke voorwaarden tot het ontstaan van mimetisch geweld. (Girard in Naert 1987). Ten eerste moet de groep unaniem zijn: de gehéle gemeenschap neemt deel aan het gewelddadig optreden. Hierin versterken ze elkaar in het idee dat de veroordeelde zondebok slecht is. Ten tweede moet er sprake zijn van miskenning. Naert schrijft: "We merken wel dat de ander schuldig is, maar niet dat ook wij schuldig zijn aan het geweld." De groep en het individu moeten dus weigeren hun aandeel in het geweld te erkennen.
Op naar de vrede: weg met de begeerte?
We hebben in de afgelopen alinea's een kort overzicht geschetst van het gedachtegoed van Girard. Wat wij willen is door anderen (modellen) bepaald, nagebootst dus. Dit kan leiden tot rivaliteit en uiteindelijk vaak geweld. Dit geweld wordt in toom gehouden door het (eigenlijk misleidende) zondebokmechanisme.
De grote vraag die hierbij rijst is uiteraard: hoe kunnen we nu aan het geweld ontkomen? Hoe kunnen we het onder de controle houden? Het eindwerk van Frank Naert dat ik hier citeer werd ingediend voor de faculteit theologie en religiewetenschappen aan de KULeuven. Vandaar dat er een groot deel van de tekst gewijd is aan hoe het christendom, met name de evangeliën, het zondebokmechanisme blootleggen en ontkrachtten.
Misschien is het omdat ik er niet zo veel over weet, maar ik vind dit ook het moeilijkste deel van de tekst om te volgen. Girard vond dat we door navolging van Jezus het geweld kunnen vermijden. Dit was volgens hen omdat Jezus het zondebokmechanisme openbaar maakt. Bovendien zou Jezus vrij van elke begeerte zijn en zou er geen conflict meer kunnen ontstaan als we zijn voorbeeld navolgen (imitatio Christi).
Het spreekt voor zich dat dit als 'oplossing' tegen het geweld weinig steek houdt. Ik sluit mij wat dit betreft aan bij de visie van Hans Achterhuis. Godsdienstoorlogen even buiten beschouwing gelaten, biedt de Bijbel zelf tegenstrijdige Jezusbeelden. Jezus zou gezegd hebben: "ik wil liever barmhartigheid dan offers" (Mt 9:13), maar eveneens: "Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard." (Mt 10:34). En dat in hetzelfde Bijbelboek nog. Hiermee staan we dus niet zo veel verder.
Maar wat dan wel?
Hier verlaat ik de filosofie van Girard en geef ik eerder mijn 'persoonlijke' visie. Volgens mij is het antwoord klaar en duidelijk: zelfkennis! We moeten inzicht hebben in het feit dat we mimetisch begeren. Ook ik doe dat: er zijn heus nog andere interessante 20ste-eeuwse filosofen, maar toch koos ik net voor Girard. Niet toevallig omdat Girard een belangrijk figuur was voor Frank Naert, een van mijn favoriete leerkrachten uit het secundair onderwijs, medeverantwoordelijk voor inspirerende vieringen en bezinningen. Frank Naert introduceerde me ook tot het idee van het basisinkomen. In zekere zin begeer ik dus ook mimetisch. Maar uiteraard niet gewelddadig.
Naast het feit dat we beseffen dat we al mimetisch begeren, moeten we ook ons eigen aandeel in het geweld erkennen. We moeten onszelf medeverantwoordelijk zien voor geweld en conflict. We moeten dus de donkere zijde van onze persoonlijkheid zeer goed kennen. Dit is een boodschap die ik in zowat alle filosofieën en religies tegenkom, en ik geloof er ook sterk in. Inderdaad, uiteindelijk zou het toch helpen als we de andere wang wat meer aanboden. Dan zou er minder geweld zijn.
Bronnen
Naert, F. (1987). Als iedereen de andere wang zou aanbieden ... : Mimesis en Navolging, geweld en niet-geweld in het werk van René Girard (Dissertatie).
Girard Studiekring. (z.d.). Mimetische Theorie. Geraadpleegd op 10 december 2018, van http://www.girard.nl/index.php/mimetische-theorie
Romm, C. (2016, 20 januari). A Prehistoric Mass Grave Suggests Hunter-Gatherers Weren’t So Peaceful. Geraadpleegd op 10 december 2018, van https://www.theatlantic.com/science/archive/2016/01/a-prehistoric-mass-grave-and-the-origins-of-war/424839/
Bandura, A.; Ross, D.; Ross, S. A. (1961). "Transmission of aggression through the imitation of aggressive models". Journal of Abnormal and Social Psychology. 63 (3): 575–582. doi:10.1037/h0045925. PMID 13864605.
Achterhuis, H. J. (2010). Met alle geweld : een filosofische zoektocht. 2e druk Rotterdam: Lemniscaat.
1 note
·
View note
Text
RC Late Night Music - Bob Bouber - Ik Wil Me Donaldukkie
RC Late Night Music – Bob Bouber – Ik Wil Me Donaldukkie
Volwassen mannen en hun speelgoed, daar kan een complete psychologische faculteit op afstuderen. Tegenwoordig hebben we hiervoor het eufemisme Gadget, dat klinkt als iets minder kinderachtig, maar het blijft natuurlijk speelgoed. Nou zal er waarschijnlijk niks mis zijn met af en toe weer kind willen zijn, maar sommigen mannen kunnen dan gelijk weer helemaal doorslaan. Vooral mannen en autootjes…
View On WordPress
0 notes
Photo
🏎 Klaar voor de start, af! 🏎 Dit kleine racemonster van blik is compleet met sleutel. Wees er snel bij, wij hebben maar één zo'n autootje in de winkel staan. Deze auto heeft geen tijd voor een pitstop, voor u het weet is het autootje al vertrokken in de derde versnelling! #oudspeelgoed #speelgoed #toys #oldtoys #alt #spielzeuge #altspielzeuge #auto #blik #blikkenspeelgoed #orgineel #old #orginal #verzameling #verzamelen #vroem #racemonster #vroom #snelheid #f1racing #formule1 #maxverstappen https://www.instagram.com/p/CBDD6-4gP0Z/?igshid=99p7tzgk53cw
#oudspeelgoed#speelgoed#toys#oldtoys#alt#spielzeuge#altspielzeuge#auto#blik#blikkenspeelgoed#orgineel#old#orginal#verzameling#verzamelen#vroem#racemonster#vroom#snelheid#f1racing#formule1#maxverstappen
0 notes
Text
Een woensdagnamiddag
Ik lig op mijn rug in de woonkamer voor de speelgoedkast. Rond mij scharrelen twee kinderen. Ik lig hier doelbewust. Na bijna negen maanden onderzoek heb ik dit geconcludeerd: niets doen is de meest efficiënte manier om mijn namiddag snel en positief te laten verlopen. Zij spelen, ik kijk ernaar. En wat ontstaat is een aangename mix van verwondering, bewondering en powernappen.
Ik luister met mijn ogen dicht naar de hoge stemmetjes in het spel van mijn zoon. Dat het autootje stout is, dat het treintje pijn heeft, moet hij een plakkertje of is een kusje genoeg? Als het probleem opgelost is, moet hij beide voertuigen terug parkeren. Daarna bouwt hij verder aan de weg die zichzelf permanent weer opheft, omdat hij stukken tekort komt. Ik neem me opnieuw voor om een uitbreidingspakket te halen. Deze keer niet vergeten.
Mijn dochter heeft haar mobiliteit ontdekt. Van buik naar rug, van rug naar buik gaat perfect. Sinds kort wil ze ook echt vooruit, maar tot hier toe heeft ze alleen achteruit onder de knie. Zorgvuldig test ze het speelgoed uit. Ze heeft geen echte oriëntatie, maar ze komt altijd wel iets tegen. Het liefst dingen die net buiten bereik zijn. Ze maakt geluidjes van inspanning terwijl ze haar arm tot de uiterste toppen van haar vingers uitstrekt.
Af en toe botsen hun werelden. Een boekje, een sjaal, een muziekinstrument. Eerst samen giechelen, dan een beetje treiteren en daarna een flinke ruzie. Rond een uur of vijf pel ik mezelf van de grond en besluit ik dat het genoeg is geweest. De was en de plas moet ook gebeuren, eten op tafel, enz. En met deze zakelijke beslissing doorbreek ik het spel. Ada begint te huilen en Zeger te zeuren. Ik moet een zucht onderdrukken. De avond is begonnen.
1 note
·
View note
Text
Een Auto voor een Meisje
Sinterklaas in de klas
We zaten vol spanning in de kring te wachten. Ik zat in groep drie en het was Sinterklaas. De vorig dag hadden we allemaal onze zelf gevouwen schoentjes gezet, en we zaten nu te wachtten tot we eindelijk onze cadeautjes mochten openmaken. Eindelijk was het dan zover. Ik scheurde zo snel mogelijk het cadeaupapier van mijn pakje. Vol verwachting keek ik naar de inhoud. Het was een klein, paars, plastic poedeltje met onrealistisch grote ogen. Het had een roze strikje op haar hoofd dat je eraf kon halen en er weer op doen. Teleurgesteld keek ik de kring rond. Het viel me op dat niet alle kinderen zo’n plastic diertje hadden gekregen. De jongetjes hadden namelijk allemaal een autootje. Zo een die je naar achteren kunt trekken om hem op te winden en die dan keihard naar voren schiet. Ik was stikjaloers. Ik hield helemaal niet van littlest pet shop, en ik wist trouwens dat mijn beste vriend Stijn daar een hele verzameling van had. Waarom kreeg hij niet de poedel en ik de auto? Waarom werd zo benadrukt dat wij, de meisjes, anders waren dan zij, de jongens, en van verschillende dingen hoorden te houden?
Ik vind dat speelgoedfabrikanten geen speelgoed moeten maken dat alleen voor jongens of meisjes is bedoeld. Hoe kunnen we verwachten dat de volwassenen van morgen vrouwen en mannen gelijk zullen behandelen als we de kinderen van vandaag leren dat jongens en meisjes zo verschillend zijn? En zijn jongens en meisjes überhaupt wel zo verschillend of is dat aangeleerd? Wat is de invloed van vooroordelen op jonge kinderen?
Speelgoedfolder
In de Bart Smit folder van 2013 stond een pagina met de tekst: ‘Zo goed zijn als mama, dat wil jij ook!’, daaromheen zag je kleine meisjes, druk in de weer met roze strijkijzertjes en stofzuigertjes. Er was veel ophef over de folder en niet zonder reden. Hiermee leren we kleine kinderen dat het de norm is dat mama het huishouden doet. Als kinderen dit de hele tijd zien en horen, in films, op school in boeken en in folders, dan kunnen we verwachten dat ze dit gedrag later ook zelf gaan vertonen. Niet voor niets is het spreekwoord: ‘Jong geleerd, oud gedaan’. De kinderen die in 2013 leren dat de moeder het huishouden hoort te doen, stichten tegen 2040 hun eigen gezin. Zullen de rolpatronen in die gezinnen dan ook nog zo vast liggen? Als die kinderen in de praktijk brengen wat ze vroeger hebben geleerd, zal de man- vrouwverdeling in het huishouden in 2040 nog net zo scheef zijn als nu.
Hersenen
Een veelgenoemd argument voor seksespecifiek speelgoed is dat jongens en meisjes van nature verschillend zijn. Dat het ìn ze zit. Maar is dat eigenlijk wel zo? Bestaat er überhaupt zoiets als een jongens- of meisjesbrein? Nee, wijst onderzoek uit.
Neurowetenschappers publiceren regelmatig over verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke bovenkamers. Zo zouden vrouwen een grotere hippocampus hebben dan mannen - met als resultaat een beter langetermijngeheugen. Bij mannen zou de pariëtale cortex groter zijn, cruciaal voor het ruimtelijk inzicht. Daardoor is de indruk gewekt dat sekseverschillen vastliggen in het brein. 'Ten onrechte', ontdekte de Israëlische onderzoekster Daphna Joel. Volgens Joel kun je alleen van een typisch mannen- of vrouwenbrein spreken als iemand op álle of vrijwel alle hersengebieden ofwel de meest vrouwelijke ofwel de meest mannelijke variant onder het schedeldak heeft. Daarom keek ze bij 1450 proefpersonen via verschillende MRI-technieken naar onder meer de witte stof, grijze stof, de bedrading en de dikte van de hersenschors. Slechts een heel kleine minderheid van 1 tot 4 procent van de deelnemers heeft een brein waarvan álle onderdelen de meest vrouwelijke of juist de meest mannelijke variant hebben. De norm is dus niet het verschil tussen mannen en vrouwen maar de enorme verschillen tussen individuen.
Neurowetenschapper Nienke van Atteveldt, auteur van het boek Kijken in het brein stemt ook in met de conclusies van de studie. ‘Op groepsniveau zie je wel verschillen tussen mannen en vrouwen, maar de verschillen tussen mannen of vrouwen onderling zijn gemiddeld net zo groot als die tussen de seksen’
Slechte schoolprestaties
Ondanks dat er geen specifieke verschillen zijn in het brein van jongens en meisjes, behandelen we ze toch anders. Wat is de invloed van deze vooroordelen?
Neem bijvoorbeeld het vooroordeel dat meisjes beter kunnen leren dan jongens. Volgens wetenschappers van de Britse universiteit van Kent heeft dit vooroordeel een negatief effect op de schoolprestaties van jongens. Ze lieten in hun onderzoek kinderen van 4 jaar oud naar zinnen luisteren als “Dit kind wil graag leren” of “Dit kind doet het niet zo goed op school”. Zowel de jongens als de meisjes koppelden de negatieve uitspraken eerder aan jongens, en de positieve eerder aan meisjes. In een ander experiment vertelden ze een groep jongens dat meisjes beter presteerden op school. Een tweede groep jongens kreeg te horen dat jongens en meisjes even goed presteren op school. In de toets die ze daarna moesten maken scoorde de eerste groep opvallend veel slechter dan de tweede groep. De jongens worden in hun prestaties dus beïnvloed door vooroordelen.
De negatieve invloed van vooroordelen wordt ook beaamt door hoogleraar Educational Neuropsychology Lydia Krabbendam:
“In de natuur is het zo dat de planten die het meeste licht en eten krijgen het hardste groeien. Zo werkt het in het brein ook: het gedrag dat je veel aandacht geeft, ontwikkelt zich het beste. Alle kinderen hebben een mix van jongens- en meisjestrekken. De natuurlijke neiging van ouders en leraren is echter om jongens vooral jongensdingen te laten doen en meisjes meisjesdingen. Daardoor komt de andere kant minder tot zijn recht. Het gevaar bestaat dat je je kind daarmee onbedoeld in zijn mogelijkheden beperkt.”
Begin bij je kinderen
Het is belachelijk dat er nog steeds een scheiding is tussen jongens- en meisjesspeelgoed. Niet alleen omdat jongens en meisjes qua hersenen helemaal niet specifiek verschillen, maar ook omdat je kinderen beperkt in hun ontwikkeling door alleen hun jongensachtige of meisjesachtige kant te stimuleren. Als we willen dat vrouwen en mannen in de toekomst helemaal gelijk zijn, moeten we beginnen met onze kinderen gelijk opvoeden. Daarom moeten we ophouden met het maken en kopen van seksespecifiek speelgoed.
1 note
·
View note
Text
1728 Thuisblijven toen - 2
1728 Thuisblijven toen – 2
Het is zondagmorgen, nog voor kerktijd. Mijn broertje en ik spelen onder de eetkamertafel, waarvan de poten met elkaar verbonden zijn. Het is een beetje behelpen, maar het geeft ook mogelijkheden, zoals het bouwen van viaducten en tenten. Het is de plek waar het Perzische tapijt ligt, met z’n snelwegen en parkeerplaatsen. We zijn vier en zes of vijf en zeven, misschien zes en acht, maar in ieder…
View On WordPress
0 notes
Photo
Code rood.
Moeilijk om met de Najade de haven van Schier binnen te lopen. Te veel verlaging. De prikken van het laatste geultje zijn weggehaald waardoor we het kort voor de haven op moeten geven. Blijven liggen voor de nacht. Volgende ochtend om kwart over vier wordt de waterketel voor de koffie op het vuur gezet. De klok geeft een uur voor hoog aan. Na een snel bakje gaan we aan dek en draaien het anker op. De verlaging is er nu een beetje uit. Prikken diepte tot we een ons wegen. Kop lampjes op ons hoofd zwiepen op en neer. Meer als 1.30 m geeft de peilstok niet aan. Afwisselend wordt vanaf stuurboord en bakboord de diepte doorgegeven naar achteren. Langzaam schuiven we de haven in. Geen kip te zien, steigers drijven leeg op en neer en de verlichting op de kade is gedoofd. Blij dat we binnen liggen duiken we de kooi weer in.
De oliekachel in het ruim brandt niet goed. Deel van de pijp geeft er de dag voor kerst de brui aan. Locatie en winkeltechnisch gezien perfecte timing. Via hulpdesk van Schier kenners en tips en trucs vinden we in het dorp een stuk kachelpijp. Met de vlam in de pijp fietsen we terug naar de haven. De pijp achter op de bagagedrager steekt zover uit dat er bijna aan een rood gevaren vlaggetje gedacht moet worden.
Binnen temperatuur houdt niet over. Dubbele truien , wollen dekentjes en kruiken moeten het goed maken. Verwend zijn we met een cv die altijd op twintig graden staat. Lagere temperaturen kosten energie en geven een oncomfortabel gevoel. Gezelligheid wordt zeker ook uit warmte geboren.
Ruim die middag de roef op. Maak een kaarsje van sinaasappelschil, giet hier olie in en hang kersttakken aan de stalen balken in het ruim. Slinger er rode slingers omheen en ga tevergeefs op zoek naar lampjes die in verband met een klein “wakkelcontactje” ander woord voor kleine communicatiestoornis, nog in de kofferbak van een rood autootje liggen. Naast de koperen bel hangen wel twee witte rieten klokjes te klingelen.
Het is nog vroeg als ik eerste kerstdag een rondje zonder hondje langs de waddendijk loop. Mijn kerstinkopen heb ik er in één keer uit als er tussen aangespoeld eikenblad wier een kunststof fender ligt. Afgebroken uiteinden van groene touwtjes liggen nog in het slik. Klein glazen flesje tussen afgestorven zeekraal wacht met een andere boodschap . Houd mijn handschoenen aan en wacht tot ik weer terug ben aan boord om de brief er uit te peuteren.
De vuurtorenwachter van verkeerspost Schiermonnikoog komt op de koffie. Was er nog niet aan toegekomen om bij zijn stem een gezicht te bedenken. Hij denkt dat ik de vrouw van de Jade ben. Heeft haar regelmatig aan de lijn gehad deze zomer. Na ja.
Kachelservice Schier in de vorm van Hielke komt langs in een oranje busje met een stuk dubbelwandig kachelpijp en zet die samen met Hans op de oliekachel.
Alweer een dag voorbij. Gas is op en buiten is het zo guur en donker dat we geen zin hebben om de fles te wisselen. Dan maar liever een lauwe tosti bakken op de kachel. Loop naar boven naar de roef en toets een nummer op mijn mobiel in. Ondertussen kijkend op welke bladzijde ik ook al weer gebleven was in mijn boek. Als ik ineens een schreeuw hoor die van buiten lijkt te komen. Hellluppp. Hoge vrouwenstem probeert tegen de wind in te boxen. Hans komt in hoog tempo de trap op vanuit het ruim en heeft ook haar schreeuw gehoord. Als we de roefdeur openen waait deze met een knal tegen de roef aan. Onmogelijk om het duister te doorboren. De wind buldert over het achterdek. Aardedonker. Weer hulpgeroep.
Zet een muts op mijn hoofd schiet in een jas en pak de eerste beste zaklamp die ik vinden kan.
Omdat we geen bezoek meer verwachten die avond was de loopplank al weggehaald. Snel deze terug gelegd waarnna we de pier opsnellen in de richting van het het hulpgeroep.
“Waar zijn jullie?” roep ik tegen de wind in. Mijn lantaarn op het geschreeuw richtend zie ik in het schijnsel een man en een vrouw die proberen bij de basaltblokken uit het water te klimmen. Ze glijden echter telkens weer terug. Leeftijd inschattend zijn ze zeker de zestig al voorbij. Te glad. Het lukt niet houvast te krijgen op de gladde stenen.
Hans en ik klemmen onze armen om een meerpaal , hangen naar beneden en trekken eerst de man en dan de vrouw voorzichtig omhoog. Niemand lijkt iets gebroken te hebben. Als ze onze hand hebben gegrepen klimmen ze redelijk gemakkelijk de kant op. Eenmaal op de pier draait de man zich om. Grijpt zijn vrouw bij de arm en zegt. “ Nou dan gaan we maar weer eens op huis aan”
Kijk hem vol ongeloof aan. “Ik dacht het niet ! “. Met enige klem beweeg ik hem richting de loopplank en zie ondertussen dat hij zwaar bloedt aan zijn hoofd.
Beneden in het felle licht van het ruim zien de wonden aan zijn hoofd er nog heftiger uit.
De theedoek, wit met lichtblauwe streepjes trekt wit weg en zuigt zich vol
Ondertussen aan dek bloed op het zebrapad en fel rode druppels op de lichteiken traptreden. Moord op een charterschip zou er niets bij zijn.
De man lijkt zo rustig dat ik me daar bijna zorgen over maak. Vraag hem me aan te kijken en te vertellen wat er is gebeurd.
Ondertussen belt Hans voor een taxi en is en de huisarts ingelicht.
.“Gelukkig hebben we jullie gehoord” zeg ik nog. “Nou als jullie hier niet gelegen hadden met het schip waren we er ook niet naartoe gewandeld” krijg ik als antwoord terug. Vraag hem mij toch nog maar even een goed kerstgevoel te geven en blij te zijn met het feit dat hij op tijd uit het water is gehaald.
De vrouw met zilvergrijs haar is bang dat ze ons kerstdiner heeft verpest. Zeg maar niets over de lauwe tosti die ik net achter mijn kiezen heb. Ze wil nog op zoek naar haar bril die ze tijdens de val verloren heeft. Het is vloed het water komt op en haar auto focus is vast en zeker al ergens anders aan het rondkijken. Hoor haar mompelen dat ze hoopt dat ze haar lenzen mee heeft genomen voor deze vakantie.
Om toch zo snel mogelijk naar zijn wonden te laten kijken en omdat ik niet weet of hij ribben gekneusd of gebroken heeft sla ik de man een dikke wollen deken om. Paar minuten later zitten ze in hun natte plunje op vuilniszakken in de taxi. De chauffeuse heeft het al gezien hoe ernstig het is en zal direct naar de huisarts rijden.
Bedankkaartje op de trap de volgende dag geeft aan, dat ze heel blij zijn met hun redding. Vijf hechtingen en een aantal gekneusde ribben waren de prijs voor een wandelingetje op kerstavond.
Nog een dag later kijkt een bril me aan vanaf de basalt keien. Zal deze morgen op de bus doen.
wee dagen later in het café aan de haven. : “Zijn jullie de mensen die.......” Ja dat zijn wij”. “Mag ik jullie dan een gratis portie bitterballen aanbieden:? Tja. Dat biedt perspectieven voor de komende dagen op het eiland. Ook voor de mensen die ons kennen, of iemand anders kennen die ons dan weer kent.
De marifoon in de roef kraakt. Naast de marifoon staat nu ineens ook een gezicht. Gezicht met een bril. met een donker vierkant montuur en kort steil donkerbruin haar
“Verkeerspost Schiermonnikoog met de weersverwachting tot vanavond 21.00 uur.
Duitse bocht Rottum West tot Noordwest 7 tot acht, later 9 mogelijk windstoten tot 10.
Maken een korte wandeling, de zon schijnt. De rode vuurtoren in speelgoed vorm is goed te zien op de achtergrond van felrode meidoorn bessen. We warmen even op bij Hotel van de Werf.
Bruine ongestreken kleedjes bedekken aftandse tafeltjes.Lounge voor de gasten staat met gouden krulletters op de wand. Daaronder een smoezelig geel
A 4tje waarop staat: “Snert is weer in de maand”. Met door tanden losgescheurde plakbandjes is het slordig en scheef vastgeplakt op het hout.
Kerstversiering doen ze niet aan. De appeltaart is van binnen nog een beetje bevroren en de chocolademelk lauw. Het groene zeil ligt strak over het biljart.
Personeel wordt nog steeds geselecteerd op hun uiterlijk. Uitgestreken gezicht en dikke wallen onder de ogen zijn een must. Wat een heerlijke plek.
De rest de middag zijn we druk met uitzetten van extra lijnen. Binden touwen aan elkaar vast. Gebruiken de bulletali van het grootzeil als landvast en halen uit het vooronder onder de vloer nog twee oude trossen. Met korte witte lijntjes binden we alles naar beneden vast, zodat de landvasten niet van de palen kunnen spoelen. Fietsen van Soepboer staan vastgesnoerd aan de reling en hoeven voorlopig het eiland niet op. Extra lijntjes om de huiken gaan kapot klapperen tegen Uiteindelijk ligt de Najade met acht lijnen vast aan de wal.
Vijf uur begint de pier al onder te lopen. Om half zeven moet er nog 40 cm komen. We liggen inmiddels te schommelen in de haven. Het is koud aan boord. De kachels doen het nog steeds niet goed en met een gebreide wintermuts op bak ik champignons. Vleugje dieselgeur zorgt voor de “finishing touch”.
Romantische film over een orkaan staat klaar als avondvullend programma.
Een paar keer ga ik naar buiten om te kijken hoe hoog het water staat. De meerpalen staan nog steeds boven water maar verder is het één kolkende massa. Verder als het maken van een paar amateurbeelden kom ik niet.
Op de bank in de roef kijken we vanonder een wollen dekentje naar de film en luisteren naar het gebulder buiten. Eten oude toastjes met brie en drinken gemberthee. De contouren van de haven zijn ondergedoken Voorlopig niet wetend wanneer ze weer boven zullen komen.
Golven slaan over het dek. Dan is het hoog water voorbij en kunnen we opgelucht ademhalen. Het water is lang niet zo hoog gekomen als voorspeld. De bolders zijn niet helemaal onder water gegaan. Gelukkig maar.
Rafelige uiteinden van twee geknapte trossen zwemmen de volgende ochtend nog in het water.
Leugenbankje gaat bijna ten onder aan haar eigen roddels . Zilt water staat al weer op de pier.
Zwaar houten luik is opgetild door de wind over de giek getild en aan bakboord in het water gevallen.
Niemand heeft iets gehoord. Alle zwemvesten zo licht als een veertje liggen er nog in. Onbegrijpelijk. Op volgende dagen aan het strand ben ik iets meer op houten luiken gericht als voorheen.
Bedden opmaken, worstelen met dekbedhoezen koken voor eilandbezoekers en schoonmaken wisselen elkaar af. Mensen ontmoeten elkaar bij het ontbijt soms voor het eerst. Het schip gonst van gezelligheid. Buren komen eten en vrienden schuiven aan.
Midwinterfestival Schier op 29 december al weer voor de negende keer al heeft niemand van ons hier ooit van gehoord. Om negen uur zijn alle kaartjes uitverkocht en gaan wij alleen nog maar voor de vrije keuze activiteiten.
Uit de brievenbus hangen een aantal gemaks touwtjes. Gevlochten uit restanten van netten in allerlei kleuren, vijf voor zes euro. Daarnaast home made tassen gemaakt van oude spijkerbroeken. Dubbelzijdig, met grote zakken en oersterk. We worden naar binnen gelokt voor een film van een kwartier. Korte film met als titel “Dwarspaadjes” Op het moment dat we over de drempel van de voordeur naar binnenstappen gaan we even terug in de tijd. Van het granito aanrecht in de keuken tot spoelen met regenwater in het toilet. Voor een groengeverfd raampje met vier ruitjes staan wel twintig geraniums zich in te houden tot ze na de winter weer uit mogen lopen
Op de grond in de woonkamer staan vier houten stammetjes. Daarachter drie krukjes. Met zeven gasten is het vol. De houtkachel brandt. Van wrakhout is een stellage gebouwd waar tussen een tv scherm hangt..In de leunstoel onder een schemerlampje. zit Jur. Bruine tweedbroek, warrig grijs haar en een vastbesloten blik, beetje in de war en af en toe schaterlachend..Zijn gespierde handen rusten op zijn knieën. De vingers wat uit elkaar. Jur is hoofdrolspeler in de film. Jur ook wel de Donquichot van Schier genoemd . Iemand die zijn leven lang “tegen” is geweest. Die heeft gestreden tegen molens, tegen gasboringen op het wad, tegen een restaurant bij de haven, tegen snelle boten …... Op de buitenmuur van zijn huis hangen momenteel posters die oproepen om tegen draad langs wandelpaden te zijn. Jur is een natuur liefhebber bij uitstek en strijdt tegen alles wat volgens hem de natuur verstoord.
De film begint rommelig. Jur zit op een boomstam in de duinen roept tegen de regisseur of de film al begonnen is.
Op zijn knieën gekleed in een gele regenbroek knipt hij paadjes. Wilde paadjes, dwars paadjes wel te verstaan Door zijn horrelvoet kan hij niet meer lopen. Maar als je niet meer kunt lopen kun je nog wel kruipen. Kruipend knipt Jur paadjes vrij door de duinen. Verwijdert brandnetels en bramen.
Maakt zijn eigen paadjes om alleen in de natuur te kunnen zijn. Zonder anderen.
Je mag wel over zijn zijn paadje lopen maar te druk mag het niet worden. Zwartlopers zijn zeker niet welkom. Hij vindt het zijn goed recht dat hij ieder moment aan een voorbijganger moet kunnen vragen. ”Mag ik je schaar even zien.?” Alsof het een oneerbaar voorstel betreft. Iedereen die kiest voor een dwarspaadje zal ook af en toe een stukje vrij moeten knippen. Iedere ochtend en iedere middag knipt Jur twee uur lang paadjes of zaagt bomen die over het pad gevallen zijn met een handzaag in stukken. Ontroerend om te zien hoe iemand tot het eind van zijn leven naar mogelijkheden zoekt om alleen in de vrije natuur te kunnen zijn.
De film eindigt met een glaasje home made vlierbloesemlimonade en we proosten op dwarspaadjes.
Dan ineens is daar mist, vier dagen lang alleen maar mist. Geen paal voor ogen te zien. Pas als je er vlak voor gaat staan doemt er iets op. Naar buiten gaan is iedere keer een enorme drempel.
Guur, grauw en grijs de drie g's moeten overwonnen worden. Hoewel de duinen de vogels in de Westerplas en het strand het altijd weer goed maken.
Weigeren koude oliebollen bij de kraam en drinken hete chocolademelk met rum in het restaurantje bij de haven. Uitkijken over een droogvallend wad zit er even niet in.
Op oudejaarsavond slaapt Hans en voer ik met buurman D een onmogelijke conversatie over voornemens en terugblikken. Stel maar niet meer voor om de bureaustoel met zeewier te versieren en hier om twaalf uur samen van af te springen. Schenken nog maar een glas rode wijn in.
Exact twaalf openen we een vage fles bubbels. Niet te drinken, we laten het beide staan.
Hans die er even uit is geweest ligt al weer in bed. Bezweken onder het grote moeten.
Buiten is het is zo mistig dat we het vuurwerk in mist opgaat.
Op de tafel in de roef ligt een kladbriefje met een gekopieerde Loesje tekst:
“Welke oliebol zoent mij het nieuwe jaar in?”
Onderweg naar de palen van paal 8. Guur, grauw mistig en nog steeds een hele koude harde wind. Het regent zelfs een beetje Onderweg met z'n vieren richting palen wandelend halen twee vrouwen hun gehoorapparaten uit hun oren en stoppen deze in een doosje. Drieduizend euro weggeven is teveel voor een nieuwjaarsduik. Ineens giert de wind minder,zijn de golven stil en houden krijsende meeuwen even hun snavels. Gebulder moet nu bij witte schuimkoppen bedacht worden. Groene glazen fles staat na te bubbelen van gisteravond. Zonder nog iets te zeggen kleden we ons uit. Hangen onze kleren aan grove spijkers die uit de palen steken. Gek genoeg voelt het niet eens koud. Sprinten richting de golven. Mes schelpen omringd door kleine zeesterretjes liggen in grote aantallen verspreid over het strand. Bij iedere stap probeer ik mijn voeten ergens tussen al deze schelpen te plaatsen. Tegelijkertijd prikken honderden messen als naalden in mijn voetzolen. Gelukkig heb ik mijn rode wollen muts nog op. Laten twee golven over ons heen komen. Gillen heel hard. Zwaaien naar twee verdwaalde wandelaars dik ingepakt in winterjassen mutsen handschoenen en sjaals en sprinten terug naar onze kleren. Wauw we hebben het gedaan. Super start voor het nieuwe jaar. Wringen ons in onze kleren en wandelen terug naar de Marlijn. Waar de mensheid op ons wacht met hete soep en een glas rode wijn.
Na vierdagen mist laat de zon zich weer zien. Roze rook komt uit de meerpalen Alsof er een nieuwe monnik op Schier aangekomen is.
Net zoals we binnen zijn gekomen schuiven we met de Najade al diepte prikkend de haven weer uit. In de verte lonkt de stad. Bijna “ back in town”.
1 note
·
View note
Text
Fantasiekinderen
Jonge kinderen hebben enorm veel fantasie. Van een doos kunnen ze een vliegtuig maken en wat modder, gras en bloemetjes worden een heerlijk soepje. Kinderen beleven veel plezier aan hun fantasie. Maar fantasie biedt veel meer dan alleen plezier. Op vele vlakken helpt fantasie kinderen zich steeds verder te ontwikkelen. Peuters en kleuters hebben er vaak nog moeite mee om fantasie en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden. Dit kan tot prachtig magisch denken, fantasievol spel en lieve fantasievriendjes leiden, maar ook tot angsten en onzekerheden. In de gedachten van kinderen kunnen monsters echt bestaan, peuters kunnen bang zijn weg te spoelen met het badwater en het kan best eng zijn wanneer je gelooft dat je de wereld kan beïnvloeden met jouw gedachten. Jonge kinderen kunnen sommige dingen ook juist heel letterlijk nemen. Na de uitspraak ‘je kan het dak op’ gaan ze op zoek naar een trap en als je zegt dat je iets ‘spuugzat’ bent, denken ze dat je ziek bent en gaat overgeven.
Zo rond het eerste levensjaar zien we de eerste fantasie de kop opsteken, meestal in de vorm van doen-alsof. Kinderen van rond de één jaar vinden het geweldig om de mensen om zich heen na te doen. Ze willen ook roeren in een pan, zelf een doekje opvouwen en helpen met het afstoffen. Ze snappen dat je dingen kunt bedenken en kunt doen alsof, maar dit is nog erg het nabootsen van de werkelijkheid. Rond achttien maanden zien we dat kinderen steeds meer echt hun fantasie gaan gebruiken en dingen gaan verzinnen die niet echt zijn of kunnen. Kinderen ontdekken een fantasiewereld waarin alles kan en zij de dienst uitmaken. Tot zo’n zes jaar kunnen kinderen er lustig op los fantaseren. Daarna gaan ze steeds beter onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid. Natuurlijk blijven oudere kinderen nog hun fantasie gebruiken, maar ze zijn zich dan veel bewuster, dat dit enkel fantasie is. Fantasie wordt dan veel meer ingezet voor het plezier, in creativiteit en om nieuwe oplossingen te verzinnen voor problemen.
Waarom is fantasie zo belangrijk ?
Het is goed om kinderen de ruimte te geven om hun fantasie de vrije loop te laten. Uiteraard omdat ze er gewoon veel plezier aan beleven, maar ook omdat ze er enorm veel van leren en het de ontwikkeling op vele fronten stimuleert. Jonge kinderen kunnen op een veilige manier – want het is niet echt – in hun fantasiespel oefenen met allerlei vaardigheden en situaties. Een kind dat ‘schooltje’ speelt, ‘vader en moeder’ of ‘winkelmevrouw’ experimenteert met sociale vaardigheden. De ene keer speelt het misschien ‘de vader’ en de volgende keer ‘het kind’. Door deze verschillende rollen aan te nemen in het spel kan het kind zich ook in verschillende perspectieven inleven. Het leert zich verplaatsen in anderen en ontwikkelt zo sociaal inzicht en empathie.
Dat wat het kind nog niet weet of niet snapt vult het in met fantasie, hetgeen daarna getest wordt aan de werkelijkheid. Zo leert een peuter ook steeds beter de ‘grote mensen’-wereld te begrijpen. Fantasiespel kan kinderen ook voorbereiden op nieuwe uitdagingen in hun leven. Zo zien we dat peuters de maanden voordat ze op de basisschool beginnen, vaker ‘schooltje’ willen spelen. Als ouder kan je hier ook gebruik van maken. Zo kan een bezoek aan de dokter of het ziekenhuis heel goed voorbereid worden door samen met je kind de beer een prik te geven.
Fantasie kan ook een belangrijke rol spelen bij het verwerken van ervaringen. Dit kan gaan om indrukwekkende ervaringen, zoals een operatie die je kind heeft ondergaan of het zien van een ongeluk. Bij de meeste kinderen zien we dit soort ervaringen in de weken daarna terugkeren in het fantasiespel. Maar het kan ook gaan om gewone alledaagse ervaringen zoals een ruzie op school, mama die boos is geweest of een vriendje dat niet wil afspreken om te spelen. In het fantasiespel kan het kind proberen wijs te worden uit wat er is gebeurd, het kan spelen met verschillende emoties (wat gebeurt er als ik boos word op mama, wat gebeurt er als ik ga huilen etc) en oefenen met verschillend gedrag.
Kinderen kunnen veel geruststelling vinden in hun fantasie. Een knuffel of denkbeeldig vriendje (meer hierover in het artikel ‘denkbeeldige vriendjes’) kan een enorme steun zijn. En in je fantasie kan je alles naar je hand zetten en kan je een situatie helemaal laten verlopen zoals jij dat wilt, hetgeen het kind een gevoel van kracht geeft en kan helpen nieuwe oplossingen te verzinnen. Je kind leert ‘out-of-the-box’ te denken. Want dat zijn ook zaken die kinderen leren van fantaseren, om flexibel te zijn en creatieve oplossingen te verzinnen. Fantaseren maakt je kind socialer en slimmer.
Helaas kunnen kinderen ook dingen fantaseren waar ze bang door worden. Als ouder kunnen we de angst voor monsters, het afvoerputje in de douche of het donker misschien een beetje onzinnig vinden. Misschien ben je dan geneigd te zeggen dat de angst onzin is, maar dit heeft over het algemeen niet het gewenste effect. Het is beter deze angsten wel serieus te nemen, omdat ze je kind echt bang maken. Door te praten over de angst, de gedachten er achter te ontdekken, uitleg te geven en je kind te helpen onderscheid te maken tussen fantasie en werkelijkheid, kan je je kind vaak beter helpen de angst te overwinnen. Al kan je soms ook juist gebruik maken van de fantasie van het kind om angsten te overwinnen. Zo kunnen een toverzwaard, prinsessengordijnen of boevenspray je kind een gevoel van veiligheid geven. Hoe kun je de ontwikkeling van fantasie stimuleren?
Je kunt de fantasie van je kind in de eerste plaats stimuleren door vooral niets te doen. Geef je kind de ruimte om vrij te spelen, zonder bemoeienis van buitenaf. Het is belangrijk dat kinderen een niet te volle agenda hebben en de tijd hebben om ‘niets’ te doen en zich te vervelen (over het belang van verveling: “mam, ik verveel me”). Juist deze verveling zorgt er voor dat kinderen hun fantasie gaan gebruiken om zich te vermaken.
Door het aanbieden van uiteenlopend speelmateriaal kan je de fantasie van je kind prikkelen. Hedendaags speelgoed ziet er vaak prachtig uit maar prikkelt de eigen fantasie niet zo erg, omdat het erg realistisch is. Je kunt een complete keuken kopen, een niet van echt te onderscheiden kinderboor en zelfs een doos lego van een auto of gebouw is dusdanig realistisch dat iedere zelfgemaakte creatie er maar magertjes bij afsteek. Terwijl die zelf ontworpen lego-auto natuurlijk veel creatiever en daarom eigenlijk veel mooier is. Speelgoed dat de fantasie prikkelt laat wat meer aan de verbeelding van het kind over. Je kunt dan denken aan verkleedkleren, knutselmateriaal, bouwmateriaal, knuffels en poppen (het liefste een die niets ‘kan’), autootjes etc. Een lege doos, wat kurken en ijsstokjes, plastic bakjes, een omgekeerde pan en twee ‘drum’stokjes en wat jij of je kind nog maar meer verzint kunnen ook heel leuk speelgoed zijn. Ook hierin kunnen kinderen hun fantasie kwijt. Een paar moertjes, stokjes of kralen, een leeg melkpak of een oude borstel kunnen in de verbeelding van een kind veranderen in speelgoed waar lange tijd mee gespeeld kan worden. Je zult niet de eerste ouder zijn die op een verjaardag ontdekt dat de strik op het pakje meer aandacht krijgt dan het cadeautje zelf.
Wanneer je samen met je kind speelt, kan het goed zijn hem/ haar een tijdje gewoon te volgen in het spel, zodat je zoon/ dochter alle ruimte krijgt om het spel zo te laten verlopen als dat hij/ zij verzint. Niet alleen kan het heel leuk zijn om zo de fantasie van je kind te volgen, het kan ook nog eens heel informatief zijn. Het spel biedt je inzicht in de belevingswereld van je kind. Bij het ‘schooltje spelen’ hoor je ‘de juf’ iets zeggen waarvan je misschien denkt “Goh, hoort mijn kind dat regelmatig”, je hoort je kind haar pop toespreken op een boze en ongeduldige manier waarin je tot je grote spijt je zelf herkent of je ontdekt door een gesprek tussen zijn beer en je zoon dat hij bang is in het donker ‘s avonds alleen op zijn kamer.
Op een ander moment kan je als ouder wel eens het initiatief tot spelen nemen en een spel verzinnen dat de fantasie prikkelt. Zo kun je samen een verhaal verzinnen, waarbij je om de beurt een stukje van het verhaal verzint. Of bouw samen een wereld van de auto’s, de spoorbaan en de blokken. Maak samen een poppenkastvoorstelling of bouw een mooie hut. Gebruik je eigen fantasie en die van je kind. En is het even tijd voor een rustmomentje, lees dan lekker samen een paar boekjes of zet een luisterverhaaltje aan. Mooie verhalen prikkelen de fantasie.
Bron: https://ift.tt/3gYAwQv
https://www.matamata.be/fantasiekinderen/
Het bericht Fantasiekinderen verscheen eerst op Parents For Life.
from Parents for Life https://ift.tt/3cvDVCN via
0 notes
Text
Speelgoed, knuffels of kleding die kapot is zelf repareren in Repair Café Kids Bibliotheek Joure
Speelgoed, knuffels of kleding die kapot is zelf repareren in Repair Café Kids Bibliotheek Joure
23-02-2020 JOURE – Woensdagmiddag 4 maart is er, speciaal voor kinderen, een Repair Café Kids in de bibliotheek in Joure. Tussen 14.30 en 16.30 uur kan er van alles gerepareerd worden, waarbij deskundige hulp aanwezig is om de kinderen te helpen.
Is de favoriete beer van je kind kapot geknuffeld of wil dat mooie autootje niet meer rijden? Kom dan naar het Repair Café Kids, waar je kind het,…
View On WordPress
0 notes
Text
Speelgoed Fiat 500 classic zwart Welly autootje 105 cm
Speelgoed Fiat 500 classic De deuren kunnen geopend worden en de auto heeft een pull-back functie Deze zwarte Fiat 500 classic speelauto gemaakt door Welly heeft schaal van 136 en een afmeting van 45 x 105 x 45 cm Het gewicht is ongeveer 01 kg Materiaal Metaalkunststof http://dlvr.it/RKS551
0 notes
Text
Opruim ideeën voor pubers (zonder garantie!)
Opruim ideeën voor pubers (zonder garantie!)
Geloof me wanneer ik je zeg dat zelfs mijn pubers nog steeds hun ‘speelgoed’ niet opruimen. Naja, pubers… alle koters hier thuis zijn ouder dan 15. Het zijn dan ook geen blokjes, poppen of autootjes meer, maar genoeg andere zooi om mijn humeur te verpesten. En daarin sta ik vast niet alleen. Bij binnenkomst verandert alles in een rampgebied Ik geef vaak als tip om de slaapkamerdeur van je…
View On WordPress
0 notes
Photo
Leuke vintage speelgoed autootjes verkoop ik in mijn winkel (bij Vintagetoys)
0 notes
Text
Speelgoed Chevrolet Corvette zwart autootje dichte cabrio 12 cm
Speelgoed Chevrolet Corvette 1957 cabrio met gesloten cabriolet dak De deuren kunnen geopend worden en de auto heeft een pull-back functie Deze zwarte Chevrolet 1957 Corvette speelauto gemaakt door Welly heeft een schaal van 136 en een afmeting van 35 x 45 x 12 cm Het gewicht is ongeveer 011 kg Materiaal Metaalkunststof http://dlvr.it/RKNSVJ
0 notes
Text
Speelgoed Porsche Macan Turbo zwart autootje 12 cm
Speelgoed Porsche Macan Turbo De deuren van dit schaalmodel speelautootje kunnen geopend worden Deze zwarte speelauto gemaakt door Welly heeft een schaal van 136 en een afmeting van 35 x 45 x 12 cm Materiaal Metaalkunststof http://dlvr.it/RJNJV3
0 notes