#Khmer Tijdperk
Explore tagged Tumblr posts
hieristhailand · 4 years ago
Text
Phanom Rung, voorpost van Khmerhoofdstad Angkor
Phanom Rung, voorpost van Khmerhoofdstad Angkor
Ooit strekte het Khmerrijk zich uit van Cambodja tot diep in Thailand en Laos. Daar getuigen nog steeds de oude Khmerruïnes van, onder meer bij Buriram. Zoals het tempelcomplex Phanom Rung. Waar ik ook mijn voetstappen achterliet. Op mijn reis door de Isaan moest ik deze tempel aandoen, werd mij geadviseerd. Toen kende ik Angkor Wat in Cambodja nog niet en dit vond ik al indrukwekkend. Phanom…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
stefselfslagh · 4 years ago
Text
Boeddha achterna in Cambodja en Vietnam.
Dit stuk verscheen in De Morgen Magazine, de weekendbijlage van De Morgen.
Tumblr media
In 2013 reisde Stef Selfslagh met zijn gezin twee maanden door Cambodja en Vietnam. Acht jaar later geniet hij nog altijd na van de zonsondergangen, de National Geographic-momenten en de stierenpenissoep.
November 2013, Kep, Cambodja. Op een sloom stuk strand kijken we naar een overgelukkige tiener. Hij maakt - met al zijn kleren aan - een paar salto's in het zeewater. Hij ziet ons, loopt naar ons toe en schreeuwt: "Are you happy in Cambodia?" "Yes, we are", antwoorden we, want liegen doen we niet en al helemaal niet in het buitenland. "Are you?" Hij giet een waterval van woorden over ons uit. Dat zijn naam Fong is. Dat hij negentien is en uit Battambang komt. Dat hij vandaag voor het eerst de zee ziet. Dat hij plots het gevoel heeft dat er méér mogelijk is in zijn leven. Dat hij blij is dat hij zijn hoteljob heeft opgegeven om verder te studeren voor ingenieur. Dat hij ervan droomt om in Japan te gaan werken. Dat de zee hem nieuwe hoop heeft gegeven. En dat we hem nu moeten excuseren, maar dat hij dringend nog wat in het water moet gaan flikflakken. We kijken hem na en wensen hem in gedachten een R&D-job bij Sony en een dakappartement in Shibuya toe.
We, dat zijn ikzelf, mijn vrouw Greet en onze vijfjarige zoon Camu. We zijn al vier weken een als sabbatical vermomde reis door Cambodja aan het maken en begrijpen stilaan wat 'in het nu leven' betekent: een staat van onthechting bereiken waarin tijd een onnozel detail wordt. Na een maand onder de Cambodiaanse zon gefietst, gestapt, gezwommen, gelachen, geknuffeld en gedommeld te hebben, hebben we ons prakkiserende brein ingeruild voor een mindfull exemplaar. Chronologische categorieën zoals gisteren en morgen ontbinden waar we bij staan. 'Wij vergeten de dagen en de dagen vergeten ons', schrijf ik in een berichtje aan het thuisfront. De weg naar Boeddha is nog lang, maar we hebben toch al de juiste afslag genomen.
"Gaan jullie met een kleuter twee maanden door Zuidoost-Azië trekken?", hadden kennissen zich voor ons vertrek ongelovig afgevraagd. Lees: "Zijn jullie nu helemáál op jullie sabbaticcalhoofd gevallen? Camu gaat knokkelkoorts, difterie en malaria krijgen. En tussendoor gaan jullie hem van 's morgens tot 's avonds moeten entertainen. Jullie gaan niet uitgerust, maar uitgeput terugkeren." 
Maar reizen met een vijfjarige snotaap was - wat had u gedacht? - geweldig. Natuurlijk waren er dingen die we met Camu niét konden doen. De girlie bars in Sihanoukville checken, bijvoorbeeld. Ons in een klooster terugtrekken voor een zesdaagse meditatiesessie. Of op het strand meer dan vijf pagina's van een boek lezen. Maar dat werd allemaal ruimschoots gecompenseerd door andere dingen. National Geographic-momenten die we in gezinsverband beleefden. De wetenschap dat we onze kleine man een stukje van de wereld cadeau deden. Onze kleine man die ons in ruil mooie uitspraken cadeau deed. ("Ik heb tranen van de blijheid", zei hij op een avond.) De wereld lag aan onze voeten en omgekeerd. 
Over Cambodja schreven we in ons logboek: 'Wat een prachtig, verdrietig land.' We hadden de grootsheid van Angkor Wat gezien. De zelfs door zes miljoen landmijnen niet aan flarden gereten schoonheid van het Cambodiaanse platteland. De formidabele chaos van Phnom Penh. Maar we hadden ook door de killing fields van Choueng Ek gewandeld, waar tijdens het Rode Khmer-regime twintigduizend Cambodianen vermoord zijn. We waren ook stil geworden in Tuol Sleng, het voormalige martelkamp van Pol Pot. Het Rode Khmer-tijdperk en de daarop volgende burgeroorlog hebben er in Cambodja furieus ingehakt. Iedereen heeft geliefden verloren, iedereen is armer geworden. Als de Cambodianen glimlachen - en dat doen ze met de regelmaat van een verdienstelijk nagemaakte Rolex - zie je in hun ogen nog altijd restjes hartzeer. 
In Battambang raakten we in gesprek met Khing, een tuktukchauffeur die tussen zijn achtste en zijn vijftiende als kindsoldaat tegen de Rode Khmer had gevochten. In een poging om zich van zijn kindertrauma's los te weken, had hij als adolescent tien jaar in een klooster geleefd. Hij leerde in die tijd veel over God, maar nog meer over zichzelf: "Being a monk is not about praying to the Gods. It's about practising how to live". Zijn levensdoel: professor aan de universiteit worden. Het is niet omdat de Cambodianen niet in Amerika wonen dat hun dromen miniaturen moeten zijn.
November werd afgelost door december, Cambodja door Vietnam. En daar konden we het echt niet laten. Het was zeven uur 's ochtends. We stonden voor een hotelraam dat ons een majestueus uitzicht op Hanoi bood. We voelden ons uitgelaten omdat we op het punt stonden een nieuwe stad te inflitreren. En dus riepen we - jawel -: "Gooooooood morning, Vietnaaaaaam!" 
Ter verdediging: sommige dingen moet je gewoon doen. Ook al weet je dat honderdduizenden mensen je zijn voorgegaan. Je gaat ook niet naar Los Angeles zonder je tien seconden aan de Hollywoodletters te vergapen. Je weet dat het belachelijk is, maar je weet ook dat het nog belachelijker is om het krampachtig niét te doen.
In Vietnam werden onze hoofden overigens wel vaker bezocht door stukjes populaire Amerikaanse cultuur. Toen we na een dag stevig doorbanjeren in Saigon - een beetje Zuid-Vietnamees zegt nog altijd Saigon in plaats van Ho Chi Minh City - de ondergaande zon gingen uitwuiven op het dak van ons hotel, fluisterde mijn geheugen mij de lyrics in van Goodnight Saigon, het prachtige nummer van Billy Joel over de Vietnam-oorlog. Voor diegenen onder jullie die de jaren tachtig om begrijpelijke redenen (schoudervullingen, Kajagoogoo, de Bende van Nijvel) hebben verdrongen, deze kleine reminder: 'We met as soulmates on Parris Island / We left as inmates from an asylum / We came in spastic, like tameless horses / We left in plastic, as numbered corpses.'
Ik ga niet beweren dat je in Vietnam geweest moet zijn om Goodnight Saigon te begrijpen, maar geloof me: het hélpt. Je kan er de oorlog in je verbeelding gewoon re-enacten.
In een dorp vlakbij Hoi An voeren we met een bootje door de moerassen waar Vietnamese soldaten verrassingsaanvallen uitvoerden op Amerikaanse GI's. In Saigon aten we noedelsoep in Pho Binh, een onooglijk noedelrestaurant dat dienst deed als het geheime hoofdkwartier van de Viet Cong. In het Reunification Palace liepen we in de kamer waarin Henry Kissinger met Le Duc Tho de scenario's voor een mogelijke vredesovereenkomst besprak. En in de Saigon Saigon Bar van hotel Caravelle, tijdens de oorlog de uitvalsbasis van de buitenlandse persbureaus, konden we ons al na één pint prima voorstellen wat twintig pinten moeten doen met een oorlogsjournalist die ver van huis is.
Al reizend kregen we de indruk dat de sinds 1976 herenigde Noord- en Zuid-Vietnamezen opnieuw prima met elkaar kunnen opschieten. Maar toen we voor die hypothese bevestiging zochten bij Dang, een 28-jarige man uit Hanoi, zei hij: "Uniting two parts of a nation is easier than uniting the hearts of people." De Duitsers weten wat hij bedoelt.
Viel er in Vietnam ook wat te lachen, vraagt u zich nagelbijtend af? Jazeker. In The Ninh Binh Legend, een eenzaam hotel temidden van verlaten, naar een nieuwe toekomst hunkerende rijstvelden, vonden we het neologisme 'onslikbaar' uit. We hadden net de lokale soep geproefd en die was al na één nanoseconde opnieuw in ons bord beland. Ons verdict: deze soep is onslikbaar. En voor alle duidelijkheid: dat is géén synoniem van oneetbaar. Oneetbaar wil zeggen dat je het voedsel met enige moeite via keelgat en slokdarm naar je maag hebt getransporteerd, maar dat je het niet lekker vindt. Onslikbaar wil zeggen dat het dermate weerzinwekkend is dat de smaakpapillen in je mond alarmfase vijf afkondigen en allemaal tegelijk zeggen: tot hier en niet verder.
Enkele Vietnamhoogtepunten, gerieflijk samengevat: 1. Hand in hand over een spoorweg wandelen die schaamteloos een verzameling rijhuizen doorkruist. 2. In een rickshaw over de Long Bien-brug van Gustave Eiffel rijden. 3. Je Bill Gates wanen telkens een geldautomaat een paar miljoen Vietnamese Dong uitspuwt (1 miljoen Dong = 36 euro).
Twee dagen voor Kerstmis - de tijd vloog ondertussen sneller dan een Aziatische steenarend - speelden we met Camu een laatste keer in het zwembad van het Grand Hotel Saigon. Bij een temperatuur van 32 graden dansten we op Merry Christmas Everyone van Shakin' Stevens. Twee maanden eerder wisten we nog niet dat dit ging gebeuren. Maar we wisten al wel dat we precies voor dit soort momenten deze reis gingen maken.
De balans van onze trip? We bezochten 2 landen, 3 wereldsteden, 6 dorpen, 1 jungle en 2 eilanden. We zwommen in 2 zeeën, 1 rivier, 2 watervallen en 7 zwembaden. We vingen 5 vissen: 3 saaie, 1 kleurrijke en 1 sidderaalachtige. Camu leerde 6 nieuwe dingen: snorkelen, inktvis eten, in Khmer-letters 'dankjewel' schrijven, biljarten, bidden (zij het gibberend en tot een niet nader genoemde God) en foutloos 'A man ain't no man when a man ain't got no horse man' zeggen. 
We sliepen 2 nachten op een houten plank. We overwogen 1 keer om stierenpenis-soep te eten (op de foto op de menukaart zag het eruit als spekkoek in artisjokmousse). We fotografeerden 1 standbeeld van een krab. We speelden op 6 verschillende hotelbedden scènes uit Kung Fu Panda na. We verzonnen 3 verhalen-voor-het-slapengaan: 'Het Dribbelwonder Van Hanoi', 'De Saigonvogel' en 'Het Ongelukkige Cijfer Twee'. 
We zagen 1 Cambodiaan met vier duimen en 2 Vietnamezen zonder ogen. Ik werd door 6 masseuses onder handen genomen, waarvan er 2 mij galant een happy ending voorstelden. Greet droeg op een markt in Phnom Penh 1 zwarte pruik en verbood mij 39 keer om de foto's daarvan openbaar te maken. En we namen 1 prachtige, splinternieuwe definitie van reizen mee naar huis: 'Travelling is not about collecting memories. It's about practising how to live.' (Met dank aan Khing, vandaag waarschijnlijk professor aan een Cambodiaanse universiteit.)
1 note · View note
jsarb · 9 years ago
Text
De Isaan, het meest onderschatte gebied van Thailand
De Isaan, het meest onderschatte gebied van Thailand
De ogen van de meeste Thailandgangers zijn gericht op Bangkok, de tweede grote stad Chiang Mai, of badplaatsen en eilanden in het zuiden. Slechts tien procent bezoekt het Noordoosten. De Isaan, het meest onderschatte gebied van Thailand. //pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js //
Ondanks de geringe belangstelling voor de Isaan heeft dit gebied toch veel te bieden. Ook al zijn de…
View On WordPress
0 notes
hieristhailand · 9 years ago
Text
De Isaan, het meest onderschatte gebied van Thailand
De Isaan, het meest onderschatte gebied van Thailand
De ogen van de meeste Thailandgangers zijn gericht op Bangkok, de tweede grote stad Chiang Mai, of badplaatsen en eilanden in het zuiden. Slechts tien procent bezoekt het Noordoosten. De Isaan, het meest onderschatte gebied van Thailand. //pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js //
Ondanks de geringe belangstelling voor de Isaan heeft dit gebied toch veel te bieden. Ook al zijn de…
View On WordPress
0 notes