kunstblog opgericht als praktische opdracht voor kunstgeschiedenis. Hier vind je blogposts over fotografie, film, architectuur en design! enjoy
Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
PART VI: (MODERNE) ARCHITECTUUR
Hallo iedereen!
Hier zijn we dan: m'n laatste blogpost. Gelukkig over een heel leuk onderwerp: moderne architectuur! Ik had al eerder een blogpost geschreven over klassieke architectuur, en hierbij het vervolg. Bij deze blogpost ligt de focus vooral op de gebouwen, en minder op de begrippen. (dat is veeel leuker namelijk :))
Ten eerste: wat is architectuur? Nou, dat is een best ruim begrip. De woordenboekdefinitie is: de kunst en wetenschap van het ontwerpen van de gebouwde omgeving; inclusief steden, gebouwen, interieurs, landschappen, meubelen, objecten enzovoort. Zie je? Héél ruim. Om het wat verder uit te leggen: architectuur is een toegepaste kunst, want het heeft naast een praktische functie ook een esthetische kant. Het mag dan wel een esthetische kant hebben, maar in werkelijkheid krijgt de architect vrij weinig ruimte om écht precies te doen wat ze leuk vinden. Dat is omdat ze bijna altijd rekening moeten houden met de omgeving, plaats en het budget van de opdrachtgever. Dat is jammer! Want als architecturen (bijna) volledige vrijheid krijgen, kan het in iets heel moois resulteren.
Zoals ‘Fallingwater’, hierboven, een huis ontworpen door Frank Lloyd Wright. Dit is een super bekend huis (om goede redenen!) en werd zelfs ‘het mooiste huis ontworpen door een Amerikaanse architect’ genoemd. Ik ben er zelf ook geweest, en het was erg indrukwekkend. Hier moest de architect ook rekening houden met de omgeving, maar dan op een andere manier. Het huis vult de natuur aan, lijkt het bijna. De waterval past perfect bij het bos om het huis heen, en het hout ook. Oké: gok nu eens wanneer het huis is gebouwd. Toen ik het eerst zag, dacht ik aan rond 1970. Maar wat blijkt: 1935! Dit is hoe de meeste Amerikaanse huizen er uit zagen in 1935: Heeft ook wel wat, als dat je ding is, maar het is lang niet zo tijdloos als Fallingwater.
Fallingwater heeft duidelijk als functie wonen. Verder is er nog utiliteitsbouw en religieuze functies. Als eerste utiliteitsbouw. Dat betreft alle bouwwerken die geen woonbestemming hebben, zoals ziekenhuizen, fabrieken en bioscopen. Religieuze functies betreft kerken, moskeeën, tempels, synagogen en kloosters.
Dit is de Taj Mahal, een mausoleum in India. Het is echt een immens, prachtig gebouw, gebouwd in de 17e eeuw. Dit is een voorbeeld van utiliteitsbouw. Het is super gedetailleerd, met decoraties in de vorm van kalligrafieën uit de Koran en het is gebouwd van marmer. Er is gebruik gemaakt van een koepelconstructie en je ziet losstaande kolommen die geen dragende functie hebben. Het is vast heel indrukwekkend om in het echt te zien, vooral in de avondzon… echt iets om bij weg te dromen :)
Dat was het weer voor vandaag! Deze blogposts waren dus onderdeel van een kunstgeschiedenis opdracht die nu is afgerond, maar wie weet kom ik hier nog wel eens terug… Tot dan!!
Liefs, Nynke
0 notes
Text
Part V: FOTOGRAFIE
Hallo iedereen!
Leuk dat jullie weer een nieuwe blog lezen. Deze keer ga ik wat vertellen over fotografie! Een heel leuk onderwerp, waar iedereen wel eens mee te maken krijgt. Met een analoge camera, een professionele Nikon-camera of je telefoon: het is allemaal fotografie!
Foto’s maken lijkt nu heel gewoon, maar dat was het vroeger helemaal niet. Eerst was er de camera obscura, een lichtdichte doos met aan een kant een klein gaatje. Het licht valt dan door dat gaatje naar binnen, en op het matglas wordt een spiegelbeeldig beeld geprojecteerd. Heel anders dan nu! In de 19e eeuw werd fotografie vooral gebruikt door impressionistische schilders om momenten en schetsen vast te leggen, en heel soms bij familieportretten. Maar na een tijdje begon men naast portretten ook landschappen en stillevens te fotograferen. De digitale camera ging concurreren met de analoge, en nu gebruikt men bijna alleen nog maar digitale camera’s! Jammer, want het is leuk om nog eens met een camerarolletje te werken.
Een fotograaf die ik zelf heel cool vind, is Anton Corbijn. Hij is een Nederlandse fotograaf die veel heeft gewerkt met musici, zoals Morrissey, Bruce Springsteen, Metallica, Jeff Buckley en Miles Davis. Hij begon door alleen zwart-wit foto’s te maken, maar later fotografeerde hij ook in kleur.
Deze foto van acteur Clint Eastwood is ook gemaakt door Anton Corbijn. Dit is een typisch voorbeeld van kunstfotografie, en de resolutie (dat wil zeggen het aantal pixels per inch van het beeld) is (bewust) niet zo hoog. Het gebruik van scherptediepte in deze foto is interessant: zijn hand, die eigenlijk vooraan de foto staat, is niet scherp, maar zijn gezicht wel. Hierdoor ligt de focus van de foto op een bijzondere plek.
En dan deze foto van koningin Beatrix: heel anders! Dit is duidelijk geen snapshot aangezien Beatrix erg geposeerd staat. Toch is de foto niet stijf: dat komt door de gekleurde wand en de schuine lijnen op de achtergrond.
Ik ben een tijdje terug naar een expositie geweest over Anton Corbijn’s fotografie (http://www.fotomuseumdenhaag.nl/en/exhibitions/anton-corbijn-0). Dat was in het Fotomuseum Den Haag, en dat vond ik heel gaaf! Vooral omdat ik dus Corbijn’s werd best wel bewonder, vanwege de mensen die hij fotografeert en hóe hij dat doet. Zelf houd ik wel van foto’s maken, als er toevallig een mooi moment is. Ik neem het dus niet erg serieus, ik maak gewoon foto’s met mijn telefoon, maar ik vind het altijd wel leuk om te bewerken.
Dit zijn twee foto’s gemaakt op de pier in het dorp waar ik woon, op verschillende tijdstippen. Het is een beetje jammer dat de kwaliteit afneemt naarmate je ze exporteert (compressie, heet dat ;))
Deze twee foto’s zijn gemaakt op de snelweg in Frankrijk, en ze laten echt zien hoe belangrijk retoucheren soms is. In de tweede foto is de bewegingsonscherpte veel groter en lijkt het alsof de snelheid groter is. Ook zijn de kleuren indrukwekkender en niet zo vaal als op de eerste foto.
Waar je vast wel van gehoord hebt, is dat Apple net een nieuwe iPhone heeft gelanceerd: de iPhone X. (http://www.techradar.com/news/iphone-x)
De kwaliteit van de foto’s die je met de camera van de iPhone X maakt is zo goed dat het bijna lijkt alsof je fotografeert met een digitale camera! Ook zijn er nieuwe bewerkingsfuncties toegevoegd, wat het makkelijker dan ooit maakt om je foto’s te bewerken. Moet je nagaan dat je vroeger een foto maakte, niet eens kon zien hoe de foto eruit zag, dan moest wachten tot het rolletje vol was met 24 foto’s, naar de fotospecialist moest, en een week moest wachten tot je je foto’s kreeg! En er dan nog even achterkomen dat je rolletje belicht was :)
Nou dat was het dan weer voor deze blogpost! Tot de volgende!!
Nynke
0 notes
Text
PART IV: DESIGN
Hallo iedereen!
Back at it again met nog een blogpost, dit keer over design! Nog een keer dan, want ik had al eerder een gemaakt over mode. Dit keer ga ik het hebben over verschillende soorten design en ga ik dieper in op de theorie. Enjoy!
Design is onderdeel van toegepaste kunst. Hierbij is namelijk de functie ook belangrijk. Onder andere architectuur, interieurontwerp, grafische vormgeving en edelsmeedkunst behoren tot toegepaste kunst. Vroeger (tot 1960) sprak men veel van kunstnijverheid. Dat is de vormgeving van kleinere kunstzinnige gebruiksvoorwerpen, zoals sieraden en lampen. Dit werd met de hand gemaakt en was dus vrij duur! Daarna vond er nog meer industrialisatie plaats, en gebruikte men veel meer machines. Daarom ging de kunstnijverheid helaas een beetje verloren.
Dus, tegenover kunstnijverheid staat industriële vormgeving. Dit is de vormgeving van gebruiksvoorwerpen gemaakt in fabrieken. Ze kosten vaak weinig en worden in grote aantallen gemaakt, vaak in lagelonenlanden.
Dit is een typisch voorbeeld van kunstnijverheid.
Je ziet duidelijk dat dit servies met de hand is gemaakt en dat het veel tijd heeft gekost! Er zijn veel details, en het is een origineel product.
En dit is dan weer een voorbeeld van industriële vormgeving. Het is een stoel van Ikea, dus dan weet je dat het massaal is geproduceerd.
In Europa zijn er 3 landen of groepen landen die groot zijn in de wereld van design: Italië, Scandinavië en Nederland.
Italian design wordt gekenmerkt door decoraties en de combinatie van verschillende stijlen. Italië was een van de trendsetters in design, en is heeft nog steeds veel invloed! (Italianen vinden zichzelf ook het beste).
Deze kast, de Carlton Bookcase van Ettore Sottsass, heb ik toevallig nog met een excursie naar het Groninger Museum gezien! Deze expositie was heel cool om te zien. Het was heel vrolijk en kleurrijk en all over the place! Dat is echt een aanrader, het is nog te zien tot het einde van het jaar! Hier is een linkje naar de tentoonstelling: http://www.groningermuseum.nl/content/memphis-design-collectietentoonstelling
Nog een belangrijke partij op het gebied van design is Scandinavië. In hun concepten zie je sociale betrokkenheid heel goed terug: men vond dat niet alleen rijke mensen mooie dingen mochten hebben, maar dat dat voor iedereen beschikbaar moest zijn. Scandinavian design kwam op in de jaren ’50, en wordt gekenmerkt door het gebruik van goedkope, moderne materialen, zoals hout, aluminium en staal.
Last but not least, Dutch design. Dutch design is experimenteel, innovatief en minimalistisch. Dit is een typisch voorbeeld van Dutch design: simpel, maar toch heeft het iets grappigs.
Laatst (21-29 oktober) was de DDW, oftewel de Dutch Design Week! (http://www.ddw.nl/) Dit is een week waarin 9 dagen lang, DDW op 110 locaties processen, experimenten en ideeën, antwoorden en oplossingen van 2500 designers presenteert. Er waren verschillende exposities en er was heel veel te zien.
That’s all for now! Leuk dat jullie gelezen hebben, en tot de volgende keer!
Groetjes,
Nynke
0 notes
Text
PART III: (KLASSIEKE) ARCHITECTUUR
Hallo iedereen!
Jaja, dit is alweer m’n derde blogpost. Ik ga het nu over klassieke architectuur hebben, dus de architectuur van de Grieken en Romeinen! De klassieke architectuur is heel belangrijk geweest voor moderne architectuur (waar ik later nog over ga schrijven- stay tuned!) - de klassieke architectuur is hiervoor de basis. Architectuur is namelijk een toegepaste kunst. Aangezien de architect altijd rekening moet houden met overheidseisen, de omgeving en een budget, wordt een gebouw bijna nooit precies hetzelfde als hoe de architect dat echt wilde.
Romeinse steden hadden vaak dezelfde opzet. Ze zijn heel vaak te herkennen aan een schaakbordachtige opzet: Er waren vaak twee belangrijke wegen, namelijk de cardio en de decumanus. Die doorsneden de stad van noord naar zuid, en van oost naar west. Aan de hoofdwegen lagen de belangrijke gebouwen en pleinen. Romeinen hadden ook vestingsteden: dat zijn militair verdedigbare steden die gebouwd werden op strategische plekken. Dit is een voorbeeld van een Romeinse vestingwerk, de Romeinse muur van Lugo:
Deze muur had een gebruiksfunctie. Gebouwen kun je namelijk onderscheiden in verschillende soorten, afhankelijk van hun functie: utiliteitsbouw, wonen, religieuze functie. Utiliteitsgebouwen zijn bouwwerken (constructies op land of water) die geen woonbestemming hebben, zoals ziekenhuizen, bioscopen en kantoren. Bovendien hadden Romeinen ook basilica’s: dat is een lange hal met zijbeuken, waarin men handelde of waar de rechtspraak plaatsvond. Dit is een de Basilica van Constantijn:
Best indrukwekkend! Het is echt een enorm gebouw.
De Romeinen hebben veel dingen uitgevonden die met architectuur te maken hebben: denk aan boogconstructies (een overspanning in gebogen vorm met groot dragend vermogen), pilasters oftewel halfzuilen (decoratieve zuilen zonder dragende functie) en het koepelgewelf.
Oké, genoeg gepraat over de Romeinen. Want de Grieken waren veel eerder, en hebben de basis gelegd voor de Romeinen! Dus eigenlijk zouden zij alle credits moeten krijgen.
De Grieken hebben namelijk zuilen uitgevonden. Dat zijn verticale steunen om overspanningen of bovenliggende etages te dragen. Bij het Parthenon in Athene kun je het gebruik van zuilen nog goed zien:
Dit is dan wel een heel goed plaatje. Toevallig ben ik er een week geleden geweest op excursie, en we gingen toen ook naar de Akropolis. Dat was heel erg indrukwekkend, maar wat me een beetje tegenviel was dat ze aan het bouwen waren! Er stonden allemaal steigers voor het Parthenon, dus dat was een beetje jammer. Gelukkig zijn ze bijna klaar (http://www.chicagotribune.com/lifestyles/travel/ct-travel-new-parthenon-pg-photogallery.html) dus als je naar Athene gaat voor de Akropolis… wacht nog heel even, en je ziet het in haar volle glorie!
Tegenwoordig is er nog heel veel terug te zien van de klassieke bouwkunst. Dit is de Beurs van Brussel, en je ziet heel duidelijk de invloed van de Griekse en Romeinse architectuur terug. Het gebouw is bijna volledig in Griekse stijl gebouwd:
Als je hier nou in geïnteresseerd bent, en dan niet alleen de architectuur, maar ook de klassieke oudheid in het algemeen, is er een heel mooi museum in Leiden (http://www.rmo.nl/) wat ik erg aanbeveel! Het heet het Rijksmuseum van Oudheden en er is ontzettend veel te zien. Echt een aanrader!
Dat was het weer voor vandaag!! Super leuk dat je gelezen hebt, en tot de volgende keer.
Groetjes,
Nynke
0 notes
Text
PART II: DESIGN (MODE)
Hi iedereen! Vandaag ga ik over iets schrijven waar iedereen een andere relatie mee heeft: mode! Sommige mensen vinden het onzin, en anderen vinden het een vorm van hoge kunst. Zelf vind ik het leuk: ik ben wel echt van de extreem bizarre catwalk-looks (al zou ik het zelf niet dragen), maar ook van de simpelere kleding, dat bijna ready-to-wear is, maar toch net niet, zoals dit:
Ik vind het gaaf dat alles kan zoals de ontwerper wil: niets is gek genoeg. Maar ook het hele simpele, wat je zo aan zou kunnen doen als je naar de stad gaat, kan oh zo mooi zijn. Mode is dus een van mijn favoriete onderdelen van design, en daar ga ik het vandaag over hebben. (PS: er zijn twee blogposts over design! Ik heb besloten het in tweeën te delen, omdat er zoveel over te vertellen is).
Maar eerst wat theorie, zodat je ten minste weet waar het over gaat ;). ‘Design’ is een van oorsprong Engels woord: het betekent ‘ontwerp’. Er zijn dus verschillende soorten design, maar deze blogpost gaat over het specifieke onderdeel mode. Design zit vaak tussen kunst en functionaliteit in.
Een merk, oftewel brand, besteedt veel aandacht en geld aan reclame om te tonen hoe exclusief ze zijn. Mensen gebruiken merken vaak ook als statussymbool: ze vinden het belangrijk om bepaalde merken te dragen, omdat dat bijvoorbeeld op het moment ‘trendy’ is (een trend is een nieuwe modestijl die snel bij een grote groep populair is). Een goed voorbeeld van mode als statussymbool EN als trend is het ondergoed van Calvin Klein. Dat is opeens heel bekend geworden: je kan inmiddels bijna niet meer op social media kijken zonder het te zien. Het is heel simpel, en dat is wat veel mensen er zo mooi aan vinden.
Nog een trend (waar ik zelf heel erg fan van ben!) is dat fashion uit de jaren ’90 weer helemaal terugkomt (http://www.stylecraze.com/articles/90s-fashion-trends-women/#gref). Denk aan chokers, zogenaamde ‘clout glasses’ (ook wel de zonnebril die Kurt Cobain droeg) en grunge kleding.
Nog iets heel belangrijks in de mode-wereld, is het gebruik van accessoires. Een accessoire is een klein artikel dat wordt toegevoegd, omdat het handig is of omdat het er mooi uit ziet. Denk aan tassen, hoeden, sieraden en sjaals. Een accessoire kan een look maken, of juist helemaal verpesten. Hier:
zijn bijvoorbeeld geen accessoires gebruikt, om de simpelheid van het jurkje te benadrukken. En Alexander McQueen liet zijn modellen piercings in hun gezichten dragen, om punk te laten botsen met netheid. (http://www.dazeddigital.com/fashion/article/29125/1/alexander-mcqueen-clashes-punk-with-propriety). (Héél gaaf, het modehuis Alexander McQueen is een van mijn favorieten!).
Heel vaak begint een trend op de catwalk, en na de kortste keren zie je iedereen het dragen. Niet de dure, originele versie natuurlijk: maar een kopie, vaak gemaakt in lagelonenlanden. Heel veel ontwerpers vinden dit natuurlijk niet leuk, wat niet verassend is: zij zeggen dat het hun intellectueel eigendom is.
Toevallig is het net Paris Fashion Week geweest, waar we heel veel bijzondere looks hebben gezien.Paris Fashion Week is een week waarin veel belangrijke designers presentaties laten zien van hun kleding. Als je geïnteresseerd bent in mode, raad ik je het echt aan om dat te volgen!
Ik hoop dat je deze blogpost interessant vond, ik vond het zeker leuk om te schrijven!
Tot de volgende keer,
Nynke
0 notes
Text
PART I: FILM
Hallo iedereen!
Vandaag ga ik wat schrijven over film: een van mijn favoriete onderdelen van kunst, om meerdere redenen. Ten eerste omdat er zó veel verschillende soorten films zijn: van Franse films uit de jaren ’50, tot actiefilms met indrukwekkende special effects tot Bollywood films. En nog veel meer! Er zit voor iedereen wat bij. Maar wat ik misschien nóg leuker vind, is dat het zo makkelijk is om zelf met film bezig te gaan. Je hebt helemaal geen groot budget nodig, het enige wat nodig is, is een soort camera (telefoon kan ook altijd!), een groep vrienden (of huisdieren, als dat is wat je leuk vindt), en wat creativiteit. Maar goed, dat is wat ík ervan vind. In deze blogpost ga ik wat vertellen over film: over geschiedenis, techniek, een aantal verschillende soorten film en wat aanbevelingen ;). Enjoy!
Oké, maar eerst een korte geschiedenisles. Waar denk je aan als je denkt aan het begin van film? Nou, laat me raden: zwart-wit, geen geluid, en vooral de broers Lumière. Dat komt aardig in de buurt! Films waren inderdaad zwart-wit, en in die tijd (eind 19e eeuw) was het nog niet mogelijk om muziek of geluid af te spelen, tegelijk met een film. Om dit op te lossen, werden tussentitels getoond met tekst, en speelde een klein orkest live mee. Dat is moeilijk voor te stellen nu, maar zo ging het wel!
Toen werd in 1927 de geluidsfilm uitgevonden. Dit was belangrijk voor de filmgeschiedenis: nu kwam het echt op gang! Eerst werd het namelijk nog niet zo serieus genomen. Hierna ontstonden verschillende genres: denk aan documentaires, sci-fi, en actiefilms. Daarna werd er ook nog kleur toegevoegd, de tweede grote stap in de filmgeschiedenis.
Grote maatschappijen ontstonden in Hollywood, en deze Amerikaanse films hadden erg veel invloed, zelfs in Europa. Na de Tweede Wereldoorlog kwam televisie op, en daardoor nam het aantal films en daarmee ook bioscopen af. Maar een tijd later ging het weer goed: de filmsterren en merchandise werden steeds belangrijker. De derde grote stap in de geschiedenis van film is de uitvinding en toepassing van animaties: alles is dan mogelijk, en het bedrijf heeft de volledige rechten. Wil je meer weten over de filmgeschiedenis, is het leuk om naar het EYE-Filmmuseum te gaan in Amsterdam (https://nl.wikipedia.org/wiki/EYE_Filmmuseum). Hier kom je alles te weten over cinematografie, niet alleen over geschiedenis!
Er zijn verschillende belangrijke (basis)begrippen in de filmwereld die belangrijk zijn om te kennen. Ten eerste zijn er twee verschillende categorieën: fictie en non-fictie. Fictie betekent niet echt gebeurd, en non-fictie zijn reportages en documentaires. Naast deze categorieën zijn ook verschillende filmstromingen. Deze onderscheiden zich van elkaar door vormgeving, doelgroep en onderwerpkeuze. Degene die organisatie en financiën regelt, is de filmproducent. Die kiest ook de regisseur uit, die de leiding heeft. De crew werkt onder leiding van de regisseur mee aan de film of televisieserie. De acteurs werken aan de hand van een script. De meeste films hebben ook een scenario: daar moeten de acteurs zich aan houden. De manier waarop de camera filmt, is erg belangrijk voor de beleving van het publiek. Verschillende shots (een stuk film zonder cuts of onderbrekingen) zorgen immers voor verschillende ervaringen en emoties. De film wordt aan het eind gemonteerd met een computer. In dit stadium worden onder andere special effects, geluid en voice-overs (eventueel) toegevoegd.
Een animatiefilm kost veel tijd, maar heeft ook grote voordelen: de makers hangen niet af van acteurs of andere omstandigheden. Blockbusters zijn films waarvan men verwacht dat ze heel bekend zullen zijn en veel winst opleveren. Een goed voorbeeld van een blockbuster, is de horrorfilm It. Die is nu in de bioscoop, en er is heel veel reclame voor gemaakt. Bovendien praat iedereen erover! Hiervan werd ook gedacht dat het veel geld op zou leveren (en dat is ook gebeurd!). Het wordt heel goed gerecenseerd (https://www.rottentomatoes.com/m/it_2017/) .
Oef, dat is een hoop theorie. Dan nu wat lichters: een aantal van mijn favoriete films! Ik heb bewust gekozen voor uiteenlopende films, dit geeft een volledig beeld van veel verschillende soorten films!
Ten eerste, een nostalgische film voor mij, My Neighbor Totoro. Dit is een Japanse animatiefilm uit 1988. Het is geregisseerd door Hayao Miyazaki, een van mijn all-time-favourite regisseurs! Alles is getekend en de verschillende soorten shots en het kleurgebruik blijft me steeds verbazen. Het is een fantasy-film, en het concept is ja, gewoon supergaaf! Echt een aanrader. Hier zie je een filmstill:
Dan iets heel anders: de sci-fi thriller Ex Machina. De film komt uit 2015 en is geschreven en geregisseerd door Alex Garland. De hoofdpersoon van de film wordt verliefd op een ‘robot’, en de film zet je enorm aan het denken over de grens en de verhouding tussen mens en machine. Bij deze film is de set heel erg cool: de film speelt zich af in een afgelegen huis in the middle of nowhere. Het is esthetisch erg indrukwekkend en de special effects zijn levensecht.
Dat was het voor deze blogpost! Hopelijk heb je er wat van geleerd en ga je de films My Neighbor Totoro en Ex Machina kijken ;). Tot de volgende keer!
Nynke
0 notes