#Merkstein
Explore tagged Tumblr posts
Link
Herzogenrath ist eine charmante Stadt in der Städteregion Aachen, die durch ihre Geschichte, Kultur und geografische Lage besticht. Die verschiedenen Stadtteile von Herzogenrath, darunter Kohlscheid und Merkstein, haben jeweils spezifische Postleitzahlen, die für die lokale Orientierung und postalische Zustellung wichtig sind. Herzogenrath, eine Stadt in der Städteregion Aachen, ist in mehrere Stadtteile unterteilt, die jeweils eigene Postleitzahlen haben. Die wichtigsten Postleitzahlen sind Herzogenrath selbst, Kohlscheid und Merkstein. Herzogenrath Postleitzahlen im ÜberblickHerzogenrath Postleitzahl KohlscheidHerzogenrath Postleitzahl MerksteinBedeutung der PostleitzahlenFazit Herzogenrath Postleitzahlen im Überblick Die Postleitzahl von Herzogenrath selbst lautet 52134. Diese Postleitzahl deckt das zentrale Stadtgebiet ab und ist eine wichtige Kennung für die Einwohner und die Zustellung von Postsendungen. Herzogenrath Postleitzahl Kohlscheid Kohlscheid, ein bedeutender Stadtteil von Herzogenrath, hat die Postleitzahl 52134. Dieser Stadtteil ist bekannt für seine eigene kulturelle Identität und wirtschaftliche Bedeutung innerhalb der Stadt. Herzogenrath Postleitzahl Merkstein Der Stadtteil Merkstein trägt die Postleitzahl 52134. Merkstein ist historisch geprägt und spielt eine wichtige Rolle in der lokalen Gemeinschaft von Herzogenrath. Bedeutung der Postleitzahlen Postleitzahlen sind nicht nur für die Zustellung von Postsendungen entscheidend, sondern auch für die geografische Orientierung und Verwaltung einer Stadt. In Herzogenrath helfen die Postleitzahlen, die verschiedenen Stadtteile effizient zu organisieren und zu bedienen. Fazit Die Postleitzahlen in Herzogenrath, insbesondere in den Stadtteilen Kohlscheid und Merkstein, spielen eine wesentliche Rolle in der lokalen Organisation und Verwaltung. Mit der Postleitzahl 52134 sind die wichtigsten Stadtteile Herzogenraths klar abgedeckt und ermöglichen eine effiziente postalische Zustellung sowie Orientierung innerhalb der Stadt. Image by Manfred Richter from Pixabay
0 notes
Text
Karneval Session 2023/2024 lets go! #karneval #session2024 #herzogenrath #bos112 #balz #sause Ausschuss Merksteiner Straßenkarneval e.V. #merkstein
0 notes
Text
Wohnung zu vermieten €490 Herzogenrath
Ab den 01.12.2018 Wohnung 75 qm ca in Herzogenrath Merkstein zu vermieten 2 Zimmer Küche Diele Bad großer Balkon Kaltmiete 490 Euro + NB Kosten + 20 Euro Stellplatz 3 Kaltmieten Kaution PN Bitte an mich oder 015785309427...
3 notes
·
View notes
Text
Balthasar Kirchhoffs
Leven buiten de ‘bende’ Balthasar Kirchhoffs werd, in tegenstelling tot zijn jongste broer Joseph, niet in ’s Hertogenraede geboren, waardoor we zíjn geboortedatum wel kennen.
Balthasar (ook wel geschreven als Balt(h)us) werd op 27 september 1707 geboren in Afden als zoon van Nicolaas Kirchhoffs en Catharina Doveren. Hij had vijf broers en een zus: Johanna (1705 - 30-10-1785), Joannes (13-02-1706), Dionijs (22-11-1708), Peter (1720-1771) en Joseph (~1724 – 11-05-1772). Van de drie gebroeders Kirchhoffs die als Bokkenrijder zijn opgepakt (Peter, Joseph en hijzelf) was hij de oudste, de eerste die werd opgepakt en de eerste die overleed. Peter overleed omstreeks juni 1771 in de kerker van Gulik, Joseph op 11 mei 1772 op de Beckenbergh te 's-Hertogenraede. Balthasar werd schoenmaker en vestigde zich in Merkstein. Op 24-jarige leeftijd trouwde hij, op 7 september 1732, met Maria Agnes Dreschers, maar zij overleed op 7 januari 1752. Pas elf jaar later, op 8 februari 1763, hertrouwde hij, deze keer met de 17 jaar jongere Maria Notermans. Beide huwelijken bleven kinderloos. In relatie tot Joseph Hoewel, volgens de processtukken, Balthasar en Joseph samen de bende geleid zouden hebben en dus een goede band zouden moeten hebben, suggereert Sleinada hier iets anders:
"Den Chirurgyn, met wien ik bekend was heeft my eens met weenende oogen geklaegd, over zynen broeder Baltes, dat hem de traenen over de wangen rolden, en in deeze woorden uytbrak: "Ah! Ik hebbe zoo lang geweeten dat den Schelm niet deugde, en daerom heeft hy in twee jaeren tyds niet durven onder myne oogen komen; wat my aengaet ik maek 'er niet met allen uyt, al word hy ook gehangen [...]
"Vert. "De chirurgijn, met wie ik bekend was, heeft zich wel eens wenend bij mij beklaagd over zijn broer Baltus. Zijn tranen rolden over zijn wangen en hij brak in de volgende woorden uit: "Ah! Ik heb altijd geweten dat die schelm niet deugde, daarom durft hij mij al twee jaar lang niet onder ogen te komen. Wat er gebeurt maakt mij niet uit, al hangen ze hem ook op [...]"
De relatie tussen de twee broers, als we Sleinada moeten geloven, was dus niet al te hartelijk, tot op het punt dat ze elkaar jaren niet hebben gezien. Vele romanschrijvers beschrijven Balthasar dan ook als iemand die altijd in de herbergen (met name Den Vivat) te vinden is, soms als een beetje een viezig figuur, tegenover de nette, hooggeplaatste Joseph. Als we Sleinada moeten geloven, zou dat beeld best wel eens kunnen kloppen. Zijn rol in de ‘bende’ Over de rol die Balthasar in de bende gespeeld zou hebben, laat men in de processtukken geen twijfel bestaan. In vrijwel elk processtuk waarin hij genoemd wordt – en dat zijn er veel –, komt hij als een van de ‘hogere leden’, misschien zelfs wel de leider tevoorschijn. Sommigen menen zelfs bij hem in huis de eed te hebben afgelegd. Joseph Keyser kwam tijdens zijn eerste pijniging al met de eerste ‘bekentenis’ met Balthasar samen te hebben gewerkt:
“En dat daernaer de voorseijde gesellen die ingegaen waeren ten huijse van Baltus Kerckhoff, uijtgecomen sijn met denselven Baltus Kerckhoff, ende de huijsvrouw van hem Kerckhoff ten lesten uijtgecomen was ende de duhr toegeslooten heeft. […] En dat haeren man Baltus Kerckhofff gearmeert was met eene flinte, en hij gedetineerde met alle de voorseijde gesellen versien waeren met stocken.”
Vert. “En dat daarna de eerder genoemde gezellen het huis van Baltus Kerckhoff binnengingen en naar buiten kwamen met Baltus Kerckhoff en zijn huisvrouw, die als laatste naar buiten ging, de deur gesloten heeft. […] En dat haar man Baltus Kerckhoff gewapend was met een pistool en hij, de gevangene, met alle eerder genoemde gezellen voorzien was van stokken.”
Dat Balthasar hier duidelijk naar voren komt én als enige met een pistool wordt beschreven, zou erop kunnen wijzen dat hij een (van de) leiders van de Bokkenrijders was, of misschien had hij gewoon een slechte, maar breed verspreide reputatie- als schoenmaker was hij immers in de hele regio bekend. Het zou dus heel goed kunnen dat Keyser hem alleen maar noemde omdat Balthasar als leider noemen een geloofwaardige bekentenis zou zijn.
Proces en dood Wanneer Balthasar is opgepakt, weten we niet precies. Wél weten we dat hij 30 januari voor het eerst wordt ondervraagd. Men ging diezelfde dag nog over op martelwerktuigen, zo blijkt ook uit het document over zijn scherp examen:
“Welckenvolghende het voorschreven decret van Scherper examinatie aen den gedetineerden is voorgelesen, ende hem de pijn instrumenten voorgewiesen zijnde met dreijgemente van het voorschreven decret van torture aenstonts te voltrecken in cas hij ingevolge het selve niet en bekende de dieffting en misdaeden, waervan hij ten processe geaccuseert is. Ende blijvende denselven persisteren bij sijne ontkentenissen, soo is hij dienvolghens ter pijnbank gestelt, ten thien ueren en vijffthien minutten des morgens, ende hem de schroeven op de duijmen gestelt, deselve toegedraijt zijnde. Vorts hem de eerste schroeff op het slinxe scheen been, de tweede op het rechte scheenbeen gestelt en toegedraijt zijnde, vorts aen de rolle off wippe opgetrocken sijnde, heeft ten twelff ueren en vijffthien minutten gesegt alom daerbij geweest te sijn , waer en ter wat platze dat hij in actis was gevraegt geweest. Voorders heeft ten twelff ueren en seven en dertigh minutten gesegt ende bekent aen de Handt gestoolen te hebben.”
Vert. “Nadat het voorgenoemde vonnis tot scherp examen aan de gedetineerde is voorgelezen en hem de martelinstrumenten getoond zijn met het dreigement het vonnis tot tortuur te voltrekken indien hij niet bekende de diefstallen en misdaden, waarvan hij in dit proces verdacht is, te hebben begaan. Hij bleef zijn ontkenningen volhouden en is dus naar de pijnbank gebracht, om kwart over tien ’s morgens, en de duimschroeven zijn hem aangezet en aangedraaid. Daarna werd hem eerst de scheenschroef op het linker scheenbeen, daarna op het rechter scheenbeen aangezet en aangedraaid, daarna is hij aan de wipgalg opgetrokken. Om kwart over twaalf heeft hij gezegd dat hij [bij de misdaden] aanwezig was en waar hij tot actie gevraagd was. Hierna heeft hij om zeven over half één gezegd de diefstal begaan te hebben.”
Na het scherp examen is Balthasar nog een aantal keren ondervraagd: op 31 januari wordt het scherp examen van de dag ervoor hervat en op 1 februari volgt de recollectie, waarbij Balthasar alles herroept en zegt te hebben bekend uit pijn. Hij is er lichamelijk slecht aan toe en men besluit te wachten met een nieuw scherp examen tot begin maart. Op 7 maart wordt Balthasar opnieuw gemarteld maar hij valt flauw en wordt niet meer wakker. Hij is 63 jaar oud geworden en de volgende dag buiten de burchtmuur, op ongewijde grond, begraven.
1 note
·
View note
Photo
Almanyada Aachen'da iade-i ziyaretteyiz .Ortadaki arkadaş Gelazzo'nun sahibi ;yemekleriyle ve güleryüzü ile bizi fethetti#iadeiziyaret #iadeiziyaretyapalimdedik #aachen #aachencity #hayatdostlarlaguzel (Gelazzo Merkstein)
1 note
·
View note
Text
Herzogenrath: Zwei Personengruppen und ein Messer
Herzogenrath: Zwei Personengruppen und ein Messer
Herzogenrath: Am frühen Samstagmorgen gegen 05:30 Uhr gerieten in Herzogenrath-Merkstein “zwei Personengruppen” am August-Schmidt-Platz in Streit.
In dessen Verlauf sprühte ein Tatverdächtiger mit Pfefferspray und fügte einem 21jährigen jungen Mann mit einem Messer eine Verletzung am Rücken zu. Anschließend flüchteten insgesamt drei Tatverdächtige unerkannt.
Sie wurden wie folgt beschrieben:
männ…
View On WordPress
0 notes
Photo
Eigentlich wollte ich ein Bild mit meinem Vater posten, aber der war schon voll 👱🏽👴🍻 #daddytour #ballermann #mallorca #bierkönig #endlichwiedermalle #lfdy #nike #love #fitness #like #fresh #oversize #sun #fun #0711 #summer #follow #selfie #muc #cgn #bollerwagenvonaudi #tattoo #bizepswiewassermelonen #wasistdasfür1life (hier: Freibad Merkstein)
#mallorca#sun#bierkönig#fun#love#wasistdasfür1life#fitness#endlichwiedermalle#lfdy#cgn#like#summer#tattoo#bizepswiewassermelonen#nike#muc#bollerwagenvonaudi#daddytour#ballermann#fresh#follow#oversize#0711#selfie
0 notes
Text
Het Sneeuwbaleffect van Keyser
“Eenen Jongen van agtien jaaren, woonägtig te Ubagh en ‘t land van ‘sHertogenraede, geboortig, nae myne meeninge te Aaken, genaamd Joseph Keyzer door aanraaden van eenen zekeren Pieter M. Zadelmaaker tot Ubagh, die hem ook vergeselschap had, stal een schoon jong peird in ’t zelve land, en brogt het omtrent Guylik, om het te verkopen. Men volgde het peird met den dief, en wierd by Guylik ondekt. ‘Er waaren getuygen, die deezen Joseph in gezelschap van den Zadelmaaker met het peird gezien hadden, en diensvolgens wierd daaröver van den Rechter van Ubagh de noodige informatie genomen, en eyndelyk den goeden Joseph in hegtenisse gesteld.”
Vert. “Een jongen van achttien jaar oud, genaamd Joseph Keyser, woonachtig in Übach in het land van ‘s Hertogenraede en volgens mij geboren in Aken, stal, door aanraden van een zekere Peter Muller, de zadelmaker van Übach die hem ook vergezelde, een mooi, jong paard in hetzelfde land en bracht het naar Gulik om het daar te verkopen. Men volgde het paard met de dief en hij werd in Gulik ontdekt. Er waren getuigen die deze Joseph in het gezelschap van de zadelmaker met het paard gezien hadden en hierna werd hierover door de Rechter van Übach de nodige informatie vernomen. Uiteindelijk werd de goede Joseph in hechtenis genomen.”
De gebeurtenis, die Sleinada op de manier hierboven in zijn boek beschrijft , lijkt op het eerste oog van weinig belang. Vooral als men weet dat Joseph Keyser, op het moment dat hier wordt geschetst, inderdaad pas achttien jaar oud – sommigen menen zelfs jonger – is. Waarom wordt deze gebeurtenis, een zeventien- à achttienjarige jongen die een paard steelt en gearresteerd wordt, dan toch als één van de belangrijkste gebeurtenissen in de Bokkenrijders-geschiedenis gerekend?
De diefstal bij Henricus Schutz
Allereerst zullen wij een iets helderder beeld schetsen van de diefstal die in dit fragment wordt beschreven, zoals het volgens de overlevering is gegaan.
Het zal tegen het einde van 1770 geweest zijn toen boer Henricus Schutz van Waubach zich in een herberg in Übach bevond. Sommigen menen zelfs dat dit in Den Vivat, de herberg van Willem Ploum, een van de belangrijkere ‘leden’ van de bende, zou zijn gebeurd. Sommigen zeggen dat boer Schutz dronken was, anderen zeggen overmoedig, maar over het volgende ‘feit’ is vrijwel iedereen het eens: boer Schutz heeft toen geroepen dat hij een nieuw paard had gekocht waar hij zeer trots op was, maar het was zó wild dat zelfs de Bokkenrijders hem niet zouden kunnen stelen. Als het ze zou lukken, dan zouden ze het mogen houden.
Op 31 januari 1771 wordt Peter Muller ondervraagd over onder andere dit voorval. Aangezien het een lang stuk is, zal ik slechts een samenvatting geven. Dit stuk is immers wel noodzakelijk voor de beeldvorming.
Een maand voor de overval bij Henricus Schutz hadden Dirck Jaspers, Jacobus Otten, Cornellis Dautzenberg en “den Schuijrman” het paard al gezien en Muller bij de Schuijrman thuis verteld dat er veel geld aan te verdienen zou zijn. Bij de overval zouden de Schuijrman, Leonard Steijns, Dirck Jaspers en Joseph Keyser aanwezig zijn geweest. Steijns en Keyser, zo verklaarde Muller, hadden het paard uit de stal gehaald en hijzelf bleef met Jaspers buiten op wacht staan. Steijns zou vervolgens het paard naar ‘Brouckhuijsen’ hebben gereden, waarna Jaspers het naar de ‘Hilbert’ nabij Übach had gereden en het daar tot de dageraad had vastgezet. Keyser zou het daarna naar Übach hebben gereden. Bij deze tocht was ook nog ene Jacobus Otten aanwezig, die niet veel later, met Jaspers, tegen Keyser zei dat hij (d.w.z. Joseph Keyser) het paard moest gaan verkopen en het geld naar het huis van Jaspers moest brengen, zodat ze het daar konden verdelen.
Een interessant feit is dat Muller over de afloop van dit gebeuren de plank volledig misslaat, tenzij hij hier een gesprek in de cel bedoelt, dat is onduidelijk: hij verklaart dat Keyser nadat hij had geprobeerd het paard te verkopen, toch nog bij Dirck Jaspers langskwam om te melden dat hij het paard bijna verkocht had. Hij verklaart:
“En dat Joseph Keijser hun doens vertelt heeft dat hij het perdt bijna vercocht hadde, en den coopman het perdt hadde willen probeeren om hout te vaeren. Den selven coopman nochtans aen hem Joseph Keijser geseijt hadde dat hij het perdt soo goedde coop wilde vercoopen, dat sulx moeste gestoolen hebben, dat hem eenen schijn of teugenis soude bringen.”
Vert. “En dat Joseph Keyser hen toen verteld heeft dat hij het paard bijna verkocht had en de koopman het paard had willen uitproberen. Dezelfde koopman had echter aan Joseph Keyser gezegd dat als hij een paard zó goedkoop verkocht, het wel gestolen moest zijn en hem vroeg voor een eigendomsbewijs.”
In werkelijkheid is Joseph Keyser nooit teruggekomen: hij werd op de markt gearresteerd en verbleef enige weken in een Gulikse gevangenis. Op 31 oktober werd hij overgeplaatst naar de burcht van Rode, zoals in het kloosterdagboek van Rolduc op 1 november 1770 staat:
“Junckgeburth Praetor in Aldenhoven et Consiliarus Aulicus Electoris Palatini, qui pridie insignem furem Ubacensem in ditione Juliacensi deprehensum et per aliquot septimanas in carcere Juliaci detentum extradiderat Praetori in Ubach, ista occasione in abbatia hospitium sumperat.”
Vert. “Junckgeburth, schout van Aldenhoven en hofraad van de keurvorst van de Pfalz die gisteren een beruchte dief uit Übach, die men op Guliks grondgebied gearresteerd had en in Gulik enige weken gevangen gezet had, aan de schout van Übach uitgeleverd had, genoot bij deze gelegenheid gastvrijheid in de abdij.”
Het begin van een massa-proces
Op 9 januari 1771 kreeg Joseph Keyser te horen dat hij tot ‘scherp examen’ was ‘veroordeeld.’ Dit hield in dat hij met marteling ondervraagd zou worden. Het eerste bewaard gebleven document met betrekking tot Keysers proces dateert uit 10 januari 1771, maar daarin wordt al gerefereerd naar een andere ondervraging.
We kunnen er dus van uitgaan dat het massa-proces al begon op 9 januari – niet de 10e – 1771, met de eerste ondervraging van Joseph Keyser. Echter, aangezien dat document niet bewaard is gebleven, zullen wij de ondervraging van de 10e gebruiken om aan te tonen hoe dit massa-proces precies in stand is gekomen.
Tijdens het scherp examen van 10 januari noemt Keyser de volgende complicen:
Peter Muller – Zadelmaker in Übach, Gearresteerd januari 1771, executie 27 mei 1772 (hij heeft één keer geprobeerd te ontsnappen, maar dit is hem niet gelukt)
Joannes Jaspers – Schoonvader Muller, zadelmaker in Übach, Gearresteerd 1771, gestorven in cel 1771
Dirck Jaspers – Zoon Joannes Jaspers, zadelmaker in Übach, Gearresteerd 1771, gevlucht 1771 (bij verstek opgehangen 26 augustus 1774)
Jacobus Otten – Schoenmaker in Übach, Gearresteerd maart 1771, geëxecuteerd 15 oktober 1771
Cornellis Dautezenbergh – Schoenmaker in Übach, Gearresteerd maart 1771, geexecuteerd 15 oktober 1771
Leonard Ploum (Lennert met den laem (verlamde) handt) – Boerenknecht in Übach, Gearresteerd januari 1771, geëxecuteerd juli 1772
Baltus Kerckhoff (Balthasar Kirchhoffs) – Schoenmaker in Merkstein, Gearresteerd januari 1771, overleden in cel 7 maart 1771
Willem woonende in den Vivat (Vivats Willem, Willem Ploum) – Herbergier in Merkstein, Gearresteerd lente 1771, geëxecuteerd 15 oktober 1771
‘Den Sliep’ (waarschijnlijk Albert Schleipen) – Linnenwever in Herbach, Gearresteerd 1771, geëxecuteerd 7 oktober 1771
Zoals te zien is, werd elke complice die Keyser tijdens zijn scherp examen benoemde ook daadwerkelijk opgepakt. Deze ‘complicen’ werden dan ook weer tot scherp examen veroordeeld en noemden hier zelf nog meer namen. Hierdoor bleef de olievlek steeds groeien en ontstond er een enorme golf van arrestaties en executies.
Ondervraging
Om te begrijpen waarom men zó veel namen noemde, moeten er een aantal dingen in acht worden genomen.
Allereerst was men bang om te sterven. Sommigen dachten dat, als zij veel namen zouden noemen, ze ófwel het gerecht zouden kunnen overtuigen dat ze complete onzin aan het vertellen waren – overigens ook een tactiek gebruikt door Joseph Kirchhoffs – ófwel tot ‘kroongetuige’ benoemd zouden worden en daarmee hun eigen leven zouden kunnen redden. Dit laatste is deels gebeurd bij zowel Joseph Keyser als Peter Muller, net als een paar anderen. Alleen zouden zij later toch opgehangen worden. Als ‘dank’ voor hun bekentenissen bleven ze gewoon iets langer in leven. Zowel Peter Muller (jan. 1771 - 27 mei 1772) als Joseph Keyser (sep. 1770 – 15 okt. 1771) bleven langer dan een jaar vastzitten.
Daarbij was ook de manier van ondervraging kortweg inhumaan. Marteling werd volop toegepast, al waren hier wel een aantal regels voor. Juliaan Melchior vat ze in tien punten samen:
Marteling mocht slechts worden toegepast voor zware misdrijven.
Voordat de verdachte gemarteld werd, moest er wel al wat bewijs zijn voor zijn schuld.
Er mocht pas gemarteld worden als het gerechtshof zo bevolen had.
De beschuldigde had het recht zich tegen de verdenkingen te verdedigen en tegen het vonnis tot marteling in beroep te gaan.
Bij de marteling moesten de aard van de misdaad, het hoeveelheid bewijs en de lichamelijke toestand van de verdachte in gedachten gehouden worden.
Over het algemeen mocht men de beschuldigde onder tortuur alleen maar ondervragen over zijn eigen misdaden. Soms mocht hij ook ondervraagd worden over anderen.
Als de verdachte niet bekende tijdens de marteling, moest hij vrijgelaten worden.
Hetgeen dat op de pijnbank werd bekend moest zonder marteling later herhaald worden. Als hij zijn bekentenissen dan herriep, mocht hij een tweede keer gemarteld worden. Indien nodig mocht het ook een derde keer, maar nooit een vierde.
Mensen onder de veertien jaar oud, zwangere vrouwen, ouderen, zwakken of ‘ongeneesbaren’ mochten niet gemarteld worden.
Als de verdachte had bekend of wanneer er voldoende bewijs was tegen hem, dan mocht de marteling niet gebruikt worden.
Al met al was een scherp examen verschrikkelijk. Niet alleen waren de martelinstrumenten pijnlijk, maar ook de ondervraging zelf was intimiderend en ronduit beschamend. De gedetineerde zat halfnaakt op een stoel – door de beul of zijn knechten ontkleed – voor een aantal schepenen en zelfs, soms, andere toeschouwers. Er zijn ook een aantal bronnen die melden geblinddoekt te zijn geweest, wat alleen maar toevoegde aan de angst die de gevangene voelde tijdens zijn proces.
Maar het waren voornamelijk de martelingen zelf die de gevangenen tot bekentenis bracht, hoewel een enkeling (vaak een kroongetuige) ook wel eens een vrijwillige verklaring aflegde. De martelwerktuigen werden vaak in verschillende etappes aangebracht.
Men begon met de territie, waarbij de beul zijn werktuigen aan de gevangene toonde in de hoop dat het de gevangene zó bang zou maken dat hij zelfs zonder marteling zou bekennen. Deze bekentenissen kwamen echter niet zo vaak voor.
Dan werden de duimschroeven erbij gehaald. Dit was het eerste en bekendste martelwerktuig in een verschrikkelijke reeks. De duimen (en soms andere vingers) werden als het ware geplet door de duimschroeven, maar deze werden vaak ook doorstaan, al staat in Joseph Keysers proces van 10 januari 1771:
“…den gedetineerden vervolghens op eene stoel gebonden, en hem de schruijven op de duijmen geseth, - heden naer de noen ten drij uhren en een half - en den gedetineerden de schruijven op de duijmen gehadt hebbende ontrent twintigh minuten, heeft den gedetineerde verclaert dat waer was sijne bekentenisse op gesteren bij territie gedaen.”
Vert. “...de gedetineerde is vervolgens op een stoel gebonden en hem zijn de schroeven op de duimen gezet – om half vier in de middag – en nadat de gedetineerde de schroeven twintig minuten op de duimen gehad had, heeft hij verklaard dat alles dat hij gisteren bij de territie heeft bekend, waar was.”
De duimschroeven waren dus niet ‘nutteloos’ – ze brachten wel degelijk pijn teweeg, maar de sterksten konden deze stap wel doorstaan zonder al te hevige pijn.
Dan ging men over op de Spaanse Laarzen (ook wel eens scheenschroeven genoemd), waarbij de beul twee planken op het scheenbeen van de verdachte vastbond en er dan een derde plank tussen sloeg. Een variatie hierop is een metalen variant met spijkers erin, die dan strak werd aangedraaid. De schenen zijn kwetsbaar – als men de duimschroeven had doorstaan zonder een woord te zeggen, dan sprak men doorgaans wel als de Spaanse Laarzen en anders wel wanneer zowel de Laarzen op beide benen als de duimschroeven op beide handen werden aangezet.
Sprak men ook dan niet, dan gebruikte men de wipgalg. Deze werd doorgaans, in tegenstelling tot de voorgenoemden, waarbij men alles bij elkaar schreeuwde van de pijn, stilletjes doorstaan. Aan de wipgalg werd de verdachte aan zijn of haar polsen met behulp van een touw naar het plafond gehesen in verschillende fasen. In de eerste fase raakte de verdachte met de tenen nog de grond, in de laatste fase hingen er gewichten aan de tenen. Verschillende mensen zijn tijdens deze stap in de tortuur overleden, doordat het gehele lichaam wordt uitgerekt, ook de ingewanden. Een van de bekendste doodgemartelden is Balthasar Kirchhoffs, waarop wij in de volgende blog zullen terugkomen...
0 notes
Photo
#vedayemeği #abschiedsessen #dostlarlakeyif (Gelazzo Merkstein)
0 notes
Text
Im Alten Rad
Anfang Juli hatte Jürgen von den Öcher Stadtmusikanten in seiner Kneipe in Merkstein "Zum Alten Rad" zu einem Oldie-Abend eingeladen, der von seinem Kollegen Ted Harald moderiert wurde.
Ted ist ein Fossil unter den DJs und hat schon fast überall aufgelegt, wo in Europa irgendwo stimmungsmäßig die Post abgeht. Für solche Leute habe ich eigentlich immer ein paar besonders gemeine Musikwünsche in Petto, aber Ted hatte auch die ausgefallensten Wünsche sofort parat ;-)
Fatalerweise hatte die von Jürgen für diesen Abend eigens angestellte Bedienung eines oder vielmehr alle beiden Augen auf mich geworfen - den größten Teil meiner Anwesenheit verbrachte ich damit, die Gestalt meinerseits nicht aus den Augen zu verlieren, damit die nicht auf einmal wieder wie aus dem Nichts an meiner Seite erschien ... der Gutsten war nicht beizubringen, daß ich glückliche und überzeugte Single bin - und um daran nachhaltig etwas ändern zu wollen, müßte da schon jemand wie Madonna oder Veronika Ferres erscheinen - warum sollte ich bei der Auswahl meiner Frauen weniger Ansprüche haben als bei meinen Auto-Wünschen?
Später gesellte sich auch noch Matthias Götemann von den Öcher Stadtmusikanten an unseren Tisch, und dann passierte, was eigentlich immer dann passiert, wenn mehr als drei von den Jungs zusammen sind: Aus dem Oldie-Abend wurde binnen weniger Minuten eine Öcher Fastelovend-Schunkel-Party ;-)
Die Burschen haben die Gute Laune einfach im Blut!
#Zum Alten Rad#Merkstein#Öcher Stadtmusikanten#Ted Harald#Madonna#Veronika Ferres#Aachen#Transvestit#Drag-Queen Drag Queen Dragqueen
0 notes