silkessomethings
S O M E T H I N G S
41 posts
Don't wanna be here? Send us removal request.
silkessomethings · 7 years ago
Text
Levensbeschouwingen met mijn geneeskunde studerende huisgenote 12
*in het gezelschap van mijn goudvis, Nestor*
Zij: “Is je vis lekker?”
Ik: “Amai, nu dacht ik toch wel efkes dat je vroeg of Nestor knap was”
0 notes
silkessomethings · 7 years ago
Text
Levensbeschouwingen met mijn geneeskunde studerende huisgenote 11
Zij: Ik zit al heel de dag met de zin “we can live with Jack and Sally if we want” in mijn hoofd. Wie the fuck zijn Jack en Sally en waarom zitten ze in mijn hoofd?
0 notes
silkessomethings · 7 years ago
Text
Levensbeschouwingen met mijn huisgenoten 10
Hij: Als jullie chips willen, ik heb er gekocht want mijn vrienden komen morgen
Zij: Welke?
Hij: Goh, Maarten, Nick,...
Zij: Neenee, niet je vrienden, de chips
0 notes
silkessomethings · 7 years ago
Text
Levensbeschouwingen met mijn geneeskunde studerende en gay geek huisgenoten 9
Hij *mijn artikel lezend*: TLDR, Silke, TLDR
Ik: Lord of the Rings?
0 notes
silkessomethings · 7 years ago
Text
Levensbeschouwingen met mijn geneeskunde studerende en gay geek huisgenoten 8
Hij: “Mijn favoriete ship ever zit in Teen Wolf, maar het gebeurt nooit”
Zij: “Nee! Nooit iets shippen dat niet gebeurt!”
0 notes
silkessomethings · 7 years ago
Text
Levenbeschouwingen met mijn geneeskunde studerende kotgenote 7
ik: Heeft je vader veel contact met zijn familie?
zij: Joah, we zien elkaar op Nieuwjaar,... Euhm, welke feestdagen zijn er nog?
0 notes
silkessomethings · 7 years ago
Text
Levensbeschouwingen met mijn geneeskunde studerende kotgenote 6
zij: “Tijdens de examens begin ik mezelf altijd de grote levensvragen te stellen: Bestaat liefde? Is er leven na de dood?”
ik: “Er is in elk geval geen leven na de dood.”
zij: “Zo jammer!”
ik: “Waarom is dat jammer? Wat zou je anders doen in je leven na de dood?”
zij: “Euhm... kweenie, meer paardrijden of zo?”
0 notes
silkessomethings · 8 years ago
Text
T H E A T E R
Vanish Beach (Hof Van Eede) @ Campo
Voor hun nieuwste productie neemt Hof van Eede (zussen Ans en Louise Van den Eede, ondertussen versterkt door Wannes Gyselinck) ons mee naar Venice Beach, Californië in 1942: parelwitte stranden, wuivende palmbomen, een ruisende zee, en vijf aangespoelde Europeanen die als vissen uit het water proberen te aarden onder de Amerikaanse zon. Met funky rietjes in hun cocktails zitten ze in nette pakken aan de rand van het zwembad, hun bewatersandaalde voeten in het koele water. In hun geestesoog zien ze zichzelf nog wandelen door de straten van Wenen, maar het zand tussen hun tenen voelt onwennig. Hun voorlopige thuis is Hotel Abgrund: twee sterren, al heeft de neonverlichting van het tweede sterretje het reeds laten afweten.
Hotel Abgrund: twee sterren, al heeft de neonverlichting van het tweede sterretje het reeds laten afweten.
De groep gevluchte Joodse intellectuelen had een familie kunnen zijn. Grootvader Hans Peter Schlimmer (Filip Jordens), te herkennen aan de befaamde kledingstijl van sandalen met sokken, houdt halsstarrig vast aan zijn Joods-Duitse identiteit en verklaart zijn principes vooral wanneer niemand luistert. Moeder Hannah Immerfroh (Ans Van den Eede) doet, zoals haar naam suggereert, haar best om goedgeluimd de dag door te komen en de groep bij elkaar te houden, maar geeft zelf toe dat de grootste wanhoop vaak pas na de redding komt. Hippe oudere broer Heinrich Neumann (Greg Timmermans) is een grote Grand Canyon-fan en heeft de Amerikaanse cultuur al zodanig omarmd dat hij liever als Henry Newman wordt aangesproken. Bovendien verdient hij de kost als acteur, ironisch genoeg meestal in de rol van nazi-officier. Tot slot is er ook nog het gezellig gestoord buurmeisje Alma Rosenthal (Marjan De Schutter) dat de perfecte comic relief lijkt te zijn, maar tevens kolkende woede in zich meedraagt.
Gaan we springen?
Alle personages zijn op hun eigen ontroerende manier nostalgisch naar het land en het leven dat eens van hen was. “Gaan we springen?”, vragen ze af en toe aan elkaar. Het is echter nooit helemaal duidelijk of ze gewoon een frisse duik in het zwembad willen nemen of liever verdwijnen in de eeuwige diepte van de Grand Canyon. Deze lichtvoetigheid in combinatie met aanzienlijk menselijk leed is een van de elementen die Vanish Beach zo verfrissend maakt. Het publiek kan smakelijk lachen doorheen de voorstelling, maar de wrange nasmaak van een perfect georkestreerde tragikomedie lonkt, klaar om ook het publiek survivor’s guilt te laten ervaren.
Lasure spreekt enkel door middel van zijn piano, maar ook zijn woorden komen hard aan.
Vanish Beach haalt ook een groot deel van zijn schoonheid uit het feit dat de productie een perfect evenwicht vindt tussen filosofie, politiek en actualiteit enerzijds en een boeiend, menselijk verhaal anderzijds. De voorstelling is filosofisch, zonder te theoretisch te zijn, politiek zonder pedant te zijn en actueel zonder moralistisch te zijn. Bovendien is het zo’n knap staaltje muziektheater dat we nog steeds Herbsttag van Rainer Maria Rilke naneuriën. Muzikaal genie en SCHNTZL-helft Hendrik Lasure vertolkt pianist Klaus Schönfeld en spreekt enkel door middel van zijn piano, maar ook zijn woorden komen hard aan. Het stuk is zeer toegankelijk, maar dat zonder altijd op safe te spelen.
Geschreven voor Tumult.fm.
0 notes
silkessomethings · 8 years ago
Text
Levensbeschouwingen met mijn geneeskunde studerende kotgenote 5
zij: “Kijk wat ik meegebracht heb!” ik: “Prei! Wat ga je klaarmaken?” zij: “Euhm...kweenie, prei?”
0 notes
silkessomethings · 8 years ago
Text
T H E A T E R
Macbain (Dood Paard) @ NTGent
In tijden van Hiddleswift en Brangelina brengt Dood Paard ons “Macbain”: de koppelnaam van twee mannen, de één tegen zijn zin de stem van een generatie, de ander tegen zijn zin koning van Schotland. Shakespeares Schotland en Cobains Seattle liggen misschien in tijd en ruimte ver uiteen, hun personages leunen opmerkelijk dicht bij elkaar aan.
Het eerste deel van het drieluik verliep echter wat stroef. Beide acteurs varieerden tussen de rollen rockster en interviewer, met wisselend succes. Gillis Biesheuvel kruipt in de huid van Kurt Cobain en vertelt over zijn inspiratiebronnen, zijn slechte jeugd en het feit dat hij zijn zonnebril aanhoudt om slechte foto’s te vermijden. Hij is niet zozeer een verpersoonlijking van Cobain als van alle rocksterren die de Nirvanafrontman net niet wilde zijn. Desalniettemin komt de boodschap aan: friemelend praat Cobain over hoe hij het idee van ‘Scentless Apprentice’ uit Patrick Süskinds Parfum haalde. Dat gaat hij meer doen, zegt hij, ideeën uit boeken halen, want zelf is hij uitgeput, te leeg om nog iets origineels te bedenken.
Manja Topper daarentegen krijst er vaak onverstaanbaar en met een onaangenaam schelle stem wat op los, overigens in groot contrast met de eerder soft-spoken Courtney Love. Bovendien heeft Toppers Courtney Love meer weg van een hersenloze sloerie, waardoor de daaruit volgende conversatie met Cobain beter past in Oh Oh Cherso (“Kusje! Kusje! Geef me dan toch een kusje!”) dan als mogelijk gesprek tussen de koning en koningin van de grunge.
Vervolgens kruipen de twee acteurs achter de sofa om poppenkast te spelen, met enkele zeer niet-kindvriendelijke maar aangrijpende scenes uit Macbeth. Er wordt danig van kostuum gewisseld en in heel deze pantomime gaat de kracht van de tekst vaak verloren. Jammer, want Gerardjan Rijnders’ interpretatie van Macbeth is best onderhoudend.
Ondanks de initiële aarzeling vertoont Macbain wel degelijk enkele glimpen van genialiteit wanneer de parallellen tussen Macbeth en Cobain worden getrokken. Het publiek ziet twee koppels wier relatie beetje bij beetje afbrokkelt door de druk van roem. Beide mannen worden meegesleept door hun dromen en eindigen uiteindelijk in hun ergste nachtmerrie. Opgejaagd door externe krachten (zoals de pers in het geval van Cobain of politieke tegenstanders bij Macbeth) en hun eigen demonen vinden ze nergens nog rust. Geplaagd door verslaving – aan drugs, aan macht – en gevangen in een labyrint van verkeerde beslissingen is hun ondergang uiteindelijk onvermijdelijk.
Bovendien ziet Macbain er ook gewoon ongelooflijk goed uit: een licht overdadig gebruik van een rookmachine zorgt dat er constante nevel over het speelvlak en het publiek hangt. Het plafond daalt steeds verder neer op de personages en doet, bekleed met ratelend bestek, tevens dienst als de dineertafel van Macbeth. Een vloer bezaaid met speelgoed en vleeshaken behangen met poppen doen ons geloven dat we in een horrorspeelkamer terecht zijn gekomen. Dit gevoel wordt alleen maar versterkt door luide soundscapes, bliksem- en dondereffecten. Fans van visuele humor komen dan weer aan hun trekken met Biesheuvel, die gekleed gaat in een kilt met houthakkersmotief (een mooie verzoening van Schotland en grunge) en een T-shirt waarop een pistool afgebeeld staat.  
Wat ons eerst een prachtige premisse leek, liet ons toch voornamelijk op onze honger zitten. Misschien waren onze verwachtingen te hoog, misschien vertaalt de Nederlandse humor zich niet zo goed naar een Belgisch publiek of misschien hebben we het wel helemaal mis. Gerardjan Rijnders waagde zich in elk geval aan een gedurfde adaptatie van Macbeth en vond parallellen waar veel theatermakers ze niet zouden durven zoeken.
0 notes
silkessomethings · 8 years ago
Text
Levensbeschouwingen met mijn geneeskunde studerende kotgenote 4
zij: “Cannabis en marihuana, is dat hetzelfde?” ik: “Natuurlijk is dat hetzelfde” zij: “Ja, weet ik veel. Dat kon toch iets anders zijn, weed of zo”
0 notes
silkessomethings · 8 years ago
Text
M U Z I E K
Review: Tsar B @ Vooruit
Democrazy had een zondagavond vol girlpower gepland en daar moest Tumult.fm uiteraard bij zijn. Tsar B zou triomferen in de Balzaal, zoveel was zeker, maar eerst kwam WWWater ons nog een halfuurtje met haar gezelschap vereren. We houden wel van bassen die de broekspijpen doen flapperen; gelukkig, want anders was het een lange avond geweest.
Soms heeft een mens niet méér nodig dan een MacBook en een Nordmann-drummer (Elias Devoldere) om goeie muziek te maken, zeker niet als die vergezeld wordt door de stem en podiumprésence van Charlotte Adigéry. WWWater, die een prachtige sample van haar grootsheid afleverde in de vorm van het nummer ‘The Best Thing’ voor de Belgica-soundtrack, heeft geen fancy outfit of ingestudeerde pasjes nodig. Wat vette beats en een less is more-attitude zijn meer dan genoeg om de Balzaal aan het dansen te brengen. We zien echter nog steeds liever muzikanten dan MacBooks, dus we hopen dat Adigéry wat meer volk meebrengt voor haar onvermijdelijk nakende headlineshow.
Justine Bourgeus, in bijberoep violiste van School Is Cool, kwam uit het niets met haar soloproject Tsar B en werd onmiddellijk de hemel in geprezen. Opener van de avond ‘Myth’ was alvast al die lof waardig. Het nummer is donker, dansbaar en sexy, en doet zo wat denken aan Banks met een scheut oriëntaalse saus. ‘Myth’ blijkt een prachtig proevertje van wat Bourgeus “Dark Blue Oriental R&B” heeft gedoopt, maar wie met de troeven van Banks gaat lopen, moet er ook de pijnpunten bijnemen: een nauw, zelf uitgevonden genre belooft toppers (’Escalate’, ‘Myth’, ‘Swim’), maar garandeert meestal ook dat de andere nummers net iets teveel flauwe afkooksels daarvan lijken. Bovendien is het geen zekerheid dat elk gebrek aan diepgang in de muziek kan worden opgelost door er een Oosters geïnspireerde zanglijn tegenaan te gooien, of dat empowerment en durf per se gelijk staan aan een epilepsie-inducerende lichtshow.
De Balzaal was volledig uitverkocht en hoewel we er nog steeds niet helemaal uit zijn of het publiek naar Tsar B zwermt omdat ze Vlaanderens nieuwste muzikale revelatie beloofd werden of uit oprechte interesse, werd de show zonder twijfel gesmaakt. ��Zingen kan ze zeker en het is altijd smachtend uitkijken naar de momenten waarop ze haar viool bovenhaalt. Bovendien kwam tot ieders verrassing Sylvie Kreusch (Soldier’s Heart) een nummertje meezingen. Deze leading ladies van de Belgische muziekscene samen op een podium zien staan, was een van de hoogtepunten van de avond.
Desondanks heeft Bourgeus ons toch niet volledig kunnen overtuigen. Tsar B is een totaalspektakel, een act, een persona, en dat maakt ons achterdochtig. In een wereld waar de fake vintage van H&M en de faux gezelligheid van Starbucks de norm zijn, snakken we naar authenticiteit en laat het nu net dát zijn waar Tsar B absoluut niet voor staat. “Over smaken en kleuren…”, zult u beginnen en gelijk heeft u, maar dat neemt niet weg dat we een beetje zenuwachtig worden van de manier waarop ze schijnbaar onbezonnen danst op de delicate grens tussen stijl en gimmick.
En als een vergelijking met Beyoncé dan toch niet kan ontbreken in een Tsar B-gerelateerd artikel, laat het dan deze zijn: WWWater in het voorprogramma van Tsar B zien, voelt een beetje als Solanges A Seat at the Table in handen krijgen nadat je een half jaar Beyoncé's Lemonade gebinged hebt: je denkt dat je houdt van licht megalomanische superpop, tot je zo'n parel van absolute puurheid te pakken krijgt. De “Belgische indiequeen” was wel degelijk aanwezig in de Balzaal, alleen was het niet Tsar B.
Geschreven voor Tumult.fm.
0 notes
silkessomethings · 8 years ago
Text
M U Z I E K
Alex Turner voor een dag
Donderdag 28 januari was een gezegende dag voor popcultuurpoëten overal: niet alleen was het Gedichtendag (en het einde van de zoveelste examenperiode), het was tevens de dag waarop Gent besloot om het tienjarig bestaan van de debuutplaat van Arctic Monkeys te vieren. One-off tribute band A Certain Romance had zich dan ook onbevreesd de taak aangemeten om Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not te brengen op Date With the Night.
De vraag van de organisatie naar zoveel mogelijk bandshirts werd ingelost, waardoor de Sioux een ongewoon hoog gehalte jeugd gekleed in t-shirt en jeans bevatte, een eerder kleurloze substitutie van de gewoonlijke houthakkershemden. Maar niet getreurd, want een volledig album Arctic Monkeys-muziek stemde ons collectief vrolijk. Op de klassiekers was duidelijk duchtig geoefend: ‘I Bet That You Look Good on the Dancefloor’ kon een reeds vrij beschonken Sioux bijna overtuigen dat het de Britse indiehelden in hoogsteigen persoon waren die hen uit het lint lieten gaan.
‘When The Sun Goes Down’ bleek het moment waarop we al de hele avond wachtten. Niet alleen vanwege dit geweldige Arctic Monkeys-nummer, maar vooral omdat het ongelooflijk adembenemend vrouwelijk specimen voor mij eindelijk de mysterieuze jongeman in de lange, zwarte jas zover had gekregen haar een drankje terug te trakteren en nu sensueel in zijn oor stond te fluisteren. Ons ongewild voyeurisme werd beloond met een positieve afloop van een zeer kosmisch goedgekeurde romance. Ondertussen zagen we vanuit onze ooghoek zanger Jeroen De Gussem een paal beklimmen (haal je gedachten uit de goot, man) en gniffelden we bij onszelf: “Amai den Alex Turner is er niets tegen”.  
Hoewel gelegenheidsband A Certain Romance muzikaal af en toe wat rommelig overkwam, vergaarden ze terecht een overweldigend arsenaal fans op de eerste rij, waar overigens nog net geen kinderen werden verwekt. Muzikaal Gent, in de vorm van Uncle Wellington’s Wives (Sven Sabbe, Jonas Bruyneel), Modern Art (Brecht De Moor, tevens Sabbe en Bruyneel) en Coyote Melon (Jeroen De Gussem), toonde zich eendrachtig in het vertolken van hun helden en bezorgden een hoop indieboys en –girls het begin van een zalige avond.
1 note · View note
silkessomethings · 8 years ago
Text
T H E A T E R
Kroniek, of een man ligt dood in zijn appartement sinds 28 maanden (NTGENT)
Een man ligt maandenlang te rotten in zijn appartement  en dat kán. In feite is dat zelfs helemaal  geen probleem. Wanneer het lijk begint te stinken, wordt het luchtzuiveringssysteem van het hele appartementsgebouw vervangen. Elektriciteitsrekeningen worden automatisch betaald. Van zijn familie was hij al jaren vervreemd, zij misten hem niet. Zijn cafévrienden dachten dat hij in het ziekenhuis lag. Maar hij lag dood in zijn appartement. 28 maanden lang. In Kroniek behandelt regisseur Florian Fischer een banale krantenkop met de tragiek waar die recht op heeft.
Hoe is het mogelijk dat een man zo lang dood in zijn woning  ligt zonder dat iemand hem mist? Kroniek zoekt naar antwoorden. In het eerste deel van de voorstelling formuleren de acteurs (Bert Luppens, Oscar Van Rompay en Charlotte Vanden Eynde) zeer matter-of-factly de procedures van officiële instanties zoals bijvoorbeeld de bank en de post:
“Wanneer de brievenbus vol is, worden de brieven bijgehouden in een speciale brievenbus op het postkantoor. En als die vol is, worden alle brieven teruggestuurd naar de afzender. Tot er geen post meer binnenkomt.���
“Wij leveren water en de klant betaalt, dat is de simpelste transactie. Als er geen verbruik meer geconstateerd wordt, sluiten we het water af.”
“Een bankrekening blijft open tot hij gesloten wordt. Alles gebeurt automatisch, soms zelfs nadat de klant  overleden is. Brussel kan dat niet weten.”
Ook de familie van de man legt woorden in de monden van de acteurs: zijn ex-vrouw moest jarenlang toekijken hoe alcohol het leven van haar man verwoestte en voor zijn dochter was hij al dood sinds de eerste keer dat hij haar moeder geslagen had. De overige leegtes in deze treurige werkelijkheid worden ingevuld door dodendansen, vertellingen en negen contemplaties over de onreinheid van het lichaam, een  Japanse tekst (vertaald door Peter Verhelst) die op accurate doch gruwelijke wijze de ontbinding van een lijk beschrijft. Fischer creëert een mozaïek van momenten die individueel soms nog net iets te vaak nergens op slaan, maar ons laten beschikken met een hartverscheurend totaalplaatje.
Fischer confronteert echter niet alleen, hij heelt ook. Halverwege de voorstelling halen de acteurs willekeurig mensen uit het publiek om kostuumdramagewijs met hen a turn about the room te maken en hen zo letterlijk uit hun geïsoleerde kijkervaring te halen.  Bert Luppens, die overigens de hele voorstelling lang ontroert, legt vaderlijk zijn arm om de schouders van zijn gaste en converseert onhoorbaar maar met een voelbare tederheid en warmte die je, na het zien van zoveel episodes vol eenzaamheid, recht naar het strot grijpt.
Volgens de Van Dale hoort een kroniek een verhaal te zijn dat “opzichzelfstaande feiten vermeldt in chronologische orde”. Dit is alvast een mooie omschrijving van wat Fischers Kroniek absoluut niet is. De episodische, niet-chronologische structuur is echter allesbehalve een tekort en biedt het publiek een waaier aan mogelijk interpretaties. Bovendien laat Kroniek de kijker de keuze enkel de beelden die hem/haar persoonlijk het meest aanspraken mee naar huis te nemen, met in het achterhoofd de stem van Oscar Van Rompay die op een ietwat wrange toon opmerkt: “We hebben ons zijn eenzaamheid proberen inbeelden, nu voelen we die van ons minder”.
Geschreven voor Tumult.fm.
0 notes
silkessomethings · 8 years ago
Text
sociaal incapabele muziekrecensent 5
*werkend aan de infobalie* ik: Goedenavond!
Pieter-Paul Devos: Gij zit sowieso aan de drugs.
0 notes
silkessomethings · 9 years ago
Text
Levensbeschouwingen met mijn geneeskunde studerende kotgenote 3
ik: omg en hij heeft zo’n mooie stem en hij ziet er ook gewoon goed uit en heb ik het al over zijn stem gehad en zijn lijf gewoon
zij: Wanneer hebt gij uw regels?
ik: ... euhm... binnen twee weken, zeker?
zij: Ik dacht het al, dat klonk als een eisprong.
1 note · View note
silkessomethings · 9 years ago
Photo
Tumblr media
coverart met aubergines = het summum van mijn bestaan
0 notes