De avonturen van Galla Guappa, Morgalf, Ella, Denwyn Ginggeroot†, Dracan, Grimlock, Andwyn en Groin.
Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
Hoofdstuk 3: om bij in slaap te vallen
Vreemd hoor, een week geleden werd Gala Guappa ineens geteleporteerd en nu zijn Morgalf en Andwyn er op wazige wijze vandoor gegaan. Andwyn mompelde iets over zijn schoonzus die in Daggerford onder in koets is gekomen. We wisten niet eens dat hij een vrouw had. En o ja, Dracan is aan het hokken met Naxene.
Gelukkig maakt Ella makkelijk vrienden. In Goldenfields spreekt ze een stevige half-orc genaamd Ocran. Gezellige kerel, hij slaapt alleen nogal veel en vaak. Na een paar dagen komt de eerste karavaan binnen met een flink escorte van de Lord’s Alliance. Ruim 50 getrainde krijgers stappen af en Ella kijkt gebiologeerd naar de glimmende harnassen, ontwikkelde spieren en epische baarden. Ze stappen met z’n tweeën naar iemand die hooggeplaatst lijkt en vraagt of ze mee mogen. Deze man, een kapitein in de Lord’s Alliance is een tamelijke hardass. Hij vraagt uit waarom ze naar Waterdeep willen, wat ze hier doen, wie ze zijn etc. Uiteindelijk mogen ze mee met de karavaan maar eerst moet alles uitgeladen worden, moeten de paarden en ossen rusten en moet alles weer ingeladen worden.
Twee dagen later staan ze in alle vroegte klaar. Het weer is lang niet meer zo stralend als eerder, verre van. In een gigantische stortbui vertrekt een lange reeks wagens met escorte Waterdeep. Zeildoek ligt over de goederen en de berijders proberen zich zo goed en zo kwaad mogelijk veilig te houden. Een enkeling is zenuwachtig, zicht is misschien maar 100 meter. Ocran is een van hen maar hij valt in slaap, om een minuut later wakker gemaakt te worden door zijn magische wekker. Top toch?
De reis verloopt rustig. Na enkele dagen komen ze veilig aan in Waterdeep en Ocran probeert gelijk bij de karavaanleider een gage af te dwingen, hij heeft ze immers veilig gehouden. De karavaanleider is niet onder de indruk van de immer slaperige half-orc, “ten eerste, jullie mochten gratis mee. Ten tweede, ik heb jullie niet ingehuurd. Ten derde, jij sliep de hele tijd. Ten vierde, hallo? Slaap je nu al weer!?”. Ella maakt hem wakker, deze bullebak kan wel een goede inn gebruiken.
Eenmaal binnengekomen merken ze dat Waterdeep niet de stad is die het een paar jaar eerder was. Het ‘Waterdeep Incident’ ligt vers in het geheugen. De Blade Ward is namelijk enkele maanden geleden vernietigd door een groep terroristen die Juiblex los lieten op het marktplein. In de krant lezen ze hier uitgebreid over, de ruim 10.000 doden en vermisten, de afgesloten Blade Ward en een opsporingsbericht voor Nuk, een van de terroristen. Ocran mompelt tijdens het lezen van de krant iets in de trant van “mmmmhhh, ik vond het al weirdo’s, ik vertrouwde ze al niet”. Ella pikt dit op en vraagt waar hij het over heeft maar Ocran draait er omheen. “Niets aan de hand, lang geleden”. Zepphy, zo leest Ella, is aangevallen door de Lord’s Alliance en zijn toren is onklaar gemaakt. Compleet naar verwachting werkte de verstrooide reus wel gewoon mee.
Als eerste gaan ze in Waterdeep naar Cauldar Marskyl, de hoofd butler van huis Thann. Voor hem hebben ze de ketting die ze van Zi Lang hebben gekregen. Cauldar is tamelijk verwarde oude man, de taken in huis begrijpt hij donders goed maar met nieuwe mensen kan hij niet overweg. Wanneer hij Ella en Ocran voor de deur heeft neemt hij de ketting aan, hij herkent hem als zijnde van Zi Lang maar reageert verder niet. Ella probeert voorzichtig de erfenis te noemen maar tot ze superbot zegt waar het om gaat reageert hij niet naar wens. De oude man schuifelt weg, zet wat thee en babbelt met zijn gasten. Hij lijkt blij te zijn dat hij eindelijk weer met iemand kan praten! Even later schuifelt hij weer even weg en na een paar minuten gerommel komt hij terug met een kistje en een sleutel. Dit is waar het om gaat. Ella maakt de kist open en ziet twee stenen (die later sending stones blijken te zijn), een potion of fire giant strenght en een scroll of stoneskin. Altijd handig!
Ze praten nog wat na en hebben het kort over Charauth Yarghorn, hun volgende bezoekadres. Vlak voor ze gaan vraagt Cauldar of ze niet kunnen helpen met het schoonmaken van de ramen. Ella ziet haar kans, brabbelt wat, wuift wat met haar handen en ‘poof’ al het vuil valt van de talrijke ramen af. Ze heeft haar goede daad gedaan, geeft Ocran een tik zodat hij wakker wordt en ze wuift de oude butler gedag.
Laat in de middag komen ze aan bij Charauth. Zijn huis zijn huis staat tussen Madame Manuela’s villa voor edele heren (villa is een groot woord, het is een houten bouwval) en een willekeurige half orc zeilmaker waarover niets noemenswaardig is te noemen, al zouden we het willen. Ella belt aan en een schattig orgeltje gaat draaien. “Ik kom er aan!” wordt er vanuit het huis, dat opvallend sjiek is ten opzichte van de buren, geroepen en een bebaarde kerel van een jaar of 50 doet open. “Goedenavond, wat kan ik voor jullie doen?” Ella en Ocran doen hun zegje. Naxene heeft ze naar Charauth gestuurd om de mogelijkheden van een alliantie tussen draken en de Lord’s Alliance te bespreken. Charauth zou daar als expert het een en ander over kunnen vertellen.
Charauth nodigt ze uit binnen te komen en het drietal loopt de trap op. Boven aangekomen zien ze een Silver Dragon Wyrmling de kamer door razen. ‘Let niet op Irizzorl, die speelt graag met de katten’ zegt Charauth. ‘Of ik nou zijn huisdier ben of hij de mijne weet ik nog niet.
Eenmaal aan de koffie licht Charauth al snel toe dat een alliantie absoluut niet gaat gebeuren. No way, echt niet, never, nooit. Ella en Ocran snappen het. Charauth heeft wel een andere route om te bewandelen. Old Gnawbone is een ancient green dragon die in Kryptgarden Forest woont. Deze draak heeft naar verluid een gloeiende hekel aan reuzen en beschikt volgens de verhalen over een collectie glazen bollen. Als ze duidelijk aangeven dat ze in vrede komen, met oog het het bestrijden van de draken, moet het goed komen.
Ella en Ocran reageren sceptisch. Ella zoekt raad bij Chestnut, Chestnut is duidelijk. Avontuur! Kei leuk toch, jottem. De twee besluiten er maar mee akkoord te gaan. Vanavond blijven ze nog even bij Charauth en morgen gaan ze op mars naar Kryptgarden.
Diep in de nacht besluit Ella via Chestnut e de afgeschermde wijken van de stad te verkennen. Al vliegend boven de ruïnes ziet ze een een Orc, een lopende vis en een een man met een inktvishoofd een onderzoek uitvoeren. Op een gegeven moment hoort ze die vis iets roepen ‘blublu blu bla blu blo bla blu blu’, de ander twee kijken op en Ella verbreekt in paniek de verbinding met Chesnutt. De kleine fee komt wel thuis, hoopt ze.
De volgende ochtend gaan de twee het avontuur in tegemoet en trekken noordwaards. Charzauth heeft ze een goed Waterdavian ontbijt gegeven en twee potions of poison resistance.
Na een aantal dagen lopen komen de twee Sir Jordeth Tavilson tegen. Zijn paard is opgegeten, zijn schildknaap is gedood. De Jordeth, een ridder van Tyr, heeft gezworen de dood van zijn schildknaap te wreken. Ella en Ocran besluiten hem te helpen. De volgende twee dagen tracken de drie een gewonde Frost Giant. De reus wordt uiteindelijk snel en effectief in de pan gehakt tijdens een hinderlaag in een kloof. Jordeth, Ocran en Ella vieren hun overwinning met een goede nachtrust en trekken de volgende ochtend weer naar de hoofdweg. Jordeth bedankt te twee en gaat de orde van Tyr inlichten over de knetter wordende reuzen. Ella en Ocran zullen altijd welkom zijn als ze hulp of onderdak nodig hebben.
Meerdere dorpen, steden en dagen later staan de twee voor Kryptgarden forest. Zo stappen naar voren de duisternis is en later die dag horen ze een immens gerommel. BOEM BOEM BRAM BOEM BAM. Iets kolosaals komt hun kant op en ze zetten zich schrap voor een futiel gevecht met een oeroude draak. Gnawbone schiet naar voren, bomen vallen om en worden aan de kant geduwd. De oude draak spreek de twee direct aan terwijl er nog een deels verteerd lijk van een barbaar in haar bek hangt. Die ziet er inmiddels mals uit, Ocran ziet het hem overkomen en valt plots in slaap.
Ella kijkt recht in de gigantische stinkende bek van Gnawbone en hoort “Ga naar de Vallei van Khedrum en vind de reuzentempel ‘The Eye of the All Father’. Daar gaan zullen jullie leren hoe de reuzen verslagen kunnen worden. Onderweg zullen jullie hulp krijgen van een frost giant met heen helm gemaakt van de schedel van een witte draal.”. Na deze boodschap vliegt Gnawbone direct weg, Ella wordt omver geblazen door de eerste paar slagen van haar vleugels en blijft verbaasd op de grond liggen. De fuck.
‘Snel Ocran wakker maken en als de tering hier weg’ moet Ella gedacht hebben. Dat deed ze ook en onderweg legde ze alles uit aan de half-orc. De vallei werd gevonden op de kaart en dit zou de bestemming worden. Later die dag komen ze een half-elf genaamd Grislock tegen. Grislock was in Waterdeep ten tijde van het incident en heeft toen plots magische vaardigheden gekregen, al zij het met bijwerkingen. Grislock is een Sorcerer met etensresten op zijn kleren en duidelijke pavlovreactie bij het zien van eten. Samen reizen ze verder een dag later zien ze in de verte een kapotte toren met een flinke steen voor de deur en groep kraaien die boven het open dak cirkelen. Ze lopen door en wanneer ze dichterbij komen horen ze overduidelijk een gebrom, een gezang, een gejank uit de toren komen.
Ella schakelt Chestnut weer in. Familiars zijn handig en dat blijkt weer. Chestnut kijkt door een raam en ziet een huilende Hill Giant zitten. Het vadsige monster zingt huilend over haar man genaamd Hruk die door Guh is gepikt. Ze herkennen die naam, ‘Guh’, maar een reus zou alleen voor problemen zorgen. De drie lopen door.
Wanneer ze na een paar minuten omlopen houdt de reus op met zingen en duwt de steen opzij. De reus en de avonturiers staan ineens oog in oog en kijken elkaar in stilte aan.
Geheel tegen hun stijl in onderhandelen ze. Moog is de naam waar de reus naar luistert en ze wil de drie best naar Grudd Haug leiden als ze helpen met het bevrijden van haar geliefde Hruk. Alleen kan ze het niet, Guh is simpelweg veel te groot. Ella, Ocran en Grislock gaan akkoord en ze volgen Moog in zuid oostelijke richting.
In de verte zien ze aasgieren cirkelen en de groep besluit te kijken wat er te vinden is. Ze vinden drie dode Fire Giants en ruim dertig dode barbarians. Duidelijk, dit was een slag. Aan de lijken te zien is dit maximaal een paar dagen geleden gebeurd. Een van de giants heeft een opvallende metalen staf bij. De avonturiers nemen deze voor de zekerheid mee. Zodra ze dit doen zien ze in de verte een andere Fire Giant met een dergelijke staf lopen. Alarm! De drie avonturiers en hun onwaarschijnlijke bondgenoot staan klaar voor een gevecht. De Fire Giant loopt op ze af, pakt rotsen op en gooit deze naar de groep. De eerste mist, de tweede ook maar de derde raakt Ocran. De half orc barbarian komt er goed van af en weet met lichte verwondingen op te staan. Uit woede rent hij naar voren, schreeuw ‘PINIATAAAAAAAAA!’, gaat in rage en valt in slaap. Narcolepsie is een bitch.
Ella ziet dit en probeert haar grijsgroene vriend te redden. De Fire Giant wordt in een kip gepolymorphd en alles is klaar. Ze sturen Moog naar voren om de kip op te eten en Ocran wordt wakker gemaakt.
Vijf seconden later: Moog ontploft! De kip is in haar maag verpletterd en direct weer terug veranderd in een pissige Fire Giant. Moog’s maag is elastisch, maar niet zo elastisch en de Hill Giant is dood voordat ze kan schreeuwen.
Ocran pakt zijn potion of giant strenght, stormt naar voren en valt weer in slaap. Alweer, dit verzin je niet. De Fire Giant is even verbaasd en duwt de half orc aan de kant om hem later af te maken. De Warlock en de Sorcerer staan alleen tegenover een nog steeds pissige reus. Aanvallen komen niet door, de reus loopt gestaagd door. Als laatste optie probeert Ella de reus met al haar kracht te bezweren. Wonder boven wonder lukt dit en de Fire Giant vervolgt zijn weg.
Nu Ocran wéér wakker is gemaakt vertelt hij zijn vrienden dat er meer achter deze half orc zit. Hij gaat zitten, stelt dat hij eigenlijk Groin heet en begint langzaam maar zeker een verhaal te vertellen:
Wat een dwaze lui allemaal. stuk voor stuk. vooral die verrekte tovenaar Evandar. die zonodig onder invloed moest raken van een demon. ik had me nooit bij ze aan moeten sluiten . in die verrekte stad Waterdeep. ik ga er vandoor in mijn eentje en ik zoek mijn eigen fortuin
heb een brief gemaakt en in Pollo Rosto’s tas gegooid. die tiefling. hij zal hem vast en zeker over een paar weken vinden. laat ze maar in het ongewisse. het was een mooie tekst als je het mij vraagt “stelletje idioten, denk dat ik maar niet verder ga met jullie, no fucking way” en toch: de lol die ik heb gehad: die kleine irritante gnome paladin bubbles die op me afstapte in die die kroeg. terwijl ik weer eens staand stond te slapen door mijn nacrolepsie. best een dappere gnome, tis dat hij zo lovend was over half orcs. dat zie je niet vaak. de party had me al snel geaccepteerd en die pollo (kuch ) - slijmjurk ) die een drankje aan bood/ het bleek het sterkste te zijn wat ik ooit had gedronken. Man dat doet een orc goed!
grrr, en daarna mij influisteren dat een mindflayer eigenlijk een pinata was. ach ik vond het leuk om hem neer te meppen met die barkruk.
wat een verrassing was het toen ze me kwamen bevrijden uit de gevangenis. waarom in hemelsnaam hebben ze dat gedaan?
na talloze schermutselingen, de uiteindelijke reis door the underdark waar sommige een zeker mate van krankzinnigheid opliepen. ( zover dat, dat nog uitmaakt ) een deep gnome die later bij ons aansluit moest iedere keer zijn geld opnieuw tellen. terwijl hij maar een munt bij zich had. heeft die ijdeltuit van een evandar dus een demon bevrijd. en er voor gezorgd dat een stone giant een hele stad vernietigde. ach die bewoners waren toch al niet blij me, aangezien ik daar uit een cel ontsnapte met darendale, die betoverde prins die uitbarstte in een aanval van primitieve woede. en bij de ontsnapping nogal wat bewakers moest neer meppen, om er achter te komen dat mijn metgezellen een missie voltooid hadden om mij vrij te kunnen krijgen. haha wat zagen ze er klein uit toen ik op de kantelen ( met pinata op mijn lippen ) een stel bewakers achterna zat.
ach gelukkig kreeg ik mijn kruk terug ten lange leste kwamen we aan bij het asylum, waar een paar metgezellen genezing zochten van hun madness, en uiteindelijk de herinnering aan demogorgon uit lieten wissen.
En Ik? ik ging eten. heerlijk vlees, ( geen idee wat voor vlees ). en er waren heerlijke shakes, die me zo een helderheid van geest gaven als nooit te voren.
Toen ik beneden kwam met een paar shakes en een van mijn metgezellen een deur zag openpeuteren. zag ik in dat voorzichtigheid geboden was. ik zette mijn kruk neer tegen de muur en de volle verzameling shakes en liep dood gewoon als of ik onderweg was naar een knokpartij ( alleen half-orcs kunnen dat zo kalm ). niemand die het in de gaten had.
Daarna werd alles wazig, de shake werkte denk ik uit. en alles werd een puinhoop. weet totaal niet wat die idioten gedaan hebben maar we moesten uiteindelijk hals overkop weg, gelukkig heb ik in de tussentijd nog in de verwarring een hoop shakes kunnen stelen. die kruk had ik niet meer nodig maar heb er toch maar een poot van afgerukt. dat draagt wat makkelijker. en toen kwam ik aan op mijn huidig genomen besluit: ik zoek mijn eigen fortuin...........
Ella en Grimlock kijken Groin, die 10 minuten geleden nog Ocran werd genoemd, aan en zeggen ‘potjandikkeme’. We gaan verder, oké?
De volgende dag komen ze bij het vallen van de avond een flinke groep orc’s tegen die een halfling gezin gevangen houden. Er wordt een plan gemaakt en de aanval wordt vrijwel direct ingezet.
Grimlock schreeuwt “Jouw vrouw is zo dik, ze is echt zo dik, dat ze vijf kampvuren nodig heeft om haar reet op te warmen” en een orc gaat krijsend op z’n knieën en begint schuimbekkend over de grond te rollen.
Ella frituurt een vijftal andere orcs , casual, met magic.
Groin stormt vooruit en begint op de verbaasde orcs in te hakken. Vervolgens kijkt Grimlock een van de orcs waarmee Groin in gevecht is aan en roept “ik deed gisteren de broek van jouw vriendin uit en ik wist niet wat ik zag, drie kilo brie en kut tot haar knie”. Weer een dode orc. Prachtig. Grimlock is ondertussen per ongeluk onzichtbaar geworden en valt de volgende orc met een spell aan, Grimlock’s onzichtbare haar valt hierbij uit.
Groin kijkt de volgende orc aan en ziet een gat in zijn harnas, heft z’n wapen op, en valt in slaap.
De laatste orcs worden vakkundig omgelegd door Ella en Grimlock en wanneer alles veilig is worden de halflings bevrijd. Vader halfling vraagt of ze mee willen lopen naar de boerderij van de familie, hij heeft misschien nog een iets liggen waar ze wat aan hebben. Ze knikken ja, Grimlock is ondertussen bezig met het verorberen van 10 kilo boter in een ton.
Wanneer ze bij de boerderij van de halflings aankomen loopt vader naar binnen, rommelt in een kast en komt met de ‘Eyes of Charming’ terug. Een erfstuk. De helden accepteren dit bedankje maar al te graag.
0 notes
Text
Hoofdstuk 2: een vliegende boom, vliegende kip, vliegende zak kinderen en een vliegende toren met een tovernaarsmuts.
Nightstone, the day after. Andwyn, Morgalf en Drakan beginnen aan hun mars richting Goldenfields. De tressym van pa en ma Xelbrin gaat mee (af en aan in de rugzak van Andwyn). Waarom gaat Galla Guappa niet mee? Hij is door een of andere god naar een orgie gezapt. Andere plane, dubbele penissen, you know it.
Kijkend naar de kaart besluiten ze door Ardeep Forest te gaan, de kortste route. Onderweg naar Ardeep, Nightstone is nauwelijks uit het zicht verschenen, verschijnt er een vliegende toren met een blauwe puntmuts. EEN BLAUWE PUNTMUTS MET GOUDEN STERREN. De toren is zonder puntmuts minimaal 100 meter hoog.
Wanneer de toren ongeveer 50 meter boven de helden tot stilstand komt vormt zich een trap op humanoid formaat. Bovenaan, in een veel te grote deur staat een blond meisje “joehoeeeeee, hierzoooooo!”. Andwyn en Drakan kijken naar boven, de laatste keer dat ze een vliegend gebouw zagen werden ze gebombardeerd met stenen en had dit een verpletterende indruk op hun vrouwe, lady Nandar. Andwyn rent toch naar boven, hij ziet een jonge vrouw en hij heeft guns die ze mag voelen. Eenmaal boven introduceert ze zich als Ella. Ella reist al even mee met Zephyros, een enigzinds verstrooide maar absoluut vriendelijke cloud giant mage die onderzoek doet naar de Moonshae Isles. Zelf ziet ze het als een mooie lift richting Mithral Hall. Zephy, zoals ze hem noemt, heeft een klein bedje voor haar gecast en iedere avond zet ze haar eigen laarsje naast de laarzen van Zephyros. Echt heel aandoenlijk.
Wanneer Zephyros naar de benedenverdieping van de toren zweeft legt hij uit dat hij de party ook een lift wil geven. Hem is verteld dat de helden van Nightstone een rol hebben te spelen, hij wil graag helpen maar kan en mag niets meer doen. Ook heeft hij het over de ordnung die verstoord is, de volgorde van reuzen. Ella licht toe dat dit de rangorde is van reuzen. Bovenaan storm hiants, daaronder cloud giants, onderaan hill giants en tussenin hebben we frost-, fire-, en stone hiants.
Beneden staan Morgalf en Drakan nog steeds. Met name Drakan is skeptisch na de aanval eerder deze week. Ze weigeren naar boven te komen, dus komt de rest naar beneden. Wanneer blijkt dat ze echt niet op het aanbod van Zephyros in gaan zegt de reus “wacht, ik heb misschien nog iets voor jullie” hij zeeft naar boven, de party hoort hem rommelen, reusachtige rommel wordt verplaatst in de toren en na een minuut of vijf zweeft hij weer naar beneden. Hij heeft een scroll of Telekinesis voor de party. Omdat de scroll het formaat heeft van een flinke rol behang weet de party niet of ze hier blij mee moeten zijn of niet. Drakan mag hem bijhouden, hij is sterk. Ella spreekt giant en is de enige die de scroll kan lezen. De jongedame gaat trouwens ook met de party mee, zo kan ze ze helpen waar Zephy dat niet kan.
Het genootschap vervolgt hun weg, de trap naar de toren verdwijnt en de puntmuts verdwijnt achter de oostelijke horizon. Na een korte tijd lopen ze Ardeep Forest in en volgen ze de een pad naar het noorden. De eerste dag en nacht zijn rustig maar de middag daarna zien ze een tweetal Wood Elf Rangers op het pad staan, een derde schiet weg achter een boom.
“HALT. Wie zijn jullie en wat doen jullie hier?” roept de eerste elf op een ferme toon. De party geeft aan dat ze vanuit Nightstone onderweg zijn naar Goldenfields. De elf zegt vervolgens dat een guard uit Nightstone beter moet weten dan zicht zo diep in Ardeep te begeven. “Dit is Evermeet” grondgebied zegt hij. Andwyn excuseert zicht, ze hebben naar aanleiding van de aanval dringende zaken in Goldenfields. De elf heeft niet van de aanval gehoord, maar vraagt zich wel af of ze Denwyn Gingerroot hebben gezien. Andwyn geeft aan dat ze samen met de helden heeft gevochten om de dorpelingen van Nightstone te redden uit de Dripping Caves en geeft aan dat ze daar door een Black Pudding is gedood. De elf reageert op zakelijke toon en noemt het een nobel doel, een nobele dood. De party kan hun weg via het pad vervolgen op voorwaarde dat ze het pad niet verlaten en geen vuur maken. De elves zorgen er voor dat ze veilig blijven en zullen aangeven wanneer ze Evermeet grondgebied verlaten. De elves lopen weg en een tiental andere Wood Elves verschijnt op verschillende plekken rond de party. Na twee rustige dagen staat er weer een elf op het pad, hij geeft aan dat hun escorte op is gehouden en wenst ze een goede reis.
Eenmaal in het open volgt de groep de Dessarin richting Goldenfields. Deze rivier is de belangrijkste handelsverbinding tussen Goldenfields en Waterdeep. Op aandringen van Drakan weten ze tegen een betaling van 3 goudstukken de neus een lift op de platbodem van schipper Pashen. Tijdens een rustig deel van de reis vertelt hij hen over Hill Giants die andere vrachtschepen hebben gevallen op zoek naar eten. Een paar uur later zien ze dan ook een drietal Hill Giants aan de kant staan. Een eerste vraagt aan de tweede reus (met een kerkklok als helm) “Grar, boot eet heb voor Guh?”, de tweede vraagt aan de party “Jullie eet heb?”. De opvarende reageren dat ze geen vracht bij hebben, alleen passagiers. Grar loopt vervolgens naar voren, probeert iemand te grijpen “eet voor grote Guh!”. In een kort maar fel gevecht krijgen de helden paar rake klappen maar door snel denken van Drakan komen ze met de schrik vrij. Drakan pakt een lege ton op het dek, gooit deze in het water en roept “oh nee, ons eten”. Andwyn een tweede lege ton en roept “oh nee, die zat vol met voer”. De drie reuzen rennen achter de met de stroom mee drijvende tonnen aan. Hill Giants staan, zoals je wellicht begrijpt, niet bekend om hun denkvermogen.
Later die middag verschijnt Goldenfields met haar op sommige plaatsen 100 voet hoge verdedigingswerken die voorbij de horizon reikt. Binnen de muren zien ze rollende heuvels waar vee loopt, graan wordt verbouwd, boomgaarden en rijstvelden te zien zijn. Her en der zien ze bebouwing, tempels en een dorp waar de boeren die werkzaam zijn in deze gigantische tempel van Chauntea wonen.
Er staat een rij voor de poort, iedereen wordt gefouilleerd. De bevelhebber van de wacht, Hantanus Tarn, licht toe dat dit vanwege de recente onrust is. Men kan namelijk niet voorzichtig genoeg zijn. De party vraagt hem ook naar Miros Xelbrin. Hantanus vertelt ze dat ze hem in de Northfurrows End kunnen vinden. Miros is de uitbater van deze inn.
Buiten de poort ziet de party vervolgens een volgelinge van Chauntea kibbelen met een half-orc. De vrouw, Zi Lang, vindt dat de half-orc, Strog Thunderblade, meer voorzorgsmaatregelen moet nemen na aanvallen door reuzen in de Ten Towns, Triboar en Nightstone. Strog zegt vervolgens dat hij er wel mee aan de slag gaat maar doet dit op een toon waarmee het voor de party duidelijk is hij geen haast heeft.
Iets later worden ze benaderd door een herder, Shalvus Martholio. Shalvus is erg geïnteresseerd in de avonturiers en vraagt ze tot irritatie toe de oren van het lijf. Ella besluit via haar familiar, een pixie genaamd Chestnutt, sleep te casten maar tot haar verbazing blijft de herder overeind staan. Shalvus kijkt de groep aan, het is duidelijk dat hij door heeft dat er iets gebeurde, en zegt ze vanavond op een rondje te trakteren in de inn.
Eenmaal in het dorp aangekomen zien ze een groep van misschien wel 40 kinderen om de treant Lifferlas zitten. De kinderen luisteren naar een verhaal over een half orc krijger Henk. Een interplanaire held die op verschillende punten in tijd verschijnt. Lifferlas heeft lang geleden ooit een dag met Henk en zijn gelatinous cube compagnon doorgebracht. Vorig jaar is Henk nog gezien in Phandalin waar hij Wave Echo Cave heeft bevrijd samen met een groep lokale kneuzen.
Eindelijk staan ze Northfurrows End en direct worden ze begroet Oren Yogilvy. De halfling treedt dagelijks op in de inn wijs Miros voor ze aan. Miros is een boom van een vent, opvallender dan zijn formaat is echter het feit dat zijn hele lijf bedekt is met golvend wit haar. Andwyn begroet Miros. De herbergier ziet de tressym van zijn ouders en vraagt zich hardop af waarom deze vreemdelingen het beestje bij hebben. Ze nemen hem mee naar een achterkamer en zijn barvrouw, Annemiekje, neemt de bar even over.
In de achterkamer vertellen ze Miros dat zijn ouders om zijn gekomen tijdens de aanval op Nightstone. De barman vliegt in een woedeaanval, schopt de kamer overhoop en stort in een hoek in elkaar “als dat de wil van Chauntea is, is dat zo. Verdomme...”. Oren hoort dit allemaal gebeuren en rent naar zijn vriend om hem bij te staan. Miros bedankt de groep voor de moeite, en stelt vier goede kamers ter beschikking van de groep. Voor eten en drinken hoeven ze niet te betalen.
Die avond, na het eten, komt de irritante herder terug en vraagt ze wederom de oren van het lijf. Shalvus wil zo het lijkt avonturier worden maar durft niet. Hij is recent in Goldenfields komen werken. Bla bla bla bla bla.
Andwyn geeft een briefje met zijn kamernummer aan Ella maar Ella doet hier niets mee. Morgalf hoort wel de hele nacht rare geluiden uit de kamer naast hem.
Midden in de nacht wordt iedereen wakker gemaakt door Oren. “GOBLINS, GOBLINS, GOBLINS, WE WORDEN AANGEVALLEN. WAKKER WORDEN!”. Het merendeel van de gasten zoekt dekking in een hoek maar naast de avonturiers zijn Oren, Miros en een oude vrouw genaamd Naxene klaar om het dorp te verdedigen. De groep besluit de inn te verdedigen en in principe niet naar buiten te gaan.
Een raam wordt geopend, Miros legt zijn kruisboog klaar en ziet niet alleen goblins maar ook twee ogres en meerdere bugbears. Een van de bugbears roept “JULLIE TWEE, HAAL DE MOON BITERS. REST VAN EYE STABBERS, PAK DE JONGSIES. MAKKELIJK DRAGEN. MAKKELIJK DODEN. MALS VOOR GUH”. Al snel beginnen de ogres met het openbreken van de huizen maar een paar pijlen en sacred flames zorgen er voor dat de aandacht op de inn wordt gevestigd. Miros flipt weer, hij ziet dat kinderen gepakt worden en hij weet een ogre te grapplen. Andwyn gaat in close combat met de andere ogre. Ella klimt op het dak, begint de raiders aan te pakken maar wordt direct getroffen door een paar javelins. De eerste groep wordt met moeite aangepakt. Tegen het einde van het gevecht komt Lifferlas woedend het strijdgebied ingelopen met twee dode goblins in zijn takken en vervolgens komt een nieuwe groep raiders richting de inn gesneld. De groep zet zich schrap, een aantal van hen is inmiddels zwaar gewond en niet klaar voor deze nieuwe groep. Vanuit een raam in de inn schiet een bliksemschicht. Naxene licht op en zit te krijsen over “UNLIMITED POWER”, vonken slaan over tussen de goblins, bugbear en ogre in de groep versterkingen en de geur van verbrand vlees vult de avondlucht. Een voor een vallen de goblins en bugbear om, de ogre staat stil, stunned en verbaasd, maar wordt snel omgelegd door de rest. In de achtergrond begint de bel in de abdij te luiden en Chesnutt geeft aan Ella door dat de raiders terugtrekken. Twee hill giants zijn nog binnen de muren, vier staan er buiten. De twee gooien eten, van zakken graan tot levende koeien over de muren.
Miros blijft achter, hij is te zwaar gewond. Oren blijft bij zijn vriend en zorgt dat hij hulp krijgt. De avonturiers gaan vervolgens op zoek naar versterking. 16 guards, Zi en Shalvus sluiten zich bij de groep aan. De twee reuzen, Lob en Ogg, hebben hun wapens achtergelaten om over de muur te kunnen klimmen, worden bestormd door de groep. Ogg deelt rake klappen uit, Lob wordt gehext door Ella maar weet zich met zijn aanzienlijke bulk op Andwyn te werpen. Andwyn gaat knock out. Chesnutt verandert Lob in een kip en Morgalf brengt Andwyn weer bij. Al snel ligt Ogg op de grond te smeken voor genade. Drakan roept zijn guards “LADEN....AANLEGGEN”. Ogg reageert “NEE, OGG PRAAT, OGG PRAAT....”. Draken roept vervolgens “LOS!” en na zestien pijlen blijft het lichaam van van Ogg levenloos achter. De kip wordt vervolgens over de muur gegooid, klapt op de grond en veranderd weer in een behoorlijk verwarde Lob.
Terwijl de laatste achtergebleven goblins worden geëxecuteerd richt de party zich tot Strog. Hoe heeft dit kunnen gebeuren!? Strog zegt dat hij inderdaad nog niets heeft gedaan om de verdediging te versterken, dat wou hij morgenochtend doen. Wel zijn er twee goblins over de muur gekatapulteerd. Toen ze gedood werden is op beide een briefje gevonden met de tekst “Geef di eet of wij neem di beebees”. En inderdaad, ongeveer 20 kinderen zijn nog vermist.
Verkenning door Chesnutt geeft aan dat er vijf hill giants, 60 gobins, vier ogres en een aantal bugbears buiten de poort staan. Her staan bergen buit. De zak vol kinderen wordt bewaakt door een groep goblins en een bugbear. De bugbear houdt de goblins in bedwang zodat de kinderen niet direct op worden gegeten. Na overleg wordt overeen gekomen niet te dealen met de raiders. Ze hebben geen enkele garantie dat ze de kinderen terug krijgen. De wacht van Goldenfields is verder te klein om een aanval mee te riskeren.
Uren later hebben Drakan en Ella een idee. Ze gaan Zephy’s scroll gebruiken om de zak kinderen over de muur te tillen. Chesnutt gaat deze buiten bereik van de shortbows van de goblins voorlezen en ze gaan Lifferlas magisch als afleiding, en ter kalmering van de kinderen laten zweven. Dit schouwspel is er een voor de geschiedenisboeken. De hill giants, bugbears, goblins en ogres staan met open mond naar een blij zwaaiende vliegende Lifferlas te kijken. De zak kinderen stijgt vervolgens langzaam op en wordt samen met Lifferlas zachtjes op veilige grond gezet. De raiders besluiten zonder hun troefkaart met minder eten naar Guh te gaan.
De party krijg een aantal queestes aangereikt. Miros geeft Ella een oude ring. Hier zit naar zijn zeggen het spook van een halfling in. Deze is op te roepen door ‘Keltar’ te fluisteren nabij de ring.
Hoe gaan ze nu verder? De avonturiers hebben de volgende mogelijkheden.
- Zi Lang wil de erfenis van haar ouders ter beschikking stellen. Ze geeft Ella een ketting met een zwarte parel. Deze kan aan Cauldar Marsky, de hoofd butler van huis Thann in Waterdeep gegeven worden.
- Lifferlas heeft de groep gevraagd naar Shadowtop Cathedral te gaan om de treant Turlang op te zoeken. Turlang weet waarschijnlijk waar hun maker, de giant slayer Aerglas te vinden is.
- Shalvus vraagt de groep hem naar Bargewright Inn in Wormford te begeleiden. Dit kan de party een krachtige bondgenoot opleveren.
- Naxene is er van overtuigd dat de aanvallen op Nightstone, Goldenfields, Bryn Shandler en Triboar onderdeel zijn van iets groters. Ze verzoekt de groep om in Waterdeep contact te zoeken met Chazlauth Yarghorn. Charzlauth is expert op het gebied van draken. Ze wil de mogelijkheden tot een alliantie tussen de Lord’s Alliance en goede draken bekijken gezien draken en reuzen tienduizenden jaren geleden in oorlog waren.
En Galla Guappa? Zijn erotisch avontuur is na ruim een week nog niet afgelopen. Die heeft straks wat te vertellen.
0 notes
Text
Hoofdstuk 1: Big Trouble in Little Nightstone
Morgalf en Galla Guappa staan op een kruispunt. Links naar Waterdeep, rechts naar Daggerford en rechtdoor naar Nightstone. De heren besluiten naar Nightstone te gaan. Galla Guappa herinnert zich dat dit een uurtje lopen zou moeten zijn.
Wanneer de mannen dichterbij horen ze een “bong….bong….bong….bong…” dit geluid blijft door gaan en wordt luider wanneer ze naderbij komen. Morgalf en Gall concluderen dat dit niet goed is. Is er een noodgeval? Ze weten het niet zeker. Wel zien ze dat de poort open staat, er misschien wel 60 sets voetsporen heen en weer lopen vanuit het noorden naar het dorp en de brug naar het citadel kapot is.
Ondertussen staat er een Wood Elf druid te kijken aan de rand van Ardeep Forest. Morgalf en Galla Guappa zien haar en lopen naar haar toe. “Hey, weet jij wat hier aan de hand is? Is er hier iets gebeurd?”. De Elf, Denwyn Gingerroot, haalt haar schouders op en zegt: “Geen idee. We hebben wel meer Goblins gezien de laatste maand maar ik kwam eigenlijk ook gewoon kijken wat hier aan de hand is”.
Denwyn lokt een vogel, fluistert iets, en de vogel vliegt weg. Na ongeveer tien minuten komt de vogel terug, en Denwyn stelt dat er ‘mensen of tweevoeters’ in het dorp zijn. Ondertussen gaat de kerkklok maar door “bong….bong….bong….bong…”. De helden gaan voorwaarts. Denwyn schiet met een welgeplaatst longbow schot het touw van de kerkklok kapot. Eindelijk stilte, wel hoort hij vanuit de kerktoren “What the fuck Flik, het touw is slap”. Galla is ondertussen voorzichtig gaan kijken en ziet dat het hele dorp bezaaid is met grote stenen, gebouwen zijn geraak, er liggen doden en twee Worgs zijn een dode hond aan het opeten.
Denwyn springt vervolgens in één keer bovenop de vier meter hoge wachttoren, schiet een pijl en raakt een van de Worgs. Het beest schreeuwt het uit en beide Worgs stormen richting de poort. Uit de kerk en andere gebouwen komen vijf Goblins gestormd en deze beginnen de party te bestoken met pijlen terwijl de Worgs tot de dood vechten met Galla Guappa. Denwyn schroeit Worgs en Goblins weg met haar Moonbeam, Galla zit in close combat met zijn warhammer en Morgalf houdt de groep in leven en lanceert de ene na de andere sacred flame. Op een gegeven moment komt er een human fighter met pike uit een huis gerend en samen met deze versterking worden de Goblins gedood of op vlucht gejaagd.
Deze fighter is Andwyn, een huurling in de wacht van Nightstone. Hij vertelt de party over een bombardement door reuzen, er werden stenen uit de wolken gegooid. De dorpelingen konden niet meer schuilen in het citadel en zijn dus naar de Dripping Caves gevlucht. Toen bijna iedereen weg was zijn de reuzen het dorp ingestapt en is de Nightstone van zijn plek op het centrale plein weggehaald en mee de wolken ingenomen. De Goblins kwamen niet veel later en zijn begonnen met plunderen. Andwyn heeft dekking moeten zoeken, hij is misschien fearless maar zeker niet dom. Een pack Goblins zou z’n dood betekenen.
De vier vegen Nightstone vervolgens schoon tot iedere Goblin dood of gevlucht is. Ze plunderen het een en ander, er is toch niemand die kijkt, en komen Kella tegen, een vrouw die schuilt in de inn. Hoogtepunt van het schoonvegen van Nightstone: Galla en Andwyn die op de rug van een in een paard veranderde Denwyn een aantal Goblins kapot maken.
Wanneer ze uiteindelijk met z’n allen over de kapotte brug springen zien ze vier guards. De guards zaten afgesloten van de rest en weten duidelijk niet wat ze moeten doen. Lady Nandar is tijdens de aanval van de reuzen geraakt door vallend puin en ligt opgebaard op een tafel in het citadel.
Tijdens deze rustige momenten is één ding duidelijk. De Bulk van Nightstone, Andwyn, heeft een oogje op de graatmagere veganistische Denwyn. Denwyn weet de vreemd fysieke menselijke paringsrituelen voorlopig nog te weerstaan. Maar hoe lang nog? Die trapezius en biceps zijn namelijk prachtig ontwikkeld.
Onder leiding van Andwyn (die weet dat er meerdere ingangen zijn) gaan de vier direct naar de Dripping Caves om de dorpelingen te halen. Na 20 minuten lopen komen ze op hun bestemming aan en tot hun verbazing zien ze een Ogre een modderbad nemen in de grot. Het beest zit te zingen: “Nog in bad. Mod-der-bad. Warm bad. Nog is blij.” en let nergens op. Uit de grot wordt ook een Goblin stem gehoord die het over “vers vlees” heeft.
De party rusht Nog, die maar één keer kan slaan met zijn greatclub (Galla Guappa ontwijkt deze klap sierlijk), en legt de Ogre om. Vervolgens komt Thog uit een hoek gerend “AAARRGHHH LIEF NOG!” en de 2e Ogre stormt woedend richting de party. Een aantal Goblins komt ook uit verschillende gangen gerend.
Het volgende gevecht gaat moeizaam. Galla Guappa kan ondanks de steun die hij van Andwyn krijgt niet alles ontwijken en krijgt een gigantische klap van Thog. Galla ligt stervend op de grond, maar Morgalf weet hem gelijk te healen. Ondertussen houdt Andwyn zich staande en schiet Denwyn wild atletisch om zich heen. Thog gaat neer en wanneer de laatste Goblin weg rent terwijl hij luidkeels “boss Hark, boss Hark” schreeuwt druipt de party af. Iedereen is gewond en uitgeput, het doorzetten van de aanval zou te veel van het goede zijn.
De volgende ochtend wordt de party wakkergemaakt door zeven ruiters die voor de poort staan. De leider, een half elf met een flying snake op zijn schouder, zegt dat ze bounty hunters zijn die op zoek zijn naar een stuk Zhentarim tuig genaamd Kella Darkhope. Galla doet de poort open en wanneer de ruiters binnen zijn claimt de leider, die zich inmiddels geïdentificeerd heeft als Xolkin, Nightstone voor de Zhentarim. Omdat de dorpelingen nog gered moeten worden, en ze geen zin hebben in een gevecht met zeven ruiters, besluit de party het maar even zo te laten. Ze komen over een paar uur wel terug met enkele tientallen burgers en pakken Nightstone dan wel terug. Galla heeft ondertussen een zeldzaam moment van hersenactiviteit en saboteert de valbrug met een dolk.
Eenmaal aangekomen bij de Dripping Caves zien de helden dat de Goblins een barricade hebben gebouwd. Een paar pijlen schieten langs Denwyn’s hoofd wanneer ze om de hoek de grot in kijkt maar vinden verder geen doel. Denwyn weet via haar beestenvriendjes drie andere ingangen te vinden, een nauwe verticale gang, een grote verticale put vol vleermuizen en een smalle horizontale gang. Ze verandert in een Das en hobbelt de gang in. Na honderd meter loopt ze bij een splitsing een gang in, kijkt om en ziet een olieachtige substantie naar haar toe stromen. Linke soep, Denwyn verandert terug in haar eigen storm en probeert over de substantie, die ze identificeert als Ooze, heen te springen. De Ooze weet haar echter te pakken te krijgen en begint haar langzaam te verteren. Nooit zou ze de Bulk van Nightstone mogen ervaren.
Galla Guappa, Morgalf en Andwyn zitten ondertussen buiten te wachten. Wanneer het Galla allemaal te lang duurt, loopt hij de gang in en tot zijn grote schrik ziet hij een door zuur aangevreten elvenlijk liggen. Denwyn is hierdoor geraakt. Ze was zo lekker.
De party besluit vervolgens door de vleermuisgrot naar binnen te gaan. Ze komen er ook achter dat de dorpelingen onder in deze 30 meter diepe put liggen. Ze binden al hun touw en kleding aan elkaar en springen stuk voor stuk naar beneden. KRAK, SMAK, SPLET. Ze raken alle drie gewond maar gezien dit de E.R. onder de avonturiers is weten ze zichzelf zonder moeite weer op te lappen. Gebroken arm? No problem.
De dorpelingen kunnen nooit naar boven klimmen, ze zijn te zwak en de opening is te ver naar boven. De enige optie is langs de barricade die de Goblins op hebben gericht. Morgalf, Andwyn en Gall Guappa besluiten de Goblins te rushen. Na een kort maar fel gevecht hebben ze een opening geforceerd en begeleid ze de dorpelingen naar buiten. Galla wil de rest van de grot uitmoorden. Andwyn overtuigt hem dat dat te risicovol is, ruim 20 dorpelingen zijn veilig naar buiten geleid en moeten zo snel mogelijk terug naar Nightstone.
Tot hun grote geluk is de valbrug nog steeds open. Een Zhentarim guard probeert ze weg te sturen. Nightstone is een Zhentarim basis, de dorpelingen zijn niet welkom. Morgalf grijpt in. Hij cast Thaumaturgy, de lucht om hem heen wordt donker en hij maak even duidelijk wie de baas is. De Zhent stapt aan de kant en durft de party niet meer aan te kijken.
Samen met de dorpelingen gaan ze naar het citadel. De guards hebben een touwbrug gemaakt en wisten het citadel te verdedigen tegen de Zhentarim. In het citadel sluit de Dragonborn paladin Dracan zich bij hen aan. Dracan is tijdens de aanval van de reuzen bewusteloos geraakt maar is weer op de been. De guards worden gemobiliseerd en enkele dorpelingen krijgen armor en wapens in hun handen geduwd in een poging de Zhentarim straks te intimideren met een overmacht.
Wanneer de party het via de brug het dorp weer in gaat worden ze direct door Xolkin geconfronteerd. Hij sommeert de dorpelingen, de party en de wacht het citadel over te geven en het dorp te verlaten. Dit is Zhentarim grondgebied! Morgalf probeert het trucje dat hij eerder gebruikte opnieuw maar Xolkin is niet onder de indrukt. De Zhentarim leider plaatst zijn troepen in een gevechtslinie, pakt een flesje en drinkt deze leeg. Dracan stormt naar voren en geeft Xolkin een gigantische klap die zo hard was dat hij door midden had moeten splijten maar er gebeurt helemaal niets. Galla Guappa doet het zelfde maar zonder resultaat. Andwyn probeert het maar zijn pike komt niet eens door de onbedekte huid van Xolkin heen.
Al snel komen ze tot de conclusie dat ze Xolkin niet aan kunnen maar zijn troepen wel. Een voor een worden de andere Zhentarim afgeslacht en al snel blijf Xolkin als enige over. De guards grapplen hem. Galla grappled hem. Dracan grappled hem. Andwyn probeert over zijn gezicht te schijten. In de eerste instantie lukt het niet maar wanneer Xolkin Andwyn’s kringspier met zijn tanden uit zijn reet scheurt explodeert Andwyn’s anus in een fontein van natte brokjesdiarree. Iedereen behalve Morgalf begint te kotsen en Xolkin begint zachtjes aan kwetsbaar te worden. Dracan ramt door op Xolkin’s hoofd en schreeuwt “ik neem je moeder en zus tot ze uitscheuren!” Xolkin reageert met een zwakke “Alassandar….” En blaast zijn laatste adem uit op het moment dat zijn hoofd door de Dragonborn tot pulp geslagen wordt. Andwyn’s kringspier wordt vervolgens feilloos hersteld door Morgalf.
Nightstone is weer vrij. Morgalf, Galla Guappa, Andwyn en Dracan zullen altijd welkom zijn. Een beloning kunnen ze op het moment niet geven maar wel wordt er gevraagd of ze Miros Xelbrin de Tressym van zijn ouders wil brengen en hem willen vertellen dat zij tijdens de aanval van de reuzen om zijn gekomen. De party zegt ja en bereidt zich voor om naar Goldenfields te gaan.
0 notes