Helicon Stage van Nienke in Nationaal Park Defileul Jiului, Roemenië
Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
Terugblik
Terwijl we langzaam de bewijsstukken verwijderen dat Kuipers en Overkamp de afgelopen drie maanden in dit appartement hebben geleefd, blik ik terug op een onvergetelijke periode in Roemenië. Onvergetelijk, in zowel de positieve als de negatieve zin.
Negatief, omdat ik heb gezien hoe een puppy werd doorgereden. Hoe er zoveel zwerfhonden in ons verblijfstadje zijn dat er meerdere packs gevormd zijn. Hoe er afval in de natuur te vinden is, in proporties zoals in afschrikwekkende documentaires. Hoe kleine kinderen aan je kont zitten, en niemand hier wat van zegt. Hoe mensen richting hun ‘huis’ liepen, wat we in Nederland niet eens een schuurtje zouden noemen. Hoe zelfs in het nationale park corruptie plaatsvindt. Hoe een van onze begeleiders niet in dit werkveld zou moeten werken tot ze begrijpt wat respect voor de natuur inhoudt. Hoe de burgemeester nog nooit het nationale park in zijn eigen gemeente is geweest, en ondertussen in het bezoekerscentrum van ditzelfde park de 17- en 18-jarigen van de lokale middelbare school allemaal ‘prost’ (slecht) noemt, keer op keer. Hoe hij deze nu al onder-druk-staande jongeren beschaamt voor hun generatie, die zogenaamd alles verkeerd doet en de oorzaak is van de problemen in het natuurgebied. Terwijl hij dondersgoed weet dat het zijn generatie is die vele problemen heeft veroorzaakt, en dat hij, degene die macht heeft en dingen kan uitvoeren, niets aan de klimaat- en milieuproblematiek probeert te doen. En dat de generatie van de scholieren hier de dupe van is.
Maar ik heb ook positieve dingen meegemaakt. Ik heb van de prachtige natuur mogen genieten. Ik heb de meest indrukwekkende landschappen met hoge bergen en diep uitgesneden kliffen, besneeuwde bergtoppen, snelstromende rivieren, drooggevallen beekjes, rots-hellingen en uitgedroogde graslanden gezien. Ik heb genoten van de verschillende soorten vlinders, welke ik nooit eerder tegenkwam, miljoenen sprinkhanen, vele reptielen en amfibieën, waaronder de oostelijke smaragdhagedis, muurhagedis, zandadder, dobbelsteenslang en geelbuikvuurpad, edelherten, vossen, vogels, onze favoriete buurhond en in de laatste week zelfs twee beren. Ik heb een half uur gewandeld en gekletst met een vriendelijke mevrouw die alleen Roemeens sprak en niet kon lezen, en me toch wat vertelde over de omgeving. Ik heb mensen leren kennen, niet alleen uit Roemenië maar ook uit Finland en Tsjechië. Ik heb een vriendelijk team van mensen ontmoet, die gastvrij zij en altijd klaar staan om je te helpen op hun eigen manier. Ik heb een team ontmoet die passie heeft voor de natuur, alleen die uit een andere cultuur komt en niet de natuur beschermen zoals wij dat doen in Nederland. Het zijn mensen die te maken hebben met een communistische achtergrond, een corrupte overheid en een land met enorm veel verschillen tussen mensen en hun idealen. Enkele mensen in dit team maken zich sterk voor waar zij om geven, en zetten alles op alles om dit te beschermen en mensen bewust te maken van de pracht én de problematiek in dit gebied.
Er is nog veel vooruitgang te boeken in Defileul Jiului Nationaal Park. Maar als deze mensen zich sterk maken tegen acties die de corrupte overheid wilt uitvoeren; als grotere organisaties invloed kunnen uitoefenen op de overheid, zodat het park en de prachtige natuur hierin intact blijft, dan komt die verandering er wel.
0 notes
Video
tumblr
Ursus arctos in Defileul Jiului National Park
2 notes
·
View notes
Text
Laatste keer
Maandag vertrokken we ’s ochtends naar het kantoor, omdat we hier werden opgepikt om het veld in te gaan. Na ongeveer anderhalf uur wachten, vertrokken we samen met de Finse studenten en een ranger naar onze bestemming. Na een steile klim, waar we een gems zagen wegspringen, hingen we onze wildcamera’s op. Dit was op de locatie waar een tijd terug beren gespot zijn op de wildcamera’s. Op hoop van zegen, dus.
Die middag werkte ik nog aan mijn onderzoek en keuzedeel, maar ik kon me niet enorm goed concentreren. Rond een uur of half 6 begonnen we aan onze wandeling naar het restaurant. Hier hielden we een soort afscheidsdinertje met de Finse studenten en onze lokale gids/vriendin. Wat begon als een gezellig avondje, liep al snel de mist in. Tijdens het wandelen begonnen een stel ontzettend schattige puppy’s naar ons toe te rennen, al blaffend. We probeerden hem nog weg te jagen, omdat er auto’s aankwamen. Maar helaas, het was al te laat. Schreeuwend probeerde de puppy van de weg te komen, terwijl zijn poot al gebroken was. Een verschrikkelijk, hartverscheurend geluid kwam er uit het beestje, en iedereen was in shock. We wilden hem uit zijn lijden verlossen, maar dit werd al gedaan door een vrachtwagen die aan kwam razen. Dood was hij nu zeker. Terwijl het beestje enorme stuiptrekkingen had en de moeder jammerde, liepen wij verslagen verder.
Een ontzettend nare aanwijzing, die laat zien dat er nog grote veranderingen moeten plaatsvinden in Roemenië. Het hondenprobleem is veel te groot geworden hier.
Na deze gebeurtenis hebben we alsnog gegeten in het restaurant, en dat moment even kunnen vergeten tijdens onze goede gesprekken.
Dinsdag werden we opgehaald om de Sfinxul Lainicilor nog een keer te wandelen; één van onze wensen voor ons vertrek. In de auto hadden we het over de hydroplant welke mogelijk geplaatst wordt in het park. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat het water in de rivier compleet verdwijnt, en het hele ecosysteem vernield zou kunnen worden. Sommige medewerkers zijn er fel op tegen dat dit plan doorgaat, maar niet iedereen maakt zich er hard voor. De directeur heeft duidelijk connecties in de politiek die bepalen wat er echt gebeurt in het park. Maar als dit plan doorgaat, worden ook Natura-2000 gebieden vernield..
De wandeling was weer super mooi. Deze keer was er geen harde zon, maar was het mistig en bewolkt. Dit zag er mysterieus uit, en zorgde voor een prettige temperatuur. Toen we terugkwamen bleek dat iedereen die mee was gereden beneden anderhalf uur op ons had gewacht. Dit bevestigde ons idee weer over hoe ze hun tijd niet efficiënt indelen, en zoveel meer werk zouden/hadden kunnen doen. Na onze wandeling ben ik verder gegaan met zowel mijn onderzoek, mijn keuzedeel, als mijn stageverslag en blog.
Woensdag zijn we voor een werkproces nog afval gaan ruimen in het nationale park. We wisten dat er een grote container stond waar we op de terugweg onze vuilniszakken in kwijt konden, dus dit kwam goed uit. Uiteindelijk hebben we zeven zakken van 60 liter weten te vullen. Dit was natuurlijk nog lang niet alles, maar dat was hoeveel we konden dragen. De rest van de dag zijn we aan onze aftermovie gaan werken, en ben ik verder gegaan met mijn verslagen.
De volgende dag vertrokken we naar het kantoor om enkele dingen te regelen. Daarna gingen we het veld in om onze wildcamera’s op te halen. Dinsdag was het al een lastige klim, maar na twee dagen regenen was deze steile wandelingen enorm lastig en spannend. Maar dit was het helemaal waard, want jazeker: wij hadden twee beren op onze wildcamera’s. Een geweldig cadeau voor onze een na laatste stagedag, waar ik dan ook ontzettend blij mee ben. Nadat we de beelden bij het kantoor gekopieerd hadden, ging ik thuis aan de slag met mijn verslagen, de video’s van de beren, mijn blog en de aftermovie.
Vrijdag was onze laatste stagedag, na 10 weken gewerkt te hebben in Defileul Jiului Nationaal Park. We waren vooral bezig met stageopdrachten afronden, tussendoor alvast wat dingen opruimen en op het kantoor wat dingen regelen. Omdat we moesten gaan, kwamen later nog de directeur en twee medewerkers naar ons huis om afscheid te nemen. Hier konden we ons bedankje aan hun geven, en kregen wij de patches van het park, waar we heel blij mee waren.
’s Avonds hebben we onze stagebegeleiders mee uit eten genomen als bedankje.
Zaterdag zijn we de hele dag druk bezig met opruimen, inpakken en schoonmaken. Dit, zodat we zondagochtend de trein kunnen nemen richting Boekarest. Na onze traumatische Roemeense treinervaring, hoop ik zeer zeker dat we deze keer wél op bestemming aankomen. In Boekarest spenderen we nog een paar dagen, voordat we woensdagmiddag eindelijk naar huis vliegen.
0 notes
Text
Een strakke planning
Zaterdagvroeg vertrokken we richting onze bestemming. We wilden veel doen in een korte tijd, dus hadden gepland om 7 uur weg te gaan van huis. Terwijl de zon nog druk bezig was het duister te verdrijven, reden wij door ons nationale park. De schemering en mistige bergen zorgden voor prachtige taferelen. Niet alleen in ons park was dit zo; overal waar we reden waren prachtige mistige bergen in zicht, met de oranje-roze gloed van de ochtendzon erop schijnend.
Onze eerste stop was in Sibiu, een prachtige stad waar we een paar uur hebben doorgebracht. Hier hebben we onder andere de Council Tower beklommen, welke vroeger gebruikt werd voor het controleren of er branden woedden, met daarbij een mooi uitzicht over de stad.
Via de Lidl reden we door naar de volgende bestemming: de Balea waterval. We reden hier over de Transfagarasan Road naartoe. Dit was weer een compleet ander beeld dan Defileul Jiului Nationaal park, waar geen diepe kliffen zijn en waar er in plaats van een grote waterval, kleine stroompjes zijn en snelstromende rivieren. Hier ben ik een stukje naar beneden geklommen, voor een prachtig uitzicht op de meer dan 60 meter hoge waterval. Hierna klom ik al zingend, en uitbundig hijgend, weer naar boven, waar de rest op mij wachtte. We genoten van een korte Lidl lunch, waarna we onze reis vervolgden richting Brașov.
Na ongeveer een uur zoeken en bellen met de verhuurder, vonden we onze accommodatie. Nadat we lekker gegeten hadden (drie keer raden wat ons avondeten was), gingen we nog even op ontdekkingstocht door de stad. Tot ons verbazing, en tot onze enorme vreugde, ontdekten we een Nederlands eetkraampje. Na drie keer er langs te hebben gelopen, en besproken te hebben hoe we ‘poffertjes’ gingen uitspreken, besloten we te bestellen. Ze hadden echter meteen door dat we Nederland waren, aangezien ze zelf ook Nederlands spraken! De eigenaar kwam naar buiten om met ons te praten. Een vriendelijke Rotterdamse man, die in Roemenië is komen wonen voor zijn vrouw. Ook in Bran verkocht hij poffertjes en kaas, en in Brașov opent hij binnenkort een snackbar. Na deze leuke verrassing, genoten we van onze poffertjes en zetten onze wandeling voort.
De volgende dag besloten we rond 6.45 uur ’s ochtends nog even van de stad te genieten. Hierna gingen we namelijk alweer verder naar Bran, om op tijd te zijn voor de verwachte rij bij Bran Castle/Dracula’s Castle. In het kasteel was enorm veel informatie te vinden, echter was dit lastig te lezen. Er waren enorm veel mensen in een kleine ruimte. Behalve dat, zag alles er prachtig uit en heb ik enorm genoten. En natuurlijk ook wat souvenirtjes gehaald…
Nadat we wat broodjes hadden ingeslagen bij de Lidl, reden we weer terug. Alweer onze allerlaatste stageweek staat ons te wachten.
0 notes
Text
Roemeense vriendinnen
Na een gezellige vrijdagavond, zijn Marit en ik zaterdagochtend mijn telling in gaan halen, waarna we terugliepen naar huis via de spoorbrug. ’s Middags namen we onze klasgenoten mee het gebied achter de spoorbrug in, waar we al snel een paar edelherten zagen wegspringen en een bidsprinkhaan in het veld zagen. We haalden onze wildcamera op en klommen steil omhoog, de berg op, om van het uitzicht te genieten. We wilden een andere terugweg nemen, dus liepen recht naar beneden, waar we niet wisten waar we terecht zouden komen. Het zorgde voor een tafereel vol glijdende, aan-bomen-slingerende, springende en hoppende tieners/twintigers, die uiteindelijk met een paar schrammetjes beneden aankwamen.
Na een weekend vol met Tien tellen in de rimboe in het pikkedonker en vele andere spelletjes, vertrokken onze klasgenoten terug naar Domogled. Voor ons was het tijd om een grondige schoonmaakbeurt te geven aan ons huis.
Maandag werden we zoals gewoonlijk later opgehaald dan afgesproken, en vertrokken we naar een onbekende bestemming, met een onbekend doel. Op ongeveer twee-derde van het nationale park sloegen we rechtsaf, een half-verharde weg op. Hier reden we langs een snelstromende beek met veel verval, wat zorgde voor allerlei kleine watervalletjes. In de ochtendzon werden de prachtige herfstkleuren van het bos en het stromende riviertje nog mooier benadrukt. Pas na een tijdje rijden stopten we voor een kleine pauze, waarbij we snel naar de beek klommen om te kijken en een paar foto’s te maken. Weer een stukje verder stopten we bij een uitzichtpunt, waar we uitkeken op de Parâng bergketen en daarbij de Parângul Mare, de op-drie-na hoogste piek van Roemenië.
Enige tijd verder, na het langs zien schieten van een schim dat we een gems noemen, stopten we om vanaf daar te wandelen. We zagen al snel dat onze begeleiders en een andere collega hun wandelstokken tevoorschijn halen. Dat liet me een beetje schrikken; dan moest de wandeling wel heftig worden, en Andreea vertelt ons altijd dat we niks mee hoeven te nemen. Ik neem dan ook nooit iets mee, alleen maar eten-drinken-ehbo-kit-schoonmaakdoekjes-tissues-pennen-zakmessen-vest-boodschappentasje-portemonnee-camera-handcrème-insectenpotjes. Enzo.
De wandeling bleek dan ook een redelijke wandeling te zijn, als je niet bent voorbereid ervoor. Het was misschien een wandeling van 3-3,5 kilometer heen en weer dezelfde afstand terug. Echter reken je dan niet het 400 meter hoogteverschil mee, en de extra takken, omgevallen bomen en door-zwijnen-omgewoelde grond mee waar je constant overheen moest klauteren of grote stappen over moest zetten. Het feit dat je dan ook een drie uur durende lachbui hebt, helpt niet voor het zuurstofgehalte en je volle blaas. Nu zit ik alleen een beetje te piepen, maar de wandeling was uiteraard weer prachtig. De piek waar we uitkwamen bood uitzicht over bergen, bossen, weides en dorpjes. Op de terugweg stopten we nog bij een watervalletje.
Na zo’n dagje wandelen, vraag ik me dan toch wel weer af wat voor werkdag dit dan is geweest voor de drie medewerkers van het nationale park… Zeker een mooie wandeling, maar worden ze hiervoor betaald?
De volgende dag deed ik voor het eerst mijn telling alleen, en liep ik dus ook voor het eerst zelf door het dorp, het natuurgebied en het gehuchtje na ons gebied. Op de terugweg liep ik door dit gehuchtje, waar een mevrouw me aansprak na achtervolgt te worden door een hondje. Ik wist me verstaanbaar te maken in het Roemeens. Ze kwam van mij te weten dat ik uit Nederland kom, hier stageloop in Defileul Jiului Nationaal Park, en dat ik een student ecologie ben, wie de natuur hier prachtig vindt. Zij vertelde me haar naam en ik vertelde haar de mijne.
Wanneer het gesprek te ingewikkeld werd, pakte ik mijn Google Translate erbij. Al gauw bleek dat zij niet kon lezen, dus liet ik Google Translate Roemeens spreken met de mevrouw. Op de spoorbrug wees ze enkele dingen aan, zoals de fabriek en één van de kloosters. Toen ik afsloeg naar huis, bedankte ik haar, kreeg ik een hand en twee zoenen, en vertelde ik haar dat ik het leuk vond haar ontmoet te hebben. Ik verstond haar dan niet compleet, maar ik kon redelijk goed uit de voeten met het spreken/verstaan van de Roemeense taal. In totaal heb ik toch wel een half uur met haar gewandeld, voordat ik van het spoor af ging, richting huis.
Na het verwerken van de gegevens voor mijn onderzoek, gingen Rachelle en ik nog even naar Bumbesti aan Zee, ook wel Bumbesti-Beach genoemd. Oftewel: we liepen de spoorbrug over, gingen even met het water spelen, klommen over keien, gleden meermaals uit en tuurden naar wat gele kwikstaarten.
Woensdag was een rustige dag waarin ik aan mijn verslagen heb gewerkt en alvast wat foto’s heb uitgezocht. De dag daarop namen we de Finnen het veld in. Dit was de perfecte kans voor mij om twee werkprocessen uit te voeren. Ik begeleidde hen in het uitvoeren van mijn laatste telling voor mijn onderzoek. We kwamen onze favoriete vrouw weer tegen, wie ons graag aanraakt en in het Roemeens tegen ons praat. Hierna gingen we nog even langs de rivier voor we naar huis gingen om even te lunchen. Nadat ze vertrokken, begon ik meteen aan het verwerken van mijn gegevens voor mijn onderzoeksverslag.
Vrijdag werden we opgehaald om (eindelijk!) naar Lainici Monastery te gaan. Dit was een prachtig klooster met verschillende gebouwen. We mochten ook naar binnen toen een kerkdienst bezig was. Ik was compleet in de war van alles wat er gebeurde; we moesten opeens links gaan staan, meerdere keren moesten we van op onze knieën zitten naar opstaan naar op onze knieën zitten, en werden we opeens ‘gezegend’ door een priester (of zoiets?) die een wattenstaafje in een bekertje met olie dipte, om vervolgens op iedereens voorhoofd en handen een kruisje te tekenen.
Hierna kregen we de kans om nog even rond te kijken op het prachtige terrein, konden we bepaalde gebouwen nog in, staken we wat kaarsjes aan voor levende en overleden mensen en kochten we nog enkele dingen in het souvenirwinkeltje. Waaronder mijn derde koelkastmagneet van Roemenië…
Op de terugweg stopten we bij een plaats-delict. Hier was een dood varken in een plastic zak gedumpt, waarschijnlijk besmet met een varkensziekte. Deze ziekte is de reden achter het feit dat de wilde zwijnen in het nationale park allemaal afgeschoten moeten worden.
Vervolgens reden we mee naar het kantoor om nog wat dingetjes te regelen en ons schema van volgende week door te spreken met wat collega’s en de Finse studenten die volgende week vertrekken. Nadat we klaar waren bij het bezoekerscentrum, wandelden we via de supermarkt naar huis.
Vanavond komt de Franse vriendin van Rachelle (die ze in Vietnam heeft ontmoet en in Roemenië studeert). Zaterdagochtend vertrekken we naar een ander natuurgebied, waar we weer de verschillen en overeenkomsten tussen de Roemeense natuurgebieden kunnen ervaren. Daarna genieten we nog van een dag in Brasov, en bezoeken we Bran Castle, ook wel Dracula’s Castle. Een leuk en leerzaam weekend staat ons te wachten, waarna onze laatste stageweek in Defileul Jiului Nationaal Park al snel volgt…
1 note
·
View note
Text
In het wild lopen
Aan het begin van de week gingen we weer het veld in om inventarisaties te doen van muurhagedissen in mijn onderzoeksgebied. Deze keer liepen we niet terug via het dorp, maar besloten we door te lopen over de half-verharde weg. Dit hadden we nooit eerder gedaan, omdat we alleen een groot huis zagen met blaffende honden. Toen we doorliepen, wandelden we door een soort gehucht. Eén hond begon te blaffen, en al lopend door het dorpje volgden de anderen. We liepen over een soort bouwgrond, een natuurgebied in waar we eerder zijn geweest. Hier zagen we twee groene spechten en enkele vlinders, waaronder de kleine parelmoervlinder.
Vervolgens liepen we terug via de spoorbrug. Als je mij een paar maanden geleden had verteld dat ik over het spoor en een spoorbrug zou wandelen, had ik je voor gek verklaard. In Roemenië is dit echter de normaalste zaak voor de wereld, al voel ik nog steeds elke keer mijn hart iets sneller kloppen op de verroeste brug. Soms heb ik het idee dat als ik één verkeerde stap zet, ik naar beneden kukel. Gelukkig is dat nooit eerder gebeurd, dus blijf ik er semi-gerust overheen lopen.
Maandag en dinsdag ben ik verder gegaan met mijn verslag, na een handig document te hebben gevonden. Verder zijn we dinsdag een wildcamera wezen ophangen het gebied over de spoorbrug. Hier vonden we ook een mooie bidsprinkhaan met prooi.
De volgende dag zijn we met onze begeleider onze andere wildcamera gaan ophalen, die we een week geleden hebben geplaatst. Hierop hebben we enorm veel zwijnen, enkele reeën, een vos en edelherten waargenomen.
In het bos zagen we de tekenen van de herfst opkomen: paddenstoelen.
Donderdag hebben we onze wildcamera gecontroleerd en verplaatst naar een andere plek in het gebied. Daarna ben ik verder gegaan met het verslag.
De laatste dag van de werkweek was ik van plan weer inventarisaties te doen voor mijn onderzoek, echter kregen we om 9 uur plotseling te horen dat het 14-jarig bestaan van het nationale park werd gevierd. Dit begon om 10 uur. We haastten ons, omdat we ook nog naar het bezoekerscentrum toe moesten lopen, en ze opeens om 9.30 uur begonnen. Planning, communicatie en Andreea gaan duidelijk niet samen.
Uiteindelijk was dit jubileum niets meer dan een presentatie in het bezoekerscentrum met middelbare scholieren, in het Roemeens, waarbij iedereen moest staan. Het was vast interessant, alleen kon ik er zo goed als niks van verstaan, en de leerlingen leken het ook niet heel boeiend te vinden aangezien er geen interactie was tussen presentator en student.
De burgemeester kwam ook nog even een toespraak geven. Achteraf hoorden we dat het erop neerkwam dat deze vriendelijke meneer onze generatie dom noemde en de jongeren de schuld gaf van alle problemen rondom vervuiling en klimaatprobleem. Een ontzettend motiverende man dus! Gelukkig zagen de medewerkers van het park ook in dat dit niet klopte, en dat het hun generatie was die veel problemen veroorzaakt in het park.
Na deze presentaties, genoten we van een paar hapjes, bekeken we de filmpjes van de wildcamera van de collega’s, probeerden we t-shirts en patches te regelen van het nationale park bij onze begeleider, en namen afscheid van de Tsjechische vrouw die hier een maand verbleef met het Pioneers into Practice Programme. Hierna vertrokken we naar huis om het huis een beetje schoon te maken, voordat onze klasgenoten voor de laatste keer naar ons toe komen tijdens deze stageperiode.
Dit weekend wordt dus weer gezellig, maar heb ik ook nog een telling in te halen.
1 note
·
View note
Text
Grote avonturen
Na een gezellig weekend, heb ik maandag een rustig dagje gehad, waarbij ik vooral aan mijn verslag heb gewerkt. Ook heb ik ervoor gezorgd dat onze bonnetjes en facturen tot nu toe in orde waren, zodat we aan het einde van de stageperiode minder hoefden te verzamelen voor de eindverantwoording voor de Erasmusbeurs. Dinsdag ben ik met dit alles verder gegaan, en zijn we bovendien naar een lezing geweest in het bezoekerscentrum/kantoor van het nationale park.
Woensdag namen onze stagebegeleiders ons mee het veld in en maakten we een dagwandeling. We hebben hierbij één wildcamera opgehangen op een plek waar we een paar minuten voorafgaand aan het ophangen, een grote groep wilde zwijnen zagen wegrennen. Op een aantal andere plekken hebben we die dag nog meer wilde zwijnen ontdekt. Ook ontdekte we tijdens deze wandeling sporen van de bruine beer, iets wat ons enorm enthousiasmeerde. De sporen waren redelijk nieuw, wat betekende dat er kort geleden op de weg waar wij liepen, een beer had gelopen. Op dezelfde weg kwamen we een mooie vuursalamander tegen.
Aan het eind van onze wandeling in het door wintereiken gedomineerde bos, werden we beloond met een uitzicht over Bumbesti-Jiu, waar wij verblijven. Hier stonden we ook naast een groot betonnen bouwsel, wat we altijd vanuit ons raam zien. Dit is een onderdeel van een project dat in de regio plaatsvindt, voor het gebruik van waterkracht. We liepen vanaf hier richting mijn onderzoeksgebied, maar voordat we daar terecht kwamen, vonden we een muurhagedis met een sprinkhaan in zijn bek; een mooie vangst.
Donderdag bewandelden Marit en ik de transecten voor mijn onderzoek over muurhagedissen. Dit had niet veel resultaat, omdat het weer opeens omsloeg van geen wolkje aan de hemel naar geen hemel te zien. We hebben even genoten van de rivier, een waterspreeuw gespot, en verder gewandeld langs de andere kant van de rivier.
Hier ontdekten we een belangrijke oorzaak van het afvalprobleem in Roemenië. (https://roemeniestage-nk.tumblr.com/post/188341767751/afvalkraan)
Toen we thuiskwamen ben ik wat gegevens gaan verwerken. De volgende dag gingen we weer het veld in, met veel meer resultaat. Tijdens één van de transecten kwamen we een mooi exemplaar muurhagedis tegen, met een koper gekleurde onderkant. Deze hagedis maakte er een circus van, en sprong enkele keren meer voor de lens, op een takje; hangend over een takje; allerlei interessante posities nam hij aan.
Na de tellingen gingen we snel lunchen, en wandelden we naar de bushalte. Met onze rugzakken volgepropt, vertrokken we richting Timisoara, en begonnen we aan een vijf-en-een-half-durende busreis. Deze verliep verdacht goed. De bus was lux en kwam erg op tijd aan. Het enige nadeel was dat het duidelijk voor kleine mensen gemaakt was, met de hoofdsteun op mijn schouderhoogte.
In Timisoara namen we een krakkemikkige tram, met knipperende lampen en krakende… alles, richting onze overnachtingsplaats. We verbleven deze nacht bij een vriendin van Rachelle. De volgende dag vertrokken we met de huurauto richting twee natuurgebieden. Maar niet voordat we ’s ochtends toeristjes hadden gespeeld in Timisoara, een prachtige stad met vele mooie gebouwen en piața’s.
De volgende nacht verbleven we tussen de twee nationale parken Semenic-Cheile Carasului National Park en Nerei-Beușnița Ravine National Park. In het weekend hebben we genoten van het uitzicht tijdens het rijden door het bergachtige landschap, maar ook van de meren, een waterval, en de mooie kliffen en rivieren die Roemenië rijk is. In elk park waar we komen, zien we de vele verschillen en overeenkomsten met de flora, fauna en geologie in ons park.
Zondag vertrokken we weer richting ons huis. Na een mooi weekend ben ik weer klaar voor een nieuwe week; de op twee na laatste week in Defileul Jiului National Park.
0 notes
Text
Afvalkraan
Tijdens een wandeling langs de Jiu rivier valt veel te ontdekken aan natuur. Helaas heb ik hier ook een belangrijke oorzaak van het afvalprobleem in de regio gevonden. Tussen de rivier en de weg staan sloppenwijken. De hutten staan soms enkele honderden meters van de rivier af, soms slechts enkele tientallen meters. Het eerste wat opvalt is dat het mij lastig lijkt om in zo’n klein, armoedig huis te wonen. In de zomer is het vast te doen, maar als het afkoelt kun je je nergens opwarmen, en is er geen elektriciteit of stromend water, behalve dan de waterbron in de buurt en de rivier.
Het tweede wat opvalt is de enorme hoeveelheid afval. Langs de steile heuvels, in het bos en over de rotsen waar de hutten naast staan is afval te vinden. Opengescheurde vuilniszakken met uiteenlopende materialen, maar vooral vele plastic flessen, schuiven langzaam naar beneden, de rivier in. Wanneer de materialen de rivier hebben bereikt, zijn er enkele dingen die kunnen gebeuren. De rivier kan het afval afzetten langs de oevers, waar er ophopingen ontstaan en het langzaam uiteenvalt in kleinere stukken plastic/microplastic. Ook kan het vuilnis worden meegevoerd richting grotere rivieren, waar zich verzameld in grotere stukken met afval. Ten slotte kan het afval in de zee terecht komen, waar het een nog groter probleem veroorzaakt voor vele dieren, zoals de meeste mensen nu wel weten.
Natuurlijk is dit heel erg allemaal, en is het ongelooflijk slecht dat deze mensen hun troep in de natuur dumpen. Echter is er hen niet veel te verwijten. De Roemenen die in deze sloppenwijken wonen hebben waarschijnlijk vrij weinig educatie gehad en hebben beslist weinig geld om uit te geven. Waarschijnlijk hebben ze niet eens een echt adres. Dit maakt het lastig voor hen om in te zien dat wat ze doen fout is. Ook is de kans nihil dat zij een container hebben om hun vuilnis in weg te gooien, welke af en toe wordt opgehaald. Dit kost namelijk geld, wat zij niet hebben.
De enige manier om dit probleem op te lossen zou een grote omslag in het systeem zijn. Tuurlijk kan er afval geruimd worden, maar preventief te werk gaan is veel effectiever. Hoe weinig geld mensen ook hebben, er moet een goed afvalsysteem zijn. Containers moeten wekelijks geleegd worden op een locatie vlakbij deze wijken. Mensen dienen educatie te krijgen over dit soort onderwerpen, zodat zij inzicht krijgen over hun acties. Misschien is het milieu niet hun grootste zorg, maar dan krijgen ze in ieder geval een keuze. Voor al deze zaken zijn er misschien subsidies nodig; dit is echter alleen maar een investering vanuit de overheid.
Behalve het afvalprobleem, denk ik dat er nog veel in Roemenië kan veranderen. Maar het feit dat er in een Europees land mensen in sloppenwijken wonen, vind ik persoonlijk al schokkend genoeg.
Als dit probleem wordt opgelost, wordt er een belangrijke zwerfafvalkraan dichtgedraaid.
0 notes
Text
Plasticvrij
Zaterdagochtend werden Marit en ik opgehaald door onze collega’s van het park. We gingen, samen met een hoop vrijwilligers, afval opruimen in het nationale park. Terwijl onze klasgenoten nog lagen te slapen, gingen wij aan de slag. Binnen no-time hadden we enorm veel zakken vol, en zag je een groot verschil. Dat, terwijl we niet eens een grote afstand hadden afgelegd. Op een bepaald punt langs de rivier, hebben we in 10 meter ongeveer 3 afvalzakken weten te vullen met voornamelijk plastic flessen. Misschien zou dit een minder groot probleem kunnen worden in de toekomst, als er schoon drinkwater aan uit de kranen zouden komen, er statiegeld op de flessen kwamen en er een beter systeem zou zijn voor het ophalen/scheiden van afval.
(https://www.facebook.com/defileuljiului/photos/ms.c.eJw1yLERADAIA7GNck9sIOy~;WCpUSjQ4kjJX1tGGqCHYcEwr6~_UH~_08J7Q~-~-.bps.a.360400254033162/3070041503069010/?type=3&theater)
De rest van het weekend, en de rest van de week, was rustig. We hebben enkele wandelingen gemaakt en voorlopig voor de laatste keer grote boodschappen gedaan met onze stagebegeleider, omdat ze sinds dinsdag haar rijbewijs kwijt is.
Verder zijn we een paar keer het veld in geweest voor mijn onderzoek, om tellingen te doen. Nog steeds is het verbazingwekkend hoe groot het verschil is in aantallen muurhagedissen nu, in vergelijking met een maand geleden, terwijl het toen niet heel veel warmer was.
Donderdag hadden we een barbecue met het hele team. Hierbij was iemand uit Tsjechië, en waren twee meiden uit Finland aanwezig. Zij zijn hier namens het Pioneers into Practice Programme, gedurende een maand. Het was leuk om weer eens wat andere gezichten te zien, ook aangezien ze met een wat westersere blik kijken naar hoe in het park gebeurt. De Tsjech bracht haar eigen bestek, kopjes en borden naar de barbecue, en accepteerde de wegwerpplastic benodigdheden niet. Dat kon ik zeker waarderen. Die avond hebben we met de Tsjech en onze lokale vriendin wat gegeten in een restaurant.
Vrijdag was ik helemaal uitgeput, dus besloot ik mijn uurtjes in te halen op zaterdag. Deze dag ging ik het veld in en werkte ik wat aan mijn verslagen, zodat alles weer in orde was. Zondag gaan we naar een flea market in Targu Jiu met een groep mensen, waaronder de Finse meiden en de Tsjech. Hopelijk kunnen we hier een beetje cultuur snuiven.
0 notes
Text
Wissel(fall)ig
Zaterdagochtend werden we, zoals altijd iets te laat, opgehaald door onze stagebegeleider. Samen met onze ex-mentor en een vriend van hem, vertrokken we naar het begin van de wandeling ‘Sfinxul Laincililor’. Deze erg steil beginnende wandeling, leidde ons naar een mooi uitzichtpunt over het typerende landschap, beboste bergen en de meanderende Jiu rivier, van Defileul Jiului Nationaal Park. Na deze wandeling gunde Andreea ons nog wat pogingen om zandadders te vinden, maar daar was het de dag niet voor.
We begonnen, na een lunch in een restaurant in het nationale park, aan onze reis richting onze klasgenoten vlakbij Domogled-Valea Cernei Nationaal Park. Hier kregen we pastinaaksoep gevoerd, gekookt boven het kampvuur, waarna we een gezellige avond hadden. Na voor iedereen een korte nacht, vertrokken we naar de wandeling die onze klasgenoten voor ons op de planning hadden staan.
Deze wandeling begon nóg steiler dan de wandeling in ons park, en deze bleef ook nog wat langer steil doorgaan. Het was te merken dat mijn conditie nog niet helemaal op peil was. Maar eenmaal boven, was dit geklauter het natuurlijk helemaal waard. Een prachtig uitzicht over de vallei; steile rotsen en diepe kliffen, naaldbomen die contrasteren tegen de helderblauwe lucht.
We liepen wat verder de vallei in en genoten verder van het uitzicht. De terugweg, het steile eind naar beneden, vond ik een stuk spannender. Eén voet verkeerd neerzetten, en dat doet een klunzig persoon als ik toch al gauw, en je glijdt meteen meters naar beneden. Gelukkig ging het goed, na alle stappen afgekeken te hebben bij anderen.
Maandag, vroeg in de ochtend, vertrokken onze ex-mentor en zijn vriend weer richting Nederland. Wij deden de maandag voor de rest rustig aan, na een druk weekend. Ik ging verder met mijn onderzoek en stageverslag.
De dag erop vervolgde ik dit, waarna we werden opgehaald door onze stagebegeleider en een vrijwilliger. We zouden het park in gaan om burlende edelherten te spotten. Probleempje was: wij dachten dat we een kwartiertje gingen rijden, een paar uurtjes edelherten gingen spotten en weer terug gingen. Maar voor we het wisten, zaten we anderhalf uur in de auto naar de andere kant van het nationale park. Daar ontmoetten we vier collega’s en een nieuwe stagiaire uit Tsjechië. Daar pas realiseerden we dat we echt langer op pad gingen. iedereen had goedgevulde rugzakken bij zich en genoeg eten. Ik had alleen wat koekjes meegenomen; ik dacht dat we gewoon laat thuis zouden avondeten. De groep splitste in tweeën, en wij volgden Andreea. Zij had, zoals vaker, niet echt een idee wat ze aan het doen was. We liepen dan ook weg van de burlende edelherten. Desalniettemin, een mooie wandeling, helemaal nu alle herfstkleuren tevoorschijn gekomen.
Wij vertrokken al eerder terug dan de andere groep, omdat het al begon te schemeren en de mist de bergen begon op te slokken. Op één of andere manier wist Andreea ons vast te rijden op de rotsachtige weg, met de 4x4 auto. In de kou wachtten we tot haar collega ons zonder moeite weer verder reed. Na een korte stop bij een benzinestation, voor een wc-stop en de broodnodige sandwiches, konden we naar huis om op te warmen.
Woensdag gebeurden iets wonderlijks: voor het eerst in twee maanden, viel er regen uit de wolken boven het park. Voor ons was het ook al meer dan een maand sinds de laatste regenbui. Daarom sprong ik meteen mijn bed uit om te genieten van de verfrissende bui. Dit weer zorgde voor mooie taferelen, vanwege de mist die door de herfstkleurige heuvels trok.
Hierna gingen we ons gebied in. Hier zocht ik de beste locaties voor de transecten van mijn onderzoek, en stelden de coördinaten vast. De beste plekken vinden was op sommige plekken lastig, omdat er geen dier naar buiten kwam om even te laten zien dat dit zijn geliefde habitat was. Thuis aan gekomen verwerkte ik de gegevens in GIS, en probeerde ik uit te vogelen hoe ik het best mijn tabellen in Excel in grafieken kon verwerken.
De volgende dag was nog een binnen-werkdagje, waarin we maar even naar buiten geweest zijn. Dit, omdat het donderdag het grootste deel van de dag heeft geregend. Eventjes buiten is dan wel verfrissend, maar je ziet vrij weinig fauna en met de steile modderpaadjes is het redelijk gevaarlijk.
Vrijdag zijn we wel weer ons gebied in gegaan, voor de nodige inventarisatie. Helaas leidde dit tot weinig getelde muurhagedissen. Normaal stikt het ervan; nog geen één keer was het zo weinig als deze keer. Wel zagen we in totaal vier Oostelijke smaragdhagedissen, waarvan één toch wel een goede 30-35 centimeter. Ook zagen we veel juvenielen van deze soort. Verder namen we een vermoorde slang waar, maar gelukkig ook nog een levende dobbelsteenslang.
Een mooi dagje, maar niet voor veel resultaat voor mijn onderzoek. Hopelijk levert volgende week meer op. Nu eerst genieten van het weekend.
1 note
·
View note
Text
Een snelle vooruitgang
Maandagochtend stonden Rachelle, Marit en ik om 8 uur ’s ochtends klaar om opgepikt te worden. Samen met onze begeleiders zouden we vertrekken naar Iron Gates Natural Park. Hier ging Felicia het team helpen met het maken van een managementplan, terwijl wij een boottocht maakten en meer van Roemenië kregen te zien. Voorafgaand aan de vaartocht kregen we een rondleiding door het bezoekerscentrum van het park, waarin over de ontstaansgeschiedenis, de geologie en de flora en fauna van het gebied werd verteld. Wat mij opviel, was dat het bezoekerscentrum niet echt op bezoekers gericht lijkt te zijn. We moesten even zoeken om het centrum te vinden, en als je er toevallig langsloopt ziet het er niet uit alsof het open is voor bezoekers. Dit is iets wat ze naar mijn mening nog echt kunnen verbeteren, omdat er veel meer bewustheid opgewekt kan worden als er mensen getrokken worden naar het informatieve bezoekerscentrum.
We werden door een ranger van het park meegenomen op een boot, waar we een tijdje rondvoeren, een grot bezochten en foto’s maakten van het beroemde beeld van koning Decebalus, wie vocht tegen de Romeinse keizers. Op de terugweg werden we aangehouden door politie. Blijkbaar reed onze favoriete Roemeen, Andreea, ongeveer 150 km/u waar ze 50 km/u mocht. Terecht verliest ze over twee weken haar rijbewijs voor drie maanden, en betaalt ze een forse boete. Dit beperkt ons echter nog meer in onze bewegingsvrijheid, en hoe we nu nog bij de Carrefour moeten komen blijft voorlopig een raadsel.
De volgende dag ben ik nog even het veld in gegaan en aan mijn verslag gegaan. Omdat ik in de knoop zat met mijn onderzoek, kwam ik niet veel verder. Het onderzoek dat ik van plan was te doen, kon ik niet goed uitvoeren in het gebied dat we te voet kunnen bereiken. Bij het bellen met mijn favoriete “klasgenoot” in Costa Rica, is er een nieuwe onderzoeksvraag uitgekomen. Zo kon ik beginnen aan de voorbereidingen hiervoor.
Woensdag liepen wij naar het kantoor van het nationale park, om de directeur, die net terug was van vakantie, te ontmoeten. Na een redelijk ongemakkelijk gesprek met deze vriendelijke man, nam Andreea ons mee naar boven. Hier legden we haar uit hoe ze onze uren op EduArte moest goedkeuren. Een uitleg had ze zeker nodig, de mailtjes en de site waren natuurlijk helemaal in het Nederlands. Over internationalisering gesproken!
Hierna nam ze ons mee het veld in. Ondanks haar angst en afschuw voor slangen, besloot ze ons mee te nemen naar een gebied waar we zandadders konden vinden. Dit jaar blijkt een slecht jaar voor slangen, volgens alle medewerkers van het nationale park zijn er veel minder te zien dan normaal. Toch zagen we twee mooie zandadders, waar wij super blij mee waren. Bovendien zagen we super veel muurhagedissen, die in overvloed aanwezig zijn in het park.
De volgende dag gingen we weer het veld in. Dit bezoek was niet al te interessant, omdat Andreea en haar collega de grens van het nationale park moesten aangeven op bomen, wat vooral een werk is voor twee personen. In het beukenbos was niet erg veel te vinden aan fauna. Wel konden we regelmatig, van redelijk dichtbij, de edelherten horen burlen. Behalve aan het geluid, konden we aan de geur ook duidelijk concluderen dat het bronsttijd is.
De laatste dag van de week ging ik verder aan het onderzoek en besloot ik enkele werkprocessen voor te bereiden. Verder was het tijd voor een grondige schoonmaak van het huis, nu we hier al bijna een maand zijn. Dit was natuurlijk ook nodig, omdat onze ex-mentor en een vriend van hem langskomen. Na een etentje in Târgu-Jiu en een ochtendwandeling in Defileul Jiului National Park, vertrekken we naar onze klasgenoten in Domogled National Park, waar ook mooie wandelingen en gezellige avonden te wachten staan.
0 notes